Verslag van de werksessie van de participatiegroep verbeteren doorstroming van het verkeer in Amersfoort-West, gehouden op donderdag 8 september 2011.

Transcriptie

1 1 Verslag van de werksessie van de participatiegroep verbeteren doorstroming van het verkeer in Amersfoort-West, gehouden op donderdag 8 september Aanwezig F. de Haan Voorzitter I. van Veen gemeente Amersfoort (voorzitter van tweede deel bijeenkomst) H. Abrahams gemeente Amersfoort A. van der Beek gemeente Amersfoort R. Azoumi gemeente Amersfoort C. Drupsteen gemeente Amersfoort, projectleider Structuurvisie E. van Duijn gemeente Amersfoort, projectleider V&V-plan S. van der Woude gemeente Amersfoort C. Bakker Stichting Het Utrechts Landschap D. Bos Stichting Het Utrechts Landschap D. Haver Droeze Stichting Woonklimaat Berg P. de Langen SGLA H.J. te Loo Voorzitter VvE Midland Parc W. Wagemakers Fietsersbond L. Haver Droeze Belangenvereniging Daam Fockemalaan, Beroemde Vrouwenbuurt e.o. M.J.J. van der Weiden Belangenvereniging Daam Fockemalaan even nummers K.J. Rodenburg Belangenvereniging B.W.-laan, oneven nummers C. Koster Mobiliteitsplatform Amersfoort W. Pot VAB M. Groenewegen Werkgroep Birkstraat/Vondellaan C. Beckmann Belangenvereniging Daam Fockemalaan, Beroemde Vrouwenbuurt eo E. Landman gemeente Soest J. Hartman Grontmij R. Snijders Grontmij A. Nauta DHV C. van der Krogt DHV Afwezig: H. Erdmann AMHC (afwezig) F. Vis Dierenpark Amersfoort, vervangen door C. Franssen Voorzitter VBBBB afwezig J. van der Heiden VBBBB afwezig M. ter Horst Belangenvereniging B.W.-laan, even nummers P. van Hessen Belangenvereniging B.W.-laan, oneven nummers afwezig R. Slot Werkgroep Birkstraat/Vondellaan afwezig? J.Kouwe Werkgroep Birkstraat/Vondellaan W. Vos Soesterkwartier M. Swets Nieuwe Eemland afwezig P. Berg Natuur en Milieufederatie Utrecht afwezig P. Binkhorst Natuur en Milieufederatie Utrecht afwezig P. Löhnberg Milieudefensie afwezig E. Palmboom Milieudefensie afwezig J. van den Brom VBBBB afwezig R. Pasman SGLA afwezig H.van den Bold Belangenvereniging Daam Fockemalaan, Beroemde Vrouwenbuurt eo B.D. Young-van Leijen Notulist

2 2 Opening De voorzitter opent de bijeenkomst en heet alle aanwezigen welkom. Vanavond staan de probleemanalyse en de eerste trechtering centraal. Probleemanalyse Input verkeersmodel (Heino Abrahams) De heer Abrahams neemt het stappenplan en de planning door met de aanwezigen: Stappen: Probleemanalyse en eerste trechtering - 8 september Tweede trechtering - 28 september a.s. Voorstel aan college - week van 17 oktober a.s Participatiegroep bijeenkomst - 27 oktober a.s. Informeren college/presentatie raad - 1 november a.s. Behandeling in de Ronde - 15 november a.s. Besluit - 29 november a.s. Tijdens de Ronde op 15 november a.s. is er slechts enkele minuten beschikbaar voor insprekers. Vanwege de begrotingsperiode is er geen moment beschikbaar voor Het Plein. 1 november a.s. kan gebruikt worden om een presentatie te verzorgen voor de raad. Tijdens deze presentatie kunnen de verschillende standpunten die binnen de participatiegroep bestaan, worden toegelicht. De heer Abrahams moet dit nog afstemmen met de griffie. Mevrouw Haver Droeze vraagt wat er gebeurt als het niet lukt om op 1 november a.s. een presentatie te geven. Het is volgens haar essentieel om deze kans om de raad te informeren te benutten. De heer Abrahams weet op 13 september a.s. of 1 november akkoord is. Hij zal het antwoord meteen terugkoppelen. Als het niet lukt, zal er een ander moment van informatie worden gezocht. De heer De Langen vraagt of gezien de politieke ontwikkelingen van de laatste week de voorliggende planning van behandeling door de raad wel gehaald wordt. Ook twijfelt hij of er in deze situatie ruimte is voor dit soort zware discussies. De heer Haver Droeze zou het vervelend vinden als de raad niet voldoende geïnformeerd kan worden. Het gaat om een investering van minimaal 60 miljoen. Spreker vindt het onzinnig om in zo n hoog tempo hierover te beslissen. Het klein comité heeft vragen gesteld bij de verkeersmodellen 2006 en 2020 die door de gemeente zijn opgesteld. Zij zetten vraagtekens bij de cijfers die de input vormen voor het verkeersmodel voor de situatie in 2020; de cijfers hebben betrekking op onder meer ontwikkelingen in Vathorst-West, Elisabeth, CSG, Hogewegzone en dergelijke. Een overzicht waaraan het klein comité de in diens ogen realistische cijfers heeft toegevoegd, wordt uitgedeeld. De heer Abrahams geeft aan dat het model 2020 is gebaseerd op beleid dat eerder is vastgesteld. Deze ontwikkelingen en cijfers zijn gebaseerd op aannames, niet ondenkbaar is dat de uiteindelijke resultaten / ontwikkelingen hiervan afwijken. Het klein comité stelt voor om naast een scenario op basis van de vastgestelde beleidsuitgangspunten ook een bijgesteld scenario door te rekenen zodat deze vergeleken kunnen worden. Mevrouw Haver Droeze merkt op dat het scenario dat uitgaat van de beleidsstukken optimistisch is, er wordt geen rekening gehouden met de kans dat projecten wellicht niet doorgaan noch met effecten van de economische crisis. Daarmee komt de bandbreedte van het verkeersaanbod in beeld. De heer Pot vraagt wie de realistische cijfers heeft bepaald. Ook vraagt hij welke kennis hieraan ten grondslag ligt en of dit een unanieme mening is. De heer De Langen geeft aan dat SGLA als partner van de gemeente Amersfoort betrokken is bij diverse (bestemmings)plannen en is daardoor op de hoogte van veel cijfers. De heer Pot vindt het een stap te ver dat deze cijfers als realistische cijfers worden bestempeld. Mevrouw Haver Droeze geeft aan dat het om een voorzet gaat. Ze moeten besproken worden met de Participatiegroep. Het voorstel is om naast het scenario op basis van beleid ook een scenario op te stellen dat minder optimistisch is. De cijfers van de gemeente zijn volgens haar ook uit gebaseerd op aannames voor de toekomst. Ze zijn in 2006 opgemaakt en daarop is verder geanticipeerd, geen rekening is gehouden met de effecten van de economische crisis. Ook is simpelweg een aantal dubbelingen en achterhaalde uitgangspunten vastgesteld in het overzicht van de gemeente. De heer Bakker stelt voor een gevoelig-

3 3 heidsanalyse op te laten stellen. Die is ook voor de raad informatief. De heer De Langen wil ook graag een plaatje hebben voor 2030, de huidige scenario s gaan tot Mevrouw Haver Droeze vindt het goed om de twee scenario s te bekijken, het eerste scenario is op basis van het beleid van de gemeente en het tweede scenario is op basis van de kanttekeningen die geplaatst worden bij de optimistische groeicijfers van de gemeente. De heer Pot merkt op dat er een duidelijk onderscheid gemaakt moet worden. Hij ondersteunt de cijfers op basis waarvan het tweede scenario wordt opgesteld niet. De heer Haver Droeze stelt voor een onafhankelijk onderzoeksbureau beide scenario s naast elkaar te laten zetten. De heer Abrahams antwoordt dat een onafhankelijk onderzoeksbureau geen uitsluitsel kan geven. Elk bureau komt weer met een andere mening. DHV kan wel twee scenario s uitrekenen. De heer Nauta geeft aan dat de opgaven bepaalde effecten hebben. Veel elementen spelen mee. Het is een combinatie van sociaaleconomische ontwikkelingen en de bijbehorende infrastructuur. Knooppunt Hoevelaken heeft een enorme impact. Het voorstel ligt voor om DHV naast het scenario van de gemeente op basis van beleid een alternatief scenario uit te laten rekenen op basis van minder optimistische cijfers. De meerderheid van de aanwezigen stemt voor dit voorstel, twee aanwezigen (Wim Pot en Coos Koster) stemmen tegen. De heer Pot merkt op dat de cijfers van het klein comité niet zijn onderbouwd en niet worden ondersteund door het bedrijfsleven en het Mobiliteitsplatform. Als bepaalde zaken, zoals het knooppunt Hoevelaken, een forse impact hebben, zal er een paragraaf met een toelichting worden toegevoegd, waarin de effecten van het betreffende scenario worden beschreven. De heer Abrahams zegt dat het belangrijk is om de cijfers inzichtelijk te maken voor de raad. De heer Bakker wijst opnieuw op het belang van een gevoeligheidsanalyse. De cijfers worden daarbij doorgerekend mét een toelichting over hoe bepalend ze zijn. De heer De Langen merkt op dat het aanpakken van knooppunt Hoevelaken dermate bepalend lijkt te zijn dat het beter is om de miljoenen voor de westelijke ontsluiting te besteden aan knooppunt Hoevelaken. De heer Abrahams merkt op dat de gemeente nog eens kritisch naar de eigen cijfers zal kijken. Onlogische dingen, onjuistheden en dubbelingen zullen eruit worden gehaald. De heer Rodenburg wil het effect van beide scenario s zien op de verkeersproductie. Dit zal worden doorberekend. De voorzitter geeft aan dat de heer Abrahams opdracht geeft aan DHV om een tweede scenario op te stellen aan de hand van de alternatieve cijfers. De leden van de participatiegroep kunnen opmerkingen over de cijfers doorgeven aan de heer Abrahams, hij verzamelt deze en stuurt de leden van de participatiegroep de conclusie. Zo nodig zal het klein comité er nog een keer naar kijkende heer Pot vraagt welke argumenten er zijn om te zeggen dat de aantallen die voorzien worden voor 2020 en dan niet worden gehaald, wel worden gehaald in Er moet een robuuste oplossing worden gezocht voor het geval men in 2030 wel op het punt zit van Het gaat om de toekomst. De heer De Langen geeft aan dat dat ook de reden is waarom hij naast een scenario voor 2020 op basis van de bijgestelde cijfers, ook een doorkijk wil hebben naar De heer Haver Droeze vindt dat de leden van de participatiegroep overbelast worden met afspraken en vergaderingen. De einddatum van de besluitvorming creëert voor hem een probleem. De heer Bakker vraagt welk uitgangspunt (scenario) voor knooppunt Hoevelaken meegaat in het model. De heer Nauta antwoordt dat het scenario inclusief en exclusief aanpak van knooppunt Hoevelaken is bekeken. Als er niets wordt gedaan met het knooppunt betekent dit een toename van het verkeer en substantiële toename van het sluipverkeer over de route langs Amersfoort West. Toelichting op de Structuurvisie (Carolien Drupsteen) Er zijn twee structuurvisies. Een structuurvisie waarin bestaand beleid en vastgesteld beleid met betrekking tot ontwikkelingen tot 2030 zijn vastgelegd. Deze structuurvisie is in 2009 vastgesteld door de raad. Daarnaast werkt de gemeente aan de Structuurvisie Amersfoort 2030 waarin een visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Amersfoort wordt gegeven. Deze Structuurvisie wordt halverwege 2012 vastgesteld. De Structuurvisie wordt gebaseerd op de visie op werklocaties (bijvoorbeeld de functieverandering van De Hoef), de nog niet vastgestelde Woonvisie en het VVP. Er is samenhang tussen het project westelijke ontsluiting en het project Structuurvisie. De ruimtelijke ontwikkelingen van de stad zoals die zijn weergegeven in de Structuurvisie Bestaand beleid uit 2009

4 4 vormen input voor het verkeersmodel. De keuze van de variant voor de westelijke ontsluiting vormt input voor de nieuwe Structuurvisie Amersfoort Ook wordt aangegeven dat de Visie Wonen en de Visie Werklocaties input hebben aangeleverd voor de Structuurvisie Er wordt gevraagd of er ook rekening is gehouden met intensivering op Isselt. Isselt biedt interessante mogelijkheden vanwege de ligging en heeft vooral potentie voor het MKB. Mevrouw Drupsteen zegt dat dit wel past in de Structuurvisie, maar zij denkt dat dit niet is meegenomen in het lijstje van plannen die input vormen voor het verkeersmodel. Gevraagd is hoe de planning is ten aanzien van de besluitvorming voor de Structuurvisie en het proces voor de oplossing van de problemen in de doorstroming van het verkeer langs Amersfoort West. Uitgangspunt was immers dat het proces voor Amersfoort West leidend is voor de Structuurvisie Toelichting op het Verkeers- en vervoersplan (Eric van Duijn) De heer Van Duijn geeft aan dat het Verder-pakket als uitgangspunt is genomen. Men richt zich verder op 2030 en de VERDER projecten doorlopen hun eigen proces.. Als er nieuwe inzichten zijn, dan worden deze meegenomen. De raadsopdracht is volgens spreker helder: binnen het Verder-pakket is de westelijke ontsluiting benoemd. Een capaciteitsverbetering aan de westkant van Amersfoort zal worden gerealiseerd. Binnen het VVP worden nu hoofdkeuzes gemaakt. Welke keuzes voor verkeer en vervoer worden er de komende periode gemaakt. Vandaar uit kijkt men verder. Mevrouw Haver Droeze vraagt hoe de besluitvormingsprocedures op elkaar zijn afgestemd. De heer Van Duijn antwoordt dat het VVP in november a.s. naar de raad gaat om de hoofdkeuzes vast te laten stellen. Daarna volgt de gebiedsgerichte en specifieke uitwerking. Mevrouw Haver Droeze merkt op dat de uitkomsten haaks op elkaar kunnen staan en dat daarmee dus geen sprake is van afstemming. De heer Van Duijn antwoordt dat er niet veel ruimte is tussen de opdracht van de raad en de gekozen maatregelen uit het VERDER-pakket. De verkeersdoorstroom van Amersfoort-West moet gewaarborgd zijn. De heer Abrahams merkt op dat in juli 2012 pas een voorkeursvariant wordt voorgelegd aan de raad. Hoe verhoudt zich dit tot de besluitvorming inzake het VVP? De heer Van Duijn antwoordt dat er een beleidsplan wordt opgesteld. Beleid kun je op verschillende manieren uitvoeren. als een project niet wordt uitgevoerd dan wordt op dat moment bepaald op welke manier de beleidsopgave anders kan worden ingevuld. Mevrouw Haver Droeze vraagt de heer Van Duijn naar de probleemanalyse voor Amersfoort-West. De heer Van Duijn antwoordt dat er gekeken moet worden wat er nodig is om in 2030 nog bereikbaar te zijn. Dit gebeurt door verschillende projecten waarbinnen belangrijke maatregelen worden genomen om dit te realiseren. Een daarvan is dit project in Amersfoort-West. Mw. Haver Droeze merkt op dat hiermee geen antwoord is gegeven op de vraag inzake de probleemanalyse. De heer Haver Droeze vraagt of het VVP is gebaseerd op de prognose uit De heer Van Duijn beaamt dit. De heer Abrahams merkt op dat ook binnen het project voor Amersfoort-West deze cijfers worden gebruikt. De raad beslist hoe met de uitgangspunten wordt omgegaan. Als de raad de cijfers aanpast dan heeft dit consequenties voor de Structuurvisie en het VVP. Mevrouw Haver Droeze vraagt wanneer het concept-vvp gereed is. Kan de participatiegroep hierover beschikken? De heer Van Duijn antwoordt dat hij het concept met de wethouder bespreekt; vervolgens gaat het naar de VVPparticipatiegroep en naar de raad. Na het besluit van het college wordt het concept-vvp openbaar. De heer Van Duijn zal de participatiegroep informeren wanneer dit het geval is. Probleemanalyse (Albert Nauta) De inputgegevens zijn uit 2006 en afkomstig van de vier gemeenten (Amersfoort, Soest, Leusden en Nijkerk) en het CBS. Vervolgens zijn de cijfers voor 2020 genomen aan de hand van de voorziene ontwikkelingen van de gemeente en conform landelijke cijfers van RWS. Het sluipverkeer is voor 2020 doorgerekend inclusief en exclusief de planstudie voor knooppunt Hoevelaken. Als knooppunt Hoevelaken wordt aangepast blijft het sluipverkeer onder de 5%. Wordt knooppunt Hoevelaken niet aangepast dan stijgt het sluipverkeer tot boven de 5%. Als Soest binnen de gebiedsdefinitie valt, zal het doorgaand verkeer in alle varianten het 5%-criterium overschrijden. Als het criterium sluipverkeer wordt gedefinieerd volgens de participatiegroep, ontstaat er een spanning met de randvoorwaarden. Als de definitie van sluipverkeer van de gemeente wordt gehanteerd, ontstaat er spanning als knoop-

5 5 punt Hoevelaken niet wordt aangepast. Mw. Haver Droeze vraagt welk scenario voor Knooppunt Hoevelaken is aangehouden omdat ook daar onder druk van financiën naar alternatieve oplossingen en mogelijk fasering wordt gekeken. De heer Nauta geeft aan dat de oorspronkelijk beoogde oplossing voor Hoevelaken wordt gebruikt voor de berekeningen. Onduidelijk is wat de gevolgen van eventuele aanpassingen zullen zijn voor de doorstroming langs Amersfoort West. Voor de simulaties zijn tellingen uit 2011 gebruikt. Tussen 2006 en 2011 heeft er een verlaging van de intensiteit van het verkeer plaatsgevonden. Het niet aanpassen van knooppunt Hoevelaken zal echter een forse impact hebben op de westelijke ontsluiting. Mevrouw Haver Droeze vraagt of de nieuwe cijfers van ProRail al zijn verwerkt in de simulatie. Dit is nog niet het geval. ProRail heeft sluitingstijden geregistreerd, die cijfers zijn rondg d en gebruikt in de simulatie. Mevrouw Haver Droeze merkt op dat er nog een keer geklokt zou worden. De heer Van der Beek antwoordt dat ProRail de gegevens heeft aangeleverd aan de hand van nauwkeurige berekeningen van een datalogger die een week lang heeft geregistreerd. Het is daarom niet nodig om deze gegevens nog eens te klokken met een stopwatch. De heer Haver Droeze geeft aan dat de treinen momenteel langzamer binnenkomen vanwege werkzaamheden ten behoeve van de Dive Under. Na deze werkzaamheden zullen de sluitingstijden korter zijn. De heer Van der Beek geeft aan dat ProRail gevraagd zal worden of het langzamer binnenkomen van treinen vanwege werkzaamheden consequenties heeft voor de sluitingstijden. De heer Nauta zegt dat het simulatiemodel 2011 is getoetst in klein comité, getoetst aan cijfers van TomTom en getoetst aan de bevolking. De heer De Langen vraagt uit wie de bevolking bestaat als er gezegd wordt de bevolking herkende het beeld. Mevrouw Van Veen antwoordt dat er circa twintig mensen aanwezig waren tijdens de inloopbijeenkomst. Zij herkenden het getoonde beeld. Wel werd opgemerkt dat er meer mensen uitgenodigd hadden moeten worden. De heer De Langen vindt twintig mensen niet de bevolking. De tekst moet genuanceerd worden. De tekst wordt: Er is een inloopavond geweest waarop een aantal mensen het beeld herkende. In de simulatie van 2020 op basis van de gegevens uit vastgesteld beleid wordt de wachtrij langer. Het blijft echter een spitsprobleem. De verkeerslichten aan de Daam Fockemalaan en de BW-laan creëren het grootste probleem. Op de simulatiebeelden lijkt het of de spoorwegoverweg de grootste bottleneck is. Als de pijlen iets verder worden doorgetrokken, zal dit duidelijker te zien zijn. De heer Nauta zal dit aanpassen. Mevrouw Haver Droeze ziet ook het kaartje graag wat verder uitgebreid naar het zuiden. Nu lijkt het of het verkeer op een gegeven moment weer doorstroomt na de Stichtse Rotonde, terwijl eerder is aangegeven dat het plaatsen van een VRI op de kruising DF-laan en SR tot verdere stagnatie leidt richting de SR / Utrechtseweg richting Utrecht. De heer Nauta past dit aan. De gemiddelde snelheid in de ochtendspits van noord naar zuid is nu circa 22 km per uur en zal in 2020 circa 11 km per uur zijn. De gemiddelde reistijd op dat tijdstip is nu circa 7,5 minuut en zal in 2020 circa 16,5 minuut bedragen. Na 9.00 uur s ochtends verbetert de situatie snel. Mevrouw Haver Droeze ziet graag inzichtelijk gemaakt wat de reistijd nu is en wat die in de toekomst zou worden en gedurende welke periode op de dag er sprake is van stagnatie. De heer Van der Beek vertelt dat van de 660 verzonden enquêteformulieren er 149 geretourneerd zijn. Dit is 22,5%. 4% van de respondenten heeft een herkomst en bestemming buiten Amersfoort en Soest. Als reden waarom ze deze route gebruiken, wordt aangegeven dat het de snelste weg is als er elders files staan. De uitkomsten van de enquête volgen. De heer De Langen vraagt naar de definitie van het probleem en de definitie van sluipverkeer. Geantwoord wordt dat het probleem is: een afname van de snelheid en een toename van de reistijd gedurende de spits. De heer De Langen zou dit graag kwantificeren. Om welk percentage gaat het om hoeveel extra reisminuten gaat het? De heer Abrahams zegt dat de opdracht is een verbetering van de doorstroming van het verkeer aan de westelijke kant van de stad. Als er een verslechtering van de doorstroom is, dan is dat het probleem van de opdracht. De raad heeft bepaald dat een verbetering van de doorstroom nodig is. De heer De Langen wil toetsbaar maken wat de norm voor de oplossing is. De heer Pot merkt op dat dit niet aan de participatiegroep is. Op basis van modellen maakt de raad een keuze. De participatiegroep is een adviesorgaan. De heer De Langen merkt op dat voor een stijging van de reistijd van 12 minuten tijdens de spits een oplossing wordt gezocht. Dat is volgens hem een heldere definitie. De heer Hartman geeft aan dat verkeerskundige criteria onderdeel uitmaken van de

6 6 tweede trechtering. De streefwaarde van een weg waar 50 km per uur mag worden gereden is 25 km per uur. Dit is de norm die waarschijnlijk ook wordt opgenomen in het VVP. Op twee momenten per dag wordt niet aan deze norm voldaan. Er bestaan vastgestelde normen voor reistijd en snelheid. Het hanteren hiervan maakt zaken concreter. De heer Haver Droeze vraagt hoe het probleem van Amersfoort-West zich verhoudt tot de overige verkeersproblemen in de stad. Hij vraag om een prioritering aan te brengen in de problematiek op de diverse punten, zodat de raad met die kennis beslissingen kan nemen. Het VVP is een verkeersmodel voor de gehele stad. De heer Abrahams antwoordt dat in 2004 werd gezegd dat er in 2010 de gehele dag een file zou staan in dit gebied. Het is goed om nu duidelijk te hebben dat het slechts een bepaalde periode is waarbinnen de gemiddelde snelheid onder de norm is. Als er een maatschappelijke kosten-baten-analyse wordt opgesteld, moet dit in de afweging worden meegenomen. De heer Hartman geeft aan dat op basis van de cijfers van de heer Nauta afgemeten kan worden welke normen worden overschreden, hoe groot het probleem is, in welke richtingen het probleem zich voordoet en gedurende welke perioden op de dag. Dit kan in plaatjes worden uitgewerkt en vormt het vertrekpunt voor de verdere zoektocht naar de verkeerskundige opdracht van het op te lossen probleem. Op basis van cijfers worden de criteria snelheid, filelengte en dergelijke omschreven inclusief de waarden die erbij horen, zodat ook een toetsing kan plaatsvinden op basis van oplossend vermogen. Gevraagd wordt of het mogelijk is dit op basis van het verkeersmodel door middel van een diagram inzichtelijk kan worden gemaakt zodat duidelijk is over hoeveel tijd de problemen in de doorstroming worden uitgespreid (hoe lang duurt de spits in 2020 / 2030?). Vervolgens vindt de tweede trechtering plaats. De eerste trechtering geschiedt onafhankelijk van de probleemanalyse. Voordat er gestart kan worden met de tweede trechtering moet de probleemanalyse zijn gedefinieerd. De heren Hartman en Nauta zullen samen een probleemanalyse schrijven en deze delen met de participatiegroep. Op 21 september a.s. zal de probleemanalyse voor 2010 en 2020 op basis van de cijfers van de gemeente beschikbaar zijn. De heer Abrahams merkt op dat de cijfers van het klein comité kunnen worden doorgerekend maar niet op detailniveau. Op 21 september a.s. zal er ook inzicht zijn in het tweede scenario. Trechtering (Jan Hartman) De eerste trechter bestond uit investeringskosten, ecologie en doorgaand verkeer. Alle 29 varianten (27 varianten en 0-situatie en 0+-situatie) zijn hierop beoordeeld. Hij deelt een overzicht uit waarop alle varianten staan met daarachter de uitkomsten van de eerste trechtering. Allereerst zijn de varianten doorgerekend. Alle varianten die meer dan 100 miljoen kosten, vallen af. Dit is het geval bij 11 van de 29 varianten, zodat er nog 18 varianten overblijven; 4 hiervan zijn ecologisch niet mogelijk vanwege te veel ecologische doorsnijdingen. De 14 overgebleven varianten zijn beoordeeld op het percentage doorgaand verkeer dat zij met zich meebrengen. Geen van deze varianten veroorzaakt een toename van meer dan 5% doorgaand verkeer uitgaande van de definitie zoals gehanteerd door de gemeente. De overgebleven 14 varianten worden verkeerskundig bekeken. Gevraagd wordt of het mogelijk is een combinatie van twee varianten te maken, zodat beter ingespeeld kan worden op de problematiek die ten noorden en ten zuiden van het spoor van elkaar verschilt (noord: ecologie en zuid: leefbaarheid). Dit is gedurende het proces mogelijk. Ook is het mogelijk om een deel van een oplossing te gebruiken. De heer Haver Droeze vraagt naar de tabel met eenheidsprijzen. Kan de participatiegroep hierover beschikken? De tabel wordt ter informatie toegestuurd. Degenen die geen prijs stellen op informatie op dermate gedetailleerd niveau hoeven er niets mee te doen. De heer Bakker merkt op dat indien het terrein van de Bernhardkazerne wordt gebruikt, dit deze varianten een stuk ingewikkelder maakt. De heer Hartman bevestigt dit. Het kazerneterrein is onaantastbaar in die zin dat alle varianten alleen als een fly-over oplossing kunnen worden uitgevoerd. De heer De Langen en mevrouw Haver Droeze geven aan dat dit nieuwe informatie is voor de participatiegroep, die bovendien afwijkt van de Nota van Randvoorwaarden die door de raad is vastgesteld. Er is geen zicht op de ontwikkelingen van de kazerne. Opgemerkt wordt dat bronnen binnen defensie aangeven dat er op dit moment alleen mensen uitgaan bij defensie en dat er geen nieuwe arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Onduidelijk is welke gevolgen dit heeft voor de Bernhard kazerne. Het zou goed zijn om bij Defensie te informeren of zij nog altijd uitgaan van een toename van het aantal arbeidsplaatsen binnen het complex van de Bernhard Kazerne en zo ja, om hoeveel arbeidsplaatsen het dan gaat. Opgemerkt wordt dat variant 4 twijfelachtig is voor de ecologie. Ook variant 7 geeft twijfel aan de noordzijde. Variant 14 doorsnijdt sportvelden in de Bokkeduinen. Ook dit is een twijfelgeval. Variant 19 geeft ook twijfel vanwege problemen

7 7 met het compensatiegebied. Ook variant 27 wordt bekeken met twijfel over het gebied Bokkeduinen. De heer Haver Droeze wil graag de ecologische criteria zien waarop de varianten worden beoordeeld. Deze zullen ter informatie aan de participatiegroep worden gestuurd. De heer Bakker wijst erop dat het ecologisch onderzoek nog niet is afgerond. Er kunnen nog beschermde soorten worden ontdekt. Opgemerkt wordt dat op dit moment nog geen voorzieningen voor fietsers voorkomen in de varianten. Dit moet wel worden meegenomen. De heer Hartman zegt dat dit in de laatste trechterslag zit. Afsluiting De voorzitter geeft aan dat op 28 september a.s. de volgende bijeenkomst plaatsvindt. Die avond komt de tweede trechterslag aan de orde. Op 21 september a.s. zal er informatie beschikbaar zijn over de probleemanalyse. De voorzitter dankt allen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit het formele deel van de bijeenkomst. Actielijst 8 september 2011: Nr. Actie Wie Wanneer 017 Mevrouw Slot geeft cijfers uitbreiding recreatieparken Slot juli 2011 in Soest door aan de heer Van Beek 034 Alternatief scenario van minder optimistische Gemeente september 2011 beleidsuitgangspunten doorrekenen 035 Informeren van part.groep wanneer het concept-vvp Van Duijn zsm openbaar is