Houthavens Kopblok Fase 3 Rapportage brandveiligheid. Datum 9 juni 2016 Referentie

Transcriptie

1 Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM T +31 (0) F +31 (0) E amsterdam.ch@dpa.nl K.v.K IAN NL71 RAO Houthavens Kopblok Fase 3 Rapportage brandveiligheid Datum 9 juni 2016 Referentie

2 Referentie Rapporttitel Houthavens Kopblok Fase 3 Rapportage brandveiligheid Datum 9 juni 2016 Opdrachtgever Contactpersoon Synchroon Postbus RP ZOETERMEER De heer E. Meijer ehandeld door ir. H.A.W. Verboven ir. F.J. Corporaal DPA Cauberg-Huygen.V. Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM Telefoon Fax Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 1

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Algemeen Projectomschrijving 3 2 randcompartimentering randcompartimentering Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Weerstand tegen brandoverslag 5 3 Vluchten Vluchtroutes binnen het (sub)brandcompartiment Vluchtroutes buiten het (sub)brandcompartiment Inrichting van vluchtroutes Opvang- en doorstroomcapaciteiten 10 4 Materiaalafwerking eperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie eperken van de ontwikkeling van brand en rook 11 5 Sterkte bij brand 13 6 randveiligheidsinstallaties (Nood)verlichting randmeld- en ontruimingsinstallatie Rookmelders (woonfuncties) Vluchtrouteaanduiding randslanghaspels Droge blusleiding luswatervoorziening 16 7 ereikbaarheid ereikbaarheid randweerlift 17 8 Samenvatting 18 ijlagen ijlage I ijlage I randveiligheid erekeningen brandoverslag Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 2

4 1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van Synchroon is het project Houthaven Kopblok, fase 3 te Amsterdam getoetst aan de eisen uit het ouwbesluit 2012 ten aanzien van brandveiligheid ten behoeve van de afronding van de DO-fase en de omgevingsvergunningsaanvraag. De toetsing heeft plaatsgevonden op basis van het niveau nieuwbouw van het ouwbesluit 2012, versie november De uitgangspunten voor de beoordeling zijn ontleend aan de tekeningen van Van Dongen-Koschuch Architects and Planners, d.d Projectomschrijving Fase 3 van het project Houthaven Kopblok omvat 32 woningen. In de kelder en op de begane grond is naast de bergingen een stallingsgarage opgenomen, waarop een verhoogd dek wordt gerealiseerd. Deze stallingsgarage zal gecombineerd worden met de gebouwen van fase 1 en 2. Figuur 1: Overzicht fase 1 t/m 3 en impressie gebouw fase 3 (bron: Van Dongen-Koschuch Architects and Planners) De stallingsgarage en de rest van de kelder zal, net als de gebouwdelen boven het maaiveld in fases worden opgebouwd, waarbij de stallingsgarage opgedeeld wordt in brandcompartimenten met een omvang kleiner dan m². Het deel van de stallingsgarage van fase 3 valt binnen deze omgevingsvergunningsaanvraag. Daar waar van toepassing, wordt er rekening gehouden met het feit dat de totale stallingsgarage (fase 1, 2 en 3) een omvang heeft van meer dan m². Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 3

5 2 randcompartimentering Ter beperking van de uitbreiding van brand dient het gebouw conform afdeling 2.10 van het ouwbesluit 2012 te worden opgedeeld in brandcompartimenten. Afdeling 2.11 van het ouwbesluit 2012 stelt dat voor verdere beperking van uitbreiding van brand en rook brandcompartimenten nader moeten worden opgedeeld in (beschermde) subbrandcompartimenten. 2.1 randcompartimentering Eisen nieuwbouwniveau: Op basis van het ouwbesluit 2012 gelden de volgende eisen aan de brandcompartimentering: Elke besloten ruimte dient gelegen te zijn in een brandcompartiment, met uitzondering van: - een toilet- en/of badruimte; - een lift (indien de constructieonderdelen voldoen aan brandklasse en rookklasse s2, beide bepaald volgens NEN-EN ) en - een technische ruimte (met de omvang van ten hoogste 50 m² en indien deze niet bestemd is voor één of meer verbrandingstoestellen met een nominale belasting van meer dan 130 kw). Een brandcompartiment heeft een GO van ten hoogste m². Elke woning / appartement dient een afzonderlijk brandcompartiment, subbrandcompartiment en beschermd subbrandcompartiment te zijn. Extra beschermde vluchtroutes vallen buiten de brandcompartimentering. Een beschermde vluchtroute ligt niet in een subbrandcompartiment. Technische ruimten groter dan 50 m² of technische ruimten waarin een of meer verbrandingstoestellen met een nominale belasting van meer dan 130 kw worden opgesteld zijn een afzonderlijk brandcompartiment. eoordeling plan: Voor onderhavig project is de indeling in (beschermde) (sub)brandcompartimenten als volgt: - De stallingsgarages (kelder en begane grond) van fase 3 worden uitgevoerd als twee afzonderlijke brandcompartimenten, met een omvang kleiner dan 0 m². - De bergingen in de kelder wordt uitgevoerd als een afzonderlijk brandcompartiment. - De fietsenberging op de begane grond wordt uitgevoerd als een afzonderlijk brandcompartiment. - De bergingen op de eerste verdieping wordt uitgevoerd als afzonderlijk brandcompartiment. - Elke woning / appartement vormt een afzonderlijk brandcompartiment, een subbrandcompartiment en een beschermd subbrandcompartiment. - De entreeruimte van het gebouw (begane grond) en de corridors vormen extra beschermde vluchtroute en liggen buiten de brandcompartimentering. - De trappenhuizen worden uitgevoerd als extra beschermde vluchtroutes en liggen buiten de brandcompartimentering. Hiermee wordt aan de eisen voldaan. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 4

6 2.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Eisen: Op basis van het ouwbesluit 2012 gelden de volgende eisen aan de WDO: - Tussen brandcompartimenten onderling ten minste 60 minuten WDO. - Tussen een brandcompartiment (niet woonfunctie) en een besloten ruimte, waardoor een extra beschermde vluchtroute voert, ten minste 60 minuten WDO. - Tussen een brandcompartiment (woonfunctie) en een besloten ruimte, waardoor een extra beschermde vluchtroute voert, ten minste 30 minuten WDO. - eweegbare constructieonderdelen in scheidingsconstructies waaraan een WDO-eis is gesteld, dienen zelfsluitend uitgevoerd te worden, met uitzondering van woningtoegangsdeuren. Consequenties: De benodigde brandwerendheden staan aangegeven in bijlage I. Hierbij worden de volgende aanvullende opmerkingen gemaakt: - De WDO tussen brandcompartimenten (horizontaal / verticaal) bedraagt ten minste 60 minuten. - De WDO tussen een brandcompartiment (niet woning) en een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert bedraagt 60 minuten (entreeruimte begane grond en trappenhuis). - De WDO tussen een woning en een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert bedraagt 30 minuten. - Ter plaatse van technische en (ventilatie, elektra, KPN, water en riolering, meterkasten etc.) dient een WDO van 60 minuten tussen twee woningen of twee brandcompartimenten aanwezig te zijn. Dit kan gerealiseerd worden door een brandscheiding met WDO van 30 minuten (tweezijdig getoetst, van woning naar én van naar woning) conform NEN Alternatief kan er voor gekozen worden de brandscheidingen ter plaatsen van de vloer te realiseren. In dit geval dient de scheiding een WDO van 60 minuten te hebben, dit geldt in ieder geval voor de meterkasten. - Alle doorvoeringen door brandscheidingen dienen eveneens brandwerend uitgevoerd te worden (door middel van voorzieningen als brandkleppen, brandmanchetten etc.). De brandwerendheid dient gelijk te zijn aan de brandwerendheid van wand/vloer waar de doorvoering doorheen gaat. - De brandwerende deuren met 30 minuten brandwerendheid (EI criterium) voor de brandweerlift zullen door middel van een kleefmagneet worden vastgezet. Deze kleefmagneten zullen door rookmelders in de verkeersruimte worden aangestuurd. Op de bepaling van de weerstand tegen brandoverslag (WD conform NEN 6068) wordt verder ingegaan in de hierop volgende paragraaf. 2.3 Weerstand tegen brandoverslag Eisen Conform de eisen uit het ouwbesluit geldt een WO-eis van 60 minuten tussen de verschillende (beschermde) (sub)brandcompartimenten. De vereiste weerstand tegen brandoverslag van 60 minuten wordt gehaald indien de maximale waarde van de totale warmtestralingflux ter plaatse van de ontvangpunten niet groter is dan 15,0 kw/m². Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 5

7 epalingsmethode: Voor de bepaling van de weerstand tegen brandoverslag (WO) wordt in het ouwbesluit verwezen naar NEN 6068+C1: epaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten (2011). De berekeningen ter bepaling van de weerstand tegen brandoverslag zijn conform deze norm gemaakt en zijn uitgevoerd met het computerprogramma Pintegraal, versie V44.a7 (2011). Op basis van de aangeleverde tekeningen is een computersimulatiemodel gemaakt van de relevante situaties. De gevelopeningen van de gebouwen zijn niet brandwerend beschouwd. Omdat er in geval van een volledig ontwikkelde brand vanuit mag worden gegaan dat alle niet brandwerend uitgevoerde gevelopeningen in het brandcompartiment zullen bezwijken, zijn in het rekenmodel alle gevelpuien gekoppeld aan de actieve brandruimte. De vuurbelasting is gelijk aan de vereiste WO en bedraagt dan in principe 60 kg vurenhoutequivalent per m². Aangezien het appartementengebouw hoger is dan 20 meter is conform NEN 6068 gerekend met een niet-gereduceerde brand. eschouwde brandoverslagrisico s: Het gevaar voor brandoverslag tussen de verschillende (beschermde) (sub)brandcompartimenten is getoetst voor de volgende maatgevende situatie (tabel 2.1). Tabel 2.1: Situaties brandoverslag Nr. eschouwde situatie Traject(en) 1A Woning 76 Horizontaal 1 Woning 76 Verticaal 2A Woning 80 Horizontaal 2 Woning 80 Verticaal Rekenresultaten en conclusie: In tabel 2.2 is een samenvatting van de rekenresultaten van het basismodel van de verschillende brandoverslagtrajecten weergegeven. Wanneer de berekende warmtestralingflux in de rekenpunten op de gevel kleiner of gelijk is aan de grenswaarde van 15,0 kw/m², wordt voldaan aan de in het ouwbesluit gestelde eis. Tabel 2.2: Rekenresultaten brandoverslagtrajecten Nr. Maatgevend meetpunt Stralingsintensiteit [kw/m 2 ] eoordeling ijlage II Maatgevend Maximaal toegestaan 1A 11 13,4 kw/m 2 15,0 kw/m 2 Voldoet ,7 kw/m 2 15,0 kw/m 2 Voldoet 2A kw/m 2 15,0 kw/m 2 Voldoet 2 7 2,7 kw/m 2 15,0 kw/m 2 Voldoet Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 6

8 Uit bovenstaande tabel wordt geconcludeerd dat wordt voldaan aan de gestelde maximale stralingsintensiteit, mits de brandwerende voorzieningen zoals hieronder omschreven worden toegepast. De uitgebreide rekenresultaten van Pintegraal zijn bijgevoegd in bijlage II. randwerende voorzieningen Om horizontaal brandoverslag tussen de woningen in de hoek te voorkomen dienen beide puien in de hoek, over een afstand van ten minste 1 m vanuit de hoek gemeten, 30 minuten eenzijdig brandwerend te worden uitgevoerd (EW-criterium). Dit geldt voor de woningen op de verdiepingen 2 t/m 6. Figuur 2.1: randwerende voorzieningen gevel Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 7

9 3 Vluchten In dit hoofdstuk worden alle voorschriften behandeld uit afdeling 2.12 van het ouwbesluit met betrekking tot het veilig vluchten bij brand. 3.1 Vluchtroutes binnen het (sub)brandcompartiment Eisen: In artikel worden eisen gesteld aan de vluchtafstanden binnen het (sub)brandcompartiment, namelijk: - innen 30 meter gecorrigeerde loopafstand moet vanuit elk punt in de ruimte de uitgang van het (sub)brandcompartiment bereikt worden. - Op basis van een lage bezetting kan voor overige gebruiksfunctie een langere loopafstand worden toegestaan, namelijk 45 meter (1 persoon per 12 m²) of 60 meter (1 persoon per 30 m²). eoordeling plan: Onderstaand wordt per type subbrandcompartiment de toetsing nader toegelicht: - Stallingsgarages Vanwege de beperkte omvang van de brandcompartimenten en de meerdere uitgangen zijn de loopafstanden beperkt en wordt er voldaan aan een maximale loopafstand van 45 meter. - en / fietsenstalling De subbrandcompartimenten zijn voorzien van meerdere uitgangen en/of zijn beperkt, waardoor de loopafstanden beperkt zijn en er voldaan wordt aan een maximale loopafstand van 30 meter. - Appartementen innen de appartementen wordt er voldaan aan de maximale loopafstand van 30 meter. 3.2 Vluchtroutes buiten het (sub)brandcompartiment Eisen: In artikelen tot en met worden verschillende voorwaarden gegeven, waarmee kan worden voldaan aan de eisen uit het ouwbesluit In de hierop volgende beoordeling wordt per situatie toegelicht aan welke eisen wordt voldaan. eoordeling plan: Onderstaand wordt per situatie de toetsing nader toegelicht: - Stallingsgarage -1 (kelder/begane grond) De stallingsgarage heeft meerdere uitgangen, namelijk naar de brandcompartimenten van de stallingsgarages van fase 2 of de entreehal. Hiermee wordt voldaan aan de eisen voor onafhankelijke vluchtroutes. - en -1 (kelder) De bergingen hebben één uitgang, namelijk naar het trappenhuis (= extra beschermde vluchtroute). Hiermee wordt voldaan aan artikel Fietsenstalling (begane grond) Het brandcompartiment heeft meerdere uitgangen, namelijk naar de entreehal of direct naar het aansluitende terrein. Hiermee wordt voldaan aan de eisen voor onafhankelijke vluchtroutes. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 8

10 - Commerciële ruimte (begane grond) De commerciële ruimte heeft meerdere uitgangen, namelijk de uitgang die direct naar het aansluitende terrein en de uitgang naar het aangrenzende brandcompartiment van de fietsenberging. Hiermee wordt voldaan aan de eisen voor onafhankelijke vluchtroutes. - Appartementen Vanuit alle appartementen (subbrandcompartimenten) zijn er twee vluchtroutes beschikbaar. Conform artikel 2.106, lid 3 dient er te worden voldaan aan de volgende voorwaarden: De ruimte (waardoor wordt gevlucht) grenst aan de uitgang van het betreffende subbrandcompartiment. De vluchtroutes uitgevoerd worden als extra beschermde vluchtroutes indien deze buiten de brandcompartimentering zijn gelegen. De loopafstanden in die ruimte over beide vluchtroutes ten hoogste 30 meter bedraagt indien de ruimte (waardoor wordt gevlucht) besloten is. De routes in verschillende richtingen voeren. Nagenoeg alle appartementen voldoen aan bovenstaande eisen uit het ouwbesluit. Uitzondering zijn het penthouse P2 op de 11e verdieping en penthouses P1 op de 9 e en 10 e verdieping. De penthouses hebben over korte aftand (vanaf de woningtoegangsdeur tot aan de toegang van beide trappenhuizen) slechts één vluchtroute. De vluchtroute is extra beschermd en er hoeft niet gevlucht te worden langs woningtoegangsdeuren van andere woningen. Deze enkele vluchtroute voldoet zodoende aan artikel van het ouwbesluit. - Trappenhuizen De trappenhuizen worden uitgevoerd als een extra beschermde vluchtroute. 3.3 Inrichting van vluchtroutes Eisen: In artikel worden de volgende eisen gesteld aan de inrichting van de vluchtroutes: - De permanente vuurlast van de trappenhuizen met status extra beschermde vluchtroute, mag ten hoogste MJ per bouwlaag bedragen. - Een besloten trappenhuis, waarin een hoogteverschil van meer dan 20 meter wordt overbrugd, wordt in de vluchtrichting uitsluitend bereikt door een afzonderlijke beschermde vluchtroute met een loopafstand van ten minste 2 meter (rooksluis). - Een uitgang van een woonfunctie (woningtoegangsdeur) mag niet direct grenzen aan bovengenoemde rooksluis. - Een vluchtroute heeft ten minste een vrije breedte van 0,85 meter en een vrije hoogte van ten minste 2,3 meter, met uitzondering van een vluchtroute over een trap. - Indien er meer dan 600 m² vloeroppervlakte aan een trap is toegewezen, dient deze ten minste 1,2 meter breed te zijn. eoordeling plan: De vluchtroutes voldoen aan bovengenoemde eisen. Met betrekking tot de permanente vuurlast dient aandacht uit te gaan naar de uiteindelijke materialisatie van de verschillende permanente constructieonderdelen. In de trappenhuizen dient veelvuldig gebruik van hout voorkomen te worden. Staal, beton en soortgelijke materialen dragen niet bij aan een verhoging van de permanente vuurlast. Aanvullend op de eis met betrekking tot de permanente vuurlast dient er rekening gehouden te worden met de eisen uit afdeling 2.9 uit het ouwbesluit 2012 (zie ook hoofdstuk 4 van deze rapportage). Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 9

11 3.4 Opvang- en doorstroomcapaciteiten Eisen en beoordeling plan: Voor de woonfuncties zijn er geen eisen gesteld aan de opvang- en doorstroomcapaciteiten. Voor de overige functies gelden de eisen met betrekking tot de opvang- en doorstroomcapaciteiten wel, echter vanwege de te verwachte lage bezettingen en de diverse vluchtmogelijkheden is dit niet kritisch. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 10

12 4 Materiaalafwerking In dit hoofdstuk worden alle voorschriften uit het ouwbesluit behandeld die betrekking hebben op het ontstaan en verspreiden van brand en het ontstaan van rook. 4.1 eperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie Eisen: Afdeling 2.8 van het ouwbesluit stelt de volgende eisen ter beperking van de kans op het ontstaan van brand: Een, koker of kanaal moet, indien deze grenzen aan meerdere brand- of subbrandcompartimenten én een inwendige doorsnede heeft van meer dan 0,015 m², aan de binnenzijde over een dikte van 0,01 meter voldoen aan euroklasse A2 bepaald volgens NEN-EN ovenstaande geldt niet voor: een die uitsluitend is bestemd voor één of meer boven elkaar gelegen toiletruimten of badruimten en die niet door andere ruimten voert; ten hoogste 5% van de totale oppervlakte binnenzijde van de, koker of kanaal, en het materiaal van een constructie- of installatieonderdeel dat wordt omsloten door een die, koker of kanaal. Consequenties: De materialen in de en die niet enkel voor toilet- en badruimten worden gebruikt dienen onbrandbaar te zijn. epaalde gipskartonbeplatingen, balkzandsteen, gipsblokken en (gas)beton en dergelijke steenachtige materialen voldoen aan deze eisen. Conform artikel 1.17 dient voor een constructieonderdeel die uitsluitend met een aanvullende behandeling kan blijven voldoen aan bovengenoemde eisen, een door bevoegd gezag aanvaard document aanwezig te zijn waaruit blijkt dat de aanvullende behandeling adequaat is toegepast. Verder is het in zijn algemeenheid niet toegestaan voorwerpen of stoffering te plaatsen waardoor brandgevaar wordt veroorzaakt of waardoor een brandmelding, het gebruik van vluchtmogelijkheden of brandweerinzet wordt belemmerd. 4.2 eperken van de ontwikkeling van brand en rook Eisen: Afdeling 2.9 van het ouwbesluit stelt eisen aan binnen- en buitenoppervlakken van constructieonderdelen en de afwerking van vloeren met betrekking tot de mate van brand- en rookontwikkeling. Deze eisen zijn ingedeeld in klassen en dienen bepaald te worden volgens NEN De relevante eisen aan brand- en rookklassen van materialen van constructieonderdelen zijn samengevat in tabel 4.1. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 11

13 Tabel 4.1: Eisen ter beperking van ontwikkeling van brand: Constructies 1 randklasse 2 Rookklasse 2 eloopbare vlakken, grenzend aan: Vloer, trap, hellingbaan Extra beschermde vluchtroute C fl Indien grenst Overig Overige constructies, grenzend aan: D fl aan binnenlucht: innenoppervlak Extra beschermde vluchtroute s2 Overig D uitenoppervlak Tot aan tot 2,5 meter t.o.v. meetniveau - 2,5 13 meter t.o.v. meetniveau Extra beschermde vluchtroute - Overig - Hoger dan 13 meter t.o.v. meetniveau - Deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen D - constructieonderdelen 1) Maximaal 5 % van de constructieonderdelen hoeft niet aan bovenstaande eisen te voldoen. 2) eide bepaald volgens NEN-EN ) Conform NEN 6068 dient de gehele gevel te voldoen aan brandklasse, bepaald volgens NEN-EN s1 fl Er worden, bij toepassing van gips, beton, glas, metaal en steenachtige materialen vooralsnog geen problemen verwacht om aan deze eisen te voldoen. Met name bij afwerkingen van hout, kunststof en dergelijke materialen dient extra aandacht besteed te worden, omdat dan niet zonder meer aan de gestelde eisen wordt voldaan. Attesten van de toegepaste afwerkingsmaterialen dienen te kunnen worden aangeleverd. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 12

14 5 Sterkte bij brand In dit hoofdstuk worden de voorschriften uit het ouwbesluit behandeld die betrekking hebben op de sterkte van bouwconstructies bij brand in een bouwwerk. Afdeling 2.2 van het ouwbesluit stelt dat een te bouwen bouwwerk een bouwconstructie heeft die zodanig is dat het gebouw bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is. Dit betekent dat er in een gebouw geen of slechts beperkte voortschrijdende instorting mag plaatsvinden als gevolg van brand. Eisen: Conform artikel 2.10, lid 2 (niveau nieuwbouw) geldt voor de bouwconstructie van de woonfuncties (appartementen) met een verblijfsgebied hoger gelegen dan 13 meter boven het meetniveau een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van ten minste 120 minuten. Voor (een deel van) de overige gebruiksfuncties (stallingsgarage, bergingen en fietsenstalling) geldt dat er direct woonfuncties boven zijn gelegen. Op basis hiervan dient de bouwconstructie een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van ten minste 120 minuten te hebben. Aanvullend geldt conform artikel 2.10, lid 1 (niveau nieuwbouw) dienen vloeren, trappen en hellingbanen waarover of waaronder een vluchtroute voert, niet te bezwijken binnen 30 minuten bij een brand in een subbrandcompartiment waarin de vluchtroute niet ligt. eoordeling plan: Door de constructeur dient aangegeven te worden of wordt voldaan aan de benodigde brandwerendheden met betrekking tot bezwijken. Vooralsnog worden er op basis van de materialisatie (beton en/of andere steenachtige materialen) geen knelpunten verwacht. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 13

15 6 randveiligheidsinstallaties In afdeling 2.13 en hoofdstuk 6 van het ouwbesluit worden eisen gesteld ten aanzien van de brandveiligheidsinstallaties, zoals noodverlichting, brandmeldinstallaties en vluchtrouteaanduiding. 6.1 (Nood)verlichting In afdeling 6.1 van het ouwbesluit worden eisen gesteld met betrekking tot de aanwezigheid van (nood)verlichting: - Een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert (de trappenhuizen en de hoofdentrees) dient voorzien te zijn van een verlichtingsinstallatie die op vloeren en tredevlakken een verlichtingssterkte van 1 lux kan geven. In deze verkeersruimten is noodverlichting echter niet verplicht. - Een onder het meetniveau gelegen functieruimte (stallingsgarage en bergingen), alsmede de extra beschermde vluchtroute (trap- / lifthal) dient voorzien te zijn van een verlichtingsinstallatie die op vloeren en tredevlakken een verlichtingssterkte van 1 lux kan geven. Tevens dienen deze ruimte voorzien te zijn van een voorziening met noodverlichting. - De eisen aan de (nood)verlichting in de liftkooi zijn sinds 1 april 2014 niet meer in het ouwbesluit opgenomen. Voor de eisen aan de verlichting in de liftkooi wordt verwezen naar de richtlijn 1995/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni randmeld- en ontruimingsinstallatie Eisen Conform het ouwbesluit dienen gebruiksfuncties van een brandmeldinstallatie (als bedoeld in NEN 2535 met een omvang van de bewaking en een doormelding zoals aangegeven in bijlage 1 van het ouwbesluit 2012) voorzien te worden indien: a) de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie of de totale gebruiksoppervlakte aan gebruiksfuncties van dezelfde soort in het gebouw voor zover die gebruiksfuncties op eenzelfde vluchtroute zijn aangewezen groter is dan de in deze bijlage aangegeven grenswaarde; b) de hoogste vloer van een verblijfsruimte van de gebruiksfunctie gemeten boven het meetniveau hoger is gelegen dan op de in deze bijlage aangegeven grenswaarde, of c) deze bijlage dit aanwijst zonder dat sprake is van een grenswaarde als hierboven bedoeld. Uit bijlage 1 van het ouwbesluit blijkt dat de omvang van bewaking (rookmelder en/of handbrandmelders) verschilt per gebruiksfunctie. Hierbij geldt dat gekeken dient te worden naar gebruiksfuncties van dezelfde soort, voor zover deze op dezelfde vluchtroute zijn aangewezen. Consequenties Vanwege de totale omvang van de delen van de stallingsgarage (fase 1, 2 en 3) dient de stallingsgarage te worden voorzien van een brandmeldinstallatie met een brandmeldinstallatie met volledige omvang (rookmelders in combinatie met handbrandmelders). De stallingsgarage zal na afronding van de drie fases bestaan uit drie brandcompartimenten. In geval van een brandmelding dient de brandmeldinstallatie tevens zorg te dragen voor de aansturing van de brandwerende schuifdeuren in de stallingsgarage en het ventilatiesysteem. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 14

16 De brandmeldinstallatie dient te voldoen aan normblad NEN 2535 en moet worden ontworpen en aangelegd volgens een goedgekeurd Programma van Eisen. Na oplevering van de brandmeldinstallatie dient er een geldig inspectiecertificaat afgegeven te worden op grond van het CCV-inspectieschema randmeldinstallaties. Daarnaast is een ontruimingsalarminstallatie noodzakelijk. Voor de stallingsgarage is een luid alarm type met slow-whoops voldoende. De ontruimingsalarminstallatie dient te voldoen aan normblad NEN 25 en moet ook worden ontworpen en aangelegd volgens een goedgekeurd Programma van Eisen. Omdat de bijeenkomstfunctie op de begane grond kleiner is dan 500 m² is hier geen brandmeld- of ontruimingsalarminstallatie benodigd. 6.3 Rookmelders (woonfuncties) Conform artikel 6.21 dienen de woonfuncties voorzien te worden van één of meerdere rookmelders, geplaatst volgens de primaire inrichtingseisen als bedoeld in NEN Deze rookmelder(s) dien(en) aangebracht te worden tussen de uitgang van de verblijfsruimten en de uitgang van de woonfunctie. Indien een vluchtroute vanuit een verblijfsruimte door meerdere ruimten voert (andere verblijfsruimten, gangen etc.), dienen deze ruimten voorzien te worden van een rookmelder. 6.4 Vluchtrouteaanduiding Conform artikel 6.24 zijn er geen vluchtrouteaanduidingen vereist voor de woonfuncties. Voor de verkeersruimten (trap- / lifthal) vanuit de stallingsgarage en de bergingen geldt dat deze voorzien dienen te worden van vluchtrouteaanduiding conform NEN De vluchtrouteaanduiding dient aangebracht te worden op een duidelijk waarneembare plaats en moet voor wat betreft zichtbaarheidaspecten voldoen aan de NEN-EN 1838 (artikel 5.2 tot en met 5.6). Na het uitvallen van de reguliere voorziening voor elektriciteit moet de vluchtrouteaanduiding binnen 15 seconden gedurende minimaal 60 minuten voldoen aan de zichtbaarheidaspecten conform de NEN- EN 1838 (artikel 5.2 tot en met 5.6). 6.5 randslanghaspels Conform artikel 6.27 en 6.28 zijn in woongebouwen en overige gebruiksfuncties (stallingsgarage en bergingen) brandslanghaspels niet verplicht. Omdat de bijeenkomstfunctie kleiner is dan 500 m² zijn ook hier geen brandslanghaspels nodig. Er zullen in deze functie wel voldoende handblusmiddelen moeten worden geplaatst. Het aantal en de locatie hiervan dient nader te worden bepaald door de exploitant/gebruiker. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 15

17 6.6 Droge blusleiding Conform artikel 6.29 geldt dat een droge blusleiding is vereist als een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 20 meter. De hoogste vloer ligt op 37,2 meter boven maaiveld. Hierdoor is een droge blusleiding verplicht, met een aftappunt op iedere verdieping (m.u.v. begane grond). Een enkele leiding omhoog wordt afdoende geacht. Deze zal in één van de rooksluizen omhoog gevoerd worden. 6.7 luswatervoorziening Conform artikel 6.30 van het ouwbesluit 2012 dient er een toereikende bluswatervoorziening aanwezig te zijn. Verondersteld wordt dat reeds voldoende hydranten in het stedenbouwkundig plan zijn voorzien en dat de precieze posities op basis van de entree zal worden bepaald door de gemeente. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 16

18 7 ereikbaarheid Afdeling 6.8 van het ouwbesluit stelt eisen aan de bereikbaarheid van het bouwwerk. 7.1 ereikbaarheid innen een afstand van 15 meter van de bluswatervoorziening moet een opstelplaats voor een blusvoertuig gesitueerd worden. De opstelplaats (maar ook de rijlopers van de openbare weg naar deze opstelplaats) moeten minimaal geschikt zijn voor blusvoertuigen met een massa van ten minste kg en dienen tevens te voldoen aan: breedte: ten minste 4 meter; lengte: ten minste 10 meter; vrije hoogte: ten minste 4,2 meter. De gebouwen zijn aan de openbare weg gelegen. Ter plaatse van de hoofdentrees zijn mogelijkheden voor opstelplaatsen voor brandweervoertuigen. De posities zijn aangegeven op tekening van de architect. 7.2 randweerlift Afdeling 6.8 van het ouwbesluit stelt onder andere eisen met betrekking tot de bereikbaarheid van de hulpverleningsdiensten bij brand bij gebouwen met een gebruiksgebied waarvan de vloer hoger ligt dan 20 meter boven het meetniveau. Consequenties De vloer van het hoogste verblijfsgebied is meer dan 20 meter boven het meetniveau gelegen. Derhalve dient er een brandweerlift aanwezig te zijn in het bouw. Eisen met betrekking tot het realiseren van een brandweerlift staan vermeld in de NEN-EN Een belangrijke eis betreft dat er een van rook gevrijwaarde ruimte voor de brandweerlift aanwezig dient te zijn (m.u.v. de begane grond). Op de verdiepingen wordt een zelfsluitende deur met 30 minuten WDO (EI-criterium) voor de brandweerlift gerealiseerd, waarmee de brandweerlift wordt afgeschermd van de vluchtroute vanuit de woning. De zelfsluitende deur zal door middel van een kleefmagneet worden vastgezet. Deze kleefmagneten zullen door rookmelders in de verkeersruimte worden aangestuurd. Zodoende wordt aan de eisen voldaan. Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 17

19 8 Samenvatting In opdracht van Synchroon is het project Houthaven Kopblok, fase 3 te Amsterdam getoetst aan de eisen uit het ouwbesluit 2012 ten aanzien van brandveiligheid ten behoeve van de omgevingsvergunningsaanvraag. De toetsing heeft plaatsgevonden op basis van het niveau nieuwbouw van het ouwbesluit De brandconcept bestaat in hoofdlijnen uit dat elke woning en/of appartement wordt uitgevoerd als een afzonderlijk brandcompartiment, subbrandcompartiment en beschermd subbrandcompartiment. De stallingsgarages (kelder en begane grond) van fase 3 worden uitgevoerd als twee afzonderlijke brandcompartimenten, met een omvang kleiner dan 0 m². Voor de overige uitgangspunten en aandachtspunten om te voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het ouwbesluit 2012 wordt verwezen naar de afzonderlijke hoofdstukken van dit rapport. Met vriendelijke groet, DPA Cauberg-Huygen.V. ir. H.A.W. Verboven Senior Adviseur Rapportage brandveiligheid 9 juni 2016 ladzijde 18

20 ijlage I randveiligheid Rapportage brandveiligheid

21 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok SITUATIETEKENING 1:500 6

22 datum KELDER VERDIEPING ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (3,137 -P) A C D E F G H I J K RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min hal Vetvangput ruimte 7.3 m² o: m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² Water Technische ruimte 5.0 m² Hydrofoor m² m² m² m² zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm 7 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond Kelder onderdeel schaal getekend werknr fase bouwdeel kode gewijzigd A volgnummer

23 Stalen hekwerk datum NIVEAU 0 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (P= 0 = 0.85+NAP) A C D E F G H I J K RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia Fase 2 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. PEIL=0 PEIL=0 nr m² 7630 Verkeersruimte 41.1 m² (Opslag) LK kanaal (Keuken) PEIL=0 PEIL=0 LK (Techniek) Commercieel hoofdruimte 495 m² o: commercieel (Opslag commercieel) Fietsberging 61.1 m² o: PEIL=0 PEIL=0 PEIL=0 200 PEIL= Technische ruimte NUTS stijgzone 4.9 m² m² 1219 Werkkamer 39.5 m² 60 hal appartementen 56.1m² PEIL= nr m² (bg 62.0m2) KPN PEIL=0 schoonloopmat 1680 natuursteen vloer voorzetwand NUTS CAI Flatkast meterkast appartementen 27 postvakken Gas beltableau ( sec. entree woonwerk unit) ( sec. entree woonwerk unit) natuursteen natuursteen zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm Commercieel PEIL=0 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond egane grond onderdeel schaal getekend werknr fase bouwdeel kode gewijzigd A volgnummer

24 NIVEAU 1 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 ( 3,41 + P) A C D E F G H I J K RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia Fase 2 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. Vide Horeca o: m² m² PV panelen m² m² m² m² Gang 44.9 m² m² m² m² m² m² Dakterras 58.0 m² m² Vide Horeca m² m² 200 o: stalen constructie 60 min WDO ingepakt commercieel m² m² / gard. o: Lifthal 12.1 m² walk-in closet 9.4 m² m² 7.8 m² 1.1 m² Technischei ruimte: NUTS stijgzone 2.4m² wm wd brandwerende deur ( voorzetwand ntb) m² 7160 nr. (120.0 m²) Vide entreehal voorzetwand afw met houtfineer zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 1e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 11 volgnummer

25 NIVEAU 2 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (6,52 + P) RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia 3725 mk k mk w mk k mk w m² alkon verglaasd 9.7 m² nr m² 51.6 m² Slaapkamer m² 13.2 m² 12.9 m² 17.2 m² Lifthal wm wd 39.6 m² alkon 19.6 m² alkon 19.6 m² 2365 nr m² nr m² m² 57.6 m² / gard. 1.0 m² 4.8 m² 4.1 m² wm wd wm wd 4.5 m² 3.7 m² m² m² / kast / garderobe m² m² Slaapkamer m² 14.7 m² 15.3 m² 18.2 m² m² m² m² m² nr m² / gard m² 9.5 m² Fase m² wm v. kern wd v. kern 2.1 m² 1.7 m² 2024 o: alkon 6.3 m² 19 9 commercieel v.z.w. / gard. 8.8 m² o: walk-in closet 7.8 m² m² wm wd brandwerende deur v.z.w. 4.8 m² m² m² / kast 9.4 m² 18.8 m² 4405 nr m² m² alkon verglaasd 9.0 m² hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm alkon verglaasd 9.0 m² 2900 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 2e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 12 volgnummer

26 NIVEAU 3 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (9,93 +P) RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia mk k mk w mk k mk w alkon 6.6 m² m² 1.3 m² alkon 19.6 m² alkon 19.6 m² 23 nr m² nr m² m² 57.6 m² / gard. 1.0 m² 4.8 m² 4.2 m² Slaapkamer m² wm wd wm wd 14.3 m² / kast / garderobe m² m² Slaapkamer m² m² 3.8 m² m² m² m² m² 17.0 m² m² m² nr m² / gard. 9.5 m² 18.1 m² Fase wm wd v. kern 2.1 m² 1.7 m² m² 8.6 m² 2024 o: commercieel m² / gard. o: Lifthal 38.7 m² walk-in closet m² wm wd m² brandwerende deur m² 1201 wm nr m² 52.3 m² alkon verglaasd 9.0 m² m² wd 1.3 m² m² / kast m² nr m² m² 18.9 m² alkon verglaasd 9.0 m² 8 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm alkon verglaasd 9.0 m² Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 3e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 13 volgnummer

27 NIVEAU 4 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (13,34 + P) RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia alkon 6.7 m² nr m² 51.7 m² 16.1 m² 1.3 m² alkon 17.2 m² alkon 17.2 m² 2367 nr m² nr m² m² 59.5 m² m² m² Slaapkamer m² m² wm wd wm wd 4.5 m² 3.5 m² 4.3 m² v.h. onder spant: 2.3m v.h. onder spant: 2.3m 14.2 m² / gard. / kast / garderobe mk k mk w mk k mk w m² 11.4 m² m² Slaapkamer m² 12.8 m² 13.5 m² 18.2 m² m² 17.0 m² m² m² nr m² / gard. 9.5 m² Fase wm wd v. kern 2.1 m² 1.7 m² m² 8.6 m² 2024 o: commercieel m² / gard. o: Lifthal 38.7 m² walk-in closet m² wm wd 7.8 m² brandwerende deur 140 wm 4.8 m² m² 1390 wd m² 8.4 m² / kast 9.4 m² 4405 nr m² m² m² 3655 alkon verglaasd 9.7 m² alkon verglaasd 9.0 m² hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm alkon verglaasd 9.0 m² 2900 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 4e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 14 volgnummer

28 NIVEAU 5 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (16, +P) RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia Fase 2 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. zelfsluitend alkon 6.7 m² m² 1.3 m² / gard m² m² / kast wm 1300 wd 3.1 m² 71.5 m² nr m² alkon verglaasd 9.0 m² 2900 WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN 1068 PV panelen 190 m² scherm b*h: 1500*0 drukloos aanzuigkanaal b*h: 500* (beplanting) Dakterras 58.5 m² m² nr m² o: commercieel v. kern 1.6 m² 3.3 m² 8.7 m² wm m² wd 0 gard. 6.8 m² o: Lifthal 17.3m² brandwerende deur m² walk-in closet Gang 5.2 m² 20.3 m² 5835 Slaapkamer m² 4205 alkon verglaasd 9.0 m² beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm drukloos aanzuigkanaal b*h: 500* (beplanting) Gang 17.7 m² m² 7626 Slaapkamer m² 3826 Slaapkamer m² 15.0 m² scherm b*h: 1500*0 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 5e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 15 volgnummer

29 NIVEAU 6 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (20,16+P) RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia Fase 2 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. alkon 6.7 m² m² m² / gard. walk-in closet m² 1.3 m² m² wm wd 7.8 m² 8200 nr m² 51.7 m² alkon verglaasd 9.7 m² zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN nr m² 80.1 m² 85 gard 1.1 m² 3.6 m² o: commercieel 2200 o: Lifthal 24.9 m² brandwerende deur 4.8 m² alkon verglaasd 9.0 m² alkon verglaasd 9.0 m² m² m² m² 18.8 m² beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm 2.6 m² / kast v. kern m² 3.2 m² walk-in closet 1300 wm wd m² Gang 4.5 m² / kast nr m² 56.0 m² m² 15.8 m² 21.3 m² 7800 Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 6e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 16 volgnummer

30 NIVEAU 7 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (23,57 +P ) A C D E F G H I J K RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia Fase 2 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. scherm b*h: 1800*0 drukloos aanzuigkanaal b*h: 600* drukloos aanzuigkanaal b*h: 600* (beplanting) scherm b*h: 1800*0 1 zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder PV panelen 56 m² beplanting Dakterras 47.0 m² 2 aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 geluidswerend scherm glas ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen alkon 11.8 m² 74.1 m² nr m² 5155 gard 1.1 m² 3.6 m² o: commercieel wm v. kern wd 2.6 m² 8.0 m² 3.2 m² 7.7 m² 4.8 m² / kast 1300 Gang 4.5 m² o: Lifthal 24.7 m² wm wd brandwerende deur gard/ 1.0 m² 1050 kast 3.0 m² Gang 2.4 m² / kast m² 72.6 m² nr m² AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm (Slaapkamer 3) 12.8 m² m² 17.7 m² m² Slaapkamer m² Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 7e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 17 volgnummer

31 NIVEAU 8 ouwaanvraag concept 4 april 2016 van Dongen Koschuch Houthavens Kopblok 1:200 (26,98 +P) A C D E F G H I J K RENVOOI betonwand ihw gestort isolatie isolatie hoogwaardig kalkzandsteen lichte scheidingswand keramische tegel mk k mk w meterkast koud/warm sv vloerverwarmingverdeler brandweerlift ventilatieopening geluidsluwe loggia 1 hemelwaterafvoer sleutelkluis WDO 30 min. zelfsluitend WDO 30 min. rookmelder 2 aansluitpunt drogeblusleiding deur op kleefmagneet verlichting, met aanduiding voor vluchtroute, NEN 6088 ruimte voorzien van noodverlichting vluchtdeur zonder hulpmiddelen 0 alkon 11.8 m² 74.1 m² nr m² gard 1.1 m² 3.6 m² 2.6 m² / kast 3.2 m² o: commercieel wm wd v. kern Gang 4.5 m² 0 o: Lifthal 24.7 m² 8.0 m² 7.7 m² voorzetwand wm wd brandwerende deur m² m² 4.8 m² Gang 2.4 m² alkon 12.6 m² gard / kast m² 69.8 m² nr m² AANVULLENDE GEGEVENS - isolatieeis conform NEN beglazing conform NEN U gem. kozijn = 1.3W/m2 - wering vocht en waterdichtheid conform NEN alle deuren naar VR, badkamers en toiletten min. dgm 900mm (Slaapkamer 3) 12.8 m² m² m² m² Slaapkamer m² Houthaven Kopblok Fase 3 Amsterdam projekt Plattegrond 8e verdieping onderdeel schaal getekend datum gewijzigd A werknr fase bouwdeel kode 18 volgnummer