RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Unie Noord, Horecavakschool Rotterdam, vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg.

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Unie Noord, Horecavakschool Rotterdam, vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg. Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02VG-11 Registratienummer: v2 Onderzoek uitgevoerd op: 13 oktober 2009 Conceptrapport verzonden op: 7 december 2009 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 20 januari 2010 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

2 Pagina 2 van 12

3 VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van een Onderzoek naar de Kwaliteitsverbetering (OKV) dat de inspectie uitvoerde op 13 oktober Het rapport is vastgesteld door drs. L. Tabak, directeur toezicht voortgezet onderwijs, te Utrecht op 25 januari 2010.

4 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 13 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op Unie Noord, Horecavakschool, op de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 6 en 7 november 2006 en 24 en 25 mei en 12 juni 2007 zijn tekortkomingen vastgesteld in het onderwijsleerproces en de naleving van wettelijke voorschriften op LMC Zomerhof (afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg), de school waaruit zich vanaf augustus 2008 de Horecavakschool Rotterdam ontwikkelt. De opbrengsten werden als onvoldoende beoordeeld. Deze tekortkomingen zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 2 november De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Onderzoeksopzet In de brochure ' Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2006' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: Bij dit OKV heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op de school door na te gaan welke concrete acties de school heeft ondernomen om tot kwaliteitsverbetering te komen. Het gaat er bij dit onderzoek om, te bepalen of de kwaliteit van het onderwijs op de school inmiddels van een aanvaardbaar niveau is. De inspectie heeft de kernindicatoren beoordeeld, aangevuld met de indicatoren waarop blijkens het voorafgaande PKO de problemen zich concentreerden. Bij dit OKV heeft de inspectie hierover opnieuw een oordeel uitgesproken. Indien de inspectie daarnaast andere mogelijke tekortkomingen vermoedde, is hiernaar ook onderzoek gedaan. De indicatoren die in het onderzoek zijn betrokken staan vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Pagina 4 van 12

5 Uw school heeft naast de schoolgids diverse relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: Kalender 2008/2009 Voortgangsrapportage maart 2009 Activiteitenplan 2008/2009 Interne Zorg 2009/2010 Intern overzicht opbrengstgegevens Deze documenten zijn volop benut bij de uitvoering van het toezicht, maar vormden nog geen aanleiding het onderzoek naar bepaalde (kern)indicatoren achterwege te laten. De opzet van het onderzoek Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestond uit de volgende activiteiten: Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school deels voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, en deels tijdens het schoolbezoek heeft voorgelegd. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn, zoals het risicoprofiel en de verslagen van de voortgangsrapportages geïntensiveerd toezicht. Schoolbezoek Gesprek met de directie Gesprek met leraren Gesprek met zorgfunctionarissen Gesprekken met leerlingen 11 lesbezoeken Inzage leerlingendossiers/handelingsplannen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met het bestuur en de directie. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op (hoofdstuk 2). Dit profiel bestaat uit een overzicht van de kwaliteitsaspecten en van de beoordeelde indicatoren. In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 4 is de uiteindelijke conclusie / het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Pagina 5 van 12

6 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 6 van 12

7 2. BEVINDINGEN INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS Unie Noord, Horecavakschool, op de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Resultaten De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-b De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-k De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vmbo b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau Bij de opleiding vmbo k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Pagina 7 van 12

8 Kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de kenmerken van de leerlingenpopulatie. 1.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert systematisch de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school borgt de kwaliteit van leren en onderwijzen. 1.7 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 1.8 De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden. 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Kwaliteitsaspect: Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De school heeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. 2.2 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 3.1 Het leerstofaanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijk vereisten. 3.2 Het leerstofaanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma's. 3.5 Het leerstofaanbod in de verschillende leerjaren sluit op elkaar aan. 3.6 Het leerstofaanbod in de verschillende vakken vertoont samenhang. 3.7 Het leerstofaanbod maakt afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 3.9 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Kwaliteitsaspect: Tijd 4.1 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. 4.3 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 4.4 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. 4.5 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Pagina 8 van 12

9 Kwaliteitsaspect: Pedagogisch handelen 5.1 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met leraren omgaan. 5.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen 6.2 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Kwaliteitsaspect: Actieve en zelfstandige rol leerlingen 7.1 De leerlingen krijgen te maken met activerende werkvormen. 7.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Kwaliteitsaspect: Sfeer op school 8.3 De ouders zijn betrokken bij de school, door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 8.5 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 8.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. Begeleiding 9.1 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures. voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 10.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg die de gesignaleerde leerlingen nodig hebben De school voert de zorg planmatig uit De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24a). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). ja nee Pagina 9 van 12

10 2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat het onderwijs op Unie Noord Horecavakschool Rotterdam in de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg niet meer zeer zwak is, maar wel nog tekortkomingen vertoont. Het onderwijsleerproces heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt; nu is nog slechts een normindicator onvoldoende (3.8). In 2007 oordeelde de inspectie nog negatief op een tiental indicatoren waaronder drie normindicatoren. Ook het merendeel van de indicatoren kwaliteitszorg wordt nu voldoende beoordeeld. Met name de indicatoren betreffende evaluatie en borging van processen zijn nog onvoldoende. Omdat de school sinds jaren de leerlingengegevens van Unie Noord, Horecavakschool Rotterdam niet herleidbaar tot deze vestiging aanlevert, kan de inspectie geen oordeel uitspreken over de opbrengsten. Deze situatie is ontstaan door veranderingen binnen de organisatorische eenheden vallend onder het LMC-bestuur. De inspectie heeft al eerder aandacht gevraagd voor deze onwenselijke situatie. De vestigingsdirectie is wel doende de opbrengstgegevens uit eigen bestanden te ordenen en streeft ernaar zo te beschikken over eigen analysegegevens en bovendien zich beter te kunnen verantwoorden over de gerealiseerde opbrengsten. Deze gegevens zijn nog niet geschikt om een opbrengstoordeel mogelijk te maken. Het bevoegd gezag heeft de inspectie toegezegd dit najaar adequate gegevens over de opbrengsten van alle Unie Noord vestigingen aan te leveren. Dit biedt vertrouwen in de mogelijkheden van het bevoegd gezag de nog aanwezige tekortkomingen op korte termijn op te heffen. Zolang de juiste opbrengstgegevens ontbreken beoordeelt de inspectie de kwaliteit van het onderwijs in de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg als zwak. Toelichting Opbrengsten De leerlingengegevens van de Horecavakschool Rotterdam zijn onderdeel van gegevensbestanden die gegevens van meerdere Unie Noord vestigingen bevatten; bovendien worden bij de aanlevering verschillende brin-nummers gebruikt. Als zodanig kan de inspectie al jaren de opbrengstgegevens van diverse Unie Noord vestigingen niet herleiden. Het bevoegd gezag verklaart dit nu te gaan oplossen. De vestigingsdirectie heeft de door haar zelf geselecteerde gegevens betreffende examenresultaten en de verschillen tussen schoolexamen en centraal examen ter hand gesteld. Omdat op dit moment nog geen gegevens over de afgelopen drie jaar ter beschikking staan en omdat ook de rendementgegevens nog ontbreken, kan de inspectie geen oordeel uitspreken over de opbrengsten. De beperktheid van de gegevens maakt op dit moment geen betrouwbare interpretatie die de school recht doet mogelijk. Pagina 10 van 12

11 Kwaliteitszorg In de periode van intensief toezicht heeft de school vorm gegeven aan kwaliteitszorg en zijn instrumenten ontwikkeld die integrale cyclische kwaliteitszorg mogelijk maken. Uiteraard is het ontbreken van volledige opbrengstgegevens een beperking die een analyse van de kwaliteit van het onderwijs bemoeilijkt en borging nog niet mogelijk maakt. Immers door het ontbreken van resultaatoordelen heeft men geen referentiekader op basis waarvan men de kwaliteit van toetsen en examens kan beoordelen, evalueren en borgen. Daardoor kan men zich ook onvoldoende verantwoorden over de geleverde kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden. Het aanbod op het gebied van actief burgerschap en integratie is nog niet beleidsmatig verankerd. Onderwijs en Leren In de laatste jaren is de school omgevormd tot een horecavakschool.. De consequentie daarvan is dat leerlingen bij de instroom al expliciet kiezen voor een toekomst in het horecavak. De school heeft daaruit de consequentie getrokken door het opzetten van een zware intakeprocedure. Naast de informatie van de basisschool weegt men eigen testgegevens en informatie uit de plaatsingsgesprekken mee in de beslissing tot toelating. Zo tracht men te voorkomen dat leerlingen tijdens de opleiding uitvallen door een ondoordacht gemaakte keuze. Leraren en leerlingen werken samen in een plezierige sfeer. In het merendeel van de geobserveerde lessen zijn leerlingen actief bezig en worden zij geconcentreerd begeleid door de docent. De doorlopende leerlijn is herkenbaar vormgegeven, maar de samenhang tussen de vakken is onvoldoende zichtbaar; de onderwijsprogramma s zijn op dit punt onvoldoende uitgewerkt. Met name bij de meer algemene vakken, zoals de talen, zouden toepassingsgerichte elementen gelieerd aan de toekomstige beroepspraktijk, voor de leerlingen een nog uitdagender leeromgeving kunnen scheppen. De operationele aandacht voor taalvaardigheid wordt nog te weinig ondersteund door een beleidsmatig kader en programmatische afspraken. Zeker gezien de kenmerken van de leerlingenpopulatie is de implementatie van taalbeleid noodzakelijk. Ook de didactische afstemming van het handelen van docenten op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen is onvoldoende. In de geobserveerde lessen worden de leerlingen veelal als ware het een homogene groep, tegemoet getreden. Zorg en begeleiding De zorg is in de afgelopen periode goed gestructureerd. Leerlingen worden op diverse competenties getest om zo een goed beeld van hun beginsituatie te hebben. Voor alle LWOO-leerlingen zijn handelingsplannen opgesteld en in gebruik. Door de handelingsplannen een functie te geven in de leerlingenbesprekingen went men docenten aan het operationeel inzetten van planmatige zorg en begeleiding in het onderwijsleerproces. Pagina 11 van 12

12 3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs is niet meer zeer zwak. Met name vanwege het ontbreken van opbrengstgegevens kent de Inspectie van het Onderwijs aan Unie Noord, Horecavakschool Rotterdam in de afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg een aangepast arrangement zwakke kwaliteit toe. De Unie Noord, Horecavakschool Rotterdam, afdelingen vmbo basisberoepsgerichte leerweg en kader beroepsgerichte leerweg, valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat voor 1 januari 2010 de juiste opbrengstgegevens beschikbaar zijn en dat de tijdens het onderzoek geconstateerde tekortkomingen in de onderwijskwaliteit voor juni 2010 zijn weggewerkt. De inspectie voert in juni 2010 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen betreffende de nu nog onvoldoende beoordeelde indicatoren zijn opgeheven en of er adequate opbrengstgegevens beschikbaar zijn. Bovenstaande afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een geactualiseerd plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Pagina 12 van 12