Verslag van de vierde bijeenkomst van de participatiegroep Amersfoort-West Bereikbaar, gehouden op woensdag 20 april 2011.

Transcriptie

1 1 Verslag van de vierde bijeenkomst van de participatiegroep Amersfoort-West Bereikbaar, gehouden op woensdag 20 april Aanwezig F. de Haan Voorzitter R. Azoumi Gemeente Amersfoort A. van der Beek Gemeente Amersfoort I. van Veen Gemeente Amersfoort S. van der Woude Gemeente Amersfoort H. Buijtelaar Wethouder Gemeente Amersfoort (gedurende een deel van de vergadering) D. Bos Stichting Het Utrechts Landschap D. Haver Droeze Stichting Woonklimaat Berg P. de Langen SGLA R. Pasman SGLA F. Vis Dierenpark Amersfoort C. Franssen Voorzitter VBBBB H.J. te Loo Voorzitter VvE Midland Parc W. Wagemakers Fietsersbond L. Haver Droeze Belangenvereniging Daam Fockemalaan e.o. M.J.J. van der Weiden Belangenvereniging B.W.-laan, even nummers M. ter Horst Belangenvereniging B.W.-laan, even nummers K.J. Rodenburg Belangenvereniging B.W.-laan, oneven nummers P. van Hessen Belangenvereniging B.W.-laan, oneven nummers W. Pot VAB R. Slot Werkgroep Birkstraat/Vondellaan M. Groenewegen Werkgroep Birkstraat/Vondellaan M. Swets Nieuwe Eemland E. Palmboom Milieudefensie Afwezig: W. Vos Soesterkwartier H. Edmann AMHC Afwezig met kennisgeving: H. Abrahams Projectleider, gemeente Amersfoort C. Bakker Stichting Het Utrechts Landschap H. van den Bold Belangenvereniging Daam Fockemalaan e.o. C. Koster Mobiliteitsplatform Amersfoort C. Bakker Stichting Het Utrechts Landschap P. Binkhorst Natuur en Milieufederatie Utrecht B.D. Young-van Leijen Notuliste Opening De voorzitter opent de bijeenkomst en heet alle aanwezigen welkom. Projectleider de heer Abrahams is vanwege vakantie afwezig. Verder zijn vanavond voor het eerst aanwezig de heren Van Hessen (B.W.-laan oneven nummers), Van der Woude (verkeerskundige van de gemeente Amersfoort) en Bos van Het Utrechts Landschap.

2 2 Verslag 28 maart 2011 De heer Ter Horst zou graag het verslag ontvangen, tot nu toe heeft hij nog geen enkel verslag ontvangen. De heer Haver Droeze merkt op dat hij de stukken graag eerder zou ontvangen. Ook verdient het aanbeveling aanvullende stukken, zoals het verslag van de bijeenkomst in klein comité en onderzoeken, als bijlage bij het verslag te voegen. Verder vraagt hij om conclusies en besluiten in het verslag te vermelden en aan het eind een besluitenlijst op te nemen. Spreker vindt het verslag van 28 maart jl. te neutraal, het verwoordt niet de turbulentie die optrad tijdens de vergadering. De heer Rodenburg stelt een neutraal verslag op prijs, zodat er geen dossier wordt opgebouwd. De heer Haver Droeze refereert aan het verzoek dat is gedaan aan leden van de participatiegroep om mee te werken aan een filmpje voor de website. De groep wordt hiermee volgens hem gepolitiseerd. Mevrouw Haver Droeze had ook graag meer in het verslag gelezen over de verwarring die ontstond tijdens de vergadering en de gevoerde discussie. Zij herkent zich niet in het verslag. De voorzitter concludeert dat de vorige bijeenkomst een turbulente avond was. Hij vraagt de aanwezigen of zij er voorstander van zijn de gevoelstemperatuur tijdens de vergadering in het verslag te vermelden. Het merendeel van de aanwezigen is hier tegen. Het voorstel wordt verworpen. Besluit Mw. Haver Droeze merkt op dat het niet gaat om het aangeven van de gevoelstemperatuur per bijeenkomst. Zij stelt het op prijs om in geval er sprake is van grote turbulentie of commotie, dat daarvan als gegeven ook melding van wordt gemaakt in de notulen zodat hiermee ook recht wordt gedaan aan de omstandigheden. De vergadering geeft aan hier wel mee in te kunnen stemmen. Op pagina 2 staat dat de heer Abrahams een rapportje zal opstellen met informatie over ProRail en dit zal laten opsturen naar de leden van de participatiegroep. Dit is nog niet gebeurd. Actie Mevrouw Haver Droeze vraagt of het wel klopt dat het pakket aan regionale maatregelen ter besluitvorming voorlag aan de Raad van State. Volgens haar moet dit de Tweede Kamer zijn. De heer Van der Beek zal dit navragen. Actie Mevrouw Haver Droeze zal een tekstvoorstel indienen voor het stukje over het petit comité (pagina 4-5) en voor het stukje over de opdrachtformulering (vierde alinea op pagina 5). De heer Pot vindt de wijze waarop het verslag wordt besproken niet correct. Er worden nu strategische zaken toegevoegd. Dit wordt vanuit de vergadering weersproken door mw. Haver Droeze. Het verslag dient een weergave te zijn van hetgeen de avond zelf is besproken. De voorzitter geeft aan dat iedereen wordt gevraagd eventuele wijzigingen vooraf door te geven. De heer De Langen maakt een compliment over het verslag. Ondanks het feit dat het een zeer warrige discussie was, is het een duidelijk verslag geworden. Stappen en randvoorwaarden De heer De Langen geeft aan dat een aantal leden van de participatiegroep in klein comité bijeen is geweest. Samen hebben zij een matrix en een stappenplan opgesteld. Op een overzichtelijke wijze is per onderzoek aangegeven welke stappen moeten worden gezet, wat het doel is, wie het uitvoert, wanneer het wordt uitgevoerd, wat de rol is van de participatiegroep en welke randvoorwaarden van toepassing zijn. Deze randvoorwaarden vormen een toetsing voor alles wat ter sprake komt. Conclusies: - consensus waar mogelijk, compromissen waar nodig; - de medewerkers van de gemeente Amersfoort maken geen deel uit van de participatiegroep; - de participatiegroep gaat over het eigen stuk en geeft een eigen advies; - de voorzitter is onafhankelijk en staat ten dienste van de participatiegroep. Hij moet het proces en de procedures bewaken. Mevrouw Van Veen vult aan dat met een stappenplan mogelijk beter te geanticipeerd kan worden op wat op de participatiegroep af komt. Het stappenplan dient als agenda voor de komende maanden. Het is belangrijk om vooraf te weten waar het over gaat. Het is de taak van de voorzitter om ervoor te zorgen dat die punten dan ook op de agenda komen.

3 3 De voorzitter geeft aan dat hij graag een van de leden van de participatiegroep naast zich heeft als medebewaker van het proces. Deze persoon wordt gevraagd mee te denken over de agenda en mee te kijken naar de randvoorwaarden. Voorafgaand aan de vergadering van de participatiegroep wordt een en ander door het voorbereidingsgroepje, onder wie dit lid van de participatiegroep, voorbesproken. Mevrouw Haver Droeze en de heer Rodenburg willen gezamenlijk deze taak op zich nemen. De voorbereidingsgroep zal vanaf nu bestaan uit de voorzitter, mevrouw Van Veen, de heer Abrahams, mevrouw Haver Droeze en de heer Rodenburg. Er is een mogelijkheid dat de heer Haver Droeze en mevrouw Haver Droeze elkaar afwisselen in deze voorbereidingsgroep. De vergadering gaat hiermee akkoord. Besluit Eventuele opmerkingen over de matrix en het stappenplan kunnen binnen een week worden doorgegeven aan de heer De Langen. De vergadering besluit om op het stappenplan te sturen en dit te gebruiken als basis om verder te gaan. Besluit De heer Rodenburg waarschuwt voor een te gedetailleerde sturing, dit zal het moeilijker maken om het doel te bereiken. Hij adviseert voor de volgende keer een flowchart te maken. Mevrouw Van Veen merkt op dat de voorbereidingsgroep de het stappenplan en de planning verder zal uitwerken. Er zal een flowchart worden toegevoegd en naar voren zal komen waar knelpunten zijn. Deze zullen worden aangegeven in de planning. Actie Introductie wethouder Buitelaar De voorzitter geeft het woord aan wethouder Buitelaar. Wethouder Buitelaar zegt dat hij vanavond als gast / toehoorder aanwezig is om te laten zien dat het onderwerp zijn aandacht heeft. Ook vindt hij het belangrijk om te zien hoe het participatietraject verloopt. Hij wil vanavond proeven hoe het gaat zo met zijn allen. Opdrachtformulering voor variantenonderzoek De heer Van der Beek licht de verschillende stappen toe aan de hand van de door Grontmij voorgestelde aanpak om de varianten in te perken. Mevrouw Haver Droeze vraagt of het correct begrepen is dat Grontmij de opdracht gegund heeft gekregen. De heer Van der Beek antwoordt dat Grontmij in haar offerte een aanpak heeft voorgesteld die het meest aansluit bij de geformuleerde randvoorwaarden. Vier partijen waren gevraagd om een offerte uit te brengen. De participatiegroep wil graag de argumentatie ontvangen op basis waarvan de offertes zijn beoordeeld. De heer Van der Beek zal die laten toesturen aan de leden van de participatiegroep. Actie Stap 1: Verkenning alternatieven en verkeerskundige lay-out: alle bestaande varianten worden in beeld gebracht. Hierbij komen alle aspecten aan bod (o.a. ov, aansluitingen, benodigde breedte). Er is nog geen besluit genomen over het snelheidsregime. Stap 2: contextanalyse en divergeren: probleemanalyse, analyse van de belangen, analyse van de ruimtelijke varianten. Er is een relatie met de methode Verdaas. Zijn er oplossingen die nog niet zijn bedacht om de beoogde doorstromingskwaliteit te bereiken? De heer Rodenburg merkt op dat Grontmij heel andere termen en stappen hanteert dan de gemeente Amersfoort. Volgens hem geeft Grontmij de verkeerskundigen van de gemeente hiermee een brevet van onvermogen. Spreker roept ertoe op in ieder geval dezelfde terminologie te gebruiken. De heer Van der Beek zal Grontmij vragen in de uitwerking de terminologie aan te passen. Actie Stap 3: Bouwen beslisboom en toepassen op alle varianten. Door convergeren blijven na deze stap circa 15 varianten over. Voorafgaand zullen alle varianten aan de participatiegroep worden toegestuurd. Actie

4 4 Stap 4: uitwerken 15 varianten. Nadat de beslisboom is toegepast, blijven er circa vijftien varianten over. Deze worden globaal uitgewerkt. De verkeerskundige effecten van deze varianten worden bepaald alsmede de verkeersafwikkeling en de doorstromingskwaliteit. Mevrouw Haver Droeze mist een analyse van de knelpunten. Zij wil een helder vertrekpunt. De heer Rodenburg spreekt zijn vermoeden uit dat de verkeersstromen heel bepalend worden bij het maken van een keuze. Als hier goed naar wordt gekeken, zullen er waarschijnlijk slechts maximaal vijf varianten overblijven. Dit is een te wetenschappelijk verhaal dat complexiteit met zich meebrengt. Spreker is hier niet gelukkig mee. De heer De Langen merkt op dat de participatiegroep heeft gevraagd om informatie over de onderliggende verkeersmodellen. Daar komen vervolgens verkeersstromen uit. Als deze niet bekend zijn, is het lastig om advies te geven over eventuele trechtering van de modellen. Hij roept ertoe op niet verzeilen in discussies over stromen die nog niet bekend zijn. De verkeerskundigen van de gemeente geven op 18 mei a.s. een presentatie over de onderliggende verkeersstromen van het verkeersmodel. Actie Stap 5: beschrijven effecten en beoordelingsmatrix: De varianten worden onderling per criterium afgewogen en beoordeeld en weergegeven in een beoordelingsmatrix. De heer Rodenburg heeft hier geen goed gevoel bij. Het is volgens hem een te technische benadering. Stap 6: rapportage: Op basis van de rapportage wordt een raadsvoorstel opgesteld. In het raadsvoorstel is het aantal varianten ingeperkt tot drie of vier. Vervolgens wordt er een strategische milieubeoordeling en een maatschappelijke kosten-batenanalyse gemaakt. Gevraagd wordt of ook rekening wordt gehouden met de doelstelling van de gemeente Amersfoort om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Antwoord: dit is het geval. Gevraagd wordt of de modellen ook beeldend worden uitgewerkt. Antwoord: vijftien ontwerpen worden op detailniveau uitgewerkt. Om de basissituatie te kennen zijn de uitkomsten van actuele verkeerstellingen nodig. Gevraagd wordt of deze op 18 mei a.s. al zijn uitgevoerd. Geantwoord wordt dat er dan nog geen resultaten van de verkeerstellingen bekend zijn. Mevrouw Haver Droeze merkt op dat bespreking van het onderwerp op 18 mei a.s. dan niet handig is omdat daarmee het inzicht in de knelpunten ontbreekt.. Zij vraagt wanneer terugkoppeling naar de participatiegroep van de uitkomsten van de verkeerstellingen plaatsvindt. Dit zal aan de planning worden toegevoegd. Actie Grontmij baseert de studie op basis van de bestaande varianten. Gevraagd wordt of er een lijst van deze varianten beschikbaar is. Geantwoord wordt dat dit niet het geval is. Grontmij maakt zelf een overzicht. Gevraagd wordt of Grontmij van de nulmeting uitgaat. Geantwoord wordt dat dit niet nodig is bij het opstellen van een lijst van de varianten. Op het moment dat er keuzes worden gemaakt, is de nulmeting wel van belang. Gevraagd wordt of bij de tellingen rekening wordt gehouden met de meivakantie. Geantwoord wordt dat er tijdens de meivakantie wordt geteld alsmede de week erna. Geadviseerd wordt om hieraan nog een week toe te voegen. Dit wordt ook toegezegd door de heer van der Beek. De heer Rodenburg adviseert om het grote aantal alternatieven op te splitsen in enkele hoofdstromen. De heer De Langen is het hiermee eens. De heer Pot vindt het niet verstandig om nu de opdrachtformulering te wijzigen. De opdracht is om alle alternatieven in beeld te brengen. Dat is de opdracht aan Grontmij. De heer Van der Beek geeft aan dat het aantal varianten eerst wordt ingeperkt tot vijftien. Deze worden gedetailleerd bekeken. Vervolgens komen drie tot vier varianten terug in het voorstel aan de raad. De heer Buitelaar geeft aan dat de raad de randvoorwaarden en de wijze van participatie heeft vastgesteld maar niet het aantal varianten, het kunnen dan ook meer varianten zijn.

5 5 De heer Haver Droeze merkt op dat er alleen goed kan worden beoordeeld als het vertrekpunt, de nulsituatie, bekend is. Pas als de effecten van de aanpassing van de snelwegen, de tunneltjes en de afslagen bekend zijn, is een goede beoordeling mogelijk. De voorzitter concludeert dat het belangrijk is om de huidige situatie goed in beeld te brengen. Een andere oplossing is om te kijken naar de vijf hoofdstromen. De heer Buitelaar merkt op dat de nulsituatie de huidige situatie is, zonder eventuele aanpassingen in de vorm van fietstunnels, extra afslagen etc. De voorzitter vraagt aan de participanten te reageren op de voorgestelde aanpak. De participanten reageren daarop als volgt: De heer Haver Droeze vreest dat de aanpak van Grontmij en haar eigen methodiek niet een uitkomst geven waar de participatiegroep wat aan heeft. - Mevrouw Slot geeft mee dat ook meegenomen dient te worden wat Soest gaat doen. Men is daar bezig met de spoorwegovergang en de kruising van de Soesterbergerstraat. - Het verkeersmodel moet leidend zijn en er moet inzicht zijn in het verkeersmodel. - Het voorstel van Grontmij ligt ver af van wat er eerder is gepresenteerd. Sluit het voorstel wel aan bij het onderzoek? - Focus niet op teveel varianten, het risico bestaat dat mensen anders afhaken. - Mevrouw Haver Droeze meldt dat er zorgen zijn in de buurt. De maximale capaciteit van de weg is in de huidige situatie bereikt en brengt in die situatie al overlast mee. De overlast is rechtstreeks gekoppeld aan de hoeveelheid verkeer en deze moet in de toekomst niet verder toenemen. Als slechts gekeken wordt naar het verbeteren van de doorstroming, delven veiligheid en leefbaarheid het onderspit met alle gevolgen voor de buurt van dien. - De heer De Langen zou graag tijdens de volgende vergadering een presentatie zien over het verkeersmodel. Daaruit kan worden gedestilleerd met welke criteria het vervolgonderzoek wordt ingegaan. Dit geeft rust en een beter gevoel. - Er zou eerst moeten worden gewacht op de effecten van de verbreding van de A1 en de A28. - Wees voorzichtig met het vergroten van de hoeveelheid beton/asfalt; dit trekt alleen maar meer verkeer aan. - De heer Pot geeft aan dat al sinds 1952 over het onderwerp wordt gesproken. Hij vindt dat de participatiegroep niet te veel op de stoel van de deskundige moet gaan zitten maar de adviesrol moet houden. Ook wil hij graag vasthouden aan het vooraf opgestelde tijdschema. - De heer Van Hessen betwijfelt de noodzaak van een wijziging van de situatie. Volgens hem is het slechts twee keer per dag druk. Hij roept er dan ook toe op de urgentie in kaart te brengen. - Opgemerkt wordt dat een betere bereikbaarheid op zich een vaag doel is. Kan de wethouder uitleggen wat wordt verstaan onder een betere bereikbaarheid? - De Fietsersbond hoopt op een variant met een maximale inzet op het fietsverkeer. - De heer Rodenburg vraagt of de opdracht aan Grontmij ophoudt na afronding van punt 1. De heer Van der Beek antwoordt dat de opdrachtverlening alleen voor punt 1 is. Ten aanzien van de vervolgopdracht en hoe het onderzoek moet worden ingericht, zal een groepje bestaande uit mevrouw Haver Droeze, de heren De Langen en Rodenbur gaan advies voorbereiden. Actie - Opgemerkt wordt dat de participatiegroep zich nu niet voldoende herkent in stap 2 van het voorstel van Grontmij. Het is belangrijk dat het onderzoek gedragen wordt door de hele participatiegroep. - Opgemerkt wordt dat het belangrijk is duidelijk te formuleren welk eindresultaat de participatiegroep wil zien. De heer Van der Beek geeft aan dat hij toch graag Grontmij alvast opdracht wil geven om verder te gaan met stap 2. De verbaasde reactie vanuit de aanwezigen is dat de heer Van der Beek het opnieuw niet heeft begrepen. Afgesproken wordt dat de kleine groep voorafgaand aan de volgende bijeenkomst de planning, het stappenplan en een advies ten aanzien van het onderzoek voorbereidt. Actie Stand van zaken huidige onderzoeken Het onderwerp is gedurende de avond al deels aan de orde geweest. Het ecologisch onderzoek is gestart. Het wordt uitgevoerd door Waardenburg. Inmiddels zijn de havik en de appelvink gesignaleerd. Momenteel wordt het verkeersmodel geactualiseerd. Op 18 mei a.s. zal hierover een presentatie worden gegeven.

6 6 De heer Van der Beek merkt op dat dit exclusief de uitkomsten van het verkeersonderzoek is. De heer Pot merkt op dat de participatiegroep moet adviseren en toetsen op basis van wat er wordt gepresenteerd. Door de discussies binnen de participatiegroep lijkt het volgens hem alsof de mening van de ondernemers haaks staat op die van de bewoners, terwijl beide groepen het grotendeels met elkaar eens zijn. Vanuit het bedrijfsleven is de opdracht met name bereikbaarheid. De heer Van der Weiden is van mening dat de uitvoerige gebiedskennis van de bewoners moet worden meegenomen. De heer Haver Droeze vindt dat werken en wonen in Amersfoort leuk moeten blijven. Er moet naar een werkbaar compromis worden toegewerkt dat gebaseerd moet zijn op realiteit en kwaliteit. Sluiting en borrel De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit het formele deel van de bijeenkomst. Acties 20 april 2011: Nr. Actie Wie Wanneer 001 Rapportje opstellen met informatie over ProRail Abrahams mei Navragen of regionale maatregelen ter besluitvorming Van der Beek mei 2011 voorlagen bij Raad van State of Tweede Kamer 003 Flowchart en knelpunten toevoegen aan de planning Petit comité mei Argumentatie ten aanzien van beoordeling offertes naar Van der Beek mei 2011 participatiegroep 005 Terminologie Grontmij in uitwerking aanpassen Van der Beek mei Alle varianten naar participatiegroep Van der Beek mei Presentatie geven over verkeersmodel Van der Beek 18 mei Terugkoppeling uitkomsten verkeerstellingen toevoegen Petit comité mei 2011 aan planning 009 Advies voorbereiden t.a.v. vervolgopdracht Petit comité mei Voorafgaand aan de volgende bijeenkomst planning, Petit comité mei 2011 stappenplan en advies t.a.v. het onderzoek voorbereiden Besluiten 20 april 2011: Nr. Besluit 001: De vergadering besluit het verslag neutraal te houden en niet in te gaan op de sfeer van de avond. 002 De voorbereidingsgroep zal vanaf nu bestaan uit de voorzitter, mevrouw Van Veen, de heer Abrahams, mevrouw Haver Droeze en de heer Rodenburg. 003 De vergadering besluit op het stappenplan te sturen en dit te gebruiken als basis om verder te gaan.