De opmerkingen volgend uit de Quick Scan zijn volgens de hoofdstukindeling van het Bouwbesluit gerangschikt en onderstaand weergegeven. Algemeen 1. Ge

Transcriptie

1 QUICK SCAN BOUWBESLUIT Aan : Reitsema and partners architects BNA T.a.v. : de heer T.J. Reitsema Referentie : Nn140589aaA1.jgr Behandeld door : Vestiging Zwolle / ing. P.J. van der Graaf Datum : 4 november 2014 Betreft : Transformatie kantoorgebouw tot studentenhuisvesting te Leiden Inleiding Nieman Raadgevende Ingenieurs heeft voor het project Transformatie kantoorgebouw tot studentenhuisvesting te Leiden een Quick Scan uitgevoerd aan de hand van de voorschriften uit hoofdstuk 2 t/m 6 van Bouwbesluit 2012 (incl. wijzigingen d.d ). De diverse installatietechnische eisen zullen door de installateur gecontroleerd moeten worden en de diverse constructieve eisen door de constructeur. De Quick Scan geeft alleen de aandachtspunten. Voorschriften waaraan wordt voldaan of die niet van toepassing zijn, zijn niet in de notitie opgenomen. Gezien de status van het project (concept aanvraag omgevingsvergunning) zijn de meeste beoordelingsaspecten van Bouwbesluit 2012 reeds ingevuld of berekend. Zie daartoe verder onze separate rapportages inzake Bouwbesluitberekeningen en Brandveiligheid. Deze Quick Scan is daarom met name gericht op nog resterende risico s ten opzichte van Bouwbesluit 2012, hetzij inhoudelijk, hetzij procedureel. Projectomschrijving Het project betreft de transformatie van een bestaand kantoorgebouw tot een woongebouw met units die worden verhuurd aan studenten en expats. Het bestaande gebouw bestaat uit drie bouwdelen. Onder het gebouw is een parkeergarage gelegen. Vanuit de parkeergarage is elk bouwdeel afzonderlijk toegankelijk met lift en trap. De Quick Scan is uitgevoerd op basis van de tekeningen d.d. 28 oktober Een en ander zoals genoemd in de rapportages: An140589aaA0.rhu d.d. 4 november 2014 (brandveiligheidsadvies) Rn140589aaA0.dme d.d. 4 november 2014 (Bouwbesluitberekeningen) Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vestiging Utrecht Atoomweg 400 Postbus AA Utrecht T Vestiging Zwolle Dr. Van Lookeren - Campagneweg 16 Postbus DC Zwolle T Algemene gegevens info@nieman.nl Deutsche Bank KvK Utrecht Btw-nr. NL B01

2 De opmerkingen volgend uit de Quick Scan zijn volgens de hoofdstukindeling van het Bouwbesluit gerangschikt en onderstaand weergegeven. Algemeen 1. Geadviseerd wordt op tekening zoveel mogelijk inzichtelijk te maken welke onderdelen bestaand en welke onderdelen nieuw zijn. In beginsel is dit al prima inzichtelijk gemaakt door de tekeningen bestaande bouw/gewijzigde tekeningen in te dienen. Onze ervaring is dat het in de vergunningprocedure helpt om de verschillen tussen bestaand/nieuw daarnaast ook schriftelijk toe lichten, zodat de behandelend ambtenaar aan de hand wordt meegenomen door het plan. 2. Bovengenoemde onderdelen betreft bijvoorbeeld: Trappen/vloerafscheidingen/hekwerken: welke nieuw, welke bestaand. Indien nieuw: afmetingen op tekening aangeven zodat beoordeling mogelijk is. Dakafwerking: bestaande dakbedekking of nieuw? Indien nieuw: aangeven dat deze nietbrandgevaarlijk is volgens NEN Materiaalgebruik (gevels, vloer-wandafwerking en plafonds). 3. Geadviseerd wordt op de tekeningen te verwijzen naar onze rapportages (Brandveiligheid / bouwbesluitberekeningen), zodat duidelijk is dat deze stukken complementair aan elkaar zijn. Veiligheid 4. In het brandveiligheidsrapport zijn diverse aandachtspunten gegeven voor de verdere uitwerking. De parkeergarage is in die rapportage buiten beschouwing gelaten omdat deze formeel geen onderdeel is van de aanvraag. Hieronder zijn wel enkele aandachtspunten opgenomen voor de parkeergarage, waarvan het belangrijk is dat deze voor ingebruikname worden gecontroleerd cq. zo nodig worden aangepast: De oppervlakte van de parkeergarage voldoet aan de eisen voor bestaande bouw (grootte BC < m²). Voor de bestaande brandscheidingen in de parkeergarage moet (conform de tekeningen van 19 juni 1981 van Architectenbureau Nuenen) in het werk worden gecontroleerd of deze een minimale brandwerendheid van tenminste 20 minuten bezitten. In de parkeergarage is een brandmeldinstallatie met volledige bewaking (conform NEN 2535) zonder doormelding naar de brandweer vereist. Daarnaast moet er een ontruimingsalarminstallatie (conform NEN 2575) aanwezig zijn. Geadviseerd wordt de bestaande installaties te controleren op deugdelijk functioneren en zo nodig te onderhouden. Nn140589aaA1.jgr- 4 november 2014 Pagina 2

3 Voor de parkeergarage is zowel noodverlichting (artikel 6.3) als vluchtrouteaanduiding (artikel 6.24) benodigd. Dit geldt ook voor de vluchtroutes vanuit de parkeergarage naar het aansluitende terrein. Geadviseerd wordt de bestaande installaties te controleren op deugdelijk functioneren en zo nodig te onderhouden. Voor het overige gebouw is geen noodverlichting of vluchtrouteaanduiding verreist. In een parkeergarage zijn volgens het Bouwbesluit geen brandslanghaspels vereist. Een parkeergarage die niet is voorzien van brandslanghaspels, moet wel worden voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen. Wij adviseren bij de trappenhuizen een draagbaar blustoestel aan te brengen cq. de bestaande blustoestellen te controleren op deugdelijk functioneren en zo nodig onderhoud te plegen (zoals ook aangegeven op de tekeningen van 19 juni 1981 van Architectenbureau Nuenen). 5. Bestaande brandwerende scheidingsconstructies alsmede doorvoeringen daardoor, moeten voor ingebruikname worden gecontroleerd of deze tenminste 20 minuten brandwerend zijn en zo nodig worden aangepast. Gezondheid 6. Voor wat betreft de geluidswering is een dubbele metal-studwand zoals is aangegeven op tekening in beginsel voldoende om het nieuwbouw-niveau tussen de woonunits onderling te realiseren (gescheiden profielen, dubbel gips aan weerszijden, isolatie tussen de profielen). Voor een concreet voorstel voor de opbouw van de wand wordt verwezen naar ons detailadvies. Geadviseerd wordt, ter verdere verbetering van de geluidswering tussen de woningen, ook een kwalitatief goede woningtoegangsdeuren toe te passen tussen de woonunits en de gemeenschappelijke verkeersruimten. Deze vormen in het huidige ontwerp namelijk de zwakke schakel in de geluidswerende kwaliteit van de woningen. Overigens geldt er de verbouweisen van Bouwbesluit 2012 geheel geen eis inzake geluidswering tussen de woningen. Nn140589aaA1.jgr- 4 november 2014 Pagina 3

4 7. De ruimten die grenzen aan de zogenaamde dove gevel zijn vanuit het oogpunt van de verbouwvoorschriften van Bouwbesluit 2012 lastig in te passen. Punt is namelijk dat deze ruimten in de bestaande situatie tenminste één te openen deel hebben. Omdat er een dichte voorzetgevel voor wordt geplaatst is er vanuit het oogpunt van ventilatie en spuiventilatie feitelijk sprake van een verslechtering. De hoeveelheid ventilatielucht die wordt toegevoerd via de mechanische ventilatieunits (Aeropac) is namelijk veel minder dan in de bestaande situatie via een te openen deel kan worden toegevoerd. Nu is het zo dat een verslechtering conform de verbouw-eisen van Bouwbesluit 2012 alleen is toegestaan mits wordt voldaan aan de nieuwbouwvoorschriften voor ventilatie en spuiventilatie van Bouwbesluit Dat betekent in basis dat er twee keer zoveel lucht zou moeten worden toegevoerd als waarvan nu in de bouwbesluitberekeningen is uitgegaan (nieuwbouweis is 6 dm 3 /s per m 2 ipv 3 dm 3 /s voor bestaande bouw). Vanuit een strenge uitleg van de verbouw-voorschriften zou zelfs te motiveren zijn dat toevoer van spuiventilatie op mechanische wijze helemaal niet mogelijk is, maar alleen via te openen delen vanuit de uitleg dat een te openen deel onderdeel is van het rechtens verkregen niveau van de spuiventilatie. Wij adviseren om bij de indiening van de aanvraag van de omgevingsvergunning in eerste instantie uit te gaan van de gekozen oplossing (max. 2 Aeropac s per woonunit) en een eventuele reactie van de gemeente op dit punt af te wachten. Mochten daarover tijdens de vergunningprocedure vragen komen, dan kunnen we op dat moment op basis van nog meer argumenten (evt. met toepassing van gelijkwaardigheid) indien nodig het gesprek met de gemeente aangaan. 8. Wel wordt bij de verdere uitwerking van het ventilatieconcept geadviseerd om ook aandacht te hebben voor een goede (bij voorkeur extra) afvoer van de ventilatielucht gezien de zware spuiventilatie-eis die voor woningen geldt. Er is in het project wel zorggedragen voor luchttoevoer van spuiventilatie via de mechanische units in de dove gevel, het risico is echter aanwezig dat door een overkill aan toegevoerde lucht via deze unit in de gevel een overdruk situatie in de woning ontstaat, waarbij verontreinigde lucht via kieren en naden (mogelijk via de woningtoegangsdeuren) zich in het gebouw verspreid. Een en ander dient nader door de installateur te worden uitgewerkt. 9. Eenzelfde redenering geldt voor de daglichttoetreding in de desbetreffende units. Als gevolg van het aanbrengen van een voorzet-glasconstructie verslechtert de daglichttoetreding enigszins. Ook dit is conform de verbouwsystematiek van Bouwbesluit 2012 alleen toegestaan mits de daglichttoetreding van de desbetreffende woonunits voldoet aan de nieuwbouweisen. Dat is niet bij alle units het geval en ook niet mogelijk in het plan, omdat er sprake is van bestaande daglichtopeningen. Wij adviseren om op dit punt dezelfde strategie te volgen als voor wat betreft de spuivoorziening (indienen en evt. reactie van de gemeente afwachten en op basis daarvan indien nodig het gesprek aangaan). Nn140589aaA1.jgr- 4 november 2014 Pagina 4

5 Bruikbaarheid 10. In het rapport met Bouwbesluitberekeningen is een indeling in verblijfsgebieden van de maatgevende woningen opgenomen. Voor wat betreft de toepassing van de verbouwvoorschriften resteert daarin ook nog een punt dat lastig is in te passen. Er is namelijk tweeërlei uitleg mogelijk: a. Het verblijfsgebied is er in de bestaande situatie nog niet er is geen actueel kwaliteitsniveau er mag worden uitgegaan van het niveau bestaande bouw (deze redenering is in de bouwbesluit-rapportage aangehouden), waarbij tevens is aangegeven dat veel woningen een hoger niveau hebben dan het niveau bestaande bouw. b. Het bestaande verblijfsgebied van de kantoorfunctie wordt verkleind. Zoals eerder is uitgelegd mag verkleinen/verslechteren conform de verbouw-eisen van Bouwbesluit 2012 alleen als wordt voldaan aan de nieuwbouweis. Nu zijn wel alle verblijfsgebieden tenminste 18 m 2 (nieuwbouw), maar een minimale breedte van 1,8 m wordt niet overal gerealiseerd. Ook op dit punt adviseren wij om dezelfde strategie te volgen als voor wat betreft de spuivoorziening (indienen en evt. reactie van de gemeente afwachten en op basis daarvan indien nodig het gesprek aangaan). 11. Een bergruimte en buitenruimte is voor een herbestemmingsproject niet verplicht. Energiezuinigheid en milieu 12. Onder renvooi warmteweerstanden wordt verwezen naar de ep-berekening. Omdat er sprake is van verbouw is geen ep-berekening verplicht. Geadviseerd wordt deze verwijzing weg te halen. Wel inzichtelijk maken of er wijzigingen plaatsvinden aan de thermische schil. Zo niet: aangeven dat er geen eis geldt omdat het niveau bestaande bouw van toepassing is op onderdelen van het gebouw die niet worden aangepast. Zwolle, 4 november 2014 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. ing. P.J. van der Graaf Nn140589aaA1.jgr- 4 november 2014 Pagina 5