Lesonderwerp Passen en vangen. Sam Allemeersch

Transcriptie

1 Discipline Basketbal Lesonderwerp Passen en vangen Doelgroep Auteur Lager onderwijs Sam Allemeersch Oefening: Pakbal Partijvestjes voor de tikkers Drie leerlingen zijn in aanval en 1 iemand in verdediging. De drie aanvallers staan met 1 voet op de bucket. De verdediger staat in het midden. De aanvallers proberen 10 goeie passen te geven. De verdediger probeert de bal te onderscheppen. Tips/didactiek Na 10 passen hebben de aanvallers gewonnen en wordt er gewisseld. Wanneer de verdiger de bal kan aanraken wisselen we van functie. Degene die de slechte pas geeft wordt de verdediger. Je kan dit spel ook met meerdere aanvallers en verdedigers spelen, naargelang het niveau van de groep. De aanvallers blijven zeker met 1 voet op de bucket. Tijd 10-15

2 Oefening: Plintbal Materiaal 1 bal 1 plint kegels vormen een cirkel rond de plint Er staat in 1 leerling in het midden. We proberen door middel van passen te geven naar elkaar de leerling in het midden te raken met de bal. Degene die in het midden staat probeert de bal te ontwijken. Hij kan gebruik maken van de plint. Degene die de leerling in het midden raakt komt in het midden te staan. Wie kan het langst de bal ontwijken? Tips/didactiek De leerlingen moeten bij hun kegel blijven staan. Aangetikt is wisselen. We passen en gooien met 2 handen Je kan spelen naar een bepaalde tijd of totdat de leerling in het midden geraakt is. We gooien niet naar het hoofd. Je kan meerdere ballen in het spel steken. Hoe meer ballen, hoe moeilijker om te ontwijken. Vertel er ook bij dat de leerlingen oogcontact moeten maken als ze passen. Je kan ook meerdere leerlingen in het midden zetten. Dan wordt het voor hen moelijker om zich weg te steken.

3 Oefening: Slangbal Materiaal kegels om een cirkel te vormen 1 basketbal Drie leerlingen staan in het midden van de cirkel. De rest staat rond de cirkel. Zij moeten proberen door middel van te passen naar elkaar de staart van de slang te raken. Lukt dit wisselen we van functie. De slang bestaat uit 3 mensen waarvan de laatste de staart is. Deze moet de rest proberen te raken. De voorste 2 moeten de laatste beschermen. Dit mogen ze doen door te verlopen in de cirkel en mogen de bal ook wegslaan. Tips/didactiek We geven goeie passen met 2 handen. Daar moeten we zeker op letten aangezien het nog steeds een oefening op passen is. De tikkers moeten op hun plaats blijven staan. We mikken niet naar het hoofd. De slang houdt zijn handen steeds op de heupen van degene voor zich. Je kan de slang ook groter maken. Daardoor wordt het wel moeilijker voor de slang. Je kan tot een bepaalde tijd spelen of tot de slang eraan is. Je kan het spel ook aanpassen door wanneer de laatste leerling van de slang getikt is het spel te laten doorgaan tot er nog 1 iemand in het midden oveblijft.

4 Oefening: Vijfbal overgooiertjes eventueel kegels om een veld af te bakenen De bedoeling van het spel is om 5 goeie passen te geven onder je ploeg zonder dat de tegenpartij de bal kan aanraken of onderscheppen. Lukt dit, dan krijg deze ploeg een punt. Daarna wisselen we van functie. Aanval wordt verdediging en omgekeerd. Kunnen de verdedigers de bal onderscheppen, dan worden zij meteen aanvallers. De passen moeten met 2 handen gegeven worden. Ze mogen wel kiezen als ze een botspas of een borstpas geven. Tips/didactiek Maak de leerlingen duidelijk dat ze moeten samenwerken. o Vb: door te bewegen zonder bal en je vrij te lopen kan de man met bal makkelijker een pas geven. Dribbelen met de bal is niet toegestaan Je mag de man met de bal niet aanraken, je moet altijd een afstand bewaren. Kan de verdediger de bal onderscheppen of aanraken, dan wisselen we van functie. Als dit goed lukt kun je hen meer passen doen geven of op een kleiner veldje laten spelen.

5 Oefening: Passpel 2 matjes Partijvestjes Kegels om zone af te bakenen Er zijn 2 ploegen. Zij duiden elk 1 kapitein aan die aan de andere kant op het matje gaan staan. We starten met een opworp in het midden van onze zaal. De aanvallers moeten door middel van passen de kapitein bereiken. Als de kapitein de bal kan opvangen krijgen ze een punt. Bij score is het wisselen van functie. De andere ploeg moet nu op zijn beurt hun kapitein proberen te bereiken. Er is ook een zone afgebakend rond de matjes. Hier mag niemand in. Dit is om te voorkomen dat iedereen steeds rond de matjes blijft hangen. Komt er een aanvaller in, dan is het wisselen van functie. Komt er 3x een verdediger in, dan krijgt de aanvallende ploeg een strafworp. Ze mogen dan van een afgesproken afstand gooien naar de kapitein op de mat. Tips/didactiek Probeer te sturen naar samenwerking en vrijspelen Wordt de bal onderschept, dan wisselen we direct van functie Lopen met de bal is niet toegestaan. Regelmatig eens wisselen van kapitein Contact is niet toegestaan Je kan het moeilijker maken door de regel erbij te steken dat iedereen eerst de bal moet ontvangen hebben vooraleer de kapitein te bereiken.