Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

Transcriptie

1 Brandpreventie Project: Werk nr Datum: Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014)

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde subbrandcompartimenten en subbrandcompartimenten 3.1 Loopafstanden 3.2 Aantal uitgangen 3.3 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag en rookdoorgang Hoofdstuk 4 Capaciteit van de vluchtroute Bijlage Overzicht gebruiksfuncties Overzicht brandpreventie

3 1 Algemeen Omschriiving bouwwerk: Hoofdgebouw camping Oranjezon Winkel, snackbar, restaurant, recreatiezaal, receptie en kantoren. Het plan is getoetst op de volgende eisen: Bouwbesluit 2012 nieuwbouw Hoogste vloer verblijfsruimte: 3,1m + PEIL Aantal bouwlagen: 2 Aantal personen aanwezig: 156 Gebruiksfunctie: BG Winkelfunctie, industriefunctie, bijeenkomstfunctie, kantoorfunctie 1e verdieping Bijeenkomstfunctie, kantoorfunctie Vergunnings- of meldingsplichtig: Meldingsplichtig (> 50 personen aanwezig) (conform gebruiksbesluit) (GO = incl. gemeensch. ruimten) (GO = excl. gemeensch. ruimten) Gebruiksoppervlakte: GO begane grond: 1076,00 m² GO winkelfunctie: 130,00 m² GO eerste verd. 234,00 m² GO bijeenkomsfunctie, andere: 333,10 m² GO tweede verd.: 8,50 m² GO bijeenkomstfunctie, alcohol: 182,00 m² GO industriefunctie: 350,80 m² GO kantoorfunctie 150,10 m² Totaal GO: 1318,50 m² Totaal GO: 1146,00 m² Eisen en maatregelen: Hoofddraagconstructie: Hoogste vloer verblijfsruimte: 3,1m + PEIL b.b. afdeling 2.2 tot 5 meter tot 13 meter Utiliteitsbouw, slapen 60* 90* 120* Utiliteitsbouw, overig Wonen geen eis tot 7 meter 60* 90 90* 120 * 30 minuten reductie mogelijk indien de permanente vuurbelasting < 500MJ / m² maatgevende WBDBO-eis: Geen vloer verblijfsruimte boven de 5 meter. Geen brandwerendheids eis voor de hoofddraagconstructie.

4 Rookvrije vluchtroute: B.B lid 2 Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute ligt. Status trappenhuis: Er zijn 2 trappen aanwezig Er zijn twee onafhankelijke vluchtroutes aanwezig in het gebouw. Die door twee verschillende subbrancompartimenten lopen. Er geldt geen beperking voor het aantal personen wat over deze trap mag lopen. Ook hoeven de trappen geen status te hebben. Hoogteverschil uitgangen subbrandcompartiment BB lid 9 Op elk punt van een voor personen bestemde vloer in een subbrandcompartiment begint ten minste een vluchtroute met een op die vluchtroute te overbruggen hoogteverschil naar een uitgang van het subbrandcompartiment van max. 4 meter. Hoogte verschil vloer 3,1 m < 4m Vluchtroute Trappenhuis extra voorzieningen, artikel lid 6 Een besloten trappenhuis waarin een hoogteverschil van meer dan 20m wordt overbrugd, wordt in de vluchtrichting uitsluitend bereikt door een afzonderlijke beschermde vluchtroute met een loopafstand van ten minste 2 meter. Hoogte verschil trap 3,1 m < 20m Geen aanvullende Hoogteverschil trappenhuis, status trappenhuis BB lid 8 Een vluchtroute in een trappenhuis waarin een hoogteverschil van meer dan 8 meter wordt, overbrugd is een extra beschermde vluchtroute. Hoogte verschil trap 3,1 m < 8m Vluchtroute Brandveiligheidinstallatie: type N: type G: type V: type D: Niet-automatische bewaking Gedeeltelijke bewaking Volledige bewaking Rechtstreekse doormelding aan de brandweercentrale Het gebouw wordt voorzien van1 brandmeldinstallatie. Installatie Brandweerlift Droge blusleiding Brandslanghaspel Brandmeldinstallatie Ontruimingsinstallatie: Vluchtroute aanduiding Eis Hoogste vloer VG > 20m Hoogste vloer VG > 20m Volgens b.b. artikel 6.28 Volgens b.b. artikel 6.20 Indien BMI vereist Altijd vereist Conclusie Nee Nee Ja Type N Ja, luid alarm B-installatie Ja Onder een niet-automatische bewaking wordt verstaand een brandmeldinstallatie waarbij alleen handbrandmelders worden aangebracht. De activering van de brandmeldinstallatie wordt dus uitsluitend gedaan door menselijk handelen. Het PvE voor de brandmeld- en ontruimingsinstallatie dient voor oplevering door de desbetreffende installateur te worden opgesteld en ter goedkeuring te worden verstrekt aan de gemeente.

5 Ontruimingsplan Volgens bouwbesluitartikel 6.26 lid 6 Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie heeft een ontruimingsplan. Ontruimingsplan vereist voor hoofdgebouw. Brandweeringang Volgens bouwbesluitartikel 6.36 Een bouwwerk voor het verblijven van personen heeft een brandweeringang. Dit geldt niet indien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk dat naar het oordeel van het bevoegd gezag niet vereist. Indien een bouwwerk, dat een brandweeringang moet hebben, meerdere toegangen heeft, worden in overleg met de brandweer een of meer van die toegangen als brandweeringang aangewezen. Blustoestellen Volgens bouwbesluitartikel 6.31 lid 1 Voor zover daarin niet reeds voldoende door de aanwezigheid van brandslanghaspel is voorzien, is een gebouw voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen om een beginnende brand zo snel mogelijk door in het gebouw aanwezige personen te laten bestrijden. Noodverlichting: Aantal, definitieve plaats en verlichtingssterkte n.t.b. conform geldende NEN norm. Volgens bouwbesluitartikel 6.3 lid 1 Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, hebben noodverlichting. Van toepassing voor de volgende functies: Alle gebruiksfuncties. Geen verblijfsruimten met meer dan 75 personen aanwezig. Volgens bouwbesluitartikel 6.3 lid 2 Een onder het meetniveau gelegen functieruimte heeft noodverlichting. Van toepassing voor de volgende functies: Overige gebruiksfunctie Niet van toepassing Volgens bouwbesluitartikel 6.3 lid 3 Een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert heeft noodverlichting. Van toepassing voor de volgende functies: Alle gebruiksfuncties. Volgens bouwbesluitartikel 6.3 lid 4 Een liftkooi van een te bouwen bouwwerk heeft noodverlichting. Van toepassing voor de volgende functies: Alle gebruiksfuncties. Lift uitvoeren met noodverlichting.

6 Vluchtrouteaanduiding: Volgens bouwbesluitartikel 6.24 Een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen hebben een vluchtrouteaanduiding die voldoet aan NEN 6088 en aan de zichtbaarheidseisen. Zie bijlage overzichtstekeningen. Draairichting deuren: Volgens bouwbesluitartikel 6.25 Een deur op een vluchtroute draait bij het openen niet tegen de vluchtriching in. Een nooddeur kan geen schuifdeur zijn. Een deur waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangwezen kan worden geopend door: een lichte druk tegen de deur of een panieksluiting. Aan de buitenlucht grenzende zijde van een nooddeur is het opschrift "nooddeur vrijhouden" of "nooduitgang" aangebracht. Dit opschrift voldoet aan de NEN Deur vluchtroute Aantal personnen Aantal uitgangen Personen Verdieping 17 / 2 = 9 < 37 personen Begane grond 156 / 7 = 22 < 37 personen Deuren mogen tegen de vluchtrichting in draaien. Deuren in vluchtroutes: Volgens bouwbesluitartikel 7.12 Een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend. Zelfsluitende deuren: Volgens bouwbesluitartikel 6.26 Een beweegbaarconstructie onderdeel in een inwendige scheidignsconstructie waarvoor een eis aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of weerstand tegen rookdoorgang geldt, is zelfsluitend. Voorzieningen t.p.v. doorvoeringen: De voorzieningen ter plaatse van doorvoeringen door een brand- of rookwerende scheidingsconstructie, die tot doel de brandwerendheid of rookwerendheid van die scheidingsconstructie te waarborgen voldoen aan de NEN 6069, NEN 6076 en NEN De te treffen voorzieningen zijn afhankelijk van het type doorvoering en het type materiaal waaruit deze doorvoering bestaat. De bepaling van de WBDBO eis conform de NEN Lift: Geen extra brandwerende voorzieningen op te nemen.

7 2 Indeling brandcompartimenten Bouwbesluitartikel: 2.83 lid 3 Een brandcompartiment strekt zich uit over niet meer dan een perceel. Bouwbesluitartikel: 2.83 lid 1 Een brandcompartiment heeft een gebruiksoppervlakte die niet groter is dan onderstaande grenswaarde Winkelfunctie 1000 m² Bijeenkomstfunctie 1000 m² Industriefunctie 2500 m² Kantoorfunctie 1000 m² Bouwbesluitartikel: 2.83 lid 7 Een technische ruimte met een gebruiksoppervlak van meer dan 50m² of een technische ruimte waarin een of meer verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130KW worden opgesteld, is een apart brandcompartiment. Bouwbesluitartikel: 2.84 lid 1 De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag is 60 minuten voor de volgende onderdelen: -een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment; -een brandcompartiment naar een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert; -een brandcompartiment naar een niet-besloten veiligheidsvluchtroute; -een brandcompartiment naar een liftschacht van een brandweerlift. Bouwbesluitartikel: 2.84 lid 4 Er kan worden volstaan met 30 minuten indien: - de permanente vuurbelasting van het brandcompartiment niet groter is dan 500MJ/m² en; - in het gebouw geen vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 7m boven het meetniveau. WBDBO eis tussen 2 brandcompartimenten: Reductie mogelijk: 60 minuten Ja, >> WBDBO 30 minuten Brandcompartiment 1 Diverse functies (nieuwe gebouw) oppervlakte m² Begane grond 656,90 m² Eerste verdieping 218,00 m² Tweede verdieping 8,50 m² Totaal 883,40 m² = < 1000 m² Brandcompartiment 2 Diverse functies (bestaande gebouw) oppervlakte m² Begane grond 419,10 m² Totaal 419,10 m² = < 1000 m² Brandcompartiment 3 Technische ruimte oppervlakte m² Eerste verdieping 16,00 m² Totaal 16,00 m² = < 1000 m²

8 3 Indeling beschermde subbrandcompartimenten en subbrandcompartimenten. 3.1 Loopafstanden Loopafstanden, artikel De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en ten minste een toegang van een trappenhuis: 25 m < 75m Voldoet De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en ten minste een lifttoegang van een brandweerlift: 0 m < 120m n.v.t. Maximaal gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt. BB lid 4 Alle aanwezige functies maximale loopafstand 30 m Deze loopafstand word in geen enkel gebruiksgebied overschreden. Maximaal loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van een verblijfsruimte. BB lid 5 Alle aanwezige functies maximale loopafstand 30 m Deze loopafstand word in geen enkele verblijfsruimte overschreden. In afwijking van lid 4 en 5 geldt bij een lage bezetting een langere loopafstand, BB lid 6. Bezetting: 6,5 m²/ p.p. < 1 persoon per 12m² GO Gecorrigeerder loopafstand. maximale loopafstand 45 m Van toepassing voor:kantoorfunctie, industriefunctie en winkelfunctie Deze loopafstand word in geen enkel gebruiksgebied of verblijfsruimte overschreden. In afwijking van lid 4 en 5 geldt bij een lage bezetting een langere loopafstand, BB lid 7. Bezetting: 6,5 m²/ p.p. < 1 persoon per 30m² GO Gecorrigeerder loopafstand. maximale loopafstand 60 Van toepassing voor: industriefunctie en winkelfunctie Deze loopafstand word in geen enkel gebruiksgebied of verblijfsruimte overschreden. 3.2 Aantal uitgangen Aantal uitgangen vluchtroute sub.b.c. BB lid 10 Een subbrandcompartiment of een daarin gelegen ruimte heeft, indien bestemd voor meer dan 150 personen, ten minste twee uitgangen waardoor een vluchtroute loopt. De onderlinge afstand tussen deze uitgangen is ten minste 5 meter. Aantal uitgangen vereist subbrandcompartiment 1: Aantal uitgangen vereist subbrandcompartiment 2: Min. 2 uitgangen vereist met een onderlinge afstand van 5 meter. Min. 1 uitgang vereist Aantal uitgangen aanwezig: Sub.b.c. 1: (beganegrond) Sub.b.c. 2: (verdieping) 4 uitgangen 1 uitgangen 3.3 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag en rookdoorgang BB 2.94 lid 1 De bepaalde weerstand tegen branddoorslag van een subbrandcompartiment naar een andere ruimte in het brandcompartiment is ten minste 20 minuten, waarbij voor de bepaling van de brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van een scheidingsconstructie uitsluitend rekening wordt gehouden met het beoordelingscriterium vlamdichtheid met betrekking op de afdichting.

9 4 Capaciteit van een vluchtroute Capaciteit vluchtroute, artikel De doorstroomapaciteit van een gedeelte van een vluchtroute, uitgedrukt in personen, is ten minste het aantal personen dat op dat gedeelte is aangewezen. Trap A en B (per trap): Aantal personen dat is aangewezen op dat gedeelte: 17 personen Breedte Personen Trap, overbruggen hoogteverschil >1m. 1 m * 45 = 45 personen Trap, overbruggen hoogteverschil <1m. 0 m * 90 = 0 personen Ruimte, vlakke vloer 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, dubbele deur 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, enkele deur 0 m * 110 = 0 personen Doorgang, andere 0 m * 135 = 0 personen TOTAAL 45 personen Toegangsdeuren trappenhuizen (per deur): Aantal personen dat is aangewezen op dat gedeelte: 17 personen Breedte Personen Trap, overbruggen hoogteverschil >1m. 0 m * 45 = 0 personen Trap, overbruggen hoogteverschil <1m. 0 m * 90 = 0 personen Ruimte, vlakke vloer 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, dubbele deur 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, enkele deur 0,9 m * 110 = 99 personen Doorgang, andere 0 m * 135 = 0 personen TOTAAL 99 personen Vluchtdeuren, buiten (totaal): Aantal personen dat is aangewezen op dat gedeelte: 156 personen Breedte Personen Trap, overbruggen hoogteverschil >1m. 0 m * 45 = 0 personen Trap, overbruggen hoogteverschil <1m. 0 m * 90 = 0 personen Ruimte, vlakke vloer 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, dubbele deur 0 m * 90 = 0 personen Doorgang, enkele deur 6,3 m * 110 = 693 personen Doorgang, andere 0 m * 135 = 0 personen TOTAAL 693 personen

10

11

12

13