CONCEPTNOTULEN RONDE TAFEL GESPREK 3 GEMEENTE GULPEN-WITTEM

Transcriptie

1 CONCEPTNOTULEN RONDE TAFEL GESPREK 3 GEMEENTE GULPEN-WITTEM Datum : 24 september 2009 Tijd : uur Locatie : conferentiekamer gemeentehuis Gulpen Notulering : Tekstbureau Margriet 1. Raadsvoorstel BP/130 Accommodatiebeleid Gulpen-Wittem vanaf 2010 Aanwezig Voorzitter: de heer J.K.H. Duckers (Balans); Wnd. griffier: de heer S.W.J. Amkreutz; Leden: R.E.M.N. Frijns (Balans), T.P.T. Hoogers (Fractie Brants), J.M.G.H. Hendriks (CDA), P.H.J. Franssen (Fractie Franssen), F.G. Disse (GroenLinks), R.J.P. Bemelmans (PvdA); College: wethouder R.A.J.C.M. Verhoeven; Directieteam: - Ambtelijke ondersteuning: W. Herberichs Aanwezige gesprekspartners: H. Bogman (voorzitter fanfare Berg en Dal), J. Janssen (bestuurslid VV Nijswiller), R. Lennarts (voorzitter SP Slenaken 63), B. Grooten (penningmeester Stichting Jeugdgebouwen Eys), J. Boumans (penningmeester VV Nijswiller); Duur: 2 uur en 20 minuten De voorzitter geeft de aanwezige gesprekspartners de mogelijkheid hun zienswijze kenbaar te maken. De heer Bogman geeft aan in juni gepleit te hebben voor een bijdrage voor het beheer van de zaal van 2% van de WOZ-waarde, ongeveer euro. De fanfare wil net als andere gemeenschapshuizen ook in aanmerking komen voor de bijdrage van de gemeente, een korting van 50% op het huurbedrag van 4%. De fanfare vervult immers ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid en bepaalt mede de waarde van de voorziening. De wethouder zou deze suggestie overwegen, maar in het nu voorliggende stuk kan spreker geen positieve reactie op zijn voorstel vinden. De acht verenigingen die nu gebruikmaken van de zaal zouden volgens het voorliggende voorstel 34,50 per gebruiksuur moeten betalen. Zo zoud bijvoorbeeld Zij-actief euro per jaar moeten betalen en de fanfare euro. Geen van de huidige huurders kan dit bedrag ophoesten. Acht verenigingen komen dan op straat te staan terwijl de gemeente de verantwoordelijkheid heeft te zorgen voor adequate huisvesting voor sociaal-culturele activiteiten in iedere kern. Daarmee leidt dit voorstel alleen maar tot verliezers. De heer Janssen heeft de cijfers nogmaals doorberekend en komt tot de conclusie dat hij dan beter de deur op slot kan doen. De financiële lasten zijn niet meer te dragen in het nieuwe voorstel, het kost duizenden euro s meer. De heer Lennarts geeft aan niet alle stukken te hebben ontvangen, zoals de doorrekening van de pilots. Ondanks het vorige RTG en alle vorige gesprekken heeft de wethouder het stuk niet aangepast, een belediging naar alle verenigingen. Ondanks het feit dat alle verenigingen aangeven in financiële problemen te komen wordt er een ongewijzigd stuk ingediend. Daarnaast constateert hij dat de wethouder de raad met foutieve informatie voedt. Hij blijft volhouden dat de verenigingen er niet op achteruit gaan door het accommodatiebeleid te vergelijken met een fictief, nooit uitgevoerd beleid. Er staat verder een fout in de pilot, voor de SP Slenaken vervalt in verband met het wegvallen van de inkomsten van de zendmast geen euro maar 3101,16. Ook is de korting van 15% voor het eigendom van de kantine nergens te bekennen. Nu betaalt de vereniging 705 euro, in 2018 moet de vereniging 4.878,20 meer betalen. Dat betekent een failliet voor de club. Spreker stelt voorts voor om verenigingen die geen zendmast op het terrein hebben een compensatie te geven voor het maaien. 1

2 De heer Grooten merkt op dat zijn stichting een particuliere zaal bezit, net zoals Slenaken, en valt daarmee niet onder het nieuwe accommodatiebeleid. Hem is niet duidelijk wat de overgangsregeling voor de stichting betekent en wat er is gewijzigd in de stukken naar aanleiding van de eerste RTG. De wethouder zou zich ook beraden over een brief die de stichting heeft geschreven, maar daarover heeft hij niets meer gehoord. 2% vergoeding brengt voor de stichting weinig soelaas, dat is ze al kwijt aan belastingen en heffingen ed. De vereniging ziet zich dan genoodzaakt haar taak terug te geven aan het kerkbestuur. Hij vraagt dan ook nadrukkelijk om de stichting onder het accommodatiebeleid te laten vallen, via de overgangsregeling. Hij wijst erop dat hij op 29 mei 2008 een brief van de afdeling gebouwenbeheer heeft gekregen waar tot in detail in staat wat de stichting vergoedt krijgt en wat niet, terwijl toen al de discussie over het accommodatiebeleid gaande was. Hij doet dan ook een klemmend beroep op de raad alles nog een goed te bekijken en het voorstel te herzien De heer Frijns vraagt de heer Grooten hoe nu de exploitatie is geregeld. De heer Grooten antwoordt dat de stichting kostendekkend werkt. Het groot onderhoud drukt nu niet op de begroting, want dat wordt door de gemeente betaald. De heer Hoogers vraagt de verenigingen die een eigen accommodatie beheren of zij het verder eens zijn met het voorliggende stuk als zij ook 2% korting zouden krijgen. De heer Bogmans antwoordt dat er onderscheidt wordt gemaakt tussen eigendom en beheer. In Slenaken is de fanfare eigenaar en beheerder. Op het moment dat de fanfare beschikt over de middelen zoals aangegeven, dan is de fanfare in staat om de accommodatie inclusief alle faciliteiten tot in lengte van dagen op het hoge niveau vast te houden. Daarmee is niet alleen de fanfare gegarandeerd van een goede financiële exploitatie, maar is de financiële exploitatie van alle acht verengingen die gebruikmaken van de zaal gewaarborgd. Als de fanfare 34,50 per uur moet doorrekenen, komen de gebruikers in de problemen. Voor de rest is de nota dus goed te volgen. De heer Grooten antwoordt niet met die 2% uit te komen en pleit daarom voor de overgangsregeling zoals die nu is. Het beheer gaat ter ziele als het kerkbestuur niet wil bijspringen. De heer Hoogers vraagt voorts wat de reële cijfers zijn die vanuit het huidige beleid gelden. Wethouder Verhoeven zegt dat dit in het bijgeleverde staatje staat, onder totaal. Deze cijfers zijn gecheckt met de groeperingen. De heer Hoogers heeft in de krant gelezen dat het beleid van de gemeente in ieder geval qua accommodatiebeleid niet zal worden aangepast. Wat doen we hier dan eigenlijk? Wethouder Verhoeven zegt dat er in de krant een verslag van een eerste ronde staat waarin men zich afvraagt of het voorliggende accommodatiebeleid aanpassing behoeft. Vandaar dat er een pilot is gestart om het grote verschil tussen de cijfers van de verenigingen en de gemeente te verklaren. Na de pilot is er geconcludeerd dat het beleid zoals dat voorgelegd is niet wordt aangepast. Het collegestandpunt blijft dus ongewijzigd. De krant heeft dat vertaald als dat het accommodatiebeleid niet zou worden aangepast, maar er moet staan dat er geen wijziging in het voorstel komt. De heer Hendriks vraagt het volgende. 1) Is het overzicht teruggekoppeld naar de verenigingen? 2) Is er bij de pilot ook gekeken naar de exploitatiemogelijkheden van de verenigingen? 3) Het overzicht heeft alleen betrekking op de pilotverenigingen en geeft geen inzicht in wat het betekent voor de betrokken verengingen en stichtingen. 4) De WOZ-waarden zijn her en der op zijn minst twijfelachtig. De 50% staat ergens in de brief, maar staat niet in het stuk. Wat is de achtergrond van die 50%? Wethouder Verhoeven antwoordt dat het cijfermateriaal is gecheckt door degenen die met de gemeente in gesprek waren. De exploitatieverhoging is niet doorberekend. Er is een globale doorrekening gemaakt en die kwam op een ton uit. In de pilot blijkt dat de cijfers die de gemeente zelf hanteert overeenkomt met de cijfers van de groeperingen. Er is toegezegd voor deze vergadering de cijfers van de pilot te verstrekken en dat is gebeurd. Spreker heeft zich niet met het algemene overzicht beziggehouden, want dat is feitelijk een kwestie van doorrekenen op onderdelen en details en zover is hij nog niet in het verhaal gedoken. De grondslagen betreffende de deelnemers aan de pilot kloppen in ieder geval. 2

3 De WOZ-waarde wordt uit de officiële stukken gehaald, die is vastgesteld en dient als berekeningsgrondslag voor gemeentelijke belastingen. Er mag toch vanuit worden gegaan dat als dat niet had geklopt, dat men dan wel aan de bel had getrokken. De 50%-regeling staat bij het staatje, weliswaar in kleine letters. Als het niet in de nota staat dan is dat een omissie, hij zal het nakijken. Het percentage is in ieder geval wel verwerkt in de getallen die in de spreadsheet staan. De heer Franssen vraagt of het klopt dat vandaag nog vier verenigingen hadden willen inspreken maar dat dit niet kon omdat zij zich te laat zouden hebben aangemeld. Hij wil graag weten welke verenigingen het betreft, dan kunnen de commissieleden zelf contact opnemen voor informatie. De voorzitter antwoordt dat een aantal verenigingen inderdaad te laat is geweest met de aanmelding. Iedereen kan zich tot 24 uur voor de vergadering aanmelden. Welke dat zijn geweest moet worden nagekeken. De heer Franssen wil van de verenigingen weten of zij de informatievoorziening vanuit de gemeente onvoldoende hebben bevonden. De heer Boumans heeft pas een brief van de gemeente gekregen nadat hij aan de bel had getrokken. Voor de rest heeft hij veel zelf op de website moeten kijken De heer Lennarts heeft alleen een uitnodiging gekregen voor het RTG-gesprek en de stukken heeft hij zelf via de heer Boumans op de site gevonden. Hij heeft geen nieuw accommodatiebeleid toegestuurd gekregen. Hij heeft daarom contact met de heer Sangers van het CDA opgenomen met vragen over welke stukken gehanteerd moesten worden. De heer Franssen vraagt de heer Bogman welke gevolgen dit voorstel heeft. De heer Bogman antwoordt dat op het moment dat er geen subsidie komt, de kosten moeten worden doorberekend naar de verenigingen, te weten 34,50 per uur. Dat zijn bedragen die zij niet kunnen opbrengen. De heer Disse vraagt aan de heer Grooten wat het gevolg is als de stichting de zaal terug moet geven aan het kerkbestuur. De heer Grooten antwoordt dat het kerkbestuur bereid moet zijn het gat te dichten. Als zij dat niet doen zal het nog wel lukken zolang er geen groot onderhoud aan het gebouw moet plaatsvinden, maar zodra de ketel moet worden vervangen houdt het op. En er is niet echt andere ruimte in Eys beschikbaar, het Patronaat is een uitvlucht voor de kleinere verenigingen. Wethouder Verhoeven zegt dat de particuliere zaalondernemer nooit steun heeft ondervonden van de verbouwing van de zaal. De heer Disse vraagt de heer Bogman hoe hij zijn achterliggende redenering verdedigt. De heer Bogman zegt dat de fanfarezaal hetzelfde doel heeft als de andere gemeenschapshuizen in de gemeente. Het gaat daarom nu om de vorm waarin het gebeurt. In de ander de kernen is de gemeente eigenaar, in Slenaken is de fanfare eigenaar. Het beschikbaarstellen van die 2% wordt gekoppeld aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente om sociaal-culturele activiteiten te stimuleren en voor het in stand houden van de voorziening. Dat geldt ook voor Slenaken, alleen daar is toevallig de fanfare eigenaar. Maar zij hebben dezelfde legitimatie om die 2% te krijgen. Alle andere vragen die binnenkomen moet eigenlijk langs die meetlat worden gelegd. Als de gemeente vindt dat er in iedere kern sociaal-culturele activiteiten plaats moeten kunnen vinden, dan zou de gemeente ook kunnen uitgaan van dat wat er al is en dan kan er tot interessante en voordelige arrangementen worden gekomen. Anders zou de fanfare de zaal ook wel aan de gemeente kunnen verkopen, dat is voor de fanfare heel interessant, want dan betaalt de gemeente het groot onderhoud, de verzekeringen, de WOZ-belasting en de fanfare betaalt dan wat huur, dat is minder dan die drie eerder genoemde posten. De gemeente zou dan veel meer kwijt zijn dan die 2%, nog buiten de aanschafkosten van het gebouw. Maar de fanfare heeft een binding met de zaal en met de rest van de gemeenschap en die wil ze koesteren en de zaal niet op afstand zetten, ook al kost dat geld. Daarbij is de zaal weliswaar particulier, maar niet commercieel, dus mag ze een aantal zaken niet die geld op zouden brengen. De heer Disse vraagt aan de vertegenwoordigers van de voetbalverenigingen of het verschil van inzicht over de gepresenteerde cijfers nog steeds bestaat. De heer Boumans denkt dat dit zeer zeker nog steeds zo is. De maaikosten moesten toch al worden betaald, dat is voor SV Nyswiller al 1.750,=. Daarnaast moet nog de 2% van de WOZ worden betaald 3

4 en de inkomsten van de mast worden weggehaald. De vereniging leeft van jubileum naar jubileum vanwege de inkomsten. Nu betaalt de vereniging sinds jaar en dag 735, 58 plus de gemeentelijke belastingen. Dat zou op zich best iets meer mogen zijn, daarin is spreker reëel. De cijfers van de gemeente gaat veel te veel uit van aannames, dat klopt niet ten opzichte van de cijfers die de vereniging al dertig jaar uitgeeft. Als het voorgestelde beleid van de gemeente doorgaat, dan stopt spreker met zijn penningmeesterschap dat hij al 35 jaar uitvoert, hij wil daar niet mee worden geconfronteerd en de schuld voelen. De heer Lennarts antwoordt dat alle losse gegevens opgenomen in de pilot correct zijn, maar de conclusie is helemaal verkeerd omdat er wordt uitgegaan van een fictief beleid. De wethouder gaat ervan uit de vereniging het maaien al betaald, te weten euro. Maar de vereniging betaalt maar 705 euro. Dan kan de wethouder wel zeggen dat de vereniging er niet op achteruit gaat, maar dat klopt dus niet, het is allemaal fictief beleid. De heer Bemelmans vraagt de aanwezigen of ze het reëel vinden dat ze huur moeten betalen, ter hoogte van 4% van de WOZ-waarde, waar de gemeente dan weer de helft van voor haar rekening neemt. De heer Bogman betaalt geen 4% omdat de fanfare zelf eigenaar is, maar wil wel in de situatie zitten dat hij 2% voor het beheer moet betalen. De heer Boumans vraagt waar 4 en 2% vandaan komt, waarom geen andere percentages? Dat is uit de lucht gegrepen. Dat er iets moet gebeuren is duidelijk en ook dat iemand met een grote accommodatie meer moet betalen dan met een kleine accommodatie. Maar dan moet er wel naar de cijfers worden gekeken of de verenigingen dat kunnen verhapstukken. Anders wordt verenigingen de nek omgedraaid. Daarnaast is hij tegen de subsidie aan Slenaken, omdat er veel gemeenschapsgeld aan een vereniging wordt gegeven die misschien binnenkort niet meer bestaat. En hij is ook tegen het nieuwe complex in Partij, want dat krijgt een WOZ-waarde van minstens een miljoen euro, welke vereniging kan daarvan 2% betalen? De heer Lennarts kan zich vinden in het beleid op zich, er moet eenduidigheid komen. Het is echter de vraag of 2% reëel is. De gemeentelijke belastingen stijgen elk jaar ettelijke procenten en de gemeentelijke subsidie daalt. De WOZ-waarde zal ook stijgen, waardoor dit getal er in 2019 nog slechter uit zal zien. Die 2% zou kunnen, maar dan moet dat percentage gelijk blijven de komende jaren en alle andere factoren ook. En dat gebeurt helaas niet en dus zullen de verenigingen er ieder jaar 4 tot 5% op achteruit gaan. De heer Grooten komt er niet zonder overgangsregeling. Er is bovendien nog geen duidelijkheid over de overgangsregeling. En kan de gemeente straks met euro alle accommodaties onderhouden? De heer Boumans zegt aanvullend dat alles wat in Nyswiller staat met vrijwilligers is gemaakt. Dat zijn heel wat uren en dat heeft de gemeente niets gekost, maar daarmee is de WOZ-waarde wel goed gebleven. De gemeente heeft alleen maar de materialen betaald. De heer Bemelmans vraagt de insprekers of de verenigingen die inkomsten hebben van een GSM-mast deze zelf mogen besteden of dat deze eerlijk over de verenigingen verdeeld moet worden. De heer Grooten antwoordt dat het bestemmingplan bepaalt of er een GSM-mast mag worden geplaatst of niet. En hoe gaat het straks als de masten niet meer nodig zijn, dat zit er ook wel een keer aan te komen. Hoe worden dan de inkomsten opgevangen? De heer Lennarts is van mening dat de providers behoefte hadden aan een zendmast op bepaalde locaties. De verengingen die toen bereid waren de masten toe te staan, moeten daar ook het voordeel van hebben. Destijds was er immers nog heel wat gedoe over die masten. De heer Boumans sluit zich daar bij aan. De SV Nyswiller heeft destijds zelf het initiatief genomen om een mast te krijgen, de gemeente is er pas in tweede instantie aan te pas gekomen. En zo is de kantine van de SV van de sportvereniging zelf, deze was er niet al te best aan toe. Toen deze verbouwd moest worden is er een lening afgesloten met garantie van de gemeente. Zolang de lening loopt is het geld van de mast nodig. De heer Hoogers vraagt hoe de contracten van de masten zijn samengesteld. Kan de gemeente daar zomaar een claim op leggen en de bedragen zelf verdelen/in eigen zak stoppen? En wat doet de gemeente dan met dat geld? 4

5 De heer Boumans antwoordt dat het eerste contract met toestemming van de gemeente is afgesloten, want de SV is huurder. Het college had geen bezwaar en heeft geen claim gelegd. Daarna is dat op meerdere plaatsen gebeurd en toen heeft het college gezegd dat de SV een derde aan de gemeente moest betalen. Daarna heeft de gemeente gevraagd of de SV het goed vond dat de gemeente het geld ging incasseren omdat het op meerdere plaatsen ging gebeuren en dat zou makkelijker zijn voor de SV. De gemeente maakte dan twee derde over aan de vereniging. Daarna zijn nog twee providers erbij gekomen, die contracten liepen allemaal via de gemeente. De heer Lennarts antwoordt dat er een contract is tussen drie partijen: de gemeente, de sportvereniging en de provider. De gemeente int en sluist het bedrag door. De verdeelsleutel (1/3 en 2/3) is hetzelfde. Dit contract zou voor tien jaar gelden. Wethouder Verhoeven antwoordt dat de contracten door het voorgaande college zijn opgesteld, er waren toen heel andere verhoudingen. Het geld dat de gemeente vangt gaat naar de Algemene middelen en wordt dus ten algemeen nut besteed. Het gaat alleen niet gericht naar een verenigingspot. De heer Hoogers zegt dat als de nieuwe nota wordt aangenomen, dit indruist tegen de basisprincipes van het accommodatiebeleid. Doordat de nieuwe systematiek wordt toegepast, wordt het voor de huurder zonder verhoging van de onderhuur niet meer mogelijk om de exploitatie rond te krijgen. De basis van het accommodatiebeleid is nu net het omgekeerde, alles moet juist betaalbaar worden. Hoe moet dat worden gezien? Wethouder Verhoeven wil op de eerste plaats zorgen voor doorzicht en uniformiteit in benadering van accommodaties. Dat moet wel omdat er geen lijn meer te vinden is in wat er nu gebeurt. De een betaald 45 euro op jaarbasis voor een compleet gemeenschapshuis en de ander een paar duizend. Dat is scheef en dat is niet meer te verklaren. Dat moet eruit. Daarnaast wordt er uitgegaan van het principe dat iedereen een accommodatie moet hebben, maar dat daar wel geld voor moet zijn. Dat geld moet voor een substantieel deel vanuit de gebruiker komen, een heel normaal en te verdedigen uitgangspunt. Als de gebruiker tot op dit moment bijna niets betaalt, dan gaat deze uiteraard schrikken van de meervraag die de gemeente op tafel gaat leggen. Als dat in percentages wordt uitgedrukt, dan zijn dat schrikbarende verhogingen. De WOZ wordt gebruikt om in ieder geval een vergelijk te krijgen, via eenzelfde meetlat. De rechtvaardigheid is daar zo voor een deel ingebracht. De beheerder kan van de gebruikers meer huur gaan vragen, maar kan ook een fancy fair of een loterij organiseren. Maar doorgaans zal hij een deel van de meerkosten doorvertalen naar de gebruiker, dat is rechtvaardig. Dit kan reëel wordt doorvertaald, veel verenigingen zijn bovendien de afgelopen jaren verwend betreffende het gebruik van accommodaties. Men is het niet gewend en men schrikt, maar het is wel rechtvaardig en in proportie tot het product wat men krijgt. Maar dat de een nu veel meer betaald dan de ander, dat is in ieder geval onrechtvaardig. De heer Hoogers vindt het rechtvaardigheidsbeginsel prima, maar rechtvaardigheid langs een te hoge lat gaat te ver. De gemeente heeft een verplichting om te zorgen voor fatsoenlijke en betaalbare accommodaties voor verenigingen. Heeft de wethouder overwogen een andere systematiek toe te passen waarin huurders niet de dupe worden? Wethouder Verhoeven zegt dat vele alternatieven denkbaar zijn, maar voorliggend alternatief is wat het college betreft het meest rechtvaardige alternatief en staat er ook helemaal achter. De heer Lennarts verbaast het dat de gemeente zelf ziet dat het problemen oplevert omdat verenigingen geen mogelijkheden zien hun inkomsten te verhogen. Er is alleen gekeken naar de opbrengst voor de gemeente en niet naar de exploitaties van de verenigingen. De heer Hendriks is het niet duidelijk of de regeling voor onderhuur alleen geldt voor sportverenigingen of voor alle verenigingen. Worden de bestaande overeenkomsten voor de zendmasten opengebroken of worden alleen de nieuwe contracten volgens de nieuwe systematiek afgesloten? De fanfare Slenaken heeft een voorstel betreffende de 2% gedaan maar in de hele tekst is niet te vinden of dit voorstel is overgenomen en er staat ook nergens in de besluitenlijsten van de collegevergaderingen dat is besloten dit wel of niet over te nemen. Er is geen enkele afweging te vinden waarom het voorstel niet wordt overgenomen. En ook de brief van de Stichting Jeugdgebouwen Eys ligt niet bij de stukken. 5

6 Wethouder Verhoeven antwoordt dat de onderhuur van toepassingen is op sportaccommodaties en niet op gemeenschapshuizen, dat moet dus worden gecorrigeerd in de nota. De bestaande GSM-contracten worden door de afdeling Juridische zaken bekeken. Met de gebruikers wordt gekeken of er op vrijwillige basis uniformiteit kan worden nagestreefd. De nieuwe contracten worden natuurlijk op het nieuwe model geënt, maar het streven is erop gericht zo snel mogelijk te komen tot één vergelijkbaar model voor alle accommodaties. Als contracten opengebroken kunnen worden, dan geldt de afbouwregeling voor tien jaar om verenigingen niet voor voldongen feiten te stellen en ze te laten ingroeien naar een nieuwe situatie. Maar de intentie is: vanaf nu de GSM-mast niet meer alleen ten nutte te laten komen van de vereniging die toevallig op de plek zit waar die mast staat. Het voorstel van de fanfare is gebundeld met een aantal ander standpunten van andere verenigingen in het college aan de orde geweest. Het college heeft daar formeel als reactie opgegeven dat zij daarin geen aanleiding zien om het oorspronkelijk voorstel te veranderen. Het is niet zo dat het college per se een stellingname moet innemen omdat iemand anders iets ander vindt. Bovendien zijn de juridische consequenties en de precedentwerking die hiermee wordt geschapen naar anderen voor het college niet duidelijk en er was dus geen andere keuze dan op dat moment nee tegen het voorstel te ze. Want als dat er toe zou leiden dat iedere particulier met eenzelfde soort aanvraag voor de deur zou kunnen staan dan bewijst dat de gemeente geen dienst. Voor het college was noch de pilot, noch het resultaat van de RTG aanleiding om het oorspronkelijke standpunt te veranderen. Betreffende het jeugdgebouw Eys is college zich er tijdens de pilotbesprekingen pijnlijk van bewust geworden dat de gemeente in het recente verleden en beeld heeft geschapen richting jeugdgebouw waar zij terecht van kunnen zeggen ho, gemeente, je hebt ons toegezegd de komende jaren op te komen voor het onderhoud. Maar daarin ziet het college geen aanleiding om het principe nu niet vast te leggen en vanaf nu vast richting jeugdgebouw door te seinen dat dit tot het einde van de afspraken geldt en daarna niet meer. De heer Grooten geeft aan niet te weten dat de stichting in de pilot zat. Daarnaast heeft de stichting zich zelf gemeld omdat ze er per toeval ervan kennis had genomen dat ze niet meer onder het accommodatiebeleid zou vallen, dat had toch wel even vermeld kunnen worden. Bovendien komt er maar geen officieel antwoord, maar hij begrijpt nu dat er met het verzoek niets is gebeurd. De heer Hendriks wil de toezegging dat de brief van 28 mei geëerbiedigd wordt. Wethouder Verhoeven zegt dat het meerjarenonderhoudscontract is uitgegeven aan Breemen, daarin is het Patronaat meegenomen. Daarom is aan de stichting die het Patronaat beheert doorgegeven wat de werkzaamheden van Breemen zouden zijn. Dus is er een verwachting geschapen bij de Stichting. De heer Bogman begrijpt dat het college het voorstel van Slenaken heeft afgewezen vanwege potentiële precedentwerking van een dergelijke subsidie. Dit is kennelijk niet helemaal uitgezocht want het is een veronderstelling. Wethouder Verhoeven wil nu niet in debat gaan, maar wil alleen aangeven dat precedentwerking een overweging is geweest. De heer Franssen vraagt de wethouder of hij het gelijkheidsbeginsel ook op de Timpaan van toepassing wil laten zijn. Moet deze ook geprivatiseerd worden en gerund worden door een stichting met vrijwilligers? Wethouder Verhoeven antwoordt dat de Timpaan onderwerp is van vergelijkende studie. Hij is erop gericht de Timpaan mee te laten marcheren met de vaart der volkeren. Dat kan ertoe leiden dat door gegroeide verhoudingen de manier van beheer en exploitatie van het gebouw niet meer te handhaven is zoals nu en dat de gemeente dus voor andere keuzes komt te staan. Het is nog te vroeg om te zeggen wat de uitkomst van het verhaal zal zijn. Maar het kan niet zo zijn dat aan de ene kant vrijwilligers veel op tafel moeten leggen en aan de andere kant professionele krachten grote bedragen krijgen. Een concreet voorstel hangt af van de invulling van de NV als zodanig, ook daarmee is het college aan de slag. Dit wordt in het totale verhaal meegenomen. De heer Franssen vraagt of dezelfde systematiek wordt toegepast bij het nog nieuw te bouwen complex in Partij. Wethouder Verhoeven antwoordt hierop bevestigend. 6

7 De heer Disse vraagt de heer Bogman of hij onder de regeling valt dat verenigingen die meer dan een bepaald bedrag moeten betalen door de gemeente worden aangevuld. De heer Bogman antwoordt dit niet te weten. Mocht men wel onder de regeling vallen dan gaat het nog maar om ongeveer 750 euro en dat is ten opzichte van die 6280 euro, dan is dat maar een marginaal deel. De heer Disse vraagt de wethouder of hij de plannen rondom de sluiting van het gebouw van het Sophianum in Nyswiller meeneemt. Wethouder Verhoeven antwoordt dat Nyswiller recht heeft op een gemeenschapslocatie, er is ook afgesproken dat zodra de raad uitspraak doet over de onderwijskant, daarmee onmiddellijk de andere disciplines inspringen om daar hun invulling richting toekomst aan te geven, in samenspraak met de bewoners van Nyswiller. De heer Disse vraagt met betrekking tot het Wielderhoes of de wethouder tegemoet kan komen aan de noodkreet van het bestuur dat op dit moment moet worden bijgesprongen om ervoor te zorgen dat de zaak niet naar de filistijnen gaat. Wethouder Verhoeven antwoordt met het bestuur van het Wielderhoes in gesprek te zijn. Er bleek een misverstand gerezen te zijn rondom de tien euro huurprijs. Men veronderstelde dat de gemeente zou eisen dat er tien euro huur gevraagd zou worden, dat misverstand is nu uit de wereld geholpen. De situatie baart zorgen, los van het accommodatiebeleid, want het Wielderhoes zit in moeilijkheden. De heer Hoogers vraagt de wethouder of de brave burger uiteindelijk niet alles moet betalen als verenigingen niet meer kunnen betalen, dus failliet gaan en de gebouwen leeg komen te staan. Wethouder Verhoeven antwoordt hierop ontkennend. Er zijn in den lande veel accommodatiebeheerders die zonder een cent ondersteuning van gemeentewege de totale exploitatie en het beheer doen. Het zou dus niet per se tot leegloop en faillissementen moeten leiden. De heer Hendriks is bang voor een negatieve spiraal als verenigingen elders onderdak gaan zoeken om de tien euro huur te ontwijken. Hoe wordt dit ondervangen? Daar staat niets over in deze regeling. Bij het Wielderhoes heerst onduidelijkheid omdat zij niet weten wat de WOZ-waarde precies is en wat dus de last zal gaan worden. En zo is dus ook niet duidelijk wat er nu binnenkomt en wat dit straks op basis van die 2% oplevert Wethouder Verhoeven antwoordt dat de negatieve spiraal een aanname is. Als er in het Wielderhoes sprake is van een huurstijging van 3 euro en als dat dan voor 40 mensen van een harmonie aanleiding is om elders een onderkomen te gaan zoeken, dan komt er inderdaad een negatieve spiraal. Maar het is de vraag of dat gaat gebeuren. De heer Hendriks denkt dat de harmonie dit niet zal gaan doen, maar met betrekking tot de individuele lessen zou dat best eens kunnen gebeuren en dat gaat dan op jaarbasis om heel wat geld. Dat is geen theoretisch verhaal. Bovendien staat er in het raadsvoorstel wel wat er over tien jaar binnen moet komen ( euro), maar er staat niet wat er nu binnenkomt. Wethouder Verhoeven antwoordt dat het verschillende kanten op kan gaan. En het is ook niet zo dat het per se zo is dat het plaatje dichtgeplakt moet worden met meer huur van gebruikers, dan kan ook op een andere manier. In het geval Wielderhoes blijkt een groot deel van het deficit te ontstaan in de kwaliteitseis van het bestuur. In die kostenkant kan het dus ook worden gezocht, maar daarover is de gemeente in gesprek met het Wielderhoes. Tien euro huur per uur is acceptabel. En het wordt elders wel gedaan, dat men het hier niet is gewend is wat anders. De gemeente ontvangt op dit moment aan huur euro (maar daar zit van de NV in) en dat wordt euro, dat is op basis van de globale cijfers. Daar zitten nuances in die eerst nog berekend moeten worden. De heer Hendriks vraagt hoe het dan zit met de ton die de gemeente over tien jaar aan huur binnen zou krijgen, daar zit de NV dan toch ook in? Wethouder Verhoeven antwoordt dat de grote van het verschil in die grote post zit, maar men kan beter even wachten op de cijfers nadat ze zijn gecontroleerd. De heer Hendriks wil uit kunnen rekenen wat een alternatief percentage oplevert, maar dat kan nu niet. Wethouder Verhoeven zegt dat als men uitgaat van de globale cijfers, dan komt dat op ongeveer euro uit. Nu is het euro, exclusief de NV. 7

8 De heer Franssen vraagt de voetbalclubs of zij bereid zijn naar het sportcomplex te verhuizen als ze de zaak financieel niet meer rond krijgen. De heer Janssen antwoordt dat de VV Nyswiller in Partij misschien nog wel meer kwijt is want daar zal de 2% van de WOZ waarde van zo n nieuw complex wel veel meer zijn. De heer Lennarts antwoordt persoonlijk nooit en te nimmer naar Partij te gaan omdat hij zich niet kan vereniging met het feit dat een gemeente door het wijzigen van het beleid de vereniging failliet laat gaan en dan vervolgens verwacht dat die vereniging coulant is en de gemeente afhelpt van een complex waar niemand behoefte aan heeft. De heer Franssen vraagt de verenigingen of zij denken dat het voorliggende voorstel de leefbaarheid van de kernen in de problemen komt omdat het aantal leden zal afnemen als gevolg van het beleid. De heer Bogman antwoordt dat het in ieder geval onder druk komt te staan. Als dit leidt tot opheffen van de verenigingen, dan leidt dat ook tot vermindering van de leefbaarheid in de kern. De heer Boumans denkt dat de vereniging niet lang meer bestaat als dit plan doorgaat. De vereniging kan niet anders dan de contributie verhogen. De contributie wordt nu laag gehouden omdat veel voetballers in het dorp lid zijn van wel vier of vijf verenigingen en een euro kan maar een keer worden uitgegeven. De heer Lennarts zegt dat contributieverhoging betekent dat ouders hun kinderen maar op één vereniging zullen laten en niet op twee of drie, per saldo zullen dus alle verenigingen er op achteruit gaan. Dan gaan verenigingen over de kop en dat is niet goed voor de leefbaarheid. De heer Grooten zegt dat geld en levensvatbaarheid altijd een samenhang heeft. De heer Disse vraagt onder welke voorwaarden particuliere eigenaren de zalen zouden kunnen gaan exploiteren (zoals in Mechelen). Is er al een helder beeld over hoe een dergelijke constructie eruit zou kunnen zien? Wethouder Verhoeven antwoordt dat die weg een stuk is bewandeld, Epen is ook gevraagd of ze die weg wilden bewandelen, maar dat wilden ze niet. Reijmerstok en Mechelen verschillen wel van elkaar want in Reijmerstok staat een gemeentelijke accommodatie waarin zowel een gemeenschapsinitiatief als een commerciële ondernemer zit, waarbij wordt uitgegaan van de opzet dat de een de ander versterkt. In Mechelen zit een particuliere ondernemer met een zaal, die op eigen kosten en risico gemeenschapsactiviteiten naar binnen wil halen. Vorig jaar was dat anders, toen richtte hij zich meer op de catering en de bistro, maar hij heeft ondertussen ontdekt dat gemeenschapsactiviteiten ook commercieel voor hem heel aantrekkelijk zijn. Op het moment dat de gemeenschap ergens terecht kan, dan moet de gemeente daar niet in roeren, want dan lost zich dat vanzelf op binnen de commercie. In Reijmerstok verwacht de gemeente dat er goede gebruiksafspraken komen tussen de particuliere ondernemer en de gemeenschap, anders komen er problemen in het dagelijkse beheer. De heer Disse gaat er vanuit dat er een open houding wordt aangenomen richting de mogelijkheid dat particuliere ondernemers in een kern een gemeenschapsaccommodatie gaan exploiteren. Nu zeg de wethouder dat Mechelen mooi is geregeld en dat hij er zich er daarom verder niet mee wil bemoeien. Wethouder Verhoeven antwoordt dat dit nou juist niet aan de orde is in Mechelen. In Reijmerstok is dat een ander verhaal, net zoals in Eys. Daar zit een particuliere ondernemer tegenover de gymzaal, er zijn talloze varianten denkbaar als het gaat om het inschakelen van de lokale horeca of een commerciële ondernemer. Maar op dit moment zijn er geen voorbeelden dat de gemeente met en commerciële ondernemer aan de slag is en is dus ook geen voorwaarden met die mensen aan het uitwerken. De heer Disse vraagt voorts of de aanvraag voor subsidie van de SV Slenaken past in zijn beleid dat hij nu voorstelt. Wethouder Verhoeven antwoordt dat deze brief bij het college ligt en wordt dus nog door het college afgehandeld. Brievenschrijvers worden niet via het RTG beantwoord. En het is bovendien een vraag die past in het bestaande beleid en niet in het voorgestelde accommodatiebeleid. De heer Disse vraagt de wethouder wat hij vindt van de signalen die de aanwezige insprekers geven (er mee ophouden, over tien jaar zijn alle clubs failliet, enz.). Wethouder Verhoeven zegt dat er geen fictief besluit is als het gaat over het maaien. De raad heeft al besloten om het maaien in rekening te brengen. De hoogte van dat bedrag komt in Slenaken vrijwel overeen met het eindsaldo van het accommodatiebeleid. Het scheelt 22 euro met het door de raad vastgestelde accommodatiehuur en maaien. Als hetgeen de spekers stellen zo zou zijn, dan zou dat nu 8

9 ook gelden, met het huidige beleid. Want hetgeen in rekening gebracht wordt conform hetgeen de raad bijna vier jaar geleden heeft besloten, zou er dan voor moeten zorgen dat de clubs nu ook failliet gaan. Zelf is hij daar overigens niet zo van overtuigd, want het huidige beleid levert dezelfde situatie op. De heer Lennarts antwoordt dat het om twee zaken gaat, nl. de 2% WOZ-waarde én het afnemen van de zendmast. Beide zaken tegelijkertijd trekt de vereniging niet en de overige verenigingen ook niet. Door het kwijtraken van de inkomsten van de zendmast gaat SV Slenaken failliet. De heer Disse vraagt of de achterliggende gedachte achter het meer laten betalen door de sportclubs is dat hiermee het sportcomplex in Partij gefinancierd kan worden. Wethouder Verhoeven antwoordt dat dit totaal niet zo is. De Fractie Brants, de Fractie Franssen en GroenLinks willen het stuk niet door laten gaan omdat ze het stuk onvolledig vinden. De correcte getallen missen, evenals het eenheidsbeginsel en de uitgangspunten. Bovendien zijn een aantal verenigingen niet gehoord en is er nog steeds een groot verschil van mening over de interpretatie van de cijfers. De overige fracties willen het stuk wel door laten gaan om zo de discussie verder te kunnen voeren in de raad. De voorzitter concludeert dat de stemmen staken en dat het stuk dus terug moet naar het Seniorenconvent. 2. Raadsvoorstel ID/091 1 e wijziging Archiefverordening Aanwezig Voorzitter: de heer J.K.H. Duckers (Balans); Wnd. griffier: de heer S.W.J. Amkreutz; Leden: R.E.M.N. Frijns (Balans), T.P.T. Hoogers (Fractie Brants), J.M.G.H. Hendriks (CDA), P.H.J. Franssen (Fractie Franssen), F.G. Disse (GroenLinks), R.J.P. Bemelmans (PvdA); College: wethouder R.A.J.C.M. Verhoeven; Directieteam: - Ambtelijke ondersteuning: - Aanwezige gesprekspartners: - Duur: 1 minuut De RTG-leden geven aan dat dit onderwerp zonder verdere discussie als hamerstuk door kan naar de raadsvergadering. 9