Jan Brouwer kwam DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie. Ir. L.E.J. Brouwer ( )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jan Brouwer kwam DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie. Ir. L.E.J. Brouwer ( )"

Transcriptie

1 De Derde Jan Brouwer Conferentie werd voorbereid door Ir. M.C. van Veen (voorzitter Jan Brouwer Fonds), Prof. Dr. B.M.S. van Praag (lid wetenschappelijke raad Jan Brouwer Fonds), mevrouw Ir. B.M.Th. Dortland-Bier (secretaris Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen) en de heer G.J.M. Tielen (secretaris van het bureau voor Demografie en Innovatie (Demin) te Den Haag. Uitgave: Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (deze uitgave is mogelijk gemaakt door het Jan Brouwer Fonds) ISBN nummer: DE ZILVEREN EEUW - GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie KONINKLIJKE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie Summary in Einglish 17 januari 2007 te Haarlem Ir. L.E.J. Brouwer ( ) Jan Brouwer kwam uit een geslacht van geleerden - zijn vader was geoloog met internationale bekendheid, zijn oom, naar wie hij was genoemd, een wereldberoemde wiskundige. Hijzelf had een uitermate goed verstand en een fenomenaal geheugen. Op 21-jarige leeftijd studeerde hij in Delft af als mijnbouwkundig ingenieur. Na zijn studie trad Brouwer in dienst bij de Bataafse Petroleum Maatschappij, waar hij als geoloog, organisator en manager o.m. werkzaam was in het Verre Oosten. Tijdens de oorlog was hij als liaison-officier van de troepen van generaal McArthur betrokken bij de herovering van Hollandia en andere delen van Nederlandsch-Indië. Vanaf 1946 vervulde hij steeds verantwoordelijker functies bij de B.P.M. Hij beëindigde zijn actieve loopbaan als presidentdirecteur van de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij in Daarna bleef hij nog tien jaren als commissaris aan de 'Koninklijke' verbonden. In het begin van de 80er jaren heeft Ir. Brouwer een deel van zijn vermogen bestemd voor een fonds ten behoeve van interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek in Nederland. Dit fonds is begin 2003 door de familie Brouwer aan de zorg van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen toevertrouwd, waarbij de statutaire doelstelling als volgt is geformuleerd: het stimuleren van multidisciplinair, maatschappij georiënteerd onderzoek dat inzicht geeft in concrete maatschappelijke problemen en in potentie moet bijdragen aan de oplossing daarvan.

2 DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN!

3

4 KONINKLIJKE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie 17 januari 2007 te Haarlem Summary in English Uitgave: Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (mogelijk gemaakt door het Jan Brouwer Fonds)

5 Colofon Deze uitgave 'De zilveren eeuw - gouden kansen!' vormt de neerslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie gehouden op 17 januari 2007 in het Hodshonhuis te Haarlem. De conferentie stond onder voorzitterschap van Prof. Dr. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en is georganiseerd door de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en het Jan Brouwer Fonds. Het is de derde conferentie in een reeks over de demografische transitie. Uitgave: Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (mogelijk gemaakt door het Jan Brouwer Fonds) Redactie: Ger Tielen en Boudi Dortland Vormgeving en druk: StyleMathôt, Haarlem Drukkerij: StyleMathôt, Haarlem ISBN Nummer April 2007 Exemplaren van deze uitgave kunnen (zolang de voorraad strekt) worden besteld bij de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Postbus LR Haarlem hollmij@wxs.nl

6 Inhoud Maarten van Veen - Voorwoord - De zilveren eeuw - gouden kansen! Ir. M.C. van Veen, voorzitter Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en voorzitter Jan Brouwer Fonds Paul Schnabel - Voorwoord - Dagvoorzitter Mr. P. Schnabel, directeur Sociaal en Cultureel Planbureau Karien van Gennip - Economische kansen van vergrijzing Mevrouw Ir. K. van Gennip MBA, Staatssecretaris van Economische Zaken Uitgesproken door Kaisa Ollengren Mevrouw Drs. K. Ollengren, plaatsvervangend Directeur-Generaal Ministerie van Economische Zaken Antony Burgmans A. Burgmans MBA, voorzitter Unilever N.V. Elco Brinkman - Bouwen op mensen van alle leeftijden Mr. Drs. L.C. Brinkman, voorzitter Bouwend Nederland Bert Mulder - Innovatieve en strategische inzet van ICT in economie en samenleving B. Mulder, lector Haagse Hogeschool Jacques Schraven - Slotwoord Mr. J.H. Schraven, voorzitter ILC Zorg voor Later Summary - Silver age - golden opportunities! Deelnemerslijst Pag

7 6

8 Voorwoord De zilveren eeuw - gouden kansen! In de fraaie titel van de Derde Jan Brouwer Conferentie weerspiegelt zich de evolutie in het denken over vergrijzing en ontgroening. Wij krijgen oog voor de rijkdom aan kansen die productief ouder worden biedt aan economie en samenleving. Het Jan Brouwer Fonds en de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen presenteren daarom met genoegen dit verslag over de conferentie, waaraan zoals in eerdere jaren toonaangevende wetenschappers en personen uit het bedrijfsleven, de vrije beroepen, de overheid en de kunstwereld hebben deelgenomen. De eerste Jan Brouwer Conferentie in 2005 gaf een breed beeld van de uitdaging van de vergrijzing. Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid constateerde toen dat de werknemer vroeger veertig werkjaren de tijd had om voor gemiddeld zeven inactieve jaren inkomen op te bouwen, terwijl thans diezelfde werknemer dat in 35 jaar voor 17 inactieve jaren moet doen. Om uiteindelijk het hoofd te kunnen bieden aan vergrijzing en ontgroening zijn daarom een dynamische arbeidsmarkt en een modern sociaal zekerheidsstelsel nodig, met meer arbeidsparticipatie van vrouwen en betere mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. In 2006 was het thema 'Van nazorg naar voorzorg'. De huidige informateur Herman Wijffels, toen nog voorzitter van de SER, betoogde toen dat de allergrootste uitdaging ligt in het op peil houden van ons sociaal-economisch bestel, door voldoende vitaliteit en aanpassingsvermogen en dát in de gegeven context van de vergrijzing. Er zou een responsief bestel moeten ontstaan dat kan reageren en anticiperen op de veranderingen die zich ook internationaal voor doen. Dat betekent, aldus Wijffels, majeure institutionele veranderingen op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen en sociale zekerheid. Vergrijzing moet aldus de aanstoot geven tot institutionele vernieuwing. In een interview in de Volkskrant van 13 januari naar aanleiding van een conferentie van de Sociaal Economische Raad en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over de toekomst van de verzorgingsstaat, zei de nieuwe SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan dat we in Nederland nog altijd veel te weinig gebruik maken van de kwaliteiten van de groep van 55 tot 75 jaar, zo u wilt de derde generatie. Dat is in een notendop het thema van de conferentie 'De zilveren eeuw - gouden kansen!'. Maak beter gebruik van de kansen van de vergrijzing. Op het terrein van werkvermogen, ervaring, inzetbaarheid en andere kwaliteiten van senioren. En op het gebied van nieuwe producten en diensten, die bijdragen aan langer gezond en vitaal leven. Kortom: speel in op de werkkracht en de koopkracht van de zilveren generatie. 7

9 Aandacht is nodig voor de internationale dimensie van het thema. Op de eerdere Jan Brouwer Conferenties hebben verschillende sprekers aandacht gevraagd voor aansluiting vanuit Nederland bij het wereldwijd opererende International Longevity Center, waarin op hoog niveau opbouw en uitwisseling van kennis plaatsvindt. Inmiddels is in Nederland de Stichting ILC-Zorg voor Later opgericht als een fusie tussen dit streven naar een Nederlandse tak van het ILC en de reeds bestaande beweging Zorg voor Later. De oprichting en de samenwerking is mede mogelijk gemaakt door een aantal sponsoren. De nieuwe organisatie is in het najaar officieel erkend door en toegetreden tot de internationale ILC organisatie, met zelfstandige vestigingen in onder meer New York, Londen, Parijs en Tokyo. Het accent in dit netwerk ligt thans bij 'productive ageing', productief en creatief ouder worden. Uit de doelstelling van ILC Zorg voor Later citeer ik graag het eerste punt: Wij zien de vergrijzing als een ongekende maatschappelijke prestatie. Nog nooit is het voorgekomen dat zoveel mensen zo oud kunnen worden in relatief goede gezondheid en onder zulke goede omstandigheden. Door deze prestatie komt maatschappelijk en economisch kapitaal van nog vitale burgers beschikbaar. Dit moet en kan worden verzilverd. Maarten van Veen Voorzitter Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Voorzitter Jan Brouwer Fonds V.l.n.r. de heren Schnabel, Van Veen en Schraven. 8

10 Paul Schnabel Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau Dagvoorzitter Deze Jan Brouwer Conferentie snijdt een actueel onderwerp aan, dat ook aan de orde was op de recente conferentie van de Sociaal Economische Raad en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Daar zijn toch wel een aantal schokkende uitspraken gedaan. Zo zei Coen Teulings van het Centraal Planbureau met zoveel woorden: We hebben het allemaal internationaal uitgezocht, maar het heeft dus geen zin om te investeren in ouderen, met name niet om ze nog iets te leren, want ten eerste kunnen ze dat biologisch gezien niet zo goed, ten tweede houden ze het niet vast, en ten derde verdienen ze het niet terug. De zaal was ook niet zo jong dus u begrijpt dat er een behoorlijke opstand in de gelederen kwam. Teulings' commentaar moet ons wel te denken geven. Langzamerhand worden de generaties die uitstromen groter dan de generaties die instromen. Dat betekent een ander economisch perspectief en de noodzaak om wel te investeren in ouderen, er wel van uit te gaan dat ze nog kunnen leren en dat ook willen. We zullen daaraan niet ontkomen. Interessant is trouwens dat de arbeidsparticipatie van ouderen toeneemt. Dat is al een enorme stap geweest in de afgelopen jaren. Vooral tussen 55 en 60 jaar is de participatie heel sterk gestegen en ook daarboven schuiven we door. Uit onderzoek blijkt bovendien dat bij mannen de tevredenheid met het bestaan enorm toeneemt na het 55e levensjaar, vooral in samenhang met het hebben van werk. Dat is natuurlijk een tevredenheid over het feit dat je het nog kunt. Maar kennelijk is het ook leuk om het te doen en draagt het bij aan het gevoel van zinvolheid in het bestaan. Actief zijn en deel te nemen aan het bestaan. Vandaag gaan we daarover in een positieve toonzetting praten. De zilveren eeuw met gouden kansen. Een prachtig beeld, dat goed past in de lijn die we in de Jan Brouwer Conferenties de afgelopen jaren hebben getrokken. Kijken we bijvoorbeeld naar ziekteverzuimcijfers in relatie tot leeftijd, dan zie ik geen verband, in de zin dat ouderen meer ziek, zwak of misselijk zijn. Het zijn eerder jongeren die op maandagochtend zich een dagje afmelden. Vroeger dacht je ze hebben teveel gedronken in het weekend, maar tegenwoordig blijkt dat er gevaarlijke sporten zijn beoefend, en dat er blessures zijn opgelopen. De beelden over het verzuim van ouderen blijken in elk geval niet waar te zijn. Zoals meer beelden niet kloppen. De meeste ouderen blijken over een auto te beschikken, vaak zelfs twee. Waarom dan alle ouderen generiek gratis openbaar vervoer aanbieden? Alsof je op je 65e plotseling in een wereld staat waarin je moet gaan zitten achter geraniums die en masse worden aangevoerd, en waarin je in een bloemetjesjurk bij het loket van de spoorwegen staat te stuntelen. Allemaal onzin. Het blijft belangrijk om daar steeds weer op terug te komen. Er is geen reden om 9

11 op die manier met ouderen en ouder wordenden om te gaan. Nu de babyboomgeneratie zelf in die oudere leeftijdsfase komt, zal het wel net zo gaan als in de jaren zestig en zeventig: we zijn met velen en we zetten de zaak gewoon naar onze hand. De jongeren zullen nog wat mee maken! De inleiding van de staatssecretaris (die vanmorgen een blessure heeft opgelopen) zal worden uitgesproken door Kaisa Ollengren, plaatsvervangend directeur-generaal Economische Politiek van het ministerie van Economische Zaken. Ze neemt deze taak van de staatssecretaris over. U zult in haar verhaal een aantal thema's tegenkomen die voor vandaag van belang zijn. Daarover wil ik met u de discussie openen straks. 10

12 Karien van Gennip Staatssecretaris van Economische Zaken Economische kansen van vergrijzing De seniorenmarkt biedt volop mogelijkheden. Ook buiten onze landsgrenzen. Het zou mooi zijn als er over tien jaar tijdens handelsmissies niet langer alleen naar onze milieu- en waterkennis wordt geïnformeerd, maar ook naar onze innovatieve zilveren producten en diensten. Er liggen grote kansen voor de high-tech industrie, voor bouwers, de 'gewone' industrie, toerisme en recreatie. De overheid moet voorwaarden scheppen voor innovatie en regels en stelsels silverproof maken. Uitgesproken door Kaisa Ollengren Plaatsvervangend Directeur-Generaal Ministerie van Economische Zaken De staatssecretaris vindt het erg jammer dat ze hier niet bij kan zijn, omdat het onderwerp haar zeer aan het hart gaat. Ik kan er zelf van getuigen dat zij dit onderwerp binnen het ministerie en binnen het kabinet op de kaart heeft gezet. Vanuit het standpunt van de jeugd is het leven een oneindig lange toekomst; vanuit het standpunt van de ouderdom een zeer kort verleden." Voor de vitale ouderen van tegenwoordig heeft deze uitspraak van Arthur Schopenhauer sterk aan betekenis ingeboet. Het leven is voor hen geen zeer kort verleden, maar een toekomst vol mogelijkheden en uitdagingen. Reizen, werk, sport, cultuur - de oudere van nu staat met beide benen in het volle leven. Senioren zijn gezond en actief. Ze zijn bovendien kapitaalkrachtiger. Het vermogen van een 65-plusser is gemiddeld anderhalf keer zo hoog als dat van een werkende onder de 50. Het vermogen van een 65-pusser is gemiddeld anderhalf keer zo hoog als dat van een werkende onder de 50. Tussen nu en 2038 zal het aantal 65-plussers toenemen van 2,4 miljoen naar 4,3 miljoen. En hun aantal groeit. Volgens het CBS zal tussen nu en 2038 het aantal 65-plussers toenemen van 2,4 naar 4,3 miljoen. Daarmee zit het CBS hoger dan in haar vorige prognose. Dat komt doordat de levensverwachting sterker toeneemt dan eerder verwacht. Bij mannen van 77,6 jaar in 2006 naar 81,5 jaar in 2050, bij vrouwen van 81,7 naar 84,2 jaar. Vergrijzing biedt kansen, zeker in de dienstverlening. De zilveren economie is 'booming 11

13 business'. Bedrijven als Philips - dat onlangs het Amerikaanse Lifeline overnam - Numico en ABN AMRO hebben dat al langer door. Numico produceert voedingsmiddelen voor specifieke doelgroepen, waaronder ouderen, en is op dat gebied marktleider in Europa, maar ook in landen als China en Brazilië. ABN AMRO werkt al geruime tijd, samen met de ANBO, aan verbetering van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer voor senioren en levert specifiek op senioren gerichte sociaaljuridische informatie. Ik zou graag zien dat andere bedrijven volgen, zich realiseren dat de seniorenmarkt volop mogelijkheden biedt. Ook buiten onze landsgrenzen. Het zou mooi zijn als er over tien jaar tijdens handelsmissies niet langer alleen naar onze milieu- en waterkennis wordt geïnformeerd, maar ook naar onze innovatieve zilveren producten en diensten. Er liggen kansen voor de high-tech industrie, voor bouwers, maar ook voor de 'gewone' industrie. Aparte vermelding verdient de toeristische en recreatieve sector. Vakanties die recreatie Taak van de overheid is om de voorwaarden voor innovatie te scheppen.we moeten onze regels en stelsels silverproof maken. combineren met gezondheid, kuren en afroepbare zorg. Ze kunnen de positie van Nederland als seniorenvakantieland versterken. De provincies Limburg en Zeeland zijn al actief in het bevorderen van seniorentoerisme. En dat verdient intensivering en navolging. Taak van de overheid is om de voorwaarden voor innovatie te scheppen - denkt u aan de samenwerking met kennisinstellingen, aan de innovatievouchers, aan de borgstellingsregeling voor snelle groeiers. We moeten ook onze regels en stelsels silverproof maken en nagaan of ze nog wel voldoen aan de wensen van de nieuwe zilveren generatie. Dat geldt vooral voor de arbeidsmarkt, de woonmarkt en de gezondheidszorg. Arbeidsmarkt Meer mensen om voor te zorgen en minder mensen die dat kunnen doen. Hoe kunnen we het aantal werkenden op peil houden? Door een beroep te doen: 55-plussers, vrouwen en mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Van de 55-plussers werkt slechts 40%, van de 60-plussers zelfs maar 20%. Daar is nog een wereld te winnen. Werkgevers zullen anders over senioren moeten denken, hun rijke ervaring en vaardigheden meer moeten waarderen en inzetten. Ze zullen langer doorwerken aantrekkelijk moeten maken, zich flexibel moeten opstellen, bereid moeten zijn om taken en werkzaamheden aan te passen. Meer aandacht dus voor employability gedurende de gehele carrière en niet alleen bij een reorganisatie. Van nazorg naar voorzorg dat moet het motto zijn. 12

14 En de overheid? Dit kabinet heeft ervoor gezorgd dat minder werknemers voortijdig de arbeidsmarkt verlaten en het gemakkelijker gemaakt om ook na de 'deadline' van 65 door te werken. Het scheelt, maar voldoende is het niet. We moeten de barrières om 65-plussers in dienst te nemen verder opruimen, het nog gemakkelijker en aantrekkelijker maken. Zij die willen moeten ook makkelijk kunnen (door)werken. Een groeiend aantal senioren, een groeiend aantal kapitaalkrachtige senioren. Het zal leiden tot een grotere vraag naar persoonlijke diensten. Om de markt te stimuleren heeft dit kabinet de 'regeling dienstverlening aan huis' geïntroduceerd. Particulieren die minder dan vier dagen per week hulp inhuren voor werk in en rondom de woning worden vrijgesteld van premies en loonbelasting. Het inhuren van diensten wordt daarmee een stuk eenvoudiger en goedkoper. Wonen Vroeger trokken vader en moeder als ze oud waren bij de kinderen in. Tegenwoordig wonen de kinderen ver weg, hebben het druk met hun werk, hun eigen kinderen en sociale leven. Maar ook ouderen zelf voelen er steeds minder voor om een beroep op hun kinderen te doen. Ze blijven liever, zo lang het kan, zelfstandig wonen. Zorg en ondersteuning moeten dus gemakkelijk geleverd kunnen worden. Is individualisering leeftijdsspecifiek, een ontwikkeling die aan ouderen voorbij is gegaan? Gelukkig niet. Ook de moderne senior wil maatwerk. Zeker als het om wonen gaat. Er zijn senioren die in een woonzorgcomplex het beste op hun plaats zijn. Er zijn er die de voorkeur geven aan een appartement in de stad, met culturele voorzieningen en een fysiotherapeut om de hoek. En er zijn er die het liefst in een buurt met gezinnen wonen, een buurt waar kinderen op straat De provincies Limburg en Zeeland spelen, waar ze deel uitmaken van het zijn al actief in het bevorderen van lokale sociale leven. seniorentoerisme. Dat verdient Alles zoveel mogelijk gelijkvloers, met intensivering en navolging. zorg in de buurt. Tot 2015 zijn er in de categorie verzorgd wonen woningen extra nodig. Daarvan zal ongeveer 40% nieuw gebouwd moeten worden. De rest moet komen uit de aanpassing en doelmatige toedeling van bestaande woningen nieuwe woningen die geschikt zijn voor senioren. Kan dat, is dat haalbaar? In de komende tien jaar zal 1 op de 5 woningen worden vernieuwd. Ruim een miljoen woningen in tien jaar, dat is ruim voldoende. Zeker als het levensloopbestendig bouwen - bredere deuren, geen steile trappen - een grotere vlucht zal nemen. Het is de taak van gemeenten, woningbouwcorporaties en private partijen om een 13

15 aantrekkelijk en passend aanbod van woningen voor ouderen te realiseren. Gelukkig begint dat besef door te dringen. Steeds meer woningcorporaties zoeken samenwerking met zorgaanbieders, om de kosten van domotica (technische verbetering) en zorg te delen. Ook projectontwikkelend Nederland heeft de groeiende markt voor senioren ontdekt. De rijksoverheid heeft de afgelopen jaren een aantal stimulansen gegeven voor innovatie en samenwerking en belemmeringen weggenomen. Gemeenten, corporaties en private partijen moeten elkaar nu vinden en aan de slag gaan, zodat we goed voorbereid zijn op de toekomst. Stoepen die niet te hoog zijn, parkeren voor de deur, gemakkelijk bereikbaar openbaar vervoer, straatverlichting, de politie die regelmatig patrouilleert. Voor senioren is de woonomgeving minstens zo belangrijk als de woning zelf. Ze moeten kunnen wonen - en dat geldt zeker voor de oudere senior - in een toegankelijke en veilige omgeving. Zorg De vraag naar zorg stijgt met bijna 3% per jaar. Dat betekent: extra banen, veel extra banen. Om de vraag bij te houden is het wel noodzakelijk om de arbeids-productiviteit te verhogen. Grotere doelmatigheid, minder bureaucratie en regels, en het beter tegemoetkomen aan de wensen van senioren gaan hier hand in hand. ICT staat hierbij centraal. Er lopen veel mooie innovatieve projecten maar ze zijn te Zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Domotica - handige technische snufjes als een versnipperd en te klein. licht bedienbaar deurslot, een alarmsysteem, Het stelsel van financiering rookmelders - en telecommunicatie kunnen dat van zorg prikkelt instellingen ideaal binnen bereik brengen. Videozorg, medische consulten en bewaking op afstand, het kan onvoldoende tot innovatie en allemaal. Een goed voorbeeld is het Nocturneproject (Groningen). Door intensieve samen- ondernemerschap. werking van alle betrokken partijen is een dialysebehandeling ontwikkeld die dankzij ICT thuis kan plaatsvinden. Kwaliteit en doelmatigheid gaan hier hand in hand. Er lopen een heleboel mooie innovatieve projecten. Dat is hoopvol, maar er is helaas ook een andere kant: ze zijn te versnipperd en te klein. Belangrijke oorzaak: de financiering van de zorg. Het stelsel van AWBZ prikkelt instellingen onvoldoende tot innovatie en ondernemerschap. De klant moet centraal staan, aanbieders en verzekeraars geprikkeld worden om goede zorg te bieden. We kunnen leren van de nieuwe Zorgverzekeringswet: de groei van de uitgaven is verminderd, de wachttijden zijn afgenomen en cliënten en hun organisaties zijn tevreden. Gemeenten hebben er met de WMO een belangrijke taak bij gekregen. Dat biedt kansen om oudere inwoners optimaal huishoudelijke diensten ter beschikking te 14

16 stellen. Wat mij betreft blijft het daar niet bij. Gemeenten kunnen allerlei ondersteunende diensten die nu nog in de AWBZ zitten veel beter en op maat aanbieden. Ze moeten dan wel een succes maken van de WMO door goede diensten te leveren vanuit één loket. Slot Het is aan het bedrijfsleven om de kansen van de zilveren economie te benutten. Het is aan de overheid om de woon-, zorg- en arbeidsmarkten 'silverproof' te maken, om regels en stelsels tegen het licht te houden. Opgave voor ons allemaal is om economie en maatschappij zo vorm te Nederland vergrijst niet, Nederland verzilvert. geven dat senioren zich er thuis voelen en een actief leven kunnen leiden. Alleen dan zal het bedrijfsleven volop profiteren van de zilveren vraag, de arbeidsmarkt van zilveren ervaring en expertise, de samenleving van de kwaliteiten, wijsheid en het relativeringsvermogen van onze vitale opa's en oma's. Arthur Schopenhauer vond dat de eerste veertig jaren van ons leven de tekst leveren en de volgende dertig het commentaar daarop. Ik denk dat onze ouderen zinnig commentaar kunnen leveren op onze teksten. 'Nederland vergrijst niet, Nederland verzilvert'. Karien van Gennip (1968) behaalde de titel Natuurkundig Ingenieur in 1993 in Delft en in 1995 haar MBA in Frankrijk. Zij werkte in 1994 en van 1996 tot 2002 bij McKinsey&Company, in Amsterdam en San Francisco. Van september 2002 tot mei 2003 werkte ze bij de Autoriteit Financiële Markten. Zij was staatssecretaris van Economische Zaken in het Tweede Kabinet- Balkenende ( ). Discussie Voorzitter Schnabel: Ook al is de staatssecretaris er zelf niet bij, ik wil toch graag met de zaal het debat hierover aangaan. In de toespraak namens de staatssecretaris zijn heel veel thema's aangeroerd rond het wonen, werk, zorg, vrijetijdsbesteding en rond allerlei technische ontwikkelingen. Het zou aardig zijn als wij de tijd goed gebruiken om nog wat boodschappen mee te geven, in de hoop dat deze nog een plekje kunnen vinden in de departementale plannen voor een nieuw kabinet. Een nieuwe regering, van welke signatuur dan ook, hoe samengesteld ook, zou daar haar voordeel mee kunnen doen en op sommige punten een stevige stap naar voren kunnen zetten. Met zoveel braintrust als nu hier, moet dat kunnen. De heer Philips: Mijn gedachten gaan uit naar het punt van het in dienst nemen van 55-plussers. Een groot probleem daarbij is dat bedrijven en organisaties alleen maar 15

17 jongeren in dienst willen nemen. Dat is een punt voor oudere mensen die zonder werk zitten. Hun uitkering is gerelateerd aan het laatst verdiende loon en als ze voor een lager salaris ergens gaan werken, en ze zouden na 6 maanden weer werkloos worden, dan gaat hun uitkering ook weer naar beneden. Dat zijn dingen waar iets aan gedaan moet worden. Dus fiscale maatregelen om het echt aantrekkelijker te maken voor bedrijven om oudere werknemers in dienst te nemen en garanties, via het UWV bijvoorbeeld, om te zorgen dat mensen niet terugvallen naar een lager niveau van uitkering, als ze tussendoor een half jaar of een jaar voor een lager salaris gewerkt hebben. Schnabel: Interessant is dat u het meteen relateert aan het bedrijfsleven. Eigenlijk is het heel gek dat we dat altijd doen: als we gaan kijken waar de meeste banen zitten, ook voor ouderen, is dat nou niet zozeer het bedrijfsleven, maar eerder het gebied van zorg, onderwijs, en niet te vergeten de overheid zelf. Hebben we wel een beeld van hoe de overheid en dit soort organisaties zijn als werkgevers voor ouderen? Nemen die ze wel in dienst? De heer Vijlbrief: Ik werk bij de Algemene Bestuursdienst, verantwoordelijk voor de werving en selectie bij de top van het Rijk. De samenleving, en dat vind je ook in de manifesten van politieke partijen terug, doet een dringend beroep op een verlaging van de stand van ambtenaren. Wat ik graag zou willen meegeven is, dat als je toch de kwaliteit van het ambtelijk apparaat heel hoog in je vaandel hebt, dat je dan niet moet vervallen in maatregelen zoals een vacature stop en een tweede Remkesregeling. We moeten op een veel creatievere manier nadenken, hoe we met de verschillende doelgroepen binnen de ambtenaren, om kunnen gaan. Dus een balans vinden tussen de kwaliteit van ouderen, de noodzaak van instroom van jongeren, en toch tegemoet komen aan de wens van de samenleving om iets te doen aan de bureaucratie. Voorzitter Schnabel: Is het nu zo dat bij de Algemene Bestuursdienst, waar het toch gaat om de hogere ambtenaren bij het Rijk, van alle departementen, dat men daar nu ook die creatieve gedachte al heeft ontwikkeld? De heer Vijlbrief: Ik kan daarop heel positief reageren: twee jaar geleden toen ik bij de Algemene Bestuursdienst kwam en geconfronteerd werd met de Remkes-regeling, is daar gezegd: dit zou eigenlijk niet meer moeten gebeuren. En we zijn met ideeën gekomen, zoals het project 'verzilvering'. Ik ben zeer blij dat dit begrip, dat al een hele tijd doorzingt, nu ook al hier in deze conferentie een rol speelt. Het houdt in dat wij op dit moment ambtenaren in de leeftijdscategorie van 57 jaar en ouder, dus in de top van de departementen, heel direct vragen wat zij denken nog te kunnen bijdragen aan de rijksdienst. Een heel interessant en redelijk succesvol project. Maatwerk natuurlijk, maar we hebben al heel wat mensen aangesproken op wat ze op hun 57e, 58e,59e nog zouden willen. En wat ze het Rijk nog te bieden hebben op basis van al hun kennis en ervaring. Sommige zeggen: ik zit goed in mijn vel, ik heb een fantastische functie, die maak ik af en dan ga ik met pensioen. Anderen zeggen: ik word uitgedaagd om er echt 16

18 over na te denken. En die mensen komen met originele ideeën. Zo ontmoette ik anderhalf jaar geleden een ambtenaar die wat ontevreden was binnen het departement. Toen ik zei dat hij moest ophouden met zeuren en zeggen wat hij wil, zei hij dat hij graag zijn studie af wilde maken naar de toekomst van de verzorgingsstaat. Dat heeft hij kunnen verwezenlijken bij de WRR, waar zoals iedereen weet nu een mooi rapport ligt. Hij heeft er 1,5 jaar aan gewerkt, dus wat betreft de productiviteit valt het weer mee en dit naar aanleiding van de opmerking van Teulings. We hebben nu zo'n 50 mensen in de top in de beschouwing en proberen hen uit te dagen om te formuleren onder welke voorwaarden ze verder willen binnen hun eigen departement of daarbuiten. Voorzitter Schnabel: Er ligt een wetsvoorstel dat mensen in bestuurlijke functies zoals burgemeesters en commissarissen van de koningin toestaat na hun 65e door te werken als ze dat willen. Gaat het Rijk daar actief zelf iets aan doen? Of blijft het initiatief bij de betrokkenen? Worden deze oudere ambtenaren ook echt actief benaderd? Vijlbrief: Dat gaat gebeuren, dat voel ik. Mevrouw Salden: De provincie Limburg is zelf heel actief op het gebied van het stimuleren van de 'silver economy.' Maar ook de provincie Limburg heeft een zeer aantrekkelijke regeling gemaakt voor senioren om er uit te stappen. Er zijn mensen die 100 % of zelfs meer dan 100% van het eerdere salaris verdienen, maar dan wel buiten de provinciale organisatie. Ik zal zelf wel nooit een beroep kunnen doen op die regeling, want als we jaar verder zijn zal het allemaal stukken schaarser zijn. Dat de provincie zo'n regeling heeft is wel lastig te rijmen met de beleidsmatige activiteiten rond het provinciale programma voor de 'silver economy' dat zich richt op de economische kansen, maar ook op de arbeidsmarkt, invoering van leeftijdsbewust beleid, inzetten op workability en employability en noem maar. De provincie wil daar een leidende en sturende rol in hebben, maar zal dat nieuwe beleid dus ook intern moeten vertalen. De heer Blokland: Als personeelsman van de spoorwegen dank ik Paul Schnabel voor de opmerking dat het gratis reizen voor senioren niet gestimuleerd moet worden. Als lid van de Nederlandse Vereniging Personeelsbeleid moet ik opmerken dat oudere werknemers nog steeds een fors risico moeten nemen als ze van baan veranderen of van werkgever. Dat is voor ons erg hinderlijk. Ze geven bij de overstap naar een nieuwe werkgever veelal over een groot aantal jaren opgebouwde rechten weg. Het is goed dat we geen hangmat constructie hebben waardoor mensen in luxe naar hun pensioen kunnen glijden, maar ik doe toch een klemmend beroep op het kabinet om een goed vangnet te construeren voor met name oudere mensen die het risico nemen om over te stappen. Dit is prohibitief, er is kapitaal te verdienen als je bij je oude werkgever blijft en je hebt veel te verliezen als je overstapt. Dat is een fundamentele belemmering voor mobiliteit. Personeelsmensen met hun mobiliteitscentra in veel bedrijven in Nederland kost het de grootst mogelijke moeite om mensen in beweging te krijgen. Wij stuiten op een fors wantrouwen bij werknemers die hun risico's inschatten. Onze mooie verhalen over mobiliteit zien ze dan als een truc om hen weg te krijgen. Dat staat haaks 17

19 op wat er macro gezien gedaan moet worden aan bevordering van heel veel te doen. arbeidsdeelname, een betere marktpositie, duidelijkere informatie, minder risico. De heer Burgmans: Ik heb bij Zalm wel eens neergelegd dat mensen na 37 of 38 jaar werken en premies betalen hun bijdrage wel geleverd hebben en dat je na een bepaalde leeftijd zou moeten komen tot een halvering van belastingbetaling. Een verlaging van 52% toptarief naar 26 % toptarief zou een behoorlijke prikkel zijn voor iedereen om gewoon door te werken. Voorzitter Schnabel: Klinkt aantrekkelijk. De heer Kohnstamm: Op het moment dat je 65 wordt, wordt de arbeidstoeslag gehalveerd, op het moment dat je 65 wordt houdt de zelfstandigenaftrek op. Eigen ondernemersschap kan niet meer. We hebben een grens van 1200 werkuren, dus we mogen dan parttime verder opereren. Kunnen we die volstrekt antieke leeftijdsgrens van 65 jaar niet schrappen? Een ander punt betreft een van de meest wezenlijke vergissingen die we de afgelopen 15 tot 20 jaar gemaakt hebben, namelijk dat we gedacht hebben dat ouderen op een gegeven moment bereid zouden zijn om te verhuizen naar dichte stedelijke gebieden. We hebben vergeten dat met name ouderen ingeworteld zijn in een bepaald sociaal netwerk. Als we dus voorzieningen willen aanbrengen of woningen willen bouwen dan zal dat in hun oude sociale omgeving moeten zijn. Ouderen zijn niet bereid om alleen maar vanwege een goed toegankelijke flat plotseling te verhuizen naar het midden van een stad waar je niemand kent. Mensen willen meestal gewoon wonen en leven met degenen waar ze groot mee geworden zijn, waarmee ze gevoetbald, gebridged of getennist hebben. En dat is stelselmatig gewoon vergeten. Voorzitter Schnabel: Dit is een van de dingen waar het Sociaal en Cultureel Planbureau in zijn publicaties op wijst en ook benadrukt heeft in bijvoorbeeld contacten met het ministerie van VROM. De doorstromingsgedachte is zo'n macrogedachte, vanuit volkshuisvestingsprincipes, die haaks staat op wat we willen. Mensen willen helemaal niet doorstromen. In de meeste gevallen willen ze zolang mogelijk blijven op de plek waar ze zich gevestigd hebben en geworteld zijn en het rare is dat dit eigenlijk nog steeds niet is doorgedrongen tot het beleid. Ik was ook nog benieuwd of iemand internationaal vergelijkende ervaringen heeft. Zijn we in ons land op een aantal punten antiek, of archaïsch? Zetten onze regelingen mensen vast? Terwijl andere landen laten zien dat het beter kan? Mevrouw Buien: In mijn contacten met sommige landen, zoals Israël, zie ik dat ouderen wel functies houden na hun pensionering. Ze genieten wel pensioen maar worden allemaal ingezet. Dat zie je hier veel minder: de vanzelfsprekendheid waarmee mensen zich ook verantwoordelijk voelen om een aandeel te leveren aan het grotere geheel. De heer Knipscheer: We spreken hier over een lange termijn kwestie. Eigenlijk hebben 18

20 we het over de leeftijdsgroep 40 tot 55 jaar, want die zal de komende vijftien twintig jaar de omschakeling naar een vergrijsde samenleving moeten realiseren. Van die leeftijdsgroep zijn hier niet zo heel veel mensen vertegenwoordigd. We moeten ons dus goed realiseren tot welk publiek we ons richten. Maar ik werk zelf ook een beetje aan de korte termijn problematiek. Ik zou de zorgsector en met name de intramurale ouderensector willen bewegen om 50-plussers in dienst te nemen. Terwijl de praktijk daar nu doorgaans is dat men op die leeftijd mensen begint te ontslaan. Mijn argument om toch meer 50-plussers in dienst te nemen is dat op de eerste plaatst deze mensen veel beter in staat zijn om met de bewoners te communiceren en een leefklimaat te creëren waar de bewoners zich thuis voelen. Ten tweede geeft het werkgelegenheid voor 50-plussers wat een heel moeilijke aangelegenheid is in dit land en het geeft oudere vrouwen een extra mogelijkheid om op de arbeidsmarkt terecht te komen. In die zin vangen we drie vliegen in één klap. Voorzitter Schnabel: Kunt u ook iets zeggen over de vraag waarom de drang om te ontslaan kennelijk zo groot is? De heer Knipscheer: Het beeld is nog heel sterk dat de verplegende en verzorgende sector zware belastende sectoren zijn. Dat geldt natuurlijk voor sommige of voor een deel van de activiteiten van verzorgenden en verplegenden. In verzorgingshuizen en verpleeghuizen is er 's morgens vaak fysiek zwaar werk te doen, maar de rest van de dag is het veel meer leefklimaat en helpen bij het eten en dat soort zaken en dat kan heel goed door 50-plussers over genomen worden De heer Van Eeghen: In de VS zie je dat er gewoon veel minder geregeld is en dat daar dus een veel natuurlijker overgang bestaat tussen jong en oud. Men heeft een eigen pensioen, er is strakke wetgeving tegen discriminatie, dus je moet ongelofelijk uitkijken als werkgever met uitspraken over leeftijd, gender, of wat dan ook. Dat heeft als nadeel dat de risico's misschien wat groter zijn, aan de andere kant zie je dat het probleem van plotselinge confrontatie met je leeftijd (je wordt 62 of 63) nauwelijks bestaat. Je bepaalt je bezigheden voor een groot gedeelte zelf, rechtstreeks in relatie met je werkgever. Voorzitter Schnabel: Maar stellen Amerikanen dan ook geen vragen in de trant van: hoelang moet jij nog? Van Eeghen: Als het gebeurt, is het tijdens de borrel. Mevrouw Geling: De Bertelsmann Stichting in Duitsland heeft onlangs een prijs voor goed omgaan met leeftijd bij de arbeid uitgereikt aan Finland. Opvallend is daar dat er allerlei maatregelen op gebied van preventie en gezondheid en allerlei fiscale maatregelen zijn getroffen, maar ook dat de overheid zelf heel erg het goede voorbeeld geeft, en allerlei maatregelen en personeelsbeleid ontwikkelt juist om oudere werknemers in dienst te houden. Dat is allemaal uitvoerig gedocumenteerd. 19

21 Voorzitter Schnabel: Ik ga dit punt afsluiten. We hebben een aantal punten verzameld, ik denk dat we er zeker iets mee kunnen gaan doen in de verslaglegging, misschien in een brief of stuk of een voorstel aan het kabinet of aan de informateur. We gaan eerst kijken, hoe het gaat met de ouder wordende mens, die in vitaliteit wil leven, gezond wil blijven, zich gezond wil voelen, en allerlei producten nodig heeft, waardoor dat ook kan. Niemand die ons dat beter kan vertellen dan Antony Burgmans, voorzitter van Unilever. Enkele foto-opnamen tijdens de discussie. 20

22 Antony Burgmans voorzitter Unilever N.V. Onze hogere levensverwachting danken wij vooral aan 200 jaar ontwikkeling van beter sanitair, veilig drinkwater, persoonlijke hygiëne en betere voeding en pas de laatste 50 jaar ook aan medicijnen. Tussen gezond en niet gezond leven gaapt volgens onderzoekers een kloof van vijftien tot twintig jaar. Maar de levensverwachting stijgt al een tijdje niet meer in Japan en de knik naar beneden zal ook in Nederland wel niet uitblijven. Dat is het gevolg van te veel en verkeerd eten, roken, alcohol, stress enzovoort. Forse inspanningen zijn nodig om weer meer vitaliteit aan het leven toe te voegen, te beginnen bij de jeugd. Het onderwerp Healthy Ageing ligt ons bij Unilever na aan het hart. Het onderwerp is al heel oud. Hippocrates zei 400 jaar voor Christus, dat dikke mensen vroeg dood gaan. En er is ook het boek van Blankaart van 1683, waarin manieren staan om zonder ziekten lang en gezond te leven. Hierin wordt het nut van levensmiddelen beschreven, zoals fruit, groente, vis en gelukkig ook wijn en bier. Maar het boek waarschuwt voor teveel suiker. En het geeft advies over hoe men zich behoort te gedragen tijdens de maaltijd en hoe kinderen goede tafelmanieren bij te brengen zijn. U ziet het is een onderwerp dat al lang in de belangstelling staat. Sommigen vinden vergrijzing samen met terrorisme en global warming een van de grootste bedreigingen van de mensheid. Dat is wat vergezocht maar goed, overal in de wereld, in Europa, Noord-Amerika, Japan en China daalt het geboortecijfer, mensen leven langer. Het resultaat is een drastische daling van het aantal mensen onder de zestien en een evenredige stijging van mensen boven de 65. Vooral de groep van 85 + groeit sterk. Vanuit een zakelijk standpunt is Researchers schatten dat er 15 tot 20 jaar verschil in levensverwachting zit tussen gezond en niet gezond leven. het interessant om te zien, dat mensen boven 50 niet alleen snel in getal toenemen maar ook relatief rijk zijn. Dat is natuurlijk iets waar een bedrijf als Unilever heel goed naar kijkt. Waar zijn de consumentenbestedingen? In de VS hebben de 'over fifties' bijna driekwart van de rijkdom in handen. Dit leidt ook tot allerlei andere kwesties in de samenleving. De ratio tussen werkenden en niet werkenden verandert enorm. Politici maken zich terecht bezorgd om wat de pensioenscrisis wordt genoemd, met name in het Verenigd Koninkrijk, met zijn systeem van Pay as you go. Zoals in Duitsland en Italië waar een pensioenramp dreigt. Kun je dan zeggen: Wat hebben wij ermee te maken, want wij zitten goed in Nederland met onze rijke pensioenfondsen? Maar we zitten natuurlijk wel samen in de Eurozone dus let op je zaak. Natuurlijk gaan ook de kosten van de gezondheidszorg omhoog, in de VS is het al 15 % van GDP. De meeste mensen 21

23 Longevity has increased since Year menen dat dit niet komt door vergrijzing maar door technologische verandering. Maar laten we eens kijken naar een aantal fysieke aspecten. Dit plaatje laat de leeftijdsverwachting in historisch perspectief zien. Vanaf 1600 tot ongeveer 1830 schommelt het een beetje tussen de 35 en 40 jaar, als gevolg van oorlog of vrede, goede of slechte oogst en dat soort dingen, maar het schommelt niet veel. Na 1830 schiet het omhoog in een rechte lijn. De landen met de hoogste levensverwachting zijn op dit moment IJsland, Japan en Zwitserland. In Japan haalt een op de vijf vrouwen de leeftijd van 100 jaar. Wat zijn de redenen? Hier wil ik Nobelprijs winnaar Robert Fallwell van Chicago en David Cutler van Harvard University aanhalen. Die suggereren op grond van onderzoek oorzaken zoals beter sanitair, veilig drinkwater en verbeterde persoonlijke hygiëne; maar ook de eliminatie van ondervoeding, betere voeding en het voorkomen van slechte voeding. Betere medicijnen zult u ook zeggen, maar die hebben pas de laatste 20, 30, 40, 50 jaar een rol gespeeld, en niet 100 of 150 jaar geleden. Dus we denken bij Unilever dat onze branche wel degelijk een positieve bijdrage heeft geleverd. We weten dat producten als margarine buitengewoon belangrijk waren in het verbeterde voedingspatroon en ze zijn dat nog steeds. Het gaat om de Holy Grail, zoals wij dat noemen, van een lang leven èn fit zijn. Het heeft weinig zin om lang te leven als je niet fit bent. Het kan onder andere Vitamine tekorten bij ouderen kunnen veel beter worden voorkomen door gewone goede voeding dan door voedingssupplementen. worden bereikt door het bewaren van een gezond hart, gezonde bloedvaten, bijblijven, goede mentale en fysieke prestaties leveren, je in het algemeen goed voelen, en het gevoel te hebben er goed uit te zien. Unilever voert een research programma uit met de naam Healthy Ageing Program. Dat is er op gericht al dit soort factoren uit te pluizen en te zien hoe wij een bijdrage kunnen leveren aan een fit en lang leven. Dus het idee is om de statistieken in de richting te krijgen van meer mensen die lang gezond zijn. Wij organiseerden een symposium met onder meer Dr. Robert Butler van het International Longevity Center in New York en Prof. Dr. Rudi Westendorp van de Universiteit van Leiden. Toen hebben we gekeken naar de belangrijkste factoren die er voor kunnen zorgen dat we ons doel kunnen bereiken. 22

24 Onder andere kwamen er zaken naar voren zoals financiële zekerheid, toegang tot uitstekende gezondheidszorg, het kunnen deelnemen aan je sociale omgeving, keuzemogelijkheden en het hebben van een doel in het leven. Jung heeft al gezegd dat mensen die in de tweede helft van het leven actief zijn, en zich duidelijke doelen hebben gesteld, over het algemeen gelukkiger zijn dan mensen die dat niet doen. Vervolgens zijn er natuurlijk factoren die te maken hebben met de fysiologie van het lichaam, 'het zit in de genen', en natuurlijk de leefstijl, de manier van leven. Het hele gamma van voeding, dieet, mate van beweging, sport, voldoende slaap, al of niet roken, het beheersen van stress en persoonlijke verzorging. Sommige mensen denken dat onze levensloop van tevoren is gedetermineerd. Wij menen van niet. Maar er zijn opvallende verschillen. In Columbia worden in sommige stammen mensen meestal nog steeds niet ouder dan 25 jaar. Binnen het Verenigd Koninkrijk zijn er aanmerkelijke verschillen tussen Glasgow, waar men gemiddeld 59 wordt, en Kensington waar de gemiddelde leeftijd op 83 ligt. Binnen Nederland zijn de regionale verschillen veel kleiner, maar we hebben wel weer verschil tussen de grote steden, Lifestyle coaching is zeer die zo'n drie à vier jaar achterlopen op de gezonde belangrijk. Meer bewegen, buitenwijken en de rest van het land. vermijden van stress en absoluut stoppen met roken. Deze verschillen worden natuurlijk allemaal bereikt met dezelfde menselijke genen, maar blootgesteld aan zeer verschillende omstandigheden. Dus er is geen enkel bewijs dat de levensduur van de mens is gemaximeerd of ingebouwd. Integendeel, het is duidelijk dat het lichaam geweldig effectieve afweersystemen heeft om schade aan het DNA te kunnen repareren. En de opvallende verhoging van de gemiddelde leeftijd over de laatste 175 jaar suggereert dat het proces van verouderen enorm plooibaar is, malleable noemen ze dat in het Engels. Factoren als voeding, hygiëne en leefstijl zijn van zeer grote invloed. Onze researchers schatten dat er zo'n 15 tot 20 jaar verschil zit tussen gezond en niet gezond leven. Understanding age -relate conditions Healthy tissues Infection Pollution UV irradiation Stress Unhealthy diet Overweight Poor lifestyle Smoking Hygiene Grooming Compromised tissues Daily challenges Healthy diet Het is aardig om het verouderingsproces Functional foods Physical activity Repair Relaxation/sleep te zien in termen van een continue Weight control No smoking beschadiging en een continue reparatie. Wanneer iemand een hartaanval krijgt is dat meestal niet het gevolg van iets dat hij vorige week heeft gedaan maar het gevolg van een accumulatie van zaken. Het doel is dus om het continue reparatie proces alle kans te geven, zodat de dagelijkse aanvallen op de gezondheid kunnen worden gepareerd. De vraag is: kunnen we de biologische 23

25 klok verslaan? In het algemeen weten we hoe we de biologische klok achter kunnen laten lopen ten opzichte van de chronologische klok. Maar het punt is natuurlijk hoe we motivatie, gedrag en gewoonten positief kunnen beïnvloeden voor al deze factoren. Het verouderingsproces kent vele factoren. Zijn er magic bullets of silver bullets om het verouderen te voorkomen? In Amerika wordt wel gesuggereerd, dat als je de calorie inname beperkt tot zo'n 30 % van wat je nodig De catwalk reclame richt vooral bij meisjes van 15 tot 20 jaar enorme emotionele schade aan. Dove reclame laat zien dat oud zijn niet synoniem is met niet meer actief of attractief zijn. hebt, dat dit een positief effect heeft. Ik weet niet of ik als fabrikant van voedingsmiddelen het daar wel mee eens kan zijn. Opgelucht zeg ik ook dat er geen enkel bewijs voor is. En wat te zeggen over een paar glazen wijn? Recente studies wijzen op het positieve effect op hart en bloedvaten van een matige consumptie van rode wijn. Andere voedingsstoffen met een gunstig preventief effect zijn groente en fruit, vis, olijfolie als onderdeel van een mediterraan dieet. Een van onze researchers suggereerde dat een 'poly-meal', dat wil zeggen een combinatie van knoflook, amandelen, chocolade, vis, fruit, groente en wijn zou kunnen resulteren in een negen jaar hogere levensverwachting. Kijk eens aan! Als we kijken naar 'survival rates', dat begrip uit een studie van Dallas, dan zien we dat iemand die zeer fit is, 80 procent kans heeft om nog in leven te zijn op zijn 70e. Iemand die niet fit is, heeft maar 50 procent kans. En een zeer fit mens heeft 4 x zoveel kans nog in leven te zijn op zijn 85e als iemand die niet fit is. Bij diabetici wijst onderzoek op enorme verschillen. Als je op je 40e diabetes krijgt, gaat je levensverwachting met 12 jaar omlaag. Wellicht even belangrijk is dat diabetes 18 jaar afhaalt van de tijd dat iemand goed gezond is. Wat is het zakelijke argument om te investeren in healthy ageing? We hebben de statistieken gezien. De huidige babyboomers hebben totaal andere aspiraties dan vroegere generaties, vooral dankzij een betere economische positie en omdat ze gezonder zijn. Want de huidige generatie van 50 tot 60 jaar is plus minus zeven jaar jonger op de biologische klok dan de vorige generatie. Ook het psychologische effect van het lege nest werkt door en er is meer focus op de eigen behoeften en de eigen gezondheid in plaats van het gezin. Normen veranderen, met andere woorden: deze groep is tegenwoordig meer bereid om te investeren in gezondheid en uiterlijk, afgezien van meer luxe en vakanties. Wanneer het lichaam ouder wordt, veranderen bepaalde systemen, zoals de hormoonspiegel. Deze kan worden gecorrigeerd door de verhouding van bepaalde voedingsstoffen te veranderen. Unilever heeft een uitstekende track record ten aanzien van het 24

26 verbeteren van de gezondheid. Zowel op het gebied van levensmiddelen als producten voor hygiëne in het huis, en persoonlijke verzorging. Kijk eens naar levensmiddelen, bijvoorbeeld het voorkomen van vitaminetekorten door middel van margarines, of betere technieken om producten langer houdbaar te houden, vervanging van verzadigde door onverzadigde vetten, en producten met fytosterolen om cholesterol terug te dringen. Denk aan hygiëne en ontsmettingsmiddelen voor het huishouden en antibacteriële zeep. Denk aan persoonlijke verzorging: tandpasta, om cariës te voorkomen en producten voor een gezonde huid en gezond haar. Producten zoals Becel Pro activ zou je hier ook nog kunnen noemen. Er is weinig reclame specifiek gericht op vijftigers. Met reclame voor vijftigers moeten wij heel erg oppassen, die vereist een aparte aanpak. Attitude is belangrijk, maar 50-plussers zijn niet homogeen. Er zijn grote verschillen binnen de groep Bio -medical 50+ segmentation 50-plussers. Neem bijvoorbeeld dit drietal typeringen: je hebt 'Rebel Boomers', zoals Richard Branson, 'Silent Radicals', zoals Prince Charles, en 'Stoic Seniors'. Met dit soort typeringen moet een bedrijf als Unilever wel degelijk rekening houden. Er is dus een vrij specifieke segmentatie die verschillend is in de groep van 50 tot 75 maar ook in de groep van 75-plus Weight maintenance Cholesterol control Insulin resistance building Osteoporosis risk Sarcopenia risk Weight loss is an issue Satiety reduced/taste unaltered Glycemic control poorer Muscle & bone mass down behavioural change wrt diet Vitamin & mineral deficiencies Disability Bij 75-plussers zijn er weer andere zaken aan de orde. Gewichtsverlies wordt vaak een kwestie. Smaak en smaakbeleving zijn erg belangrijk. Zie dit overzicht van zaken die wij bijzonder goed in de gaten houden. 'Food for the elderly' gaat over het voorkomen van vitaminetekorten door middel van gewone voeding in plaats van voedingssupplementen. Er is veel bewijs dat mensen veel liever hun vitaminen via gewone voeding opnemen dan via speciale preparaten. Erg belangrijk voor deze doelgroep zijn ook levensmiddelen die rijk aan energie en aan proteïnen zijn om gewichtsverlies te voorkomen en spiermassa te behouden, want dat kan ook een groot probleem zijn. Wij kijken heel goed naar dit soort zaken en dus hoe wij onze producten formuleren. Maar welke specifieke voedingsroutes en dieet routes ook worden gekozen, consumenten zijn niet bereid uitstekende smaakeigenschappen op te geven. Elke voedingsmarketeer weet: het product kan nog zo gezond zijn, misschien word je er 200 jaar mee, maar als het niet smaakt wordt het niet gegeten. En niet gekocht. Smaak en reuk blijven meestal tot op zeer hoge leeftijd behouden maar kunnen wel gestimuleerd worden. Het eerder genoemde vitaminegebrek bij mensen met een kunstgebit bijvoorbeeld kan verholpen worden door een andere textuur van producten. In elk geval is het belangrijk een dieet voor te zetten dat een hoog gehalte heeft aan micro-nutrients. Verpakking is 25

27 ook een factor; soms zijn verpakkingen slecht te openen door ouderen. Die zijn dus slecht ontworpen. Soms zijn ze te groot voor kleine huishoudens, of de tekst van de labels is soms onleesbaar voor ouderen. Bekende klachten, dacht ik zo. Waar ligt nu de kans voor de levensmiddelenindustrie om bij te dragen aan een gezonder langer leven? De basis wordt gevormd door producten met uitstekende smaak en eigenschappen die bijdragen aan een goede gezondheid, en een uitgebalanceerd dieet, om de bloedsuikerspiegel en het vet metabolisme onder controle te houden en dat rijk is aan mineralen en vitaminen. Lifestyle coaching is zeer belangrijk. De focus ligt hier op meer bewegen, vermijden van stress en zeker het ophouden met roken. In dit verband maken we ook producten die mensen helpen om hun vooruitgang te meten. Bijvoorbeeld met betrekking tot fitness, mentale prestaties en dieetkwaliteit. Er zijn allerlei apparaatjes die energieverbruik meten, of de kwaliteit van je slaap of de inname van verschillende vitamines. Het probleem is hoe het gedrag van mensen te verbeteren, hoe mensen in de sportschool te krijgen, of hun sportprogramma door te zetten ook na de maand januari. Er zijn voorbeelden van financiële prikkels door zorgverzekeraars gericht op lidmaatschap van een sportschool of het gebruik van Becel Pro activ. Wij zijn daar ook heel erg voor. Dit is de missie van Unilever, die wij zeven of acht jaar geleden hebben geformuleerd. Ik lees het maar even voor want het is een prachtige missie: Unilever's mission is to add vitality to life.we meet everyday needs for nutrition, hygiene and personal care with brands that help people feel good, look good, and get more out of life. Alle producten van Unilever hebben op de een of andere manier binding hiermee. Dus als we de driehoek 'gezond ouder worden' erbij halen van onze eigen R&D, dan ziet u vanzelf hoe het in elkaar zit, van roken, emotional wellbeing, infection control, body mass index en fitness tot macro- en micro-nutrients. De onderste trede is het stoppen met roken. De statistieken zijn bekend, gemiddeld vermindert roken een mensenleven met ongeveer tien jaar. De volgende stap is de persoonlijke hygiëne, schoon drinkwater, goed sanitair, reinheid in het huis Laten we op onze lagere scholen een blok vrij maken van 30 tot 40 uur voor basisvoedingsleer waarin kinderen leren wat goede voeding is. in het algemeen. De enorme vooruitgang op deze gebieden heeft gezorgd voor een grote vermindering van kindersterfte. Dit was één van de factoren die in de negentiende eeuw heeft bijgedragen aan het oplopen van de levensverwachting. Zoals bekend is ons immuun systeem minder effectief op jongere en op latere leeftijd. Dus extra maatregelen op het gebied van hygiëne zijn essentieel voor deze twee groepen. Unilever brengt een groot aantal producten op de markt wereldwijd die een 26

28 grote rol spelen in dit punt, met name ook in ontwikkelingslanden. Ook hier is gedrag een punt. Nog relatief veel mensen hebben nog niet de gewoonte hun handen te wassen en voldoende vaak te wassen. Wij hebben enorme programma's hiervoor bijvoorbeeld in India. De volgende stap is het welbevinden. Het is een duidelijke zaak dat emotional wellbeing zeer belangrijk is. Het zal u verbazen, dat Unilever ook hiervoor producten heeft. Het is wat we noemen: 'Het zich goed voelen'. Dit is waar wij Magnum in de strijd gooien. Wist u dat er een positieve correlatie is tussen het aantal echte tanden dat u nog heeft en uw levensverwachting? Nou niet allemaal gaan tellen maar het is wel zo. Onze Research Afdeling kijkt heel goed naar dit soort zaken, en naar Communication micro nutrients. Ons vlaggenschip is natuurlijk Becel Pro activ. Maar er zijn ook andere producten. Unilever is altijd heel goed geweest in de communicatie met zijn doelgroepen, een deel hiervan was gericht op het actief wijzigen van gedrag en gewoonten. Een voorbeeld was altijd al het aanraden en aanleren van goed gedrag als onderdeel van de communicatie van Becel. Dan is er het punt van communicatie en reclame. Onze samenleving is gericht op jongeren, en discrimineert in zekere zin de oudere generatie. Maar enkele van onze recente campagnes gaan hier tegenin. De campagne van Dove laat een dame van 96 jaar zien en suggereert dat oud zijn niet noodzakelijkerwijs inhoudt dat je niet meer actief of attractief kan zijn. Onderzoek laat zien dat met name in de leeftijd van 15 tot 20 jaar bij jonge meisjes de catwalk reclame enorme emotionele schade aanricht. We zijn met de Dove campagne 'beauty from within', duidelijk en bewust de andere kant opgegaan. U ziet deze prachtige dame: ze ziet er inderdaad fantastisch uit, net zoals de ouderen in de volgende twee reclamefilms die ik u nu laat zien. Concluderend: Veranderingen in ons dagelijks leven hebben een enorme bijdrage geleverd aan de hogere levensverwachting over de laatste 170 jaar. De financiële en sociale voordelen van langer leven zijn zeer overtuigend, maar misschien onderschatten we nog steeds de effecten. Het is fout om te denken dat de groep vijftigplussers homogeen is. Ik huiver bij de gedachte dat de overheid woningen laat bouwen voor deze groep. Want er is geen standaard oplossing. De groep is zeer divers en vraagt een diverse benadering. Het is natuurlijk zo dat het dieet en de voeding een zeer belangrijke rol spelen. Het gaat niet alleen om het dieet, het is een complexe zaak. Obesitas houdt ons op dit moment allemaal bezig. Als je het probleem van obesitas goed doordenkt, dan kom je erachter dat alleen een holistische benadering een oplossing kan zijn. 27

29 Eenvoudigweg stoplichten zetten op de verpakking van voedingsmiddelen leidt tot niets. Of het verbieden van reclame voor kinderen, dat leidt tot niets. Politiek heel interessant want het lijkt alsof je er echt iets aan doet maar het lost niets op. Dus dit vereist een zeer holistische benadering. Essentieel is om gezond gedrag te bewerkstelligen en de industrie kan hierbij een leidende rol spelen. Antony Burgmans (1947) volgde een studie politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Stockholm in Zweden, waarna hij een studie bedrijfskunde (MBA) afrondde aan de Universiteit van Lancaster in het Verenigd Koninkrijk. Hij startte zijn loopbaan bij Unilever in 1972, werd directeur in 1991 en was bestuursvoorzitter in de periode Hij vervult diverse functies in het bedrijfsleven en is actief op het gebied van natuur en cultuur. Discussie Voorzitter Schnabel: Ik dacht wel even toen ik die Bertolli dames zag, hoe staat het met hun gebit en zijn ze niet veel te dik? Mooie types maar misschien toch met een dubbele boodschap. De heer Burgmans: De boodschap is natuurlijk het mediterrane dieet. Er is geen twijfel over mogelijk dat dit dieet buitengewoon gezond is. Daar is de wetenschap het wel over eens. De heer De Beus: Unilever weet per definitie heel veel van communicatie, als het gaat over langer leven in vitaliteit en gezondheid. Toch heb ik het idee dat bepaalde groepen daarvoor benaderbaar zijn en andere groepen heel moeilijk. Als ik zo om me heen kijk is er toch ook een samenhang met het inkomen. Hoe ziet Unilever dat vanuit de eigen business, om dat te doorbreken, om bepaalde groepen toch te bereiken? De heer Burgmans: Wij hebben de vitaliteits filosofie niet alleen geformuleerd vanwege het vergrijzen van de bevolking maar wij hebben dat gedaan op basis van onderzoeken en van inzichten die we wereldwijd hebben opgedaan. Of dat nu in een klein dorpje in India is, op het platteland, of in Manhattan, overal zien we een 'quest for vitality.' Dit houdt mensen echt bezig, dus als je daar op inspeelt worden je producten, je merken attractiever. En je omzet groeit en je margeverwachtingen worden ook hoger. Dat zijn dus zakelijke overwegingen. Je ziet dat relatief weinig mensen buiten de boot vallen. Ik zeg niet dat iedereen er gevoelig voor is, maar we zien wel dat dit een trend is, die steeds meer toeneemt. De een is obsessief, de ander veel minder. Maar ook gestuwd door technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen is het inzicht in de eigen gezondheid aan het groeien. Teenagers zijn er natuurlijk minder ontvankelijk voor dan de groep boven de dertig, maar op het moment dat het ouderschap arriveert, begint men onmiddellijk over dit soort dingen na te denken. Dit is een zeer breed thema dat wereldwijd gedragen wordt. In een dorpje in India anders dan in Manhattan, maar het is toch een zeer breed gedragen thema. 28

30 Voorzitter Schnabel: Ik had het gevoel dat professor Westendorp vast iets zal willen zeggen over het punt dat er niet echt een verouderingsprogramma is? De heer Westendorp: Ik wil wel bevestigen dat alle data erop wijzen dat de 'will for vitality' er bij iedereen is, onafhankelijk van leeftijd en sociaal-economische klasse. Het probleem zit er in dat de mensen uit de lagere sociaal-economische klasse wel de behoefte voelen maar die niet kunnen beantwoorden. Als je twee kinderen hebt, en Turks bent van achtergrond, heb je dezelfde need for vitality, maar je krijgt wel andere producten. De zorg die aan het Turkse kind wordt besteed, bij hetzelfde probleem en dezelfde need for vitality, is absoluut minder. Het gaat er dus om hoe wij het aanbod genereren en neerzetten, maar het is niet zo dat mensen op hoge leeftijd of van een andere klasse dat anders voelen. De heer Burgmans: Ik wil zeker niet suggereren dat wij de hele wereldbevolking bereiken. Honderd vijftig miljoen mensen kopen wereldwijd elke dag één van onze producten, ja, dus wij bestrijken over een jaar miljarden mensen. Maar bereiken we iedereen? Daar is het antwoord helaas nee op. Ik zeg helaas, ook uit humane gronden, want een miljard mensen zijn ondervoed en leven van een dollar per dag of minder. Daar kun je zakelijk bijna geen relatie mee opbouwen. Die groepen vallen buiten de boot, ook binnen Nederland. Voorzitter Schnabel: Kunt u iets zeggen over het verouderingsproces? De vele herstelmogelijkheden, ook op heel hoge leeftijd, waaraan Burgmans refereert. De heer Westendorp: Mijn algemene oordeel zou zijn: het is correct wat hier wordt neergezet. Waar we allemaal stil van worden is die grafiek van de stijgende levensverwachting. Die stijging in rechte lijn van twee jaar per decade. Alsof je elke week dat je langer leeft er nog een weekend bij krijgt. Zo hard gaat dat. Maar iedereen voelt op zijn klompen aan dat de genetica, de oorspronkelijke bouw van het lichaam, de afgelopen 100 tot 200 jaar natuurlijk niet dramatisch is veranderd. Fenomenaal is dat we er al 40 jaar hebben bij gekregen, en het kan in de komende decade met dezelfde vaart doorgaan, wat bijna niemand zich realiseert. Er is veel meer mogelijk, maar er is helemaal geen programma, er is geen klokje voor de dood. Er is wel een programma voor beter overleven en als we dat fenomeen beter gaan begrijpen en ondersteunen is er veel meer mogelijk. De heer Hofman: Tijdens de wereldconferentie in Madrid destijds over de vergrijzing had ik de indruk gekregen dat de groei van de levensverwachting oneindig door kan blijven gaan. Totdat wij in Japan bij het Ministerie van Volksgezondheid en Welzijn te horen kregen dat zelfs Japan een knik naar beneden laat zien. Een topambtenaar zei dat de knik verklaard kan worden doordat vooral de jongeren minder gezond zijn gaan leven, sinds daar een jaar of wat geleden de McDonalds werden geopend. Inderdaad stijgen de cijfers niet meer in Japan. En in Nederland en internationaal zal tengevolge 29

31 van te dikke mensen, alcoholgebruik enzovoort de knik wel niet uitblijven. Er is al een en ander in gang gezet op het gebied van reclame voor sigaretten en alcohol, maar hoe ver kan de overheid gaan met voorschriften, geboden en verboden enzovoort? Waar begint en eindigt de rol van de overheid in het beïnvloeden van bepaalde manieren van leven? De heer Burgmans: Het antwoord op die filosofische vraag hangt heel erg af van je eigen opvattingen. Toen ik in Stockholm studeerde in '69 kwam er op een gegeven moment een pagina grote advertentie van de Zweedse overheid in de kranten met de mededeling dat ik drie bruine boterhammen per dag moest eten. Het was niet eens een verzoek, maar het was 'u moet!' Ik vind dat niet prettig. Maar ik geloof wel dat de overheid een rol heeft in termen van voorlichting. Ik bepleit al jaren, dat wij op onze lagere scholen, in de zesde klas of op de eerste klas van het voortgezet onderwijs, een blok vrij maken van 30, 40 uur voor basisvoedingsleer. Laten we onze kinderen leren wat goede voeding is, wat een goed dieet is en wat een slecht dieet is. Want vaak is het niet een kwestie van goede voeding of slechte voeding. Het is vaak een kwestie van een goed dieet of een slecht dieet. Je mag best een keer bij McDonalds eten, maar als je het iedere dag doet is het natuurlijk niet goed. Een blok van 30 uur is voldoende. Maar daarin is de overheid niet geïnteresseerd. Ik vind dat de overheid in dat soort kwesties juist een grote taak heeft. Voorzitter Schnabel: Minister Hoogervorst, die zichzelf bij uitstek ziet als een liberaal, zal vinden dat mensen zelf beslissingen over hun leven moeten nemen, maar over het roken bijvoorbeeld is hij duidelijk anders gaan denken. Mijn vermoeden is dat hij dat is gaan doen op een puur economische basis. Hij heeft gezien welke schade roken ook in economische zin aanbrengt. Van daaruit heeft hij het rookbeleid veel verder aangeschroefd dan men 10 jaar geleden voor mogelijk had gehouden. In Engeland speelt de discussie rond het eten op scholen. Moet dat per definitie zo vies, zo slecht en zo ongezond zijn? Het Jamie Oliver initiatief is een puur privaat initiatief. Wat kunnen we in Nederland hiermee? De heer De Caluwé: Ik ben jarenlang transitie manager geweest en ik zou een paardensprong willen maken. Ik ben sterk onder de indruk van het denken van Unilever over vitaliteit. Kunnen we het denken over de arbeidsvoorwaarden niet eens een tijdje uitbesteden aan Unilever? Ik bedoel niet de HR managers van Unilever, maar aan de mensen die nadenken over hoe de vitaliteit van mensen bevorderd kan worden. Ik heb sterk het gevoel dat onze arbeidsvoorwaarden voor een belangrijk stuk nog ontwikkeld worden vanuit de gedachte dat werken slecht voor je is. En dat we mensen moeten behoeden voor alles wat slecht is in het werk. Stel nou eens dat we gaan zeggen dat werk behoort tot de vitaliteit en dat we het zo lang mogelijk moeten doen. Wat zou er gebeuren als we de discipline van voedingsdeskundigen zouden toelaten in de denktanks over arbeidsvoorwaarden? 30

32 De heer Burgmans: Ik ben het heel erg met u eens dat participeren in het arbeidsproces het welzijn van de mens bevordert. Daarom vind ik een sociaal zekerheidsstelsel dat mensen aanmoedigt om vooral niet te werken en thuis te blijven asociaal en slecht. Je zou de prikkel moeten maximeren om mensen aan het werk te krijgen. Daar zijn we denk ik nog niet klaar voor in dit land, maar ik ben er van overtuigd dat het die kant op zal gaan. De heer De Caluwé: Met permissie, is het niet zo dat we de arbeidsvoorwaarden vanuit een oude traditie aansturen, terwijl we over een heel nieuw concept van arbeidsvoorwaarden zouden moeten praten. Mijn stelling is dat het met het Transitie Quotiënt van mensen in Nederland slecht gesteld is. Dat wil zeggen het vermogen om grote veranderingen in het leven goed door te komen. We zijn er zelf mede schuldig aan, dat we zo weinig bewogen hebben in de afgelopen jaren, mede door uitstekende arbeidsvoorwaarden. Kunnen we massaal het TQ van de bevolking verhogen? Ik denk dat we daarbij andere denkdisciplines nodig hebben, dan de disciplines die dit eeuwenlang hebben gedaan. De heer Burgmans: Ik denk dat het een interessante richting op gaat. Er is bijvoorbeeld steeds de gedachte dat je asociaal bent als je mensen van bijvoorbeeld 68 jaar laat doorwerken. Toen ik laatst in Boston elke morgen gebruik moest maken van een busje, vroeg ik aan de chauffeur hoe oud hij eigenlijk was. Hij bleek 72. Voor het geld hoefde hij het niet te doen. Hij zei, zo heb ik wat te doen, drie of vier dagen per week, dan ben ik van de straat. Dat is een andere mentaliteit, ik had niet het gevoel dat die man uitgebuit werd, absoluut niet. Maar ik ben het dus helemaal met u eens. Voorzitter Schnabel: Wat De Caluwé voorstelt sluit aan op een voorbeeld dat we in de gezondheidszorg hebben gehad, met gezanten uit andere sectoren, die op hun gebied in het kader van de actie 'Sneller Beter' een kijkje gingen nemen in de gezondheidszorg. Gespecialiseerde Shell mensen gingen bijvoorbeeld kijken naar de veiligheid in ziekenhuizen. Een aantal bedrijven heeft dat gedaan en het heeft geleid tot verscherping van het probleembesef in de zorg. Het zou interessant kunnen zijn om als bedrijf dat zich specialiseert in gezondheidsproducten eens te gaan kijken naar andere sectoren of naar arbeidssituaties. Wat is er goed? Wat zou anders moeten? De heer Pennings: Dat beeld van de 'holy grail' spreekt mij zeer aan. U noemde daarbij factoren die een positieve invloed hebben, zoals financiële zekerheid, sociale netwerken, zinvolheid, toegang tot de gezondheidszorg, levensstijl en de factor geluk. Is dit rijtje in volgorde van belangrijkheid vroeg ik mij af? Hangen hier gewichten aan? Ik heb zelf de indruk dat de factor levensstijl soms wat overgewaardeerd wordt. En ik kan dit een beetje staven met onderzoek dat in Amsterdam gedaan is aan de VU naar leeftijdscohorten waaruit bleek dat het ouderencohort zich duidelijk meer gelegen laat liggen aan gezonder leven dan het jongere cohort. Met name de generatie babyboomers laat zich liever niet teveel betuttelen en wil er eigenlijk niet zo veel aan doen, aan dat gezonde leven. Geven we die gezonde levensstijl niet teveel accent? 31

33 De heer Burgmans: Het is zeker zo dat verschillende groepen een verschillende gevoeligheid voor dit onderwerp hebben, maar ons eigen onderzoek laat wereldwijd zien dat, weliswaar in verschillende mate, praktisch iedereen gevoelig is voor gezondheidsaspecten. Wij geloven dat het te maken heeft met de stand van de wetenschap, de enorme doorbraken van de laatste tien tot twintig jaar. Inzichten in gezondheid zijn sterk verbeterd, voortdurend staat het in de krant, er is weer wat ontdekt, weer wat onderzocht, en mensen gaan dat lezen en steeds meer begrijpen dat ze een zekere mate van invloed hebben op de manier waarop zij zelf later ouder worden. Iedereen realiseert zich natuurlijk dat er geen garanties kunnen worden gegeven, maar je kunt er invloed op hebben. De heer De Waal: Als directeur van Humanitas kan ik zeggen dat bij ons zelfs mensen van zeventig de kans krijgen een aantal uren per week door te werken. Het komt voor bij niet overheidsinstellingen dat mensen hun uren uitbreiden in plaats van seniorenverlof te nemen. Maar of wij dit soort dingen in de handen van de denktanks van Unilever moeten geven, dat weet ik als oud vakbondsvoorzitter nog zo net niet. Er zal een grote vereniging in Nederland bezwaar tegen hebben denk ik, maar als je echt gaat kijken naar het bedrijf waar die Bertolli producten gemaakt worden dan zal de gemiddelde leeftijd daar aanzienlijk lager zijn dan het filmpje suggereert. Dit is een probleem dat we met zijn allen op moeten lossen en ik denk dat de bijdrage die Unilever daaraan kan leveren prachtig is. Maar een zeer wezenlijke is ook het sociale netwerk van mensen. Gelukkig ouder worden en niet in eenzaamheid en isolement is een groter risico voor lagere inkomensklassen. Dus als ik iets aan de overheid zou mogen zeggen, dan is het niet een pleidooi voor meer geld, maar om een zodanige omgeving te faciliteren waarin de betrokkenheid van mensen bij elkaar goed tot uitdrukking komt. En als ze dan ook nog Becel Pro activ eten en gezond blijven dat is mooi meegenomen, maar om gelukkig te zijn heb je sociale netwerken nodig. Vrijwilligers die op elkaar betrokken zijn, dat zou mijn boodschap zijn. Burgmans: Ik sluit me hier volledig bij aan. Geluk, het is een holistisch onderwerp en de voedingsmiddelenindustrie kan maar beperkt een bijdrage leveren. Als al die andere zaken niet in orde zijn dan kun je nog zoveel Becel eten maar dan lukt het niet. 32

34 Elco Brinkman voorzitter Bouwend Nederland Bouwen op mensen van alle leeftijden Bouwend Nederland staat voor forse opgaven. Minstens nieuwe woningen zijn nodig, waarvan geschikte en aanpasbare woningen voor ouderen. Ruim 2 miljoen woningen van de voorraad zijn technisch en qua energiebalans zeer aan verbetering toe. Demografie is een thema, want ook jonge starters staan massaal te dringen. Willen we de kant op van seniorensteden of willen we wonen in wijken voor alle leeftijden? En hoe dammen we de veel te grote uitstroom in van oudere bouwvakkers? In ons vol geachte landje met zijn overvloed aan instituties, regels en subsidies is het lastig laveren voor een bedrijfstak met mensen in bedrijven. Als minister van 35 jaar was ik halverwege de jaren tachtig in Japan op werkbezoek. Ik stelde ons gezelschap daar keurig voor: een directeur van 40, een directeur generaal van 45 en een secretaris generaal van 50 en toen vroeg de 80-jarige Japanse minister: waar is de Nederlandse minister? Ik zou niet zozeer deze 'jeugdherinnering' willen ophalen maar wel de missie van de toenmalige minister van Welzijn en Volksgezondheid naar Japan. Wij in Nederland weten hoe we met de oudedagsvoorziening om moeten gaan op het grensvlak van wonen en zorg, wij hebben namelijk allerlei voorzieningen en verzorgingshuizen. Maar in Japan liet men ons zien wat het Japanse antwoord op de toekomst was. Ze lieten een busje voorrijden in een wijk met veel oudere mensen, daar kwam een warmwaterinstallatie uit en een bad en dat werd het huis ingebracht en een keurige vrijwilligster, of misschien ook wel een beroeps, ging vervolgens de oude dame en de oude heer in dat pand even goed schrobben, en daarna ging het autootje weer naar het volgende huis. Ze zeiden woonaanpassing niet zo urgent te vinden. Ze zagen wel dat de kinderen niet meer zo zullen gaan zorgen voor de oudere generatie in Japan, maar dat was hun innovatieve antwoord. Het is goed om je af te vragen, We zullen veel meer combinaties wat is de bredere thematiek? Wat doen mogelijk moeten maken van wonen we eigenlijk om die oude dag zo min mogelijk bezorgd te maken? met zorg arrangementen waardoor de verhuisbehoefte ook gemitigeerd wordt. Ik geloof vanuit het perspectief van de bouw geredeneerd, dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Ik zal enkele illustraties geven dat er veel werk aan de winkel is. We kunnen ook wel verzilveren dat er meer mondigheid, koopkracht en belangstelling is voor het wonen en voor een goed verzorgde woonomgeving. Ik vertelde die kleine anekdote over Japan om onszelf te pressen tot een andere gedachten wisseling. Ook wij waren gewend om te denken dat we er waren met een deur verhangen en drempels eruit. Maar er zullen nieuwe 33

35 concepten voor woningen en woonomgeving moeten komen en die zijn geleidelijk ook wel in discussie. Ik wil eerst een paar cijfers noemen. Als je mensen vraagt of ze willen verhuizen dan blijkt dat allemaal reuze mee te vallen. We moeten dus niet doen alsof ons een massale verhuisbeweging te wachten staat. Wel blijkt uit onderzoek De bouwsector functioneert in een vol geacht land, met allerlei institutionele belangen, waarin het heel lastig werken is. dat bij mensen boven de 75 jaar de verhuisbehoefte aan het groeien is. Het gaat om zo'n 1,1 miljoen ouderen, veelal alleenstaande mensen, behoorlijke aantallen dus. In de tweede plaats: we hoeven niet allemaal te verhuizen, maar een woning moet wel aanpasbaar zijn, moet levensloop bestendig zijn, daar is ook nog wel wat over te zeggen. In de derde plaats valt het allemaal wel mee, mits wij onze recreatie, onze tweede woning of onze caravan, kunnen behouden, en wij op de een of andere manier in binnen- of buitenland kunnen vertoeven. De eerste nota die ik als aankomend minister destijds in 1982 op het ministerie aantrof heette 'Ouderen in tel'.die veronderstelde dat we allemaal, op ons 55e verzorgd zouden moeten worden door de gemeenschap. Van de minister van Welzijn werd dus verlangd om een beleid te ontwikkelen, dat er voor zorgde dat er voorzieningen gereed stonden voor de ouderen. Het is allemaal anders gegaan, gelukkig. Maar niettemin blijft het van belang dat ouderen niet alleen hun natje en droogje hebben maar ook de daadwerkelijke mogelijkheid van recreatie, om eens een keer ergens anders te kunnen vertoeven. De voorwaarde is naast betaalbaarheid veel meer dat wonen en zorg te combineren zijn. Daarover is heel veel competentie discussie, wie gaat daarover? Essentieel is in elk geval dat wij uit ons huisje kruipen, letterlijk (ook als bouwsector) en figuurlijk en dus veel meer combinaties van wonen met allerlei zorg arrangementen ontwikkelen waardoor de verhuisbehoefte ook gemitigeerd wordt. Dat verhuizen en ook het bouwen voor die verhuizing is toch ook wel een stevig probleem. Ik kom erop terug. Dus over het geheel genomen valt het wel mee. Geen volksverhuizingen in het verschiet, maar relatief is het toch nog een forse klus. Hoe ziet het bestand van de senioren eruit? Alleen even gemeten naar eengezinswoning en appartementen, blijkt dat bijna 70 procent van de 55-plussers in een eengezinswoning leeft en een kleine 30 procent in een appartement. En in de verhouding koop en huur is het ongeveer fiftyfifty. Die verhoudingsgetallen leveren op zichzelf een heel gemêleerd beeld, maar het merendeel van degenen die in een appartement wonen, vooral in een huurappartement, wordt gevormd door bewoners op oudere leeftijd. Dat is nu dus zo'n 32 procent van het totaal en dat zal groeien. Dat is allemaal keurig uitgerekend: er zal zo'n vijftien procent bijkomen. Ofwel meer dan eenheden en dat zijn toch grote getallen. Wat de mensen in ieder geval willen is niet alleen die woning, niet alleen de caravan of een 34

36 tweede huis of een reisje, maar ook een woonomgeving die comfort biedt, die veilig is, die toegankelijk is en noem maar op. Wij moeten ons dan realiseren dat we het niet alleen hebben over het rollatorproof maken van woningen, maar ook over de woonomgeving. Niet alleen in termen van vrienden of kinderen in de buurt maar ook de fysieke kanten van de woonomgeving. Dus ook de variatie van deze elementen is erg belangrijk. En daarmee komen wij steeds dichter bij het publieke domein in de afwegingen. De reden hiervoor is dat de markt op het gebied van woningen en de woonomgeving bepaald anders werkt en moet werken dan bijvoorbeeld voor Unilever het geval is. Niet omdat we belangrijker zouden zijn, maar omdat we echt anders moeten opereren. Wij werken in een zeer geïnstitutionaliseerde sector. Er zijn tal van organisaties en overheden, paragouvernementele en andersoortige organisaties, die zich als het ware ophouden tussen de klant, de gebruiker de consument, de bewoner, de huurder, de koper aan de ene kant en degenen die als bouwer of ontwikkelaar het product aanbieden. Natuurlijk signaleren wij de veranderende vraag, maar het is buitengewoon lastig om door toevoeging aan de voorraad woningen en wijzigingen in de bestaande voorraad tegemoet te komen aan de marktvraag. Unilever kan relatief gemakkelijk, ook al kost het wat, een nieuw product in de markt zetten. De bouwsector functioneert in een vol geacht land, met allerlei institutionele belangen, waarin het heel lastig werken is. Het gaat om nieuwbouw en omvorming, die almaar belangrijker worden, omdat de nieuwe toevoegingen in de ruimtelijke ordening sowieso al lastig zijn en relatief altijd minder van betekenis dan herstructurering van de bepaalde omgeving. In de bestaande omgeving zijn de woningen van voor de oorlog nu geleidelijk aan wel gesaneerd of tot monumenten verklaard of anderszins in redelijke staat gebracht. Deze woningen zijn ook weer populairder aan het worden, maar de grote voorraad van woningen van eind De grote voorraad van 3,2 miljoen woningen van eind jaren veertig en van de vijftiger en zestiger jaren is in technisch slechte staat en grosso modo zeer energie onvriendelijk. jaren veertig en van de vijftiger en zestiger jaren (3,2 miljoen woningen) zijn in technisch slechte staat. Dan heb ik het nog niet eens over comfort en kwaliteit in deze woningen. Dit zijn allemaal aantallen die samen met de overheid zijn gemeten. Dit zijn woningen die grosso modo bovendien zeer energie onvriendelijk zijn terwijl mensen op hun oude dag graag gemiddeld enkele graadjes meer stoken, als ik mijn vader van 92 als maat der dingen mag nemen. Er is erg veel werk aan de winkel voor de bouw, en er komen toch wel een paar forse vraagstukken op ons af op het grensvlak van publiek en privaat. We moeten ons bovendien realiseren dat het gros van de mensen ook op hun oude dag in eengezins- 35

37 woningen en in grondgebonden woningen wil zitten. We wonen in een land dat letterlijk en figuurlijk graag plat en laag leeft, terwijl iedereen inziet dat er meer geconcentreerd moet worden gebouwd, het liefst in het stedelijke gebied. Achtereenvolgende kabinetten van verschillende kleur hebben steeds gezegd dat die en die woningen moeten worden gebouwd in die en die aantallen. Dat is nu ook weer het geval in de plannen voor de komende kabinetsperiode. De veronderstelling is dat ongeveer driekwart in het stedelijk gebied moet worden gebouwd. Maar na 1,5 jaar van de plan periode, kan ik al zeggen dat we al woningen achter lopen in de stedelijke gebieden. Het is op zichzelf een planning waar markt en overheid heel precies naar kijken, dus dat is niet iets dat zomaar in theorie wordt bedacht. Dat is in de achtereenvolgende perioden steeds opnieuw gebeurd. Dus er is een enorme spanning tussen de wens om in het groen te leven, in Vinex-achtige wijken, en niet in stedelijke gebieden, terwijl de politiek waarschijnlijk ook de komende jaren wel weer gericht zal zijn op de stedelijke gebieden. Dit zijn algemenere trends en algemenere situaties die moeilijk beïnvloedbaar zijn in een situatie waarin je niet een echte verhouding hebt tussen vraag en aanbod. Ik vraag daar begrip voor. Er is al veel leed op tafel gelegd dus ik voeg mijn leed daar aan toe. En tegelijkertijd zeg ik: we moeten er niet bij stilstaan. Er kan natuurlijk wel het een en ander. Zoals heel veel ouderen zeggen: ik red me wel, ook op hogere leeftijd, met kleinere aanpassingen, het is allemaal niet zo'n probleem. We hebben daarom heel goed samen met de zorgorganisaties, de overheidsorganisaties en de bouworganisaties gekeken naar wat er in ieder geval wel zou moeten gebeuren, De bouwsector heeft recent voor een extra programma, om werknemers langer voor de bedrijfstak te bewaren, zo tussen de 50 en 60 miljoen beschikbaar gesteld. omdat in termen van zorgbehoefte, handicaps en dergelijke er zeker aanpassingen en toevoegingen moeten zijn. De berekeningen komen ruwweg uit op zo'n nultrede woningen, dus drempelloze woningen, letterlijk en figuurlijk drempelloos. Dat betekent praktisch gesproken dat zo'n nieuwe woningen per jaar in de komende periode, naast zo'n te verbouwen woningen, heel specifiek op de zwaardere zorgvoorzieningen binnen de woning moeten worden toegespitst, dus om verhuizing naar een verzorgingstehuis te voorkomen. Belangrijk punt is dat zo'n woningen per jaar door woonruimte herverdeling toegewezen moeten kunnen worden. We moeten proberen ons een voorstelling te maken van de problemen daarbij, want er komen weer wachtlijsten, kwantitatief en zeker ook kwalitatief, in termen van gewenste woonomvang, comfort, kwaliteit. Met vragen als: kun je als je de ene deur opendoet met je rollator of rolstoel nog wel een andere deur binnen? En dat in die woningen van de vijftiger en zestiger jaren, vaak gestapelde woningen. Bovendien zouden er dan nog eens vele duizenden zorgsteunpunten moeten zijn. 36

38 Als we die elementen van nieuwbouw, verbouw en herverdeling van woonruimte bij elkaar optellen, valt te begrijpen dat er in dat geïnstitutionaliseerde wereldje nogal wat gedebatteerd wordt voordat de ene steen op de andere wordt gezet. Wij hebben het hier niet over het grondbeleid en de vergunningen problematiek, of de vraag of we het met of zonder Polen moeten doen. Dat zijn wel thema's die langs komen, en waar iedere stad ook nog eens een keer zijn eigen opvatting over heeft, want wij leven in een gedecentraliseerd land. De vraag is hoe om te gaan met deze algemene beweging en deze algemene getallen, die in Apeldoorn echt anders zijn dan in Amersfoort. Hoeveel moeite moeten we anno 2007 nog altijd doen om bouwers en ontwikkelaars samen met zorgarrangeurs naar de maat en naar de concrete behoefte en verlangens van mensen in wijken daadwerkelijk aan de gang te kunnen laten gaan. Dat geldt op zichzelf ook voor de corporaties voor wie wij ook bouwen. Ik zei u al, het is allemaal te doen, het valt allemaal mee, maar er komen nieuwe vraagstukken bij. Bijvoorbeeld van de intergenerationele solidariteit, de verhouding tussen jong en oud. Er is uitgerekend dat ongeveer woningen per jaar nieuw gebouwd moeten worden in dit land en daarvan zouden er dus minimaal voor de senioren moeten zijn. En dat op het moment dat starters en beginnende doorstromers de grootste politieke aandacht hebben. Op zichzelf niets bijzonders, want we hebben wel vaker het probleem van de moeizame nieuwe toetreding gehad in een betrekkelijk gesloten markt, zoals de bouwmarkt en zeker in het stedelijk gebied. Maar je zit toch behoorlijk klem als je die woningen voor senioren moet zien in te passen in die die we met heel veel moeite per jaar gebouwd krijgen. Het vraagstuk van de woonruimteverdeling dus. Wij weten allemaal nog wel en zeker de babyboomers onder ons, hoe moeilijk het indertijd was om überhaupt een plekje te krijgen op de lijsten van de gemeenten. En nu zie je na een periode van liberalisering geleidelijk aan toch weer dat veel gemeenten weer aan het worstelen zijn met allerlei criteria en het ontduiken daarvan. Kort en goed, ik zie het vraagstuk van de insiders en de outsiders nu op ons afkomen. Alleen al in termen van ruimte en aanpasbaarheid en de eerder genoemde herverdeling van woningen per jaar is dat een stevige bestuurlijke en politieke vraagstelling. Verbouwingen zijn technisch niet zo' n probleem, natuurlijk kunnen wij iets doen met de drempels, met het sanitair, met een traplift, met gewone liften en met domotica. Er is gelukkig heel veel op de markt. Maar de marktvraag naar grondgebonden woningen en patio woningen, waar je buitenlucht kan snuiven, gaat gepaard met een onevenwichtig gemiddeld grondgebruik. Als mensen niet echt in appartementen willen wonen, wordt het dus best lastig. En ook daar waar we geconcentreerd bouwen moeten we functies combineren, we moeten stapelen; we moeten onder de grond parkeren. En toch willen mensen wel de auto graag voor de deur, want een eindje verderop weet je niet of je straat wel veilig is. 37

39 Een kleine anekdote: Sinds kort hebben we wateroverlast in Leiden en in mijn buurt en men vroeg mij of ik met het gemeentebestuur eens even contact op wou nemen om dat te voorkomen. De behandelend ambtenaar van de dienst riolering en straten in de gemeente Leiden zei: Wel meneer Brinkman, we kennen het probleem, maar een van de oorzaken is dat wij geen hoge stoepranden meer mogen maken, want dan kunnen de auto's en bussen en de brandweer in die kleine binnenstad niet meer de stoep in noodgevallen gebruiken. Vanuit een oogpunt van beter waterbeheer zouden we graag die hoge stoepranden gebruiken. Maar ik hoor net dat dit voor de senioren niet zo handig is. Het is maar een voorbeeld, maar we merken in de bouw, want we doen niet alleen woningen maar ook infrastructuur, dat dit soort praktische kwesties in toenemende mate aan de orde komen. De woonomgeving is een abstract begrip. In ons goede vaderland zijn we jaren bezig geweest, ik neem dat niemand kwalijk, met beleid gericht op: hier wonen we en daar werken we, daar hebben we voorzieningen en verderop speelveldjes enzovoort. En nu willen we dat geleidelijk aan meer bij elkaar brengen. Wonen, werken, voorzieningen, jong en oud. De gemiddelde wijk is daarop niet ingericht dus we zitten met een enorm vraagstuk van herinrichting. Daar wordt veel op gestudeerd en er zijn natuurlijk conflicterende belangen. De problemen zijn niet van technische aard, de wil ontbreekt ook niet, we zijn het eens over maatregelen en over intersectoraal samenwerken, er zijn goede plannen en er zijn experimenten uitgevoerd, maar relatief is het toch altijd nog een forse opgave. Niet alleen vanwege de massieve omvang, maar ook tegen de achtergrond van de gewoonte in dit land om wonen primair als een collectief goed te beschouwen. Op zijn minst in die zin dat kopers niet alleen afhankelijk zijn van allerlei vergunningen, maar dat er ook allerlei bemoeienis is, onder andere via belastingaftrek. Het is onvoorstelbaar met hoeveel aspecten van het wonen op de koop- en huurmarkt de overheid zich bezighoudt. In ruil voor een gewoonte en een verslaving bij ons als burgers, huurders en kopers aan huursubsidie en hypotheekrente aftrek. Daar willen we meer van en geen huurliberalisatie of althans niet te fors. Als de verhoudingen zo zijn dan moeten we ook accepteren dat we er niet teveel voor betalen. Soms schrijven de kranten dat het allemaal zo duur is. Maar in de echte prijs voor het goed, voor de grond en de woning, zitten allerlei vervuilende mechanismen. Tekorten worden weg gesubsidieerd, er wordt verevend tussen rijk en arm. Als je in die zeer ingewikkelde mechaniek gaat rommelen dan geef ik u op een briefje dat er allerlei effecten in de woningmarkt ontstaan die juist niet bedoeld zijn. Stel men wil iets met de hypotheekrente aftrek doen, dan valt te voorspellen dat starters niet geholpen zijn. Als je bovenin iets doet, gaan degenen die daar niet aan hun gerief komen in het middensegment zitten, houden de doorstroming van onderop tegen, waardoor er minder dure woningen komen, de gemeenten geld tekort komen en de cirkel is rond. Inkomenspolitieke overwegingen hebben dan in de woningmarkt een 38

40 averechts effect. Uit een oogpunt van inkomenspolitiek is huurliberalisatie een verkeerd woord, maar als je de woningen wil saneren dan moet het wel ergens betaald worden. Natuurlijk, wie meer spaarlampen gebruikt, een beter geïsoleerd dak heeft, houdt wel geld over of betaalt minder aan het energiebedrijf, maar de aanvangsinvesteringen voor isolatie moeten wel ergens van bekostigd worden. De aannemer wordt verondersteld een gulle gever te zijn, maar is het natuurlijk niet. We moeten ons realiseren dat het toch meer een commodity is geworden. Een huis is vandaag de dag best financierbaar, maar het probleem is dat in het lage en middensegment te weinig aanbod is en dat heeft alles te maken met de ingewikkelde fiscale en subsidie constructies. Objectief is het heel lastig om vast te stellen wat nu de prijs van een woning is. Dat betekent praktisch gesproken dat de taken waar we hiervoor staan de betaalbaarheidsvraag blijven oproepen. Ik ben toevallig ook voorzitter van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. En vanuit die hoedanigheid weet ik dat het ABP pensioen in Nederland bekend staat als een heel goede voorziening. Dat is ook zo, maar als je kijkt wat nu de gemiddelde Nederlander, niet alleen de ABP-er, feitelijk aan AOW en pensioen krijgt op zijn 65e dan valt dat tegen. Het beeld is dat het 70 procent van het laatstverdiende loon is, ook al zijn we naar middelloon systematiek overgestapt. Het is een feit dat het pensioen gemiddeld nauwelijks de vijftig procent van het laatst verdiende loon haalt, dus gemiddeld gesproken is het geen vetpot. Slechts vijf procent van de ABP gepensioneerden heeft een pensioen van dertigduizend euro of Als wij over de partijgrenzen heen geen oplossing vinden voor de overmaat aan overheidsbemoeienis dan blijft het millimeteren en blijft de markt op slot. hoger. Een dikke mensen ontvangen pensioen van het ABP. Zijn dat nu de grote pensioenen? Nu kan het zijn dat mensen hier en daar nog wat extra geld opzij hebben gezet, maar het is niet zo dat er dus tonnen weg gesjouwd worden uit Heerlen. Sterker nog, als je kijkt naar de kleine pensioenen bij het ABP, wellicht deeltijders, maar doorgaans toch echte volledige pensioenen, is dat bijna 60 procent van alle ABP gepensioneerden, die krijgen dus minder dan euro op jaarbasis. Als je dit betrekt op het vraagstuk van de betaalbaarheid van de oudedagsvoorzieningen, dan is toch de vraag hoe lossen we dat op? Hoe financieren wij de vaak vrij forse uitgaven die gepaard gaan met wat ik wel eens noem het 'rollatorproof' maken van woningen? Dan verzeil je weer in de subsidie sfeer of de aftrek. Kort en goed daar ligt ook wel op het grensvlak van publiek en privaat iets waar we wat mee moeten doen. U kunt zeggen, u speelt als aannemer de bal wel heel erg terug naar de overheid en de 39

41 maatschappij, maar hier is nog heel veel werk, hier kun je een goede boterham aan verdienen. Dan moet je maar een beetje innovatiever werken en meer mensen in dienst nemen enzovoort. Maar we werken natuurlijk alleen in opdracht, dus als niemand het betaalt, dan wordt er ook niet gewerkt. Eerlijk gezegd hebben we nog een ander probleem. Ik ben zelf grootvader maar heel veel van de grootouders en ouders hebben de laatste jaren niet verteld dat hun kinderen in de bouw moesten gaan werken. We zitten met het imago van de blauwe boorden sector. En grootouders en ouders houden hun kinderen voor dat ze niet in de bouw maar op kantoor moeten gaan werken, of bij Unilever of in de handel. Het beroepsonderwijs is ook hoe langer hoe minder maakgericht geworden. Wij zijn niet de enigen die daar onder lijden, maar juist ook onze klanten op wat oudere leeftijd verlangen dienstverlening, ze verlangen personeel dat weet hoe een deur die piept verhangen moet worden. Dat kun je niet met een computer leren, daar moet je twee rechterhanden voor hebben. Daarmee zitten wij enorm, we hebben een grote uitstroom en een te beperkte instroom, 47 van elke duizend functies die we te bieden hebben is op het ogenblik vacant, dat is kolossaal, maar de uitstroom is bovendien gigantisch. En we zitten met een bestand dat gemiddeld tussen de 39 en 40 jaar is in de hele bedrijfstak. Dat is een grote bedrijfstak, met mensen in bedrijven. Het is niet gemakkelijk om het personeelsbeleid te organiseren in een bedrijfstak met heel veel variatie. Wat we dus na heel veel vijven en zessen besloten hebben is om te investeren in het verminderen van de uitstroom, het vasthouden van de Er zijn nogal wat studies kennis die we ook verliezen omdat mensen ook relatief snel, soms omstreeks hun 45e de tent al verlaten. waar uit blijkt dat de Dus zeer intensief werken aan minder ziekteverzuim, behoefte aan 'seniorensteden' buitengewoon betere arbeidsomstandigheden en meer loopbaan begeleiding. De investeringen zijn fors, misschien beperkt is. Er is veel wat laat maar ze zijn er wel. meer behoefte aan We hebben nu recent voor een extra loopbaan gemengde wijken. programma, om de mensen vast te houden en bij te scholen en langer voor de bedrijfstak te bewaren, zo tussen de 50 en 60 miljoen beschikbaar gesteld. Dat is voor een bedrijfstak organisatie toch echt veel geld. We moeten uiteindelijk uit het dal kunnen komen. Maar dit soort zaken, opleiding en heropleiding, moeten op de een of andere manier ook in de prijzen tot uitdrukking komen. De kostprijs van het bouwproduct is daarmee geleidelijk aan het stijgen: de verwarmingskanonnen bij de bouw, beschermingsconstructies, die er 15 jaar geleden niet waren, allerlei tilapparaten, en verhoogde specietroggen. Ik ben blij dat we die beweging met elkaar hebben ingezet, maar in termen van beroepsuitoefening hebben we dus te maken met vergrijzing, te veel uitstroom en te weinig instroom. 40

42 Aan de VNO-NCW tafel wordt de laatste tijd wel vaker gesproken over de versluiering van de kostprijs van woningen en woonomgeving. Het grote politieke en maatschappelijke debat van de komende jaren zal gaan over de kwaliteit van onze woningen, onze woonomgeving, het landschap en de bereikbaarheid. Grotere inspanningen zijn nodig. Mensen willen in grote meerderheid de auto voor de deur. Een derde van het verkeer is sociaal recreatief verkeer en neem maar aan dat het een almaar meer vergrijzend deel van de samenleving is wat daar rijdt. Willen we meer betalen voor de infrastructuur, mits de infrastructuur ook beter is en beter toegankelijk? Dat zijn de kwesties waar diegenen mee zitten, die op het grensvlak van het publieke en private domein hun spullen aan de man moeten brengen. De grote uitdaging is dus niet de techniek en ook niet het aantal mensen dat naar Zuid Frankrijk of Italië wil verhuizen. Dat is niet nodig, het wordt hier vanzelf warm, zeker als we hier niet goed isoleren. We zullen een aantal dingen eerlijk tegen elkaar moeten kunnen zeggen, voor niks gaat de zon op. We zullen letterlijk de hoogte en de diepte in moeten, en we zullen een aantal gewoontes moeten afleren, ook op het gebied van overheidsbemoeienis, en op het gebied van wonen en werken in wijken. Werk terugbrengen in de wijken, ook dat maakt het mogelijk voor mensen om op oudere leeftijd meer te werken. Dus wat wij willen is een plattegrond en een indeling van de wijk waarin combi's van wonen en werk weer mogelijk worden gemaakt. Het klassieke ontwerp van de 4,5 verblijfeenheid, een woonkamer, drie slaapkamers, een hal, toilet en douche is niet meer van deze tijd. Ook op oudere leeftijd wensen wij meer comfort, meer ruimte, en combinatiemogelijkheden in de wijk en in de woning. Dus die aanpassingsmogelijkheden in de woning zullen een grote uitdaging zijn. Afsluitend denk ik dat de allergrootste uitdaging niet zozeer de vraag is of wij die 3,2 miljoen woningen van net na de oorlog wel of niet moeten slopen, maar of wij in dit toch wat volle land gevoelsmatig ook bereid zijn om zeer geconcentreerd te bouwen. Als we dat namelijk niet doen, dan kunnen we straks in Zeeland noch in Zuid Limburg de ruimte snuiven; dan zal het daar straks heel erg vol zijn. Mr. Drs. Leendert Cornelis (Elco) Brinkman (1948) volgde doctoraalstudies politieke wetenschappen en publiekrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Na zeer diverse wetenschappelijke en ambtelijke functies bij verschillende instanties en overheden was hij van minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Hij is vanaf 1995 voorzitter van Bouwend Nederland en combineert dit met een veelheid aan functies in bestuurlijk Nederland, waaronder het voorzitterschap van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, vice-voorzitterschap van VNO-NCW en het lidmaatschap van de Sociaal-Economische Raad. 41

43 Discussie De heer Knook: Ik woon niet zo ver van de heer Brinkman vandaan, in het doctorandussendorp Oegstgeest, en toen daar laatst Albert Heijn werd verbouwd stond er met grote letters op de bouwkeet geschilderd: hoera Piet gaat met de Vut! Ik begrijp uit uw opmerkingen dat u als werkgever allerlei programma's heeft om mensen opnieuw een andere invulling van hun beroep te geven. Wat ik merk als ik bij bedrijven als adviseur over de vloer kom, dat de werkgevers vaak wel willen, maar de werknemers helemaal niet. Heeft u ook een mogelijkheid om de mentaliteit van de mensen in uw sector zodanig te beïnvloeden dat u de titel van uw lezing kunt veranderen van bouwen op mensen van alle leeftijden naar bouwen met mensen van alle leeftijden? De heer Brinkman: Doctorandussen beginnen meestal op hun 23e - 25e met werken en de meeste van de bouwvakkers beginnen nog altijd op hun zestiende of zeventiende, vaak wel in een combinatie van leren en werken. Dus als het (niet kantoor) personeel veertig jaar lang dat werk heeft gedaan, dan denk ik dat ondanks alle verbeterde tilmethoden en werkmethoden mensen redelijk blij zullen zijn als ze op hun 55e wat anders kunnen gaan doen. Ik voel mij niet helemaal vrij om als witte boorden werker daarover makkelijke uitspraken te doen. We hebben er heel veel discussie over gehad, ook met collega-sectoren. Wij concentreren ons nu ook op hun inzet in de begeleiding op het werk en in de scholen, het beroepsonderwijs, om de technieken en de werkmethoden over te dragen. Die grote uitstroom is een serieus probleem en we investeren in een programma om dat te verminderen.. De heer De Caluwé: Ik ben zelf ook grootvader en morgen ga ik naar mijn kleinzoon in Rotterdam om een piepende deur te herstellen. Ik weet dat er in Nederland ongeveer 2, 3 miljoen mensen boven de 50 niet aan de arbeidsmarkt kunnen deelnemen. Wat let ons om eens in overleg met Rens de Groot van het Centrum voor Werk en Inkomen te overwegen om mensen die dat willen, zich om te laten scholen tot klusser in algemene maatschappelijke dienst. Geef ze wat geld en laat de gereedschapskist bijvullen bij de Gamma en zet ze in bij aannemers, of waar dan ook. Zet mensen in op verbetertrajecten. Toen ik 25 jaar geleden directeur van de bibliotheek in Leiden was, hadden we allerlei regelingen om vrouwen van 40 te laten instromen. Ik ben onder de indruk van uw verhaal, wat let ons om de 40 miljard die we op dit moment jaarlijks aan uitkeringen geven, op een andere manier te gebruiken. Als financiering voor de grote slagen die inderdaad gedaan moeten worden. De meeste mannen en ook vrouwen van 55 blijken zodra ze opa of oma worden, ineens goede klussers te zijn. Zullen we niet eens heel serieus werk maken van dit soort ideeën? De heer Brinkman: We hebben een lange periode gehad waarin de bouw qua ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zwaar boven het gemiddelde zat, dat hebben we door allerlei maatregelen enorm terug kunnen brengen, we zitten nu op en onder het gemiddelde. Mijn waarneming is, dat heel veel van de mensen die uit de bouw gaan, of 42

44 dat nu via vut, pensioen of via een uitkering is, zichzelf in de markt wel redden, omdat u als vragers die mensen wel weet te vinden. Dus het eerste probleem, om deze mensen weer actief in de markt te krijgen, is niet zozeer dat vraag en aanbod elkaar niet kunnen vinden. Het is veel meer een punt ze in te zetten voor de zaken die niet vanzelf gaan. Onderwijs en kennisoverdracht gaan niet vanzelf. De bouwmarkten zijn de drukst bezochte winkelketens, want er wordt heel veel geklust in dit land en dat wordt over het algemeen niet door de senioren zelf gedaan, maar door de mensen die ze hebben weten te vinden. Er is natuurlijk heel veel, in overleg met CWI en andere instanties, gezocht in de kaartenbakken. Wie zijn er geschikt, of geschikt te maken voor het bouwberoep, maar dat valt reuze tegen. Als er nog geschikte mensen zijn, dan is het veel, op de die we in totaal hebben rondlopen in de bedrijfstak. Niet te verwaarlozen, maar het is een heel klein deel. Dus veel belangrijker is behoud van de kennis in de actieve markt en daar mogen zeer graag ook ouderen aan deelnemen, laat daar geen misverstand over bestaan. Wat gebeurt er in andere landen eigenlijk? De heer Brinkman: Op het gebied van woningen voor ouderen/bejaarden zien we eigenlijk overal dezelfde typen maatregelingen. Daar is heel veel studie van gemaakt, er zijn heel veel werkbezoeken afgelegd. Het hangt een beetje af van het niveau van welvaart, van de soorten materialen die men gebruikt, in Scandinavië is het meer houtbouw, bij ons meer beton, dus dat is dat wat lastiger met verbouwingen. Gemiddeld gesproken is het allemaal hetzelfde materiaal, zelfs in Japan doet men geleidelijk aan veel meer dan alleen die badauto waar ik mee begon. In mijn politieke tijd werd er altijd laatdunkend gesproken over alles wat er uit Amerika kwam, maar we hebben al tien jaar geleden in Amerika gezien, dat het klusbedrijf, de loodgieter, de timmerman, de dakdekker booming business was. Dat soort klusachtige bedrijven is in Nederland ook in opkomst. Zelfstandigen zonder personeel, de ZZP-ers, zijn niet alleen in de actieve, reguliere markt bezig, maar ook in het seniorendomein, het half reguliere domein, waar gewoon een klusje een-op-een uitgevoerd wordt. De heer Dekker: Een vraag over de verhouding overheid bouwwereld. In alle bescheidenheid zou ik willen suggereren dat het nieuwe kabinet naar een grotere uitruil gaat, een soort deal: wij betalen wat minder, maar dan zullen we ons minder met de bouwwereld bemoeien. Een voorbeeld: Ik heb het voorrecht om in een dorp waar niet zoveel doctorandussen wonen een bejaardenhuis te mogen bouwen. En ik mag helemaal niet mopperen want in mijn drie jaar bestuurslidmaatschap is het project maar 2,5 jaar vertraagd. Vanwege de commissie saneringen, de commissie ziekenhuisvoorzieningen, het zorgkantoor, de cultuurhistorische effectrapportage en ga zo maar door. Dat is, denk ik, maar op één manier op te lossen, door de overheid zich iets te laten terugtrekken. De heer Brinkman: Vanuit allerlei organisaties die zich met de woningmarkt en de planologie bezig houden hebben wij zo'n uitruil gesuggereerd. Er kan best iets met de 43

45 hypotheekrente aftrek gebeuren, geleidelijk aan, mits er ook huurliberalisatie is, en ook meer vrijheid in termen van snellere vergunningen. Zeker ouderen hebben die tijd van wachten niet. Maar in het algemeen zit de woningmarkt echt veel te veel op slot. Het is helemaal niet meer zozeer een vraagstuk van ruimtelijke ordening, want over het algemeen is het wel bepaald waar in Nederland nog gebouwd mag worden, ook in het Groene Land gaat het veel meer om een herstructurering. En of die straat nou zus of zo loopt, dat moet je natuurlijk met de brandweer of de politie bespreken, maar dat zijn geen ideologische kwesties. Er kan veel meer, maar de wil moet daarvoor worden georganiseerd. Zo'n uitruil is te doen, maar op de een of manier speelt voortdurend inkomenspolitiek daarin een rol. Natuurlijk moet er ook voor het onderste segment gebouwd worden, dat doen wij ook, omdat wij van het bovenste segment alleen niet kunnen leven. Maar we moeten ons realiseren dat vooral in dat tussensegment veel verziekt is door die overmaat aan bemoeienissen. Ik houd van de overheid, altijd gedaan, maar hier kan ik na 10 jaar ervaring in de bedrijfstak zeggen, als je dit niet een keer over de partijgrenzen heen oplost, dan blijft het millimeteren en blijft de markt op slot. Mevrouw Salden: De laatste zin van uw betoog prikkelt mij natuurlijk. In Limburg zien we nu dat daar heel sterk het proces van vergrijzing speelt, tegelijkertijd ontgroening en zelfs bevolkingskrimp. Dat betekent op termijn meer ruimte en daarmee nieuwe vraagstukken van ruimtelijke ordening. Voor ons is het belangrijk om als provincie en gemeenten het gebied zo interessant mogelijk in te richten voor de senioren. Ik heb onlangs in Amerika de Senior Cities bezocht en wat mij zeer intrigeert is hoe de Amerikanen marktgericht kijken, vanuit de wensen van die doelgroepen. Ze bieden een heel grote variëteit aan woonmilieus. Dat vond ik ook interessant van uw betoog, het gaat niet zozeer om die woning, het gaat om die woonomgeving, het gaat om de sociale context, hoe mensen actief worden en om het gezondheidsaspect, hoe ze zich bewegen, de voorzieningen eromheen. Zonder dat we de Amerikanen willen kopiëren gaan we nu in Limburg de discussie aan over het concept, de vormgeving van een Seniorstad. Hoe kunnen we zoiets optimaal implementeren in het landschap. Met als doel dat we verschillende soorten woonmilieus aanbieden die de diversiteit van de doelgroep reflecteert. U bent uitgenodigd om mee te denken. De heer Brinkman: Ik durf u nauwelijks te corrigeren omdat u duidelijk studie hiervan hebt gemaakt, maar er zijn nogal wat studies waar uit blijkt dat de behoefte aan zo'n seniorenstad, buitengewoon beperkt is. Er is niet zo zeer een behoefte bij de senioren om allemaal bij elkaar te wonen, maar bij een toenemende zorgbehoefte is het vanuit het aanbod geredeneerd praktischer om de zorgbehoevende mensen wat dichter bij elkaar te zetten. Er is veel meer behoefte aan gemengde wijken. Ik zeg niet dat er incidenteel niet ook seniorenwijken kunnen zijn, maar laten we elkaar daarover niet teveel mythes vertellen. Dan een opmerking over de krimp die in meer regio's gaat plaatsvinden. De effecten zullen tegenvallen, omdat de gemiddelde woonoppervlakte altijd nog heel laag is. In mijn tijd op het ministerie waren we al bezig om de woon- 44

46 oppervlakte in de bejaardenwoning te vergroten. Dat ging geloof ik van 12 naar 15 m 2 in die orde van grootte en dan inclusief de keuken. Maar heel veel van die woningen halen nu 60 tot 70 m 2. In het appartementen aanbod zit op dit moment niet zoveel van boven de 100 m 2, terwijl die grotere oppervlaktes nodig zijn, in verband met de wens van comfort en kwaliteit en het rollator-proof maken van woningen. Er zal dus in Limburg wel woonruimte vrijkomen, maar de behoefte bij jong en oud om ruimer te wonen zal ook ruimte vreten. Is het nu wel zo dat de overheid zich moet terugtrekken? Bouwprocessen vragen nu eenmaal lange voorbereiding, er is een lange productieduur, gronden moeten gereed gemaakt e.d.. Kan die structuur helemaal aan de markt worden overgelaten? Zijn de planningsmechanismen van dit moment en vooral de decentralisatie niet juist veel te ver doorgeschoten? Hebben wij niet behoefte aan juist veel meer visionaire centrale planning? En wat de markt betreft, veel ouderen behoren niet tot de meest sterke partijen op de markt. Is daarvoor niet een zekere overheveling van inkomen nodig, via de belastingen, wat is uw visie daarop? De heer Brinkman: Ik heb al gezegd, voor niets gaat de zon op, dus als je meer of betere kwaliteit wil, of een aantal aanvullende wensen wil vervullen, dan moet je daar ook geld voor vrijmaken. Niet zo zeer omdat het electoraat zojuist heeft gekozen voor een bepaald belastingtarief, maar omdat er meer in het algemeen bezwaren zijn verbonden aan teveel overheidsbemoeienis met de woningmarkt. Ik zou liever hebben dat de prijs, in termen van een bepaalde retributie, voor bepaalde woondiensten of onderdelen van het wonen, omhoog zou gaan. Dan kunnen we evengoed nog aan bepaalde groepen inkomensondersteuning geven, maar omdat nu steeds inkomenssteun en woningmarktbemoeienis door elkaar heen lopen en mensen onder het hoofdstuk van de algemene rechtvaardigheid recht hebben op een traplift, is de overheidsbemoeienis te algemeen en werkt ze kostenverhogend. We kunnen beter zeggen, we gaan de huurliberalisatie aanpassen, we gaan milieu aanpassingen in woningen in rekening brengen, en het vervoer, ja alles heeft zijn prijs, dan is de prijs meer op het product toegespitst. Maar bespaar ons al die diensten die namens de overheid studie hebben gemaakt en ons vertellen hoe de senioren willen wonen in een Haarlemse wijk, tot en met de keuze van het soort bomen en de balkons. Ik geloof niet dat de gemiddelde senior op die manier met mij als aanbieder van het bouwproduct zaken zou willen doen. Liever wat minder overheidsbemoeienis zou ik zeggen. U weet waar ik in het politieke spectrum sta. Voorzitter: Voor mijn gevoel is het duidelijk dat er na de moeilijke periode die de bouw achter zich heeft nog een geweldig stuk ontwikkeling en vernieuwing moet gaan plaatsvinden in de komende jaren en u heeft ons daar een goed beeld van gegeven. 45

47 46

48 Bert Mulder Lector Haagse Hogeschool Innovatieve en strategische inzet van ICT in economie en samenleving ICT wordt steeds belangrijker voor de organisatie van het sociale leven. Nederland heeft op dit gebied een ontwikkelingsvoorsprong, maar daarvan vinden we in de dagelijkse praktijk van zorg en welzijn nog te weinig terug. De eigen zorg doeltreffend regelen, mantelzorg professioneel ondersteunen, werk vinden, de mogelijkheden voor nieuwe business zijn legio, maar in de zachte sectoren mankeert het aan agendasetting, kennis, opleidingen en leiderschap. De overheid, de bouwindustrie en de voedingsindustrie, die in de vorige presentaties aan de orde waren, maken al eeuwenlang deel uit van onze samenleving. Mijn onderwerp heeft nog nauwelijks geschiedenis en moet nog worden gerealiseerd. Daarom zal ik een aantal voorbeelden laten zien van actuele ICT-ontwikkelingen die de komende tien tot twintig jaar van een enorm belang zullen zijn voor de samenleving en voor het onderwerp van vandaag: de gouden kansen van de zilveren eeuw. Mijn presentatie heeft daarmee een meer instrumenteel karakter, wat directer en wat minder beschouwend. Het lastige van mijn vakgebied is, dat onderzoek nog niet mogelijk is. Aan de ene kant is er nog niet zoveel kennis verzameld, terwijl wij aan de andere kant vooraan lopen in de wereld op het gebied van de sociale en maatschappelijke toepassingen van ICT. Daarbij staan we in Nederland echt op nummer 1, zowel ten opzichte van Scandinavië als het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië. We zijn toonaangevend, terwijl we nog weinig reflectie kunnen organiseren. Maar feit is dat ICT een belangrijke en onmisbare component wordt in het sociale leven, Nederland is in de wereld toonaangevend in het ontwikkelen van sociale die we snel moeten gaan organiseren. Een van de dingen waaraan we moeten toepassingen van ICT maar we zien werken is de relatie van ouderen en ICT, daarvan weinig reflectie in de praktijk. waarvan we altijd denken dat die op gespannen voet staat. Kijkt u even naar deze vrouw. Zij houdt als 95-jarige een dagelijks dagboek bij op internet. Zij is een van de meest bekende bloggers van Spanje. Het lijkt natuurlijk een grapje, niet alle mensen van 95 houden een weblog bij, maar er is toch een enorme fascinatie van oudere mensen van boven de 75 jaar met dit soort van ontwikkelingen. 47

49 De volgende citaten zijn van een 85-jarige mevrouw uit Den Haag: Internet is ver van mijn bed, dacht ik, dat hoef ik dus niet. Maar je wordt er steeds met je neus opgedrukt. Ik ben nu blij dat ik met de cursus begonnen ben alhoewel ik het moeilijk vind. Tjonge jonge dat begrijp ik nooit. Ik zeg tegen de vrouw van de cursus, wat is toch een website?ja zegt ze dat wil ik morgen behandelen. Grandioos! Ik heb Youp van 't Hek op internet kunnen bekijken en op papier mee kunnen nemen Ooh wat geweldig is het internet!! Er is iets wakker geschud, eerlijk gezegd zou ik nog wel 100 jaar erbij willen hebben. Het is dus niet zo dat ouderen niet geïnteresseerd zouden zijn in dit soort van technologie. Er zijn steeds meer ouderen die daar een belangrijke rol in spelen. De grootste groep mensen die telebankiert is tussen de 55 en 65. Telebankieren is het verrichten van complexe handelingen met aanzienlijke consequenties, net zoals het boeken van een vakantie of een vliegticket. Het zijn complexe handelingen waarvoor ouderen het internet gebruiken. Dat betekent dat ouderen, we praten toch een klein beetje over onszelf, vaak in staat zijn ICT goed te hanteren, ook daar waar het belangrijk wordt in ons dagelijkse leven. De komende 10 jaar schuiven de leeftijdscohorten op, wat betekent dat een grote groep online komt die goed in staat is om ICT te hanteren. Natuurlijk moeten we ook andere diensten blijven ontwikkelen. En de doelgroep van ouderen boven de 75 blijft een echte uitdaging vormen en is misschien niet een doelgroep om ons primair op te richten. Maar om ouderen online te krijgen zullen we veel van onze innovatie moeten wijden aan het verbeteren van de bruikbaarheid van ICT. Dat betekent dat we veel van de dingen die we eigenlijk willen doen met ICT - zorg, leren, werken en samen leven - Ontwikkelingen nog moeten uitvinden. Deze grafiek laat de ontwikkelingen in vergrijzing de zorg zien: de toenemende kosten, de personeelsbehoefte kosten groeiende zorgbehoefte en een aantal zorgbehoefte professionals dat gelijk blijft. Ik was laatst op bezoek bij een grote zorginstelling in ICT een gebied waar de vergrijzing ietsje sneller plaatsvindt dan in de rest van professionals Nederland. De directeur had deze algemene trend vertaald naar zijn eigen organisatie. Waar vandaag 2200 mensen het werk doen zijn er over 10 jaar in deze regio 6600 mensen nodig om dezelfde diensten te verlenen. Dat betekent 400 mensen per jaar extra om hetzelfde te kunnen blijven doen, dan maakt het dilemma in zorg 48

50 voelbaar. Een schijnbaar onoplosbaar dilemma en vanuit mijn vakgebied denken we dat ICT een belangrijke rol kan en moet spelen. Dat is een andere reden waarom de rol van ICT heel erg cruciaal gaat worden in de komende jaren. De uitdaging is duidelijk. Zelf geven u en ik veel geld uit aan ICT - honderden of soms duizenden euro's per jaar. De uitdaging is om die dagelijkse dingen, die we als consument vanzelfsprekend vinden, zo te gaan gebruiken dat het onze kwaliteit van leven ondersteunt. Dat we niet alleen af en toe iets opzoeken of een vakantie boeken, of een klein beetje naar muziek luisteren, maar dat we onze ICT thuis structureel gebruiken om onze gezondheid te ondersteunen en anders gaan leven. De ontwikkeling van ICT laat een exponentiële curve zien. Het betekent dat ICT in bepaalde tijdseenheden in intensiteit verdubbelt. De algemene aanname is dat ICT in elke twaalf tot achttien maanden in kracht verdubbelt. Voor een deel ontstaat dat door de toename van de individuele kracht van PCs, voor een deel door convergentie van verschillende technologieën. Om een beeld te schetsen van de kracht van een exponentiële ontwikkeling: dit betekent dat ik over vijf jaar voor ongeveer het zelfde bedrag een dertig maal zo Ontwikkelingen snelle PC kan kopen. Als ik over 10 jaar met datzelfde bedrag naar de winkel ga krijg ik apparatuur die 500 tot 1000 keer zo snel is. beeld van morgen! Het dilemma van deze snelheid van ontwikkeling is dat we er niet om vragen: we gaat er niet sneller om typen. We kunnen op een bepaald moment gewoon niet anders krijgen. Eén ding blijft waarschijnlijk hetzelfde: na enige tijd is een PC te klein en te langzaam. ontwikkeling ICT exponentieel Maar met die snelheid van ontwikkeling kunnen we ons niet goed voorstellen waar we mee bezig zijn. We kunnen ons niet goed voorstellen waar we voor moeten plannen. Om ontwikkelingen goed te kunnen plannen - op een tijdsschaal van 10, 15 jaar of 20 jaar - en we zouden ICT tot structureel middel in die ontwikkeling willen maken, moet ik een goed beeld van morgen hebben. Dat betekent dat we in staat moeten zijn in te schatten wat er over 10 jaar is. Want dat de ontwikkeling van ICT de komende 10 jaar nog een exponentiële curve volgt weten we al, omdat de nu bekende productietechnieken dat mogelijk maken. Wanneer we betrokken zijn bij ouderen, en de mogelijkheden van ICT willen ontwikkelen en inzetten zullen we onszelf moeten professionaliseren. We moeten een redelijk beeld opbouwen van wat we over 10 jaar kunnen verwachten. Anders kunnen we geen leiding geven en blijven we het slachtoffer van incidentele ontwikkelingen. Voor het structureel ontwikkelen van ICT is leiderschap nodig. 49

51 Het Internet is nu zo'n 35 jaar oud. Het eerste publieke internet in Nederland kwam in 1992 beschikbaar. Voor die tijd was het internet een wetenschappelijk netwerk en na 1992 groeide het uit tot een netwerk waarvan vandaag 75 procent van de bevolking gebruik maakt. Een paar maanden geleden gaf 50 % van de mensen in een onderzoek aan dat het internet voor hen onmisbaar is. Ik mail, ik zoek dingen op en ik telebankier: ik kan het gewoon niet meer missen. Er is een enorme fascinatie van mensen tot boven de 75 jaar met ICT. De belangrijkste groep die telebankiert is tussen de 55 en 65 jaar oud. Maar als na tien jaar een groot deel van de Nederlandse bevolking het internet onmisbaar verklaart, kan ik dat gebruik dan niet verbreden naar structurele toepassingen op het gebied van zorg, leren en arbeid? Nederland neemt nu een toonaangevende positie in op het gebied van internetgebruik - kunnen we die positie de komende jaren vasthouden en een leider worden op het gebied van werkelijk belangrijke toepassingen die de kwaliteit van de samenleving direct kunnen versterken? In de loop van die tien jaar, en dat is heel belangrijk voor de rest van dit verhaal, hebben zich verschillende soorten toepassingen ontwikkeld. We zijn natuurlijk al langer gewend aan administratieve en registratieve toepassingen. Na die eerste periode zijn we allemaal persoonlijk dingen gaan doen. Dat hebben we eerst in het bedrijfsleven gedaan: kantoor automatisering met persoonlijke productiviteit, tekstverwerking en persoonlijke mail. Maar als meest recente ontwikkeling zien we nu het ontstaan Ontwikkelingen van het sociaal gebruik van ICT. De nieuwe generatie internet wordt Web sociaalgebruik 2.0 genoemd en ook wel omschreven als 'het sociale web'. Dat sociale gebruik van internet komt als een natuurlijk persoonlijk gebruik verschijnsel naar boven. En dat komt omdat de dichtheid van ICT steeds groter wordt en bijna iedereen thuis een PC bedrijfsmatig gebruik met een internet aansluiting heeft. Gebruikers vinden elkaar in brede 'communities': online gemeenschappen rond vrienden, business, soms foto's of gedeelde evaringen van lotgenoten. We weten wat internet in algemene zin is, wat bedrijfsmatig en economisch gebruik is en dat we online dingen kunnen kopen (e-commerce). Maar werkelijk persoonlijke en sociale toepassingen zullen we de komende jaren pas gaan ontwikkelen. Wat kunnen we daarin vooruit projecteren, met die exponentiële ontwikkelingscurve voor ogen? Het persoonlijke en sociale gebruik van internet vormen een nieuwe klasse van toepassingen die we de komende tien jaar zullen ontwikkelen. Wat gaan we in die tijd realiseren? 50

52 Vandaag kan ik mijn eigen zorg niet volledig organiseren of zelfs maar ondersteunen met ICT. De bewoners van mijn flatgebouw vormen nog geen community. Ik kan nog niet overleggen met de mensen in mijn wijk, ik heb nog geen vitaal netwerk dat voor mij kan zorgen wanneer ik een beetje vergeetachtig word. Het zijn voorbeelden van de nieuwe klasse van toepassingen die we de komende tien jaar zullen ontwikkelen en die een dragende en samenhangende infrastructuur in de samenleving zullen gaan vormen. Met de mogelijkheden van die nieuwe internet infrastructuur gaan we doen wat we altijd, elke dag doen: gezond leven, zorgen, werken, leren, ontspannen en samenleven. Wanneer ICT steeds kleiner, gemakkelijker en persoonlijker wordt, ga ik die dingen doen die voor mij belangrijk zijn, namelijk mijn dagelijks leven organiseren. De structurele ontwikkeling van internettoepassingen rond zorg en welzijn heeft een aantal consequenties. Nu denken we nog teveel over kleine, incidentele toepassingen en te weinig over het structureel inrichten van een brede ontwikkeling. Op dit moment hopen we dat dergelijke toepassingen zullen gaan ontstaan. Zo werken we aan tientallen gezondheidsportalen, bouwen allerlei ondernemers aan diensten die zorginformatie verspreid opslaan, groeien er in honderden projecten robotica oplossingen die niet met elkaar kunnen communiceren en werken grote bedrijven aan telemedische oplossingen die een marktpositie behalen door hun gesloten architectuur. We moeten ons afvragen welke soort coördinatie en planning er nodig is voor de ontwikkeling van een dergelijke infrastructuur. Het beeld dat ik schets is dat van een samenleving die niet alleen gedragen wordt door een fysieke infrastructuur, maar ook door een volkomen nieuwe virtuele infrastructuur, die de sociale kwaliteit heel erg gaat stimuleren met daarin allerlei diensten. Een dergelijke ontwikkeling hebben we nooit eerder meegemaakt en ook nog niet eerder georganiseerd. We weten niet hoe dat in elkaar steekt, we kunnen op die manier ook eigenlijk niet heel erg goed plannen. Het is niet gestructureerd terug te vinden in onderwijs en onderzoek. Een aantal voorbeelden. Eén van de ontwikkelingen van de laatste jaren is die van wijkgerichte internetsystemen. De laatste vijf jaar ben ik betrokken geweest bij internetsystemen die in acht aandachtswijken elke bewoner de beschikking geven over internet. Doel van die initiatieven is de sociale kwaliteit van leven te verbeteren. Er wordt gebruik gemaakt van een speciale toepassing die het voor iedere bewoner mogelijk maakt een eigen website te maken in vier klikken. Een eigen weblog maken, een fotoboek of een website kost maar een paar minuten. In een van de armste wijken van Emmen hebben 4300 huishoudens in een paar jaar tijd 4500 webpagina's gemaakt. Meer dan 1500 bewoners hebben daaraan meegedaan en 200 mensen zijn structureel betrokken. Dat is eigenlijk een grotere structurele betrokkenheid van mensen in een wijk dan een normale opbouworganisatie heeft. Dergelijke systemen zijn niet vanzelfsprekend en vereisen een speciaal ontwerp. Een 51

53 groot aantal ouderen in de aandachtswijken zijn geen witteboorden mensen, en moeten toch goed kunnen omgaan met dergelijke functionaliteit. In die aandachtswijk in Emmen werden 4500 pagina's gemaakt; ze waren niet allemaal even briljant, maar er was structurele aandacht. Om zo'n resultaat te bereiken ontwerpen we dergelijke systemen gericht op een 12-jarige, eerstejaars VMBO-er, want die staat model voor de gemiddelde intelligentie van 100. Het ontwerpen van dergelijke meer sociale systemen vereist ontwerpvaardigheden die nu in het informatica- en ontwerponderwijs niet worden geleerd. Op basis van de resultaten in de wijken raakten de daar actieve opbouw en welzijnsorganisaties geïnteresseerd. De kansen die dergelijke websystemen leveren is die van een hefboom die de professionele activiteiten in een wijk versterkt en verlengt. Daar waar beschikbare middelen kleiner worden en professionals steeds vaker projectgericht moeten werken, kunnen bewoners zelf ondersteunende websites maken die een dergelijk project een duurzamer karakter geven: wanneer de professionals verdwijnen blijven de websites (en de activiteiten van bewoners) bestaan. Daarom hebben we nu structurele relaties met de opbouw- en welzijnsorganisaties die deze toepassing van internet als een strategisch gereedschap introduceren. Dergelijke ontwikkelingen vinden op dit moment plaats en het interessante is dat Nederland daar heel vroeg mee is. Zo vroeg dat op dit moment de Europese Unie in die ervaringen geïnteresseerd is en naar manieren zoekt om er in haar beleid aandacht aan te besteden. Op basis van dit voorbeeld wil de EU haar nieuwe beleid aanscherpen op het gebied van E-inclusion, dat wil zeggen: het aansluiten van mensen uit zwakke groeperingen van de samenleving. Voor de beleidsperiode wordt daarom een nieuw aandachtsgebied uitgewerkt naast werkloosheid, multiculturaliteit en ongeletterdheid: community enhancement en social quality. Het sociaal gebruik van ICT kan ontstaan omdat de dichtheid van internet groot genoeg wordt. Een ontwikkeling van bijzonder belang niet alleen omdat zij de sociale kwaliteit van de samenleving kan ondersteunen en versterken, maar ook omdat Nederland model staat voor die ontwikkeling en leidend is in de ontwikkeling van EU beleid. Een ander voorbeeld is 'flatnet': een intranet in een flatgebouw met een oudere bevolking. Flatnet is een project dat wordt uitgevoerd door een van de woningbouwcorporaties in Den Haag. Het bevat bijvoorbeeld videocommunicatie en een telefoon- 52

DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN!

DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! KONINKLIJKE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN DE ZILVEREN EEUW GOUDEN KANSEN! Verslag van de Derde Jan Brouwer Conferentie 17 januari 2007 te Haarlem Summary in

Nadere informatie

Over de. Bernard van Leer Foundation

Over de. Bernard van Leer Foundation Over de Bernard van Leer Foundation Wie wij zijn De Bernard van Leer Foundation gelooft dat het realiseren van een sterke start voor alle jonge kinderen niet alleen goed is om te doen vanuit moreel perspectief,

Nadere informatie

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 De sociale ambitie: Zaanstad manifesteert zich binnen de metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Themabijeenkomst ouderenbeleid

Themabijeenkomst ouderenbeleid MHP, Culemborg, Rob Gründemann, senior TNO Arbeid Lector Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht De opzet van de presentatie Stand van zaken Arbeidsmarkt Kwaliteit van de arbeid Gewenst preventief HR-beleid

Nadere informatie

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Dames en heren, [Inleiding] Ik vind het wel leuk, maar ook een beetje spannend. Maar moet

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2016 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 WAT TE DOEN MET ÉÉN MILJOEN 4 BEDRIJVEN SPELEN IN OP WET DBA 5 VEEL STARTENDE FREELANCERS OP LEEFTIJD 6

Nadere informatie

2 Ontwikkelingen. 2.1 Grijze en groene druk

2 Ontwikkelingen. 2.1 Grijze en groene druk 2 Ontwikkelingen Nederland vergrijst en ontgroent. Ook in arbeidsorganisaties zal de gemiddelde leeftijd van medewerkers steeds meer omhoog gaan. Oudere medewerkers zullen een steeds groter deel van het

Nadere informatie

55+ groep in de lift. whitepaper wonen mei 2016

55+ groep in de lift. whitepaper wonen mei 2016 55+ groep in de lift whitepaper wonen mei 216 55+ groep in de lift De helft van de Nederlandse huishoudens bestaat uit mensen van 55 jaar en ouder. Een groot deel zijn zogeheten empty nesters (geen thuiswonende

Nadere informatie

Een liberaal lokaal Haarlemmermeer En meedenken is meedoen Natuurlijk samenwerken!

Een liberaal lokaal Haarlemmermeer En meedenken is meedoen Natuurlijk samenwerken! Haarlemmermeer, 2 april 2013 Deze tijd vraagt om een nieuwe manier van denken met een duidelijke visie om de problemen aan te pakken. Ons motto; Een liberaal lokaal Haarlemmermeer En meedenken is meedoen

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Investeren in gezondheid Een gezonde investering! Symposium voor Leidinggevenden IZA Bedrijfszorg 27-03-2013

Investeren in gezondheid Een gezonde investering! Symposium voor Leidinggevenden IZA Bedrijfszorg 27-03-2013 1 Investeren in gezondheid Een gezonde investering! Symposium voor Leidinggevenden IZA Bedrijfszorg 27-03-2013 2 Bevorderen van de gezondheid, inzetbaarheid en productiviteit van medewerkers 4 werkmaatschappijen

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten.

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten. Toespraak CdK Ank Bijleveld voor de interne nieuwjaarsbijeenkomst van de provincie Overijssel op maandag 3 januari 2011. Beste collega s, Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid tot 67 jaar: Hoe doe je dat? Prof Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam

Duurzame inzetbaarheid tot 67 jaar: Hoe doe je dat? Prof Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Duurzame inzetbaarheid tot 67 jaar: Hoe doe je dat? Prof Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Duurzame inzetbaarheid in het nieuws Duurzame inzetbaarheid in het nieuws

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

BedrijfsGezondheidsIndex 2006 BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

BedrijfsGezondheidsIndex 2007 BedrijfsGezondheidsIndex 2007 Oudere werknemers zijn vitaler Oudere werknemers zijn vitaler en ervaren een betere mentale gezondheid dan hun jongere collega s. Dit komt mede doordat ze een gezondere leefstijl

Nadere informatie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Meer dan de monitor. Peter Smit, Active Ageing Nederland Donderdag 6 juli 2017

Meer dan de monitor. Peter Smit, Active Ageing Nederland Donderdag 6 juli 2017 Meer dan de monitor Peter Smit, Active Ageing Nederland Donderdag 6 juli 2017 Het symposium Presentatie Monitor Seniorvriendelijke Gemeenten, inclusief benchmark Gastsprekers met inspirerende verhalen

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011 Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011 Dames en heren, Degenen, die hier te lande na 1820 verbetering van

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Hoe houden we de sector Zorg en Welzijn gezond? Gezien de toenemende vergrijzing en ziekteverzuim in de Zorg en Welzijn sector

Hoe houden we de sector Zorg en Welzijn gezond? Gezien de toenemende vergrijzing en ziekteverzuim in de Zorg en Welzijn sector Hoe houden we de sector Zorg en Welzijn gezond? Gezien de toenemende vergrijzing en ziekteverzuim in de Zorg en Welzijn sector Bart Boon Bart.boon@achmea.nl Vergrijzing: Grote generaties groeien op, mensen

Nadere informatie

Personeelsvoorziening van de toekomst

Personeelsvoorziening van de toekomst Personeelsvoorziening van de toekomst een transitienetwerk voor Noordoost-Brabant Food & Feed Noordoost-Brabant Wie doet over tien jaar het werk? Waar staat uw bedrijf over tien jaar? De crisis voorbij,

Nadere informatie

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid 1 Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid Inleiding Het streven naar gezonde werknemers die zo weinig mogelijk ziek zijn is een streven van iedere werkgever. Het werken aan duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN NL NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN AGE- STANDPUNT IN HET KADER VAN HET 2007 - EUROPEES JAAR VAN GELIJKE KANSEN VOOR IEDEREEN The European Older People s Platform La Plate-forme européenne des Personnes

Nadere informatie

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht De dagelijkse dichtheid van het bestaan Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht Iedereen aan het werk Meer mensen - M. 80% - V. 55% Meer jaren - 61/62 jr.

Nadere informatie

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Inleiding De huidige financiële en economische crisis maakt pijnlijk duidelijk dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Nadere informatie

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat. Majesteit, dames en heren. Hartelijk welkom! En, Majesteit, ik weet zeker dat ik hier namens alle aanwezigen spreek als ik zeg dat wij buitengewoon vereerd zijn dat U bij een deel van dit programma aanwezig

Nadere informatie

De Top 10 Dieet Mythen

De Top 10 Dieet Mythen - 1 - De Top 10 Dieet Mythen Een dieet volhouden is nooit makkelijk, zeker niet met de overvloed aan dieet mythen. Het is het vaak moeilijk een onderscheid te maken tussen effectieve afval technieken/strategieën

Nadere informatie

WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID

WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID HEALTH WEALTH CAREER MERCER WERKNEMERS- ONDERZOEK SERIES WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID DUURZAME INZETBAARHEID PRODUCTIEVE, GEMOTIVEERDE EN GEZONDE WERKNEMERS DIE IN STAAT ZIJN

Nadere informatie

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd 5 augustus 2017 Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen?

Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen? Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen? Lex Burdorf hoogleraar determinanten van volksgezondheid Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam Langer

Nadere informatie

WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET

WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET TEKST: JUDITH KATZ, KARIN BOJORGE ILLUSTRATIE EN INFOGRAPHICS: MAREN BRUIN FORUM-ONDERZOEK WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET Wat vinden ondernemers nou het leukste aan het

Nadere informatie

Richt jij je wel op de juiste leden? 42% VAN DE NEDERLANDERS IS IN PLUSSER

Richt jij je wel op de juiste leden? 42% VAN DE NEDERLANDERS IS IN PLUSSER FITNESS INSIGHT Richt jij je wel op de juiste leden? 42% VAN DE NEDERLANDERS IS IN 2020 50-PLUSSER 2/6 Elke donderdagochtend is ze te vinden in de sporthal in Wageningen, Joke Hollmann. Dit jaar is ze

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

De stelling die vandaag voorligt is: Het pensioen van de toekomst vergt meer dan een stelselherziening.

De stelling die vandaag voorligt is: Het pensioen van de toekomst vergt meer dan een stelselherziening. Speech Bert Boertje, divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen bij De Nederlandsche Bank, bij de Pensioenlezing van het Competence Centre for Pension Research op 9 december 2016 Dames en heren, Hartelijk

Nadere informatie

Inleiding regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst

Inleiding regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst Inleiding regeerakkoord 2017-2021 Vertrouwen in de toekomst Inleiding Mensen in Nederland hebben veel vrijheid. Nederlanders vormen een sterke groep. Iedereen kan proberen om verder te komen in zijn leven.

Nadere informatie

Ageing Tomorrow, Innovation Today*

Ageing Tomorrow, Innovation Today* Public Sector Ageing Tomorrow, Innovation Today* Point of view Januari 2009 *connectedthinking 1 PricewaterhouseCoopers verleent sectorspecifieke diensten op de gebieden Assurance, Tax & HRS en Advisory.

Nadere informatie

Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving? Over het potentieel van Nederland en de GGZ. Maarssen, 19 november 2013 Prof.dr.

Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving? Over het potentieel van Nederland en de GGZ. Maarssen, 19 november 2013 Prof.dr. Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving? Over het potentieel van Nederland en de GGZ Maarssen, 19 november 2013 Prof.dr. Kim Putters Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau Hoogleraar Beleid

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Het creëren van een innovatieklimaat

Het creëren van een innovatieklimaat Het creëren van een innovatieklimaat Bertholt Leeftink Directeur- Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Inhoud 1. Waarom bedrijven- en topsectorenbeleid? 2. Verdienvermogen en oplossingen voor maatschappelijke

Nadere informatie

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes STEM Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes Opvallende resultaten Nederlandse meisjes negatief over eigen bètavaardigheden Meer dan de helft van de Nederlandse

Nadere informatie

Loyalis als deskundige partner Inzicht in uw organisatie en uw werknemers

Loyalis als deskundige partner Inzicht in uw organisatie en uw werknemers Loyalis als deskundige partner Inzicht in uw organisatie en uw werknemers De expertise van Loyalis is mensenwerk U wilt altijd het beste voor uw werknemers. Als HR-professional neemt u uw verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 2 maatschappijleer 2 CSE GL en TL Tekstboekje GT-0323-a-11-2-b Analyse maatschappelijk vraagstuk: jeugdwerkloosheid tekst 1 FNV vreest enorme stijging werkloosheid jongeren

Nadere informatie

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa Wat gebeurt er nu? Published by Mannheim Research Institute for the Economics of Aging (MEA) L13,17 68131 Mannheim Phone: +49-621-181 1862

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008 Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008 Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Huidige uitdagingen voor organisaties Veranderd werknemersperspectief

Nadere informatie

Help, ik heb personeel

Help, ik heb personeel Help, ik heb personeel nodig! Inleiding 1 1.1 Een handboek, is dat nodig? Iedere arbeidsorganisatie heeft in mindere of meerdere mate personeel nodig. Dat gaat meestal niet vanzelf; u moet er genoeg moeite

Nadere informatie

ONDERLINGE S-GRAVENHAGE

ONDERLINGE S-GRAVENHAGE delen gevoel vertrouwen gevonden avontuur genieten ONDERLINGE S-GRAVENHAGE Momenten vrienden verhuizen afscheid leven huwelijk samen 2 blijdschap verrassing Verzekerde groeikracht Iedereen hoopt op een

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Het is vandaag een feestelijke dag voor de Landelijke Cliëntenraad. U bestaat tien jaar. Ik feliciteer u allemaal van harte met dit jubileum.

Het is vandaag een feestelijke dag voor de Landelijke Cliëntenraad. U bestaat tien jaar. Ik feliciteer u allemaal van harte met dit jubileum. Toespraak staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens het jaarcongres van de Landelijke Cliëntenraad op 29 maart 2012 in Nieuwegein. Dames en heren, Het is vandaag een feestelijke

Nadere informatie

Economische Agenda De Bevelanden

Economische Agenda De Bevelanden Economische Agenda De Bevelanden 2016-2021 Regio De Bevelanden 19 september 2016 2 3 4 5 6 Bron: Stec Groep, 2016 7 8 9 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2015

Nadere informatie

Een veteraan zei ooit tegen mij Als je er niet geweest bent, weet je ook niet wat het is, hoe het voelt. Hij heeft natuurlijk gelijk.

Een veteraan zei ooit tegen mij Als je er niet geweest bent, weet je ook niet wat het is, hoe het voelt. Hij heeft natuurlijk gelijk. Toespraak staatssecretaris Van der Knaap ter gelegenheid van de Opening van de veteranententoonstelling Veteranen. Ingezet in dienst van de vrede. Maandag 7 mei 2007, Stadskantoor Eindhoven. U weet ongetwijfeld

Nadere informatie

Een ontspannen samenleving

Een ontspannen samenleving Een ontspannen samenleving Wanneer je tegenwoordig aan iemand vraagt hoe het gaat is het antwoord vaak goed, druk. Mensen hebben het druk. Met van alles: werk, kinderen, vrienden, sporten, alles door elkaar.

Nadere informatie

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar Meer kansen, meer banen Inleiding Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben terecht de volle aandacht van de politiek. Vrijwel alle verkiezingsprogramma s besteden er aandacht aan. Het gaat

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Participatiesamenleving: retoriek of realiteit?

Participatiesamenleving: retoriek of realiteit? Participatiesamenleving: retoriek of realiteit? De betekenis van gezondheid voor burgerparticipatie Prof. dr. Kim Putters 11 april 2014 Inhoud 1. De Sociale Staat van Nederland 2013 2. Minder verzorgingsstaat,

Nadere informatie

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? Transities sociale domein Gemeenten staan zoals bekend aan de vooravond van drie grote transities: de decentralisatie

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem Aan de raad AGENDAPUNT 11 ALDUS BESLOTEN 9 JULI 2009 Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem Doetinchem, 4 juli 2009 Voorstel: 1. de foto van de sociaal-economische situatie in Doetinchem

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

HET SALARIS. Welke factoren bepalen je loon?

HET SALARIS. Welke factoren bepalen je loon? HET SALARIS Welke factoren bepalen je loon? Inhoudstafel 1. Functie, sector en grootte van het bedrijf p4 2. Je diploma p5 3. De loonkloof p6 4. Plaats waar je werkt p9 5. Anciënniteit p10 Welke factoren

Nadere informatie

Pensioencommunicatie start bij de werkgever

Pensioencommunicatie start bij de werkgever Pensioencommunicatie start bij de werkgever Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen J. Arts (Pon) Pensioencommunicatie start bij de werkgever Welke maatregelen kan de werkgever nemen om het pensioenbewustzijn

Nadere informatie

Snelle vergrijzing in Japan vraagt om actie

Snelle vergrijzing in Japan vraagt om actie Snelle vergrijzing in Japan vraagt om actie Inleiding Vrijwel elk ontwikkeld land wordt geconfronteerd met een vertraging van de groei of teruggang in zijn bevolking. De Japanse bevolking vergrijst zo

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam.

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ik ben bijzonder vereerd dat ik de eerste Ab Harrewijnrede mag uitspreken. Op een podium dat

Nadere informatie

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae Op macroniveau begrijpt de grote meerderheid van de Nederlandse werknemers dat ingrepen in het pensioenstelsel noodzakelijk

Nadere informatie

De Sleutel tot het benutten van potentie

De Sleutel tot het benutten van potentie De Sleutel tot het benutten van potentie Wat is potentie eigenlijk? Een snelle blik in een woordenboek levert de volgende resultaten op: het kunnen; dat waartoe iemand of iets toe in staat is; vermogen.

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Datum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd

Datum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit. Dames en heren, Graag heet ik u van harte welkom bij de opening van het Academisch Jaar 2013/2014. Met uw aanwezigheid vandaag geeft u nog eens blijk van uw bijzondere verbondenheid aan deze Universiteit,

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8. Menselijke prestaties verbeteren. Ons lichaam. Wat zou jij. Het leven is. willen verbeteren? van binnen veranderen?

B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8. Menselijke prestaties verbeteren. Ons lichaam. Wat zou jij. Het leven is. willen verbeteren? van binnen veranderen? Menselijke prestaties verbeteren Ons lichaam Wat zou jij Het leven is B1 B2 B3 B4 van binnen veranderen? willen verbeteren? een geschenk Met hulp van technologie is er oneindig veel te verbeteren aan de

Nadere informatie

Bijeenkomst Lang zult u wonen. 31 januari 2017

Bijeenkomst Lang zult u wonen. 31 januari 2017 Bijeenkomst Lang zult u wonen 31 januari 2017 Programma 15.20 uur Welkomstwoord door dagvoorzitter, Jan Bart Wilschut 15.30 uur Opening door Joris Wijsmuller, wethouder Stadsontwikkeling, Wonen, Duurzaamheid

Nadere informatie

Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School

Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School ans.devos@vlerick.be Prof. dr. Ans De Vos 1 Waar we niet omheen kunnen Verdrag van Lissabon:

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd Opdracht door een scholier 2333 woorden 17 december 2009 6,4 14 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inhoudsopgave Inleiding 3 Welke feiten spelen een rol? 4 +

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Dames en heren, Wetenschap is ontstaan uit verwondering en nieuwsgierigheid. Al

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

Een nieuwsbrief over terrorisme, pensioen en fietsendiefstal

Een nieuwsbrief over terrorisme, pensioen en fietsendiefstal Een nieuwsbrief over terrorisme, pensioen en fietsendiefstal Onderwerpen 3 februari 2016 Schade door terrorisme en uw verzekering Hoogte pensioen wordt meer uw eigen risico Voorwoord Ons kantoor is gespecialiseerd

Nadere informatie

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie Opdracht Maatschappijleer Integ en immig Opdracht door een scholier 1899 woorden 21 januari 2004 6,6 90 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Integ en immig 1. Wat is het probleem? -Historische schets Tussen

Nadere informatie

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland JAARMONITOR 2016 JANUARI 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 FREELANCERS GEBAAT BIJ ONRUST OP ARBEIDSMARKT 4 BEDRIJVEN MAKEN MEER GEBRUIK VAN FREELANCERS EN FLEXWERKERS

Nadere informatie

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS? WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS? Driekwart van de buitenlandse besluitvormers vindt dat Frankrijk een aantrekkelijke bestemming is voor investeringen (74%, toename van

Nadere informatie