Monitor afvalwaterketen Waterschap Rijn en IJssel

Transcriptie

1 Monitor afvalwaterketen Waterschap Rijn en IJssel Ambtelijke concept 2 september 2014 Directie behandeling 9 september 2014 Bestuurlijke behandeling D&H 23 september Inleiding In 2011 is het Bestuursakkoord Water 2011 (BAW) ondertekend, ook door de Unie van Waterschappen (UvW). Het BAW is voor Waterschap Rijn en IJssel een uitgangspunt in de ontwikkeling van het zuiveringsbeheer en de afvalwaterketen. Het gaat om de uitgangspunten uit dat BAW: doelmatigheid van de afvalwaterketen verhogen, kwaliteit van de afvalwaterketen verbeteren en kwetsbaarheid van het beheer van de afvalwaterketen verminderen. De BAW heeft de volgende kostenopgaven anno 2020 t.o.v voor de afvalwaterketen: - 8% minder meerkosten via slimmer zuiveringsbeheer door waterschappen; - 8% minder meerkosten via slimmer rioolbeheer door gemeenten; - 5% minder meerkosten via synergie in de samenwerking door waterschappen en gemeenten. Deze monitor gaat in hoofdzaak over op de sectorale opgave voor het waterschap (het bovenste aandachtsstreepje, aangezien de voortgang van deze opgave niet expliciet naar voren komt in de regionale rapportages van de 7 regionale samenwerkingen waaraan waterschap Rijn en IJssel deelneemt.. In bijlage 1, zijn voor de volledigheid(beknopt) de opgaven van de gemeenten en WRIJ gezamenlijk en de bereikte voortgang daarin weergegeven. Per samenwerkingsregio wordt een antwoordbrief aan de VCW gezonden over de afspraken omtrent het bereiken van de BAW doelen in 2020 voor wat betreft de samenwerking (3 e aandachtstreepje) en de inmiddels bereikte minder meerkosten. Deze monitor wordt door WRIJ aan de VCW gestuurd als aanvulling op de informatie uit de samenwerkingsregio s, zodat de inspanningen en bereikte resultaten t.a.v. het zuiveringsbeheer geheel meegewogen kunnen worden in het eindoordeel van de VCW. Het eerste hoofdstuk geeft een schets van de inzet op samenwerking door het waterschap. Het tweede hoofdstuk gaat in op de doelmatigheid door te becijferen hoe groot de financiële opgave is van zuiveringsbeheer anno 2020 ten opzichte van de nulsituatie ( , ref. BAW). Hoofdstuk 3 beschrijft hoe we omgaan met de kwaliteit van de afvalwaterketen, terwijl het laatste hoofdstuk ingaat op kwetsbaarheid. 1/15

2 1. Schets van samenwerking Waterschap Rijn en IJssel heeft sinds 2006, op basis van het besluit van het Algemeen Bestuur om de samenwerking in de afvalwaterketen met gemeenten vormvrij te intensiveren, gebouwd aan de samenwerking. Het eerste afvalwaterteam (Etten) is in de zomer van 2007 formeel in het leven geroepen via het eerste afvalwaterakkoord. In de eerste jaren is projectmatig samengewerkt in dit en andere afvalwaterteams. Sinds het najaar van 2013 zijn in het beheersgebied van dit waterschap bijna gebiedsdekkend afvalwaterteams actief om zo veel als mogelijk synergie in de samenwerking in de afvalwaterketen te bereiken. Sinds 2009 werken de aanwezige teams meer en meer structureel en operationeel samen. De afvalwaterakkoorden Rheden en Zutphen en het Tweede afvalwaterakkoord Etten zijn hiervan voorbeelden. Een ander voorbeeld is de regionale hoofdpost voor meten en monitoren. Analyses door de afvalwaterteams op basis van meet- en monitorinformatie, kan leiden tot kostenbesparingen of meer kwaliteit tijdens de gezamenlijke planontwikkeling van de afvalwaterketen door waterschap en gemeente. In bijlage 1 is een compleet overzicht opgenomen van de huidige samenwerkingen binnen het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel. Naast de samenwerking met gemeenten heeft Waterschap Rijn en IJssel de laatste jaren veel activiteiten ondernomen in samenwerking met bedrijfsleven, instellingen en andere waterschappen. Waterschap Rijn en IJssel gaat uit van multischalig samenwerken. Er bestaat namelijk niet één schaal om goed de juiste dingen te kunnen doen. Sommige activiteiten zijn het meest doelmatig op een schaal van een of meerdere zuiveringskringen (zoals het beheren van de afvalwaterketen, als ware het een systeem [art. 3.8, Waterwet]). Andere activiteiten zijn doelmatiger op een schaal van een grotere regio (zoals het feitenonderzoek Achterhoek+), waterschap (zoals onderhoud) of cluster van waterschappen (zoals shared services zuiveren). Weer andere activiteiten zijn doelmatig op lokaal niveau (zoals publiek-private samenwerking). Op alle schalen is Waterschap Rijn en IJssel actief. 2/15

3 2. Financiële doelen BAW 2.1 Monitor Het onderschrijven van de doelen van het BAW betekent voor de beheerders van de afvalwaterketen dat ze anno 2020 minder meerkosten voor burgers en bedrijven moeten behalen, dan in 2010 werd verwacht. Hoever Waterschap Rijn en IJssel is gevorderd qua doelbereik is opgenomen in deze monitor. De basis voor deze monitor is het Landelijk Feitenonderzoek Daarin is de opgave voor de afvalwaterketen in Nederland berekend die in het BAW als volgt is opgenomen: 8% minder meerkosten door slimmer zuiveringsbeheer, 8% minder meerkosten door slimmer rioolbeheer en 5% minder meerkosten door synergie (samenwerking) tussen zuiverings- en rioolbeheer. Paragraaf 2.2 bevat een vergelijking tussen deze landelijke opgave en het aandeel van WRIJ hierin. 2.2 Financiële vergelijking WRIJ met het BAW Het bestuur van het waterschap heeft geen separate BAW-doelstelling vastgesteld. In deze monitor geldt als financiële doelstelling dat de landelijke opgave van de BAW voor alle waterschappen verhoudingsgewijs tot eenzelfde opgave leidt. Daarbij is uitgegaan van de verhouding die er is tussen het landelijk aantal zuiveringseenheden en het aantal in Waterschap Rijn en IJssel anno Het Landelijke Feitenonderzoek is hiervoor het uitgangspunt. Hierna volgt hierover de uitleg. Volgens het Landelijke Feitenonderzoek stijgen de lasten van het afvalwaterketenbeheer: - doordat er maatregelen nodig zijn om de klimaatverandering te kunnen opvangen, - door de vervanging van de riool- en zuiveringstechnische werken, - door de strengere eisen van de KRW. De basis die voor deze financiële vergelijking is genomen is de landelijke ontwikkeling van de zuiveringsheffing zoals aangegeven in figuur 1 [bron: Unie van Waterschappen, juni 2012]. Deze figuur bepaalt het gezamenlijke aandeel dat de waterschappen moet bereiken in de minder meerkosten volgens het BAW. De UvW heeft bepaald hoe de zuiveringsheffing zich gaat ontwikkelen en hoe deze heffing zich volgens het BAW mag ontwikkelen 1. In figuur 1 Landelijke ontwikkeling zuiveringsheffing BAW is met de blauwe lijn aangegeven welke kostenontwikkeling we autonoom verwachten voor de zuiveringsheffing in Nederland. De groene lijn geeft aan waarop het zuiveringsbeheer in Nederland moet uitkomen. Dit omvat de minder meerkosten door slimmer zuiveringsbeheer en het deel van het waterschap van de minder meerkosten door de samenwerking met gemeenten in de afvalwaterketen (synergiewinst). 1 De UvW licht de volgende aspecten toe in de monitoring van de afspraken over de doelmatigheidswinst en de ontwikkeling van de lokale lasten in het kader van het Bestuursakkoord Water: De waterschappen zullen een aanzienlijk aandeel van de doelmatigheidswinst realiseren en gezamenlijk invulling geven aan het begrip gematigde lastenstijging. Het begrip autonome ontwikkeling is hierin belangrijk. Het is de ontwikkeling zoals deze zou hebben plaatsgevonden zonder invloed van het BAW en ander extern beleid, dat sindsdien invloed heeft gehad op de belastingen van de waterschappen. De UvW heeft een onderbouwde prognose van de autonome ontwikkeling gemaakt. De prognoses van de autonome ontwikkeling van de waterschapsbelastingen zijn in de periode van ,3% per jaar, exclusief inflatie. Nemen de waterschappen geen extra doelmatigheidsmaatregelen dan zouden de overname van de financiering van de muskusrattenbestrijding en een deel van het HWBP tot een stijging van 3,8% per jaar exclusief inflatie. Wanneer de waterschappen in bedoelde periode de belastingopbrengsten niet meer laten stijgen dan met maximaal 2,7% per jaar exclusief inflatie, dan voldoen we aan de taakstelling van het BAW. Het COELO (onderzoeksinstituut financiën (lagere) overheden) heeft hiermee ingestemd. 3/15

4 Figuur 1 [bron: Unie van Waterschappen, juni 2012] De landelijke cijfers zijn vertaald naar de situatie van Waterschap Rijn en IJssel in figuur 2. Figuur 2 is als volgt tot stand gekomen: Het vertrekpunt in 2010 is de gerealiseerde kosten uit het jaarverslag De gerealiseerde kosten uit 2011, 2012 en 2013 komen uit het jaarverslag 2011, jaarverslag 2012 en het jaarverslag In de figuur zijn voor 2014 de gebudgetteerde kosten weergegeven uit de begroting De geprognotiseerde kosten voor 2015, 2016, 2017 en 2018 komen uit de concept Perspectievennota Omdat nog onbekend is welke besluiten het bestuur neemt voor 2019 en 2020 zijn de verwachte kosten gebaseerd op geraamde kosten van 2018 met een jaarlijkse verhoging overeenkomstig de stijging van de lijn Autonome ontwikkeling uit de figuur 1 Landelijke ontwikkeling zuiveringsheffing BAW. In deze grafiek zijn de stijging van de BTW (van 19 naar 21%) en de thans bekende inflatie verwerkt. De minderkosten anno 2014 en 2020 zijn gedetailleerder in bijlage 1 opgenomen. Belangrijk hierbij is dat Waterschap Rijn en IJssel al jaren behoort tot de waterschappen met de laagste zuiveringstarieven. 4/15

5 Figuur 2: Vertaling landelijke ontwikkeling BAW naar Waterschap Rijn en IJssel Kanttekeningen: Er is geen rekening gehouden met, en geen correctie doorgevoerd voor, de dalende trend van vervuilingseenheden door bevolkingskrimp, krimp aangesloten bedrijven, administratieve daling zuiveringseenheden, voorzuivering door bedrijven en verandering van grondstofen energieprijzen en de stijgende trend van kwijtscheldingen. Naar aanleiding van de toets die is uitgevoerd door het COELO, vindt het Haagse wateroverleg, dat externe invloeden (zoals de BTW stijging) gecorrigeerd mogen worden. Het vormt geen extra opgaven op de BAW afspraken. Omdat de gegeven grafiek de werkelijke kostenontwikkeling van WRIJ toont [bron: concept PPN ], is het beeld dat WRIJ bereikt nog positiever. De lijn toont namelijk de kostenontwikkeling inclusief 21%. Waterschap Rijn en IJssel gaat er van uit dat deze monitor niet leidt tot verandering van het beleid dat WRIJ voert t.o.v. de samenwerking met partners en houdt vast aan de afspraken die gemaakt zijn in het BAW ten aanzien van de minder meerkosten (de rode lijn in figuur 2). 2.3 Aanpak Waterschap Rijn en IJssel De strategie van Waterschap Rijn en IJssel om de financiële doelen van het BAW te bereiken gaat er vanuit dat besparingen vooral worden gehaald door het verder professionaliseren en verduurzamen van het dagelijks beheer van de zuiveringstechnische werken. Het gaat daarbij om ontwikkelingen van innovatie, optimalisatie van bedrijfsvoering (good house keeping), horizontale samenwerking met andere waterschappen en het vergroten van efficientie middels heroverweging van het kwaliteitsniveau. Daarnaast bleek de samenwerking met gemeenten al jaren in de afvalwaterketen succesvol. Deze samenwerking zet WRIJ voort met oog op de te bereiken synergiewinst. Conclusie: De strategie van het waterschapsbestuur, die erop gericht is dat het waterschap in de taak 5/15

6 zuiveren gaat voldoen aan de doelmatigheidsopgave van het Bestuursakkoord Water anno 2020 is nog steeds succesvol. 3. Kwaliteit van de afvalwaterketen 3.1 Taakuitvoering Een doelmatig beheer van de waterketen zorgt er voor dat de taken worden uitgevoerd tegen de laagste maatschappelijk kosten en draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van oppervlaktewater. Naast de bescherming van het aquatische milieu geldt voor zuiveringsbeheer als kernwaarden de borging van de volgende publieke belangen: bescherming van de volksgezondheid, leveringszekerheid voor en bescherming van gebonden klanten, milieuhygiënisch afvalwaterbeheer en bescherming tegen wateroverlast. Dit hoofdstuk gaat over de ontwikkeling of behoud van de kwaliteit van het afvalwaterbeheer. Het rijk is primair verantwoordelijk voor het stellen van normen voor de chemische en ecologische waterkwaliteit. De normen zijn overgenomen uit EU-richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water, de richtlijn Prioritaire Stoffen, de Grondwaterrichtlijn, de Zwemwaterrichtlijn en de Drinkwaterrichtlijn. Binnen de kaders van de EU-richtlijnen kan van de normen worden afgeweken. In ons werkgebied heeft het rijk deze bevoegdheid voor de rivier De Neder-Rijn en de rivier De IJssel. De provincies Gelderland en Overijssel hebben deze bevoegdheid voor de regionale wateren en het grondwater. Waterschap Rijn en IJssel bepaalt de uitvoering die nodig is om in de regionale wateren de normen te bereiken. Gemeenten en waterschappen bepalen samen de uitvoeringsmaatregelen in de afvalwaterketen voor het stedelijk gebied en het buitengebied. 3.2 Optimaliseren zuiveringsbeheer Waterschap Rijn en IJssel bepaalt de uitvoering van het zuiveringsbeheer. Mede door het aangaan van shared services met waterschappen in Rijn-Oost (Waterkracht) kan het zuiveringsbeheer verder professionaliseren, waardoor er ook aanvullende kwaliteitsverbeteringen van het zuiveringsbeheer mogelijk zijn. Gezamenlijke innovaties zullen de terugwinrendementen sneller doen toenemen. Daarbij betrekken we marktpartijen. De komende jaren staat het zuiveringsbeheer in het teken van het terugwinnen van grondstoffen en energie uit het afvalwater. Dit zal in beginsel investeringen vergen en later opbrengsten genereren door de verkoop van grondstoffen en energie. Voor het meten van de kwaliteit in het onderdeel zuiveringsbeheer gelden als prestatie indicatoren Voldoen aan de afnameverplichting en Nalevingspercentage zuivering. Beide indicatoren worden in de landelijke Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer gemonitord. Afnameverplichting: De mate waarin het waterschap voldoet aan de afspraken met gemeenten over de hoeveelheid rioolwater dat WRIJ moet afpompen noemen we ook wel de afnameverplichting (de afspraak van het waterschap met de gemeente om het door de gemeente ingezamelde rioolwater af te nemen). 6/15

7 Afnameverplichting [%] Mate waarin WRIJ voldoet aan de afnameverplichting De ambitie van WRIJ is dat al onze riool- en influentgemalen voldoen aan de afnameverplichting, met uitzondering van die gemalen waarvoor in de afgelopen drie jaren 2 in overleg met de gemeenten een hogere capaciteit is voorgesteld. Vanaf 2004 is er een nadrukkelijkere sturing op de afnameverplichting ingezet. De rioolgemalen met een belangrijk lagere capaciteit zijn clustergewijs- gerenoveerd en aangepast. Conclusie: Vanaf dat moment zien we een stapsgewijze verbetering en vanaf 2013 voldoen wij praktisch geheel aan de afnameverplichting (99,5%). Nalevingspercentage: Het nalevingspercentage geeft aan in welke mate het gezuiverde afvalwater voldoet aan de formele toets aan de normen van de watervergunningen. Hierbij houden we rekening met de relevantie van de overschrijdingen. Daarbij kan gedacht worden aan de grootte van de RWZI en de duur van de overschrijding. Conclusie: we voldoen praktisch geheel aan het nalevingspercentage. In 2013 voldeed WRIJ voor 99,5% hieraan. 2 Een periode van drie jaar is nodig om de aanpassing te kunnen financieren (besluitvorming) en de aanpassing te realiseren. 7/15

8 Naleving [%] Nalevingspercentage van WRIJ Kwaliteitswinst door samenwerking De gemeenten nemen (samen met het waterschap) de uitvoeringsmaatregelen in het stedelijke gebied en buitengebied. Afvalwaterteams voeren op basis van afvalwaterakkoorden projecten uit die bijdragen aan het doelmatig functioneren van de afvalwaterketen. In afvalwaterteams werken we ook aan lange termijn visies. Die zijn nodig om de te plegen investeringen van de gemeenten en het waterschap in de afvalwaterketen optimaal te kunnen richten en afstemmen. Waterschap Rijn en IJssel heeft in de samenwerking met gemeenten gedurende de afgelopen jaren voordelen behaald door optimalisatiestudies, planafstemming en projecten. Extrapolatie van die voordelen toont aan dat anno 2020 er een geringer financieel voordeel zal wordt bereikt dan de gewenste synergiewinst van het BAW. De winst uit deze samenwerking komt namelijk in hoofdzaak terecht bij het rioolbeheer (lagere kosten) en het oppervlaktewaterbeheer (betere kwaliteit). Dit komt voort uit het feit dat voor gemeenten het slim omgaan met overtollig hemelwater, waaronder afkoppelen, één van de belangrijkste beleidsdossiers is. Daarin kunnen zij de meeste besparingen halen. Bijkomende effect is dat dit dossier voor het waterschap meer effect resulteert op de waterkwaliteit dan op het zuiveringsbeheer. Het waterschap heeft daartoe veel geïnvesteerd in het programma WAKker (waterkwaliteitsspoor en afvalwaterketen). De waterkwaliteit in het stedelijk gebied is daarmee fiks verbeterd door het opheffen van vele knelpunten. Aan het opheffen van de resterende knelpunten werken we momenteel via gezamenlijke planontwikkeling met gemeenten samen. Het tweede belangrijke, met name gemeentelijke, dossier is vervanging van de riolering. Ook daar is synergiewinst te bereiken, hoewel deze ook niet zal reiken tot de gewenste financiële BAWdoelstelling. In afvalwaterteams optimaliseren we op basis van analyses van meet- en monitorgegevens en nieuwe stedelijke ontwikkelingen, de afvalwaterketen als geheel. Het streven daarbij is het dagelijks functioneren van de afvalwaterketen en de nieuwe ontwikkelingen zoveel als mogelijk tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. 8/15

9 Voor het meten van de kwaliteit in het onderdeel samenwerking de in de afvalwaterketen zijn landelijk indicatoren in ontwikkeling. 4. Kwetsbaarheid De kwetsbaarheid van het functioneren van de afvalwaterketen is afhankelijk van de gemeentelijke organisatie en de organisatie van het waterschap. Beide overheden zijn in het kader van het BAW bezig met het versterken van de organisatie van de afvalwaterketen door over te gaan tot allerlei vormen van samenwerking. Bij gemeenten varieert dit van het uitvoeren van taken voor elkaar tot het fuseren van de ambtelijke organisaties. Het waterschap is inmiddels gestart met de samenwerking in shared services met 4 andere waterschappen. De effecten daarvan worden separaat gemonitored en zullen naar verwachting vanaf 2015 een eerste effect hebben. De prestatie indicator voor Kwetsbaarheid is te zoeken in de belangen die het waterschap behartigd met de afvalwaterketen: bescherming van de volksgezondheid, leveringszekerheid voor en bescherming van gebonden klanten en milieuhygiënisch afvalwaterbeheer. In de verschillende afvalwaterteams verzamelen we ideeën, zoals werken via een arbeidspool, specialisatie, etc.. De uitkomsten worden t.z.t. voorgelegd dan de besturen. Daarnaast wisselen de beheerders van gemeenten en waterschap onderling kennis uit. Voor het meten van de kwetsbaarheid in het onderdeel samenwerking de in de afvalwaterketen zijn landelijk indicatoren in ontwikkeling. 5. Nazorg Tot 2020 brengen we elk jaar, vlak nadat de nieuwe Perspectievennota is vastgesteld, opnieuw verslag uit van de voortgang van de BAW doelstellingen. Op basis van de nieuwe (concept) PPN stellen we deze monitor elk jaar bij. 9/15

10 Bijlage 1: Activiteiten met gemeenten in de afvalwaterketen Sinds de oprichting werkt Waterschap Rijn en IJssel op vele wijzen samen met gemeenten. Sinds 2007 ontplooit het waterschap meer structurele samenwerking in de afvalwaterketen. Samenwerking gebeurt multischalig. Bepaalde taken zijn doelmatig uitvoerbaar op de schaal van een zuiveringskring, terwijl andere doelmatiger zijn in een groter areaal. Daarom werken we bijvoorbeeld met Zutphen samen in zowel het afvalwaterteam Zutphen als in het Waterberaad Achterhoek+. Zo ontstaat op natuurlijke wijze meer doelmatigheid. Op de kaart staat de samenwerking in de afvalwaterketen aangeven. Het gaat om de samenwerking in het kader van het BAW. In Nederland is er sprake van circa 50 BAW regio s. Waterschap Rijn en IJssel acteert in 9 BAW regio s: Berkelland (awtb), ClusterRijn6 (awtcr6), Etten (awte), Liemers (awtl), Olburgen (awto), Wintlicht (awtwintlicht), Zutphen (awtz), RIVUS en Twents Waternet. In de laatste twee samenwerkingsverbanden trekken respectievelijk waterschap Groot Salland en waterschap Vechtstromen dit. WRIJ is in feite agendalid van deze samenwerkingen. De gemeenten Aalten en Rozendaal zijn nog niet aan een afvalwaterteam verbonden. Per regio verschilt de samenwerking als gevolg van lokale omstandigheden, visie en urgentiebesef. Daarmee verschilt ook de voortgang van samenwerking. 10/15

11 In september wordt de uitvoering van het BAW gerapporteerd aan de Visitatiecommissie Waterketen (VCW), die de Tweede Kamer zal gaan rapporteren over de voortgang in de doelen van het Bestuursakkoord Water. De rapportage omvat alle 50 regio s in Nederland. Hieronder staat de informatie door de 7 BAW regio s wordt aangeboden aan de VCW. AWT Berkelland Samenwerking tussen gemeente Berkelland en Waterschap Rijn en IJssel sinds De Visitatiecommissie waterketen (VCW) heeft bij de eerste monitoringsronde dit team gewaardeerd als lid van het peleton 3 in Nederland. De opgave van dit afvalwaterteam in het kader van de BAW is in ,1 miljoen/per jaar. Deze besparing wordt bereikt via 5 projecten in Achterhoek+ (10 gemeenten en waterschap) en het gesloten afvalwaterakkoord. AWT ClusterRijn6 Samenwerking tussen gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Waterschap Rijn en IJssel en waterschap Rivierenland sinds Het afvalwaterteam onderschrijft de doelen van het Bestuursakkoord Water en dit is vastgelegd in het bestuurlijk samenwerkingsakkoord. De Visitatiecommissie waterketen (VCW) heeft bij de eerste monitoringsronde het afvalwaterteam beoordeeld en gewaardeerd als achterblijver in Nederland. De BAW opgave voor AWT CR6 bedraagt 7,1 miljoen. Met ingang van 2010 is door slimmer werken in het rioolbeheer en zuiveringsbeheer en de integratie van de afvalwaterketen 3,8 miljoen minder meerkosten bereikt. In het samenwerkingsakkoord staan activeiten die de resterende financiële opgave behalen (3,3 miljoen). Het afvalwaterteam verwacht dat de beoordeling van de VCW nu beter zal zijn tot ten minste lid van het peleton. AWT Etten Samenwerking tussen gemeenten Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek en Waterschap Rijn en IJssel sinds Het afvalwaterteam ligt geheel op koers van het Bestuursakkoord Water. De Visitatiecommissie Afvalwaterketen heeft bij de eerste monitoringsronde het afvalwaterteam beoordeeld en gewaardeerd als koploper in Nederland. De BAW opgave voor AWT Etten bedraagt 2,9 miljoen. Met ingang van 2010 is door slimmer werken in het rioolbeheer en zuiveringsbeheer en de integratie van de afvalwaterketen 1,9 miljoen minder meerkosten bereikt. In het afvalwaterakkoord staan activeiten (inclusief regio s Achterhoek+ en ClusterRijn6) die de resterende financiële opgave behalen (1,0 miljoen). 3 De VCW gebruikte drie kwalificaties: Koploper, Peloton, Achterblijver. 11/15

12 AWT Liemers Samenwerking tussen gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort, Zevenaar en Waterschap Rijn en IJssel sinds Het afvalwaterteam onderschrijft de doelen van het Bestuursakkoord Water en dit is vastgelegd in het bestuurlijk samenwerkingsovereenkomst. De Visitatiecommissie waterketen (VCW) heeft bij de eerste monitoringsronde het afvalwaterteam beoordeeld en gewaardeerd als achterblijver in Nederland. De BAW opgave voor AWT Liemers bedraagt 1,8 miljoen. Sinds 2010 is door slimmer werken in het rioolbeheer en zuiveringsbeheer en de integratie van de afvalwaterketen 0,8 miljoen minder meerkosten bereikt. In het samenwerkingsovereenkomst staan activeiten die de resterende financiële opgave behalen (1,0 miljoen). Het afvalwaterteam verwacht dat de beoordeling van de VCW nu beterd zal zijn tot ten minste lid van het peleton. AWT Olburgen Samenwerking tussen gemeenten Bronckhorst, Doesburg, Rheden en Waterschap Rijn en IJssel sinds Het afvalwaterteam wil de doelen van het Bestuursakkoord Water bestuurlijk laten vastleggen in een op te stellen afvalwaterakkoord. De BAW opgave voor AWT Olburgen bedraagt 2,5 miljoen. Sinds 2010 is door slimmer werken in het rioolbeheer en zuiveringsbeheer en de integratie van de afvalwaterketen 0,9 miljoen minder meerkosten bereikt. In het op te stellen afvalwaterakkoord komen activeiten (inclusief regio s Achterhoek+ en ClusterRijn6) die de resterende financiële opgave behalen (1,6 miljoen). AWT Wintlicht Samenwerking tussen gemeenten Oost-Gelre, Winterswijk en Waterschap Rijn en IJssel sinds De Visitatiecommissie waterketen (VCW) heeft bij de eerste monitoringsronde dit team gewaardeerd als lid van het peleton in Nederland. De opgave van dit afvalwaterteam in het kader van de BAW is in ,3 miljoen/per jaar. Deze besparing wordt bereikt via 5 projecten in Achterhoek+ (10 gemeenten en waterschap) en een nog af te sluiten afvalwaterakkoord. De onderhandelingen hierover zijn momenteel gaande. 12/15

13 AWT Zutphen Samenwerking tussen gemeenten Lochem, Zutphen en Waterschap Rijn en IJssel sinds Het afvalwaterteam ligt geheel op koers van het Bestuursakkoord Water. De Visitatiecommissie Afvalwaterketen heeft bij de eerste monitoringsronde het afvalwaterteam beoordeeld en gewaardeerd als koploper in Nederland. De BAW opgave voor AWT Zutphen bedraagt 2,2 miljoen. Met ingang van 2010 is door slimmer werken in het rioolbeheer en zuiveringsbeheer en de integratie van de afvalwaterketen 1,1 miljoen minder meerkosten bereikt. In het afvalwaterakkoord staan activeiten (inclusief regio s Achterhoek+ en ClusterRijn6) die de resterende financiële opgave behalen 1,1 miljoen. Samenwerking in Overijssel De informatie van RIVUS en Twents Waternet waaraan Deventer, Haaksbergen, Hof van Twente en Rijssen Holten deelnemen, en Waterschap Rijn en IJssel zijdelings bij betrokken is, wordt door die samenwerkingsverbanden nog opgesteld en verzonden aan de VCW. Op basis van de huidige ervaringen met deze samenwerkingsverbanden wordt verwacht dat deze verbanden ook positief gewaardeerd zullen worden door de VCW (niet als achterblijver). 13/15

14 14/15

15 15/15