Zorgtraject NAH. Auteurs: Mariet Janssen (Hogeschool PXL, vzw Mané) Annelies Vanheel (Hogeschool PXL)
|
|
- Francisca Peters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zorgtraject NAH Auteurs: Mariet Janssen (Hogeschool PXL, vzw Mané) Annelies Vanheel (Hogeschool PXL)
2 INDEX 1. Inleiding 2. Werkgroep zorgtraject a. Methodologie i. Samenstelling ii. Werking b. Resultaten i. Afbakening van de term zorgtraject ii. Matrix zorglandschap NAH iii. Knelpunten iv. Good practices v. Pilootprojecten 3. E-dossier a. Probleemschets b. Huidige situatie c. Toekomstperspectieven d. Conclusie 4. Pilootproject Zorgcontinuïteit voor personen met NAH bij transmurale overgang a. Methodologie i. Aanpak ii. Studiepopulatie iii. Bescherming persoonsgegevens, veiligheid en verzekering b. Resultaten c. Conclusie 5. Vlaams hersenletselplan NAH 6. Algemeen besluit zorgtraject
3 1. Inleiding Uit het vooronderzoek ERNAH Euregionaal Referentiecentrum NAH van Paul Van Limbergen [1] bleek dat er onder andere nood is aan verbetering van het zorgtraject. Een optimaal zorgtraject voor een persoon met NAH heeft naadloze transmurale overgangen en kan stoelen op een afgestemde geïntegreerde zorg. In de praktijk staat de zorg nog ver verwijderd van deze ideale situatie. Het totaaltraject dat personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) doorlopen tijdens de acute, revalidatie en chronische fase is een zeer complex gebeuren. Ook de mogelijkheid van herval en de grote onduidelijkheid over wat er nog gaat komen en waar ze terecht kunnen, bemoeilijkt dit proces. Transmurale overgangen verlopen niet altijd naadloos. Enerzijds komt dit doordat er verschillende instellingen en zorgverleners bij betrokken zijn dewelke niet (altijd) op elkaar afgestemd zijn, anderzijds doordat verschillende overheidsinstanties bevoegd zijn voor de financiering en regelgeving van deze zorg. Tevens stuit men op lange wachttijden om in te stromen in residentiële zorg. Hierdoor komen personen met een NAH (tijdelijk) in een onaangepaste omgeving terecht: onaangepast qua infrastructuur alsook onaangepast aan de veranderingen die het NAH tot gevolg heeft. Ook vanuit de zorgsector wordt aangegeven dat de in-en uitstroom van patiënten niet vlot verloopt en dat er te weinig onderlinge afstemming is tussen de diverse disciplines en settingen. Er bestaat binnen het Limburgse NAH-zorglandschap een grote behoefte en interesse om op gestructureerde wijze het zorgtraject voor deze mensen te verbeteren: maar liefst een 30-tal belangrijke zorgpartners/stakeholders ondertekenden een intentieverklaring daartoe. Er is met andere woorden een grote bereidheid om gezamenlijk de NAH-problematiek aan te pakken. Binnen het deelproject Zorgtraject zijn we met een diverse werkgroep aan de slag gegaan. De doelstellingen van de werkgroep waren: een definitie van het zorgtraject duidelijk te stellen; een overzicht te creëren van het zorglandschap NAH; knelpunten en good practices samen te brengen. Daarnaast werden er vanuit de werkgroep initiatieven genomen voor pilootprojecten en samenwerkingen, o.a. het elektronisch dossier en zorgcontinuïteit voor personen met NAH bij transmurale overgangen. Deze resultaten uit de werkgroep zijn meegenomen naar de uitwerking van het Vlaams Hersenletselplan NAH, een actieplan dat op Vlaams niveau uitgewerkt werd voor de Vlaamse Overheid. Deze inhoud wordt verder in dit hoofdstuk over het deelproject Zorgtraject in detail besproken. Alle inspanningen die geleverd werden in het deelproject Zorgtraject werden in nauwe samenwerking met de ontwikkeling van het functioneringsinstrument NAH (FINAH) en de initiatieven binnen onderzoek en onderwijs gedaan. Dit om een sterk samenhangend product te kunnen afleveren. 2. Werkgroep zorgtraject Om een werkgroep zorgtraject te vormen werd een oproep gedaan naar professionelen en gebruikers uit het werkveld NAH. Hierbij werd getracht om een zo goed mogelijke representatie van het werkveld samen te brengen in de werkgroep: diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, huisartsen, mutualiteiten, revalidatiecentra, ziekenhuizen, diensten voor arbeidstrajectbegeleiding, VAPH-erkende organisaties (Vlaams Agentschap voor Personen met het Handicap), woonzorgcentra, gebruikersorganisaties,... De leden van deze werkgroep werkten aan het verbeteren van het zorgtraject van personen met een niet-aangeboren hersenletsel. Dit is gebeurd door het formuleren van noden, knelpunten en successen en het nemen van initiatieven voor pilootprojecten. a. Methodologie i. Samenstelling Met het oog op het doel van deze werkgroep werden mensen vanuit verschillende betrokken settingen in de gezondheidszorg en gebruikersorganisaties aangesproken. Er was een grote bereidwilligheid vanuit verschillende hoeken, waardoor een gevarieerde werkgroep kon worden
4 samengesteld. In Tabel 1 is de samenstelling van de werkgroep terug te vinden. Vertegenwoordigers vanuit 32 verschillende organisaties waren actief lid van deze werkgroep. Tabel 1: Samenstelling van de werkgroep. # Organisatie Beschrijving # 1 Adelante 2 Ado-Icarus Zorggroep met volwassenenrevalidatie & arbeidsreintegratie, kinderrevalidatie, speciaal onderwijs & wonen en audiologie & communicatie - Hoensbroek Nederland Vereniging die zich inzet voor mensen met een ernstige lichamelijke beperking (VAPH) - Limburg Asster Psychiatrisch ziekenhuis - Sint-Truiden 2 4 CM Christelijke Mutualiteit - Limburg 2 5 De Voorzorg Socialistische Mutualiteit - Limburg 1 6 DOP Limburg Dienst Ondersteuningsplan Limburg (VAPH) 1 7 Familiehulp Thuiszorgdienst - Limburg 1 8 GTB 9 Intesa vzw Gespecialiseerde TrajectBegeleiding; Ondersteunen personen met een arbeidshandicap in hun zoektocht naar werk - Limburg Een voorziening voor volwassenen met een mentale en/of fysieke beperking, al dan niet aangeboren (VAPH) - Borgloon Jessa - Sint-Ursula Revalidatiecentrum - Herk-de-Stad 1 11 LHP 12 Listel vzw Limburgs HuisartsenPlatform; overkoepelend orgaan voor de Limburgse Huisartsen LImburgs SamenwerkingsiniTiatief EersteLijnsgezondheidszorg LM Liberale Mutualiteit - Limburg 1 14 Mané vzw Voorziening voor volwassen personen met een niet aangeboren hersenletsel (NAH) en/of een fysieke handicap (VAPH) - Maasmechelen 3 15 MS Reva Revalidatie & MS Centrum - Overpelt 1 16 MZNL Mariaziekenhuis Noord-Limburg - Overpelt 1 17 Ocura WZC Woonzorgcentra - Hasselt 1 18 Open Thuis Limburg Het assisteren en ondersteunen van personen met een (vermoeden van) handicap naar een zo zelfstandig mogelijk leven (VAPH) -Hasselt 1 19 OPZC Rekem Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum - Rekem 2
5 20 PMC Bree Paramedisch Centrum Bree (logopedie / psychologie) 1 21 Pulderbos Revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren - Pulderbos 1 22 PXL Hogeschool - Hasselt 1 23 RZST Regionaal ziekenhuis Sint-Trudo - Sint-Truiden 1 24 SEN vzw Steunpunt ExpertiseNetwerken.: kennisbeheer en netwerkvorming rond handicapspecifieke expertise - 1 Limburg 25 SFZ Sint-Franciskusziekenhuis - Heusden-Zolder 1 26 Ter Heide Voorziening voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking en/of bijkomende beperkingen (VAPH) - Genk 1 27 UCLL (KHLim) UC Leuven-Limburg 1 28 UHasselt Universiteit Hasselt 1 29 Vlaamse Liga NAH Gebruikersvereniging - Vlaanderen 1 30 vzw Stijn Een netwerk van voorzieningen/diensten voor personen met een beperking (VAPH) - Limburg 2 31 WGK Wit-Gele Kruis - Limburg 3 32 ZOL Ziekenhuis Oost-Limburg - Genk 1 ii. Werking Om efficiënt te kunnen doorwerken was het doel om 1 keer per maand samen te komen met uitzondering van de vakantie. In 2013 kwam de werkgroep 8 keer samen, in 2014 werden er 9 samenkomsten georganiseerd. De aanpak van deze werksessies was steeds vraaggestuurd, met een gemiddelde duur van 2,5 uur. De werkgroep werd versterkt door vertegenwoordigers buiten de provincie wanneer er extra deskundigheid nodig was (NAH en GGZ : U.P.C. Sint-Kamillus en PC Bethanië). Binnen de werkgroep is er gewerkt aan de afbakening van de term zorgtraject, het opstellen van een matrix waarin het zorglandschap van personen met een NAH beschreven wordt, het in kaart brengen van de bestaande methodieken, good practices en knelpunten en het uitwerken van pilootprojecten. Het bij mekaar brengen van knelpunten gebeurde op basis van de matrix zorglandschap NAH. Hierbij werden systematisch de knelpunten binnen iedere locatie besproken alsook de knelpunten bij transmurale overgangen. b. Resultaten i. Afbakening van de term zorgtraject Om als werkgroep samen te werken rond het zorgtraject NAH, is het allereerst van groot belang dat iedereen op eenzelfde lijn zit wat betreft de inhoud van een zorgtraject. Daartoe werd er samen gewerkt aan een definitie van het zorgtraject. In tabel 2 zijn belangrijke kenmerken van een zorgtraject, die vanuit de werkgroep naar voor geschoven, overzichtelijk samengevat.
6 Tabel 2: Belangrijke kenmerken van een zorgtraject Belangrijke actor = cliënt zelf Holistische kijk Zorgtraject = een aanbod, Actoren = cliënt, netwerk, professionelen keuze van de cliënt/ zijn vertegenwoordiger Start op dag 1 en loopt levenslang Communicatiemodel/overlegmodel Naadloze overgang (ketenzorg) Met een blijvende betrokkenheid Transmuraal Doelstelling = maximale levenskwaliteit Geïntegreerde zorg Vermaatschappelijking De kenmerken werden geïntegreerd tot onderstaande definitie : Het zorgtraject NAH heeft een maximaal haalbare levenskwaliteit tot doel door een zorgaanbod uit te werken dat rekening houdt met de vermaatschappelijking van de zorg en gestoeld is op een communicatie-/overlegmodel waarbij de cliënt zelf centraal staat. Het aanbod start vanaf dag 1 en kan levenslang doorlopen. Het is gericht op een naadloze, transmurale overgang (ketenzorg), met een rol voor de cliënt, zijn netwerk en de professionele zorgverleners. Die laatsten vertonen een blijvende betrokkenheid binnen hun rol in dit traject. Deze definitie geldt als streefdoel/ideaalbeeld en is heel ruim. Binnen het deelproject zorgtraject van ERNAH is het doel van deze werkgroep om handvaten aan te reiken voor vervolgprojecten om deze ruime definitie van het zorgtraject waar te maken. Om een dergelijk zorgtraject in de praktijk om te zetten, werden in de werkgroep reeds enkele opmerkingen/ bedenkingen geformuleerd (tabel 3). Tabel 3: Opmerkingen in verband met de definitie zorgtraject NAH. Het belang van de levenskwaliteit en de eigen mogelijkheden van de cliënt moeten centraal staan. De participatie van de patiënt en de mantelzorger zijn van groot belang. Het zorgtraject zal moeten zorgen voor overlegmomenten met de betrokken hulpverleners. In de huidige situatie is dit soort overleg op korte termijn moeilijk. Mogelijks moet er gekeken worden naar alternatieve manieren van overleg (digitale media, forum, etc.). Er moeten verbindingen tussen de organisaties gelegd worden. De verschillende instellingen moeten wel hun verantwoordelijkheid blijven nemen (geen problemen doorschuiven), maar ook niet als eilandjes, los van elkaar, optreden. Het zorgtraject moet vooral preventief en stabiliserend werken (warme overdrachten), en niet enkel gebruikt worden voor crisissituaties. De cliënt en zijn omgeving moeten bewust gemaakt worden van blijvende tekortkomingen zoals wachtlijsten. Er moet aandacht zijn voor de kantelmomenten in het traject (bijv. overgang in levensfase van de cliënt). Het is belangrijk dat de persoon met NAH en zijn netwerk de juiste informatie op het juiste moment krijgen. Zo wordt er omtrent verzekeringen best al vrij vroeg in het traject ondersteuning aangeboden. NAH als groep is te diffuus voor een standaard traject. Men moet het eens worden over wat er nodig is voor een specifieke patiënt. ii. Matrix zorglandschap NAH Om het zorglandschap van personen met een NAH (pmnah) in kaart te brengen werd een matrix gemaakt die op een zeer overzichtelijke manier alle actoren bevat. Het traject dat een pmnah doorloopt, is individueel verschillend maar kan in deze matrix weergegeven worden. Enerzijds is er een indeling gemaakt op basis van de verschillende fasen die veelal doorlopen worden. Anderzijds zijn de actoren ingedeeld volgens hun plaats binnen de verschillende hersteldoelen van personen
7 met een NAH. Deze indeling volgens fasen en hersteldoelen zijn overgenomen vanuit Navigeren naar herstel, Hersenstichting Nederland, De drie fasen die veelal doorlopen worden zijn de acute fase, de revalidatie fase en de chronische fase. Er kan natuurlijk terug een acute fase ontstaan binnen een andere fase. Bij een acute fase is er sprake van diagnostiek en behandeling bij spoedeisende zorg of een ziekenhuisopname. Bij revalidatie vindt er een bredere diagnostiek plaats naar de gevolgen van het hersenletsel op lichamelijk, cognitief en praktisch functioneren. Hierbij komt ook al het maatschappelijk functioneren aan bod, o.a. arbeidsre-integratie of schoolparticipatie. Tijdens de chronische fase leert de persoon met NAH vorm te geven aan zijn leven na het hersenletsel. Deze 3 fasen kunnen verder verdeeld worden naar gelang de locatie. Volgende locaties werden in de matrix opgenomen: ziekenhuis, revalidatiecentrum, thuis, VAHP, woon- en zorgcentrum, psychiatrisch ziekenhuis en psychiatrisch verzorgingstehuis. De tweede dimensie voor het opdelen van de matrix zorglandschap NAH zijn de hersteldoelen. Deze worden gezien vanuit de persoon met NAH. (1) Medisch hersteldoel: herstel van lichamelijke en cognitieve functies en tegengaan functieverlies, (2) Praktisch hersteldoel: leren omgaan met beperkingen; aanpassingen van het dagelijks leven, (3) Persoonlijk hersteldoel: : ziekte-inzicht; zelfacceptatie en vertrouwen; zelfregie/autonomie; zingeving, (4) Maatschappelijk hersteldoel: reintegreren en meedoen; respect en erkenning voelen; juridisch-financieel orde op zaken brengen. De matrix zorglandschap is te vinden in bijlage 1. Verder is deze matrix ook toegankelijk via de website iii. Knelpunten Een derde en zeer belangrijk werkpunt van deze werkgroep was het formuleren de knelpunten die er zijn binnen het zorgtraject van personen met een NAH. Hierbij is er ook veel belang gehecht aan de transmurale zorg. Een overzicht van deze knelpunten is terug te vinden in bijlage 2. De knelpunten zijn verzameld binnen de werkgroep zorgtraject, maar ook knelpunten die aangehaald werden in Vlaamse bevraging (versie februari 2014) en in de rapportage van Een verwoest leven in heropbouw werden in dit overzicht opgenomen. De knelpunten zijn hier onderverdeeld in 5 groepen: sensibilisering, VTO (vorming, training en opleiding), wetenschappelijk onderzoek, brede zorg en Vlaams overkoepelend centrum NAH. Omdat knelpunten soms bij meerdere groepen kunnen ondergebracht worden, werden enkele knelpunten meermaals opgenomen in het overzicht. Binnen brede zorg zijn de voornaamste knelpunten : Het begrip NAH is niet of te weinig gekend bij het grote publiek (reintegratiemoeilijkheden); De kennis van NAH bij professionelen/organisaties is te beperkt; NAH wordt vaak te laat opgemerkt en er is te weinig erkenning voor de onzichtbare gevolgen; Er is te weinig coördinatie en afstemming bij (transmurale) overgangen; Geïntegreerde zorg is onvoldoende aanwezig; Een elektronisch dossier waarin alle medische-/persoonlijke-/behandelings-/ gegevens van de patiënt samen komen, is niet gecoördineerd; Een casemanager die het gehele zorgtraject volgt en ondersteunt, ontbreekt; Wetgeving en financiering staan samenwerking vanuit verschillende organisaties/settingen vaak nog in de weg; De pmnah en zijn mantelzorgers worden te weinig ondersteund (psycho-educatie, lotgenotenwerking, ). Eén van de knelpunten/noden is het ontbreken van casemanagement. Er is een grote nood aan eenzelfde persoon die de geschiedenis maar ook de toekomstvisie van de persoon met NAH kent; eenzelfde persoon die de persoon met NAH gedurende het hele traject (levenslang) opvolgt en ondersteunt; eenzelfde persoon die mee helpt zoeken naar gepaste opvolging en therapie;
8 eenzelfde persoon die als aanspreekpunt fungeert; kortom eenzelfde persoon die de persoon met NAH én de mogelijkheden binnen het NAH landschap kent. Binnen verschillende projecten en organisaties bestaan er al contactpersonen of referentiepersonen (VAPH, ziekenhuizen, mutualiteiten, ), maar hun functie is steeds verschillend en beperkt. Om de kwaliteit van zorg te verbeteren, geven de personen met NAH, hun mantelzorgers alsook het werkveld aan, nood te hebben aan een persoonsgebonden opvolging. Dit is zowel organisatorisch als financieel onhaalbaar. Organisaties die casemanagement voor andere doelgroepen inzetten, krijgen de vraag niet beantwoord plus zien hun structurele/financiële ondersteuning afgebouwd. Daarnaast zijn subsidies vaak niet afgestemd op casemanagement en werken organisaties nog steeds te onafhankelijk van mekaar. Na het bespreken van meerdere alternatieven voor casemanagement denken wij als werkgroep dat er gericht gezocht moet worden naar een persoon die deze rol kan opnemen. Dit kan voor iedere persoon met NAH verschillen, en kan variëren van de mantelzorger, huisarts tot iemand binnen de mutualiteit. Hiervoor moet er binnen de zorg aandacht komen. Dit werkpunt wordt ook verder meegenomen naar het Vlaams Hersenletselplan. Naast de invloed die een casemanager heeft op de kwaliteit van zorg, moet opgemerkt worden dat het beleid en de visie van een organisatie ook een grote invloed hebben op de kwaliteit van zorg die er geboden wordt. Ook moet er gewerkt worden aan empowerment van de persoon met een NAH. Hiervoor dient onder andere de attitude onder zorgverleners aangepast te worden. Zij hebben de neiging om te zorgen zelf uit te voeren en toe te dienen, eerder dan de zorg te coachen. Dit zijn, vertrekkende vanuit de knelpunten, nog maar enkele van de werkpunten die naar de toekomst toe meegenomen moeten worden. Verdere uitwerking hiervan zal gebeuren binnen het Vlaams Hersenletselplan. iv. Good practices Naast de knelpunten heeft de werkgroep ook oog voor bestaande good practices en samenwerkingsverbanden. Een overzicht hiervan is terug te vinden in bijlage 3. Het is van groot belang dat bestaande initiatieven bij mekaar worden gebracht. Zijn bepaalde goed lopende projecten, initiatieven niet uit te bereiden naar andere situaties? Zo kan expertise gedeeld en uitgebreid worden, en moet er niet steeds een nieuw aanbod uitgevonden worden. v. Pilootprojecten Tot slot formuleert de werkgroep op basis van de knelpunten en good practices nog enkele besluiten en aanbevelingen en werd er een aanzet gegeven voor enkele verdere initiatieven en/of pilootprojecten. Zo moet er in Limburg meer expertise komen als het gaat om de dubbeldiagnose NAH-psychiatrie. Deze expertise kan bekomen worden door verschillende partners concreet te laten samenwerken, bv. psychiatrie-vaph, om op die manier vanuit de bestaande expertise nieuwe expertise op te bouwen. Door de dynamiek die ERNAH binnen Limburg kon teweeg brengen en de eerdere inspanningen van SEN werd er op dit vlak onlangs initiatief genomen vanuit SPIL (Samenwerking Psychiatrische Initiatieven Limburg). Het netwerk dat hierrond zal opgebouwd worden, zal nauwe aansluiting hebben bij het Limburgs Platform NAH. Daarnaast werd er een onderzoek (bachelorproef Ergo, PXL) gedaan in opdracht van ERNAH zorgtraject naar de samenwerkingsverbanden tussen VAPH-voorzieningen en de geestelijke gezondheidzorg. Hieruit is gebleken dat er te weinig literatuur voor handen is om op basis hiervan een uniforme aanpak te genereren. Het belangrijkste besluit is dat langdurige intersectorale uitwisseling van expertise en interdisciplinaire transmurale samenwerking de meest effectieve manieren zijn om te komen tot goede geïntegreerde zorg. Naar aanleiding van het knelpunt rond sensibilisering werd er binnen de werkgroep een plan opgesteld om sensibilisering rond NAH aan te pakken. Enerzijds werd er een sensibiliseringscampagne in de Limburgse ziekenhuizen op poten gezet. Hierbij werd er gekozen om verder aan de slag te gaan met de campagne, Op je hoofd gevallen?, een initiatief van SEN en SIG. Dit om continuïteit en herkenbaarheid te bekomen, maar ook om budgettaire redenen. De
9 campagne kon echter door omstandigheden niet uitgevoerd worden. De website waarnaar verwezen werd, werkte op dat ogenblik aan een update. Deze update viel echter stil bij het verschijnen van een nieuwe website van SEN. Hierdoor was de uitvoering van deze campagne niet meer opportuun. Verder werd er ook initiatief genomen om succesfactoren voor een grootschalige sensibiliseringsactie te bundelen. Hierbij werden de studenten communicatie van de PXL ingeschakeld, wat enkele goede en creatieve ideeën opleverde. Deze resultaten zullen worden meegenomen naar de acties van het Vlaams Hersenletselplan NAH. Dit Vlaams Hersenletselplan NAH, waaraan gewerkt wordt op vraag van de minister, moet een actieplan NAH worden naar analogie met het dementieplan. De resultaten en opmerkingen van de werkgroep zorgtraject zullen hierin meegenomen worden. Vanuit ERNAH wordt er dan ook actief meegewerkt aan het tot stand komen van een Vlaams Hersenletselplan NAH. Verdere info over de inhoud en rol van de werkgroep zorgtraject in de ontwikkeling van het Vlaams Hersenletselplan NAH is hieronder terug te vinden. Daarnaast werd de mogelijkheden van een elektronisch dossier om de zorgcontinuïteit te verbeteren verder onderzocht en werd er een manier onderzocht voor verbeterde transmurale zorg. Ook deze 2 initiatieven/pilootprojecten worden hieronder meer in detail besproken. De werkgroep zorgtraject heeft zijn inhoudelijk werk afgerond. Enkele leden werken ondertussen reeds actief mee aan de uitwerking van het Vlaams hersenletselplan NAH. Om continuïteit van de werking rond NAH in Limburg te verzekeren werd de stakeholdersgroep van ERNAH bestendigd in het Limburgs Platform NAH dat in nauwe verbinding staat met het Vlaams Platform NAH. Verder werd aan de leden voorgesteld zich aan te sluiten bij de Denktank NAH, een initiatief ondersteund door SEN. 3. E-dossier Om de zorgcontinuïteit voor een persoon met NAH te bewerkstelligen en op een geïntegreerde manier de zorg aan te pakken is het van belang om tussen de betrokken actoren een goede communicatiestroom te hebben. Samenwerking tussen de hulp- en zorgverleners is essentieel in de zorg en stijgt uit boven de medische problematiek. Het betrekken van de persoon met NAH en zijn mantelzorgers is in een proces van empowerment onontbeerlijk. Daarnaast kan er een grote last van de schouders genomen worden wanneer persoons- en behandelgegevens bij transmurale overgangen niet telkens opnieuw moeten worden aangedragen. Als oplossing voor deze noden werd er binnen ERNAH gezocht naar de mogelijkheden van een persoonlijk elektronisch dossier. Dit dossier bundelt alle gegevens en kan gedeeld worden met de betrokken actoren waar die zich ook bevinden. a. Probleemschets Op dit moment maakt vrijwel iedere organisatie gebruik maakt van een eigen elektronisch dossier afgestemd op de zorg/hulp die volgens hun opdracht verstrekt wordt. Door het intern beveiligde digitale platform en een uniform softwarepakket kunnen in de meeste organisaties deze gegevens tussen de zorgverleners gedeeld worden. De uitdaging toont zich pas wanneer deze gegevens gedeeld moeten worden met actoren buiten de organisatie. Eén vorm van gegevensoverdracht is . Reeds lange tijd worden s geëncrypteerd zodat de inhoud veilig kan overgedragen worden. Deze vorm van communicatie wordt tussen specialisten en huisartsen al ruimere tijd toegepast. Een nadeel hiervan is dat deze gegevens niet dynamisch zijn waardoor de betrouwbaarheid niet kan nagegaan worden. Een voorbeeld hiervan is het Sumehr (Summarized Electronic Health Record). Dit is een gestandaardiseerd rapport dat getrokken wordt uit het EMD (elektronisch medisch dossier) (Meer uitleg zie paragraaf3 van Huidige situatie ). Om de kwaliteit van de zorg voor een persoon met NAH (pmnah) te optimaliseren, moeten we kunnen beschikken over de meest recente informatie. Deze informatie heeft zowel betrekking op de medische opvolging als op de behandeling. Digitale gegevensdeling verbetert zorgcontinuïteit bij transmurale overgangen. Zo wordt het onthaal van een pmnah verbetert wanneer zijn
10 geschiedenis, persoonlijke gegevens en behandelingsplan vooraf gekend zijn en de focus kan liggen op de kennismaking en huidige noden. Zo moet de thuisverpleegkundige die s avonds de persoon komt verzorgen, weten welke medicatie er die dag in het dagcentrum is toegediend. Of zo moet de kinesist van de ambulante revalidatie op de hoogte zijn van het plan van aanpak van de zelfstandige kinesist uit de thuiszorg. Hiervoor hebben we een platform nodig dat gegevens centraal beschikbaar stelt die geconsulteerd en veranderd kunnen worden ieder vanop zijn eigen werkplek. Een centrale databank met zowel statische als dynamische gegevens (zowel medisch- als behandel-) die enkel toegankelijk is voor bevoegde personen. b. Huidige situatie In het Vlaamse zorglandschap zijn er een groot aantal initiatieven genomen om digitale uitwisseling van gegevens mogelijk te maken. Tot op heden is er echter nog geen enkele software die alle gegevens (persoons-, medische -, behandel-, screenings-, ) op een veilige en toegankelijke manier beschikbaar stelt. In tabel 4 is een uitgebreid overzicht terug te vinden van de initiatieven die rond dit elektronisch dossier momenteel lopen. Hierbij zijn ook de voor- en nadelen (met betrekking tot onze doelgroep) weergegeven. Enkele van deze initiatieven zijn hieronder verder uitgelegd. Ziekenhuizen zijn op federaal niveau verbonden met hubs en metahubs. Dit zijn fysieke netwerkverbindingen die het mogelijk maken om op een veilige manier elektronisch gegevens te delen. Tot nog toe zijn het enkel geassocieerde ziekenhuizen die hiervan ook gebruik maken om gegevens centraal beschikbaar te stellen. Hier speelt niet alleen concurrentie tussen ziekenhuizen een rol maar ook de wet op de privacy en de incompatibiliteit van de gebruikte softwarepakketten. De patiënt en/of vertrouwenspersoon moet zich voldoende bewust zijn van wie toegang heeft tot zijn gegevens. Het centraal beheren van gegevens voor alle ziekenhuizen wordt bemoeilijkt door concurrerende softwareontwikkelaars. Zij verkopen producten die onderling niet compatibel zijn en bijgevolg het uitwisselen van gegevens in de weg staat. Het Sumehr is een beknopt elektronisch document dat getrokken wordt uit het EMD en via een veilig platform (Vitalink) tussen artsen gedeeld kan worden.. Dit medisch overzicht stelt de arts in staat een inschatting te maken van de gezondheidstoestand van de patiënt. Het Sumehr is dus een momentopname en wordt niet automatisch samen met het EMD geüpdatet. Het Sumehr bevat een aantal medische gegevens die de arts in staat stelt de gezondheidstoestand van de patiënt snel in te schatten en de best mogelijke zorg te bieden. Deze vorm van gegevensdeling beperkt zich tot een selectie van medische informatie uit het GMD (Globaal Medisch Dossier) en is enkel beschikbaar voor artsen. Er kunnen gelijktijdig meerdere Sumehrs van eenzelfde patiënt bestaan afhankelijk van de huisarts die het opstelt. Mijn.vaph.be is een persoonlijk dossier binnen het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) dat elektronisch geraadpleegd kan worden. De toepassing geeft aan de pmnah een overzicht van lopende aanvragen, genomen beslissingen, uitbetalingen Achterliggend wordt er gebruik gemaakt van een database waarin de statische gegevens voor een aanvraag opgeslagen zijn en die voor een nieuwe aanvraag opgeroepen kunnen worden. De informatie die in Mijn.vaph.be beschikbaar is, beperkt zich tot de werking en ondersteuning die het VAPH als opdracht heeft. Transmurale deling van deze gegevens naar een MDT (multidisciplinair team) of het ingeven en lezen van behandelgegevens tussen actoren van een VAPH-voorziening, is met dit systeem niet mogelijk.
11 Tabel 4: Overzicht online platformen Platform Voordeel Nadeel Ziekenhuis -fysiek verbonden door beveiligde hubs -beperkt toegankelijk (medisch en metahubs personeel) -info binnen associaties uitwisselbaar -veilig verkeer -enkel medische info -niet toegankelijk voor PmNAH Sumehr (summarized electronic health record) GMD (globaal medisch dossier - huisarts) PHR (Personal Health Record Mutualiteit) Listel Medicatieschema Vaccinatiegegevens E-cliëntdossier CAW -alle softwarepakketten voor huisartsen kunnen een Sumehr maken -centraal beschikbaar binnen groepspraktijk -veilig verkeer -Sumehr delen -toegankelijk (lezen en schrijven) voor patiënt -gaat verder dan medische gegevens (opvolging chronische ziekten) -mutualiteit -toegankelijk voor alle betrokkenen -verlicht administratieve last en bevordert communicatie in de thuiszorg -centraal overzicht van medicatie die genomen dient te worden op een bepaald moment in de tijd -toegankelijk (lezen) voor pmnah -centraal beheer -vaccinnet (Vlaams registratiesysteem) is verplicht te gebruiken door vaccinatoren (januari 2014) -toegankelijk (lezen) voor patiënt -toegankelijk voor hulpverleners CAW -cliënt bepaalt wie toegang heeft en welke gegevens opgenomen worden -toegankelijk voor cliënt -Beveiligd systeem Farmaceutisch dossier -Toegankelijk voor alle apothekers VAPH-voorziening -persoonsinfo & info betreffende tegemoetkoming centraal beschikbaar -vergemakkelijkt VAPH-processen -status zichtbaar voor pmnah -probleem van software compatibiliteit -beperkt toegankelijk (artsen) -enkel medische gegevens en beknopt -op basis van huisartsdossier (verschillende Sumehrs mogelijk) -niet toegankelijk voor pmnah -beperkt toegankelijk -niet toegankelijk voor PmNAH -probleem van software compatibiliteit -beperkt toegankelijk - -geen beveiligde ehealth-authenticatie -gericht op verbeteren communicatie, niet op het delen van (behandel)- gegevens -losstaand systeem dus extra inlog naast eigen software -beperkt toegankelijk (artsen, apothekers, verpleegkundigen, tandarts, vroedvrouw) -gebruikte software moet compatibel zijn -beperkt toegankelijk (artsen) -enkel info die opgenomen is in Vaccinnet niet uit huisartsdossier -extra login tenzij software GMD compatibel is -beperkt toegankelijk intern CAW -beperkt tot medicatiegeschiedenis -beperkt toegankelijk -geen behandelgegevens -losstaand systeem dus extra inlog naast eigen software Bovenstaand overzicht met initiatieven is zeker niet exhaustief. Overal springen elektronische dossiers als paddenstoelen uit de grond. De grote uitdaging bestaat erin om deze initiatieven te stroomlijnen en tot één groot geheel om te vormen.
12 c. Toekomstperspectieven (cf. Vitalink is het nieuwe, digitale platform van de Vlaams Overheid voor het veilig delen van zorg- en welzijnsgegevens. Met deze backend (onzichtbaar voor de gebruiker) toepassing wil de Vlaamse Overheid organisaties in de zorg ondersteunen. Vitalink is een platform dat gebruikt kan worden om gegevens van een patiënt op een veilige manier weg te schrijven op een centrale en bijgevolg voor iedereen toegankelijke plaats. Het is een dynamische database (gegevens worden voortdurend aangepast) waarbij de verantwoordelijkheid van de correctheid van informatie bij de verstrekker ligt. Vitalink is ingebed in ehealth-platform dat op federaal niveau georganiseerd. Zij hebben de missie om (cf. een goed georganiseerde, onderlinge elektronische dienstverlening en informatieuitwisseling te bevorderen en te ondersteunen tussen alle actoren in de gezondheidszorg met de nodige waarborgen op het vlak van de informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en de zorgverlener en het respect van het medisch beroepsgeheim In het licht van deze missie richt het ehealth-platform zich op 10 opdrachten waarvan er hieronder enkele belicht worden. Een volledig overzicht is terug te vinden op Vastleggen van nuttige, ICT-gerelateerde functionele en technische normen, standaarden, specificaties en basisarchitectuur : gegevensdeling tussen onafhankelijke systemen vraagt om afspraken, om standaarden die erop toezien dat systemen onderling met mekaar kunnen praten. Deze afspraken worden vanuit ehealth vastgelegd en gratis ter beschikking gesteld. Registreren van softwarepakketten voor het beheer van elektronische patiëntendossiers : het ehealth-platform ontwikkelt zelf geen software. Dat blijft de taak van de zorgverleners zelf of van door hen gekozen ICT-dienstverleners. Het ehealth-platform registreert wel wie voldoet aan de vastgelegde standaarden en normen en publiceert dit op haar website. Optreden als onafhankelijke derde voor het coderen en anonimiseren van persoonsgegevens m.b.t. de gezondheid voor bepaalde, in de wet opgesomde instanties, ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek en het beleid: in het kader van onderzoek of beleid maken is het nodig te kunnen beschikken over informatie betreffende de gezondheidszorg. Het ehealth-platform wil in dit kader optreden als onafhankelijke derde die de gegevens anonimiseert of codeert. In het kader van de uitwerking van deze opdrachten stelt het ehealth-platform een aantal basisdiensten ter beschikking op zijn website ter ondersteuning van het uitwerken van een ICTtoepassing: Beveiligde elektronische brievenbus ( verkeer binnen een beveiligde ruimte) Beheer van loggings (een register van wie wanneer wat gebruikt), Timestamping (elk document wordt gedateerd) Systeem voor end-to-end vercijfering (veilige, volledige gegevensoverdracht) Gebruikers- en toegangsbeheer (enkel bevoegde zorgverleners en/of -instellingen krijgen toegang) Deze basisdiensten worden gratis ter beschikking gesteld. Software ontwikkelaars kunnen deze bouwdozen gebruiken in hun pakket. Het volgen van de normen en standaarden van het ehealthplatform zorgt ervoor dat de ontwikkelde ICT-toepassing compatibel zal zijn met andere geregistreerde toepassingen. Bovenop deze ICT-ondersteuning, wil de Vlaams Overheid het correct gebruik van toepassingen ook stimuleren. Hiervoor ondersteunt zij een driejarig project éénlijn.be die het correct gebruik
13 van de digitale platforms (invoeren van EMD, Sumehr, medicatieschema, ) in de eerstelijnsgezondheidszorg wil aanmoedigen. Dit willen ze bereiken door het samenbrengen van actoren in de zorg om te werken rond casussen, door opleiding over het eigen softwarepakket aan te bieden, door e-learning te ontwikkelen, Er wordt dus een hele basis gelegd die gegevensdeling in de zorg meer en meer bereikbaar maakt. Daarnaast (cf. Vitalink 5/5/2014) bekrachtigde de Vlaamse Regering op 25 april 2014 het decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg. Hetgeen betekent dat zorg- en hulpverleners (persoons)gegevens van een zorggebruiker met wie ze een therapeutische relatie of een zorgrelatie hebben, elektronisch kunnen delen met andere zorg- en hulpverleners. Hiermee wordt de deur naar informatisering van de Vlaamse zorg- en welzijnssector helemaal open gezet. d. Conclusie De overheid doet inspanningen om elektronische gegevensdeling mogelijk te maken maar laat het ontwikkelen van software over aan elkaar beconcurrerende softwareontwikkelaars. Dit werkt afstemming en gegevensdeling tegen. We zijn in een situatie beland waar iedere speler in het Vlaamse zorglandschap uit bekommernis voor de kwaliteit van zorg die ze willen bieden, zelf aan het ontwikkelen slaat. Afstemming en samenwerking zijn hierdoor meestal ver te zoeken. Apr. Lieven Zwaenepoel gebruikte tijdens zijn voorstelling Toren van Babel & klinische informatiesystemen de verhelderende metafoor van de airbus. In ons streven naar het volledige elektronische patiëntendossier, dromen we van de ultieme airbus. Door het gebrek aan coördinatie ontstaan er alleen maar kleine onderdelen die met haken en ogen aan mekaar hangen. Als deze half afgewerkte modelbouw toestellen in de lucht geraken, zijn ze gedoemd om neer te storten. Vanuit ERNAH hebben we de voorwaarden en mogelijkheden van het e-dossier terdege geanalyseerd. Het is een algemene nood in de gezondheidzorg om gebruik te kunnen maken van een elektronisch dossier. Dit belang vertaalt zich nu in heel veel initiatieven op organisatieniveau. Deze digitale dossiers bewijzen hun waarde binnen de organisatie maar kennen geen of weinig toepassing daarbuiten. Vanuit ERNAH zochten we naar bestaande systemen die uitgebreid konden worden voor de doelgroep of die bepaalde toepassingen konden linken. In het zorgtraject van een pmnah zijn echter zoveel betrokken partijen dat een goede oplossing op het gebied van een e- dossier niet haalbaar was binnen het project. Wel hebben we de beschikbare middelen nog ingezet om zo goed mogelijk de grotere spelers in de gezondheidszorg aan te spreken en een duw te geven naar het opzetten van een degelijk e-dossier. Vermits we de toepassing mijn VAPH al uitgediept hadden en het VAPH een belangrijke speler is binnen de chronische zorg voor een pmnah zijn we met hen rond de tafel gaan zitten. In het contact met het VAPH (kabinetsmedewerker VAPH binnen WVG en algemeen directeur VAPH) werd aangegeven dat zij zichzelf zien als één van de actoren die mee kan faciliteren en ondersteunen. De rol van initiatiefnemer en trekker zagen zij weggelegd voor het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG). Hiervoor werd dan tot tweemaal toe een schrijven
14 gericht aan de Waarnemend Leidend Ambtenaar VAPH en Secretaris Generaal van het departement WVG. Er kwam echter nooit reactie. 4. Pilootproject Zorgcontinuïteit voor personen met NAH bij transmurale overgang Een belangrijk knelpunt dat we meermaals terug zien terugkomen gedurende het zorgtraject van een pmnah zijn de moeilijke transmurale overgangen. We zoeken naar naadloze overgangen tussen de verschillende zorginstanties en niveaus en trachten een antwoord te bieden op de zorgvragen die de persoon met NAH en/of diens netwerk stelt. Goede informatie doorstroming en gerichte opvolging verbeteren de kwaliteit van zorg bij transmurale overgangen. Samenwerking tussen de verschillende partners vanuit de verschillende disciplines in de zorgsector moet dit mogelijk maken. Het pilootproject zorgcontinuïteit voor personen met NAH bij transmurale overgang werd op poten gezet om na te gaan of actieve doorverwijzing hierin een rol kan spelen. Wanneer patiënten bij ontslag uit het ziekenhuis door de DMW in contact gebracht worden met de DMW van hun eigen mutualiteit in plaats van louter geïnformeerd te worden-, wordt er een professionele opvolging in gang gezet die volgens bevraagde patiënten belangrijk is voor de kwaliteit van zorg. De complexiteit van de NAH-problematiek vereist transdisciplinaire kennisoverdracht en samenwerking, zowel binnen de eigen zorginstantie, als tussen de verschillende zorgpartners en dit is niet altijd het geval. In dit onderzoek gingen we na of patiënten met NAH bij ontslag uit het ziekenhuis en met actieve doorverwijzing vanuit de sociale dienst (SD) van het ziekenhuis (ZH) naar de dienst maatschappelijk werk (DMW) van hun ziekenfonds (ZF), meer tevreden zijn over het vinden van de juiste zorg, de kwaliteit van zorg die ze ontvangen en de ondersteuning met betrekking tot juridische, verzekeringstechnische en administratieve problemen. Dit kadert in het grotere geheel van het verhogen van de kwaliteit van zorg voor personen met een NAH door de zorgcontinuïteit, met zijn transmurale overgangen en geïntegreerde zorg, te verbeteren. De onderzoeksvraag die we trachten te beantwoorden binnen dit pilootproject is: Heeft actieve doorverwijzing (de DMW van het ZH naar DMW van het eigen ZF) een meerwaarde voor het vinden van zorg en ondersteuning? Hierbij hebben we ons in de uitwerking bewust gericht tot een beperkte groep van personen met NAH en een selectie van organisaties. Dit om het project beheersbaar te houden. We willen echter wel de resultaten uit dit pilootproject extrapoleren naar een grotere groep van actoren. a. Methodologie Het gaat hier om een kwalitatief onderzoek waarbij we de personen met NAH en zijn mantelzorgers ongeveer 2 maanden na ontslag uit het ziekenhuis bevragen over hun bevindingen van tevredenheid over de zorg en ondersteuning die ze kregen in de thuissituatie. Is het hebben van een aanspreekpunt (de DMW van het ZF) een meerwaarde voor het vinden van zorg en ondersteuning? Aan de controlegroep wordt door de sociaal werker van het ziekenhuis de thuiszorgbrief meegegeven met daarin alle informatie over de verschillende ondersteunende diensten van hun regio. Deze diensten kunnen de zorg en ondersteuning die door de sociale dienst van het ziekenhuis gestart is, verderzetten. De patiënten die deel uitmaken van de experimentele groep krijgen net als de controlegroep de thuiszorgbrief maar worden tevens actief doorverwezen naar de DMW van hun ziekenfonds. Dit wil zeggen dat de gegevens van patiënten die hun goedkeuring geven door de sociaal werker van het ziekenhuis worden overgemaakt aan de DMW van hun ziekenfonds. Een medewerker van de DMW zal hen dan binnen een periode van 2 weken na ontslag uit het ziekenhuis opbellen om hun diensten aan te bieden en te evalueren of extra ondersteuning wenselijk is. i. Aanpak Kandidaten die participeren, ontvangen van de sociaal werker een informatiebrief met daarin de nodige uitleg betreffende het onderzoek. Tevens ondertekenen zij een toestemmingsverklaring. In het geval de patiënt niet in de fysieke mogelijkheid is om te ondertekenen, zal de wettelijk
15 vertegenwoordiger dit in opdracht van de patiënt doen. Als beschrijving van de beginsituatie, worden er enkele korte vragen gesteld betreffende hun huidige situatie. Het aantal patiënten dat niet wenst deel te nemen aan het pilootproject, wordt geturfd. De proefpersonen van het pilootproject worden actief doorverwezen naar de DMW van hun ziekenfonds. Na een periode van ongeveer 2 maanden zal de onderzoeker van het project telefonisch contact opnemen met de proefpersonen om hen een vragenlijst af te nemen. Deze vragen peilen naar de tevredenheid over de zorg en ondersteuning die ze kregen in de periode na ontslag uit het ziekenhuis. Een overzicht van het studieopzet wordt gegeven in figuur 1. Patiënten uit de controlegroep zullen per brief gevraagd worden of ze willen meewerken aan het onderzoek. Wanneer ze de toestemmingsverklaring hebben teruggestuurd, worden ze telefonisch bevraagd door de onderzoeker over hun tevredenheid over de zorg en ondersteuning die ze kregen tijdens hun aanpassing thuis. Om de kwaliteit van opvolging en ondersteuning vanuit de DMW van het ziekenfonds zo groot mogelijk te maken, voorziet het project een informatiesessie over NAH voor de medewerkers van die dienst. Experimentele groep Gesprek SD ZH doorverwijzing net voor ontslag uit ZH Controle groep Gesprek SD ZH informatie net voor ontslag uit ZH binnen 2 weken thuis DMV ZF belt op na ± 2 maanden thuis na ± 2 maanden thuis Onderzoeker telefonische vragenlijst Onderzoeker telefonische vragenlijst Figuur 1: Overzicht studieverloop pilootproject. ii. Studiepopulatie De onderzoekspopulatie (zowel controle- als experimentele groep) bestaat uit patiënten van het Jessa ziekenhuis van de afdelingen neurologie en neurochirurgie. Deze patiënten hebben een NAH, zijn zorgbehoevend (vanaf Katz-score B) en zijn gezien door de sociaal werker van de sociale dienst van het ziekenhuis. Ze gaan bij ontslag uit het ziekenhuis naar huis. In eerste instantie werd overwogen om ook de overgang van revalidatie naar huis op te nemen in het pilootproject. Binnen de werkgroep Zorgtraject werd echter beslist dit niet te doen omdat deze transfer door de langere opnameduur goed voorbereid kan worden en dus ook naadlozer verloopt. Overgangen tussen verschillende afdelingen van het ziekenhuis of van ziekenhuis naar revalidatie gebeuren binnen eenzelfde organisatie en werden omwille van deze reden geëxcludeerd. Patiënten uit de experimentele groep moeten aangesloten zijn bij de Liberale Mutualiteit, de Christelijke Mutualiteit of de Socialistische Mutualiteit. Verder moeten ze woonachtig zijn in Limburg. Patiënten uit de controlegroep zijn in een periode van 3 maanden vóór de start van het onderzoek ontslagen uit het ziekenhuis. Zij zullen retroactief in het onderzoek worden opgenomen. In tabel 5 zijn de gegevens van de patiënten weergegeven.
16 Tabel 5: Overzicht gegevens patiënten. controlegroep experimentele groep aantal 17 7 leeftijd (bereik) 74 (62-91) 75 (57-85) geslacht (m/v) 10/7 2/5 ziekenfonds (CM/De Voorzorg/LM) 14/2/1 4/3/0 iii. Bescherming persoonsgegevens, veiligheid en verzekering Alle gegevens en de informatie uit de studie worden geanonimiseerd en gecodeerd. De informatie voor codering en decodering wordt bewaard door mevrouw M. Janssen. De geanonimiseerde en gecodeerde data zijn beschikbaar voor het onderzoeksteam. Vier jaar na afloop van de studie worden alle gegevens vernietigd. In publicaties en presentaties wordt enkel de analyseresultaten van de volledige testpopulatie gebruikt. Proefpersonen kunnen op ieder moment hun deelname stopzetten. Er zijn geen risico s verbonden aan deelname aan het onderzoek. Voor alle proefpersonen die deelnemen aan het onderzoek is een verzekering afgesloten door de PXL Hogeschool (als opdrachtgever van het onderzoek). b. Resultaten Het doel van deze pilootstudie was het verbeteren van de zorgcontinuïteit voor NAH patiënten die het ziekenhuis verlieten en terugkeerden naar hun thuissituatie. Hierbij werden patiënten geïncludeerd van de afdeling neurologie en neurochirurgie van het Jessa ziekenhuis. Hoewel we vooraf een instroom van 80 patiënten hadden verwacht, bleek de rekrutering van personen met NAH in onze experimentele groep moeizaam te verlopen. Een verlenging van de instapprocedure leverde geen extra patiënten op. Een groot aantal patiënten zijn aangesloten bij Partena, een ZF dat niet geïncludeerd werd. Redenen voor de lage instroom van personen met een NAH in de experimentele groep zijn samengebracht in Tabel 6. Tabel 6: Redenen voor het beperkt aantal geïncludeerde patiënten. Aangegeven redenen voor beperkte instroom experimentele groep pilootproject De patiënt wenst niet deel te nemen Uitsluiting door voorwaarden: Patiënt is niet woonachtig in Limburg Patiënt is niet aangesloten bij een deelnemend ziekenfonds De patiënt keert niet terug naar de thuissituatie, maar gaat naar geriatrie of revalidatie De patiënt heeft reeds contact met DMV van het ziekenfonds voor opname in het ZH Aan de hand van een telefonische vragenlijst werden de ervaringen van de patiënten getoetst. Het feit dat de patiënt zelf werd gecontacteerd door het DMW van zijn ziekenfonds werd als positief ervaren. De begeleiding van structurele veranderingen aan het huis is zeker van belang omdat er door de proefpersonen aangegeven wordt dat deze waardevolle veranderingen anders nooit waren gebeurd. Ook helpt de actieve doorverwijzing om personen met NAH te informeren over diensten en tegemoetkomingen die ze niet kennen. De patiënten en hun mantelzorgers geven verder ook nog aan dat de tips die ze vanuit het DMW ontvingen voor de mantelzorgers zeer goed geholpen hebben. In de controlegroep zijn er ook een aantal personen met een NAH die de weg gevonden hebben naar de DMW van hun ziekenfonds. Ze geven aan dat de weg hiernaartoe niet altijd duidelijk was en dat het zoeken naar informatie niet altijd vlot is verlopen. Wel geven ze allemaal aan dat ze deze dienst zeker zouden aanraden aan andere patiënten. Een actieve doorverwijzing zou hier dus zeker geholpen hebben.
17 Ook de ervaringen van de betrokken DMWs (ziekenhuis en ziekenfonds) werden bevraagd tijdens dit pilootproject. Vanuit de DMW van het Jessa ziekenhuis wordt aangegeven dat de nauwe samenwerking tussen de verschillende diensten ervoor heeft gezorgd dat er een groter vertrouwen is opgebouwd. Dit heeft tot gevolg dat ook in de toekomst sneller zal doorverwezen worden hetgeen de zorgcontinuïteit alleen maar ten goede komt. Ook vanuit de DMWs van de ziekenfondsen werden enkele zeer positieve ervaringen aangegeven. Doordat de beginsituatie van de patiënt kort wordt gebrieft vanuit de DMW van het ziekenhuis is er een voorkennis aanwezig die helpt bij de opstart van de begeleiding; Het helpt ook om gerichter te werk te gaan wat de zorgcontinuïteit ten goede komt. De patiënten van de experimentele groep waren eerder niet gekend bij de DMW, en zouden misschien de weg hiernaartoe niet hebben gevonden. Doorverwijzing vanuit het ziekenhuis is dus van groot belang. Eventueel kan er naar de toekomst toe al vroeger contact worden gezocht, om de voorbereidingen in de thuissituatie al aan te pakken. Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit en de ondersteuning vanuit de DMW van het ziekenfonds zo groot mogelijk is, werd er een vorming over NAH gegeven aan de medewerkers van de dienst. Deze vorming NAH werd als zeer goed ervaren en hielp de medewerkers bij het beter afstemmen van de begeleidingen. De opleiding werd als een duidelijke meerwaarde ervaren. c. Conclusie Over het algemeen waren de reacties met betrekking tot het pilootproject dus zeer positief, zowel bij personen met een NAH, hun mantelzorgers als bij de medewerkers van de DMWs. Een belangrijke bevinding is dat zorgcontinuïteit verhoogd wordt door actieve doorverwijzing naar de DMW van het ziekenfonds bij ontslag uit het ziekenhuis. Met dit pilootproject hebben we de medewerkers van de verschillende diensten met elkaar in contact gebracht. Door de positieve ervaringen zal deze samenwerking blijven bestaan en zal het intermutualistisch verbond initiatief nemen om deze samenwerkingsvorm tussen alle ziekenfondsen en de Limburgse ziekenhuizen op te zetten. 5. Vlaams hersenletselplan NAH Om continuïteit te voorzien binnen ERNAH was er oorspronkelijk het plan een Vlaams expertisecentrum op te starten. Met dit centrale contactpunt voor kennisopbouw en uitwisseling, wetenschappelijk onderzoek en adviesverlening op maat zouden de samenwerkingsverbanden opgebouwd binnen ERNAH blijven bestaan. Na een brainstorm met de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, werd er echter besloten om eerst samen verder te werken aan een Vlaams Hersenletselplan (VHP) naar analogie met het dementieplan. Hierbij zullen acties ter verbetering van de zorg voor een persoon met NAH geïnitieerd worden om zo te komen tot een Vlaamse samenwerking. De werkgroep zorgtraject is nauw betrokken bij tot stand brengen van het hersenletselplan. De dynamiek binnen de werkgroep en binnen ERNAH heeft ertoe bijgedragen dat er op Vlaams niveau ook echt actie wordt ondernomen. Zo werden er contacten gelegd in Vlaanderen voor actieve betrokkenheid bij de uitwerking van het Vlaams hersenletselplan. Ook was de werkgroep betrokken bij het voorbereidende werk in verband met de organisatiestructuur en de missie- en visie-strategie voor het VHP. Tijdens de denkdag over het VHP en zijn structuur in oktober 2014 is hieruit in samenwerking met de andere deelnemers van de denkdag het zonnebloemprincipe als nieuw organisatiemodel voor het Vlaams Platform NAH ontstaan. ERNAH heeft op Vlaams niveau samengezeten met SEN en de voorzitter van het Vlaams Platform NAH, Beni Kerkhofs. Afspraken zijn gemaakt dat ERNAH voor het hersenletselplan het initiatief neemt voor de speerpunten Brede zorg en Onderzoek. SEN trekt de kar voor het speerpunt Sensibilisering. Onder het speerpunt Brede zorg verstaan we onder meer longitudinale zorg en opvolging. In de komende alinea s is de inhoud van dit speerpunt verder kort beschreven, en zal de samenhang met het ERNAH deelproject zorgtraject duidelijk worden. Binnen het speerpunt Brede zorg zal er gewerkt worden aan het formuleren van acties ter verbetering van de transmurale en geïntegreerde zorg specifiek voor NAH. Hierbij denken we
18 bijvoorbeeld aan een juiste ondersteuning tijdens overgangen tussen verschillende settingen. De communicatie tussen de verschillende zorgverleners, de mantelzorger en de persoon met NAH bij overgangen tussen verschillende fases, de zorgcontinuïteit. Hierbij is er zeker nood aan casemanagement, het aanstellen van een referentiepersoon of vertrouwenspersoon om zo 1 aanspreekpunt te creëren. Een voorbeeld van goede transmurale zorg is het vermijden van situaties waarin personen met een NAH terug in de thuissituatie terechtkomen zonder een vervolgafspraak of zonder advies tot neuropsychologische screening en trajectbegeleiding. De werkgroep zorgtraject NAH binnen ERNAH bracht de knelpunten in het zorgtraject van een persoon met NAH al in kaart (zie Werkgroep zorgtraject). Verder was er ook de bevraging een verwoest leven in heropbouw. Uit deze bevraging werd duidelijk dat ook personen met een milde traumatische NAH in de chronische fase blijven streven naar herwonnen levenskwaliteit. Ook zij formuleren de behoefte naar betere kennis en psychosociale en praktische ondersteuning vanuit de zorgverleners. Kennis en inzicht in de beleving van de NAH en de verschillende factoren die invloed hebben op de mate van levenskwaliteit stellen de hulpverleners in staat om personen met NAH beter te ondersteunen. Deze kennis sluit sterk aan bij het werkpunt transmurale zorg binnen het speerpunt Brede zorg en moet dus ook hierin meegenomen worden. Een ander punt dat zeker ook aandacht zal krijgen binnen het speerpunt Brede zorg is de overdracht van gegevens tussen de verschillende partijen die betrokken zijn in het zorgtraject. Hierover werden er al heel wat inzichten samengebracht bij het onderzoek dat binnen het deelproject zorgtraject van ERNAH gebeurde omtrent het e-dossier. Ook andere inhoudspunten Brede zorg vloeien voort uit, of verrijzen naar, de knelpunten die door de werkgroep zorgtraject werden aangegeven. Zo kan er gedacht worden aan de informatie en tips voor mantelzorgers, aandacht voor psychologische en emotionele problemen bij personen met een NAH, het verzamelen van best practices, re-integratie (wonen, onderwijs, werk, ) en hulp bij administratieve en financiële procedures, die op dit moment niet doorzichtig zijn. De speerpunten van het hersenletselplan worden in het zonnebloemmodel voorgesteld door de blaadjes van de zonnebloem. Dit zijn werkgroepen die vanuit verschillende inhouden/ thema s/ samenwerkingsverbanden zijn opgesteld en beperkt kunnen zijn in tijd. De werking en de leden van de bloemblaadjes kunnen onafhankelijk bepaald worden. De nauwe aansluiting van de kennis die bijeengebracht werd in de werkgroep zorgtraject en de inhoud van het speerpunt brede zorg geeft weer hoe belangrijk het is dat deze werkgroep betrokken is bij het Vlaams hersenletselplan. Eigenlijk is werkgroep zorgtraject dus stilaan overgegaan in het bloemblad Brede zorg van het Vlaams Hersenletselplan. Door het omzetten van de knelpunten in het zorgtraject naar expliciete actiepunten in het speerpunt brede zorg van het Vlaams hersenletselplan moeten we komen tot een longitudinale opvolging van de persoon met NAH en de omgeving. In bijlage van dit rapport kan de uitgeschreven tekst van het van het Vlaams hersenletselplan gevonden worden. 6. Algemeen besluit zorgtraject Binnen het deelproject Zorgtraject van ERNAH werd er een representatieve werkgroep samengesteld om aan de slag te gaan ter verbetering van het zorgtraject NAH. Deze werkgroep heeft een duidelijke afbakening van de term zorgtraject NAH gedefinieerd. Verder werd de matrix zorglandschap NAH opgesteld (Bijlage 1) die een overzicht geeft van alle mogelijke zorgtrajecten die een pmnah kan doorlopen. Deze gaat uit van de verschillende zorgfasen en hersteldoelen met daarin de betrokken actoren. Om het zorgtraject van een pmnah te kunnen verbeteren werden zoveel mogelijk knelpunten (Bijlage 2) en good practices (Bijlage 3) in kaart gebracht. Enkele van deze knelpunten werden gebruikt als basis voor het nemen van initiatieven ter verbetering van het zorgtraject NAH. Sensibilisering voor het grote publiek alsook binnen de zorg werd een focus die we in verschillende acties opnamen; Het inzetten van een casemanager kan haalbaar gemaakt worden door per zorgtraject te zoeken naar de best geplaatste persoon;
19 De mogelijkheden van een elektronisch dossier werden in detail bekeken en er werden stappen ondernomen om deze belangrijke tool op de rails te krijgen; De zorgcontinuïteit werd verbeterd door een pilootstudie te doen waarin actieve doorverwijzing werd beoordeeld als mogelijk verbeterpunt bij transmurale overgangen. Deze positief beoordeelde methode wordt nu al in de praktijk omgezet. Om voortzetting van dit project te bekomen, en zo de zorg voor pmnah te verbeteren, werd er vanuit ERNAH actief deelgenomen aan het uitwerken van het Vlaams Hersenletselplan NAH (VHP NAH). Vanuit het deelproject zorgtraject werd het speerpunt brede zorg van het VHP NAH mee uitgewerkt. Hierin werden de eerder verzamelde knelpunten meegenomen, die in het VHP NAH zullen leiden naar actiepunten voor de toekomst. Referenties 1. Van Limbergen P., Eindrapport LSM-project Voortraject ERNAH Bijlagen 1. Matrix zorglandschap 2. Overzicht knelpunten 3. Overzicht good practices 4. Vlaams Hersenletselplan NAH
Vlaams ICT beleid en de toekomstplannen van de Vlaamse overheid met betrekking tot e-health
Vlaams ICT beleid en de toekomstplannen van de Vlaamse overheid met betrekking tot e-health Inleiding De maatschappij confronteert ons met nieuwe uitdagingen. Een van de antwoorden is de uitbouw van ICT
Nadere informatie12/10/2016. Nieuwe NAH LIGA vzw Vlaams Hersenletselplan Beni Kerkhofs Voorzitter NAH LIGA vzw Directeur zorg Pulderbos vzw
Nieuwe NAH LIGA vzw Beni Kerkhofs Voorzitter NAH LIGA vzw Directeur zorg Pulderbos vzw Nieuwe NAH LIGA vzw Beni Kerkhofs Voorzitter NAH LIGA vzw Directeur zorg Pulderbos vzw 1 Historiek SEN RSWV SIG Rond
Nadere informatieDe e-huisarts : Inleiding. Dr. Hilde Roels Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat vzw
De e-huisarts : Inleiding Dr. Hilde Roels Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat vzw 2 3 Het ehealth-platform Federale openbare instelling met de missie - om een goed georganiseerde, onderlinge elektronische
Nadere informatieEindrapport ERNAH-project
Eindrapport ERNAH-project Met financiële steun van: Hasselt, 17 september 2015 1 INDEX Hoofdstuk 1: Algemene situering en inleiding p7-13 1. Algemene uitleg over NAH p9 2. Voorgeschiedenis (voortraject
Nadere informatieToren van Babel & KLINISCHE INFORMATIESYSTEMEN. Netwerkdag Chronische Zorg 21 maart 2015
Toren van Babel & KLINISCHE INFORMATIESYSTEMEN Netwerkdag Chronische Zorg 21 maart 2015 Apr. Lieven Zwaenepoel Brabants Apothekers Forum Vlaams Apothekers Netwerk ICT Ondersteuning voor de 1 ste lijn Wat
Nadere informatieegezondheid: hoe te gebruiken in de dagelijkse praktijk?
egezondheid: hoe te gebruiken in de dagelijkse praktijk? guy.hans@uza.be @GuyHans_1 2 Enkele (r)evoluties in de gezondheidszorg Meer chronische zorg (vs louter acute zorg) Zorg op afstand (monitoring,
Nadere informatieeen kort stukje Spoor 1... Bevorderen van de samenwerking en de gegevensdeling tussen eerstelijnsactoren Bevorderen van de gebruiksvriendelijkheid
ICT- ondersteuning voor zorgverstrekkers in de eerstelijnsgezondheidszorg een kort stukje Spoor 1... Doelstellingen ü ü ü ü Bevorderen van de samenwerking en de gegevensdeling tussen eerstelijnsactoren
Nadere informatieOnderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH
Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Els Knippenberg (Hogeschool PXL) Frederik Houben (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Doelstellingen
Nadere informatieInformatiebrochure: E-health Cozo AZ Sint-Maria Halle vzw
Informatiebrochure: E-health Cozo AZ Sint-Maria Halle vzw Inhoudsopgave: Wat is CoZo en ehealth? 1 Geïnformeerde toestemming (= Informed Consent ) 2 Hoe uw Geïnformeerde toestemming (= Informed Consent
Nadere informatieVITALINK NEXT GENERATION
VITALINK NEXT GENERATION Dominique Dejonckheere Programma manager ICT Agentschap Zorg en Gezondheid WAT IS VITALINK? > Platform voor het veilig delen van gegevens die niet 24u/24 7d/7 beschikbaar zijn
Nadere informatieVitalink. Concept en stand van zaken 19/11/2011
Vitalink Concept en stand van zaken 19/11/2011 Agenda Concept Vitalink Vitalink in de praktijk Medicatieschema als eerste module Medicatieschema: pilootproject Vragen en suggesties CONCEPT VITALINK Concept
Nadere informatieDecreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg. link website FC
Decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg link website FC Decreet organisatie netwerk gegevensdeling in de zorg Twee doelstellingen van het
Nadere informatiewat verwacht de overheid van zorgverstrekkers inzake e-gezondheid
wat verwacht de overheid van zorgverstrekkers inzake e-gezondheid gent 06/06/2015 bvas academy twee en een half jaar geleden actieplan e gezondheid 2013-2018 de opportuniteit van elektronisch informatiebeheer
Nadere informatieThuisverpleegkundigen en ehealth
Thuisverpleegkundigen en ehealth Jo DE COCK Administrateur-Generaal RIZIV Studiedag thuisverpleegkundigen - 19 maart 2013 TRENDS GEZONDHEIDSZORG meer chronische zorg i.p.v. louter acute zorg zorg op afstand
Nadere informatiePatiëntengegevens delen via Vitalink. Thomas Van Langendonck
Patiëntengegevens delen via Vitalink Thomas Van Langendonck Inhoud Wat is Vitalink? Waar staan we nu? Concreet Meebouwen aan Vitalink Wat is Vitalink? Kerngedachte Veilig delen van gegevens die niet 24u/24
Nadere informatieehealth en continuïteit in farmacologische zorg in de ouderenzorg
ehealth en continuïteit in farmacologische zorg in de ouderenzorg Apothekers: Inge Huysentruyt en Thibaut Blanckaert éénlijn.be : Johan Uvin Huisarts : Lut Depoorter Wat is ehealth? Wat is farmacologische
Nadere informatieRaamakkoord SEL - Woonzorgcentra
Raamakkoord SEL - Woonzorgcentra Tussen (naam woonzorgcentrum).., vertegenwoordigd door (vertegenwoordiger woonzorgcentrum)... en het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg (naam SEL).. met
Nadere informatieV.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015
V.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015 ZORG IN EVOLUTIE 2 ZORG IN EVOLUTIE Professioneel gestuurde zorg Hospitalocentrisme Gezondheidszorg welzijn gescheiden Nadruk acute geneeskunde Aanbodgestuurde
Nadere informatieAP6 Delen om samen te werken
AP6 Delen om samen te werken AP6 Partager afin de Collaborer Basisinformatie + hoe ze te bewaren/toegankelijk te maken 1. Een EPD voor alle zorgberoepen Om gegevens te kunnen delen dient elk zorgberoep
Nadere informatieOrganisatie van de Zorg
Organisatie van de Zorg Voorstelling Sabine Victor zorgcoach- casemanager 051 24 91 62 0492 58 01 95 sabine.victor@zbroeselare.be www.zbroeselare.be dienst Thuiszorg Zorgbedrijf directie dienstencentra
Nadere informatieEHEALTHCONSENT: INFORMATIE & HANDLEIDING
EHEALTHCONSENT: INFORMATIE & HANDLEIDING Samenvatting Deze nota beschrijft hoe je als patiënt je toestemming kan geven of weigeren voor de elektronische uitwisseling van gezondheidsgegevens. EHealthConsent
Nadere informatieVisietekst PRAGT Perinataal Regionaal Ambulant GezinsTraject
Visietekst PRAGT Perinataal Regionaal Ambulant GezinsTraject Huidige Partners: - Mariaziekenhuis ( gynaecologen-vroedvrouwen-sociale dienst) - Huisartsen regio - CKG/Amberbegeleiding - CIG De Zeshoek -
Nadere informatieDe organisaties stellen zich voor:
De organisaties stellen zich voor: O.C. KATR!NAHOF biedt ondersteuning aan kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking + het gezin. Dit gebeurt op alle levensdomeinen (wonen, werken, dagbesteding,
Nadere informatiePijler 1 - beslissingsondersteuning
praktischer 1 Pijler 1 - beslissingsondersteuning Beschrijving - Aanreiken van evidence-based informatie en richtlijnen; - Informeren van zorgverstrekkers; - Expertisebevordering; - Praktijkondersteuning;
Nadere informatieVerslag Open denkdag NAH - 2 oktober Verslaggever : Ali Kazem Zadeh
Verslag Open denkdag NAH - 2 oktober 2014 Verslaggever : Ali Kazem Zadeh Ontmoetingsdag tussen het Vlaams Platform NAH en de provinciale samenwerkingsverbanden NAH. 2 oktober2014, Revalidatiecentrum Pulderbos.
Nadere informatieOnderwijs & Onderzoek. Annemie Spooren (PXL) Greet De Beuckeleer (Pulderbos)
Onderwijs & Onderzoek Annemie Spooren (PXL) Greet De Beuckeleer (Pulderbos) Onderwijs & Onderzoek Wat hebben we gedaan? Wat betekent dit voor werkveld? Waar het begon nood aan Kennis en competenties voor
Nadere informatie1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.
Klankbordgroep eerste lijn Gent 18 januari 2011 i.s.m. PLAZZO 1 Programma 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg
Nadere informatieVR DOC.1230/1TER
VR 2016 2511 DOC.1230/1TER DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN TERNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering over de regels betreffende
Nadere informatieJo Vandeurzen. Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Jo Vandeurzen Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Zorg om talent en slimmer zorgen Zorg om talent Een vd belangrijkste pijlers van Flanders Care Aandacht voor mensen die werken in zorg en welzijn
Nadere informatieDe mantelzorger als professionele partner in uw zorgnetwerk Hilde Vandenhoudt, Thomas More Koen Van der Borght, Zorggroep Orion Leo Geudens,
De mantelzorger als professionele partner in uw zorgnetwerk Hilde Vandenhoudt, Thomas More Koen Van der Borght, Zorggroep Orion Leo Geudens, Huisartsenvereniging Turnhout Een hart voor Regio Turnhout Allen
Nadere informatieWEEK VAN NAH /10/2017
WEEK VAN NAH 2017 16-22/10/2017 Niet Aangeboren Hersenletsel Vaak onzichtbaar, wel aanwezig Beni Kerkhofs Voorzitter NAH Liga vzw Directeur Zorg Pulderbos Revalidatiecentrum voor Kinderen en Jongeren WEEK
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid
Nadere informatieWit-Gele Kruis gaat voor actieve gegevensdeling in ICT-gedreven zorg
Wit-Gele Kruis gaat voor actieve gegevensdeling in ICT-gedreven zorg Stefaan Sarens, Algemeen Directeur, Wit-Gele Kruis Antwerpen Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 1 IT als ruggengraat van de organisatie In
Nadere informatieOVERZICHT TERUGBETALING NIET-DRINGEND ZIEKENVERVOER IN VLAANDEREN HEVERLEE, NOVEMBER 2016
OVERZICHT TERUGBETALING NIET-DRINGEND ZIEKENVERVOER IN VLAANDEREN HEVERLEE, NOVEMBER 2016 1. Context Regelmatig verschijnen in de media verhalen van patiënten die een heel hoge factuur moeten betalen voor
Nadere informatieMEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid
MEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid MEDICATIESCHEL OP VITALINK BEKNOPTE INTRODUCTIE > Waarom? Voor het veilig delen van zorg
Nadere informatieHuisarts, Go for IT. Dr. H.Van Pottelbergh Dr. Leo Geudens
Huisarts, Go for IT Dr. H.Van Pottelbergh Dr. Leo Geudens Gezondheidszorg in 2020 Kwaliteit Betaalbaarheid Toegankelijkheid Continuïteit Accent op chronische zorg Integrale (horizontale) zorg Mobiliteit
Nadere informatieDMW, je partner in welzijn en zorg
DMW, je partner in welzijn en zorg Dienst Maatschappelijk werk Wettelijk kader DMW Art 14: Een dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds is een voorziening die als opdracht heeft hulp- en dienstverlening
Nadere informatieGEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan.
GEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan. /// FINALE DOELSTELLING En de weg daar naartoe /// DIGITALE SAMENWERKING
Nadere informatieVitalink. 8 mei 2017
Vitalink 8 mei 2017 Inhoud Vitalink Gegevensdeling Cijfers Klaar voor GDPR Toekomst Vitalink wat en waarom Wat is Vitalink? Veilig & beveiligd platform of eerstelijnskluis Zorg- en welzijnsgegevens Zorg-
Nadere informatieOVERZICHT TERUGBETALING NIET-DRINGEND ZIEKENVERVOER IN VLAANDEREN HEVERLEE, MEI 2019
1. Context OVERZICHT TERUGBETALING NIET-DRINGEND ZIEKENVERVOER IN VLAANDEREN HEVERLEE, MEI 2019 Regelmatig verschijnen in de media verhalen van patiënten die een heel hoge factuur moeten betalen voor het
Nadere informatie5/22/2017 Expertisecentrum dementie Memo
Van droom tot realiteit Start: ECD Memo ruim 10 jaar ervaring met JD Eerste zaadje: voorjaar 2015 Lancering ZC op 14/06/2016 N.a.v. Vele noodkreten van families met JD Weinig aangepaste zorgverlening voor
Nadere informatieZorg en ondersteuning voor personen met een nietaangeboren hersenletsel of tetraplegie
Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: multidisciplinaire teams, vergunde zorgaanbieders 2 oktober 2018 INF/ATH/18/09 Contactpersoon Cluster Indicatiestelling
Nadere informatieVR DOC.1528/2BIS
VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 mei 2003 betreffende
Nadere informatieRichtlijnen zorgraad WE40
Richtlijnen zorgraad WE40 Zorgraad - Forum De eerstelijnszone zal een vzw zijn. Dit wil o.a. zeggen dat er een raad van bestuur en een algemene vergadering nodig zal zijn. De zorgraad zal als raad van
Nadere informatieClub 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO
Club 107 voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek een initiatief van GGALIMERO PC Duffel woensdag 23 mei 2012 1. Welkom 2. GGALIMERO 3. GGZ-vernieuwing 4. Experimenten 5. En onze regio?
Nadere informatieJaarverslag PVT St.-Jozef Campus Tongeren en Munsterbilzen. Externe Ombudsfunctie Ingrid Meuwis
OMBUDSFUNCTIE IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG SPIL vzw Samenwerking Psychiatrische Initiatieven Limburg vzw Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Website: www.ombudsfunctieggz.be Jaarverslag 2017 PVT St.-Jozef
Nadere informatieWettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO
Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO De wettelijke basis voor het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal wordt gelegd binnen het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid. In uitvoering
Nadere informatieMedisch farmaceutisch overleg voor de
Medisch farmaceutisch overleg voor de huisarts om je rol in de eerste lijn te versterken Medisch Farmaceutisch Overleg Een MFO (medisch farmaceutisch overleg) wordt georganiseerd om de multidisciplinaire
Nadere informatieOverzicht good practices en samenwerkingsverbanden in het zorgtraject van een persoon met NAH
Overzicht good practices en samenwerkingsverbanden in het zorgtraject van een persoon met NAH Het zorgtraject NAH heeft een maximaal haalbare levenskwaliteit tot doel door vanuit een holistische visie
Nadere informatieSYNAPS. 8 mei 2014, Beernem. Studiemoment Doorverwijzen van mensen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
SYNAPS West-Vlaams samenwerkingsverband NAH i.s.m. Studiemoment Doorverwijzen van mensen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Hoe mensen met een NAH helpen bij het zoeken naar de best passende ondersteuning
Nadere informatieFunctiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie
Bijlage 2 Functiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie 1. Algemene inlichtingen Functienaam: Rapporteert aan: Diens/afdeling: Hiërarchische overste: Functionele afstemming,
Nadere informatieEerstelijnsgezondheidsconferentie
Beleidstraject (Vlaamse overheid) 2010: Conferentie eerstelijnszorg (11 december 2010) 2013 : Symposium eerstelijnsgezondheidszorg 2016 : 6 voorbereidende werkgroepen 2017 : Conferentie eerstelijnszorg
Nadere informatieEERSTELIJN EN DE MIDDELENGEBRUIK: DE ROL VAN EEN HUISARTS IN EEN REGIONAAL NETWERK
EERSTELIJN EN DE MIDDELENGEBRUIK: DE ROL VAN EEN HUISARTS IN EEN REGIONAAL NETWERK Van een kijk als solist naar interdisciplinair samenwerken Rita Verrando, huisarts Brussel, 14 november 2014 De rol van
Nadere informatieINFORMATIEBLAD VOOR PROEFPERSONEN ONDERZOEK VAN TRANSTHYRETINE-GEASSOCICIEERDE AMYLOÏDOSEN (THAOS)
INFORMATIEBLAD VOOR PROEFPERSONEN ONDERZOEK VAN TRANSTHYRETINE-GEASSOCICIEERDE AMYLOÏDOSEN (THAOS) Protocoltitel: Protocolnummer: Naam opdrachtgever: Naam van THAOS-arts, contactgegevens en telefoonnummer:
Nadere informatieVan twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam
Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische
Nadere informatieBetreft de visie van de thuiszorgsector rond opname en ontslag management
Aan Van ons kenmerk Gent, Partners SEL zorgregio Gent SEL Zorgregio Gent 10 januari Betreft de visie van de thuiszorgsector rond opname en ontslag management Beste, In het kader van de werkgroep zorg rond
Nadere informatieBEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007
BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat
Nadere informatieOVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare
OVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare Inhoud Situering Uitgangspunten en doelstellingen Onderzoeksdesign Resultaten Conclusies Getuigenissen
Nadere informatieDe patiënt nu en in de toekomst verwachtingen van patiënten tav verpleegkundigen
De patiënt nu en in de toekomst verwachtingen van patiënten tav verpleegkundigen Vlaams Patiëntenplatform vzw Symposium NVKVV 20 maart 2012 1 Inhoud 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Een paar
Nadere informatieHoe kan het LMN u als arts ondersteunen?
Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning
Nadere informatieNaar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken
Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en netwerken vermaatschappelijking en wonen. 7/06/2019 Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg There is
Nadere informatieOnderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).
Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid SCSZG/12/146 BERAADSLAGING NR 12/047 VAN 19 JUNI 2012 MET BETREKKING TOT DE GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING VAN EEN BETROKKENE
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informatieBrainstorming Rond Zorgplanning Welkom!
Brainstorming Rond Zorgplanning 2018 Welkom! Brainstorming Rond Zorgplanning 2018 Welkom Waarom of waarvoor zit ik hier? Wat is het probleem? Cliëntenbureau Waarom hebben we jullie uitgenodigd? Brainstorming
Nadere informatieGeachte Dames en Heren,
Trefdag 'Patiënt en professional, samen sterker' UZ Gent 1 december 2016 19u Bijdrage gedeputeerde Couckuyt, met als titel: Vermaatschappelijking van zorg: het belang van zelfzorg en gebruikersparticipatie
Nadere informatieNaar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken
Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en netwerken Studiedag GEPS 13/07/2017 Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Situering 2002: algemene
Nadere informatieOpleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans
Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans Hogeschool PXL Elfde-Liniestraat 24 B-3500 Hasselt www.pxl.be - www.pxl.be/facebook
Nadere informatie1. Doel van de opnameverklaring: recht om geïnformeerd keuzes te maken over financiële gevolgen van de opname
OPNAMEVERKLARING VOOR KLASSIEKE OPNAME Identificatie van de patiënt of kleefvignet van het ziekenfonds 1. Doel van de opnameverklaring: recht om geïnformeerd keuzes te maken over financiële gevolgen van
Nadere informatieOpbouw van presentatie. Waarheden Complexe zorg Welk antwoord heeft ZOROO op deze waarheden Andere antwoorden
ZORRO of ZOROO In naam van: SEL WGK Gent Familiezorg Familiehulp Solidariteit voor het gezin CM Huisartsen Gent Thuiskine Thuis apothekers UZ Gent AZ St Lucas Gent AZ Palfijn Gent AZ Maria Middelares Gent
Nadere informatieVitalink. Naam Voornaam. Inhoud. Wat is Vitalink? Waar staan we nu? Meebouwen aan Vitalink
Vitalink Naam Voornaam Inhoud Wat is Vitalink? Waar staan we nu? Meebouwen aan Vitalink 1 Wat is Vitalink? Oorsprong Behoefte geuit tijdens de Conferentie Eerstelijnsgezondheidszorg van december 2010 Kerngedachte
Nadere informatieOverdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie
Overdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie Richtlijnen/afspraken met betrekking overdracht van de coördinatie van zorg naar de thuissituatie. Protocol thuiszorg, 1 december 2004 Opgesteld
Nadere informatieUw patiëntendossier en privacy
Uw patiëntendossier en privacy UZ Leuven werkt met één centraal dossier per patiënt, over alle specialisaties heen. Dit dossier is volledig elektronisch en bevat gegevens van artsen, verpleegkundigen en
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/17/075 BERAADSLAGING NR. 11/046 VAN 17 MEI 2011, LAATST GEWIJZIGD OP 18 APRIL 2017, MET BETREKKING TOT DE NOTA
Nadere informatieoverleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010
Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be
Nadere informatieHet etcs project Gestructureerde samenwerking van WoonZorgCentra met Huisartsen en Ziekenhuizen
Het informatiseringstraject van de Vlaamse Woonzorgcentra (ewzc-programma) Het etcs project Gestructureerde samenwerking van WoonZorgCentra met Huisartsen en Ziekenhuizen Woonzorgnet Dijleland WZC Sint-Bernardus
Nadere informatieAlle verslagen van Zorginspectie worden overgemaakt aan het VAPH en/of Jongerenwelzijn.
LEESWIJZER Toegepaste wetgeving: - Ministerieel besluit van 7 oktober 2015 met betrekking tot de minimale kwaliteitseisen en de vergoeding van de multidisciplinaire teams en met betrekking tot de erkenning
Nadere informatieDeel 1: Overzicht van het zorgpad dementie
Deel 1: Overzicht van het zorgpad dementie 1. Korte omschrijving Het Zorgpad Dementie staat voor een gestructureerde, multidisciplinaire, transmurale samenwerking voor betere afstemming van vraaggestuurde
Nadere informatieVeranderforum. Eerstelijnszone. Veurne (tijdelijke naam)
Veranderforum Eerstelijnszone Veurne (tijdelijke naam) Verwelkoming Stand van zaken Sam s Verhaal Eerstelijnsconferentie (2017) Beleidsvisie omtrent Persoon met een zorgvraag (PZOV) Staat centraal Meer
Nadere informatieVitalink Kindrapport. Delen van gegevens uit het K&G kinddossier, voor een betere zorg. Jan Lenssen, Diensthoofd ICT-ontwikkeling
Vitalink Kindrapport Delen van gegevens uit het K&G kinddossier, voor een betere zorg Jan Lenssen, Diensthoofd ICT-ontwikkeling Doel van het project Vitalink Kindrapport Kind en Gezin heeft ikv. preventieve
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informatieProefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback
Nadere informatieFUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie
FUNCTIEPROFIEL Functie: Zorgcoördinator A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Hij/zij staat, samen met de leefgroepencoördinator, in voor de aansturing van een woonbuurt bestaande uit een aantal
Nadere informatieOP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019
OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019 VERDELING BEVOEGDHEDEN Vlaamse sociale bescherming (CARE) Persoonsvolgende financiering
Nadere informatieZorgregio s uw toekomst?
Zorgregio s uw toekomst? Inhoud Vanwaar het nieuwe begrip Zorgregio? Wat behelst een proefproject? Wat is nu eigenlijk het doel van de zorgregio s? Is er behoefte aan een zorgregio? Waarom alle pijlen
Nadere informatieINFO- EN OVERLEGMOMENT CLUSTERS GEZONDHEIDSZORG EN PZON
INFO- EN OVERLEGMOMENT CLUSTERS GEZONDHEIDSZORG EN PZON 12 maart 2019 AGENDA > Kennismaking > Toelichting hervorming eerste lijn > Toelichting richtlijnen en samenstelling voorlopige zorgraad > Verdere
Nadere informatieRESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -
RESULTATEN VIP² GGZ 2017 - CGG PRISMA VZW - VISIE & AANPAK KWALITEIT TE MONITOREN EN TE VERBETEREN Kwaliteitszorg is een belangrijk thema binnen de werking van ons centrum. Het verbeteren van de kwaliteit
Nadere informatieOverleg netwerkcoördinatoren en teamleiders -
Overleg netwerkcoördinatoren en teamleiders - 23 oktober 14 - VRAAGSTELLING: TEMPLATE MOBIELE EQUIPES 2014 1. Rubriek aanmeldingen, intake en inclusie Nood aan goede definities: aanmelding-intake-inclusie
Nadere informatie11/12/2018 HOE DE ORGANISATIE VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VOOR OUDEREN VERBETEREN? Vraag van de FOD Volksgezondheid. onderzoekvragen en methode
HOE DE ORGANISATIE VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VOOR OUDEREN VERBETEREN? JEF ADRIAENSSENS, MARIA-ISABEL FARFAN-PORTET, NADIA BENAHMED, LAURENCE KOHN, CÉCILE DUBOIS, STEPHAN DEVRIESE, MARIJKE EYSSEN,
Nadere informatieWAT ZIJN DE PROJECTEN VOOR GEÏNTEGREERDE ZORG EN WAT BETEKENEN ZE VOOR MIJ?
GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING VOOR HET DELEN VAN GEGEVENS IN DE PROJECTEN GEÏNTEGREERDE ZORG VOOR EEN BETERE GEZONDHEID Naam van het project: [naam van het pilootproject] WAT ZIJN DE PROJECTEN VOOR GEÏNTEGREERDE
Nadere informatiePijnloos Beginnen? ehealth in vogelvlucht (voor absolute beginners)
Pijnloos Beginnen? ehealth in vogelvlucht (voor absolute beginners) Dirk BROECKX Project Manager 14 oktober Antwerpen = een consortium = een netwerk + software leveranciers + egezondheid Diensten Wat is
Nadere informatieVeranderforum eerstelijnszones
Regio Kortrijk Regio Menen Veranderforum eerstelijnszones Regio Waregem 26 maart 2019 Agenda 1. Inleiding 2. Beslissing visie en waarden 3. Aanzet actieplan 4. Samenwerking in de regio 5. Verdere afspraken
Nadere informatieVlaams Patiëntenplatform vzw. Ups en downs 12 februari 2012
Je rechten als patiënt Vlaams Patiëntenplatform vzw Ups en downs 12 februari 2012 1 Inhoud 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Een paar vaststellingen 3. Wet op de patiëntenrechten en verpleegkundigen
Nadere informatieHistoriek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg
Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Info avond SEL Waasland 24 mei 2012 Sint-Niklaas Stefaan Baeten Directeur psychiatrisch centrum Sint-Hiëronymus Historische context
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst S.E.L. - ziekenhuizen
Samenwerkingsovereenkomst S.E.L. - ziekenhuizen INLEIDING Deze samenwerkingsovereenkomst is een inspanningsverbintenis die kadert in het streven naar een lijnoverschrijdende, naadloze zorgcontinuïteit
Nadere informatieREGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout)
REGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout) in Vlaanderen 45 Netwerken 27 Waarom regiohuizen Zeer ruim aanbod aan paramedici Onduidelijk
Nadere informatieVerpleging als integrator
Verpleging als integrator Hendrik Van Gansbeke Algemeen Coördinator, Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 22/05/2017 Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 1 Inhoudstafel 1. Voorstelling Wit-Gele Kruis 2. Rollen binnen
Nadere informatieVerspreide helpdesks vs centrale helpdesk. op basis van ervaringen spoor 4 helpdesk éénlijn.be
Verspreide helpdesks vs centrale helpdesk op basis van ervaringen spoor 4 helpdesk éénlijn.be Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Algemeen... 3 2.1 Januari 2015... 4 2.2 Februari 2015... 5 2.3 Maart en April
Nadere informatieBruggen bouwen bij dementie
Bruggen bouwen bij dementie Bruggen bouwen bij dementie Een multidisciplinaire aanpak in AZ Maria Middelares COGNUFIT! Dementie en nu Cognufit! Doelgroep - doelstelling Voldoende gemotiveerde en thuiswonende
Nadere informatie