De toekomst van de product- en bedrijfschappen: het belang van een moderne Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie voor de Nederlandse economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toekomst van de product- en bedrijfschappen: het belang van een moderne Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie voor de Nederlandse economie"

Transcriptie

1 De toekomst van de product- en bedrijfschappen: het belang van een moderne Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie voor de Nederlandse economie Visie van de Stichting van de Arbeid 14 juni 2011

2 2 Kernboodschap De Stichting van de Arbeid acht de tijd rijp voor een wezenlijke hervorming van het PBO-stelsel dat uit de jaren vijftig van de vorige eeuw stamt. De taken moeten beperkt c.q. aangepast worden aan de ingrijpend veranderde sociaal-economische, thans internationale, context. Daarnaast moet ingespeeld worden op nieuwe opvattingen inzake democratische legitimatie alsmede aan eisen van kostenbeheersing en doelmatigheid. In deze nota is de visie van de Stichting van de Arbeid op een dergelijk hervormd PBOstelsel neergelegd. Tevens zij verwezen naar de vergelijkbare RCO-nota terzake van 1 juni De Stichting roept het kabinet op hieraan nu verder invulling te geven. Zij wacht het kabinetsstandpunt per (uiterlijk) 1 september mede naar aanleiding van de motie Aptroot/Koopmans/Van den Besselaar - met grote belangstelling af. Over de betreffende wetswijzigingen is zij ook graag bereid nader te adviseren. 1. Inleiding De gezamenlijke product- en bedrijfschappen, ook wel bedrijfslichamen of Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO) genaamd, staan de afgelopen jaren veelvuldig in de belangstelling van de nationale politiek. Dit heeft in het voorjaar van 2011 geleid tot een verzoek van de Tweede Kamer 1 om een onderzoek door het kabinet naar de taken van product- en bedrijfschappen en de (on)misbaarheid daarvan. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)heeft toegezegd het onderzoek, inclusief een visie van het kabinet daarop, uiterlijk 1 september 2011 aan de Tweede Kamer ter beschikking te stellen. De Stichting van de Arbeid wil via deze nota haar visie op de toekomst van product- en bedrijfschappen kenbaar maken. In dit kader wordt tevens verwezen naar de nota van de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO) van 1 juni 2011 (Het belang van een moderne pbo voor de Nederlandse topeconomie). 2. Gewijzigde sociaal-economische context Product- en bedrijfschappen zijn publieke organen en kunnen door sociale partners in een sector worden opgericht als hun organisaties voldoende representatief zijn. Sociale partners vormen daarbij het bestuur van een schap, waarbij de voorzitter door de Kroon benoemd wordt en onafhankelijk is. Product- en bedrijfschappen kunnen via een verplichte heffing en verordeningen voor alle ondernemingen in de betreffende sector maatregelen treffen, die zowel verband houden met het sector- als het algemeen belang. In de praktijk gaat het om een breed scala aan activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld eco- 1 Aangenomen motie Aptroot/Koopmans/Van den Besselaar, nr. 62 (Kamerstuknummer XV). Deze luidt: constaterende dat het bestaansrecht van de product- en bedrijfschappen ter discussie staat; verzoekt de regering, te onderzoeken welke taken naast de medebewindstaken onmisbaar zijn; verzoekt de regering, voorts te onderzoeken of en, zo ja, hoe deze taken zonder product- en bedrijfschappen zouden kunnen worden ondergebracht; verzoekt de regering, dit onderzoek binnen 6 maanden uit te voeren en aan de Kamer voor te leggen,.

3 3 nomie, milieu, kwaliteit, onderzoek, veiligheid, arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden. Daarnaast voert een aantal productschappen bepaalde overheidstaken uit die met name betrekking hebben op EU-regelgeving (medebewind). In 1950 werd de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) ingevoerd met als belangrijkste doel een nieuwe economische ordening van Nederland, een land in wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1954 werden in totaal 59 product- en bedrijfschappen opgericht. Daarin konden belanghebbenden gezamenlijk hun bedrijfstak ordenen in plaats van centrale en nationale aansturing. De gedachte van de PBO sloeg vooral aan in de land- en tuinbouw. De belangrijkste reden hiervoor was met name gelegen in de grote overheidsbemoeienis met activiteiten van boeren en tuinders en de wil om dat te verminderen via zelfregulering. Daarnaast bleken product- en bedrijfschappen vooral populair in bedrijfstakken met grote aantallen, gedeeltelijk ongeorganiseerde ondernemers en werknemers, met ongeveer dezelfde belangen. Iets meer dan ondernemingen vallen momenteel onder de werkingssfeer van een schap, waarbij meer dan 2 miljoen werknemers in dienst zijn (meer dan een kwart van de werkzame beroepsbevolking). De bij de product- en bedrijfschappen aangesloten ondernemingen hebben een totale jaarlijkse omzet van meer dan 200 miljard euro. In 2010 gaven de schappen gezamenlijk ongeveer 257 miljoen euro uit en bij hen zijn iets meer dan 800 personen in dienst (circa 725 fte s). Enkele kerngegevens ten aanzien van product- en bedrijfschappen, inclusief informatie over administratieve lasten, heffingsdruk, aantal verordeningen en financiën, zijn opgenomen in de bijlage. Aan het einde van de vorige eeuw ontstond de behoefte om het PBO-stelsel te moderniseren. Er werd een reorganisatie van de PBO ingezet die het aantal product- en bedrijfschappen door opheffing en samenvoeging uiteindelijk terugbracht van 39 in 1997 naar 17 anno Tevens werd de Wbo ingrijpend gewijzigd in 1992, 1999 en in Product- en bedrijfschappen ondervinden de invloeden van maatschappelijke ontwikkelingen die zich voordoen in relatie tot afzetmarkten, ondernemingen, burgers, consumenten en overheid. Belangrijke trends daarbij zijn onder meer de navolgende: Voortzettende globalisering, liberalisering en zwaarbevochten markten Wereldmarkten worden geliberaliseerd, waar mogelijk met afbouw van subsidies en handelsbarrières. Er is sprake van schaalvergroting en professionalisering in de hele (internationale) keten en de consumentenoriëntatie neemt steeds verder toe. Dit biedt enerzijds kansen voor het betreden van voorheen gesloten markten, maar bewerkstelligt ook verscherpte concurrentieverhoudingen op de thuismarkt. Differentiatie van ondernemingen Er is zowel een trend van schaalvergroting alsmede van integratie in de bedrijfskolom, als van opkomst van kleine ondernemingen waaronder de zelfstandigen zonder personeel (zzp ers). Een veranderende arbeidsmarkt Globalisering, technologische veranderingen en demografische ontwikkelingen stellen ook bijzondere eisen aan de arbeidsmarkt. De belangrijkste uitdaging voor de toekomstige arbeidsmarkt is het tot stand brengen van een goede kwantitatieve en kwalitatieve match tussen vraag naar en aanbod van arbeid. Scholing en het

4 4 investeren in de competenties van werknemers spelen hierbij een belangrijke rol, voornamelijk ter bevordering van de baanmobiliteit en voor de status van Nederland als kenniseconomie en voor zijn concurrentiekracht. In dat kader is het ook van belang om werknemers zo lang mogelijk voor de arbeidsmarkt te behouden op basis van een leven lang leren en goede arbeidsomstandigheden. Differentiatie aan de afzetkant Sectoren krijgen in toenemende mate te maken met veeleisende klanten die een geïndividualiseerd koopgedrag vertonen en producten en diensten op maat verlangen. Bovendien hechten consumenten een steeds grotere waarde aan kwaliteit en veiligheid alsmede aan een maatschappelijk verantwoorde productiewijze. Een overheid in ontwikkeling Ook de overheid is aan verandering onderhevig en legt de nadruk op het terugdringen van bureaucratie en de negatieve effecten van een surplus aan regelgeving. De nationale overheid streeft er voorts naar zich te concentreren op kerntaken. Daarbij is ook integratie, verzelfstandiging en privatisering van overheidstaken aan de orde. De nationale economie kan al lang niet meer centralistisch aangestuurd worden, zoals in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog de bedoeling was, maar moet uitgaan van een goede werking van markten, een aantrekkelijk werknemers- en ondernemersklimaat en honorering van de wensen en eisen van de consument. Voor een goede internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, van zzp er tot grootbedrijf, is bijvoorbeeld innovatie en kennis over het ondernemen van morgen van doorslaggevend belang. Tegelijk is er de onderkenning dat samenleving en bedrijfsleven wederzijds van elkaar afhankelijk zijn. De triple P (people, planet, profit) respectievelijk het concept van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is anno 2011 uitgangspunt van het ondernemingshandelen, ook internationaal. Dit is meer en meer ook een bedrijfsbelang omdat er door de samenleving steeds hogere eisen worden gesteld aan de duurzaamheid van productsystemen, producten en diensten, zowel in de sfeer van people als van planet. 3. De kern van een gemoderniseerd PBO-stelsel De klassieke idealen en functies van de PBO, een publiekrechtelijke basisstructuur voor een nationaal en centraal geregisseerde economie, zijn niet langer valide. Een strategische vernieuwing is geboden en de kernvraag daarbij moet zijn welke bijdrage de product- en bedrijfschappen in de 21 e eeuw kunnen leveren aan de Nederlandse economie. Voor een dergelijke moderne en internationaal georiënteerde sociale markteconomie is een goede marktwerking van fundamenteel belang, evenzeer als een overheid die zich concentreert op haar kerntaken 2. Daarnaast moet er ruimte zijn voor samenwerkingsverbanden op diverse niveaus (bedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen e.d.). Een goede en krachtige werking van sectoren is daarbij van belang want daar profiteren zowel kleinere als grotere bedrijven van. Product- en bedrijfschappen moeten daarbij geen sturende en top down georiënteerde rol in hun sector vervullen maar een platformfunctie met 2 Zie ook de brief van de minister van BZK aan de Tweede Kamer d.d. 14 februari 2011 waarin het uitvoeringsprogramma compacte rijksdienst wordt aangeboden (Kamerstuknummer ).

5 5 een stimulerende en faciliterende rol, aanvullend op die van de (rijks)overheid, ondernemingen en ondernemers- en werknemersorganisaties. In de toekomst dient volgens de Stichting van de Arbeid de inhoudelijke legitimatie voor een publiekrechtelijke structuur, voor sectoren die daarvan gebruik willen maken, vooral gevonden te worden in een aantal nieuwe en hedendaagse uitgangspunten op hoofdlijnen. Deze betreffen: taken gebaseerd op een duidelijk publiek belang, zoals uitvoering van nationale en Europese wet- en regelgeving (medebewind), milieu en bestrijding van dier- en plantenziektes; kennis en expertise van de sector over de in paragraaf 2 genoemde trends zodat meerwaarde gegeven kan worden aan de versterking van de (inter)nationale economie en concurrentiekracht in termen van onderzoek, kwaliteit, innovatie, bevordering ondernemerschap en MVO, waardoor ook opgetreden kan worden als aanspreekpunt en samenwerkingspartner voor de rijksoverheid; financiering door de sector zelf; overheadkosten en heffingen voor de ondernemers moeten zo laag mogelijk zijn, waarvoor een nog doelmatiger en doeltreffender bedrijfsvoering noodzakelijk is; democratische legitimatie en besluitvorming, publieke verantwoording en draagvlak voor beleid waarbij alle ondernemers, georganiseerd én ongeorganiseerd, invloed kunnen uitoefenen op het besluitvormingsproces. Met deze moderne vertaling van de PBO-gedachte wordt qua filosofie nauw aangesloten bij de ontwikkeling van het topsectorenbeleid 3 van het huidige kabinet, namelijk ontwikkeling van beleid en instrumenten, gericht op versterking van de Nederlandse economie. Op die manier kunnen product- en bedrijfschappen ertoe bijdragen, zoals in het topsectorenbeleid gesignaleerd wordt, dat de overheid niet alleen georganiseerd is langs de lijnen van Haagse beleidsdossiers maar ook langs die van de sectorstructuur. Meer in het algemeen past een dergelijke nieuwe visie ook goed bij uitdagingen in het kader van nationaal en internationaal MVO. Het MVO-concept is door de Sociaal-Economische Raad (SER) in eerste instantie in 2000 ontwikkeld en in 2008 nader uitgewerkt ten aanzien van de internationale dimensie. Het 21 e eeuwse concept van MVO verenigt dezelfde combinatie van decentraal (sector)belang en het algemeen belang, zoals dat in het klassieke PBO-ideaal al aanwezig was. In de SER tussenrapportage Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) van maart 2011 is een uitgebreid overzicht opgenomen van de activiteiten van product- en bedrijfschappen in dit verband. 4. Kerntaken van product- en bedrijfschappen 4.1 Nieuwe focus: minder taken, minder lasten Om een duurzamer publieke sector te bewerkstelligen waarbij de lasten voor de ondernemers zo laag mogelijk zijn en die kan rekenen op steun vanuit de rijksoverheid vinden 3 Zie ook de brief van de minister van EL&I aan de Tweede Kamer d.d. 4 februari 2011 waarin de Nota Naar de top: de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid wordt aangeboden (Kamerstuknummer ).

6 6 sociale partners een beperking van de taken van product- en bedrijfschappen noodzakelijk. De schappen moeten alléén nog die taken uitvoeren die anno 2011 als publiek zijn aan te duiden. Daarbij gaat het dus om taken die niet door de private organisaties uitgevoerd kunnen worden omdat deze de ongeorganiseerde ondernemingen in de sector niet kunnen binden en daarvoor ook geen beleid kunnen ontwikkelen. Het uitgangspunt moet dan ook zijn: Privaat wat privaat kan, publiek wat publiek moet. De kerntaken kunnen, ook in tijd, per schap uiteenlopen, gelet op de pluriformiteit van de betreffende sectoren. De product- en bedrijfschappen moeten in dit kader een zekere beleidsruimte behouden om hun kerntaken specifiek sectorgericht in te kunnen vullen. Zonder dit zou slechts sprake zijn van een-op-een uitvoering van overheidsopdrachten, waarvoor de schappen niet ingesteld zijn en die dan ook door de rijksoverheid zelf uitgevoerd en betaald zouden moeten worden. Het ministerie van SZW heeft onderzoeksbureau EIM in het kader van het kabinetsonderzoek verzocht te inventariseren welke taken de product- en bedrijfschappen anno 2011 verrichten. Dit EIM-rapport kan bij de nadere omschrijving van kerntaken worden betrokken. 4.2 Kerntaken productschappen Momenteel zijn er 11 productschappen, die zich met name richten op plant en dier. In totaal betreft het meer dan ondernemingen met ongeveer werknemers en een jaarlijkse omzet van circa 82 miljard euro. In het licht van de fundamentele benadering, zoals opgenomen in de vorige paragraaf, en de nieuwe focus, zoals in paragraaf 4.1 aangegeven, komt de Stichting van de Arbeid tot de volgende globale omschrijving van kerntaken van productschappen. 1. Voedselveiligheid, gezondheid en MVO De productschappen in de agrarische sectoren zijn actief op het terrein van het voorkomen, monitoren en bestrijden van plant- en dierziekten (ongeveer 9 procent van alle taken, zie het overzicht in de bijlage). Taken strekken zich uit over preventiemaatregelen, onderzoek, regelgeving, monitoring, toezicht en handhaving, bestrijdingsmaatregelen, fondsvorming (diergezondheidsfonds en plantgezondheidsfonds), identificatie en registratie, dierenwelzijn, vervoer en kwaliteitssystemen. Ook zijn enkele productschappen actief op het terrein van crisismanagement, in het geval van acute uitbraken van plant- of dierziekten. Productschappen hebben naar de mening van sociale partners in de toekomst een blijvende taak in de clusters voedselveiligheid en gezondheid van plant en dier. Het daaraan gerelateerde onderzoek evenals verordeningen en heffingen zijn instrumenten om dit te realiseren. Productschappen hebben daarnaast een rol bij de ontwikkeling van de eerste generatie kwaliteitssystemen. Aansluitend hierop moeten productschappen aandacht schenken aan thema s die verband houden met de maatschappelijke acceptatie van productie en productiesystemen in de sectoren van de land- en tuinbouw in verband met bijvoorbeeld aspecten als MVO, energiegebruik en dierenwelzijn.

7 7 2. Innovatie Een kenmerkende taak voor veel productschappen is allerhande onderzoek ter verbetering van de producten en diensten van de sector. Ook wordt veel aan innovatie gedaan (ongeveer 12 procent van de totale taken), onder andere ter verbetering van het innovatief vermogen van ondernemers in de sector. Het gaat bij dit soort onderzoek niet altijd om onderzoeken die door de schappen zelf worden uitgevoerd, maar ook om het financieren (subsidiëren) van onderzoeken die door andere instituten worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld Wageningen University & Research centre (WUR). Het praktijkonderzoek van productschappen ten behoeve van sectoren in de land- en tuinbouw, dat gerelateerd is aan activiteiten op het terrein van voedselveiligheid, gezondheid en duurzame ontwikkeling, is blijvend van belang. Bij collectief gefinancierde onderzoeksprojecten kan wel meer privaat worden ontwikkeld. Van belang is een zo goed mogelijke aansluiting van de onderzoeksvragen op vraagstukken in de praktijk, evenals de vertaling van onderzoeksresultaten naar de praktijk. Private partijen hebben dan ook een grotere rol bij het organiseren van actieve betrokkenheid van ondernemers bij begeleiding van het onderzoek, soms door de keten heen. Dat geldt ook voor het uitdragen van resultaten van onderzoek. 3. Promotie/voorlichting Meerdere productschappen houden zich bezig met collectieve promotie of reclame. Het betreft landelijke campagnes om het imago van een branche (ketenpromotie in het kader van arbeidsmarktcommunicatie) of de producten of diensten (productpromotie) van de ondernemers in de branche onder de aandacht van de consument te brengen. Bij taken van productschappen wordt een onderscheid gemaakt tussen ketenpromotie en productpromotie. De afgelopen jaren heeft, in verband met een aantal ontwikkelingen zoals overname door private partijen (Bloemenbureau), een verschuiving van productpromotie richting generieke (keten)promotie plaatsgevonden zoals bijvoorbeeld bij de campagne Groen werk(t). Deze weg wordt in de toekomst verder ingeslagen. Productpromotie wordt daarbij dus steeds meer een zaak van bedrijven zelf, gelet op ontwikkelingen als privatisering, schaalvergroting, diversiteit van bedrijven en (dus ook) verminderd draagvlak bij ondernemers. Naast promotie doen de productschappen ook veel aan voorlichting, vaak in combinatie met projecten op uiteenlopende werkvelden. Waar promotie over het algemeen zuiver gericht is op de consument of de arbeidsmarkt kunnen voorlichtingstaken gericht zijn op alle betrokkenen bij de sector zoals ondernemers, werknemers, overheid, studenten en scholieren, organisaties, media en consumenten. Voorlichting, zeker in het geval van acute crises, moet blijvend gekoppeld zijn aan de kerntaken van productschappen.

8 8 4. Marktonderzoek en -informatie Bij marktonderzoek en informatie gaat het om het in kaart brengen van ontwikkelingen in sectoren op het gebied van bijvoorbeeld aantal en omvang van de ondernemingen, werkgelegenheid, in- en uitvoer, productie, omzet en prijzen. Hierbij is een toenemend belang van private partijen en van merken te constateren. Bij primaire producenten bestaat behoefte aan adequate marktinformatie waarbij men er niet altijd blindelings op vertrouwt dat afzetorganisaties die leveren. Het ligt dan voor de hand deze activiteit niet meer bij productschappen te leggen maar bij de betreffende belangenbehartigende organisaties en ketenpartijen. Geleidelijk afbouwen van de huidige vorm van marktonderzoek en informatie door productschappen ligt dus voor de hand om nagenoeg dezelfde redenen als bij productpromotie. 5. Medebewind Op basis van de Wbo kan de medewerking worden gevorderd van product- en bedrijfschappen bij de uitvoering van overheidstaken, ook wel medebewind genoemd. De (agrarische) productschappen voeren in de praktijk taken uit in medebewind, met name in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I). Veel van de medebewindstaken betreffen het uitvoeren van Europese regelgeving. Te denken valt aan import- en exportregelingen, melkquotering (superheffing), Europese steunmaatregelen (bijvoorbeeld op het gebied van schoolmelk), taken in het kader van de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de fokkerij, samenwerking met de Dienst Regelingen over de uitvoering van betalingen uit Europese fondsen en taken op het gebied van een gemeenschappelijke marktordening. Deze medebewindstaken vormen uiteraard ook een kerntaak van de betreffende productschappen, voor zover en zolang de overheid deze medebewindstaken toekent. De productschappen ontvangen van de overheid een vergoeding voor uitvoering van de taken in medebewind. Samenvattend liggen de toekomstige kerntaken van de productschappen (steeds meer) op het terrein van voedselveiligheid, gezondheid en innovatief onderzoek. De huidige taken op het gebied van productpromotie, marktonderzoek en -informatie zullen meer en meer afgebouwd worden. 4.3 Kerntaken bedrijfschappen Er zijn nu zes bedrijfschappen, vooral in bedrijfstakken met grote aantallen, gedeeltelijk ongeorganiseerde ondernemers en werknemers, met ongeveer dezelfde belangen. In totaal betreft het meer dan ondernemingen met circa 1,5 miljoen werknemers en ongeveer 128 miljard euro aan omzet. Het gaat om duidelijk uiteenlopende sectoren waarin veelal kleinere ondernemingen en zzp ers actief zijn en dus ook om uiteenlopende kerntaken. De bovengenoemde aantallen laten zien dat het gemiddelde bedrijf waarvoor een bedrijfschap is ingesteld nog geen zes werknemers heeft. Daarnaast richten deze ondernemers zich in belangrijke mate op de consument.

9 9 In paragraaf 3 heeft de Stichting van de Arbeid haar visie gegeven op de toekomstige rol van een PBO-stelsel, inclusief een verwijzing naar het topsectorenbeleid van het huidige kabinet. De kerntaken van bedrijfschappen moeten erin liggen dat zij een vertaling maken van algemeen overheidsbeleid naar taken die specifiek van belang zijn voor de sectoren waarvoor zij zijn (of worden) ingesteld. De Stichting van de Arbeid komt tot de volgende globale omschrijving van kerntaken van bedrijfschappen. 1. Leefbaarheid, veiligheid en MVO De sectoren van ambachten, detailhandel en horeca hebben gemeen dat zij zich met name richten op consumentverzorgende ondernemingen. Deze ondernemingen zijn allemaal gevestigd in wijken, dorpen en steden en hebben daarmee gezamenlijk een directe invloed op de leefomgeving. Vanuit dit maatschappelijk belang is van belang dat bedrijfschappen taken verrichten die zijn gericht op de bedrijfsomgeving. Daarbij moet voornamelijk worden gedacht aan zaken in de sfeer van veiligheid en behoud van de leefbaarheid, zowel in steden als op het platteland. In de directe relatie met de consument spelen ondernemingen in deze sectoren een stimulerende rol bij maatschappelijke thema s als volksgezondheid, kwaliteit, milieu en MVO. Bedrijfschappen vervullen een rol bij deze onderwerpen die ook hoog op de overheidsagenda staan en het individuele ondernemers- of zelfs sectorbelang overstijgen. 2. Innovatie Zoals eerder aangegeven worden de sectoren waarvoor bedrijfschappen zijn ingesteld, gekenmerkt door een (zeer) groot aandeel van mkb-bedrijven en (een toenemend aantal) zzp ers. Gelet op het belang van innovatie voor de toekomst van een sector ligt hier een belangrijke rol voor een gemoderniseerd bedrijfschap. Bij innovatie kan het gaan om het vernieuwen van producten, productieprocessen, logistieke systemen (ketendigitalisatie), consumentenbenadering, adequaat vak- en beroepsonderwijs als onderdeel van kennisontwikkeling alsmede de kwaliteit van ondernemerschap. Initiatieven en taken gericht op stimulering van innovatie op deze terreinen dienen de toekomst van de gehele sector. In plaats van het oppakken van een breed scala van onderwerpen is het van belang dat bedrijfschappen zich beperken tot die taken die zijn gericht op het verbeteren van het innovatief vermogen van individuele bedrijven en daarmee van de gehele sector. 3. Promotie/voorlichting Bedrijfschappen houden zich eveneens bezig met vormen van voorlichting en collectieve promotie, al dan niet via ondersteuning van promotiecampagnes door verschillende subsectoren of branches. Voorlichting, voor zover gerelateerd aan kerntaken, is blijvend van belang. Productpromotie is daarentegen geen kerntaak van bedrijfschappen. Promotie gericht op versterking van een imago, bijvoorbeeld in het teken van arbeidsmarktcommunicatie, kan gemakkelijker en effectiever via een bedrijfschap verlopen. Ongeorganiseerden leveren daarbij immers ook een bijdrage.

10 10 4. Onderzoek/informatie Zeker voor kleine(re) ondernemingen is het van belang dat er een organisatie is die informatie en kennis verzamelt, ijkt, verrijkt en deelt, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid, aantal en omvang van ondernemingen, omzet en prijzen. Dergelijke kennis komt dan ten goede aan de gehele (sub)sector of branche, inclusief de ongeorganiseerden, de brancheorganisaties maar ook stakeholders als overheden, toeleveranciers en het onderwijs. Voor een bedrijfschap ligt hier nadrukkelijk alleen een rol indien deze functie niet door een andere markt- of overheidspartij (zoals het CBS) wordt vervuld. Samenvattend liggen de kerntaken van bedrijfschappen in de toekomst (meer) op een aantal terreinen waar het van belang is het overheidsbeleid voor een sector in of aan te vullen. Daarbij gaat het om taken op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en MVO. Daarnaast is het belangrijk dat bedrijfschappen invulling geven aan innovatie in een (sub)sector of branche. Taken op het gebied van promotie/voorlichting en onderzoek/informatie vragen om een nauwkeurige inkadering en moeten gerelateerd zijn aan de genoemde kerntaken. 4.4 De `factor arbeid en belangenbehartiging Ieder schap verricht ook taken in relatie met c.q. ten behoeve van de factor arbeid, zij het dat de aard ervan sterk uiteenloopt. In de vorige paragrafen is er daarvan een aantal genoemd in relatie tot de kerntaken zoals scholing en verbetering van beroeps- en vakonderwijs en arbeidsmarktbeleid en -onderzoek. Ook onderzoek en activiteiten op het terrein van arbeidsomstandigheden die alle ondernemers (waaronder zzp ers) in een sector raken 4 - kunnen een taak van een schap zijn. Door deze taken van product- en bedrijfschappen wordt de rol van de werknemers en hun organisaties bij de ontwikkeling van de sector gehonoreerd en het draagvlak versterkt. Het is daarbij niet de bedoeling dat product- en bedrijfschappen gaan fungeren als een extra overlegtafel naast de bestaande cao-tafel of overleg in het kader van bedrijfstakfondsen. De meeste product- en bedrijfschappen houden zich ook op de een of andere wijze bezig met belangenbehartiging bij (inter)nationale overheden. Voorbeelden hiervan zijn: het namens de sector voeren van procedures tegen importheffingen in het buitenland, taken op het gebied van handelspolitiek, het bestrijden van oneerlijke mededinging, het bestrijden van winkelcriminaliteit, taken op het gebied van veiligheid (BOB-campagne), fiscaliteit (BTW-problematiek) en administratieve lasten. Dergelijke ondersteunende activiteiten, gerelateerd aan de kerntaken van product- en bedrijfschappen, kunnen ook in de toekomst aan de orde zijn. Het primaat voor belangenbehartiging/lobbyactiviteiten ligt echter primair bij de ondernemingen en organisaties in de sector zelf. Via een schap mag derhalve ook geen financiering plaatsvinden van belangenbehartigende lobbytaken van de betrokken private organisaties. 4 Zie ook: SER-advies Zelfstandigen en arbeidsomstandigheden, 2011.

11 11 5. Uitvoering kerntaken product- en bedrijfschappen door de overheid Indien het PBO-stelsel niet langer zou voortbestaan, moeten de kerntaken van producten bedrijfschappen, gezien het publieke belang daarvan, overgenomen worden. De meest voor de hand liggende optie betreft dan overheveling naar de rijksoverheid. Daarbij kan gedacht worden aan een ministerie, dan wel bestaande of daarvoor op te richten (uitvoerings)organisaties onder verantwoordelijkheid van een ministerie, zoals zelfstandige bestuursorganen (ZBO s), agentschappen of andere uitvoeringsorganen. Het is echter de vraag in hoeverre door de rijksoverheid voldaan kan worden aan de voorwaarden van doelmatigheid en doeltreffendheid. Eén van de redenen om de medebewindstaken te laten verrichten door de product- en bedrijfschappen is juist gelegen in de omstandigheid dat deze dit aanzienlijk doelmatiger kunnen dan de rijksoverheid. In dat verband wordt wel een efficiencywinst van circa 20 procent genoemd. Daarbij is ook van belang dat door de afstand van de rijksoverheid tot de betreffende sectoren, de uitvoering waarschijnlijk niet op een zelfde mate van draagvlak mag rekenen onder de bedrijfsgenoten als wanneer de activiteiten door de product- en bedrijfschappen worden uitgevoerd. De zichtbaar- en herkenbaarheid van sectoren in het kader van draagvlak onder de ondernemers voor taken en het voortbestaan van de organisatie is daarbij voor product- en bedrijfschappen wel van cruciale betekenis. Het overhevelen van taken naar de rijksoverheid of uitvoeringsorganisaties lijkt ook haaks te staan op het kabinetsbeleid, gericht op een compactere rijksdienst. Het opheffen van de 17 product- en bedrijfschappen en het overdragen van de betreffende taken en activiteiten naar de overheid is ook een kostbare aangelegenheid, waarbij veel bestaande kennis over de betreffende sectoren en activiteiten verloren zal gaan. 6. Governance Zoals in paragraaf 3 al is aangegeven, zal een vernieuwd stelsel moeten voorzien in een verbetering van de democratische legitimatie en besluitvorming, publieke verantwoording en draagvlak voor beleid. Op dit terrein is de afgelopen jaren al de nodige vooruitgang geboekt, met name door: wetswijzigingen in 1992, 1999 en 2009 (o.a. invoering draagvlakonderzoek); wettelijke verankering in 2009 van principes van goed schapbestuur; instelling van de onafhankelijke Toezichtkamer en verscherping van het toezicht. De transparantie en publieke verantwoording is daardoor ook zichtbaar verbeterd, zoals blijkt uit de Toezichtverslagen 2009 en 2010, en afzonderlijke rapporten van de Toezichtkamer. Dat neemt niet weg dat aanvullend beleid mogelijk is. De Stichting van de Arbeid wijst daarbij met name op de navolgende mogelijkheden: Draagvlak/ opting out Het in 2009 in de Wbo opgenomen periodiek draagvlakonderzoek onder ondernemers voorzag in directe democratische legitimatie, maar is (nog) niet geëffectueerd in verband met het kabinetsonderzoek naar de taken van product- en bedrijfschappen. Een periodiek draagvlakonderzoek per schap is van groot belang omdat hiermee ook het draagvlak onder ongeorganiseerden voor de activiteiten en het voortbestaan van het schap gepeild wordt. Met daaruit voortvloeiende wensen en kritiek moet op transparante wijze reke-

12 12 ning worden gehouden. De Stichting van de Arbeid acht het in dit kader overigens lovenswaardig dat sommige schappen, nu er in 2011 geen wettelijk draagvlakonderzoek zal zijn, vrijwillig zelf een dergelijk onderzoek hebben verricht c.q. nog verrichten. Bij duidelijk onvoldoende draagvlak voor activiteiten van een schap behoort het voortbestaan ervan heroverwogen te worden. Specifieke en goed te onderscheiden branches of subsectoren, die om goede inhoudelijke redenen in of uit een product- of bedrijfschap willen treden (opting out), moeten dit kunnen doen op basis van duidelijke en eenvoudige regels. Deze regels kunnen per schap, of cluster van schappen, opgesteld worden om daarmee rekening te houden met specifieke (branche- of sector)omstandigheden. Een andere mogelijkheid is om de regels centraal, bijvoorbeeld onder coördinatie van de SER, op te laten stellen vanwege de helderheid, gelijkheid en eenduidigheid daarvan voor alle ondernemingen die onder de werkingssfeer van een schap ressorteren. Aanscherping principes van goed schapbestuur De principes van goed schapbestuur die vier jaar geleden door de product- en bedrijfschappen zijn opgesteld en in 2009 wettelijk verankerd zijn, bevatten specifieke bepalingen ter bevordering van het transparant, democratisch en doelmatig besturen van schappen. Sociale partners stellen voor dat de schappen de principes van goed schapbestuur uiterlijk 1 juli 2012 evalueren in nauw overleg met de SER en waar nodig tot aanscherping komen. Het gaat daarbij met name om: - professionaliseringsvereisten; - transparantie en publieke verantwoording; - draagvlakonderzoek/opting out-mogelijkheden; - doelmatigheid (zie de volgende paragraaf). Samenstelling besturen product- en bedrijfschappen Besturen van product- en bedrijfschappen bestaan wettelijk uit evenveel leden benoemd door ondernemersorganisaties als leden benoemd door werknemersorganisaties (paritaire samenstelling), zij het dat in het instellingsbesluit van een schap van deze pariteit kan worden afgeweken vanwege bijzondere omstandigheden. Om te voorkomen dat het ontbreken van de pariteit tot ongerechtvaardigde bevoordeling of benadeling van ondernemers- of werknemersbelangen zou leiden, is in de wet voorzien dat in het geval van bepaalde besluiten de stemmen van de qua aantal zetels geringere groep even zwaar wegen als van de grotere groep. Een bestuur staat daarbij onder leiding van een onafhankelijk voorzitter als extra waarborg dat te allen tijde voldoende aandacht wordt geschonken aan het publieke belang en dat mogelijke meningsverschillen tussen bestuurders uiteindelijk worden weggenomen, en als woordvoerder van het schap naar buiten. Om de democratische legitimatie van het bestuur verder te versterken schetsen sociale partners de volgende opties voor vernieuwing: benoeming door de Kroon van een tweede onafhankelijk bestuurder; beperking van het totaal aantal bestuurders bij product- en bedrijfschappen, zowel op bestuursniveau als in commissies;

13 13 kandidaatstelling van ongeorganiseerde ondernemers én werknemers uit de sector, waarbij zou kunnen worden voorgeschreven dat deze, na toetsing op professionele geschiktheid door de onafhankelijke bestuurder(s) op basis van de betreffende eisen uit de principes van goed schapbestuur, worden toegelaten tot het bestuur met een bepaald maximum (bijvoorbeeld 20% van het aantal bestuurszetels); het nader bezien van de wenselijkheid van een wijziging in de verhouding tussen aantallen ondernemers- en werknemersleden in het bestuur. Politieke stelselverantwoordelijkheid Het bestuur van een product- of bedrijfschap is op basis van artikel 73, lid 1 Wbo (als regel paritair) samengesteld uit leden die zijn aangewezen door de representatieve organisaties van ondernemers en werknemers uit de sector. Hiermee is de PBO ook ingebed in het stelsel van arbeidsverhoudingen. Dit verklaart tevens waarom de minister van SZW als coördinerend bewindspersoon en eerste politiek verantwoordelijke fungeert voor de PBO. Daarnaast is de minister van EL&I betrokken bij het PBO-stelsel, zij het meer vanuit beleidsinhoudelijk perspectief. Gelet op de gemoderniseerde kerntaken van product- en bedrijfschappen, zoals beschreven in paragraaf 3, kan de Stichting van de Arbeid zich voorstellen dat de eerste politieke verantwoordelijkheid in de toekomst wordt ondergebracht bij de minister van EL&I. 7. Uitvoering: doelmatig en doeltreffend Uit de in deze visie geschetste nieuwe opzet met concentratie op kerntaken vloeit voort dat de kosten omlaag kunnen en daarmee ook de algemene heffing, zoals al vermeld in paragraaf 4.1. Naar de overtuiging van sociale partners zou het mogelijk moeten zijn om een kostenreductie van 40% in de komende 3 jaar te bereiken rekening houdend met kostenreducties die sommige schappen in de afgelopen jaren al doorgevoerd hebben. Daarbij kunnen ook de navolgende methoden worden ingezet. Samenwerking of integratie product- en bedrijfschappen Het aantal product- en bedrijfschappen is in de loop der jaren teruggebracht van 59 naar 17 in Een verdere samenwerking van schappen ten behoeve van een nog betere doelmatig- en doeltreffendheid is noodzakelijk en gewenst maar daarbij is wel de zichtbaarheid en herkenbaarheid van sectoren in het kader van draagvlak onder de ondernemers voor taken en het voortbestaan van de organisatie van cruciaal belang. Het besluit van de productschappen om de eigen backoffices te integreren, en de aanzet daartoe bij de bedrijfschappen, is dan ook een goede stap 5. In de toekomst blijft samenvoeging van schappen uiteraard een optie, die partijen in verwante sectoren nadrukkelijk periodiek moeten afwegen maar hierbij is juist vanwege de gewenste herkenbaarheid van de sector en het benodigde draagvlak wel enige behoedzaamheid op zijn plaats. 5 Brief minister van SZW aan de Tweede Kamer (vergaderjaar ) Toekomst Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO) over de samenwerking van productschappen d.d. 24 januari (Kamerstuknummer ).

14 14 Uitbesteding taken De kerntaken van product- en bedrijfschappen moeten periodiek geëvalueerd worden evenals de wijze van uitvoering daarvan. Voor dat laatste is uitbesteding een nadrukkelijk af te wegen optie waardoor ook de personeelsomvang van schappen structureel verlaagd kan worden. Periodieke doorlichting van verordeningen Het periodiek doorlichten van bestaande verordeningen van product- en bedrijfschappen, gericht op het zo laag mogelijk houden van administratieve lasten en regelgeving, blijft eveneens van belang (zie hiertoe ook de bijlage). Heffingsaspecten De kosten van het in stand houden van de organisatie van een product- of bedrijfschap moeten voor de ondernemers zo laag mogelijk zijn. Een beperking van de taken van schappen draagt hier overigens ook in sterke mate aan bij. Een gemoderniseerd stelsel kan evenals het huidige stelsel gefinancierd (blijven) worden door de betrokken sectoren in plaats van de rijksoverheid, daarbij rekening houdend met een aantal (deels) nieuwe uitgangspunten. Alle ondernemingen betalen mee en er vinden geen dubbele heffingen plaats. Door branchevervaging vallen soms maar delen van bedrijfsactiviteiten onder de werkingssfeer van een product- of bedrijfschap. Een heffing voor zo n bedrijfsactiviteit moet in dat geval plaatsvinden naar rato van het aandeel in de totale bedrijfsactiviteiten. Heffingen moeten niet alleen zo laag mogelijk zijn, maar bij voorkeur ook meebewegen met de economische ontwikkeling (in tijden van crisis dus een neerwaarts aangepaste heffing), waarbij ook de reservepositie van de organisatie (die zo minimaal mogelijk is) wordt betrokken. Ook zou bij heffingen in de toekomst meer gebruik gemaakt kunnen worden van het retributie-instrument (het opleggen van een vergoeding voor door het schap verrichte werkzaamheden), ten behoeve van een sterkere werking van het profijtbeginsel. Daarnaast moet in de toekomst nog scherper afgewogen worden of een algemene heffing dan wel een bestemmingsheffing wordt opgelegd. Deze laatste legt immers een duidelijker relatie tussen hetgeen voor een (sub)sector wordt gedaan en de betaling hiervoor. Het vergroten van het aandeel van bestemmingsheffingen komt ook ten goede aan de herkenbaarheid en daarmee het draagvlak voor de taken van een productof bedrijfschap.

15 15 Bijlage Kerngegevens product- en bedrijfschappen Kerncijfers Anno 2011 bestaan er 11 productschappen en 6 bedrijfschappen. Iets meer dan ondernemingen ressorteren onder de werkingssfeer van een product- of bedrijfschap. Bij deze ondernemingen zijn bij benadering meer dan 2 miljoen werknemers in dienst, wat neerkomt op meer dan een kwart van de werkzame beroepsbevolking. De bij de schappen aangesloten ondernemingen hebben een totale jaarlijkse omzet van meer dan 200 miljard euro. In 2010 gaven de schappen gezamenlijk ongeveer 257 miljoen euro uit (zie ook het overzicht hierna). Bij de schappen zijn in 2011 iets meer dan 800 personen in dienst (circa 725 fte s). Heffingsdruk De gemiddelde heffing op jaarbasis per onderneming (de heffingsdruk ), die onder de werkingssfeer van een product- of bedrijfschap ressorteert, daalde van 472 euro (in 2008) naar 445 euro (in 2009). De heffingsdruk per onderneming verschilt aanzienlijk. Zo is de gemiddelde jaarlijkse heffingsdruk bij productschappen circa euro, bij de bedrijfschappen is dat circa 183 euro. Administratieve lasten Sinds 2004 vraagt de SER de product- en bedrijfschappen jaarlijks te rapporteren over aard en omvang van de administratieve lasten. De reductie van administratieve lasten in 2009 bedraagt 4% ten opzichte van 2008 en 58% ten opzichte van de nulmeting in In euro s bedraagt de reductie 13,1 miljoen: van 22,7 miljoen euro in 2004 naar 9,6 in miljoen aan gezamenlijke administratieve lasten in Autonome verordeningen Sinds 1999 onderzoekt de SER jaarlijks (met een onderbreking in 2002) de opschoning van de autonome regelgeving. In 2009 bedraagt het aantal technisch inhoudelijke autonome verordeningen van schappen 62; dit is sinds 2006 nagenoeg gelijk gebleven. In 1999 bedroeg het aantal nog 178; na een aantal hergroeperingsoperaties en diverse fusies van schappen kwam het aantal autonome verordeningen in 2003 uit op 146. De afname in de laatste jaren is vooral het gevolg van de vierjaarlijkse heroverweging (op grond van artikel 106, lid 2 Wbo) van de bestaansgrond van de verordening. Voor de komende jaren worden geen grote veranderingen verwacht. Toelichting op `Overzicht taken en bedragen product- en bedrijfschappen 2010 De algemene taakstelling van de product- en bedrijfschappen is vastgelegd in artikel 71 Wbo. Op grond van deze taakstelling verrichten schappen taken in medebewind en zogenaamde autonome taken. Op basis van de (voorlopige) jaarrekeningen 2010 van de schappen blijkt dat van de totale lasten (afgerond 275 miljoen euro) ongeveer 9 procent medebewindstaken betreft (23,6 miljoen euro). Ten aanzien van de autonome taken van de schappen is gepoogd hieraan zo goed mogelijk kosten toe te rekenen. Complicerend hierbij is dat schappen een vergelijkbare activiteit verschillend kunnen verantwoorden.

16 16 Hierna is het betreffende overzicht van de taken en bijbehorende bedragen van de product- en bedrijfschappen in 2010 opgenomen. De in dit overzicht vermelde cijfers dienen dus niet als hard bezien te worden, maar vanwege de interpretatie met enige reserve. Voorts is het navolgende van belang: - de bedragen en de toedeling daarvan aan taken zijn ontleend aan de PBO-special Overzicht Financiën Bedrijfslichamen en verder gebaseerd op de voorlopige jaarrekeningen 2010 van de product- en bedrijfschappen; - de bedragen zijn weergegeven in duizenden euro s (afgerond op euro); - de bedragen voor de uitvoering van specifieke taken tellen niet altijd op tot het totaal van het werkterrein.

17 17 Overzicht taken en bedragen product- en bedrijfschappen 2010 Productschappen Bedrijfschappen Taak Totaal % 1 Bestuur en algemeen % 2 Markt % a financiële relaties % personeelskosten/overhead % collectieve promotie en voorlichting % b sector(structuur) onderzoek % 3 Product en dienst % a b c financiële relaties % personeelskosten/overhead % technisch productonderzoek en innovatie bevordering kwaliteit ondernemerschap milieu, duurzaamheid en MVO % % % d ketenbeheer % e plant- en dierziekten % 4 Arbeid % financiële relaties % personeelskosten/overhead % 5 Medebewind % 6 Advisering en samenwerking % 7 Belangenbehartiging % 8 Ondersteuning % Totale lasten (1, 2, 3, 4, 5)

Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie

Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Inleiding: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie De eerste ideeën over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ontstonden begin van de twintigste eeuw, in de vorm van schetsen voor een nieuw model

Nadere informatie

Kabinetsstandpunt Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern September 2011

Kabinetsstandpunt Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern September 2011 1 Kabinetsstandpunt Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern September 2011 1. Aanleiding In de afgelopen jaren is er regelmatig in uw Kamer gediscussieerd over het functioneren van het stelsel van de Publiekrechtelijke

Nadere informatie

Toezichtkamer. 15 september 2011. Rapportage Scan Jaarverslagen 2010. 1. Inleiding

Toezichtkamer. 15 september 2011. Rapportage Scan Jaarverslagen 2010. 1. Inleiding Toezichtkamer 15 september 2011 Rapportage Scan Jaarverslagen 2010 1. Inleiding Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voert de SER jaarlijks een scan uit van de jaarverslagen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 910 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)

Nadere informatie

Toezichtkamer. 15 september PBO special overzicht financiën bedrijfslichamen Inleiding

Toezichtkamer. 15 september PBO special overzicht financiën bedrijfslichamen Inleiding Toezichtkamer 15 september 2011 PBO special overzicht financiën bedrijfslichamen 2009-2011 1. Inleiding In deze speciale uitgave van het PBO-blad worden de financiële ontwikkelingen gedurende de jaren

Nadere informatie

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw Productschap Tuinbouw 30.000 ondernemingen De Nederlandse tuinbouw- en groensector bestaat uit een kleine 30.000 ondernemingen

Nadere informatie

Toezichtkamer. 4 maart Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding

Toezichtkamer. 4 maart Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding Toezichtkamer 4 maart 2010 Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten 2009 1. Inleiding Deze notitie bevat de rapportage van een onderzoek dat is gedaan naar de opschoning van de

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel Bestuurskamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel 1. Inleiding Artikel 5 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen schrijft voor dat de beoordeling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Het belang van een moderne pbo voor de Nederlandse topeconomie

Het belang van een moderne pbo voor de Nederlandse topeconomie Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties RCO Het belang van een moderne pbo voor de Nederlandse topeconomie Visie van VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland 1 juni 2011 Het belang van een moderne

Nadere informatie

PBO-blad SPECIALE UITGAVE. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad SPECIALE UITGAVE. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Nr.72 28 oktober 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave SPECIALE UITGAVE Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 PBO

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2017 Betreft Vereffening PBO periode

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2017 Betreft Vereffening PBO periode > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Financieel Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing VERGADERING : BESTUUR DATUM : 13 NOVEMBER 2008 AGENDAPUNT : 10 BIJLAGE : 26 Lett: AF no. JBA ONTWERP HEFFINGSVERORDENING PA INLANDS GRAAN 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende

Nadere informatie

15 december Rapportage personele unies Inleiding

15 december Rapportage personele unies Inleiding Toezichtkamer 15 december 2009 Rapportage personele unies 2009 1. Inleiding Deze notitie bevat de rapportage van een onderzoek dat is gedaan naar personele unies binnen de product- en bedrijfschappen.

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bed rijfsorg

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

Financiën

Financiën Financiën 51 Financiën De SER stelt zijn jaarrekening normaliter in mei vast en legt deze vervolgens ter goedkeuring voor aan de minister van SZW. Dit jaarverslag bevat een samenvatting van de jaarrekening

Nadere informatie

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Ministerie van SZW Ministerie van EZ. Kabinetsstandpunt Toekomst PBO

Ministerie van SZW Ministerie van EZ. Kabinetsstandpunt Toekomst PBO Ministerie van SZW Ministerie van EZ Kabinetsstandpunt Toekomst PBO Ministerie van LNV Mei 2006 Inhoudsopgave 1. Aanleiding...3 2. Toekomstverkenningen...4 2.1 Inhoud toekomstverkenningen...5 2.2 Beoordeling

Nadere informatie

Meerjaren beleidsplan Ondernemersfonds Van Leek ( OVL )

Meerjaren beleidsplan Ondernemersfonds Van Leek ( OVL ) Meerjaren beleidsplan 2015 2017 Ondernemersfonds Van Leek ( OVL ) Inleiding De huidige economische situatie vraagt nog meer dan gebruikelijk om aandacht voor de Ondernemers in de meest brede zin van het

Nadere informatie

PBO-blad SPECIALE UITGAVE. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad SPECIALE UITGAVE. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Nr.58 26 oktober 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave SPECIALE UITGAVE Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 PBO-special:

Nadere informatie

MKB-Nederland relevant voor GeoBusiness Nederland

MKB-Nederland relevant voor GeoBusiness Nederland MKB-Nederland relevant voor GeoBusiness Nederland Samen sterk voor een succesvolle branche Den Haag, 8 november 2017 Ter introductie In ons gesprek heb ik beloofd aan te geven welke van jullie lobbythema

Nadere informatie

Toezichtkamer 10 juni Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen

Toezichtkamer 10 juni Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen Toezichtkamer 10 juni 2009 Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen 1. Inleiding In de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) is in artikel 68, tweede lid bepaald dat de Sociaal-Economische

Nadere informatie

Raad van Toezicht Marketing Drenthe

Raad van Toezicht Marketing Drenthe Algemeen functieprofiel i Raad van Toezicht Marketing Drenthe versie 1.0 RBe okt 2017 Inleiding De Raad van Toezicht is een belangrijk intern toezichthoudend orgaan van Marketing Drenthe. Het is daarom

Nadere informatie

Zoetermeer, 10 oktober 2013

Zoetermeer, 10 oktober 2013 Ministerie van OCW Mevrouw dr. J. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 10 oktober 2013 Betreft: advies SBB samenwerkingsmodel beroepsonderwijs bedrijfsleven Kenmerk: br13-1160bes_alg Geachte

Nadere informatie

In het belang van sector en samenleving

In het belang van sector en samenleving In het belang van sector en samenleving Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder Het Productschap Diervoeder (PDV) is een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Het is ingesteld op verzoek van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

INLEIDING. 1 Inleiding

INLEIDING. 1 Inleiding 1 Inleiding Dit advies is een vervolg op het sociaal akkoord dat het kabinet en de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers op 11 april 2013 hebben gesloten en op het akkoord van centrale

Nadere informatie

Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners 2013-2017

Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners 2013-2017 Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners 2013-2017 Het is belangrijk dat kinderen al jong kennis maken met bedrijven en beroepen. Roefelen maakt dat mogelijk. De in 2011 opgerichte

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer

Nadere informatie

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN TEKST EN ANALYSE DR. HENK DE POOT (NOBIS) NOVEMBER 2017 Betrokkenheid en financiering Publiek Private Katapult Netwerken 1 INHOUD 1 Betrokken

Nadere informatie

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Bijlage 2. Human Capital Agenda s Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte

Nadere informatie

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne Het Productschap Tuinbouw 13 november 2012 / Agnes van Ardenne Inhoud Productschap Tuinbouw (PT) Kerncijfers tuinbouw Trends Opdracht tuinbouw / PT Waarde van groen Conclusies Productschap Tuinbouw (PT)

Nadere informatie

Kabinetsreactie Eindevaluatie SER-initiatief Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Kabinetsreactie Eindevaluatie SER-initiatief Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Kabinetsreactie Eindevaluatie SER-initiatief Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Kamerbrief 26 485, Internationaal Maatschappelijk Ondernemen, nr. 147 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10598 30 mei 2012 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 mei 2012, nr. WJZ/12061523,

Nadere informatie

Jaarplan Samen op weg naar een inclusieve arbeidsmarkt

Jaarplan Samen op weg naar een inclusieve arbeidsmarkt Jaarplan 2017 2 Jaarplan 2017 Gemeenten leggen de basis voor een gezonde, toekomstbestendige, inclusieve samenleving, waarin burgers actief en naar draagkracht deelnemen. Het A+O fonds Gemeenten ondersteunt

Nadere informatie

4 Karakter van de PBO

4 Karakter van de PBO 4 Karakter van de PBO 4.1 Inleiding Gezien de discussie over nut en noodzaak van de bedrijfslichamen, is het zinvol enige aandacht te schenken aan de grondslagen en het karakter van de PBO. Een belangrijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Presentatie advies Ruimte voor duurzame landbouw Den Haag, 20 maart Henry Meijdam. voorzitter Raad voor de leefomgeving en infrastructuur

Presentatie advies Ruimte voor duurzame landbouw Den Haag, 20 maart Henry Meijdam. voorzitter Raad voor de leefomgeving en infrastructuur www.rli.nl Presentatie advies Ruimte voor duurzame landbouw Den Haag, 20 maart 2013 Henry Meijdam voorzitter Raad voor de leefomgeving en infrastructuur Presentatie advies Ruimte voor duurzame landbouw

Nadere informatie

Datum 30 juni Beantwoording vragen van het lid van de Tweede Kamer Dijksma (PvdA)

Datum 30 juni Beantwoording vragen van het lid van de Tweede Kamer Dijksma (PvdA) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten

Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten RAPPORTAGE QUICK SCAN Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten in de provincie Overijssel maart 2010 RAPPORTAGE QUICK SCAN Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten in de provincie

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 december A D V I E S Nr. 2.009 ------------------------------- Zitting van woensdag 7 december 2016 ---------------------------------------------------- Honderdjarig bestaan van de IAO De toekomst van de arbeid

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting De Tweede Kamer vraagt advies van de SER over de haalbaarheid, de afdwingbaarheid en de consequenties van cofinanciering van (de inkomenstoeslagen in) het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nadere informatie

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Waar gaat LLL over? Onderwijs continuïteit Arbeidsmarkt macro economie Individu employability Sector Regio Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Bedrijven continuïteit, concurrentie Arbeidsmarkt doelen Sectorbeleid

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Jaarplan Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Jaarplan Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Jaarplan 2019 - Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Werknemers werken liever bij een goede werkgever dan een slechte werkgever. De definitie van een goede werkgever verschilt per werknemer.

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT EN LID RAAD VAN TOEZICHT (profiel bedrijfsvoering)

FUNCTIEPROFIEL. VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT EN LID RAAD VAN TOEZICHT (profiel bedrijfsvoering) FUNCTIEPROFIEL VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT EN LID RAAD VAN TOEZICHT (profiel bedrijfsvoering) April 2016 DE ORGANISATIE Stichting is een onafhankelijke Nederlandse stichting die zich wereldwijd richt

Nadere informatie

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf Bestuurskamer Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf 1. Inleiding De benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Bedrijfschap voor het Brood- en

Nadere informatie

Datum 27 april 2012 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen met kenmerk 2012Z05314

Datum 27 april 2012 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen met kenmerk 2012Z05314 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 27 april 2012

Nadere informatie

Toezichtkamer. 15 september Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding

Toezichtkamer. 15 september Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding Toezichtkamer 15 september 2011 Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten 2010 1. Inleiding Deze notitie bevat de rapportage van een onderzoek dat is gedaan naar de opschoning van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Samenvatting. economy.

Samenvatting. economy. Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Door toenemende technologische kennis en innovatie is het steeds beter mogelijk om de verschillende bestanddelen van planten, bomen, gewassen en dierlijke reststromen

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting In dit advies doet de Sociaal-Economische Raad voorstellen voor vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet (ATW). De kern van deze wet bestaat uit een stelsel van normen voor arbeids- en

Nadere informatie

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid Nr.AAM/ASAM/02/1400 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op

Nadere informatie

Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2017

Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2017 Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2017 1 P a g i n a Inhoudsopgave DEEL I... 4 INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID 2017... 4 1 Inleiding... 4 1.1 Professioneel opdrachtgeverschap... 4 1.2 Doelstellingen inkoop-

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1839 242 12 12december 2008 Wijziging Subsidieregeling Stichting CAOP 25 november 2008 Nr. 2008-0000579903 De Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening van het Productschap Vis van 13 november 2012, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RAAD VAN TOEZICHT. 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting

PROFIELSCHETS RAAD VAN TOEZICHT. 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting PROFIELSCHETS RAAD VAN TOEZICHT 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting NMG Een mooi en duurzaam Groningen. Dat is waar de Natuur en Milieufederatie Groningen (NMG) voor staat. De organisatie

Nadere informatie

Stichting S van de Arbeid

Stichting S van de Arbeid Stichting S van de Arbeid Aan: - de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers - de Vereniging van Bedrijfspensioenfondsen (VB) - de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) - het Verbond

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 356 Besluit van 18 augustus 2008, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering in verband met beperking van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van BZK www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Autoriteit woningcorporaties Inleiding

Nadere informatie

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper. Inleiding De gemeente Zoetermeer profileert zich al enige jaren als ICT-stad. In de samenvatting van het Plan van aanpak Kenniseconomie en innovatie 2010 staat: Kenniseconomie en innovatie zijn, naast

Nadere informatie

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen!

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen! Kerngegevens Arbeidsmarktagenda 2023 oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN Aan het werk voor ouderen! KERNGEGEVENS ARBEIDSMARKTAGENDA 2023 AAN HET WERK VOOR OUDEREN! Interessant voor bestuur beleid uitvoering

Nadere informatie

Profielschets. Voorzitter Sociaal-Economische Raad (SER) Brabant / Lid bestuur BrabantAdvies. Provincie Noord-Brabant

Profielschets. Voorzitter Sociaal-Economische Raad (SER) Brabant / Lid bestuur BrabantAdvies. Provincie Noord-Brabant Profielschets Voorzitter Sociaal-Economische Raad (SER) Brabant / Lid bestuur BrabantAdvies Provincie Noord-Brabant ERLY the consulting company Opdrachtgever: Provincie Noord-Brabant Datum: september 2015

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 615 Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) Nr. 16 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 januari 2014 Binnen de

Nadere informatie

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in OPEN 21 punten voor Nijkerk in 2014-2018 We staan open voor vernieuwing en verandering van top-down handelen naar open staan voor verbinden met andere overheden, instellingen en bedrijven van denken in

Nadere informatie

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Strategisch document Ambulancezorg Nederland Strategisch document Ambulancezorg Nederland 1 Inleiding: relevante ontwikkelingen 2 Missie en visie AZN 3 Kernfuncties: profiel en kerntaken AZN 4 Strategische agenda AZN vastgesteld: woensdag 23 mei

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr.6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2016 Nr. 11

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Fractievoorzitters en leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum Onderwerp 29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 1. Preambule Het kabinet, sociale partners en de VNG zetten zich in om met een tijdelijke impuls de doorstroom van werknemers in gesubsidieerde arbeid naar reguliere

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

REGLEMENT SELECTIE- EN REMUNERATIECOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari 2017

REGLEMENT SELECTIE- EN REMUNERATIECOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari 2017 Artikel 1 Definities REGLEMENT SELECTIE- EN REMUNERATIECOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari 2017 In dit reglement hebben onderstaande begrippen de navolgende betekenis: Bestuur: Deelneming: Het

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen

Profielschets Raad van Commissarissen Profielschets Raad van Commissarissen Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 18 maart 2009 en laatstelijk gewijzigd in 2014. 1. Doel profielschets 1.1 Het doel van deze profielschets is om uitgangspunten

Nadere informatie

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september) TAKEN EN BEVOEGDHEDEN RAAD VAN TOEZICHT ALERIMUS 1. Taak en werkwijze: De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot de verkenning De Raad voor Cultuur (RvC) heeft in zijn Agenda Cultuur 2017 2020 en verder aangekondigd gezamenlijk met de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning van

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

Tabel 1 Aanbevelingen om de relatie met FoodValley te versterken. Overige betrokkenen ICT bedrijven, ICT Valley, BKV. situatie

Tabel 1 Aanbevelingen om de relatie met FoodValley te versterken. Overige betrokkenen ICT bedrijven, ICT Valley, BKV. situatie Samenvatting De gemeente maakt sinds 2011 onderdeel uit van de bestuurlijke regio FoodValley. In de regio FoodValley heeft elke gemeente een economisch profiel gekozen dat moet bijdragen aan de doelstelling

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007; Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan telers van bloembollen op

Nadere informatie

Reglement van Toezicht 21 december 2017

Reglement van Toezicht 21 december 2017 Stichting MVO Nederland REGLEMENT VAN TOEZICHT 1. Vaststelling van het Reglement van Toezicht. 1.1. Dit reglement van Toezicht is conform het bepaalde in artikel 11.6 juncto 17.2 van de Statuten van Stichting

Nadere informatie

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking.

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking. G e R REGIO WEST-BRABANT 11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 Voorstel 817-005900 Doorontwikkeling Regio West-Brabant Aan Algemeen bestuur Datum 23 maart 2017 Doel Besluiten Initiatiefnemer

Nadere informatie

Vernieuwen en vertrouwen

Vernieuwen en vertrouwen Vernieuwen en vertrouwen Samenvatting Vernieuwen en vertrouwen Gemeenten krijgen er in 2015 drie grote taken bij in het sociaal domein: jeugd, zorg en werk. Bovendien moeten gemeenten het sociaal domein

Nadere informatie

Voorstel aan het DB MGR

Voorstel aan het DB MGR Betreft Onderwerp Datum voorstel Portefeuillehouder Datum behandeling Doel van de behandeling Vaststellen nieuw inkoopbeleid en algemene voorwaarden 31 mei 2017 Hans Driessen Datum ter informatie ter bespreking

Nadere informatie

Samenwerken! Noodzaak of Kans?

Samenwerken! Noodzaak of Kans? Brug tussen onderwijs en ondernemer Visie op CRM voor onderwijsinstellingen Samenwerken! Noodzaak of Kans? 14 oktober 2011 Samenwerken! Kans of Noodzaak? Overheid HBO instelling WO instelling Netwerk van

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. LTO Noord Manager Programma s & Ontwikkeling (nieuwe functie) Standplaats: Zwolle. 1. LTO Noord

FUNCTIEPROFIEL. LTO Noord Manager Programma s & Ontwikkeling (nieuwe functie) Standplaats: Zwolle. 1. LTO Noord FUNCTIEPROFIEL LTO Noord Manager Programma s & Ontwikkeling (nieuwe functie) Standplaats: Zwolle 1. LTO Noord LTO Noord is dé belangenbehartiger en partner voor boeren en tuinders in de negen provincies

Nadere informatie