AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Transcriptie

1 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

2 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T M E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus BP Maastricht Nederland 2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Uitgangspunten Overige brandveiligheid in relatie met gebruik 4 2 TOETSING CONFORM HOOFDSTUK Beperking van uitbreiding van de brand (afd. 2.10) Verdere beperking van uitbreiding van brand en rook (afd. 2.11) Vluchtroutes (afd. 2.12) Trappen (afd. 2.5) Hellingbaan (afd. 2.6) Sterkte bij brand (afd. 2.2) Beperking ontwikkeling brand en rook (afd. 2.9) Beperking v.h. ontstaan van een brandgevaarlijke situatie (afd. 2.8) 7 3 TOETSING CONFORM HOOFDSTUK Elektriciteit en noodstroomvoorziening (afd. 6.1) Brandmeldinstallatie (BMI) (afd. 6.5, art. 6.20) Ontruimingsalarminstallatie (OAI) (afd. 6.6, art. 6.23) Vluchtrouteaanduiding (VRA) (afd. 6.6, art. 6.24) Deuren in vluchtroutes (afd art. 6.25) Zelfsluitende deuren (afd art. 6.26) Brandslanghaspels Blustoestellen 10 3

4 1 INLEIDING Arcadis is gevraagd om advies uit te brengen omtrent de brandveiligheid in het project Amsterdam ArenA Energie opslag. Dit document maakt onderdeel uit van de Aanvraag voor Omgevingsvergunning (AOV) voor het realiseren van de techniekruimten van het project. Het project kent twee locaties, te weten: Oostzijde, as / H-J Westzijde, as 9-11 / OZ_H-H De tekeningen in de aanvraag geven exact aan waar de ruimten worden gerealiseerd. 1.1 Uitgangspunten onderdeel Sub onderdeel Notitie Gebruiksfunctie Andere overige gebruiksfunctie Activiteit waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt Bouwbesluit 2012 WBDBO 60 / 30 minuten Tekeningen Hoofdstuk 2 en 6 Verbouw en Nieuwbouw eisen Weerstand tegen Brand Doorslag en Brandoverslag Documentenlijst Met betrekking tot brandveiligheid NEN 6069 EI (wand/deur) Tekeningen volgens documentenlijst Overige brandveiligheid in relatie met gebruik Dit document heeft enkel betrekking op de brandveiligheid van de bouwkundige onderdelen van het project, zoals voorgeschreven in het Bouwbesluit. In een separaat document is het gebruik van de technische ruimten verder toegelicht. Daarin zijn de maatregelen omschreven welke betrekking hebben op o.a. de brandveiligheid. 4

5 2 TOETSING CONFORM HOOFDSTUK 2 De toetsing aan brandveiligheid wordt uitgevoerd aan hand van de eisen uit het Bouwbesluit 2012, hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk worden in de achtereenvolgende paragrafen de bouwkundig relevante eisen uit de brandveiligheidsafdelingen van het Bouwbesluit behandeld. De beoordeling is gebaseerd op de gebruiksfunctie(s), bezetting en ruimtesoorten volgens Bouwbesluit 2012 en zoals aangegeven op de tekeningen in de aanvraag. 2.1 Beperking van uitbreiding van de brand (afd. 2.10) In deze paragraaf wordt ingegaan op de brandcompartimentering van de te bouwen ruimten. De techniekruimten worden gerealiseerd op niveau 0 van de ArenA, aan de west- en oostzijde. In de bestaande situatie is het stadion ingedeeld in brandcompartimenten (BC). Dit kan zijn op basis van het Bouwbesluit, maar soms ook vanuit extra veiligheid. Dit geldt voornamelijk voor de omringende bestaande technische ruimten in de oost- en westzijde. Op de tekeningen is de indeling van BC aangegeven, inclusief de minimale WBDBO tussen de brandcompartimenten onderling en de parkeergarage. De WBDBO van de buitenschil is 60 minuten, waarbij de nieuwbouweis is gehanteerd. De westzijde heeft een brandcompartiment van ca. 266 m 2 (niveau 0) en 23 m 2 (niveau 1). De oostzijde heeft een brandcompartiment van ca. 95 m 2. Alle aangegeven brandcompartimenten zijn kleiner dan m 2 en hebben een WBDBO van 60 minuten. Hiermee wordt voldaan aan de eis van artikel 2.82 lid 1 en 3d. 2.2 Verdere beperking van uitbreiding van brand en rook (afd. 2.11) De bestaande techniekruimten zijn niet verder ingedeeld in subbrandcompartimenten (SBC) en beschermde subbrandcompartimenten (BSBC). Op de tekeningen zijn de WBDBO-scheidingen tussen een aantal technische ruimten onderling aangegeven, bedoeld als beschermde subbrandcompartimenten (BSBC). De WBDBO is 30 minuten, waarbij de nieuwbouweis is gehanteerd. In dit geval vallen de BSBC samen met de indeling in SBC. Op basis van artikel 2.94 is geen BSBC vereist. De loopafstanden dienen kleiner dan 30 m te zijn. Gezien de verwachting dat er minder dan 1 per persoon per 30 m 2 aanwezig zal zijn, is een loopafstand van 60 m toegestaan. De loopafstanden in de SBC en BSBC blijven ruim onder de maximale loopafstanden. De WBDBO-scheidingen van 30 minuten zijn aangebracht voor extra (brand)veiligheid cq. beperking van gevolgschade en vooral om eventuele rookontwikkeling te beperken per ruimte. 2.3 Vluchtroutes (afd. 2.12) De vluchtroutes van de bestaande techniekruimten verlopen via de parkeergarage of naar aansluitend terrein. De vluchtroutes binnen de contouren van het project verlopen vanuit de ruimte naar een aangrenzende techniekruimte en vandaar uit naar de parkeergarage. 5

6 Op elk punt voor een personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitend terrein en vandaar naar de openbare ruimte. Vanuit elke ruimte kan via een aangrenzende ruimte naar de parkeergarage worden gevlucht of direct naar de parkeergarage. Via een aangrenzende ruimte kan in twee richtingen worden gevlucht. Buiten de contouren van het project verlopen de vluchtroutes via de bestaande vluchtroutes van de parkeergarage. Deze vluchtroutes leidend naar aansluitend terrein en de openbare weg worden niet verder in dit document behandeld. De vluchtroute vanuit technische ruimte west 6 verloopt verder over de bestaande vluchtroute op niveau 1 en vandaar uit naar de parkeergarage, aansluitend terrein en openbare weg. 2.4 Trappen (afd. 2.5) Er is aan de westzijde sprake van een hoogteverschil tussen vloeren, waardoor de noodzaak van een trap aanwezig moet zijn. De technische ruimte op niveau 1 behoort tot het project en is door een nieuwe trap verbonden. De trap is aangegeven in de doorsnede en de plattegrond. De optrede is maximaal 0,21 m en aantrede is minimaal 0,185 m met een minimale trapbreedte van 0,8 m. De trap- en vloerafscheiding dient te voldoen aan de eisen gesteld in afdeling 2.3 afscheiding van vloer, trap en hellingbaan. 2.5 Hellingbaan (afd. 2.6) Er zijn geen hoogteverschillen binnen het project waardoor de noodzaak van hellingbanen niet aanwezig is. Dit artikel is verder niet van toepassing voor de toetsing. 2.6 Sterkte bij brand (afd. 2.2) De hoofddraagconstructie van de bestaande parkeergarage heeft een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van 120 minuten. De nieuwe betonvloer van de technische ruimte op niveau 1 aan de westzijde behoort tot het project. De vloer is aangegeven in de doorsnede en de plattegrond. De betonvloer wordt uitgevoerd conform de bestaande technische ruimten en behoort tot de hoofddraagconstructie. De vloer is opgelegd op dragende metselwerkwanden en heeft een weerstand tegen bezwijken van 60 minuten. De vloerconstructie voldoet daarmee aan de eis. Voor het voorkomen van (neven)schade door brand wordt de (hoofd)draagconstructie van de parkeergarage, binnen de contouren van het project 60 minuten extra brandwerend bekleed. 6

7 2.7 Beperking ontwikkeling brand en rook (afd. 2.9) De bestaande techniekruimten en de parkeergarage rondom de oost- en westzijde van het project zijn uitgerust in bepaalde brand- en rookklassen. In dit stadium zijn de brand- en rookklassen nog niet uitgewerkt. De exacte materialisering van vloeren en wanden (afwerking) is nog niet bekend, maar worden in steenachtige materialen uitgevoerd. In principe dient te worden voldaan aan minimaal brandklasse D en rookklasse s2, beide bepaald door NEN- EN Bij de uitwerking dient hiermee rekening te worden gehouden. 2.8 Beperking v.h. ontstaan van een brandgevaarlijke situatie (afd. 2.8) In de bestaande techniekruimten en de parkeergarage rondom de oost- en westzijde van het project zijn maatregelen genomen, ter voorkoming van brand. In dit stadium zijn de met name de materialen aan de binnenzijde van een schacht/koker/kanaal nog niet uitgewerkt. In dit project is er geen sprake van stookplaatsen en (open) verbrandingstoestellen. In principe dient de toegepaste materiaal aan de binnenzijde van een schacht, koker, kanaal te voldoen aan brandklasse A2 volgens NEN-EN Bij de uitwerking dient hiermee rekening te worden gehouden. 7

8 3 TOETSING CONFORM HOOFDSTUK 6 De toetsing aan de brandveiligheid wordt uitgevoerd aan de hand van de eisen uit het Bouwbesluit hoofdstuk 6 en betreft de installatie van gebouwen. In dit hoofdstuk worden in de achtereenvolgende paragrafen de relevante installatietechnische eisen uit de brandveiligheidsartikelen van het Bouwbesluit behandeld. 3.1 Elektriciteit en noodstroomvoorziening (afd. 6.1) met noodverlichting. De ruimten worden voorzien van noodverlichtingsarmaturen. Volgens artikel 6.3 is geen noodverlichting vereist, indien er geen sprake is van een besloten ruimte waardoor er beschermde vluchtroute of beschermde route voert. Hier is echter sprake van vluchten via een andere techniekruimte, waardoor een noodzaak ontstaat om noodverlichting toe te passen. Noodverlichting wordt aangebracht in de ruimten, conform de aanliggende bestaande technische ruimten. 3.2 Brandmeldinstallatie (BMI) (afd. 6.5, art. 6.20) met een BMI. De ruimten worden voorzien van automatische rookmelders. Volgens bijlage I Brandmeldinstallatie heeft een overige gebruiksfunctie, subfunctie andere overige gebruiksfunctie geen eisen voor het installeren van een BMI. Rookmelders worden aangebracht in de ruimten, conform de aanliggende bestaande technische ruimten. Deze zullen worden aangesloten op de bestaande BMI als bedoeld in NEN Ontruimingsalarminstallatie (OAI) (afd. 6.6, art. 6.23) met een OAI. De ruimten worden vooralsnog niet voorzien van slow-whoops. Een AOI is niet vereist, omdat een BMI niet vereist is. Slow-whoops worden aangebracht in de ruimten, na nader besluit o.a. i.v.m. de hoorbaarheid van de bestaande slow-whoops. Deze zullen worden aangesloten op de bestaande AOI, als bedoeld in NEN

9 3.4 Vluchtrouteaanduiding (VRA) (afd. 6.6, art. 6.24) met VRA. De ruimten worden voorzien van VRA. VRA is voor een andere overige gebruiksfunctie niet vereist. De VRA worden aangebracht in de ruimten, conform de aanliggende bestaande technische ruimten. Deze zullen worden aangesloten op de bestaande VRA installatie, als bedoeld in NEN 6088 voor een bestaand bouwwerk en zichtbaarheidseisen in NEN-EN Deuren in vluchtroutes (afd art. 6.25) met deuren die in de vluchtrichting draaien en zijn uitgerust met panieksloten. Deuren in de vluchtroute en deuren vanuit de ruimten draaien in de vluchtrichting mee en zijn uitgerust met panieksloten. Deuren in de vluchtroute draaien met de vluchtrichting mee, indien meer dan 37 personen gebruik maken van de vluchtroute. Het aantal personen dat gebruikt van de ruimten is zeer laag, lager dan 37 personen. Echter gezien conformiteit aan de bestaande techniekruimten zullen de deuren in de vluchtrichting draaien. Deuren die uitgerust zijn met kaartlezers dienen bij het vluchten onbelemmerd te gebruiken te zijn. 3.6 Zelfsluitende deuren (afd art. 6.26) met zelfsluitende deuren in een WBDBO scheiding. Deuren in WBDBO scheidingen zijn zelfsluitend aangegeven. Deuren in WBDBO scheidingen dienen zelfsluitend te worden uitgevoerd. Aanbeveling Zie 3.5 toepassing van panieksloten. 3.7 Brandslanghaspels De bestaande technische ruimten parkeergarage rondom de oost- en westzijde van het project zijn niet uitgerust met brandslanghaspels. De technische ruimten binnen de contouren van het projecten zijn niet uitgerust met brandslanghaspels. Brandslanghaspels zijn voor een overige gebruiksfunctie niet vereist. Geen 9

10 3.8 Blustoestellen De bestaande technische ruimten rondom de oost- en westzijde van het project zijn uitgerust met blustoestellen. De technische ruimten binnen de contouren van het projecten worden uitgerust met blustoestellen. Ruimten worden voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen om een beginnende brand zo snel mogelijk te laten bestrijden. Aangezien de functies en de aanwezige installaties en apparaten dienen er specifieke blustoestellen te worden geïnstalleerd. Dit zal door nader advies volgen van de leveranciers van de installaties en apparaten. 10

11 Arcadis Nederland B.V. Postbus BP Maastricht Nederland +31 (0) Projectnummer: E Onze referentie: A 11