Concept agenda. Opening (19.30 uur tot uur)

Transcriptie

1

2 Concept agenda Opening (19.30 uur tot uur) Agenda d.d. 29 januari 2014 (vaststellen) (19.31 uur tot uur) De leden van de commissie Bestuur worden uitgenodigd om deel te nemen aan de beraadslagingen bij de agendapunten 9 en 10. Ingekomen stukken (19.32 uur tot uur) Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht (19.35 uur tot uur) Concept beknopt verslag van de vergadering van 3 december 2013 (vaststellen) (19.40 uur tot uur) Afsprakenlijst (bespreken) (19.45 uur tot uur) Rondvraag (19.50 uur tot uur) PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN Jaarthema 2014 "Het jaar van de senioren" (bespreken) (20.00 uur tot uur) In de vergadering van de raad van 16 oktober 2013 is door de raad het jaarthema voor 2014 gekozen (zie bijgevoegde motie) In de motie is aangekondigd dat een plan van aanpak aan de commissie Samenleving wordt voorgelegd. Aan u wordt gevraagd of u kunt instemmen met het plan van aanpak. (Het plan van aanpak wordt op een later tijdstip gepubliceerd). De heer Th.J.M. van Oostrom is aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden. Evaluatie evenementenweekend 2013 en kaders 2014 (bespreken) (20.10 uur tot uur) Aan u wordt gevraagd of u kunt instemmen met de besluiten van het college met betrekking tot Appelpop en Fruitcorso Garantstelling Stichting 4-Stromenland (om advies) (20.50 uur tot uur) Sportaccommodatiebeleid (om advies) (21.20 uur tot uur) PROGRAMMA ECONOMISCHE ONTWIKKELING 12. Opdracht tot uitwerking gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen (om advies) (21.50 uur tot uur) OVERIG Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (22.25 uur tot uur) Sluiting uur

3 BEKNOPT VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SAMENLEVING VAN 29 JANUARI 2014 Aanwezig: T. Zuidema (voorzitter), S. de Boer, M.M.L. Broers, N. Budak, P. van den Burg, A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, R. Manuhutu, M.J.J. Melissen, L.H.K. Metiary, H.J. van der Munnik, N.E. Özunal, P.J. van der Schaaf, P. Schoots, J.L. Sewalt Wijbrandts, I.C.M. Son-Stolk, J.D. Stoeten-Flach (leden cie. Samenleving), Th.J.M. van Oostrom, M.E.C. Rijkenberg (leden cie. Bestuur) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: C.R. Vermeulen (wethouder), J. de Jong en A. de Graaf (leden cie. Samenleving) Eveneens aanwezig: J. Beenakker (burgemeester), C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld, L. Verspuij, H.A. Driessen (wethouders), E. van Keken, R. Doggen-Knoors (gemeentelijke adviseurs) 1. Opening De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering. 2. Agenda d.d. 29 januari 2014 (vaststellen) Er is een inspreker voor agendapunt 9 en 10. Het is de heer J. Schoots namens de Stichting 4-Stromenland. Hij krijgt bij agendapunt 9 de gelegenheid om in te spreken. I.v.m. eventuele belangenverstrengeling nemen de volgende leden van de commissie niet deel aan de beraadslagingen bij de volgende agendapunten. agendapunt 9 en 10. M.M.L. Broers, P. Schoots en L. Metiary; agendapunt 11. M.M.L. Broers. De heer Broers merkt op dat hij een stuk heeft gemist bij agendapunt 11 (Sportaccommodatiebeleid). De heer Driessen verifieert of het gaat om het onderzoeksrapport van Autoriteit Consument en Markt. Dit blijkt het geval. De heer Driessen geeft aan dat dit onderzoek bij de uitwerking wordt betrokken. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken 03.2 Informatienota huisvesting Stichting Voedselbank Rivierenland. Mevrouw Budak deelt mee dat ze bij de opening aanwezig is geweest. Complimenten voor het resultaat. Zij merkt op dat er 150 personen gebruik van maken. Dit baart wel zorgen. De heer Melissen verzoekt om agendering van dit onderwerp. De vraag is waar de verantwoordelijkheden liggen voor (her)huisvesting van de voedselbank. De commissie stemt vooralsnog niet in met agendering. Verzocht wordt om de vragen eerst schriftelijk te stellen Informatienota dienstverleningsovereenkomst schuldhulpverlening met gemeente Geldermalsen. Mevrouw Stoeten wil dit onderwerp graag agenderen. Zij vraagt zich af of er voldoende capaciteit is voor de uitvoering. De commissie is van mening dat uitvoering niet bij de commissie ligt. Als de uitvoering problemen oplevert verwacht de commissie een terugkoppeling van het College Informatienota evaluatie pilots gebiedteams jeugd en gezin en vervolg pilots. Mevrouw Budak en de heer Schoots hebben verzocht om agendering van dit onderwerp. Mevrouw Budak is van mening dat de raad zich dient uit te spreken over het vervolg. De heer Schoots heeft de nodige vragen over dit onderwerp. Bij de overige leden van de commissie zijn er ook veel vragen over dit onderwerp. De heer Van den Burg stelt voor om een beeldvormingsavond te organiseren over dit onderwerp. Dit idee wordt ondersteund. Voorstel is daarom om eerst een Pagina 1 van 5

4 beeldvormingsavond te organiseren (initiatief bij de heer Van den Burg) en om het onderwerp vervolgens te agenderen voor bespreking in de commissie. 4. Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht H.A. Driessen Namens de heer Vermeulen deelt de heer Driessen mee dat de Stichting InstallatieWerk Midden failliet is. Er volgt op korte termijn een overleg met de wethouder over de eventuele gevolgen. C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld De gemeente Tiel krijgt 1,7 miljoen subsidie van de Provincie voor revitalisering bedrijventerrein Kellen; De informatienota Retail Park Latenstein is inmiddels achterhaald. Er is een nieuw plan dat in fasen wordt ontwikkeld. De uitstraling van het park wordt hiermee verbeterd. Zodra meer bekend is wordt de commissie/raad geïnformeerd; I.v.m. de grenscorrectie tussen Neder-Betuwe en Tiel heeft de gemeente Tiel per een procedure overgenomen van de gemeente Neder Betuwe. Het betreft de omgevingsvergunning ten behoeve van het project Kühne+Nagel. In dit kader dienen zienswijzen te worden afgehandeld door het college. Juridisch is geadviseerd om de Raad van Tiel dit te laten bekrachtigen. Er is veel spoed met deze procedure gemoeid. De wethouder peilt de gevoelens van de commissie of er een positieve houding is om dit raadsvoorstel te behandelen in de raad van februari zonder commissiebehandeling. De commissieleden staan hier positief tegenover. De heer Van den Burg geeft wel aan dat er voldoende tijd voor moet worden gereserveerd. 5. Concept beknopt verslag van de vergadering van 3 december 2013 (vaststellen) Redactioneel Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van N.v.t. 6. Afsprakenlijst (bespreken) De nummers 4 en 7 worden verwijderd. 7. Rondvraag N. Budak Mevrouw Budak informeert naar de stand van zaken m.b.t. de continuïteit jeugdzorg. Van de zijde van het college wordt een schriftelijke reactie toegezegd. P. van der Schaaf De heer Van der Schaaf vraagt of het college nog voornemens is om een leegstandsverordening voor te leggen aan de raad. Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld geeft aan dat het College dit vooralsnog niet van plan is. De situatie is niet zo nijpend. De panden staan niet lang leeg. Het college is wel intensief in overleg met HvT, ontwikkelaars en makelaars om leegstand te voorkomen. Nieuw gevestigde ondernemers zijn positief over hun vestiging in Tiel. In dit verband vraagt mevrouw Sewalt om hierover te communiceren. Het beeld dat leeft bij de bewoners is negatief. De wethouder neemt deze laatste suggestie mee. N.a.v. de vraag van de heer Van den Burg geeft de wethouder aan dat een leegstandsverordening juridisch tot de mogelijkheden behoort. 8. Jaarthema 2014 "Het jaar van de senioren" (bespreken) In de vergadering van de raad van 16 oktober 2013 is door de raad het jaarthema voor 2014 gekozen. In de motie is aangekondigd dat een plan van aanpak aan de commissie Samenleving wordt voorgelegd. Aan de commissieleden wordt nu gevraagd of zij het eens zijn met het plan van aanpak wat nu voorligt. Enkele technische/verhelderende vragen zijn gesteld aan de heer van Oostrom die daarop een antwoord heeft gegeven. Pagina 2 van 5

5 Speciale aandacht wordt gevraagd voor de eenzame ouderen en een structurele aanpak. Conclusie bespreking De commissieleden kunnen zich vinden in het plan van aanpak en wensen de werkgroep veel succes. Inspreker. De heer J. Schoots namens 4-Stromenland (agendapunten 9 en 10) De heer Schoots geeft een toelichting op de presentatie die bij de stukken is gevoegd. Door deze nieuwe opzet vervallen o.a. de inkomsten van de tentoonstelling. Hierdoor is een gat in de begroting ontstaan van de Stichting 4-Stromenland. Toen is de garantstelling in beeld gekomen. De Stichting 4-Stromenland zal alles in het werk stellen om te voorkomen dat zij een beroep moet doen op de garantstelling. N.a.v. vragen deelt de heer Schoots het volgende mee: alles wordt in het werk gesteld om geen beroep te hoeven doen op de garantstelling (Sewalt); er is nu geen sluitende begroting. Er wordt natuurlijk wel gewerkt aan een sluitende begroting. Men is bezig sponsors te werven. Een eerste sponsor heeft zich al gemeld.( Van Oostrom) in de nieuwe opzet geen kaartverkoop omdat de binnenstad niet kan worden afgesloten. Een garantstelling voor drie jaar is gewenst i.v.m. het veranderingstraject waar men in zit (aanloop periode, gewenning enz.) (Özunal); als er geen garantstelling komt gaat men terug naar de bekende opzet (Budak); eventuele winst gaat naar het eigen vermogen van de stichting (Van den Burg). De heer Schoots wordt bedankt voor zijn komst en inbreng. 9. Evaluatieweekend 2013 en kaders 2014 (bespreken) Aan de commissieleden wordt gevraagd of zij kunnen instemmen met de besluiten van het college met betrekking tot Appelpop en Fruitcorso. Technische en verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen wordt van de zijde van het college het volgende aangegeven: problemen in de samenwerking met de politie betreft alleen de voorbereiding (niet de uitvoering) Dit heeft onder meer te maken met een (landelijk) andere kijk op de rol van de politie bij evenementen en de strakke planning in relatie tot de nieuwe opzet van het evenement (Son, Duquesnoy, Özunal); verschuiving van het corsoweekeind scheelt in financieel risico door o.a. het vervallen van het transferium bij Avezaath. Geld in de begroting blijft wel nodig voor beide weekeindes (Duquesnoy, Stoeten, Van den Burg); onderzoek naar risico's in relatie tot bepaalde publieksdichtheid op de Waalkade en in de binnenstad hoeft niet veel te kosten. Veel gegevens zijn al bekend (Van den Burg, Stoeten). Speciale aandacht is gevraagd voor: veiligheidsbewustzijn; verkeersveiligheid bij op en afbouw; autoluwe gebied (Duquesnoy); stadspromotie (Sewalt, Stoeten) Conclusie bespreking De commissieleden kunnen instemmen met de besluiten van het college met betrekking tot Appelpop en Fruitcorso. 10. Garantstelling Stichting 4-Stromenland (om advies) Technische en verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. Naar aanleiding van vragen over inzicht in de financiële onderbouwing van de vraag naar garantstelling geeft de heer Verspuij aan dat de begroting 2014 van de Stichting 4- Stromenland ter inzage ligt bij de griffie. Het college heeft op grond van art. 55 Gemeentewet juncto artikel 10 lid 2 Wob geheimhouding opgelegd t.a.v. dit document. (Duquesnoy, Özunal, Stoeten) Pagina 3 van 5

6 Advies commissie De heer Van den Burg, mevrouw Budak, de heer Van Oostrom, mevrouw Sewalt en de heer Manuhutu stemmen in met de garantstelling. Mevrouw Stoeten, Duquesnoy en Özunal missen de financiële onderbouwing van het voorstel. Mevrouw Stoeten is vooralsnog niet tegen een garantstelling maar mist bovendien de prikkel tot terugbetaling. Mevrouw Duquesnoy kan alleen akkoord gaan met een garantstelling voor één jaar. Zij neemt het voorstel dan ook mee terug naar de fractie voor nadere beraadslaging. Mevrouw Özunal is voorstander van een garantstelling voor maximaal twee jaar. Zij neemt het voorstel ook mee terug naar de fractie voor nadere beraadslaging. Gezien het bovenstaande adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen. 11. Sportaccommodatiebeleid (om advies) Technische en verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen wordt van de zijde van het college het volgende aangegeven: het zwembad blijft (Van der Schaaf, Melissen); er komt een nieuwe planning (Schoots, Manuhutu) het onderzoeksrapport van Autoriteit Consument en Markt wordt betrokken bij de uitwerking (Manuhutu); het voorstel van de FTS t.a.v. kader 11 wordt uitgewerkt (Manuhutu); bij het uitbreiden/inkrimpen van bestaande gemeentelijke sportvoorzieningen wordt de raad betrokken (Schoots). De volgende opmerkingen zijn gemaakt/suggesties zijn gedaan: t.a.v. kader 3. Afwijken van de gestelde eisen van de sportkoepels moet mogelijk blijven (Van der Schaaf); geef duidelijk aan wie de partijen zijn die de afspraken maken (zie punt 2 raadsvoorstel en kadernota). Dit om te voorkomen dat daar onduidelijkheid over ontstaat (Melissen); t.a.v. kader 6. Onder voorbehoud dat er geld voor is (Van der Schaaf). Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in de beslispunten en adviseren om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken. De heer Melissen bindt hier nog wel de voorwaarde aan dat de zich bindende partijen duidelijk worden aangegeven in het voorstel/de kadernota. 12. Opdracht tot uitwerking gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen (om advies) Technische en verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen over de financiën geeft de wethouder aan dat de gelden die geoormerkt zijn voor wettelijke taken worden overgeheveld (Munnik, Duquesnoy, Stoeten). Mevrouw Duquesnoy doet de suggestie om het aantal inwoners bepalend te laten zijn bij de stemverdeling. Aandacht is gevraagd voor: uitwerking van het portaal (Schoots, Metiary); backoffice processen (Metiary); beleid voor groep 4 (Metiary); werkgeversbenadering. Gemeente moet het goede voorbeeld geven (Metiary) invulling van motie "één gezin, één plan, één regisseur" (Broers); het in acht houden van de aanbevelingen van de Rekenkamer (rapport verbonden partijen) (Stoeten); vastleggen van kernprestaties (Stoeten). Pagina 4 van 5

7 Advies commissie Alle commissieleden uiten hun zorg over de democratische legitimatie. Mevrouw Duquesnoy geeft aan dat zij nooit akkoord zal gaan met het overdragen van de verordenende bevoegdheid van de gemeente aan het RIW. Gezien het vorenstaande adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen. 13. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Mevrouw Son-Stolk en mevrouw Metiary geven een terugkoppeling van de AB vergadering van Lander. De terugkoppeling is als bijlage bij het verslag gevoegd. 14. Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit om uur de vergadering. Pagina 5 van 5

8

9 CONCEPT BEKNOPT VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SAMENLEVING VAN 3 DECEMBER 2014 Aanwezig: Th.J.M. van Oostrom (plv. voorzitter), J. Beijer, S. de Boer, M.M.L. Broers, J.G. Buijk, P. van den Burg, A.E.L. Duquesnoy- van den Heuvel, A. de Graaf, R. Manuhutu, M.J.J. Melissen, L.H.K. Metiary, N.E. Özunal, P.J. van der Schaaf, P. Schoots, J.L. Sewalt-Wijbrandts, I.C.M. Son-Stolk, J.D. Stoeten-Flach (leden) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: T. Zuidema (voorzitter) en J.M. de Jong (commissielid) Eveneens aanwezig: C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld, C.R. Vermeulen, H.A. Driessen, L. Verspuij (wethouders), M. Kokx, J. Noort, N. Roelen, G. van Buuren, R. Bevers en M. Meeuwsen (gemeentelijke adviseurs) 1. Opening De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering. 2. Agenda d.d. 3 december 2013 (vaststellen) Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld verzoekt om punt 13 (Beleidsregels standplaatsen) van de agenda te verwijderen. Dit voorstel verdient niet de schoonheidsprijs. Het college trekt daarom het voorstel terug. De commissie kan hiermee instemmen. Er hebben zich drie insprekers gemeld. De heer B. de Rooij namens F.T.S. bij agendapunt 8 (sportaccommodatiebeleid) en de heren J. Steenbekkers, voorzitter van de winkeliersvereniging Kwadrant en K. van Keulen, directeur centrummanagement HvT voor agendapunt 14 (Verordening winkeltijden). Op voorstel van de voorzitter wordt i.v.m. de insprekers agendapunt 14 geplaatst na agendapunt 8. Met in acht neming van het bovenstaande wordt de agenda gewijzigd vastgesteld. Mevrouw Duquesnoy betreurt het dat de informatienota tarievenstructuur bibliotheek Rivierenland nog niet is geagendeerd voor bespreking. 3. Mededelingen en ingekomen stukken Mevrouw Metiary en de heer Melissen delen het volgende mee: Op 8 november jl. hebben zij deelgenomen aan de droomsessie in de VIP-bus voor de WMO. Doel van de bijeenkomst was dat de aanwezigen hun droom formuleerden en dat vertaalden in een concrete actie. Zij hebben geconstateerd dat veel initiatieven van burgers en instellingen vastliepen op regeltjes. Het gevolg was dat bij de aanwezige ambtenaren het idee ontstond om een "ontregelteam" op te richten. Dit team kan in kaart brengen welke regels belemmerend of remmend werken op het "in eigen kracht brengen" van de burgers. Op basis van deze inventarisatie kan bezien worden welke regels niet nodig zijn, dan wel een aanpassing behoeven, zodat initiatieven wel makkelijker te realiseren zijn. Het voorstel/de droom is dan ook om als commissie Samenleving het initiatief van de betrokken ambtenaren te ondersteunen en daarmee aan het college te vragen om de ambtenaren ook de ruimte geven om daadwerkelijk het "ontregelteam" vorm te geven en daarmee aan de slag te gaan. Op naar minder regels, en op naar meer kracht van de burgers! Mevrouw Son-Stolk kan deze droom van harte ondersteunen. De heer Verspuij deelt in dit kader mee dat hij ook een droom heeft. Te weten: het ontwikkelen van een talent ontwikkelklas binnen de organisatie waarbij wordt ingezoomd op het ambtelijk-bestuurlijk samenspel. Pagina 1 van 5

10 De heer Schoots heeft een vraag over ingekomen stuk nummer 03.4 (beantwoording vraag ex art. 41 betreffende containeroverslag) hij geeft aan dat de vraag m.b.t. de verkeersafwikkeling bij ontwikkeling van Biezenburg onvoldoende is beantwoord. Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld geeft aan hier nu geen antwoord op te kunnen geven. Dit is onderdeel van het onderzoek. Dit onderwerp heeft wel de nodige aandacht van het college. Mevrouw Metiary heeft n.a.v. ingekomen stuk 03.3 (herinrichting rotonde Rivierenlandlaan) een opmerking/suggestie. Aangegeven wordt dat het onderhoud voor 5 jaar is geregeld. Daarna moet worden bezien of de gemeente het onderhoud overneemt. Zij geeft aan dat niet automatisch naar de gemeente moet worden gekeken. Kijk of burgers dit onderhoud op zich willen nemen (kanteling). 4. Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht C.R. Vermeulen De heer Vermeulen deelt mee dat de gemeente Tiel een score van 2 heeft ontvangen (maximale score is 3) voor de transitie jeugdzorg. Dit is een voldoende. De gemeente is dus op de goede weg; De heer Vermeulen geeft een nadere toelichting op de memo 06c (informatienota tijdelijke huisvesting wijkvereniging Passewaaij). De ontwikkelaar is in gebreke. Een eventuele claim zou bij de ontwikkelaar moeten worden ingediend. Dit wordt nog nader onderzocht. L. Verspuij De heer Verspuij deelt mee dat het Commissariaat voor de Media zendtijd heeft toegewezen aan Stichting Stadsomroep Tiel; Er is vervangende huisvesting gevonden voor de Voedselbank aan de Burgemeester Schullstraat. De huurlasten ( op jaarbasis) worden ten laste gebracht van het budget armoedebestrijding of via vastgoed. N.a.v. een vraag van mevrouw Sewalt geeft de heer Verspuij aan dat hier geen voorstel voor naar de raad gaat (bevoegdheid college). De heer Melissen waarschuwt er voor dat de gemeente zich zo eigenaar maakt van het probleem van de voedselbank. C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Mevrouw van Rhee-Oud Ammerveld deelt mee dat één keer in de twee jaar het MKB onderzoek doet naar de "MKB-vriendelijkheid" bij 56 gemeenten. Tiel is van plaats 32 naar plaats 12 geschoven. 5. Concept beknopt verslag van de vergadering van de commissie Samenleving d.d. 5 november 201 (vaststellen) Redactioneel Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van N.v.t. 6. Afsprakenlijst (bespreken) nummer 10 (vraag M.M.L. Broers over planning sportaccommodatiebeleid). De heer Broers vraagt of nog naar de planning is gekeken. De heer Driessen geeft aan dat de planning ongewijzigd blijft. nummer 8 (vraag P. Schoots over de planning voorstel portaal). De heer Schoots vraagt naar de stand van zaken. De heer Driessen geeft aan dat het verzoek bij de GGD is neergelegd. Gewacht wordt op de reactie. 7. Rondvraag I.C.M. Son-Stolk Mevrouw Son-Stolk vraagt of het zwembad van Tiel financiële problemen ondervindt van de aangekondigde extra belasting op water. De heer Driessen geeft aan dat hij een dergelijk signaal nog niet heeft ontvangen. Het zwembad in Tiel is overigens, wat het water betreft, voor 70% zelfvoorzienend. De maatregel zal Tiel dus niet zo zwaar treffen. Pagina 2 van 5

11 L.H.K. Metiary Mevrouw Metiary vraagt naar de stand van zaken m.b.t. de motie maatschappelijk verantwoord en sociaal ondernemen. Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld geeft aan dat contact is geweest met de OCT. OCT is positief en adviseerde om het niet één keer per jaar te doen maar frequenter. OCT gaat denken over de invulling. 8. Conceptkaders sportaccommodatiebeleid (bespreken) Inspreker B. de Rooij namens F.T.S. De bijdrage van de heer De Rooij staat op papier en is als bijlage bij het verslag gevoegd. N.a.v. vragen over de "tarieven variant FTS " geeft de heer De Rooij een korte toelichting. Bij de variant om de tarieven te koppelen aan de werkelijke jaarlijkse onderhoudslasten bij grasvelden een percentage van 50% hanteren en bij kunstgrasvelden 100%. Zo vindt een eerlijke doorberekening van de kosten naar de gebruiker plaats. De heer De Rooij wordt bedankt voor zijn komst en inbreng. Bespreking De heer Broers deelt mee niet deel te nemen aan de beraadslagingen i.v.m. het feit dat hij bestuurslid is van F.T.S. Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Aan de commissieleden wordt gevraagd of zij zich kunnen vinden in de conceptkaders van het sportaccommodatiebeleid. In de bespreeknota is er een onderverdeling gemaakt in de vragen 1. 2, 3 en 4. (De bespreeknota is ter informatie als bijlage bij het verslag gevoegd) Hieronder wordt een overzicht gegeven van de reacties: kaders 1a t/m 1d. De commissieleden kunnen zich hierin vinden met de volgende kanttekening: o bij 1b onder voorbehoud dat NOC*NSF geen onredelijke eisen gaat stellen (D66); N.a.v. een vraag van de heer Melissen geeft de heer Driessen aan dat de raad bij 1a het besluit neemt vraag 2. N.v.t. vraag 3.1 m.b.t. kwaliteitseisen 3.1a voorstanders: PvdA en CDA 3.1b voorstanders: CU, GroenLinks, VVD, ProTiel, D66 en A. de Graaf geen keuze: PvdB vraag 3.2 m.b.t. veiligheid van toegankelijkheid Alle commissieleden voorstander van 3.2c met uitzondering van A. de Graaf. De heer De Graaf heeft geen voorkeur uitgesproken. vraag 3.3 m.b.t. de tarieven. 3.3a voorstanders: CU, ProTiel, D66, A. de Graaf, GroenLinks 3.3b voorstanders: PvdB en CDA VVD en PvdA konden nog geen keuze maken en GroenLinks had al aangegeven voorstander te zijn van de variant van de FTS. Gezien het bovenstaande introduceert de voorzitter de "tarieven variant FTS". Alle commissieleden kunnen hiermee instemmen. Alle commissieleden kunnen zich vinden in de onder 4a en 4b genoemde nadere afspraken. 14. Verordening winkeltijden (om advies) Inspreker J. Steenbekkers namens winkeliersvereniging Kwadrant De bijdrage van de heer Steenbekkers staat op papier en is als bijlage bij het verslag gevoegd. Er zijn geen vragen aan de heer Steenbekkers. De heer Steenbekkers wordt bedankt voor zijn komst en inbreng. Pagina 3 van 5

12 Inspreker K. van Keulen, directeur centrummanagement HvT De heer Van Keulen onderschrijft het betoog van de heer Steenbekkers. Hij benadrukt de angst voor de gevolgen als conform het voorstel wordt besloten. Advies De volgende personen kunnen zich vinden in het voorstel: De heren Beijer, Melissen, Schaaf, Van den Burg en De Graaf. Zij benadrukken de nieuwe ontwikkelingen t.a.v. het winkelen en de vrijheid van keuze. De heer Broers introduceert een nieuwe variant c (zie inleiding raadsvoorstel) met handhaving huidige koopzondagen en vrije keus voor supermarkten. Mevrouw Stoeten-Flach, de heer Schoots en de heer Buijk zijn tegen het voorstel. Belangrijkste argumenten zijn: draagvlak winkeliers (Stoeten, Schoots, Buijk), zondagsrust (Stoeten, Buijk) kleine schaal gemeente (Schoots), duurzaamheid en kosten (Stoeten). Mevrouw Stoeten pleit ook voor een onderzoek onder de winkeliers. Gezien het bovenstaande geeft de commissie het Presidium in overweging om het voorstel regulier te agenderen. 9. Groeinota Jeugdzorg in Rivierenland (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen wordt van de zijde van het college het volgende aangegeven: kind blijft centraal staan (Duquesnoy); de nota is informatief maar ook richtinggevend. De volgende kaders worden gesteld: frictiekosten niet overhevelen naar gemeenten; budgettair neutraal; wat lokaal geregeld kan worden, lokaal regelen (Duquesnoy, Van den Burg, Broers), ; evaluatie van de gebiedsteams gaat ter kennisname naar de commissie. Er zijn 68 aanbieders (Duquesnoy, Metiary, Broers, Stoeten); nazorg heeft aandacht (Duquesnoy. Özunal); gezocht wordt naar eenvoudige methoden voor monitoren en verantwoorden (Metiary); er wordt meer aandacht besteed aan preventie (Broers); de commissie kan in het eerste kwartaal van 2014 de nota sturen en bekostiging verwachten (Broers). Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het Presidium dan ook in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken. 10. Convenant bekostiging lokale publieke media-instelling (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het Presidium dan ook in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken. 11. Wijzigingen Wwb verordeningen (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in de beslispunten en geven het Presidium dan ook in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken. Pagina 4 van 5

13 12. Afsprakenkader regionale samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het Presidium dan ook in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken. 13. Beleidsregels standplaatsen Tiel 2013 (om advies) Vervallen. Zie agendapunt Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Er heeft geen terugkoppeling plaatsgevonden. 16. Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit om uur de vergadering. Pagina 5 van 5

14

15 Bespreeknota Aan: Commissie Samenleving Van: College van B&W Onderwerp: Conceptkaders sportaccommodatiebeleid Portefeuillehouder: Dhr. Driessen Datum collegebesluit: 12 november 2013 Geheimhouding: Nee Vragen aan de commissie: 1. Kunt u zich vinden in de volgende conceptkaders sportaccommodatiebeleid (zie bijlage 1voor nadere toelichting, p. 5 t/m10): a) De gemeente draagt zorg voor het instandhouden en waar mogelijk uitbreiden/ inkrimpen van de bestaande gemeentelijke sportvoorzieningen op basis van de behoeften van de Tielse bevolking; b) De gemeente voorziet bij realisatie en vervanging de gemeentelijke sportvoorzieningen van een basisvoorziening ter beoefening van de sport op amateurniveau (breedtesport), conform de actuele eisen van de NOC*NSF (en de aangesloten landelijke sportbonden), met uitzondering van de clubaccommodatie en de (hierin gevestigde) was- en kleedruimten en ehboen scheidsrechter(kleed)ruimten; c) De gemeente biedt waar mogelijk sportverenigingen ondersteuning bij de realisatie of uitbreiding van hun breedtesportaccommodaties in Tiel. Of en welke ondersteuning de gemeente biedt zal van geval tot geval door de raad worden besloten; d) De gemeente zal ten aanzien van niet- gemeentelijke breedtesportaccommodaties, die in eigendom zijn van sportverenigingen, waar mogelijk de infrastructuur, bestaande uit een verkeersaansluiting, de parkeerplekken en de mogelijkheid tot de aansluiting van nutsvoorzieningen tot aan het perceel realiseren en in stand houden. 2. Wat is de gewenste richting van het alternatief, indien u zich niet kunt vinden in één of meerdere van de onder 1 a t/m d genoemde kaders? 3. Uw voorkeur uit te spreken voor één van de volgende kaders (zie bijlage 1 voor nadere toelichting, p. 11 t/m 17) met betrekking tot: de kwaliteitseisen van de gemeentelijke sportvoorzieningen (kader 4): a) De sportvoorzieningen voldoen aan de actuele kwaliteitseisen van de NOC*NSF (en de aangesloten landelijke sportbonden) ten aanzien van breedtesport of b) De sportvoorzieningen voldoen bij realisatie en vervanging (renovatie) aan de actuele kwaliteitseisen van de NOC*NSF (en de aangesloten landelijke sportbonden) ten aanzien van breedtesport. (sociale) veiligheid van toegankelijkheid van de Tielse sportaccommodaties (kader 5): a) Bij realisatie, beheer en onderhoud van sportaccommodaties is (sociale) veiligheid en toegankelijkheid in en rond de accommodaties een absolute randvoorwaarde of

16 b) Bij realisatie, beheer en onderhoud van sportaccommodaties is (sociale) veiligheid en toegankelijkheid in en rond de accommodaties een belangrijk aandachtspunt of c) Bij realisatie, beheer en onderhoud van sportaccommodaties is (sociale) veiligheid en toegankelijkheid in en rond de accommodaties voor de gemeente als eigenaar een absolute voorwaarde en voor de verenigingen als eigenaar een belangrijk aandachtspunt. tarieven van de gemeentelijke buitensportvoorzieningen (kader 9): a) De tarieven voor de gemeentelijke buitensportvoorzieningen te koppelen aan de werkelijke jaarlijkse onderhoudslasten (exclusief kapitaallasten). Hierbij is het streven een dekkingspercentage van 50%. of b) De tarieven voor de gemeentelijke sportvoorzieningen te koppelen aan de kostprijs, waarbij een dekkingspercentage wordt gehanteerd dat rekening houdt met de financiële draagkracht van de gemiddelde sportverenigingen. 4. Kunt u zich vinden in de volgende voorgestelde nadere afspraken over de reeds in het sportbeleid gestelde kaders (zie bijlage 1 voor nadere toelichting): a) Voor het in stand houden van de bestaande gemeentelijke sportvoorzieningen hiertoe structureel voldoende onderhoudsbudget te reserveren voor zowel de binnen- als de buitensportaccommodaties. b) Om het multifunctionele gebruik van gemeentelijke sportvoorzieningen te stimuleren mogen de sportverenigingen, die een gemeentelijke buitensportvoorziening in gebruik hebben, deze tegen betaling in gebruik geven aan derden voor maatschappelijke doeleinden. Dit onder de voorwaarde dat de verenigingen zorgen dat de sporttechnische kwaliteit van de sportvoorziening gewaarborgd blijft tot aan het eind van het seizoen én onder het voorbehoud dat dit passend is binnen het Sportbesluit. Het gebruik door de scholen valt buiten deze regeling. Context / achtergrondinformatie: Aanleiding: Tijdens de vergadering van de commissie Samenleving, d.d. 10 september jl., is door u besloten om als eerste stap kaders vast te stellen ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid. Daarna zullen de overige onderdelen van het sportaccommodatiebeleid ter besluitvorming aan u worden voorgelegd (zie bijlage 2 Bespreeknota 'Vervolgproces sportaccommodatiebeleid'). Omdat de kaders de basis vormen van het sportaccommodatiebeleid, wordt u met deze bespreeknota in de gelegenheid gesteld om hier richting aan te geven. In de bijlage 'Concept kadernota sportaccommodatiebeleid' staat beschreven welke kaders ten aanzien van het sportbeleid in het algemeen en de sportaccommodaties specifiek zijn vastgesteld. Per kader wordt aangegeven in hoeverre deze nog actueel is, of dat er aanleiding is om deze aan te passen. Daarnaast is bekeken aan welke nieuwe kaders behoefte zou zijn ten behoeve van het sportaccommodatiebeleid. Voor de onderbouwing van de onder 1 t/m 4 genoemde kaders / nadere afspraken wordt u verwezen naar bijlage 1. Inspraak Tielse sportverenigingen: Zoals u is toegezegd zijn de Tielse sportverenigingen betrokken geweest bij het opstellen van de conceptnota 'Kaders Sportaccommodatiebeleid'.

17 Op 29 oktober jl. is een inspraakbijeenkomst gehouden, waarin de Tielse sportverenigingen hun reactie konden geven op de conceptkaders sportaccommodatiebeleid. De Tielse sportverenigingen konden zich grotendeels vinden in de voorgestelde kaders. Bij de Tielse sportverenigingen is geen draagvlak voor een tarievenstelsel dat gebaseerd is op de kostprijs. De opmerkingen van de Tielse sportverengingen over de voorgestelde kaders, zijn opgenomen in de concept 'Kadernota Sportaccommodatiebeleid' (zie bijlage 1). Vervolg Op basis van de uitkomsten van uw bespreking van deze nota in de commissievergadering van 3 december 2013, zal de conceptnota 'Kaders Sportaccomodatiebeleid' worden aangepast. De aangepaste nota 'Kaders Sportaccommodatiebeleid' wordt ter advisering aan u voorgelegd in de commissievergadering van 28 januari 2013, waarna deze met uw toestemming- wordt voorgelegd aan de raad van 12 februari Bijlagen: 1. Concept 'Kadernota sportaccommodatiebeleid' 2. Bespreeknota 'Vervolgproces sportaccommodatiebeleid' Meer informatie: Afdeling: Onderwijs en Welzijn Contactpersoon: Maaike Kokx Telefoon: mkokx@tiel.nl

18

19

20

21 Afsprakenlijst van de commissie Samenleving NR. Onderwerp Afspraak/toezegging Datum afspraak Planning 1. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uitvoeringsprogramma Uiterlijk juli Informatienota tarievenstructuur bibliotheek Rivierenland 3. Memo stimuleren maatschappelijk, verantwoord en sociaal ondernemen Op verzoek van mevrouw Duquesnoy agenderen. Zij is het niet eens met de tariefsverhoging Op verzoek van de heer Schoots geagendeerd. Hij is van mening dat de commissie zich moet uitspreken over het voorstel in de memo Een volgende vergadering Een volgende vergadering 4. Jeugdzorg 1. Evaluatie gebiedsteams wordt ter kennisname aan commissie verstrekt; 2. Nota sturen en bekostiging naar commissie Vragen commissieleden 5. N. Budak Commissie op de hoogte houden van ontwikkelingen m.b.t. "Versterken concurrentiepositie onderwijs Tiel" Terugkoppeling actuele ontwikkelingen Zie ingekomen stukken nummer Bij actuele ontwikkelingen 6. P. Schoots De heer Schoots vraagt naar de planning voorstel portaal 7. L.H.K. Metiary, N.E. Özunal, J.L. Sewalt- Wijbrandts Zij vragen zich af waarom de commissie pas zo laat op de hoogte is gesteld van de brief onder nummer 3.2 (Brief d.d. 12 juli 2013 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreffende de participatiewet). Planning wordt verstrekt Wordt nader onderzocht. Schriftelijke reactie volgt waarbij tevens wordt aangegeven hoe verder wordt omgegaan met de brief. Streven vergadering d.d Wordt 1 e kwartaal Zie ingekomen stukken nummer 03.5 Gemaakt op

22 NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over de punten 4 en 7 dan worden de betreffende punten bij de volgende uitdraai verwijderd. Gemaakt op

23

24

25

26 Jaarthema 2014: Senioren Inleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft op 10 november 2010 besloten ieder jaar een jaarthema te kiezen. Hierdoor kan er elk jaar extra accent gelegd worden op een specifiek thema. Op 16 oktober 2013 heeft de gemeenteraad besloten om 2014 tot jaar van de senioren te benoemen en hier een budget van ,- voor beschikbaar te stellen. De reden om dit jaar als jaar van de senioren te benoemen is in de motie als volgt gesteld: - Het aantal senioren in de meeste gemeenten in Nederland neemt snel toe. Ook in Tiel. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de participatiewet levert dat goede kansen op om te werken aan leefbaarheid, sociale samenhang en lokaal vrijwilligersbeleid - Het is belangrijk de kennis en levenservaring van senioren op een goede manier weten te mobiliseren - Kernwaarden als zingeving, ontmoeting, zelfontplooiing eigen regie en veel beleven steeds belangrijker worden voor deze groep in de samenleving - Het zo lang mogelijk inzetten van kennis, kunde en levenservaring de beste manier is om gezond en vitaal ouderen te worden. Ook de samenleving vaart er wel bij wanneer senioren hun talenten blijven inzetten De afspraak is daarbij gemaakt dat er een aantal raads-en/of commissieleden een plan van aanpak op stellen met betrekking tot de verdere invulling van het jaarthema. Het plan van aanpak wordt u hierbij aangeboden. Uitgangspunten/ voorwaarden invulling jaarthema Met betrekking tot het thema zijn er een aantal uitgangspunten en voorwaarden benoemd die leidend zijn voor de verdere invulling van het thema: - betrokkenheid senioren Om het jaarthema tot een succes te maken en de in de motie genoemde resultaten te behalen is het van groot belang de doelgroep zelf te betrekken bij de ontwikkeling van de initiatieven. Het Algemeen Platform Ouderen Tiel (APOT) kan als klankbord dienen. - duurzame inzet/ vliegwiel voor de toekomst Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de inzet van de beschikbare gestelde financiële middelen zich richt op het ondersteunen van initiatieven met een eenmalig karakter. De inzet dient duurzaam te zijn en als aanjager, danwel vliegwiel te fungeren. De projectgroep zal hier op toezien. - betrokkenheid partners In het verlengde en ten behoeve van het uitganspunt duurzame inzet zal bij de invulling van het jaarthema worden gezocht naar samenwerking met organisaties en verenigingen. Hierbij wordt gedacht aan buurtverenigingen, sportverenigingen, ouderverenigingen, vrijwilligersverenigingen en de woningbouwcorporaties. Een eerste aanbod is inmiddels al gedaan door de Tielse Kinderraad die graag een bijdrage willen leveren aan het jaarthema. Het streven is om de partnerschappen niet enkel op uitvoeringstechnisch vorm te geven, maar daar waar mogelijk ook in financiële zin. Dit betekent dat er voor de realisatie van de initiatieven actief naar financiële partners gezocht zal worden. Met de Stichting Oud Burgermannen- en vrouwenhuis Tiel is de projectgroep hierover al in overleg getreden. - Aanvullend aan lopend beleid Het jaarthema zal zich moeten verhouden tot bestaand beleid binnen de gemeente Tiel. Hierbij moet in eerste instantie gedacht worden aan de visie en inhoudelijke uitgangspunten behorende bij het Wmo-beleid.

27 Rol projectgroep De rol van de projectgroep bestaande uit raads- en commissieleden is vooral gericht op het aanjagen van de initiatieven, het vinden van sponsoren, het verbinden van partijen. Een directe rol in de uitvoering van de initiatieven past hier in mindere mate bij. De betrokkenheid vanuit het college is georganiseerd door de inzet van de wethouder met het thema senioren in zijn portefeuille. Deze zal zich actief inzetten om daar waar nodig verbindingen te leggen. Communicatie Het jaarthema zal gedurende het hele jaar onder de aandacht worden gebracht via de beschikbare gemeentelijke kanalen. Daarbij zal er gedurende het jaar ook via StadsTV Tiel aandacht worden geschonken aan het jaarthema. Thematische invulling jaarthema Het voorstel is om de invulling van het jaar van de senioren te verbinden aan de volgende drie thema s. De thema s kunnen gezien worden als de kapstok waar de verdere invulling van het jaarthema aan wordt opgehangen. - Informeren - Activeren - Verbinden en ontmoeten Initiatieven Zomerschool Dit initiatief richt zich op het ontwikkelen van het concept Zomerschool voor senioren in Tiel. Het blijkt dat in de zomermaanden relatief veel senioren thuis blijven, terwijl een groot deel van hun sociale netwerk (familieleden, buren, etc) op vakantie gaat. Het idee achter de zomerschool is dat er in de zomermaanden een laagdrempelig aanbod wordt aangeboden van workshops. Hierbij kan gedacht worden aan computerlessen, kookcursussen, rijvaardigheidstrainingen etc. Verbinding sportverenigingen Dit initiatief richt zich op het stimuleren van de betrokkenheid bij en het verbinden van senioren met de Tielse sportverenigingen. In eerste instantie wordt gedacht aan het in beeld brengen van de praktische mogelijkheden die er zijn in de uitruil van wat sportverenigingen vragen en wat senioren kunnen bieden. Na een korte verkenning kan dit in uitvoering worden gebracht in pilotvorm bij een beperkt aantal sportverenigingen. Met de Stichting Oud Burgermannen- en vrouwenhuis Tiel wordt verkend in hoeverre hier een financieel partnerschap mogelijk is. Ruilkring Het idee is dat er verbinding wordt gelegd tussen de vraag en aanbod van senioren onderling. Doelstelling is dat het gaat om diensten die je als senioren voor elkaar kan doen zonder dat er iets tegenover staat. Aansluiting kan wellicht gevonden worden bij het initiatief actief in Tiel. Dag van de ouderen in oktober 2014 Al een aantal jaar wordt er in de gemeente Tiel invulling gegeven aan de dag van de ouderen. Hier wordt dit jaar graag bij aangesloten. In de aansluiting zal aandacht moeten zijn voor de thematische benadering van informeren, activeren en verbinden/ ontmoeten. Vrijwilligersdag voor senioren Jaarlijks wordt er in Tiel op verschillende manieren aandacht besteed aan het vrijwilligerswerk en vrijwilligers. Met het jaarthema kan de focus zich op de senioren richten. Met de Stichting Oud Burgermannen- en vrouwenhuis Tiel wordt verkend in hoeverre hier een financieel partnerschap mogelijk is.

28 Cultuuraanbod senioren In het verleden werd er in Tiel een specifiek op senioren gericht aanbod samengesteld op het gebied van kunst, theater en cultuur. De schouwburg was hierin trekker. Helaas is dit enkele jaren geleden afgeschaft. In dit initiatief wordt onderzocht onder welke voorwaarden dit nieuw leven ingeblazen kan worden. Met de Stichting Oud Burgermannen- en vrouwenhuis Tiel wordt verkend in hoeverre hier een financieel partnerschap mogelijk is.

29

30 Bespreeknota Aan: Commissie samenleving en commissie bestuur Van: college van burgemeester en wethouders Onderwerp: evaluatie evenementenweekend 2013 en kaders 2014 Portefeuillehouder Wethouder Verspuij en burgemeester Beenakker Datum collegebesluit 7 januari 2014 Geheimhouding: Ja / Nee Vraag aan de commissie: Kunt u, nadat u kennis heeft genomen van de multidisciplinaire evaluatie van het evenementenweekend 2013, instemmen met de besluiten van het college met betrekking tot Appelpop en Fruitcorso? Context / achtergrondinformatie: inleiding Evaluatie is bedoeld om maatregelen, afspraken en werkwijzen te beoordelen op effectiviteit. Daarom wordt dit structureel gedaan voor alle evenementen in de gemeente Tiel. Voor het evenementenweekend wordt dit uitgebreid gedaan. Inmiddels is de multidisciplinaire evaluatie van het geslaagde evenementenweekend 2013 afgerond. De vaststelling van deze evaluatie en nieuwe plannen van de stichting 4-Stromenland (zie bijlage) vroegen om duidelijke keuzes van het college voor de verdere voorbereiding. Aangezien het evenementenbeleid transparantie nastreeft wordt de evaluatie van het evenementenweekend én de daarna gemaakte keuzes en kaders gedeeld met uw raad. evaluatie Het college vraagt uw raad om kennis te nemen van de inhoud van de evaluatie en de daarop gebaseerde keuzes en kaders. De conclusie van de evaluatie is dat het evenementenweekend 2013 niet tot grote problemen heeft geleid, dat er een gemoedelijke en gezellige sfeer heerste en daarom als geslaagd kan worden bestempeld. Er zijn wel enkele verbeterpunten benoemd. Een aantal van die verbeterpunten betreffen interne voorbereidingsprocessen. keuzes en kaders Het college vraagt uw raad ook of u in kunt stemmen met de keuzes en kaders die zij heeft gesteld voor de verdere voorbereiding in Het betreft de onderstaande keuzes en kaders: 1. gelet op de multidisciplinaire evaluatie van het evenementenweekend 2013 en gelet op de plannen van de stichting 4-Stromenland voor het Fruitcorso in 2014: a. stemt het college in met verplaatsing van het Fruitcorso naar het derde weekend van september; b. neemt het college een positieve grondhouding aan ten aanzien van de plannen van stichting 4-Stromenland om zowel de optocht als de tentoonstelling dichter bij de binnenstad van Tiel te brengen; c. verzoekt het college om de locatie Veemarkt/Kalverbos als hart van het Fruitcorso verder uit te werken; 2. gelet op het besluit onder 1, stelt het college de volgende kaders vast: a. alle straten in Tiel moeten bereikbaar blijven voor de hulpdiensten. In het bijzonder moet er een vrije aan- en afvoerroute zijn in de binnenstad en op de Pagina 1 van 3

31 evenemententerreinen; b. de bereikbaarheid van de industrie aan de Papesteeg moet gegarandeerd zijn, evenals andere risicovolle en kwetsbare objecten in de stad; c. er moet zo min mogelijk overlast ontstaan. Daarbij wordt gedacht aan mensen die afgesloten worden door het parcours, bereikbaarheid van inwoners/ondernemers in de stad Tiel, zo min mogelijk verlies van parkeerplaatsen en zo min mogelijk parkeeroverlast voor inwoners van Tiel; d. er moeten zo min mogelijk verkeersmaatregelen worden genomen, zonder af te doen aan veiligheid. De verbinding tussen Tiel-Oost en Tiel-West en de calamiteitenroutes naar risicolocaties zijn daarbij een aandachtspunt. Een goed mobiliteitsplan is daarbij een vereiste; e. de bereikbaarheid van het politiebureau en de brandweerkazerne en de inzetbaarheid van de hulpdiensten moeten gegarandeerd zijn; f. er moet voldoende parkeergelegenheid zijn voor de extra personen die het evenement naar Tiel brengt; g. de termijn voor het indienen van alle definitieve plannen van de organisatoren van de evenementen in het tweede en derde weekend van september vast te stellen op 14 weken voorafgaand aan het evenement (conform evenementenbeleid). Daarnaast zal wel worden gestreefd om deze plannen al op 1 mei 2014 gereed te hebben; h. er moet een duidelijk beeld van de publieksstromen komen en sturing daarop door bijvoorbeeld crowdmanagementmaatregelen; i. de begroting voor de evenementen in het tweede en derde weekend van september 2014 opnieuw binnen het door de raad beschikbare budget laten vallen exclusief het risico op slecht weer. 3. gelet op de evaluatie van het evenementenweekend 2013 verzoekt het college om een extern bureau, in opdracht van het veiligheidsoverleg, onderzoek te laten doen naar het risico te weten de Waalkade en de binnenstad in combinatie met de publieksdichtheid. argumenten en kanttekeningen Het college staat op het standpunt dat er meer voordelen dan nadelen zitten aan het niet gelijktijdig organiseren van Appelpop en Fruitcorso. Ook de beide organisatoren zijn hiervan overtuigd. Het college overweegt in haar keuze dat in de evaluatie is geconcludeerd dat er sprake is van een geslaagd evenementenweekend, maar dat er desondanks aandachtspunten zijn genoemd die voor 2014 van belang zijn. Duidelijk is dat de grote van de evenementen (en de daarmee samenhangende mobiliteitsmaatregelen) een enorme impact hebben op Tiel. Door het niet meer gelijktijdig organiseren van het Fruitcorso en Appelpop neemt de complexiteit van de zaterdagmiddag flink af. Automatisch heeft dit tot gevolg dat ook de (mobiliteits)maatregelen minder ingrijpend zijn. Bijkomend voordeel is dat de twee evenementen afzonderlijk vanuit veiligheidsoptiek beter zijn te managen. Zo wordt de bereikbaarheid van het politiebureau en de brandweerkazerne binnen de nieuwe plannen gerealiseerd en is er simpelweg geen sprake meer van versterkte risico's door het gelijktijdig organiseren van de evenementen. Dit neemt overigens niet weg dat voor beide grote evenementen wel de nodige maatregelen moeten worden genomen. Het college verwacht wel dat de keuzes en kaders tot gevolg hebben dat er met minder financiële risico's binnen het door uw raad beschikbare budget kan worden gewerkt. Het college is van mening dat met 53 jaar Fruitcorso in Tiel dit evenement al een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de (leefbaarheid van de) stad. De nieuwe plannen van de stichting 4-stromenland gaan uit van meer verbondenheid met de binnenstad van Tiel en naar verwachting heeft dit een positief effect op de beleving van de stad. Daarbij zal meespelen dat de nieuwe plannen benut kunnen worden om overlast te beperken en bereikbaarheid te vergroten. De noodzaak tot het instellen van een autoluw gebied, wat in de oude situatie als ingrijpende maar noodzakelijke maatregel werd gezien, neemt hierdoor sterk af. Pagina 2 van 3

32 Het college is zich bewust van de tijd- en werkdruk die deze keuzes en kaders met zich meebrengen voor zowel de organisatoren, de gemeente als diens partners. Het college heeft daartoe dan ook een duidelijke keuze gemaakt met betrekking tot het indienen van de definitieve stukken voor de vergunningsaanvragen. Maar het college ziet zich gesterkt in een gezamenlijk einddoel namelijk nog gezelligere en veiligere evenementen die Tiel, als stad van Flipje en centrum van de Betuwe, weten te versterken. Tenslotte blijkt uit de evaluatie van het evenementenweekend 2013 dat er een tweetal risico's sterk aanwezig zijn. De risico's betreffen 1. de Waalkade in combinatie met de publieksdichtheid 2. het centrum van Tiel in combinatie met de publieksdichtheid en de complexiteit van de zaterdagmiddag. Het tweede benoemde risico is sterk afgenomen door de gemaakte keuze. Het eerste benoemde risico blijft echter bestaan. Omdat er behoefte is aan nader onderzoek naar de acceptatie deze fundamentele risico's, wil de burgemeester vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde, een extern bureau onderzoek hiernaar laten doen. De opdracht hiervoor wordt bij het veiligheidsoverleg neergelegd. Wat de invloed van de uitkomst van dit onderzoek zal zijn is nog niet te voorspellen. Last-minute wijzigingen worden niet uitgesloten, maar het onderzoek zal zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd. Bijlagen 1. de evaluatie van het evenementenweekend presentatie nieuwe plannen van stichting 4-Stromenland Meer informatie: Afdeling: Programmabureau Veiligheid Contactpersoon: David Volmer Telefoon: Pagina 3 van 3

33 15 november 2013 Evaluatie evenementenweekend 2013

34 Inhoudsopgave 1. Inleiding opzet van de evaluatie opbouw evaluatie Multidisciplinaire samenwerking Multidisciplinaire samenwerking algemeen Planning Samenwerking GHOR en brandweer Samenwerking politie en gemeente Samenwerking met organisatoren Samenwerking met openbaar vervoer Preparatie Risicoanalyse (voorbereidende) Veiligheidsoverleggen Mobiliteitsoverleggen Table-top en operationele afstemming Vergunningen Multidisciplinair Coördinatieplan Verloop van het evenementenweekend Appelpop Fruitcorso Braderie Station Overig Tiel (Binnenstad en wijken) Ordehandhaving Mobiliteit Communicatie Klachten Monitorpunten Financiële afwikkeling...13 Bijlage: Actiepuntenlijst evenementenweekend 2013 en voortgang d.d

35 1. Inleiding Het evenementenweekend 2013 in de gemeente Tiel is wederom een geslaagd weekend geweest waarin de Stichting Muziekstad Tiel en de Stichting 4-Stromenland twee grote evenementen hebben neergezet. Ondanks dat het weekend over het algemeen als geslaagd wordt ervaren zijn er altijd weer aandachtspunten die voor de volgende editie van belang zijn. Daarom wordt jaarlijks een evaluatie gehouden om in deze punten gezamenlijk inzicht te krijgen en ook gezamenlijk met de evaluatiepunten aan de slag te gaan. Het resultaat van deze brede evaluatie ligt hier voor u. 1.1 opzet van de evaluatie Het evenementenweekend 2013 neemt een belangrijke positie in binnen de gemeente Tiel. Niet alleen als belangrijke pijler voor Tiel als evenementenstad, maar ook vanwege de invloed op facetten zoals veiligheid, mobiliteit, overlast, financiën en dergelijke. Op het gebied van evenementen is een groot aantal spelers betrokken en dat betekent automatisch diverse belangen. Om het evenementenweekend goed vorm te blijven geven is continue afstemming met de betrokkenen noodzakelijk. Een belangrijk element daarin is het verloop van het evenementenweekend. Zoals gebruikelijk is dit multidisciplinair geëvalueerd. Omdat er sprake is van een groot aantal betrokken partijen en een diversiteit aan belangen en onderwerpen is de evaluatie allereerst schriftelijk vormgegeven. Deze werkwijze sluit aan bij de werkwijze rondom evenementen dat sinds dit jaar actief is gehanteerd, namelijk schriftelijke advisering vanuit de hulpdiensten aan de gemeente Tiel als vergunningverlener. Er is daarom een evaluatieformulier opgesteld door de gemeente Tiel en verspreid onder de hulpdiensten, organisatoren en openbaar vervoersbedrijven. Van nagenoeg alle partijen is een schriftelijke inbreng ontvangen. De betrokken partners hebben de verschillende facetten van (de voorbereiding van) het evenementenweekend kunnen scoren, waarbij de volgende schaal is gehanteerd: uitstekend goed matig slecht zeer slecht De uitkomsten van de evaluatieformulieren zijn vervolgens gebruikt als leidraad voor de invulling van twee bijeenkomsten. De eerste bijeenkomst stond in het teken van het verloop van de samenwerking tussen de partners. Bij deze bijeenkomst zijn de hulpdiensten en de gemeente met elkaar in gesprek gegaan. Tijdens de tweede bijeenkomst is ook stilgestaan bij de samenwerking, maar is hoofdzakelijk ingezoomd op de manier van voorbereiden (preparatie) en het verloop van het evenementenweekend. In deze bijeenkomst hebben de hulpdiensten, de gemeente, de organisatoren en de openbaar vervoersbedrijven hun inbreng geleverd. 2

36 1.2 opbouw evaluatie Deze evaluatie heeft tot doel het verloop van het voorbereidingstraject van het evenementenweekend én het verloop van het evenementenweekend te toetsen aan de kaders zoals gesteld in de (regionale) evenementennota en richtlijnen van het college van burgemeester en wethouders dan wel van de gemeenteraad (financieel). Ook biedt de evaluatie ruimte voor het delen van bevindingen over de samenwerking en preparatie. De evaluatie is daarom uit de volgende onderdelen opgebouwd: 1. Multidisciplinaire samenwerking 2. Preparatie 3. Verloop van het evenementenweekend 4. Financiële afwikkeling In de navolgende hoofdstukken zal hier dan ook in deze volgorde op in worden gegaan. 3

37 2. Multidisciplinaire samenwerking De voorbereiding van het evenementenweekend 2013 is anders verlopen dan anders. Factoren als tijdsdruk, verschil in inzicht en een gewijzigde werkwijze hebben de samenwerking en de voorbereiding beïnvloed. Dit is dan ook de reden dat er kritisch is gekeken naar de multidisciplinaire samenwerking en dat hier nadrukkelijk aandacht aan wordt besteed in deze evaluatie. 2.1 Multidisciplinaire samenwerking algemeen Over het algemeen is er geconcludeerd dat de multidisciplinaire samenwerking goed tot matig is verlopen. De samenwerkende partners zijn het er over eens dat er tegenstrijdige belangen spelen en dit jaar te weinig gewerkt is aan afstemming van deze belangen. Er is duidelijk met elkaar afgesproken in het vervolg de voorbereidingen goed met elkaar te doorlopen. De verschillende mono-disciplinaire adviezen aan de gemeente Tiel dienen beter afgestemd te worden. Mogelijk kan de veiligheidsregio hierin nog een rol vervullen. 2.2 Planning Tijdsdruk was dit jaar een belangrijke factor die de samenwerking heeft beïnvloed. Het heeft ontbroken aan een goede gezamenlijke jaarplanning. Er is in het voortraject veel tijd gestoken in het realiseren van een besparing op het budget voor het evenementenweekend, waardoor andere voorbereidingen ook in tijd zijn opgeschoven. Daarbij hebben er wijzigingen plaatsgevonden die een grote impact hebben gehad op de voorbereiding. De nieuwe opzet van het Fruitcorso is daarbij als belangrijkste oorzaak aan te wijzen. De samenwerkende partners hebben geconstateerd dat er duidelijker deadlines gesteld moeten worden en dat die ook moeten worden gehandhaafd. Ook is een controle door de gemeente gewenst op de aangeleverde documenten van de organisatoren. Met elkaar is bepaald dat er voor het evenementenweekend een projectplanning opgesteld dient te worden. Door een duidelijke planning met ruimte voor wijzigingen aan het einde van deze planning verbetert de voorbereiding. Door hierin fases te benoemen voor iedere partij wordt de afhankelijkheid van elkaar zichtbaar. De wens is uitgesproken om uiterlijk 1 mei alle fundamentele plannen gereed te hebben, zodat duidelijkheid bestaat over de hoofdlijnen. 2.3 Samenwerking GHOR en brandweer De samenwerking met de GHOR en de brandweer als partner is door eenieder als goed ervaren. Beide partners hebben een actieve, meewerkende houding getoond. 2.4 Samenwerking politie en gemeente Dit jaar heeft de stroeve samenwerking tussen de gemeente en de politie zijn weerslag gehad op de voorbereiding van het evenementenweekend. De politie heeft een proces ingezet ter verbetering van de voorbereiding op het evenementenweekend. De wijze waarop dit is aangevlogen heeft tot weerstand geleid bij de gemeente. Dit jaar benadrukte de politie ook risico's en restrisico's rondom het evenementenweekend. De gemeente zal op haar beurt op onderdelen strakker de regie pakken. Beide partners erkennen dat ondanks het stroeve proces er wel verbeteringen zijn doorgevoerd en/of komend jaar worden meegenomen. De samenwerkende partners hebben naar elkaar uitgesproken dat er in de voorbereiding meer eenheid gevormd moet worden. Een gevoel dat er overigens in de uitvoering wel degelijk heerst. 4

38 2.5 Samenwerking met organisatoren De samenwerking met de organisatoren is goed verlopen met dien verstande dat de samenwerking met het Fruitcorso versterkt kan worden. De vele veranderingen bij het Fruitcorso hebben daarin meegespeeld. Gebleken is ook dat de interne organisatie van het Fruitcorso steviger kan worden neergezet met betrekking tot het onderwerp veiligheid(sbewustzijn). Appelpop heeft zich wederom als een goede partner neergezet. Wel is gebleken dat er ook bij deze organisatie sprake was van last minute wijzigingen. Daarom is als leerpunt uitgesproken om volledig te blijven in informatievoorziening in de voorbereiding. Ter verbetering van het toegangsbeleid tot de stad is een nauwere samenwerking met de uitvoerende partij (Traffic Support in 2013) en de organisatoren noodzakelijk. Tenslotte is gezamenlijk de kans benoemd dat de organisatoren onderling een sterkere samenwerking kunnen aangaan. 2.6 Samenwerking met openbaar vervoer De samenwerking met partners als NS en Arriva is dit jaar goed verlopen. Vooral de NS wordt geprezen in hun bijdrage aan de voorbereiding en uitvoering. Arriva heeft als nieuwe partner ook een positieve bijdrage geleverd in de samenwerking en uitvoering, maar kan zichzelf verbeteren in de communicatie en in het verstrekken van vervoerscijfers. 5

39 3. Preparatie Naast de samenwerking tussen de betrokken partners onderling is ook de wijze van voorbereiding onder de loep genomen. De diverse mijlpalen in de voorbereiding en de betrokken documenten zijn beoordeeld. Rekening houdend met hetgeen hiervoor over de multidisciplinaire samenwerking is gezegd, is de preparatie goed geweest. De individuele partners zijn allemaal goed voorbereid het evenementenweekend in gegaan. 3.1 Risicoanalyse Onder leiding van het Kenniscentrum evenementenveiligheid (KCEV) heeft in mei 2013 een risicoanalyse plaatsgevonden. De gehanteerde systematiek van het KCEV wijkt af van de beschreven systematiek uit het evenementenbeleid (hoofdstuk 7). Deze methode heeft geleid tot nieuwe inzichten en is als goed beoordeeld door de samenwerkende partners. De politie wenst een verdere uitbreiding met de onderdelen mobiliteit, crowdmanagement en communicatie. Partners zijn het er over eens dat de systematiek uit de evenementennota in 2014 weer gehanteerd kan worden indien dit gezamenlijk wordt doorlopen. Gezien de hoeveelheid bezoekers en meerdere evenementen op een dag dient ook de zondag hierbij meer betrokken te worden. 3.2 (voorbereidende) Veiligheidsoverleggen De (voorbereidende) veiligheidsoverleggen die zijn gevoerd tussen hulpdiensten, de gemeente en de organisatoren zijn als goed beoordeeld. In de voorbereidende veiligheidsoverleggen moet wel meer structuur aangebracht worden. Dit sluit tevens aan bij de constatering dat de gemeente het regisseurschap kan verbeteren. Daarbij is er in de voorbereiding nog lang ruimte gelaten voor wijzigingen, waardoor vervolgfasen (operationele voorbereiding) onder druk kwamen te staan. Het veiligheidsoverleg tijdens het evenementenweekend is als uitstekend beoordeeld. Deze waren consequent, volgens een vaste structuur en met een goede verslaglegging. Dat heeft iedere partner als prettig ervaren. De frequentie was wel hoog. Ook positief was dat dit jaar een medewerker communicatie is toegevoegd aan het veiligheidsoverleg. Tenslotte is ook de locatie van het veiligheidsoverleg (Zaak van de Stad) goed bevallen. De brandweerkazerne, waar ook een aantal vergaderingen zijn gehouden, bleek juist erg gehorig. 3.3 Mobiliteitsoverleggen De overleggen met betrekking tot de voorbereiding van mobiliteit tijdens het evenementenweekend zijn als goed tot matig beoordeeld. Na de besparingsopdracht kon de aanbesteding van de mobiliteitsmaatregelen pas laat plaatsvinden. Uiteindelijk is er daardoor voor de operationele voorbereiding te weinig tijd genomen. De hulpdiensten geven aan te weinig betrokken te zijn geweest bij de mobiliteitsoverleggen. Naast deze overleggen heeft er vroegtijdig afstemming plaatsgevonden met de NS en Arriva. Deze afstemming is naar volle tevredenheid geweest. 3.4 Table-top en operationele afstemming Ter voorbereiding op het evenementenweekend is er een table-top oefening gehouden en heeft er een operationeel afstemmingsoverleg plaatsgevonden. De table-top is beoordeeld als goed tot matig, omdat de oefening aandachtspunten heeft opgeleverd. De oefening werd als rommelig ervaren, omdat er discussie ontstond tijdens de oefenfase (wel werd opgemerkt dat deze discussie tijdens een daadwerkelijke inzet nooit zou hebben plaatsgevonden). De partners delen de mening dat de table-top een meerwaarde heeft wanneer deze goed aansluit bij het Multidisciplinair Coördinatieplan. De operationele afstemming is bij alle partners uitstekend bevallen. Dit overleg dat in augustus werd gehouden heeft voor iedereen verheldering gebracht en meer inzicht in elkaars activiteiten. 6

40 3.5 Vergunningen De vergunningen zijn beoordeeld als goed. Er is vanuit de organisatoren een wens om de vergunningen eerder te ontvangen en vanuit de gemeente de wens om deze eerder te verlenen. Ook hiervoor is een tijdige voorbereiding van belang. De vergunningsvoorwaarden dienen nageleefd te worden en indien dit niet gebeurd ook daadwerkelijk te worden gehandhaafd. Het evenementenweekend 2013 heeft een voorbeeld opgeleverd waarbij dit onvoldoende is gebeurd. De tekeningen die behoren bij de vergunning bleken uiteindelijk op onderdelen niet up-to-date te zijn. Aangezien de tekeningen ook werkdocumenten zijn voor de organisatie en hulpdiensten, dient dit voor 2014 verbeterd te worden. 3.6 Multidisciplinair Coördinatieplan De gehele voorbereiding komt als sluitstuk tot uiting in het Mulitidisciplinair Coördinatieplan. Dit document is als goed beoordeeld door alle partners. Wel is het een gemis dat het draaiboek van de politie hierin ontbreekt. Ook blijkt er nog een discussiepunt te zitten in de beschreven opschaling. Om dit voor 2014 te verbeteren wordt dit document door alle partners doorleefd. Het kan daarmee ook eerder worden opgeleverd dan dit jaar het geval was. 7

41 4. Verloop van het evenementenweekend Als derde onderdeel van de evaluatie is er stilgestaan bij het verloop van het evenementenweekend. De partners spreken over een weekend met drie grote evenementen dat niet tot grote problemen heeft geleid en een gemoedelijke en gezellige sfeer kende. Het evenementenweekend is daarom geslaagd te noemen. 4.1 Appelpop Appelpop is dit jaar wederom goed verlopen. Het aantal bezoekers is ten opzichte van voorgaande jaren afgenomen. Naar verwachting waren zo'n bezoekers op vrijdag en bezoekers op zaterdag te gast bij de optredens van Appelpop. Het weer heeft hier waarschijnlijk zijn invloed op gehad. Op één moment is de drukte bij een van de toegangen zo hoog geweest dat hiervoor een omleiding is ingesteld naar de andere ingang. Ook de windstoten op zaterdag hebben ervoor gezorgd dat er omleidingen ingesteld moesten worden (dreigend omwaaien van toegangspoorten). Dit heeft verder niet tot problemen geleid. Op het terrein van Appelpop zijn er enkele drukke momenten geweest. Hoofdzakelijk op de zaterdagavond. De organisatie zal de terreinindeling daarom opnieuw bekijken. De GHOR meldt 17 meldingen, waarvan 6 keer vervoer naar het ziekenhuis en 65 zorgcontacten met de EHBO. De organisatie van Appelpop heeft dit jaar een waarschuwing ontvangen in verband met een niet gemelde activiteit op het terrein (Silent Disco). Verder bleek tijdens het evenementenweekend de organisatie zich niet volledig aan het vergunningsvoorschrift met betrekking tot visitatie te houden. Dit is onacceptabel en voor 2014 wordt dit besproken en vervolgens scherp op toegezien. Ook is er in de voorbereiding lang onduidelijkheid geweest over de mogelijkheid tot het tellen van bezoekers. Volgend jaar zal worden voorgeschreven dat er tellingen dienen plaats te vinden. De organisatie zelf maakt melding van de lastige situatie rondom het bestaande cafetaria op de Waalkade. Door de verkoop (van alcohol) in blik binnen het evenemententerrein ontstaat strijd met het huisreglement. Ondanks dat een grote hoeveelheid klachten uitblijft, zullen de organisaties van Appelpop en van Fruitcorso met elkaar opnieuw kijken naar het toegangsbeleid van Appelpop voor Fruitcorsobezoekers. Als aandachtspunt is tenslotte de verkeersveiligheid bij op- en afbouw benoemd. 4.2 Fruitcorso Ook het Fruitcorso is dit jaar wederom een geslaagd evenement geweest. Het aantal bezoekers is echter wel flink afgenomen. Zo'n bezoekers hebben het Fruitcorso bezocht. Door kaartverkoop is dit aantal realistischer bepaald dan in voorgaande jaren. De organisatie wordt gevraagd voor 2014 een real time beeld te geven van het aantal verkochte kaarten. De gewijzigde opzet (kaartverkoop) en het slechte weer zijn waarschijnlijk reden voor het tegenvallende bezoekersaantal. Er zijn nauwelijks incidenten geweest op het Fruitcorso. De GHOR meldt 6 meldingen, waarvan 2x vervoer naar het ziekenhuis en 5 zorgcontacten met de EHBO. Door de nieuwe opzet van het Fruitcorso is er veel tijd en energie gaan zitten in de voorbereiding. Zowel voor de organisatie zelf als bij de andere partners. De locatie Teisterbantlaan als tentoonstellingslocatie wordt niet als wenselijk geacht. Er moest hierdoor extra gekazerneerd worden door de brandweer. Ook zijn er meer kosten gemaakt omdat verkeersmaatregelen moesten worden aangepast en toegevoegd en de impact van afsluiting van een tweede belangrijke weg (naast de Waalstraat) is groot. De communicatie door stichting 4-Stromenland kon dit jaar ook beter. Diverse boodschappen die besproken zijn in het veiligheidsoverleg zijn niet (tijdig) gecommuniceerd. Mede hierdoor is gebleken dat de interne organisatie beter doordrongen dient te zijn van het aspect veiligheid. Ook dient de organisatie tijdig de opbouw gereed te hebben. Zo is het niet verantwoord om met shovels door het publiek te rijden. 8

42 Een belangrijk aandachtspunt dit jaar zijn de bussen gebleken. Zowel de sturing op de bussen die van buitenaf komen (o.a. parkeergedrag) als ook het moment van vertrekken van de bussen verdienen voor 2014 bijzondere aandacht. Doordat binnen de politie sprake is van veranderde (aanhoudings)processen wordt het steeds meer noodzaak om het politiebureau bereikbaar te houden. 4.3 Braderie De braderie op de zondag van het evenementenweekend is goed bezocht. Naar schatting zijn hier bezoekers geweest. Dit jaar is gebleken dat er meer aandacht moet zijn voor verkeersafzettingen rondom de braderie en de verkeersituatie bij het afbreken. Vele automobilisten laten zich niet (meer) weren door enkel een hek waardoor diverse voertuigen over het evenemententerrein rijden. Daarnaast heeft de organisatie van de braderie duidelijk de wens geuit om een aansluiting te vormen tussen de binnenstad van Tiel en de tentoonstelling van het Fruitcorso. 4.4 Station De afwikkeling op het station is naar volle tevredenheid verlopen. De compartimentering voor het station, zodat men gefaseerd het perron op kan, werkt uitstekend. Zowel de NS als Arriva hebben versterkt en extra materieel ingezet. In het bijzonder de extra dienstregeling van de NS op zaterdag (om de 20 minuten) heeft een positief effect gehad op de doorstroming. Vanuit de NS wordt hier nog wel een kosten/baten-analyse van gemaakt. Ook de programmering lijkt een goede invloed te hebben gehad op de uitstroom. Er zijn twee kleine aandachtspunten voor het station. Enerzijds dient de afsluiting van de overweg na 22:00 uur beter te worden vormgegeven. Anderzijds zal het taxibeleid rondom het station duidelijker moeten worden geregeld. 4.5 Overig Tiel (Binnenstad en wijken) Tijdens het evenementenweekend is geconstateerd dat er grote groepen fietsers zijn. Deze vormen bij elkaar op sommige momenten een obstakel. Ook is opgevallen dat er fietsen verspreid in de stad achterblijven. Deze toestroom van fietsers is een aandachtspunt. Verder is gebleken dat er veel auto's waren geparkeerd in de omgeving van de President Kennedylaan. Naast de ingerichte parkeerplaatsen wordt er dus direct tegen het autoluwe gebied geparkeerd. Hier wordt mogelijk in 2014 tegen opgetreden. Met betrekking tot Wamel zal er voor 2014 een aanpassing plaats dienen te vinden in de verkeersmaatregelen (met name het taxibeleid). Ook de verlichting van de fietsenstalling in Wamel was onvoldoende. 4.6 Ordehandhaving De gemoedelijke en gezellige sfeer overheerste in Tiel. Toch zijn er 11 aanhoudingen verricht. Door overlast van mensen op de Tolhuiswal zal voor 2014 worden gekeken of deze straat niet kan worden afgesloten. De politie constateert dat er ingedronken wordt. De GHOR kan dit bevestigen door hun meldingen. Het valt op dat er veel alcohol wordt gekocht vanuit de Albert Heijn. De omleidingroute voor lopende bezoekers van Appelpop is twee keer gebruikt dit weekend. Dit werkte wel, maar na de lichtkrant op het Hoogeinde dient de looproute beter weergeven te worden (vanaf Kalverbos). De partners zijn het er over eens dat de inzet van bureau toezicht en handhaving nog beter kan. Een actief handhavingsbeleid en minder reactief. 9

43 De politie benadrukt dat de Waalkade in combinatie met de publieksdichtheid risico's met zich meebrengt (twee grote toe- en uitgangen en een grote publieksbeweging bij calamiteiten). Ook benadrukt zij het risico van het centrum van Tiel in combinatie met de publieksdichtheid en de complexiteit van de zaterdagmiddag (twee gelijktijdige grote evenementen en een grote afsluiting van de stad). Het is belangrijk dat dit risicobesef er is bij alle betrokkenen. 4.7 Mobiliteit Over het algemeen is mobiliteit tijdens het evenementenweekend goed gefaciliteerd. Van de parkeerplaatsen en fietsenstallingen is goed gebruikt gemaakt en hier was voldoende ruimte. Er zijn personen vervoerd met pendelbussen en de veerponten. Dit zijn ongeveer 6800 personen minder dan vorig jaar. Desondanks zijn de partners het met elkaar eens dat de transferia in Wamel en Kerk-Avezaath noodzakelijk zijn. Tiel kan die hoeveelheid auto's niet in de wijken kwijt. Dit jaar zijn er diverse problemen geweest met betrekking tot mobiliteit. Gebleken is dat er onduidelijkheid bestaat over het autoluwe gebied, de toegankelijkheid met de flipjessticker en de brieven die aan bewoners gestuurd zijn. In het bijzonder de situatie bij de Lingedijk en de Berenkuil leverde problemen op. Door onenigheid hebben op deze plaatsen in totaal ook vijf aanrijdingen met verkeersregelaars plaatsgevonden. Hierbij zijn geen gewonden gevallen maar hiervan is wel melding gedaan bij de politie. Deze aanrijdingen zijn onacceptabel en dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden. Het flipjesstickerbeleid en informeren van bewoners wordt voor het evenementenweekend in 2014 daarom goed tegen het licht gehouden. Door daarbij ook goed af te stemmen met de organisatoren wordt ook voorkomen dat artiesten en bezoekers door de afsluitingen worden buitengesloten. Verder bleken de hulpdiensten dit jaar problemen te ondervinden van diverse vaste afsluitingen. Deze afsluitingen zijn hoofdzakelijk rondom het centrum gerealiseerd, waardoor voor 2014 gekeken dient te worden naar een calamiteitenroute voor het centrum. Ook zal worden getracht in 2014 de bewegwijzering in de stad te verbeteren (in het bijzonder voor de voetganger). 4.8 Communicatie Er is in 2013 meer aandacht geweest voor het onderwerp communicatie tijdens het evenementenweekend. Zo heeft er tijdens het weekend een medewerker communicatie volledig meegedraaid met het veiligheidsoverleg. Toch zijn er enkele verbeterpunten te benoemen voor dit onderwerp. Zo bleek dat twee partijen (Appelpop en Traffic Support) last hadden van elkaars portofoonverkeer. Ook zijn er diverse klachten geuit over het niet ontvangen van de informatiebrief met flipjessticker en is gebleken dat beter afgestemd moet worden met de gemeente West Maas en Waal over de maatregelen in en nabij haar gemeentegrens. 4.9 Klachten Diverse inwoners van de gemeente Tiel dan wel bezoekers hebben hun ervaringen gedeeld met de gemeente Tiel. In totaal hebben we tien klachten ontvangen. Acht klachten gaan over het onderwerp mobiliteit en bereikbaarheid. In een geval is er ontevredenheid geuit over de evenementen zelf en een geval is er een geklaagd over het fouilleren van Fruitcorsobezoekers op het Appelpopterrein. Voor zover mogelijk wordt de specifieke inhoud van deze klachten en wensen meegenomen in de voorbereidingen voor Monitorpunten Voorafgaand aan het evenementenweekend zijn gezamenlijk enkele punten benoemd die tijdens het gehele evenementenweekend gemonitord zouden worden. Deze monitoringspunten zijn tijdens de veiligheidsoverleggen specifiek aan de orde gekomen. Hieronder wordt kort een weergave gegeven van het beeld op deze punten. 10

44 Vrijdag Knop/risicolocatie Wat Indicatoren Mobiliteit/ Bedrijvenpark Latenstein én Westroijen (parkeerexcessen) Er is op vrijdag geen sprake geweest van parkeerexcessen op de bedrijvenparken. De werkwijze van Traffic Support heeft hier goed uitgepakt. Mobiliteit/ Monitoring van de bezetting (en instroom hiervan) van de parkeerterreinen P1-P2-P3 op Westroijen en Latenstein Tijdens het weekend is de bezetting van de parkeerplaatsen goed geweest. Ze zijn alle drie gebruikt. Er is eenmaal een terugslag geweest op de A15, maar dit heeft andere redenen (niet kunnen bedienen van verkeerslichten en een ongeluk) gehad die snel opgelost werden. Mobiliteit/ Vrijblijven calamiteitenroutes De calamiteitenroutes zijn vrij gebleven Mobiliteit/ binnenstad Dichtslibben wijken en centrum op vrijdag In de wijken is er wel geparkeerd, maar er is geen sprake geweest van overvolle wijken. Er is daarom ook niet besloten tot afsluiting van een wijk. Mobiliteit/ station Bezetting treinen Er hebben zo'n 9000 reizigers per trein Mobiliteit/ Wamel Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ appelpopterrein Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ appelpopterrein Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ binnenstad en station Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ binnenstad Ordehandhaving (crowdcontrol)/ binnenstad Monitoring Kiss&Ride, in/uitstroom P-Wamel en gedrag taxi's Drukte op evenemententerrein Appelpop Drukte op Waalstraat, Veerweg en bij kleine podium Drukte in binnenstad en op stationsplein Stationsstraat (kruising verkeerstroom en looproute Appelpop) Wordt zwerfafval voldoende opgeruimd gereisd. Er hebben zo'n 170 voertuigen van de Kiss&Ride gebruik gemaakt. Zo'n 780 voertuigen stonden op de parkeerplaats. Het is goed verlopen in Wamel. Wel was er sprake van grote drukte waardoor er een lange wachttijd ontstond voor de veerponten. Er is op een moment drukte ontstaan bij de toegangspoort aan de Havendijk. Er is een omleiding ingesteld. Verder is de doorstroom goed. Visitatie is matig uitgevoerd. Geen onacceptabele drukte geconstateerd Geen onacceptabele drukte in de binnenstad. De uitstroom op het station is goed verlopen. Het was wel druk. Er is geen sprake geweest van problemen op de Stationstraat. De toestroom gaat geleidelijk en levert geen problemen op. Met de uitstroom is er sprake van drukte en voetgangers die op de weg lopen. Dit verdient aandacht. Zwerfafval is sterk verminderd ten opzichte van vorig jaar. Desondanks was er bij de toegang Havendijk nog flink zwerfafval aanwezig. 11

45 Zaterdag Knop/risicolocatie Wat Indicatoren Mobiliteit/ Bezetting van Er zijn in totaal personen vervoerd pendelbussen/veerpont? met de pendelbussen/voetveren. Dit heeft Mobiliteit/ Mobiliteit/ Drukte op de A15, bij harde afsluitingen Berenkuil en kruispunt v/d Valk Drukte in woonwijken direct rondom het evenemententerrein niet tot problemen geleid. Geen problemen op de A15 en bij kruispunt v/d Valk. De afsluiting bij de Berenkuil leverde grote problemen op. De harde afsluiting werd niet geaccepteerd. Aanrijdingen met verkeersregelaars. Tolhuiswal is aandachtslocatie. Afsluiting zou onderzocht moeten worden. Situatie Lingedijk vraagt aandacht. Afsluiting wordt niet geaccepteerd. Aanrijdingen verkeersregelaars. Mobiliteit/ Hennepe (parkeerdrukte) Er zijn geen parkeerproblemen geconstateerd op de Hennepe Mobiliteit/ station Bezetting treinen Treinen zijn goed bezet. Toestroom is geleidelijk en ook de uitstroom verliep goed. Laatste treinen zijn minimaal bezet. Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ fruitcorsoterrein Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ appelpopterrein Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ appelpopterrein Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ binnenstad en station Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ binnenstad Ordehandhaving (crowdcontrol)/ binnenstad Zondag Drukte en sfeer op evenemententerrein Fruitcorso Drukte op evenemententerrein Appelpop Drukte op Waalstraat, Veerweg en bij kleine podium (betreft Appelpopterrein) Drukte in binnenstad en op stationsplein Stationsstraat (kruising verkeerstroom en looproute Appelpop) Wordt zwerfafval voldoende opgeruimd Doorstroom bij de ingangen en kassa's was uitstekend. De sfeer was goed. Er zijn ongeveer kaarten verkocht. Het was druk bij de toegangspoort aan de Havendijk. Door werkzaamheden aan de toegangspoorten (i.v.m. windstoten) zijn er omleidingen ingesteld. Visitatie is matig uitgevoerd. Drukte geconstateerd op deze plaatsen. Geen actie nodig geweest. Geen onacceptabele drukte in de binnenstad. De uitstroom op het station is goed verlopen. Het leek daarbij minder druk dan vrijdag. Er is geen sprake geweest van problemen op de Stationstraat. De toestroom gaat geleidelijk en levert geen problemen op. Zwerfafval is sterk verminderd ten opzichte van vorig jaar. Desondanks was er bij de toegang Havendijk nog flink zwerfafval aanwezig. Knop/risicolocatie Wat Indicatoren Mobiliteit/ Drukte in woonwijken direct rondom Er is een reguliere drukte in de omgeving het evenemententerrein waargenomen. Bij afsluiting Lingedijk Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ braderie Ordehandhaving (Crowdcontrol)/ binnenstad Drukte op evenemententerrein Braderie Route tussen braderie en corsotentoonstelling op zondag wederom problemen, dit werd snel opgelost. Het is druk maar er is altijd sprake van beweging/loop op het evenemententerrein. De versmalling ter hoogte van tankstations (Pr. Beatrixlaan) wordt nader bekeken. Er zijn geen gevaarlijke situaties. Wel veel zoekende personen door onbekendheid met de plaats van de tentoonstelling. 12

46 5. Financiële afwikkeling Nagenoeg alle rekeningen zijn ontvangen waardoor het mogelijk is een eindafrekening te maken van het evenementenweekend. Dit jaar zijn de voorbereidingen van het evenementenweekend vooraf gegaan door een besparingsopdracht. Deze opdracht is gerealiseerd en heeft een sluitende begroting opgeleverd. Helaas blijkt uit de eindafrekening dat we niet binnen de begroting hebben kunnen werken. De oorzaken hiervan zijn te verklaren. Ze komen overeen met de vooraf benoemde risico's bij de begroting. Zo is er sprake van een tegenvallend aantal gebruikers van het transferium in Wamel en Kerk-Avezaath. Hierdoor is bijna ,- minder opgebracht dan begroot. De reden van het tegenvallende aantal gebruikers is waarschijnlijk het slechte weer en de nieuwe opzet van het Fruitcorso. Door het slechte weer zijn er ook diverse meerkosten gemaakt. Zo moesten er extra rijplaten op het transferium worden gelegd, zijn houtsnippers gelegd op het Appelpopterrein, is er een extra tractor ingehuurd en is er extra beveiliging ingehuurd. Deze kosten zijn bij elkaar bijna ,00. Naast bovengenoemde tegenvallers zijn er ook een aantal overschrijdingen te benoemen. Gebleken is dat de nieuwe opzet van het Fruitcorso meerkosten (bij Traffic Support) met zich heeft meegebracht. Naar inschatting is dit zo'n 5000,- geweest. Ook zijn er na de aanbesteding en tijdens het evenementenweekend enkele aanpassingen doorgevoerd door gewijzigd inzicht die meerwerk hebben opgeleverd voor Traffic Support. Er is ook een lichte overschrijding op de diverse posten van facilitair, mobiliteit en veiligheid van bij elkaar zo'n ,-. Reden hiervoor zijn de extra inzet van een lichtkrant, extra kosten voor camera's, extra schoonmaakkosten en last minute aanpassingen in verkeersmaatregelen. Hieronder treft u de eindafrekening van het evenementenweekend aan. 13

47 Evenementenweekend eindafrekening 2013 (excl. BTW) omschrijving begroting werkelijk bijzonderheden Inrichting kosten transferium 1 Avezaath en Wamel 1.1 rijplaten 6.120, ,40 extra rijplaten door slecht weer 1.2 vergoeding weiland incl. herstel 4.500, , inzet extra veerponten , , beveiliging rijplaten 480, ,00 extra door grote hoeveelheid 1.5 beveiliging veerponten 3.750, , inhuur tractor 0,00 400,00 in verband met slecht weer 1.7 bezetting kassa en tickets 5.440, ,00 2 Stationslokatie 2.1 inrichting 1.550, ,78 3 Mobiliteit 3.1 plaatsing vooraankondigingsborden , , inhuur Traffic Support , , meerwerk Traffic Support 0, ,90 o.a. door Fruitcorso 3.4 leges provincie 0,00 66,25 4 Facilitaire kosten 4.1 inhuur Harteman transport 3.732, , inhuur aansluiting Vitens 1.380,00 713,70 besparing door aanleg van een puls 4.3 schoonmaak/veegwerk 9.630, , inhuur fietsenrekken 5.300, , toiletten door hele stad 2.075, , schoonmaak afvalbakken 700,00 0,00 door eigen dienst uitgevoerd 4.7 houtsnippers Appelpopterrein 0, ,75 gedeelde rekening met Appelpop 4.8 diverse (catering personeel) 600,00 970, verwijderen lichtmasten 0, ,00 5 veiligheid en crowdmanagement 5.1 inhuur ambulance(motor) 3.300, , kosten camerabewaking , , kosten lichtkranten 5.000, , flipjessticker 4.500, , parkeerkaarten fruitcorso 1.300, , sleepwagens paraat 600,00 852,90 6 Totaal en dekking 6.1 totale kosten , , dekking inkomsten , , dekking begroting , , dekking 2e voortgangsrapportage ,00 Totaal + 301, ,58 14

48 Bijlage: Actiepuntenlijst evenementenweekend 2013 en voortgang d.d Voorbereidingen Evaluatiepunten De voorbereidingen voor het evenementenweekend hebben door de factoren tijdsdruk, verschil in inzicht en een gewijzigde werkwijze meer tijd gekost. Dit verloop heeft echter wel nieuwe inzichten en verbeterde producten opgeleverd. Ook is er nog meer een gezamenlijke wil ontstaan om de voorbereidingen voor 2014 beter te laten verlopen. - Het heeft in de voorbereidingen van het evenementenweekend 2013 ontbroken aan een gezamenlijke jaarplanning. - De besparingsopdracht en de wijzigingen in het evenementenweekend hebben tijdsdruk tot gevolg gehad. De wens is uitgesproken om per 1 mei 2014 alle stukken definitief te hebben. De kwaliteit van aangeleverde documenten kan op onderdelen beter. De samenwerking met de organisatoren is goed, maar kan op onderdelen (bijv. accreditatiebeleid, last minute wijzigingen en veiligheidsbewustzijn) worden verbeterd. De maatregelen van de openbaar vervoersbedrijven in 2013 waren uitstekend. Deze worden door henzelf nog wel tegen het licht gehouden (kosten/baten-analyse). De samenwerking met Arriva zal verder versterkt moeten worden. De risico-analyse is een goed middel in de voorbereidingen van het evenementenweekend. Doordat er in 2013 een andere methode voor de risico-analyse is gebruikt zijn er nieuwe inzichten ontstaan. De zondag verdiend voor 2014 nog iets meer aandacht. De veiligheidsoverleggen in de voorbereiding kunnen meer gestructureerd. De tijdsdruk heeft een goede voorbereiding op mobiliteit in de weg gestaan. Ondanks gelijke maatregelen als in 2012 was er meer tijd nodig om de maatregelen operationeel af te stemmen. De table-top oefening en operationele afstemming hebben een belangrijke meerwaarde in de voorbereiding van het evenementenweekend. De vergunningen zijn goed, maar de wens is er om deze eerder te verlenen en ook strikter te handhaven. Het multidisciplinair coördinatieplan is het sluitstuk van de voorbereiding. Er staat wel een discussiepunt (opschaling) in die moet worden uitgesproken. Voortgang De eerste veiligheidsoverleggen zijn op 21 november, 6 en 16 december 2013 geweest en bieden basis voor een constructieve samenwerking voor 2014 Door middel van een jaarplanning voor 2014 wordt duidelijkheid gecreëerd en wederzijdse afhankelijkheid in beeld gebracht. Ook worden duidelijke deadlines met elkaar afgesproken. De jaarplanning is inmiddels gereed en goedgekeurd door het veiligheidsoverleg. Zie collegebesluit In 2014 zal de gemeente een controle uitvoeren op alle documenten voordat hierover advies wordt gevraagd. Door middel van de jaarplanning en meer afstemming wordt deze samenwerking verder versterkt. De samenwerking wordt begin 2014 weer voortgezet en daarbij wordt gekeken naar de maatregelen voor De systematiek beschreven in de evenementennota wordt in 2014 gehanteerd. Hierbij wordt ook de zondag verder uitgediept. Door middel van de jaarplanning en een gezamenlijke opgestelde agenda wordt hier in 2014 uitvoering aan gegeven. In de jaarplanning wordt rekening gehouden met een vroegtijdige start met het mobiliteitsplan. Beide middelen worden in 2014 weer gebruikt. In 2014 wordt hier naar toe gewerkt. In de voorbereidingen wordt het discussiepunt uitgesproken.

49 Verloop evenementenweekend Evaluatiepunten Appelpop Op het terrein van Appelpop zijn er enkele drukke momenten geweest. Hoofdzakelijk op de zaterdagavond. De organisatie zal de terreinindeling daarom opnieuw bekijken. De organisatie van Appelpop heeft dit jaar een waarschuwing ontvangen in verband met niet gemelde activiteiten op het terrein (silent disco). Verder bleek tijdens het evenementenweekend de organisatie zich niet volledig aan het vergunningsvoorschrift met betrekking tot visitatie te houden. Ook is er in de voorbereiding lang onduidelijkheid geweest over de mogelijkheid tot het tellen van bezoekers. De organisatie zelf maakt melding van de lastige situatie rondom het bestaande cafetaria op de Waalkade. Door de verkoop (van alcohol) in blik binnen het evenemententerrein ontstaat strijd met het huisreglement. Ondanks dat een grote hoeveelheid klachten uitblijft zullen de organisaties van Appelpop en van Fruitcorso met elkaar opnieuw kijken naar het toegangsbeleid van Appelpop voor Fruitcorsobezoekers. Als aandachtspunt is tenslotte de verkeersveiligheid bij op- en afbouw benoemd. Evaluatiepunten Fruitcorso De locatie Teisterbantlaan als tentoonstellingslocatie wordt niet als wenselijk geacht. De communicatie door stichting 4-Stromenland kon dit jaar ook beter. Diverse boodschappen die besproken zijn in het veiligheidsoverleg zijn niet (tijdig) gecommuniceerd. Mede hierdoor is gebleken dat de interne organisatie beter doordrongen dient te zijn van het aspect veiligheid. Ook dient de organisatie tijdig de opbouw gereed te hebben. Zo is het niet verantwoord om met shovels door het publiek te rijden. Een belangrijk aandachtspunt dit jaar zijn de bussen gebleken. Zowel de sturing op de bussen die van buitenaf komen (o.a. parkeergedrag) als ook het moment van vertrekken van de bussen verdienen bijzondere aandacht. Doordat binnen de politie sprake is van veranderde (aanhoudings)processen wordt het steeds meer noodzaak om het politiebureau bereikbaar te houden. Voortgang Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit is onacceptabel en voor 2014 wordt dit besproken en vervolgens scherp op toegezien. Volgend jaar zal worden voorgeschreven in de vergunning dat er tellingen dienen plaats te vinden. Hiervan is de organisatie reeds op de hoogte. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Voortgang De nieuwe plannen van stichting 4-stromenland komen hieraan tegemoet. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. De nieuwe plannen van stichting 4-stromenland komen hieraan tegemoet. 1

50 Evaluatiepunten Braderie Dit jaar is gebleken dat er meer aandacht moet zijn voor verkeersafzettingen rondom de braderie en de verkeersituatie bij het afbreken. Vele automobilisten laten zich niet (meer) weren door enkel een hek waardoor diverse voertuigen over het evenemententerrein rijden. Daarnaast heeft de organisatie van de braderie duidelijk de wens geuit om een aansluiting te vormen tussen de binnenstad van Tiel en de tentoonstelling van het Fruitcorso. Evaluatiepunten Station In het bijzonder de extra dienstregeling van de NS op zaterdag (om de 20 minuten) heeft een positief effect gehad op de doorstroming. Vanuit de NS wordt hier nog wel een kosten/batenanalyse van gemaakt. Er zijn twee kleine aandachtspunten voor het station. Enerzijds dient de afsluiting van de overweg na 22:00 uur beter te worden vormgegeven. Anderzijds zal het taxibeleid rondom het station duidelijker moeten worden geregeld. Evaluatiepunten Binnenstad en wijken Tijdens het evenementenweekend is geconstateerd dat er grote groepen fietsers zijn. Deze vormen bij elkaar op sommige momenten een obstakel. Ook is opgevallen dat er fietsen verspreid in de stad achterblijven. Deze toestroom van fietsers is een aandachtspunt. Verder is gebleken dat er veel auto's waren geparkeerd in de omgeving van de President Kennedylaan. Naast de ingerichte parkeerplaatsen wordt er dus direct tegen het autoluwe gebied geparkeerd. In Wamel waren er enkele problemen met de verkeersmaatregelen (met name het taxibeleid). Ook de verlichting van de fietsenstalling in Wamel was onvoldoende. Evaluatiepunten ordehandhaving Er was sprake van overlast van mensen op de Tolhuiswal De omleidingsroute voor lopende bezoekers van Appelpop is twee keer gebruikt dit weekend. Dit werkte wel, maar na de lichtkrant op het Hoogeinde dient de looproute beter weergeven te worden (vanaf Kalverbos). De partners zijn het er over eens dat de inzet van bureau toezicht en handhaving nog beter kan. Een actief handhavingsbeleid en minder reactief. Voortgang Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. De nieuwe plannen van stichting 4-stromenland komen hieraan tegemoet en er is een nauwe samenwerking tussen de organisator van de braderie en het Fruitcorso opgestart. Voortgang NS geeft hier een terugkoppeling van Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Voortgang Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Door de nieuwe plannen van stichting 4-stromenland neemt de noodzaak voor een autoluw gebied af. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Voortgang Onderzocht wordt of deze straat niet kan worden afgesloten. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Er zal een strakke sturing en briefing aan bureau toezicht en handhaving plaatsvinden. 2

51 De Waalkade in combinatie met de publieksdichtheid brengt risico's met zich mee (twee grote toeen uitgangen en een grote publieksbeweging bij calamiteiten). Ook is het risico van het centrum van Tiel in combinatie met de publieksdichtheid en de complexiteit van de zaterdagmiddag (twee gelijktijdige grote evenementen en een grote afsluiting van de stad) benadrukt. Er is behoefte aan nader onderzoek naar (de acceptatie van) deze risico's. Evaluatiepunten mobiliteit Er zijn personen vervoerd met pendelbussen en de veerponten. Dit zijn ongeveer 6800 personen minder dan vorig jaar. Desondanks zijn de partners het met elkaar eens dat de transferia in Wamel en Kerk-Avezaath (zaterdag) noodzakelijk zijn. Tiel kan die hoeveelheid auto's niet in de wijken kwijt. Gebleken is dat er onduidelijkheid bestaat over het autoluwe gebied, de toegankelijkheid met de flipjessticker en de brieven die aan bewoners gestuurd zijn. In het bijzonder de situatie bij de Lingedijk en de Berenkuil leverde problemen op. Door onenigheid hebben op deze plaatsen in totaal ook vijf aanrijdingen plaatsgevonden met verkeersregelaars. Hiervan is melding gedaan bij de politie. Deze aanrijdingen zijn onacceptabel en dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden. Het flipjessticker-beleid en informeren van bewoners wordt voor het evenementenweekend in 2014 daarom goed tegen het licht gehouden. Door daarbij ook goed af te stemmen met de organisatoren wordt ook voorkomen dat artiesten en bezoekers door de afsluitingen worden buitengesloten. Verder bleken de hulpdiensten dit jaar problemen te ondervinden van diverse vaste afsluitingen. Deze afsluitingen zijn hoofdzakelijk rondom het centrum gerealiseerd. Ook de bewegwijzering in de stad is te verbeteren (in het bijzonder voor de voetganger). Evaluatiepunten communicatie Zo bleek dat twee partijen (Appelpop en Traffic Support) last hadden van elkaars portofoonverkeer. Er is gebleken dat beter afgestemd moet worden met de gemeente West Maas en Waal over de maatregelen in en nabij haar gemeentegrens. Door de nieuwe plannen van stichting 4-stromenland neemt het tweede risico af. Er wordt geadviseerd om een extern onderzoek te doen. Voortgang Door de nieuwe plannen van stichting 4-stromenland neemt de noodzaak tot een autoluw gebied en transferium af. Of deze maatregel in 2014 weer moet worden genomen wordt in de voorbereiding nader onderzocht. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Voortgang Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. Dit zal onderwerp van gesprek in de voorbereidende veiligheidsoverleggen. 3

52 Fruitcorso Tiel 2014

53 Fruitcorso 2013 Evaluatie op hoofdlijnen: Betaald evenement is financieel risicovol (weersomstandigheden) Fruit Adventure Rivierenland succesvolle toevoeging Te groot gat tussen centrum en corsoterrein (Teisterbantlaan) Centrum Tiel en Fruitcorso (opnieuw) moeilijk bereikbaar

54 Fruitcorso 2014 Speerpunten S4S Fruitcorso toegankelijker en beter bereikbaar Geen financiële risico s aangaan Beleving Fruit Adventure Rivierenland/ podium voor de regio behouden Veiligheid gewaarborgd, beperken overlast bewoners/ ondernemers Extra impuls: Tiel en regio zijn trots op Fruitcorso

55 Fruitcorso 2014 Prioriteit 1: Fruitcorso toegankelijk en beter bereikbaar Overleg: Gemeente Tiel, Hart van Tiel, Appelpop, Regionaal Bureau voor Toerisme en S4S Aanvullende wensen: Hart van Tiel: Gemeente Tiel: Appelpop: Stichting 4-Stromenland: aansluiting Fruitcorso bij binnenstad en goede bereikbaarheid verminderde financiële risico s i.v.m. afsluitingen, behoud van veiligheid en Fruitcorso aansluiten bij centrum behoud locatie en datum i.v.m. Europese festival kalender/ huur grote tent geen afzettingen meer tijdens corsoweekend

56 Fruitcorso 2014 Een moeilijk, noodzakelijk, gezamenlijk besluit: Fruitcorso naar derde weekend in September Weekend eerder onmogelijk i.v.m. vakanties en Bloemencorso Zundert Appelpop kan niet schuiven i.v.m. Europese festival kalender/ huur tent/ infrastructuur

57 Kansen Fruitcorso naar derde weekend in September: Tiel en regio hebben twee weekenden véél te bieden Verminderde financiële risico s i.v.m. afsluitingen ( slecht weer scenario) Tiel toegankelijker, gastvrijer, klantvriendelijker Méér parkeergelegenheid tijdens evenementen Beide evenementen zijn voor iedereen volledig te bezoeken Binnenstad & Fruitcorso kunnen elkaar versterken Verbeterde locatiemogelijkheden Fruitcorso Mozaïeken méér betrekken bij corsoweekend

58 Invulling 2014 Invulling uitgebreid afgestemd met: Gemeente Tiel, Appelpop, Hart van Tiel, RBT en S4S Gratis parcours (m.u.z. van tribunes) Gratis Fruit Adventure Rivierenland/ tentoonstelling Parcours: nabij het centrum van Tiel Tentoonstelling/Fruit Adventure Rivierenland: Veemarkt/ Hasselmanplein/ Kalverbos (zaterdag/ zondag/ maandag)

59 Invulling 2014 Prachtig parcours aan rand centrum Binnenstad op zaterdag, zondag, maandag beter toegankelijk Veemarkt vormt centrum van het parcours/ Fruit Adventure Rivierenland (rode loper voor stadscentrum) Parkeren: volop parkeergelegenheid rondom parcours, Fruit Adventure Rivierenland/ tentoonstelling en binnenstad De uitwerking:

60 Optioneel parcours Station Binnenstad Veemarkt Heiligestraat * Wagens aan twee zijden te bekijken Nieuwe Tielseweg * Parkeren: o.a. Taluud, Spoorstraat, Waalkade

61 Tentoonstelling/ Fruit Adventure Rivierenland Tentoonstelling wagens: Veemarkt, Hasselmanplein, Kalverbos, gedeelte St. Walburg Fruit Adventure Rivierenland: Kalverbos Overloop tentoonstelling/ KTSM braderie Horeca FAR/ cultuur Fun/ Horeca

62 Slotconclusie 1. Tiel beter bereikbaar door splitsing evenementen 2. Minder overlast voor bewoners en ondernemers Tiel i.v.m. afzettingen 3. Fruitcorso/ centrum voor iedereen beter toegankelijk 4. Fruitcorso biedt prominent open podium voor de regio 5. Fruitcorso en stadscentrum versterken elkaar 6. Nieuwe opzet geeft minder financiële risico s

63

64 Raadsvoorstel Agendapunt Garantstelling stichting 4-Stromenland Raadsvergadering 12 februari 2014 Portefeuillehouder Wethouder Verspuij Begrotingsprogramma 8 Onderwerp Voorstel tot garantstelling stichting 4-Stromenland Besluit om: De stichting 4-Stromenland onder voorwaarden voor de komende drie jaar een garantstelling te verlenen tot maximaal per jaar. Hiervoor binnen de algemene reserve een bedrag van te oormerken. Inleiding In 2009 is de stichting 4-Stromenland onder voorwaarden voor een periode van twee jaar een garantstelling verleent tot per jaar. Hiervan is door de stichting toen geen gebruik gemaakt. De afgelopen jaren heeft de stichting diverse veranderingen doorgevoerd om financieel 'meer vlees op de botten te krijgen'. De meest ingrijpende verandering is doorgevoerd in 2013 waarbij het evenement (Fruitcorso) een volledig betaald evenement werd. Mede door de slechte weersomstandigheden heeft dat geresulteerd in een kleiner aantal bezoekers, met als gevolg dat de financiële situatie is verslechterd en fors is ingeteerd op de financiële reserves. In de bespreeknota evaluatie evenementenweekend 2013 en kaders 2014, datum collegebesluit is dit uitgebreider beschreven. In die bespreeknota wordt voorgesteld in te stemmen met verplaatsing van het Fruitcorso naar het derde weekend van september en een positieve grondhouding aan te nemen t.a.v. de plannen van stichting 4-Stromenland om zowel de optocht als de tentoonstelling dichter bij de binnenstad van Tiel te brengen. Hierbij de locatie Veemarkt/Kalverbos als hart van het Fruitcorso verder uit te werken. Afgelopen weken hebben gemeente en stichting 4-Stromenland een aantal malen gesproken over de noodzaak van een andere opzet en heeft stichting 4-Stromenland de eerste (globale) plannen geschetst en is een eerste begroting Fruitcorso 2014 opgesteld. Deze begroting laat in 2014 een tekort zien van ongeveer De stichting 4-Stromenland benadrukt dat er met name op een aantal aspecten nog veel werk verzet zal gaan worden (o.a. werving nieuwe sponsoren en meer opbrengst generen via een collecte) waarbij de verwachting is dat dit tekort nog kan worden teruggebracht. Beoogd effect Door de garantstelling de stichting 4-Stromenland de kans te geven om de nieuwe plannen uit te voeren, waardoor de financiële positie kan worden verbeterd en de continuïteit op de langere termijn te garanderen en daarmee het Fruitcorso in stand te houden. Argumenten 1.1 Het Fruitcorso is een uniek evenement. Een evenement dat nadrukkelijk verbonden is met de gemeente Tiel en met de bredere regio Rivierenland 1.2 Vele honderden vrijwilligers zetten zich jaarlijks in voor de organisatie van het Fruitcorso. Het draagt daarmee ook een belangrijke sociale en verbindende component met zich mee. 1.3 In een periode van economische malaise is het waardevol dat sociale en culturele evenementen in stand blijven, vanwege hun (ver-)bindende kracht Pagina 1 van 4

65 1.4 Vele tienduizenden bezoekers komen elk jaar naar Tiel om dit evenement bij te wonen. Het heeft daarmee ook een economische impact 1.5 Door de nieuw in te slagen weg (verplaatsen naar derde weekend september en zowel de optocht als tentoonstelling meer bij het centrum te situeren) worden een aantal andere doelen gerealiseerd. O.a. zijn de evenementen vanuit veiligheidsoptiek beter te managen en kan overlast voor burgers en ondernemers worden beperkt en kan de bereikbaarheid worden vergroot. (Zie ook genoemde bespreeknota evaluatie evenementenweekend) 1.6 Door de garantstelling kan de stichting 4-Stromenland een andere weg inslaan, waarbij de financiële risico's (o.a. slechte weersomstandigheden) beter beheersbaar worden 1.7 Door de nieuwe opzet van het Fruitcorso is de verwachting dat ook de financiële risico's (o.a. slecht weer scenario, geen transferium meer nodig) voor de gemeente kunnen worden beperkt en op termijn minder kosten met zich meebrengen. Kanttekeningen 1.1 Snelle besluitvorming is nodig i.v.m. het nog mogelijk maken van de nieuwe opzet in Het nogmaals organiseren van het Fruitcorso als betaald evenement (conform editie 2013) is financieel een te groot risico voor de stichting 4-Stromenland. 1.3 Indien de garantstelling niet wordt gegeven zal moeten worden teruggekeerd naar de organisatie zoals die voor 2013 plaatsvond. Dit heeft echter op termijn niet de beste financiële vooruitzichten en hiermee worden de eerder genoemde voordelen (verplaatsing naar derde weekend september en situering dichter bij het centrum van Tiel) niet behaald 1.4 Het ieder jaar veranderen van de opzet van het Fruitcorso is een slechte zaak. Nog eenmaal een majeure koerswijziging zoals door de stichting 4-Stromenland wordt voorgesteld is op grond van de noodzaak (financiële risico's en continuïteit van het Fruitcorso) uit te leggen Aanpak / uitvoering Gedurende het besluitvormingsproces en daarna dienen de plannen door zowel stichting 4- Stromenland en gemeente (samen met o.a. de hulpverleningsdiensten) verder te worden uitgewerkt Communicatie Met de stichting 4-Stromenland is hierover intensief contact geweest In een gezamenlijke persconferentie (stichting 4-Stromenland en gemeente) is op 8 januari 2014 gecommuniceerd. Financiën De financiële ondersteuning wordt verleend in de vorm van een garantstelling. Deze garantstelling houdt in dat de gemeente in de komende drie jaren maximaal per jaar bijdraagt indien de inkomsten tegenvallen t.o.v. de raming en er sprake is van een negatief resultaat. Het doel van het nieuwe bestuur is om voor de komende jaren een financiële buffer te vormen, zodat in de komende jaren voldoende 'vlees op de botten' aanwezig is om tegenvallers in de inkomsten te kunnen opvangen. Het is redelijk dat, als dit lukt, in elk geval een deel van de bijdrage die de gemeente de komende jaren mogelijk verstrekt, wordt terugbetaald. Als het bestuur er voor had gezorgd dat deze financiële buffer nu al aanwezig zou zijn, zou deze garantstelling niet nodig zijn geweest. Voorgesteld wordt dan ook om een vorm van terugbetaling als voorwaarde aan deze garantstelling te koppelen (zie bijlage 1). Voorgesteld wordt om de bijdrage te dekken uit de algemene reserve en hiervoor een bedrag van te oormerken. Pagina 2 van 4

66 Bijlage(n) 1. Voorwaarden garantstelling Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester, Advies commissie(s) d.d.: Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier, Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: Pagina 3 van 4

67 Bijlage 1 Voorwaarden garantstelling Vierstromenland 1. De subsidie wordt alleen uitbetaald indien door tegenvallende inkomsten het jaar 2014 en/of 2015 en/of 2016 met een negatief saldo wordt afgesloten. 2. Onder tegenvallende inkomsten wordt verstaan minder inkomsten dan is geraamd in de begroting die de stichting op 6 januari 2014 aan de gemeente heeft overhandigd en de mede daarop te baseren begroting voor 2015 en 2016 die voor 1 november 2014 c.q. 1 november 2015 aan de gemeente ter goedkeuring zal zijn aangeboden. 3. Dit verlies en de tegenvallende inkomsten moeten zijn vastgesteld op basis van een jaarrekening die is gecontroleerd en goedgekeurd door een onafhankelijke accountant en door de gemeente Tiel is goedgekeurd. 4. De subsidie bedraagt maximaal over 2014 en nog eens maximaal over 2015 en Indien de stichting in 2014 en/of 2015 en/of 2016 in het kader van deze beschikking een bedrag van de gemeente ontvangen heeft en in de jaren 2014 t/m 2019 vermogen opbouwt dient de stichting de ontvangen bedragen tot een maximum van 75% terug te betalen. 6. De terugbetaling bedraagt per jaar 25% van het per 31 december van het in het desbetreffende jaar door de stichting opgebouwde vermogen als dit vermogen groter is dan Het bedrag dat de stichting door toepassing van voorwaarden 5 en 6 op 1 april 2016 nog aan de gemeente is verschuldigd, wordt kwijtgescholden indien en zodra: - de stichting heeft voldaan aan alle voorwaarden van deze garantstelling; - de gemeente de jaarrekening van de stichting over het jaar 2019 heeft goedgekeurd. 8. Jaarlijks voor 1 november voor het boekjaar biedt de stichting aan de gemeente een begroting ter goedkeuring aan. 9. Jaarlijks voor 1 april na afloop van het boekjaar biedt de stichting aan de gemeente een jaarrekening en jaarverslag ter goedkeuring aan, voorzien van een goedkeurende verklaring van een onafhankelijke accountant. Pagina 4 van 4

68 Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Besloten in de raadsvergadering van 12 februari 2014 Besluit om: De stichting 4-Stromenland onder voorwaarden voor de komende drie jaar een garantstelling te verlenen tot maximaal per jaar. Hiervoor binnen de algemene reserve een bedrag van te oormerken. de giffier, de voorzitter, Page 1 of 1

69

70 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 12 februari 2013 Portefeuillehouder H. Driessen Begrotingsprogramma Onderwijs en welzijn Onderwerp sportaccommodatiebeleid Besluit om: 1. Voor het aanbod van gemeentelijke sportvoorzieningen de volgende kaders vast te stellen: 1. De gemeente draagt zorg voor het in standhouden en waar mogelijk (financieel en ruimtelijk) uitbreiden/inkrimpen van de bestaande gemeentelijke sportvoorzieningen op basis van de behoeften van de Tielse bevolking. 2. De gemeente verstrekt in de regel geen bijdrage voor de realisatie van clubgebouwen en zal dienaangaande een terughoudend beleid voeren in het verlenen van gemeentegaranties. 3. De gemeente voorziet bij realisatie en vervanging de gemeentelijke sportvoorzieningen van een basisvoorziening ter beoefening van de sport op amateurniveau (breedtesport), conform de actuele eisen van de NOC*NSF (en de aangesloten landelijke sportbonden), met uitzondering van de clubaccommodatie en de (hierin gevestigde) was- en kleedruimten en de ehbo-en scheidsrechter(kleed)ruimten. Voor de ondersteuning van sportverenigingen bij realisatie/uitbreiding van breedtesportvoorzieningen de volgende kaders vast te stellen: 4. De gemeente biedt waar mogelijk sportverenigingen ondersteuning bij de realisatie of uitbreiding van hun breedtesportaccommodaties in Tiel. Of en welke ondersteuning de gemeente biedt zal van geval tot geval door de raad worden besloten. 5. De gemeente zal ten aanzien van niet-gemeentelijke breedtesportaccommodaties, die in eigendom zijn van sportverenigingen, waar mogelijk de infrastructuur, bestaande uit een verkeersaansluiting, de parkeerplekken en de mogelijkheid tot de aansluiting van nutsvoorzieningen tot aan het perceel realiseren en in stand houden. Ten aanzien van de kwaliteitseisen die aan de gemeentelijke sportvoorzieningen te stellen zijn, het volgende kader vast te stellen: 6. De sportvoorzieningen voldoen bij realisatie en vervanging (renovatie) aan de actuele kwaliteitseisen van de NOC*NSF (en de aangesloten landelijke sportbonden) ten aanzien van breedtesport. Pagina 1 van 4

71 Ten aanzien van de sociale veiligheid en toegankelijkheid van de gemeentelijke sportaccommodaties het volgende kader vast te stellen: 7. Bij realisatie, beheer en onderhoud van sportaccommodaties is (sociale) veiligheid en toegankelijkheid in en rond de accommodaties voor de gemeente als eigenaar een absolute randvoorwaarde en voor de verenigingen als eigenaar een belangrijk aandachtspunt. Ten aanzien van de spreiding en bereikbaarheid van de gemeentelijke sportaccommodaties het volgende kader vast te stellen: 8. Bij binnensportaccommodaties dient sprake te zijn van een goede spreiding en bereikbaarheid. Ten aanzien van de kijk op de gemeentelijke sportaccommodaties de volgende kaders vast te stellen: 9. Bij nieuwbouw, vervanging en exploitatie van gemeentelijke binnensportaccommodaties streeft de gemeente naar publiek-private samenwerking 10. De Gemeente Tiel is voorstander van multifunctioneel gebruik van de sportvoorzieningen Ten aanzien van de tarieven voor het in gebruik geven van de gemeentelijke sportaccommodaties het volgende kader vast te stellen: 11. De tarieven voor de sportvelden zijn gekoppeld aan de werkelijke jaarlijkse onderhoudslasten voor gewoon en groot onderhoud, waarbij voor kunstgrasvelden een factor 2 op de kosten wordt toegepast. Voor het totaal aan onderhoudslasten is het streven een dekkingspercentage van 50%. 2. Inzake de instandhouding en het multifunctionele gebruik van de gemeentelijke sportaccomodaties zich te binden aan de volgende afspraken: Voor het in stand houden van de bestaande gemeentelijke sportvoorzieningen structureel voldoende onderhoudsbudget te reserveren voor zowel de binnen- als de buitensportaccommodaties. De binnensportaccommodaties zijn verhuurd aan Sportfondsen Tiel BV (Sportplaza Tiel). In de overeenkomst is opgenomen dat zij de accommodaties ook kunnen verhuren voor andere doeleinden dan sportief en recreatief gebruik, mits hiertoe door de gemeente toestemming is verleend. Om het multifunctionele gebruik van gemeentelijke sportvoorzieningen te stimuleren mogen de sportverenigingen, die een gemeentelijke buitensportvoorziening in gebruik hebben, deze tegen betaling in gebruik geven aan derden voor maatschappelijke doeleinden. Dit onder de voorwaarde dat de verenigingen zorgen dat de sporttechnische kwaliteit van de sportvoorziening gewaarborgd blijft tot aan het eind van het seizoen én onder het voorbehoud dat dit passend is binnen het Sportbesluit. Het gebruik door de scholen valt buiten deze regeling. Pagina 2 van 4

72 Inleiding In oktober 2012 heeft de raad het "Sportaccommodtie visie- en ambitiedocument" vastgesteld. Dit leverde de opdracht op om de in het visie- en ambitiedocument genoemde accommodatiescenario's nader uit te werken; te onderzoeken hoe het beheer, onderhoud en de exploitatie exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties het meest effectief kan worden georganiseerd met minder middelen (voorstel voor realisatie bezuinigingstaakstelling van ); twee verschillende scenario's uit te werken over de tarieven en subsidies, waarbij de ene gebaseerd is op de kostprijs en de andere op de onderhoudskosten en de uitgangspunten van de FTS; en op basis van de resultaten van bovengenoemde onderzoeken voorstellen te doen aan de raad ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid en het tarieven- en subsidiestelsel. In de loop van het proces om te komen tot sportaccommodatiebeleid is in de vergadering van de commissie Samenleving, d.d. 10 september 2013, afgesproken om als eerste stap de kaders ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid vast te stellen. Beoogd effect Door eerst de kaders vast te stellen is duidelijk wat de uitgangspunten van de gemeente ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid zijn. Argumenten De kaders zijn van belang om enerzijds de ambitie van de gemeente vast te leggen, anderzijds daarin beperkingen aan te geven. Tevens schetsen de kaders: - de verwachtingen die betrokken partijen over en weer mogen hebben, - welke ruimte er is voor het voorgestane multifunctionele gebruik en - een gedragen voorstel voor de tarifering. Door deze kaders vast te stellen, kan het beleid in de volle breedte vorm worden gegeven. Kanttekeningen Over de kaders is overeenstemming bereikt met de FTS, behoudens de oorspronkelijke formulering van kader 11. Het in de voorliggende nota opgenomen kader is door de commissie samenleving overgenomen op voorstel van de FTS. Mits een dekking van 50% wordt gehaald, is dit voor de komende jaren toereikend; de intentie van de kostprijsgebaseerde berekening is niet een hogere opbrengst, maar een beter inzicht in de werkelijike kosten en in de verhouding van het tarief tot die werkelijke kosten. Dit wordt nu niet bereikt, maar blijft op termijn het streven Aanpak / uitvoering Met de vastgestelde kadernota als basis, zal aan het sportaccommodatiebeleid verder vorm gegeven worden in achtereenvolgens een nota "Ontwikkelingen op korte en lange termijn", een nota "Beheer en onderhoud sportaccommodaties" en een nota "Tarieven en subsidies". Communicatie In de aanloopt naar deze kadernota is overleg gevoerd met alle Tielse sportverenigingen en met de FTS. Dit zal ook bij de nog volgende nota's aan de orde zijn. Financiën nvt Pagina 3 van 4

73 Bijlage(n) kadernota sportaccommodatiebeleid Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester, Advies commissie(s) d.d.: Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier, Meer informatie: Afdeling: J. Noort Contactpersoon: leefomgeving wijken en dorpen Telefoon: Pagina 4 van 4

74 Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Besloten in de raadsvergadering van: 12 februari 2014 Besluit om: De kadernota sportaccommodatiebeleid vast te stellen de giffier, de voorzitter, Page 1 of 1

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 12 februari 2014 Portefeuillehouder C. van Rhee - Oud Ammerveld, H. Driessen Begrotingsprogramma 3 Onderwerp opdracht uitwerking gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Besluit om: 1. Het college de opdracht te geven om: a. een GR met een openbaar lichaam "Werk en Inkomen" (RIW) uit te werken in welke de zeggenschap en stemverdeling per gemeente in verhouding staat tot het aantal inwoners dat een beroep doet op de dienstverlening door de GR en de daaraan gerelateerde financiële belangen van de betreffende gemeente en vóór het zomerreces 2014 ter besluitvorming aan te bieden aan de gemeenteraad en: b. Het intrekkingsbesluit GR Lander gelijktijdig ter besluitvorming aan te bieden aan de gemeenteraad. c. Het bedrijfsplan voor de GR met openbaar lichaam, onder a. bedoeld, verder uit te werken en daarin de financiële scenario s, de bezuinigingsopgave en de frictiekosten door te rekenen. 2. Het organisatorisch model voor werk & inkomen met de daarbij behorende groeidocumenten Werkgeversdienstverlening, Financiën en Juridische Vormgeving als uitgangspunt te nemen voor de verdere uitwerking van de onder 1a en 1 c bedoelde voorstellen. Inleiding In het programma Participerend (Rivierenland) heeft de programmaraad Participerend een majeure opdracht geformuleerd: komen tot een nieuwe regionale infrastructuur voor werk & inkomen (RIW), als antwoord op de aangekondigde wetswijzigingen en bezuinigingen in de sociale zekerheid (voorheen Wet Werken naar Vermogen, nu de Participatiewet). Werken loont. We willen dat zoveel mogelijk inwoners van Rivierenland economisch zelfstandig zijn. Wanneer mensen een eigen inkomen verdienen, zijn zij financieel onafhankelijk. Dit geeft een positieve impuls aan hun welzijn en gezondheid. Iedereen werkt naar vermogen. Om dat te bereiken werkt de RIW intensief samen met werkgevers (zie bijlage 2). De RIW moet erin slagen werkzoekenden te verbinden aan de vraag van werk- en opdrachtgevers. Daar ligt haar focus. Belangrijk uitgangspunt is dat de RIW en al haar medewerkers aansluiten bij de behoefte van de werkgever. Hiermee wordt de kwaliteit van de werkgeversdienstverlening een belangrijke succesfactor voor de RIW. Dit houdt veel meer in dan het koppelen van persoon aan vacature en vraagt een forse cultuuromslag van alle betrokkenen. Op 17 april 2013 heeft u ingestemd met het inhoudelijk model RIW. Daarbij hebt u het college de opdracht gegeven om: a. dit inhoudelijk model als kader te gebruiken voor de verdere regionale uitwerking van een samenwerkingsmodel (organisatie), waarin ten minste de structuur, sturing en financiële afspraken worden opgenomen, b. de relatie tussen het inhoudelijk model voor werk & inkomen met de beleidsthema s bijzondere bijstand, minimabeleid en schuldhulpverlening inhoudelijk en organisatorisch uit te werken, Pagina 1 van 7

95 c. de relatie tussen het inhoudelijk model voor werk & inkomen en de overige thema s binnen het sociaal domein (maatschappelijke ondersteuning, zorg, jeugd & onderwijs) scherp in het oog te houden en mee te nemen in de uitwerking om een efficiënte en effectieve organisatie-inrichting te realiseren. d. er voor te zorgen dat bovengenoemde punten tijdig zijn uitgewerkt en ter besluitvorming worden aangeboden aan de gemeenteraad, zodat de uitvoering van de Participatiewet per 1 januari ) probleemloos kan plaatsvinden. Bij de besluitvorming op 17 april 2013 heeft u 2 moties aangenomen; 1) In de verdere aanpak van het sociaal domein "één klant, één plan, één coördinerend hulpverlener" als uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociaal domein op nemen. 2) In de uitwerking van het verdere beleid op het gebied van werk&inkomen en de WMO nadrukkelijk rekening te houden met de mensen uit groep 4 en daarbij specifiek voor deze groep beleid te ontwikkelen. Op 30 september 2013 heeft een regionale informatiebijeenkomst voor raadsleden plaatsgevonden over de Contourennota sociaal domein. In de contourennota is de onderlinge samenhang van de drie transities in Rivierenland beschreven evenals negen ontwikkelopgaven om de samenhang uit te werken in concrete voorstellen. De projectleider Participatiewet heeft op 30 september jl. een toelichting gegeven op het organisatorisch model. In de Contourennota wordt het volgende onderscheid gemaakt tussen regelingen die in het kader van de Participatiewet lokaal en regionaal worden uitgevoerd: Lokaal schuldhulpverlening niet wettelijke regelingen bijzondere bijstand maatschappelijke participatie/activering re-integratie (groep 4) Regionaal inkomensvoorziening sociaal werkbedrijf werkplein re-integratie (groep 1, 2 en 3) werkgeversdienstverlening De gemeente is zelf verantwoordelijk voor alle lokaal gepositioneerde onderdelen. Mede in het perspectief van de genoemde moties is het een verantwoordelijkheid van de gemeente en de GR Werk en Inkomen (RIW) samen om de dienstverlening en het beleid van de gemeente en "RIW" goed op elkaar te laten aansluiten. Dit heeft de aandacht en is in bewerking. De programmaraad Participerend heeft op 28 november 2013 ingestemd met het voorstel van de projectgroep RIW om het organisatorisch model met de daarbij behorende groeidocumenten over de werkgeversdienstverlening, financiën en juridische vormgeving als vertrekpunt te nemen voor opdrachtverlening aan het college. Dit ten behoeve van de verdere uitwerking van de beoogde samenwerkingsorganisatie, waarin ten minste de structuur, sturing en financiële afspraken zijn opgenomen. Deze stukken zijn het resultaat van de opdracht die de programmaraad Participerend heeft gegeven aan haar opdrachtnemer, namelijk de projectgroep RIW. In de projectgroep zijn alle managers verantwoordelijk voor werk en inkomen en wsw vertegenwoordigd. Beoogd effect Met het raadsbesluit geeft u het startschot en de opdracht voor de concrete uitwerking van één regionale organisatie voor de uitvoering van werk en inkomen, in de vorm van een GR met openbaar lichaam, waarbij het organisatorisch model en de drie groeidocumenten (financiën, juridische aspecten, werkgeversdienstverlening) het vertrekpunt vormen. Op basis van uw besluit wordt de GR voorbereid en wordt verder gewerkt aan het bedrijfsplan RIW en voorzien van een sociaal plan. In het bedrijfsplan worden financiële scenario s, de bezuinigingsopgave en 3 In het Sociaal Akkoord tussen kabinet en sociale partners (11 april 2013) is de verwachte invoeringsdatum verschoven naar 1 januari Pagina 2 van 7

96 frictiekosten doorgerekend. Argumenten 1.1 Eén organisatie voor werk & inkomen (bijlage 1, paragraaf 2). Het onderbrengen van taken in één organisatorisch verband heeft de volgende voordelen: Efficiencyvoordeel door backoffice-functies niet meer naast elkaar te organiseren, maar samen te brengen in één verband. Denk hierbij aan het bedrijfsbureau, loon- en uitkeringsadministratie, terugvordering en verhaal. Hanteren van een uniforme werkwijze in de begeleiding van de verschillende klantgroepen. Het ontsluiten van een aantal gemeenschappelijke (regionale) werkwijzen zoals de werkgeversdienstverlening op de lokale gemeenten. De regionale werkwijze blijft hetzelfde, waardoor de afstemming met de afzonderlijke gemeenten eenvoudiger wordt. De specialistische kennis op het gebied van diagnose bij het UWV4) en Lander wordt door bundeling niet alleen ingezet voor de doelgroepen Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), maar ook voor de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze regelingen komen bijeen in de Participatiewet. De kwaliteit van de dienstverlening neemt toe. 1.2 Gemeenschappelijke Regeling met openbaar lichaam (bijlage 1, paragraaf 3). Alle betrokken partijen hebben de wens uitgesproken om samen te werken. In navolging van het inhoudelijk model is onderzocht welke samenwerkingsvorm het best bij deze wens past. De gekozen vorm is dienend aan het beoogde doel (vorm volgt inhoud). De opgaven van de RIW zijn daarom leidend geweest in het voorstel voor de meest geschikte organisatievorm. Een publiekrechtelijke vorm is een voorwaarde omdat de RIW een aantal wettelijke taken uitvoert zoals het verstrekken van inkomensvoorzieningen. Dat betekent dat er sprake moet zijn van een rechtspersoonlijkheid 5. Er zijn grofweg vijf varianten mogelijk. Twee van deze varianten beschikken niet over een rechtspersoonlijkheid en vallen af: gemeenschappelijk orgaan en regeling zonder meer. Bij het werken vanuit bestaande organisaties heeft de uitvoering te maken met acht of negen afzonderlijke invloeden. Gezien de behoefte aan heldere, regionale sturing is de vrijwillige centrumgemeente om die reden geen adequate samenwerkingsvorm. Een gemeenschappelijk orgaan voor bedrijfsvoeringstaken kenmerkt zich door een lichte bestuurlijke sturing. Veel besluiten kunnen op ambtelijk niveau worden genomen, waardoor de invloed van de lokale politiek afneemt. Dat conflicteert met het leidende principe borging in het publieke domein en de wens van de gemeenten invloed te houden op het samenwerkingsverband. Vandaar dat we niet kiezen voor deze samenwerkingsvorm. Blijft over de gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. Deze vorm is het meest passend omdat daarmee de bestuurlijke invloed en de verantwoording het best kan worden georganiseerd. Dat is belangrijk vanwege de nog te verbeteren samenwerking in het sociaal domein, de vergaande stelselwijzigingen, het ontwikkelen van nieuwe werkvormen en omdat het de eerste periode is van de fusie tussen organisaties. 1.3 Bestuurlijke betrokkenheid (bijlage 4, paragraaf 2) De beleidsopdrachten in de Participatiewet voor de gemeenteraden (de verordenende bevoegdheid) ten aanzien van de uitvoering op dit terrein pleiten er voor om de beleidsvorming 4 Het UWV neemt een aparte positie in bij de RIW. 5 De Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) biedt de mogelijkheid aan samenwerkende gemeenten om een zelfstandige rechtspersoon (openbaar lichaam) op te richten met dezelfde juridische instrumenten als een gemeente (publiek- en privaatrechtelijk). Het beschikken over eigen rechtspersoonlijkheid is van belang om bindende afspraken te kunnen maken met private partijen en hieruit voortvloeiende risico s beheersbaar te verdelen. Pagina 3 van 7

97 en uitvoering regionaal zo "lean en mean" mogelijk te regelen: De RIW werkt met een standaardpakket aan dienstverlening. Dit pakket en eventuele extra (lokale) diensten worden uitgewerkt in een meerjarenplan voor de uitvoering, de opdracht voor de RIW. De opdracht komt tot stand in gesprek tussen gemeenteraad en college. Over het meerjarenplan wordt door het college verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad. Overigens wordt het overgrote deel van het uitkeringsbeleid bepaald door de wettelijke kaders. Er is beleidsvrijheid op het onderdeel reïntegratiebeleid. Dit beleid vraagt uitgerekend om beleidsinvulling op regionaal schaalniveau (regionale arbeidsmarkt). De begroting van de RIW is direct gekoppeld aan de reguliere P&C-cyclus van de gemeenten. Praktisch betekent dit dat het financiële resultaat (zowel positief als negatief) wordt verrekend met de gemeentelijke begroting. Randvoorwaarde voor deze werkwijze is het zichtbaar maken van prognoses en afwijkingen, zodat de gemeenteraad in staat is de begroting actueel en beheersbaar te houden. Binnen een GR stelt het AB op voordracht van het DB het beleidskader vast. Controle door de gemeenteraden vindt plaats door de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) ter verantwoording te roepen. In het groeidocument over de juridische vormgeving stelt de klankbordgroep van bestuursjuridische medewerkers van gemeenten en Regio voor, in afwijking van het organisatorisch model, om de leden van het AB van de GR (per gemeente) te laten benoemen door de gemeenteraden. In ons voorstel worden er namelijk ook (verordenende) bevoegdheden van de raad mee overgebracht naar de GR. Daarmee is er, vanwege de bevoegdheden van de raden en de colleges die worden gedelegeerd, sprake van een gemengde regeling (van raden en colleges). Gelet op art. 13 van de Wgr worden de leden van het AB dan door de gemeenteraad benoemd, bij voorkeur uit het midden van het eigen college. Het blijft mogelijk om aanvullende dienstverlening in te kopen voor bijvoorbeeld reïntegratie activiteiten. Genoemde klankbordgroep heeft voorgesteld om - gelet op het gewenste gemeenschappelijke beleidskader - te kiezen voor overdracht van taken en bevoegdheden aan de GR. De klankbordgroep adviseert uitdrukkelijk om te kiezen voor delegatie (in de plaats treding) van de aan de RIW op te dragen wettelijke taken naar de GR. Daarmee kan het AB van de RIW volledig haar focus richten op de doelen van de GR Bestuurlijke betrokkenheid (bijlage 4, paragraaf 3) Genoemde klankbordgroep heeft ten aanzien van de zeggenschaps- en stemverdeling voorgesteld om per gemeente één stem voor iedere "regeling"(wsw en WWB) te laten gelden. Deze zeggenschaps- en stemverhouding doet geen recht aan de "inbreng" van het aantal inwoners per gemeente dat een beroep doet op de dienstverlening van de GR en op die van de financiële belangen die daaraan gerelateerd zijn. 1.4 Financiële opgaven (bijlage 3, Blz. 16 Verlatingskosten) Verwachte frictiekosten bij de GR RIW zijn: Leegstand gebouwen Dubbelfuncties in de personeelsformatie die moeten afvloeien (inclusief management) Achterblijvende overhead zoals automatisering en concernkosten Versneld afschrijven activa Kosten bouw organisatie: lean maken en afstemmen processen en inrichten systemen Deze frictiekosten zullen per gemeente verschillen en moeten door de eigen gemeente in beeld worden gebracht. 1.5 Formatie gemeenten Een aandachtspunt is de personeelsformatie bij gemeenten op het terrein van werk en inkomen. Op basis van landelijke en regionale benchmarks blijkt dat de gemeenten in Rivierenland opgeteld minder personeel tot hun beschikking hebben dan gemiddeld. De besparing op management moet ten goede komen aan de inzet van medewerkers. Pagina 4 van 7

98 1.6 Financiële scenario s In het organisatorisch model wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde grote geldstroom en kleine geldstroom. De invloed op de grote geldstroom (de budgetten van het rijk) is beperkt vanwege de economische invloeden. Op termijn zijn hier voordelen mogelijk doordat door de RIW meer mensen uit klantgroep 2 en 3 sneller aan (deeltijd)werk worden geholpen. Bij de kleine geldstroom (de organisatiekosten) zijn wel financiële effecten zichtbaar. Verwachte synergie-effecten in de kleine geldstroom zijn onder andere: Centrale huisvesting Efficiencyvoordelen ondersteunende diensten Minder management, lagere overhead Gedeelde risico 's uitvoeringskosten Minder kwetsbaar voor ziekte medewerkers Zoveel mogelijk harmonisatie en standaardisatie operationele beleidsontwikkeling Bundeling inkoop, bijvoorbeeld trajecten en opleidingen 2.1 Organisatorisch model en groeidocumenten De projectgroep RIW heeft gekozen voor een organisatorisch model met bijlagen in de vorm van groeidocumenten. Het organisatorisch model en daarmee de contouren van de organisatie voor werk en inkomen vormen als u met dit voorstel instemt het vertrekpunt voor de verdere uitwerking van de GR met openbaar lichaam. Kanttekeningen 1.1 Verdergaande uitwerking en voorbereiding is noodzakelijk. Het voorstel dat wordt gedaan en de documenten die er aan ten grondslag liggen zijn een uitwerking en concretisering van de beslispunten van de raad op 17 april Voor de RIW vormgeving liggen nu enkele hoofdkeuzen voor en de richting is duidelijk. Structuur, sturing en financiën moeten nog concreter worden uitgewerkt. De relatie met andere beleidsthema's zoals bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en sociaal domein krijgt wel aandacht in het organisatorisch model, maar is nog niet uitgewerkt. Deze vraagstukken zijn nog in bewerking. Dat gebeurt binnen de projectorganisatie RIW maar ook in andere processen die het sociaal domein betreffen. In de loop van 2014 kunnen en moeten deze relaties worden voorgelegd en vastgesteld. 1.2 Voorbereiding gebeurt onder invloed van onzekerheden. Participatiewet. De voorbereiding van de RIW is gericht op de uitvoering van het stelsel van de aanstaande Participatiewet. Het betreffende wetsontwerp is nog in behandeling. Dat betekent dat beleid en regelgeving nog niet geheel zijn uitgekristalliseerd VNG-Werkgevers-werknemers. Op dit moment overleggen sociale partners en VNG in de zogenaamde werkkamer over de concrete uitwerking van het sociaal akkoord van april Onder andere gaat dat over de werkwijze van werkpleinen en de regionale werkbedrijven (RIW in onze regio?) en enkele instrumentele aspecten. De komende periode bevat dus onzekerheden en veranderingen. Een organisatie op regionale schaal lijkt het meest passend om met die onzekerheden om te gaan De klankbordgroep en kopgroep dient zich te buigen over aanpassing van voorstel over de juridische vormgeving en met name over een andere verdeling van de zeggenschaps en stemverhouding. Het beoogde tijdspad kan daarmee vertraging oplopen. Aanpak / uitvoering Planning Nov-Februari Uitwerken Plan van Aanpak voor de GR en Bedrijfsplan + financiële doorrekening. Voor het vervolg wordt ook een implementatieplan en een kwartiermaker voorbereid. Pagina 5 van 7

99 November Februari-Maart April-Juni Start overleg met OR-en en GO's; alsmede cliëntenraad Wwb Tiel en Wmo-raad (?) Check op besluiten van de gemeenteraden in de regio Definitief voorstel aan de gemeenteraden betreffende de oprichting van GR RIW; gelijktijdig voorstellen voor het ontmantelen van de bestaande GR Lander Communicatie Binnen Tiel gaan we communiceren over RIW in afstemming met de communicatie in het kader van de 3 decentralisaties (sociaal domein). Op 22 januari 2014 bent u geïnformeerd over de RIW ontwikkelingen tijdens een beeldvormingsavond. Financiën De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen maar is niet alleen een bezuinigingsoperatie. Uiteindelijk gaat het erom dat werkgevers en werkzoekenden elkaar beter weten te vinden. Hoe de bezuinigingen en geldstromen er de komende jaren per gemeente uit gaan zien, is nog niet bekend. Dat volgt uit de definitieve Participatiewet en de financiele uitwerking daarvan door het ministerie van SZW (waarschijnlijk bij de rijksbegroting 2015). Effecten voor Tiel kunnen pas in een later stadium gedetailleerd worden weergegeven. Dat betekent dat in dit voorstel en het groeidocument over financiën (bijlage 3) geen definitieve berekeningen kunnen worden gemaakt. Uiteraard wordt wel gewerkt met schattingen. Met opmaak: Nederlands (standaard) Binnen de RIW wordt een onderscheid gemaakt tussen de grote geldstroom (rijksmiddelen zoals het werkdeel van het participatiebudget en het inkomensdeel (BUIG budget) en de kleine geldstroom (bedrijfsvoering). Uitgangspunt bij de grote geldstroom is dat het werkdeel (voor reïntegratie) en het inkomensdeel (voor uitkeringen) voor de eigen gemeente beschikbaar is en blijft en besteed wordt aan de eigen inwoners. Dat betekent dat er na afloop van een kalenderjaar per gemeente wordt afgerekend. Uitgangspunt bij de kleine geldstroom is dat daar voor de deelnemende gemeenten efficiencywinsten te behalen zijn. In bijlage 3 vindt u een uitwerking van de geschatte maximale efficiencywinst. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende punten: o aantal locaties o samenvoegen backoffice functies o uniforme werkwijze Zie voor een verdere toelichting bijlage 3 Bijlage(n) Concept raadsbesluit Bijlage 1 Organisatorisch model RIW d.d. 7 juni 2013 Bijlage 2 Werkgeversbenadering d.d. 17 oktober 2013 Bijlage 3 Financiën RIW, Consolidatiestaat RIW+ Toelichting, Kengetallen d.d Bijlage 4 Juridische Vormgeving d.d. 17 oktober 2013 Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester, Advies commissie(s) d.d.: Pagina 6 van 7

100 Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier, Meer informatie: Afdeling: WIZ Contactpersoon: R. Doggen -Knoors Telefoon: Pagina 7 van 7

101 Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Wet werk en bijstand, Gemeentewet Besloten in de raadsvergadering van: 12 februari 2014 Besluit om: 1. Het college van burgemeester en wethouders de opdracht te geven om: a. een GR met een openbaar lichaam "Werk en Inkomen" (RIW) uit te werken in welke de zeggenschap en stemverdeling per gemeente in verhouding staat tot het aantal inwoners dat een beroep doet op de dienstverlening door de GR en de daaraan gerelateerde financiële belangen van de betreffende gemeente en vóór het zomerreces 2014 ter besluitvorming aan te bieden aan de gemeenteraad en: b. Het intrekkingsbesluit GR Lander gelijktijdig ter besluitvorming aan te bieden aan de gemeenteraad en; c. Het bedrijfsplan voor de GR met openbaar lichaam, onder a. bedoeld, verder uit te werken en daarin de financiële scenario s, de bezuinigingsopgave en de frictiekosten door te rekenen. 2. Het organisatorisch model voor werk & inkomen met de daarbij behorende groeidocumenten Werkgeversdienstverlening, Financiën en Juridische Vormgeving als uitgangspunt te nemen voor de verdere uitwerking van de onder 1a en 1 c bedoelde voorstellen. de giffier, de voorzitter, Page 1 of 1

102 Organisatorisch model voor een Regionale Infrastructuur Werk & Inkomen in de regio Rivierenland 1

103 Rivierenland, 7 juni 2013 Dit rapport is opgesteld door de projectgroep RIW, met ondersteuning van Hiemstra & De Vries 2

104 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 Het proces: wat vooraf ging en wat gaat komen 5 De opbouw van het organisatorisch model 7 2 Eén organisatie, in de vorm van een gemeenschappelijke regeling 8 Voorgelegd besluit 8 3 De toekomstige organisatie van de RIW 10 Een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam 10 Bestuurlijke betrokkenheid in een gemeenschappelijke regeling 11 4 De opgaven waar de RIW een antwoord op moet zijn 15 De inhoudelijke opgave 15 De financiële opgave 15 De organisatorische opgave 16 5 Toekomstige dienstverlening van de RIW 17 Dienstverlening aan werkgevers 17 Dienstverlening aan werkzoekenden 19 Onderscheid in regelingen blijft bestaan 21 De optimale schaalgrootte voor ieder stukje dienstverlening 22 Positionering van de RIW in het sociaal domein 23 6 De toekomstige bedrijfsvoering 26 De beleidsfunctie 26 De financiële functie 28 7 Het menselijk kapitaal van de RIW 32 Nieuwe werkwijze is van invloed op huidige functies 32 De keerzijde van slimmer organiseren 33 3

105 8 Bijlage 1: gedetailleerde argumentatie te komen tot een GR 35 Afwegingen te komen tot een passend samenwerkingsverband 35 9 Bijlage 2: uitwerking van het primair proces 38 Het klantproces 38 Aanvullende dienstverlening aan werkzoekenden Bijlage 3: wetswijzigingen die van invloed zijn op de RIW Bijlage 4: aanpak organisatorisch model 44 Werkconferenties nader bekeken 44 4

106 1 Inleiding De gemeenten Tiel, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en de Sociale Werkvoorziening (SW) Lander hebben de handen in één geslagen. Zij werken samen aan één regionale infrastructuur voor werk en inkomen (RIW) als logische uitwerking van de regionale visie op het sociaal domein. Deze samenwerking heeft in december 2012 haar eerste vruchten afgeworpen. De betrokken partijen hebben ambtelijk hun akkoord gegeven aan het inhoudelijk model en hebben besloten dit voor te leggen aan de colleges en gemeenteraden. Als we in dit document verwijzen naar colleges en gemeenteraden, bedoelen we ook het dagelijks en algemeen bestuur van Lander en de sociale dienst Bommelerwaard. In verband met de leesbaarheid van het stuk herhalen we dat niet. Het organisatorisch model is een uitwerking van het Inhoudelijk model voor een regionale infrastructuur werk en inkomen. Het bouwt voort op de uitgangspunten en geeft antwoord op een aantal organisatorische vraagstukken. Met het vaststellen van het organisatorisch model geven de colleges en raden het startschot voor het oprichten van een regionale organisatie voor werk en inkomen. Omdat aansluiting tussen inhoud en het organisatorischmodel essentieel is, zullen we in dit document belangrijke passages uit het inhoudelijk model aanhalen. Niet om in herhaling te vallen, maar om de relatie zichtbaar te maken tussen de manier van organiseren en de reden waarom we het doen. Het zwaartepunt van het document ligt vanzelfsprekend op de manier waarop we het organiseren. Het organisatorisch model is het resultaat van de opdracht die de Programmaraad Participerend heeft gegeven aan haar opdrachtnemer, namelijk de projectgroep RIW. In de projectgroep zijn alle managers verantwoordelijk voor werk en inkomen vertegenwoordigd. Als dit document spreekt over we, wordt de projectgroep RIW bedoeld. Het proces: wat vooraf ging en wat gaat komen Het organisatorisch model is het resultaat van een zorgvuldig proces. We hebben hiervoor drie stappen doorlopen. Aanvullend heeft de opdrachtgever het verzoek neergelegd te komen tot een verdere analyse van de eventuele regionalisering van schuldhulpverlening en minimabeleid. De projectgroep heeft besloten dit verzoek parallel van dit organisatorisch model uit te werken. Het is daarom niet opgenomen in dit document. 5

107 Figuur 1. Overzicht van het doorlopen proces In het organisatorisch model doen we uitspraken over sturing, financiën, werkwijze, dienstverlening en bedrijfsvoering. Deze uitspraken zijn bindend maar wel op hoofdlijnen. Met het afronden van de besluitvorming, geven de bestuurders ons de opdracht de uitspraken uit te werken en concreet te maken. We doen dit bewust na elkaar, omdat uitwerking (in een plan van aanpak) alleen mogelijk is wanneer we dit écht samen (dus vanuit één organisatie) en met alle medewerkers en managers van die nieuwe organisatie doen. Stap IV start daarom met een concreet (en praktisch) plan van aanpak voor het opzetten van de nieuwe organisatie (zie figuur 2). De consequentie van de scheiding tussen het organisatorisch model en het plan van aanpak is dat dit document geen gedetailleerde uitwerking van de organisatie is en dus ook geen inzicht biedt in nodige formatie, functiebeschrijvingen, budgetteringsvoorstellen, werkprocessen, frictiekosten en desintegratiekosten. Al dit soort uitwerkingen zijn terug te vinden in het nog te ontwikkelen plan van aanpak. Figuur 2: schematisch overzicht onderdelen implementatie van de nieuwe organisatie Naar verwachting werken we na de zomer met een fulltime projectleider. We realiseren ons dat het essentieel is om een groot deel van de reguliere organisaties te betrekken, maar weten ook dat onze capaciteit (in tijd en mensen) beperkt is. De projectleider is verantwoordelijk voor de coördinatie van het proces en het sturen op kwaliteit (bijvoorbeeld de financiële doorrekening). De betrokkenheid van medewerkers bij het plan van aanpak en de implementatie is essentieel omdat zij als geen ander weten hoe het werk er in de praktijk uitziet en uit zou moeten zien. Bovendien komt alleen de nodige verandering op het moment dat iedereen daarin zijn/haar stukje vervult. Dat de nieuwe organisatie op onderdelen echt anders gaat werken dan de huidige organisaties is een feit. Dat is in het inhoudelijk model beschreven. 6

108 Wanneer we klaar zijn met het uitwerken van het plan van aanpak en daadwerkelijke sturing moeten geven aan de nieuwe organisatie, kan het verstandig zijn samen te werken met een kwartiermaker. Of dit dezelfde persoon is als de projectleider, bepalen we later. De opbouw van het organisatorisch model In de basis moet het organisatorisch model twee vragen beantwoorden: hoe ziet de toekomstige organisatie van de RIW eruit en hoe geven we daar sturing aan? De opbouw van het document volgt de beantwoording van die vraag. We starten met een korte beschrijving van de toekomstige organisatie van de RIW, inclusief een uiteenzetting van het gevraagde besluit. De toekomstige organisatie van de RIW werken we in hoofdstuk 3 gedetaileerder uit. In hoofdstuk 4 leggen we de relatie met de eerder beschreven opgaven. Dit om te voorkomen dat we discussiëren over modellen en structuren, zonder stil te staan bij de effecten die we willen bereiken. Hoofdstuk 5 en 6 beschrijven het daadwerkelijke werk van de RIW. In hoofdstuk 5 geven we inzicht in de toekomstige dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden. In hoofdstuk 6 beschrijven we de bedrijfsvoering en is er aandacht voor de functies van beleid en financiën. In hoofdstuk 7 staan we kort stil bij de personele consequenties. Hoofdstuk 7 is een eerste aanzet, de gedetaileerde uitwerking moet volgen in het plan van aanpak. Omdat we samen hebben gebouwd en gewerkt aan het organisatorisch model, is er veel informatie en kennis vrijgekomen. Hierdoor is veel meer informatie beschikbaar dan verwerkt kan worden in dit document. Om recht te doen aan de input van deelnemers en de uitkomsten van werkconferenties, hebben we relevante maar gedetailleerde informatie opgenomen in de bijlagen. De bijlagen geven verdiepend inzicht in het primair proces, de wetswijzigingen, sturinigsmodellen en de aanpak van het organisatorisch model. 7

109 2 Eén organisatie, in de vorm van een gemeenschappelijke regeling Het organisatorisch model legt de basis voor daadwerkelijke implementatie. Deze implementatie kan pas starten als alle colleges en gemeenteraden een heldere richting voor de toekomst aangeven. Voorgelegd besluit Wij stellen met dit organisatorisch model voor te besluiten om: de uitvoerende organisaties 1 te fuseren tot één organisatie, in de vorm van een gemeenschappelijke regeling de werkwijze, sturing en financiële huishouding van de nieuw te vormen organisatie uit te werken in intensieve samenwerking met managers en medewerkers van de huidige organisaties de invoering van de aankomende Participatiewet gemeenschappelijk in plaats van individueel voor te bereiden Het besluit hier toe te komen ligt in het verlengde van de ambitie en het inhoudelijk model. Toch zijn er op dit moment ook onzekerheden. Zo moet bijvoorbeeld uitgewerkt worden: hoe hoog de desintegratiekosten van de fusie zijn welke besparing gerealiseerd wordt door samen te werken hoe de RIW aansluit bij lokale loketten die in het sociaal domein zijn of ontstaan hoe het partnerschap met werkgevers, onderwijsinstellingen en vrijwilligersorganisaties eruit ziet hoe de organisatiestructuur van de RIW eruit ziet welke functies er in de RIW zijn en wie deze functies het beste kunnen bezetten De komende jaren staan in het teken van veel ontwikkelingen in het sociaal domein. De drie transities zijn een forse veranderingsopgave voor gemeenten en hun partners. Ondanks de onzekerheden is het goed mogelijk nu een besluit te nemen over de samenwerking in de RIW. Wij zijn ervan overtuigd dat de voorgenomen wijzigingen veel voordeel opleveren. Zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Dit meten wij bijvoorbeeld af aan: Het feit dat veel back office functies niet meer naast elkaar georganiseerd zijn, maar in één efficiënte organisatie samenkomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het bedrijfsbureau, de loon- en uitkeringsadministratie en de terugvordering en verhaal. 1 De uitvoerende gemeenten zijn de gemeenten Tiel, Culemborg en Geldermalsen. De uitvoerende gemeenschappelijke regelingen zijn het SW-bedrijf Lander en de sociale dienst Bommelwaard. Hoewel het UWV wel een uitvoerende organisatie is, wordt deze niet gefuseerd in de RIW. De werkwijze van het UWV wordt wel geïntegreerd in de werkwijze van de RIW. 8

110 De ontsluiting van een aantal gemeenschappelijke werkwijzen op de individuele organisaties. Het huidige WAPR is een regionaal initiatief dat werkt voor verschillende gemeenten. De regionale werkwijze blijft hetzelfde, maar de afstemming met de organisaties die daar achter zitten wordt eenvoudiger. Dit zijn niet meer tien individuele, maar één gemeenschappelijke organisatie. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de uitvoering van de sociale recherche en de aansluiting op de welzijnsinfrastructuur. De expertise op het gebied van diagnose en arbeidshandicaps kan voor alle doelgroepen ingezet worden. Op dit vlak werken zowel specialisten op het gebied van diagnose bij het UWV en Lander. Door de kennis te bundelen en niet alleen in te zetten voor de doelgroepen Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), maar ook voor Wet Werk en Bijstand (WWB), neemt de kwaliteit van de dienstverlening toe. De balans tussen zorgvuldigheid en tempo blijven maken Aan de ontwikkeling van de RIW zijn risico s verbonden. In het organisatorisch model staan we stil bij deze risico s. Toch zijn we niet in staat alle risico s te beheersen door een optelsom van maatregelen te noemen. De praktijk is weerbarstig en kent onderdelen die we niet kunnen beïnvloeden. In gesprek met de programmaraad en de strategiegroep wegen we telkens zorgvuldigheid af tegen de noodzaak tempo te blijven maken. Daar waar we expliciete en grote risico s voorzien, beschrijven we hoe we hier in de toekomst mee om willen gaan. 9

111 3 De toekomstige organisatie van de RIW We werken toe naar één organisatie voor werk en inkomen. Een organisatie waarin de uitvoerende onderdelen van de afzonderlijke gemeenten en Lander samengaan 2. Gezien de opdracht voor deze uitvoerende organisatie, moeten we de afweging maken tussen de flexibiliteit die de markt van ons eist en de zeker- en veiligheid van het publieke domein. Het gaat om een organisatie die midden in het publieke domein opereert, vanwege een aantal belangrijke kenmerken: We zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke taken die een duidelijk algemeen belang vormen voor mensen in onze samenleving die (tijdelijk) niet zonder ondersteuning kunnen. We zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van een uitkering, wat ten alle tijden aan een publieke organisatie verbonden moet zijn. Er is een directe relatie tussen werk en inkomen en andere levensgebieden in het sociaal domein (bijvoorbeeld wonen, een huishouden voeren, ontmoeten, meedoen, opgroeien leren en zorgen). Daarnaast gaat het om een organisatie met markt-kenmerken vanwege het volgende: Een marktgeoriënteerde organisatie kan zich flexibel bewegen. Dat is belangrijk omdat de sociale zekerheid in rap tempo verandert. Bovendien moet de organisatie kunnen inspelen op kansen die de arbeidsmarkt biedt. Denk bijvoorbeeld aan het maken van afspraken met werkgevers, het inzetten op seizoensarbeid en het mee-ontwikkelen van speerpuntsectoren. Een marktgeoriënteerde organisatie is minder bureaucratisch en daarmee vaak efficiënter georganiseerd. Iets wat in deze tijden van schaarste essentieel is. Een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam We kiezen er voor om voor de periode te werken met een gemeenschappelijke regeling (GR) met openbaar lichaam (zie hiervoor ook bijlage1). We benoemen bewust een periode, zodat we op termijn kunnen evalueren of deze gekozen samenwerkingsvorm nog de meest passende is. Nieuwe ontwikkelingen in de wet gemeenschappelijke regelingen, zoals een gemeenschappelijk orgaan voor bedrijfsvoeringstaken, zullen we in de evaluatie meenemen. Op dit moment is een aantal gemeenschappelijke regelingen in de regio actief op het gebied van werk en inkomen. Zo is Lander een GR, maar ook de sociale dienst Bommelerwaard en de regio 2 We verwijzen hiernaar de uitvoeringsorganisaties van Lander, de sociale dienst Bommelerwaard, de gemeentelijke sociale diensten van Tiel, Geldermalsen en Culemborg en het UWV. 10

112 Rivierenland zelf. Of we voor de RIW een nieuwe GR opzetten of een bestaande GR omvormen, onderzoeken we in de volgende fase van het proces. Voordelen van deze organisatievorm De GR is een eigenstandig rechtspersoon en een publieke organisatie. Dit is noodzakelijk voor de uitvoering van de taken op het gebied van werk en inkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Daarnaast kan alleen een rechtspersoon contractuele afspraken maken met derden. Denk bijvoorbeeld aan werkgevers of marktpartijen. De GR biedt partners garanties en zekerheden. Hierdoor is samenwerking met derden (waaronder werkgevers) goed mogelijk vanuit de GR. Een GR biedt aan derden de garantie dat afspraken worden nagekomen en het insolvabiliteitsrisico ontbreekt. Er is een goede samenwerking mogelijk tussen het gemeentebestuur (gemeenteraad en college) en het bestuur van de GR (algemeen en dagelijks bestuur). Hierdoor is sturing en goede controle op de uitvoering van werk en inkomen en de besteding van het omvangrijke budget gewaarborgd zijn. De mogelijkheid bestaat om zowel de huidige GR Lander als de huidige GR sociale dienst Bommelerwaard op te laten gaan in de GR van de RIW. Hierdoor richten we de bestuurlijke aandacht op één organisatie. Daarnaast kunnen de bestaande GR-en afzonderlijk financieel worden afgebouwd, zodat kosten en opbrengsten door de huidige GR-partners kunnen worden verrekend. Nadelen van deze organisatievorm Er zijn gemeenten en gemeenteraden die één of meer negatieve ervaringen hebben met een GR. Hierdoor bestaat het beeld te weinig controle en/of invloed te hebben op de uitvoering van de GR. Gezien het belang van het werkveld en de omvang van het beschikbare budget, is het belangrijk de invloed van college en raad goed te borgen bij de inrichting van deze GR. De GR als rechtsvorm zelf biedt daarvoor alle mogelijkheden. Een GR kan bureaucratisch en daarmee log worden ingericht, dat veroorzaakt dat er veel tijd nodig is voor besluitvorming. Dit is een belemmering voor een slagvaardige en marktgerichte aanpak. Ook hiervoor geldt dat de wijze waarop de GR wordt ingericht maatgevend is voor dit effect. Bestuurlijke betrokkenheid in een gemeenschappelijke regeling Bij de inrichting van de GR vinden wij het essentieel dat de gemeenteraden op inhoud en budget kaderstellend betrokken zijn en betrokken blijven. Om bestuurlijke betrokkenheid te borgen en om opdrachtgever- en opdrachtnemerschap scherp te beleggen, werken we met een drietrapsraket. De eerste trap is de rolverdeling tussen gemeenteraad en college. De tweede trap is de rolverdeling tussen het bestuur en de directie van de GR. De derde trap gaat over de rolverdeling tussen de colleges (opdrachtgever van de GR) en het algemeen bestuur (opdrachtnemer van de colleges). 11

113 Figuur 3. Overzicht opdrachtgever- en opdrachtnemerschap in de GR RIW Toelichting op figuur 3 De gemeenteraden zijn voor de gemeenten opdrachtgever (donkerblauw). Zij stellen de inhoudelijke kaders vast en stellen hiervoor een bijbehorend budget beschikbaar. De gemeenteraden worden in hun rol als opdrachtgever ondersteund door een groep strategisch beleidsmedewerkers. Deze medewerkers zijn in dienst van de afzonderlijke individuele gemeenten en bewaken de samenhang met het gemeentelijke beleid. De gemeentelijke opdrachtnemers zijn de colleges (lichtblauw). De colleges, vertegenwoordigd door de portefeuillehouder werk en inkomen, bepalen of de opdracht van de raad uitvoerbaar is en of zij in staat zijn deze aan te nemen. Over de opdracht en de uitvoering daarvan vindt een gesprek plaats tussen college en raad. Wanneer de opdracht door het colleges is aangenomen, moet deze verstrekt worden aan de GR RIW. De gezamenlijke verantwoordelijk portefeuillehouders, die nu georganiseerd zijn in de Programmaraad Participerend, zijn daarmee opdrachtgever aan de GR RIW en het Algemeen Bestuur (AB) is opdrachtnemer (groene pijl). In de RIW is het AB opdrachtgever (donkerrood). Hoe het AB is samengesteld, moet nader bepaald worden. Voorstel is om ieder college te laten bepalen wie vanuit de betreffende gemeente deel uitmaakt van het AB. Het Dagelijks Bestuur (DB) is een afgeleide van het AB en heeft de taak zich intensiever met de uitvoering van de opdracht bezig te houden. De directie van de RIW vertaalt de opdracht naar de praktijk en geeft hier uitvoering aan (oranje). De directie is uiteindelijk verantwoordelijk voor de aansturing van de uitvoeringsorganisatie en het boeken van de resultaten. Het is daarom essentieel dat zij in gesprek is over de uitvoerbaarheid van de opdracht. 12

114 Het voordeel van deze verdeling tussen de individuele gemeenten en de RIW is dat een scherp onderscheid tussen de rol en de verantwoordelijkheid van opdrachtgever en opdrachtnemer ontstaat. Hierdoor voorkomen we dat de belangen van eigenaren en opdrachtgevers vertroebelend werken. Zo regulier mogelijk: een meerjarenplan en verbinding met de P&C-cyclus De betrokkenheid en positie van het gemeentelijk bestuur wordt versterkt door de uitvoering van de RIW zo regulier mogelijk te organiseren. Dat wil zeggen, door te werken met een meerjarenplan en de begroting van de RIW te koppelen aan de P&C-cyclus is de werkwijze (en daarmee de kaderstelling en controle) geborgd in het reguliere werk van de raad. In de praktijk ziet dit er als volgt uit: De RIW werkt met een standaardpakket aan dienstverlening. Dit pakket is uitgewerkt in een meerjarenplan voor de uitvoering. Dit meerjarenplan kan worden gezien als de opdracht voor de RIW. De inhoud van het pakket (de opdracht) komt tot stand in een gesprek tussen de gemeenteraad en het college. Daarbij worden zij ondersteund door een groep samenwerkende beleidsmedewerkers van de afzonderlijke gemeenten. Over het meerjarenplan wordt verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad. De begroting van de RIW is direct gekoppeld aan de reguliere P&C-cyclus van de gemeenten. Praktisch betekent dit dat het financiële resultaat (zowel positief als negatief) wordt verrekend met de gemeentelijke begroting. Randvoorwaarde voor deze werkwijze is het zichtbaar maken van prognoses en afwijkingen, zodat de raad in staat is de begroting actueel en beheersbaar te houden. Het gesprek over de begroting en de realisatie vindt plaats op de reguliere momenten (voorjaars- of perspectievennota, jaarverslag of jaarrekening, begroting). Hoe deze werkwijze er in de praktijk uitziet, beschrijven we in hoofdstuk 6. Variaties op de gemeenschappelijke regeling: samenwerking met partners Vanuit het inhoudelijk model is het logisch de positie van en samenwerking met werkgevers (en eventuele andere maatschappelijke partners) te formaliseren in de organisatievorm. Globaal gezien kunnen we werkgevers op twee manieren verbinden aan de organisatie van de RIW: 1. Werkgevers krijgen een positie waarin ze invloed kunnen uitoefenen op bijvoorbeeld het beleid en de investeringsvoorstellen van de RIW (zie figuur 4a). Door werkgevers zitting te laten nemen in een raad van advies, geef je hen de mogelijkheid mee te denken over het beleid, de investeringen en de uitvoering van de RIW. Dit kan als zodanig worden vastgelegd in een artikel in de gemeenschappelijke regeling. 2. Werkgevers krijgen een positie waarin ze mee mogen besluiten over de uitvoering en investeringen van de RIW (zie figuur 4b). Dit kan bijvoorbeeld door als GR RIW samen te werken in een privaatrechtelijke organisatie (stichting, coöperatie, BV) en van hieruit gemeenschappelijk investeringsfondsen op te zetten met werkgevers, O&O-fondsen, onderwijsinstellingen, et 13

115 cetera. De partners besluiten dan mee over dat deel van de middelen en uitvoering van de RIW dat is ingebracht in de gezamenlijke privaatrechtelijke organisatie. Figuur 4a. Partners hebben invloed op besluiten RIW Figuur 4b. Partners besluiten mee met RIW Wij adviseren om de tweede optie verder uit te werken samen met partners, omdat dat het meest past bij onze filosofie (inhoudelijk model) dat samen met werkgevers en andere partners echte oplossingen tot stand komen. De opgave (zie hoofdstuk 4) is omvangrijk en de oplossing niet alleen te beïnvloeden door de RIW. Met andere woorden, we hebben partners hard nodig om succesvol te kunnen zijn. 14

116 4 De opgaven waar de RIW een antwoord op moet zijn De ontwikkeling van de RIW staat niet op zichzelf. Het sociaal domein wordt inhoudelijk getransformeerd. Daarnaast wordt fors bezuinigd; zowel op specifieke als algemene uitkeringen aan gemeenten en andere overheden. Een belangrijk motief om de RIW op te richten, is dan ook het kunnen opvangen van deze veranderingen. Kort gezegd: als we niets doen, kunnen we niet meer aan onze verplichtingen op het gebied van werk en inkomen voldoen. De overbesteding zal verder toenemen en de kwaliteit van de dienstverlening per individu zal afnemen. De inhoudelijke opgave De RIW streeft ernaar dat iedereen in Rivierenland werkt naar vermogen. We zijn daarbij gericht op het beperken van de inzet van collectieve middelen. Dit willen we omdat we: de welvaart in de regio willen vergroten de talenten van onze inwoners maximaal willen benutten willen dat mensen met een beperking meedoen en zichtbaar zijn weten dat werken en actief zijn gezond is en houdt de beperkte publieke middelen willen inzetten voor hen die dat het hardst nodig hebben In het inhoudelijk model hebben we een beeld geschetst van de opgaven waar de toekomstige organisatie van de RIW aan moet voldoen. De vorming van de RIW moet ook technisch een antwoord zijn op de komende wetswijzigingen. De wijze waarop we met werkgevers een antwoord formuleren op de inhoudelijke opgaven, is uitgewerkt in hoofdstuk 5 over dienstverlening. De financiële opgave In 2011 hebben de betrokken gemeenten in totaal 26,5 miljoen aan inkomensdeel (I-deel) ontvangen. In totaal hebben zij 31,8 miljoen moeten uitgeven voor het verstrekken van het inkomen. Dat betekent dat gemeenten geconfronteerd worden met een tekort van ongeveer 20%. Dit tekort moet gedekt worden uit de eigen begroting. Het nieuwe bestuursakkoord tussen gemeenten en Rijk verkleint het risico op grote tekorten, maar neemt het niet volledig weg. Daarnaast hebben gemeenten in ,6 miljoen ontvangen voor de ondersteuning van werkzoekenden (W-deel) en daarvan 8,2 miljoen besteed. Reden van die onderbesteding waren de forse maatregelen van het toenmalige kabinet Balkenende. Vanwege de sterke afname van het participatiebudget hebben vrijwel alle gemeenten in Nederland in 2011 de inzet van reintegratiebureaus sterk teruggedrongen.. Landelijk neemt het re-integratiebudget de komende jaren met 245 miljoen verder af. Dit houdt in dat het budget in 2017 uitkomt op 489 miljoen, wat een globale daling van 35% betekent. 15

117 De middelen voor re-integratie zullen de komende jaren (verder) afnemen. Dit geldt ook voor de middelen voor de sociale werkvoorziening. Wanneer we niets doen aan onze werkwijze, ontstaan grote tekorten die niet op te vangen zijn binnen de gemeentelijke begrotingen: De subsidie per SW-plek daalt de komende jaren van (2013) naar (2017). Uitgaande van ruim SW-geïndiceerden in de regio, is dit een structureel tekort van 2 miljoen vanaf In 2011 steeg het aantal WWB-uitkeringen gemiddeld met 19%. Als we in 2012 en 2013 een gelijke stijging hebben, leidt dit tot een toename van 500 uitkeringen per jaar. Het enkel verstrekken van een inkomen kost ons 7,5 miljoen extra. Als we uitgaan van eenzelfde gemiddelde besteding van het re-integratiebudget kunnen we hierbij optellen. Dat betekent dat als we niets doen, we geconfronteerd worden met een extra kostenpost van bijna 8 miljoen. Hoe we omgaan met deze dreigende tekorten hebben we in twee delen uitgewerkt. De belangrijkste maatregel om de RIW gezond te houden is het verkleinen van de aanspraak op inkomens- en reintegratieondersteuning. Er is maar één manier om dat te doen: het bevorderen van uitstroom in combinatie met het volledig benutten van de arbeidspotentie van werkzoekenden. Hoe we dit doen, beschrijven we in hoofdstuk 5. De organisatorische opgave De wereld om ons heen verandert. Wij zullen mee moeten bewegen om goed te kunnen blijven functioneren. Dat stelt ons voor de opgave onze eigen werkwijze slimmer te organiseren en meer samen te werken met maatschappelijke partners en werkgevers. Meer en beter gebruik maken van wat er al is en profiteren van de schaalgrootte van het gebied. Vanzelfsprekend heeft dit gevolgen voor de eigen organisaties. Bijvoorbeeld voor de huisvesting en voor de werkplek van een groot aantal medewerkers. De maatregelen die in deze categorie horen, werken we uit in het hoofdstuk 6 (organisatie) en 7 (personeel). 16

118 5 Toekomstige dienstverlening van de RIW De RIW streeft ernaar dat iedereen in Rivierenland werkt naar vermogen. Wij werken zo dicht mogelijk tegen de vraagzijde van de arbeidsmarkt aan en werken intensief samen met werkgevers. Aan de aanbodzijde richten wij onze dienstverlening op werkzoekenden met voldoende terugverdiencapaciteit die niet zelfstandig de weg naar werk kunnen vinden. Zie voor een beschrijving van de bijbehorende afwegingen het inhoudelijk model. Onze inspanningen worden zichtbaar doordat er meer mensen aan het werk zijn, er minder beroep wordt gedaan op de collectieve middelen en de economische welvaart in de regio toeneemt. Dienstverlening aan werkgevers In het inhoudelijk model beschrijven we dat we werken vanuit de vraagzijde van de arbeidsmarkt (zie figuur 5). Alleen dan is het mogelijk om zoveel mogelijk werkzoekenden te ondersteunen naar regulier of begeleid werk. Figuur 5. Werken vanuit de vraagzijde van de arbeidsmarkt In de afgelopen periode hebben gemeenten en uitvoeringsorganisaties geïnvesteerd in de relatie met werkgevers. Het WAPR en de werkgeversbenadering van de GR Lander zijn hier voorbeelden van. Belangrijkste bottleneck in de dienstverlening aan werkgevers, is het tijdig en adequaat kunnen leveren van medewerkers. Dit terwijl er steeds meer inwoners bij de gemeente aankloppen voor inkomensondersteuning en re-integratie naar werk. We moeten daarom onze focus niet alleen op papier, maar ook in de praktijk verleggen. Dit uit zich bijvoorbeeld in: Een andere verhouding tussen de formatie die zich richt op de re-integratie van werkzoekenden en het verkrijgen of het creëren van een vraag op de reguliere arbeidsmarkt. Daar waar het 17

119 grootste deel van het personeel zich nu bezig houdt met dienstverlening aan werkzoekenden (inkomensconsulenten en klantmanagers) zal in de toekomst een belangrijk deel van het personeel zich richten op de dienstverlening aan werkgevers. Een toenemende invloed en/of betrokkenheid van werkgevers bij de RIW. Op dit moment werken we met werkgevers samen in diverse platformen en overleggen. We zijn met elkaar in gesprek, maar hebben geen gemeenschappelijk organisatiebelang. Door te werken met lichte vormen van beïnvloeding (raad van advies) of zwaardere vormen van beïnvloeding (gemeenschappelijke coöperatie) worden werkgevers onderdeel van de uitvoering en groeit het gemeenschappelijk belang. Een toenemende flexibiliteit in de organisatie. Gelaagdheid en regelgeving zorgt ervoor dat professionals niet goed in staat zijn snel te schakelen en besluiten te nemen over arrangementen en mogelijkheden werkzoekenden aan het werk te helpen. De nieuwe handelingsruimte voor professionals moet breder gedefinieerd worden, zodat dit mogelijkheden biedt kansen te benutten. Een ander belangrijk knelpunt is de ingewikkelde organisatie van het gemeentelijke werk en de versnipperde uiting daarvan. Werkgevers worden geconfronteerd met diverse contactpersonen vanuit verschillende beleidsdisciplines. Hoewel dit met het gemeentelijk perspectief verklaarbaar is, is het richting de werkgever onduidelijk en daarmee contraproductief. Om de werkgeversaanpak te uniformeren, ontwikkelen we één benadering voor alle mensen die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de overheid. Dit betekent dat we in de werkgeversbenadering ook expliciet opdracht geven om groep vier 3 mee te nemen. Daar waar de RIW niet de re-integratie of activering van deze groep organiseert, vertegenwoordigt zij wel deze doelgroep in de werkgeversbenadering. Een bedrijfsmatige benadering De handelingsvrijheid van professionals is direct gekoppeld aan de bedrijfsmatige benadering van de RIW. Zowel richting werkgevers als werkzoekenden. Technisch geformuleerd is iedere vorm van samenwerking met werkgevers die leidt tot een besparing op (een deel van) de uitkering en/of de uitvoeringskosten mogelijk. Deze benadering leidt bijvoorbeeld tot het ontwikkelen van: Constructies waarbij tijdelijke uitstroom gestimuleerd wordt. De regio Rivierenland heeft veel seizoensarbeid. Een deel van de werkzoekenden is geschikt om zelfstandig bij groente- en fruittelers aan de slag te gaan en in het seizoen voor 100% uit te stromen. We weten dat dit tijdelijke uitstroom is: als het seizoen ten einde is, is er opnieuw sprake van een overschot aan arbeid. We kennen deze cyclus en verplichten werkgevers dan ook niet om iemand in vaste dienst te nemen. Wel onderzoeken we of de werkgever in ruil voor deze flexibele krachten herhaaldelijk deze constructie wil uitvoeren. Hierdoor zijn we jaarlijks gegarandeerd van een aantal arbeidsplaatsen. 3 Groep 4 is de zogenaamde zorggroep. Deze groep krijgt, gezien het feit dat werken (ondersteund of op de reguliere arbeidsmarkt) op dit moment niet passend is, een uitkering. Daarnaast ontvangt deze groep ondersteuning vanuit de zorg of vanuit het welzijnswerk. De ondersteuning is gericht op activering, wat ook bij een reguliere werkgever kan plaatsvinden. 18

120 Contracten waarbij een flexibele uitkeringsverstrekking mogelijk blijft. Een deel van onze werkzoekenden is niet in staat 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen. Zij zullen altijd voor een deel afhankelijk zijn van de overheid. Hoe groot dat deel is, varieert per functie en per werkzoekende. Wij zorgen er daarom voor dat onze uitkeringsverstrekking zo flexibel is, dat onze interne regels tijdelijke- en deeltijdcontracten nooit in de weg staan maar eerder stimuleren. Gerichte investeringen in scholing en training, met baangarantie. Hoewel een deel van de werkgevers niet verlegen zit om arbeid, zijn er ook sectoren waarin we de komende jaren met tekorten geconfronteerd worden. We willen voorkomen dat deze tekorten worden opgevuld met arbeidskrachten buiten de regio of buiten Europa. We zijn daarom bereid om te verkennen welke eisen werkgevers aan hun toekomstig personeel stellen en in welke mate wij onze werkzoekenden hiervoor kunnen equiperen. Dit leidt tot gerichte investeringen in scholing en training (inclusief vakopleidingen). Hoe groter de kans op een baan en/of hoe groter het volume, hoe groter de investering vanuit de RIW. Dit kan ook een investering zijn in groep 1 4. Arrangementen die leiden tot spin-off. We realiseren ons dat de werkgeversbenadering niet altijd direct leidt tot het verminderen van het bijstandsbestand. Dit betekent dat we ook dienstverlening leveren aan werkgevers die op termijn kunnen bijdragen aan onze doelstelling. Praktisch gezien kan dit leiden tot het ontwikkelen van een gunstig vestigingsbeleid voor werkgevers die in potentie veel laaggeschoold werk aanbieden. Dienstverlening aan werkzoekenden Om de uitvoering van de RIW financieel gezond en gefocust te houden, zijn onze inspanningen afhankelijk van het beoogde (financiële) resultaat. We werken met een verdienmodel dat er vanuit gaat dat iedere werkzoekende binnen een bepaalde periode een positief financieel resultaat kan bereiken. Dit positieve resultaat is gebaseerd op het terugdringen of minimaal gelijk houden van de kosten die we maken om een uitkering te verstrekken. Lukt dat niet, dan heroverwegen wij kritisch de inspanningen die we voor re-integratie verrichten. Als we de conclusie trekken dat regulier of ondersteund werk niet mogelijk is, onderzoeken we of het mogelijk is de werkzoekende over te dragen naar maatschappelijke activering (groep 4). 4 Groep 1 is de groep met de kleinste afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Zij is in staat om direct, en in ieder geval binnen drie maanden, reguliere arbeid te verrichten en daarmee uit te stromen. Gezien de grote zelfstandigheid van deze groep, zijn de investeringen vanuit de RIW minimaal. 19

121 Figuur 6. Overzicht van klantgroepen In de praktijk betekent dit dat we onze dienstverlening richten op die werkzoekenden die een deel van hun uitkering kunnen terugverdienen of besparen (voldoende terugverdiencapaciteit) en die niet zelfstandig de weg naar werk kunnen vinden. Concreet: we zetten onze re-integratiemiddelen voornamelijk in voor de groepen 2 en 3. Dit komt voort uit de basisgedachte dat we collectieve middelen inzetten voor diegenen die ze het hardst nodig hebben. Werkzoekenden die direct hun volledige uitkering op de reguliere arbeidsmarkt kunnen verdienen (groep 1), hebben geen of weinig ondersteuning van ons nodig. Voor mensen die wel een vangnet nodig hebben maar de weg naar regulier of ondersteund werk op korte termijn niet zullen vinden (groep 4), zijn we er als overheid. We vervullen een zo beperkt mogelijke rol hierin: we verstrekken een inkomen en zorgen voor een goede begeleiding naar zorg en activering. Gezamenlijk primair proces We hebben een gezamenlijk primair proces ontwikkeld. In eerste instantie betrof het proces alleen gemeenten en het SW-bedrijf. In de werkconferenties voor het organisatorisch model hebben we dit procesvoorstel uitgebreid naar het UWV. Dat betekent dat er daadwerkelijk één werkwijze voor alle werkzoekenden in de regio Rivierenland is opgesteld. Met de komst van de RIW willen we dat ook gaan uitvoeren. Het klantproces gaat uit van de vier klantprofielen zoals we die in het inhoudelijk model hebben beschreven (zie ook figuur 6). Hoewel de scheiding tussen de groepen niet eenvoudig te maken is en per persoon in tijd kan verschillen, heeft het onderscheid geholpen bij het ontwikkelen van de dienstverlening. Bij de implementatie (en de screening van de bestaande doelgroep) werken we objectieve maatstaven voor een indeling uit. Een procesbeschrijving van deze werkwijze vindt u in bijlage 2. Er is een gemeenschappelijke werkwijze voor de onderdelen: 20

122 melding vraagverheldering en klantprofiel activering instroom WWB en bepalen verdere dienstverlening uitvoeren dienstverlening en realiseren uitstroom Naast de dienstverlening in het primair proces (ondersteuning naar werk) is een aantal andere dienstverleningsprocessen te benoemen. Ook deze hebben we gedetailleerder uitgewerkt in de bijlage. Het betreft de processen: poortwachter loon- en uitkeringsadministratie en handhaving diagnose en ontwikkeling matching vacatures bieden van georganiseerd werk Om het primair proces te ondersteunen, moet er een goede administratieve organisatie staan. We denken dan bijvoorbeeld aan een goed systeem voor uitkerings- en loonadministratie, cliëntvolgsystemen, matchingssystemen en systemen voor relatiebeheer. We hebben de intentie te werken met één administratie van vacatures en werkzoekenden. Dit geldt voor zowel het UWV, de gemeenten als het SW-bedrijf Lander. Voorbereiding op wetwijzigingen en moderniseringen Een belangrijke doelstelling van het nieuwe, primaire proces was voorbereid te zijn op de recente moderniseringen en wetswijzigingen. Veranderingen die we bij de ontwikkeling van het primair proces hebben meegenomen zijn: Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid, per 1 januari 2013 Modernisering van de Ziektewet, per 1 januari 2014, beoordelingen 1 oktober 2013 Invoeren van de Participatiewet, per 1 januari 2015 Een uitwerking van de wetswijzingen is opgenomen in bijlage 3. Onderscheid in regelingen blijft bestaan Met de invoering van de Participatiewet worden de voorwaarden voor een uitkering voor heel veel mensen gelijkgetrokken. Dat biedt perspectieven om de ondersteuning efficiënt en eerlijk te organiseren. Het is niet meer het labeltje wat bepaald welk inkomen en welke ondersteuning je krijgt, maar de afstand tot de arbeidsmarkt. Werkzoekenden die vóór 1 januari 2015 in de Wajong of SW zijn ingestroomd behouden hun rechten. Dat betekent dat er zowel een groep SW-oud als Wajong-oud ontstaat die andere financiële regelingen kennen dan vergelijkbare werkzoekenden die na 1 januari 2015 instromen. 21

123 De werkwijze van het Werkbedrijf verandert wel, ook voor de doelgroepen SW-oud en Wajong-oud. Vanzelfsprekend houden we ons aan de regels voor het verstrekken van een inkomen. Een SWmedewerker heeft recht op het loon dat bepaald is in de cao en behoudt dit ook in de nieuwe organisatie. We kijken wel naar de mogelijkheden die ontstaan bij bijvoorbeeld tijdelijke contracten. Wat ook verandert, is de manier waarop we tegen werk aan kijken: De huidige SW-populatie, horend in de groep 4. Een deel van de huidige SW-populatie valt in groep 4. Op dit moment werken deze mensen binnen, in een beschutte omgeving. Op het moment dat we de SW-medewerkers in de nieuwe situatie zouden categoriseren in groep vier, bieden we geen arbeidsontwikkeling en een beschutte werkomgeving maar een zorgarrangement. De doelgroep heeft daarmee wel recht op het inkomen, maar niet op een (kostbare) werkplek. Hierbij moet uiteraard wel rekening worden gehouden met het juridisch kader van de komende P-wet. De huidige SW-populatie, behorend in de andere klantgroepen. Een ander deel van de SWpopulatie heeft wel de mogelijkheid te werken naar vermogen. Voor die groep is werk een belangrijke manier om een deel van het eigen inkomen te verdienen en/of een deel van de uitkering terug te verdienen. Omdat het cao loon voor deze groep erg hoog ligt, bepalen we de terugverdiencapaciteit en daarmee de investering (individuele business case) niet op het cao loon, maar op het wettelijk minimumloon. De optimale schaalgrootte voor ieder stukje dienstverlening Het gehele proces voor werk en inkomen organiseren we regionaal. Dit doen we omdat de RIW vooral een specialistische organisatie is, die uitvoering geeft aan tweedelijns voorzieningen. Door het proces regionaal te organiseren, benutten we de schaalvoordelen en creëren we kansen voor specialistische functies (bijvoorbeeld diagnose). Dit geldt specifiek voor de dienstverlening van de RIW, maar kan ook gelden voor bijvoorbeeld functies uit de GGZ en de jeugdzorg (zie figuur 7). Figuur 7. Onderscheid lokale en bovenlokale dienstverlening 22