CPO de Hoofden, Houthavens Kavel 4 Aanvullende rapportage. Datum 26 februari 2016 Referentie

Transcriptie

1 Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM T +31 (0) F +31 (0) E amsterdam.ch@dpa.nl K.v.K IBAN NL71 RABO CPO de Hoofden, Houthavens Kavel 4 Aanvullende rapportage Datum 26 februari 2016 Referentie

2 Referentie Rapporttitel CPO de Hoofden, Houthavens Kavel 4 Aanvullende rapportage Datum 26 februari 2016 Opdrachtgever Contactpersoon ERA Contour Postbus AB ZOETERMEER De heer A. Rietveld Behandeld door ir. L. Apon DPA Cauberg-Huygen B.V. Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM Telefoon Fax Pagina 1

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Ventilatie Ventilatievoorziening van woonfuncties, incl bescherming tegen installatiegeluid Ventilatievoorziening van overige ruimten 4 3 Geluid Liftgeluid Geluid overige installaties Geluidwering bij woningtoegangsdeuren 6 4 Overige opmerkingen van Stadsdeel West 7 CPO de Hoofden, Houthavens Kavel Pagina 2

4 1 Inleiding Het plan CPO Houthavens - kavel 4 betreft een CPO project (collectief particulier opdrachtgeverschap). Dat wil zeggen dat binnen het te realiseren casco de deelnemers aan het project (kopers) een grote invloed hebben op de indeling van het casco. Het project is bijzonder door de verdiepingshoogte van 5 m, waarbij de mogelijkheid bestaat om tussenvloeren in te hangen. Het project omvat 19 wooneenheden. Vier woningen zijn kadewoningen aan de zuidoostzijde van het plan. De overige 15 wooneenheden zijn loftwoningen welke deel uitmaken van de hoogbouw, het aaneengesloten bouwblok aan de Haparandaweg. De Haparandaweg is geluidbelast, een deel van de gevels aan deze zijde dient als dove gevel uitgevoerd te worden. Ten behoeve van de aanvraag van de omgevingsvergunning is het (casco) getoetst aan de eisen uit het Bouwbesluit (als geldend op indieningsdatum 15 november 2013). Deze toetsing is vastgelegd in rapportage dd. 25 november 2013 en betreft onderstaande onderdelen: Daglichttoetreding; Energieprestatie; Luchtverversing van woningen en overige ruimten; Brandveiligheid; Geluidwering gevels; Geluid absorptie gemeenschappelijke verkeersruimtes; Bescherming tegen geluid van aangrenzende ruimten. In aanvulling hierop zijn daarop de onderstaande aanvullende rapporten opgesteld: Notitie dd. 6 januari 2014 over de verdere uitwerking van de ventilatievoorzieningen in de plannen CPO Houthavens Kavel 1, kavel 2 en kavel 4; Notitie dd. 8 januari 2014 waarin wijzigingen in de EPC ten gevolge van planaanpassingen / gewijzigde inzichten behandeld zijn. Notitie dd. 8 januari 2014 waarin aanbevelingen gegeven worden voor de uitvoering van (door de bewoners te plaatsen) tussenvloeren; Op 16 april 2014 is de omgevingsvergunning afgegeven. In de vergunning zijn een aantal zaken benoemd die nader verduidelijkt of te zijner tijd aangevuld dienen te worden. Waar dit zaken op bouwfysisch, akoestisch of brandveiligheidsgebied betreft, wordt in deze rapportage de gevraagde aanvulling of toelichting gegeven. In de voorliggende rapportage worden een aantal bouwfysische en akoestische opmerkingen uit het schrijven van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel West behandeld. Pagina 3

5 2 Ventilatie 2.1 Ventilatievoorziening van woonfuncties, incl bescherming tegen installatiegeluid In rapportage dd. 25 november 2013 zijn de basis-ventilatiebalansen voor de (oningedeelde) woningen opgenomen. Omdat de indeling van de woningen door de kopers nader uitgewerkt worden, zal elke woningindeling en de daarmee samenhangende ventilatiebehoefte (eisen) anders zijn. Hierop is in notitie dd. 6 januari 2014 spelregels uitgewerkt voor het bepalen van de vereiste ventilatievoorzieningen, zowel ten aanzien van de roosters in de gevel als de spuiventilatie. Op basis hiervan is door de aannemer en installateurs de ventilatievoorzieningen in de ruimtes nader uitgewerkt. Voor deze uitwerking, zijn in aanvulling op de aanbevelingen als vermeld in rapport dd. 15 oktober 2013, aanbevelingen gedaan in het kader van de bescherming tegen installatiegeluid (zie ook hoofdstuk 3 van deze rapportage). 2.2 Ventilatievoorziening van overige ruimten In rapport dd. 15 oktober 2013 zijn de vereiste ventilatiedebieten voor alle relevante overige ruimten, waaronder de gemeenschappelijke verkeersruimten, de liftschacht en de stallingsgarage gegeven. Op basis hiervan is door aannemer en installateurs het plan verder uitgewerkt. Pagina 4

6 3 Geluid 3.1 Liftgeluid Door de plaatsing van de lift midden in de kern grenst de liftschacht nergens aan verblijfsgebied. Op de hoofdverdiepingen grenst de liftschacht aan gemeenschappelijke verkeersruimtes. Op de tussenverdieping grenst de lift aan dusdanig smalle ruimtes zonder daglicht dat dit per definitie geen verblijfsruimtes zijn. Zie onderstaande figuren. hoofdverdieping tussenverdieping / entresol Door toepassing van onderstaande voorzieningen wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot installatiegeluid uit het Bouwbesluit: - Liftschacht met een massa van minimaal 600 kg/m 2 (250 mm beton); - Stille lift van de firma Koné, lifttechniek voldoet aan de NPR 5073; - Deur toepassen tussen onbenoemde ruimte/badruimte naast de lift en de overige ruimtes in de woning. 3.2 Geluid overige installaties De woningen worden voorzien van een mechanische afzuiging. Naast het installatiegeluid via het kanalensysteem vormt de geluiduitstraling van de MV-unit in de berging een bepalende geluidbron. Teneinde te voldoen aan de eisen met betrekking tot installatiegeluid in de verblijfsruimtes van de woningen is geadviseerd de MV-unit in een berging te plaatsen welke enkel via een niet-verblijfsgebied bereikbaar is (zoals een hal in een woning). Op deze wijze zijn er twee deuren tussen de unit en de verblijfsruimte aanwezig. Pagina 5

7 Op het moment dat de bewoners hun woningen gingen indelen werd duidelijk dat een aantal van de gewenste plattegronden niet aan dit twee deuren principe zouden voldoen. Dit is een keuze van de bewoners geweest. In deze gevallen is door ons geadviseerd om de MV-box te plaatsen in een volledig afgesloten ruimte boven de berging (verdiepingshoogte 5 m waardoor dit mogelijk is). Deze ruimte kan dan bijvoorbeeld toegankelijk gemaakt worden via een goed afsluitbaar luik in het plafond van de berging. Verder gelden onverkort de aandachtspunten uit de rapportage (o.a. scheidingswand 100 mm kalkzandsteen of 100 mm metal stud, MV-unit bevestigen aan een wand van minimaal 200 kg/m 2 ). 3.3 Geluidwering bij woningtoegangsdeuren Teneinde te voldoen aan de eisen de lucht- en contactgeluidisolatie tussen de gemeenschappelijker verkeersruimtes en (verblijfsgebieden van) de woningen zijn door ons onderstaande voorzieningen voorgeschreven: - Achter de woningtoegangsdeur (voordeur) van de woning dient een hal gerealiseerd te worden. Deze hal met binnendeuren scheidt de verblijfsruimten van de woning en de woningtoegangsdeur resp. de achterliggende besloten gemeenschappelijke verkeersruimte; - De woningtoegangsdeur dient een geluidisolatie Rw van minimaal 38 db te hebben; - Tevens dient de deur rondom van kierdichting te worden voorzien. De invering van de kierdichtingsprofielen bedraagt ten minste 4 mm. De kierdichting aan de onderzijde van de deur dient te worden gerealiseerd door middel van een valdorpel of een aanslag voorzien van kierdichting. De deur dient te worden voorzien van een knevelende driepuntssluiting; - Het toepassen van glas in de scheidingsconstructie (bovenlicht of in de deur) is niet toegestaan; - Afwijkend van de praktijkrichtlijn adviseren wij geen bijzondere voorzieningen meer aan de binnendeuren en de bovenlichten binnen de woningen, dit als gevolg van het feit dat de toegangsdeuren zwaarder worden uitgevoerd dan dat de praktijkrichtlijn voorschrijft. De kopers zijn door De Hoofden op de hoogte gebracht van deze spelregel, zodat hier bij de verdere indeling van de plattegronden rekening mee is gehouden. De verdere indeling van de woningen valt buiten de verantwoordelijkheid van de casco-bouwende aannemer, gezien dit na oplevering van het casco door kopers zelf gedaan of elders in opdracht gegeven wordt. Pagina 6

8 4 Overige opmerkingen van Stadsdeel West Op bladzijde 2 van 13 wordt gevraagd om een nadere toelichting op een door bureau Nieman uitgevoerde EPC-berekening. Voor dit plan heeft bureau Nieman geen EPC-berekening opgesteld. Ook is er in dit plan geen utiliteitsfunctie aanwezig. Wij gaan er vanuit dat deze opmerking abusievelijk in het schrijven terecht gekomen is. Tevens wordt aangegeven dat overeenkomstig het advies van M. Sweerts (bijlage HZ-advies-2014 epc kavel 4) dient op basis van de 2 Uniec-berekeningen met bijbehorende tekeningen, bijlagen, kwaliteitsverklaringen en productspecificaties aannemelijk te worden gemaakt dat het bouwplan voldoet aan de Bouwbesluit 2012, art..5.2 en art Diverse aspecten uit deze rapportage moeten worden aangetoond, aangevuld of toegelicht. Ons is niet duidelijk wat hier gevraagd wordt. Bijlage HZ-advies-2014 epc kavel4 is niet bij het schrijven bijgevoegd. Daarnaast is bij de door ons bureau opgestelde EPC-berekeningen geen gebruik gemaakt van het rekenprogramma Uniec. Wij gaan er daarom vanuit dat ook deze opmerking abusievelijk in het schrijven terecht gekomen is. Op bladzijde 3 van 13 wordt aangegeven dat de maatregelen zoals deze beschreven zijn in de rapportage van LBP-Sight adequate wijze uitgevoerd dienen te worden. Wij gaan er vanuit dat hier de diverse rapportages van DPA Cauberg-Huygen bedoeld worden. DPA Cauberg-Huygen B.V. ir. L. Apon Senior Adviseur Pagina 7