Financiën

Transcriptie

1 Financiën 51

2 Financiën De SER stelt zijn jaarrekening normaliter in mei vast en legt deze vervolgens ter goedkeuring voor aan de minister van SZW. Dit jaarverslag bevat een samenvatting van de jaarrekening op basis van de conceptrekening. De jaarrekening van de SER bestaat uit twee onderdelen. in mln. euro A. Hoofdtaken SER 14,6 15,2 B. Uitvoering WOR 23,9 22,4 Totaal 38,5 37,6 De hoofdtaken omvatten: adviestaak, bestuurlijke taak en bevordering van de overlegeconomie. Voor de uitvoering van deze drie hoofdtaken had de SER tot en met de wettelijke bevoegdheid een heffing op te leggen aan het bedrijfsleven via de Kamers van Koophandel (KvK). Het jaar is het laatste jaar dat de financiering van de SER via een heffing van de KvK loopt: zie de toelichting onder Heffingen. De uitvoering van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is een medebewindstaak. De WOR voorziet in een eigen financiering hiervan. Met het oog hierop en de hieruit voortvloeiende verantwoording aan de opdrachtgever, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), wordt deze medebewindstaak verantwoord in een afzonderlijke dienst. Van de totale lasten ad 23,9 miljoen euro is 23 miljoen euro in de vorm van subsidie verstrekt aan de stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO). Deze stichting voert de subsidieregeling uit voor cursussen voor ondernemingsraadsleden. Door de beëindiging van de WOR-heffing is het laatste jaar dat deze heffing is opgelegd aan ondernemers die verplicht zijn een ondernemingsraad in te stellen. 52

3 SER in miljoen euro Heffingen 11,9 12,4 Vergadervergoedingen 0,7 0,6 Diensten aan derden 0,5 0,5 Personeelskosten 8,6 9,4 Huisvestingskosten 1,7 1,5 Bureaukosten 1,0 1,1 Overige baten 1,1 0,9 Subsidies 1,4 1,4 Overige lasten 1,2 1,2 Totaal baten 13,5 13,8 Totaal lasten 14,6 15,2 Nadelig saldo 1,1 1,4 A. Hoofdtaken SER In de conceptrekening over belopen de lasten van de SER een bedrag van 14,6 miljoen euro. Deze worden gedekt door een totaal aan baten van 13,5 miljoen euro, zodat sluit met een negatief saldo van 1,1 miljoen euro. Dit is zo gepland om het eigen vermogen af te bouwen. Heffingen De heffing via de KvK vormde tot en met de belangrijkste inkomstenbron voor de SER. De heffing is een nominale opslag op de bijdrage die een onderneming jaarlijks verschuldigd is voor inschrijving in het Handelsregister. De hoogte van de opslag is afhankelijk van de ondernemingsvorm en de grootte van de onderneming. Het basisheffingstarief is de afgelopen jaren stapsgewijs verlaagd van 3,55 euro voor 2005 naar 2,05 euro voor. Deze tariefsverlaging was mogelijk door een sterke groei van het aantal bedrijven dat in het Handelsregister is ingeschreven (van in 2005 tot in ) in combinatie met een gematigde ontwikkeling van de lasten van de SER (14,2 miljoen euro in 2005 tot 14,6 miljoen euro in ). Met ingang van 1 januari 2013 vervalt de bijdrage die ondernemers verschuldigd zijn voor hun inschrijving bij de KvK. Dat komt doordat de KvK worden omgevormd tot Ondernemingspleinen, waarmee tevens de basis voor de SER-heffing is komen te vervallen. De betrokken ministeries hebben met partijen overlegd over een alternatieve financieringssystematiek voor de SER. Dit heeft geresulteerd in een voorstel de SER te financieren uit een jaarlijks te bepalen bedrag uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). De Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) en de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) moeten hiertoe worden gewijzigd. Hoewel het AWf primair is bedoeld om uitkeringen als de WW en ZW te financieren, kent het AWf daarnaast op grond van artikel 100 van de Wfsv andere uitgavencategorieën. De desbetreffende wijzigingsvoorstellen van de Wbo en Wfsv lagen aan het eind van het verslagjaar voor aan de Tweede Kamer. Diensten aan derden De post Diensten aan derden betreft in hoofdzaak baten in verband met de beschikbaarstelling van secretariële en facilitaire ondersteuning aan derden, in het bijzonder de doorberekening van deze kosten aan de Stichting van de Arbeid, die in het SER-gebouw is gevestigd. 53

4 : traditionele indeling naar kostensoorten (in miljoen euro) overige kosten 1,2 huisvestingskosten 1,7 vergadervergoedingen 0,7 personeelskosten 8,6 bureaukosten 1,0 subsidies 1,4 Vergadervergoedingen Onder deze rubriek zijn opgenomen de vacatiegelden en de vergoedingen van reis- en verblijfkosten die worden toegekend op basis van de Verordening vergoedingen van leden van de raad, het dagelijks bestuur en de commissies. Personeelskosten De personeelskosten omvatten de salarissen, pensioenpremies, sociale lasten en overige personeelskosten. De personeelskosten van bedroegen tegen begroot. De arbeidsvoorwaarden voor het personeel zijn vastgelegd in de cao voor de PBO-sector, waartoe de SER behoort. De vergoedingen van de voorzitter en de algemeen secretaris zijn inbegrepen bij de personeelskosten. De vergoeding van de voorzitter is bij verordening geregeld. Deze was tot 1 september afgestemd op de bezoldigingsregeling voor de vicepresident van de Raad van State en vanaf 1 september op de bezoldigingsregeling voor een minister. Per 1 september heeft een voorzitterswisseling plaatsgevonden. Opgeteld is aan beide voorzitters in in totaal een vergoeding van euro (loon voor de loonheffing) toegekend. De beloning van de algemeen secretaris volgt de cao voor de PBO-sector en bedroeg in euro (loon voor de loonheffing) op jaarbasis. Huisvestingskosten Deze post omvat de onderhouds- en exploitatiekosten van het gebouw dat de SER in eigendom heeft. Subsidies Onder deze rubriek vallen drie subsidies. In de eerste plaats gaat het om een exploitatie subsidie aan de Stichting van de Arbeid. De SER neemt 75 procent van het exploitatietekort van de Stichting voor zijn rekening. Voor komt de subsidie uit op een bedrag van euro. In de tweede plaats verstrekt de SER exploitatiesubsidies aan de provinciale SER en. De organen die voldoen aan de door de SER gestelde criteria, ontvangen elk maximaal euro per jaar. Voor was een subsidiebedrag begroot van in totaal euro. De subsidie is uiteindelijk uitbetaald aan zes provinciale SER en waarvan één het gezamenlijke orgaan betreft van de drie noordelijke provincies. Het in totaal uitbetaalde subsidiebedrag bedroeg euro. In de derde plaats verstrekt de SER een exploitatiesubsidie aan de Stichting voor de Jaarverslaggeving. Deze stichting is opgericht door de ondernemersorganisaties, werknemersorganisaties en accountantsorganisaties. Het exploitatietekort wordt voor 7/12 e deel gedragen door de SER, voor 3/12 e deel door NIVRA, 1/12 e deel door NOvAA en 1/12 e deel door Eumedion. Voor bedroeg de subsidie van de SER aan de Stichting voor de Jaarverslaggeving euro. 54

5 B. Uitvoering Wet op de ondernemingsraden De Wet op de ondernemingsraden (WOR) wordt naar verwachting begin 2013 gewijzigd, overeenkomstig het wetsvoorstel dat de minister van SZW in september aan de Tweede Kamer heeft toegezonden. Het voorstel behelst onder meer beëindiging met ingang van 2013 van de subsidiëring van de kosten van scholing van leden van ondernemingsraden en beëindiging van de heffing ten behoeve van deze subsidiëring. De SER heeft derhalve in voor het laatst een heffing opgelegd aan ondernemers die verplicht zijn een ondernemingsraad in te stellen. De heffing was bestemd voor de bevordering van scholing en vorming van ondernemingsraadsleden. De Belastingdienst inde namens de SER de heffingen en bracht hiervoor kosten in rekening. De heffing bedroeg in 0,013 procent van het fiscale loon. Vanwege een te groot vermogen is voor de jaren 2009 tot en met een nadelig saldo begroot. Uitvoering WOR in miljoen euro Heffingen 21,4 15,2 Subsidie stichting GBIO 23,0 21,9 Rentebaten - 0,1 Innings- en uitvoeringskosten 0,9 0,5 Totaal baten 21,4 15,3 Totaal lasten 23,9 22,4 Nadelig saldo 2,5 7,1 De heffingsopbrengst en interest op het vermogen waren beschikbaar voor bijdragen aan cursussen voor ondernemingsraden. De Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) voerde deze subsidieregeling uit. Het GBIO wordt begin 2013 opgeheven. De resterende middelen uit de WOR-heffing worden met instemming van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door de SER aangewend voor bevordering van de medezeggenschap, onder meer voor de nieuwe taken van de SER die voortvloeien uit de gewijzigde WOR (zie hoofdstuk Bestuurlijke taak). 55