GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE CULTUUR SOCIALE ZAKEN WELZIJN EN ONDERWIJS. Verslag van de vergadering de dato 12 juni 2014

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE CULTUUR SOCIALE ZAKEN WELZIJN EN ONDERWIJS Verslag van de vergadering de dato 12 juni 2014 Voorzitter van de commissie Commissiegriffier : de heer W. Weerts : de heer A. Hoeberigs Leden Aanw Leden Aanw Leden Aanw H. Bemelmans R. Schurgers E. Crombag L. Wagemans M. Dexters-Mijnes N. v.d. Venne J. Provoo H. Maenen A. Hidding F. Jacobi G. Silverentand-Nelissen H. Aussems R. Daems M. Smeets H. Van Buitenen I. Drost Aanwezig/uitgenodigd: wethouders B. Dauven, J. Vermeer en R. Meijers. Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. Opening en mededelingen. 2. Spreekrecht burgers. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. 4. Raadsplanner. 5. Vaststellen van het verslag van de vergaderingen de dato 7 mei Actielijst. 7. Voorstel college betreffende vaststellen Beleidsverslag WWB, IOAW, IOAZ Voorstel college betreffende vaststellen nieuwe Verordening Leerlingenvervoer Maastricht- Heuvelland. 9. Voorstel college betreffende zienswijze Begrotingswijziging 2014, Begroting 2015 en Meerjarenraming WOZL. 10. Voorstel college betreffende kaderstelling Accommodatiebeleid. 11. Voorstel college betreffende implementatiekosten 3 decentralisaties. 12. Bespreekpunten: raadsinformatiebulletin (concept) Jaarverslag en Jaarrekening 2013 WOZL ; raadsinformatiebulletin vervoerscontract WOZL met Taxi Meurs ; stand van zaken 3 decentralisaties; stand van zaken WSW Licom; stand van zaken peuterspeelzalen. stand van zaken leefbaarheid/zelfsturing. 13. Gewestelijke aangelegenheden. 14. Rondvraag. 15. Sluiting. 1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. 1

2 2. Spreekrecht Burgers. Er heeft zich niemand aangemeld voor het spreekrecht. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden punten voor de rondvraag. Gezien de aanwezigheid van de heer De Winter - directeur van het Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid-Limburg - stelt de voorzitter voor om het agendapunt 9 voorstel college betreffende zienswijze begroting 2014, begroting 2015 en meerjarenraming WOZL naar voren te halen en samen met het bespreekpunt raadsinformatiebulletin (concept) Jaarverslag en Jaarrekening 2013 WOZL - als eerste agendapunt te behandelen. De agenda wordt vastgesteld conform het aangeboden concept, met dien verstande dat agendapunt 9 zienswijze Begrotingswijziging 2014, Begroting 2015 en Meerjarenraming WOZL en het bespreekpunt raadsinformatiebulletin (concept) Jaarverslag en Jaarrekening 2013 WOZL worden behandeld als agendapunt 7. Er zijn geen vragen aangemeld voor de rondvraag. 4. Raadsplanner. Er zijn geen zaken te melden. 5. Vaststellen van het verslag van de vergadering van 7 mei Er zijn geen op- of aanmerkingen ontvangen naar aanleiding van dit verslag. Het verslag wordt vastgesteld conform het aangeboden concept. 6. Actielijst. Er zijn geen punten voor de actielijst. 7. Voorstel college betreffende zienswijze Begroting 2014, Begroting 2015 en Meerjarenraming WOZL en raadsinformatiebulletin (concept) Jaarverslag en Jaarrekening 2013 WOZL. Eerste termijn. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat de fractie VVD kennis genomen heeft van de voorliggende nota. De fractie heeft eveneens gezien dat in de gemeentelijke begroting toereikende bedragen zijn opgenomen om aan de voorgestelde bijdrage WOZL te voldoen. De fractie gaat ervan uit dat er geen verdere financiële consequenties zullen ontstaan en vraagt zich af of er in de toekomst wel zekerheden gegeven kunnen worden en of er maatregelen genomen worden. De fractie is voorstander van het inzetten op samenwerking met de MTB. Tot zover in eerste termijn. De heer Aussems zegt dat de fractie PGP kan instemmen met de uitgangspunten uitvoering WSW, zeker ook met het zelf invulling geven aan de verantwoordelijkheid voor werk. Het doet de fractie deugd dat de bedragen in de begroting van de gemeente toereikend zijn om de voorgestelde bedragen WOZL te voldoen. De fractie is eveneens blij met het positief resultaat over 2013 van rond ,00. Voordat dit bedrag wordt meegenomen als toevoeging aan de algemene reserves en in de Kaderbrief toch een waarschuwing en een vraag. Bij Personeel WSW - in de nota op pagina 4 - wordt aangegeven dat er een aantal financiële risico's zijn. Eén ervan is de gevolgen van de juridische procedure tegen WOZL voor het ontslag van de 34 CAO-ers, die zonder enige vorm van een sociaal plan zijn moeten vertrekken. Naar de overtuiging van de fractie zal die procedure niet zonder financiële gevolgen blijven voor de gemeente Valkenburg aan de Geul. In het kader daarvan stelt de fractie voor het bedrag wél toe te voegen aan de algemene 2

3 reserves conform het voorstel, maar dit bedrag te oormerken voor het doel zoals hierboven omschreven. Kan de wethouder hiermee instemmen? Tot zover in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Dauven voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Richting mevrouw Silverentand-Nelissen antwoordt wethouder Dauven dat het college op dit moment onderzoekt wat de mogelijkheden met de MTB zijn. Hij weet niet of dat de beste oplossing is maar een en ander wordt onderzocht om voor de mensen te komen tot een zo goed mogelijke oplossing. Men zit uiteraard met de arbeidsmarkt in een andere regio dan Parkstad. Dat was altijd al vreemd. Op het moment dat het zover is komt het college daar uiteraard uitgebreid mee terug bij de raad, daar hoeft men zich geen zorgen over te maken. Voor wat betreft de vraag over de risico s beaamt hij dat er uiteraard risico s zij n, ook in de toekomst. Alleen al door vermindering van de subsidies is het heel vervelend voor de gemeente. Eventuele cao-onderhandelingen kunnen vervelend uitpakken voor de gemeenten. Zoals gezegd, er blij ven risico s en keiharde garanties kan het college niet geven. Een ding is wel duidelij k, het college houdt de vinger aan de pols. Voor wat betreft de opmerking van de heer Aussems over de 34 cao-medewerkers stelt hij voor dat de heer De Winter daar kort op reageert. Ten aanzien van de beëindiging van het dienstverband van de 34 cao-medewerkers zegt de heer De Winter dat aan die mensen geen ontslag verleend is, er is sprake van beëindiging van het dienstverband. Op dit moment hebben 21 personen gezegd dat zij een bodemprocedure zullen starten of inmiddels hebben gestart. Hoe komt dit? Ongeveer drie maanden geleden heeft er een kort geding gelopen tussen een van de belanghebbenden en het WOZL. Dat kort geding is door de belanghebbende verloren. De rechter heeft toen nadrukkelijk gezegd dat als men een goed oordeel wil vellen, men een bodemprocedure moet starten. Van de 34 mensen die het oorspronkelijk betrof waarvan het dienstverband is beëindigd hebben er 21 besloten om dat te doen. Dat doen zij gedeeltelijk op persoonlijke titel, maar er zijn ook twee collectieven gevormd. Een via ARAGrechtsbijstand en een via de juridische bijstand van de vakorganisatie. Deze zaken zijn aangemaakt en nog deze maand zal de eerste formele procedure zitting bij de rechtbank plaatsvinden. Het WOZL heeft zich daar ook op voorbereid en er een verdediging op ingesteld. Het WOZL wacht af wat de rechter van deze zaak gaat vinden in deze bodemprocedure. Als het gaat om het opnemen van reserveringen van een mogelijke uitkomst, adviseert hij de raad om dit niet te doen. Want het is volstrekt ongewis wat de rechter zal beslissen. Het kan best zijn dat de 34 personen zeggen dat zij winnen maar het WOZL heeft ook een advocaat en die zegt iets anders. Kortom, men moet dit aan de rechter over laten. De rechter zal een afgewogen oordeel uitspreken. Daarnaast is het volgens hem in de Wet op de Jaarrekening niet zo dat men zomaar reserveringen mag plegen voor zaken die nog onder de rechter liggen. Daar doet een accountant moeilijk over. De heer Aussems dankt de heer De Winter voor zijn bijdrage. De heer De Winter spreekt over het WOZL maar deze commissie spreekt over de gemeente Valkenburg aan de Geul. De heer De Winter adviseert om daar geen bedragen voor te reserveren maar het is niet aan hem om dat hier zo te stellen. Het bedrag dat door de gemeente Valkenburg aan de Geul wordt voorgesteld om mee te nemen in de Kaderbrief wordt niet als geld gebruikt om daar iets anders mee te doen. Misschien heeft de gemeente het geld nodig voor de zaak waar nu over gesproken wordt. Daar wil hij de nadruk op leggen, om te kijken of de gemeente dit geld kan oormerken en aangeven dat het bedoeld is voor als de procedure niet verloopt zoals de 34 of 21 personen dat willen. Dan wordt het geld niet uitgegeven, men moet dit zien als een voorzorg. De heer De Winter gehoord hebbende vindt wethouder Dauven het niet verstandig om het geld daarvoor te oormerken. Het is misschien verstandiger om dat geld voor risico s bij het WOZL te oormerken. Dit is veel neutraler en verstandiger omdat er genoeg risico s op de gemeente afkomen. De vraag is of de gemeente het moet doen want het komende jaar gaat ook nog de bonus-malus regeling spelen bij het WOZL en misschien krijgt de gemeente dan nog geld terug. Hij begrijpt dat 3

4 deze commissie het geld graag wil oormerken voor de risico s, maar als hij kij kt naar hetgeen het volgende jaar op de gemeente afkomt, dan zal de gemeente het komende jaar een voordeeltje hebben. Dat geld kan hier dan eventueel voor gebruikt worden. Maar het is aan deze commissie. De heer Aussems kan de zienswijze van de wethouder hierin best volgen maar als men zegt een en ander mee te nemen in de Kaderbrief, dan kan men daar ook lantaarnpalen mee bouwen en dat mag niet gebeuren. Hij vindt dat de raad minimaal moet zeggen dat men dit geld wil oormerken voor eventuele risico s bij het WOZL. Dan is dit geld daarvoor ter beschikking. Wethouder Dauven antwoordt dat het aan de raad is om dat te besluiten. Dat lijkt de heer Aussems een goede suggestie. Dus de commissie mag het advies geven en de raad mag dit besluiten. Wethouder Dauven antwoordt dat het advies van deze commissie duidelijk is. Het college zal dit als zodanig meenemen. De voorzitter dankt de heer De Winter voor zijn inbreng. Er wordt geen gebruikt gemaakt van de tweede termijn. Met inachtneming van de toevoeging van de heer Aussems adviseert de commissie het voorstel door te leiden naar de raad (hamerstuk). 8. Voorstel college betreffende vaststellen Beleidsverslag WWB, IOAW, IOAZ Eerste termijn. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat door de verschuiving van de verantwoordelijkheid van het Rijk naar de gemeente er voor de gemeente beleidsvrijheid is ontstaan. Hierdoor is het mogelijk gebleken een overschot te creëren van circa ,00. Uit het accountantsonderzoek blij kt dat uitvoering van deze zaak rechtmatig heeft plaatsgevonden. De VVD-fractie kan zich dan ook in het voorliggende voorstel vinden maar heeft wel nog enkele vragen ter verduidelijking. In 2013 zijn er 198 aanvragen uit het sociaal cultureel fonds toegekend. Vallen hieronder ook de aanvragen van de maatschappelijke participatie (vroeger onder de naam Breekfonds)? Er wordt veel werk gestoken in de vorm van schuldhulpverlening. Gezien de situatie voor de ondernemers in verband met de realisering van het centrumplan, vraagt de fractie of de ondernemers ook gebruik kunnen maken van deze integrale schuldhulpverlening. Kan het college de oorzaak aangeven van het hoge aantal personen in Valkenburg aan de Geul die gebruik maken van een uitkering in vergelijking met het landelijk gemiddelde van een soortgelijke gemeente in Nederland? Tot zover in eerste termijn. De heer Aussems dankt alle verantwoordelijken voor het uitgebreide verslag. De fractie wil graag zien of al de inzet van de medewerkers ook effecten sorteert. Daartoe heeft de fractie een aantal vragen. Op pagina 1 t/m 3 van de nota geeft men gedetailleerd weer de cijfers, de prestaties en een toelichting daarop over Kan de wethouder een algemeen beeld geven hoe die cijfers en prestaties zich verhouden tot de jaren 2011 en 2012? Kort gezegd, maakt de gemeente progressie? Op pagina 4 staat een overzichtje van het soort uitkering, het aantal uitkeringsgerechtigden in Valkenburg aan de Geul en het gemiddeld aantal uitkeringen in ons land, bij een soortgelijke gemeente. Het baart de fractie zorgen dat de gemeente Valkenburg aan de Geul hoog scoort als het gaat om aantallen cliënten in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Liefst 1670 inwoners - zijnde 10% van de inwoners in deze mooie gemeente - zijn geheel of gedeeltelijk afhankelijk van hun 4

5 inkomen van de overheid, in dat geval van of via de gemeente. Kan de wethouder aangeven of dat percentage stabiel is over de afgelopen jaren en of is er een op- of neergaande trend te ontwaren? Op pagina 4 staat onder Financiën een overzicht van Inkomensdeel WWB en de resultaten over 2010 t/m Het positieve resultaat van ,00 is circa 1,6 % van het Inkomstendeel. De fractie begrijpt dat als er een tekort is - zoals in de jaren 2010 en er een beroep gedaan kan worden op een aanvullend budget, welk dan getoetst wordt door de Toetsingscommissie om over de meeruitgaven verantwoording af te leggen. Bestudering van die cijfers leert dat het Inkomensdeel opgelopen is van rond 3.3 milj oen in 2010 naar 4.5 milj oen in Een meer Inkomensdeel dus van 1.2 miljoen. De uitgaven zijn in die periode gestegen van 3.8 miljoen naar 4.4 miljoen. Een meer Uitgavendeel van 0.6 miljoen. Per saldo voor de gemeente Valkenburg aan de Geul 0,6 miljoen. Is vandaar alleen de ombuiging van het tekort in 2010 van ,00 naar een overschot van ,00 te verklaren? Of zijn er ook lokale ontwikkelingen geweest die die ombuiging hebben bewerkstelligd? Dan de Startersbeurs. In Bakel is de duizendste startersbeurs uitgereikt. Dit is een nieuwe manier om jongeren zonder baan aan het werk te helpen. Gemeenten betalen het loon en de jongeren, die anders niet aan de bak komen, kunnen op deze manier toch werkervaring opdoen. Bijna een kwart van de Nederlandse gemeenten werken met een startersbeurs. Die beurs duurt maximaal 6 maanden en kan een keer verlengd worden. Van de jongeren die de afgelopen 2 jaar een beurs hebben gehad zijn er intussen 500 vast in dienst bij een bedrijf. Dat betekent ook dat die jongeren geen beroep hoeven te doen op een uitkering WWB en daarmee sluit zo een startersbeurs direct aan op het voorkomen dat jonge burgers afhankelijk worden van de Wet WWB. De fractie PGP wil graag weten of voor de gemeente Valkenburg aan de Geul een dergelijke beurs ook zinvol zou kunnen zijn. Kan het college onderzoeken en een indruk geven of, en zo ja hoeveel jongeren in de gemeente in bovenstaande positie van geen werk zitten? Is het college bereid het positief saldo 2013 of het benodigde deel ervan in te zetten voor dit doel? De fractie zal het college het bericht van Bakel digitaal toezenden. Wellicht kan er met deze gemeente contact gezocht worden over de ins -en outs van deze regeling. Aangaande het macrobudget WWB in 2013 ad. 4.4 miljoen heeft de fractie begrepen dat dit verdeeld wordt via een landelijke verdeelsleutel. Is dit budget mede bepaald op basis van resultaten uit het verleden dan wel op basis van regionale zwakte dan wel sterkte? Of wordt dat alleen verdeeld op basis van inwonersaantallen? Als dat laatste het geval is, heeft de verdeelsleutel dan niet het kenmerk dat in gemeenten met een relatief laag cliëntencijfer, er een grote kans is dat er jaarlijks een positief resultaat geboekt wordt en derhalve een goedgevulde spaarpot overblijft? Langdurigheidtoeslag. Het aantal burgers met zo n toeslag heeft een stijgende trend. Kan de wethouder nog eens in het kort aangeven wanneer burgers daar recht op hebben en de bedragen die daarmee gemoeid zijn? Wat is de verklaring van die stijging van het aantal? Transferium Werk en Bijstand. Het gaat hierbij om een oefenperiode. Kan de wethouder aangeven of er in de gemeente voldoende mogelijkheden zijn om cliënten aan tijdelijk werk te helpen als tegenprestatie, zonder dat het gaat om verdringing van regulier werk? En kunt u voorbeelden en mogelijkheden geven? Tot zover in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Dauven voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Richting mevrouw Silverentand-Nelissen antwoordt wethouder Dauven dat het sociaal cultureel fonds hetzelfde is als het Breekfonds in het verleden. Ook de ondernemers kunnen gebruik bij de schuldhulpverlening aankloppen. Verder werd gevraagd of het college de oorzaak kan aangeven van het hoge aantal personen in Valkenburg aan de Geul die gebruik maken van een uitkering in vergelijking met het landelijk gemiddelde van een soortgelijke gemeente in Nederland. Dit speelt al jaren in de gemeente Valkenburg aan de Geul en het heeft een aantal redenen. Een van de redenen is dat in de gemeente drie RIBW s en drie sociale pensions gehuisvest zijn. Daar wonen allemaal mensen met een uitkering 5

6 en dit stuwt het aantal omhoog. Een ander feit is dat landelijk de toeristengemeenten een aantrekkingskracht hebben. Vaak heeft dit te maken met campings, met appartementen en bungalowparken die op een gegeven moment gebruikt worden om daar te wonen. Het heeft een aantrekkingskracht voor de mensen die helemaal niets meer hebben. Die mensen besluiten op zo n moment om naar een toeristengemeente te gaan zodat ze in ieder geval nog iets vertier hebben. In Zandvoort speelt hetzelfde verhaal. Deze situatie is hier al sinds oudsher hetzelfde en er zit ook geen verandering in. In 2014 zijn in het eerste halfjaar 55 cliënten ingestroomd (in de uitkering gekomen) en er zijn 45 personen uitgestroomd (uit de uitkering gegaan). De omvang van het uitkeringsbestand per 1 juli 2014 is 328. Er werd gevraagd naar het budget. Het budget wordt voor een gedeelte bepaald op de situatie uit het verleden maar het wordt ook bepaald door de samenstelling van de gemeente en het inwonersaantal. Wat gaat er in de toekomst gebeuren? Dat is natuurlijk wel vervelend en dat ziet men bij het passend onderwijs ook. Nu gaat men kijken hoe het kan dat bijvoorbeeld de provincies Oost Groningen en Limburg zo ontzettend laag scoren. Nu gaan de gemeenten daar last van krijgen. Er worden allerlei criteria aangehaald zoals het opleidingsniveau, aantal praktijkscholieren, etc. Vervolgens wordt gezegd dat als men dit soort percentages allemaal heeft dan heeft de gemeente recht op zoveel. De gemeente Valkenburg aan de Geul gebruikt nog meer dus er zit iets vreemds. Dit gaat de gemeente bij een aantal wetten veel geld kosten. Het zou zelfs zo kunnen zijn bij de Participatiewet maar dat is nog even koffiedik kijken. Daar kan hij nu geen exact antwoord op geven. Verder is gesproken over de langdurigheidstoeslag. Iemand krijgt langdurigheidstoeslag als men drie jaar op het minimumniveau zit. Als alleenstaande krijgt men dan 375,00, een eenoudergezin krij gt 450,00 en een gezin krij gt 540,00 per j aar. Natuurlijk is de langdurigheidstoeslag toegenomen want het aantal mensen met een uitkering is eveneens toegenomen. Dit komt door de crisis. Als men het staatje bekijkt, dat klopt allemaal wel en het is gelijk met de voorgaande jaren maar het aantal WW ers is wel schrikbarend toegenomen. Dus de kans dat het volgende jaar ook het aantal mensen in de bijstand weer zal toenemen is groot. Dit heeft helaas allemaal met de huidige crisis te maken. Een van de redenen waarom de budgetten omhoog getrokken zijn heeft ook met de crisis te maken. Als de gemeente het niet haalt moet men eerst 10% zelf betalen alvorens men een beroep kan doen op de overheid. Vanwege die 10% is er in het Vereveningsfonds een buffer opgenomen, op die manier kan een en ander worden opgevangen. Er is gesproken over het verhaal van Bakel. Het college heeft een en ander nagekeken en vindt dit een goed voorbeeld. Maar eigenlijk heeft de gemeente dit voorbeeld al, want de groeibanen lijkt hier erg op. Maar voor jongeren is er nu in Zuid Limburg ook een project gestart, Jongeren at Work. Het college wil daar nu echt werk van gaan maken en ervoor zorgen dat de gemeente Valkenburg aan de Geul zich daarbij gaat aansluiten want dit project is pas opgestart in Maastricht. Aansluiten is mogelijk met de middelen uit het Werkdeel, dus daar hoeft de raad geen extra geld voor vrij te maken. Het college gaat dit zeker doen. Op dit moment vallen er 25 jongeren onder die doelgroep en daar wil het college mee aan de slag gaan. De heer Maenen heeft nog een aanvullende vraag. Hij leest dat er in de schuldhulpsanering 48 trajecten zijn opgestart in Zijn dat nieuwe projecten, dus bovenop de reeds bestaande projecten? Nu is het juni Kan de wethouder aangeven wat de huidige stand van zaken is? Verwacht het college dat er in 2014 meerdere trajecten zijn opgestart? Ten aanzien van het aantal nieuwe projecten antwoordt wethouder Dauven dat dit echt nieuwe projecten zijn. De overige vragen worden via het verslag beantwoord. Volgens mededeling kredietbank zij de aantallen van de schuldhulpverlening het eerste halfjaar 2014 gelijk gebleven ten opzichte van De heer Aussems had nog gevraagd naar het transferium en Werk en Bijstand. Naar hij begrepen heeft is dit voor een proefperiode ingesteld. De vraag was of de wethouder kan aangeven of er voor 6

7 de gemeente Valkenburg aan de Geul voldoende mogelijkheden zijn om cliënten aan tijdelijk werk te helpen. Wethouder Dauven antwoordt dat de betreffende mensen hier een bepaalde periode naartoe gaan, meestal aansluitend op de aanvraag. Waarom is dat? Hier vindt ook een stukje diagnose plaats en wordt gekeken welke richting men met de betreffende cliënt uit moet. Het is ook een stukje arbeidsgewenning voor mensen die lang in de WW gezeten hebben. Dit traject kan maximaal 3 maanden duren. Het transferium zorgt zelf voor werk. Bijvoorbeeld in de kringloop of werkzaamheden bij de MTB. Kringloop Valkenburg doet daar ook aan mee. Er zijn een aantal plekken, in het ziekenhuis bijvoorbeeld is er een plek van het transferium. De heer Aussems begrijpt dat dit tijdelijke plekken zijn. Wethouder Dauven beaamt dat dit tijdelijke plekken, met behoud van een uitkering. De heer Aussems vraagt of er deze plekken geen verdringing betekenen voor andere mensen. Dat beaamt wethouder Dauven. Er wordt geen gebruik gemaakt van de tweede termijn. De commissie adviseert het voorstel door te leiden naar de raad (hamerstuk). 9. Voorstel college betreffende vaststellen nieuwe Verordening Leerlingenvervoer Maastricht- Heuvelland. Eerste termijn. De heer Bemelmans zegt dat het leerlingenvervoer een wettelijke taak van de gemeente is. Omdat de huidige verordening uit 2008 niet is toegesneden op de wetswijziging van augustus 2014 dient deze te worden aangepast. Er is op Zuid-Limburgse schaal een samenwerking in deze waardoor de uitvoering effectief en efficiënt kan verlopen. Er zijn echter twee zaken die de fractie onder de aandacht wil brengen met het verzoek aan de wethouder om hierop te reageren. Kan het in de nieuwe verordening zo zijn dat leerlingen die als niet gehandicapt te boek staan maar toch zijn aangewezen op speciaal vervoer de dupe worden van de nieuwe regeling? Wat gebeurt er na het schooljaar ? Tot zover in eerste termijn. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat de fractie VVD zich zeker kan vinden in de nu voorliggende raadsnota. Wel vindt de fractie het belangrijk dat er met meerdere vervoerders contracten worden afgesloten om risico s van uitval te verminderen. Want als het contact wordt gegund aan een te groot vervoersbedrij f en zo n bedrij f gaat failliet dat las zij laatst ook in de krant - dan loopt men het risico dat er geen opvolgende vervoersbedrijven zijn omdat zij daar niet op hebben ingespeeld. Tot zover in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Dauven voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Aangaande de vraag van de heer Bemelmans of er nog mensen buiten de boot vallen antwoordt wethouder Dauven dat het college dat niet wil. Het Rijk is een grote groep mensen vergeten aan te merken als gehandicapten. Daarvan heeft het college gezegd dat dit nooit zo mag zijn. Iemand met een psychische handicap kan ook behoorlijk beperkt zijn. Het college heeft gezegd dat al die mensen een vergoeding krijgen. Vandaar deze nieuwe verordening. Het college hoopt dat de Veegwet van kracht is na 2015 en dat het dan ook formeel is vastgelegd door het Rijk. De wijze waarop het in de nota staat is de heer Bemelmans niet helemaal duidelijk. Daar staat in dat de overgangsregeling gaat gelden voor het merendeel etc. 7

8 Wethouder Dauven antwoordt dat dit betrekking heeft op de leerlingen uit het voortgezet onderwijs. De heer Bemelmans zegt dat het merendeel niet alle leerlingen betreft. Wethouder Dauven antwoordt dat de betreffende leerlingen uiteraard wel een indicatie moeten hebben. Dus de GGD moet kijken of iemand daarvoor in aanmerking komt. Dat begrijpt de heer Bemelmans. Maar krijgen alle leerlingen die daarvoor in aanmerking komen een vergoeding? Want dit staat niet duidelijk in de nota. Wethouder Dauven beaamt dat alle leerlingen die daarvoor in aanmerking komen een vergoeding krijgen. Hij zal kijken of een en ander tekstueel moet worden aangepast. Verder werd gevraagd naar de aanbesteding. Dat is altijd een probleem met aanbestedingen. Van de ene kant wil het college natuurlijk heel graag dat de aanbesteding zo gunstig mogelijk uitvalt. Dan ziet men vaak een groot bedrij f met onderaannemers. Dat kan inderdaad risico s met zich meebrengen. Maar als men van tevoren al zegt dat men de zaken gaat opknippen dan is de aanbesteding natuurlijk niet zo interessant. Een en ander is nu met veel gemeenten samen opgepakt en hij hoopt dat het nu goed zal uitpakken in financiële zin, maar hij is het met mevrouw Silverentand-Nelissen eens dat dit risico een rol speelt. De heer Schurgers las deze week in de krant een artikel over Taxibedrijf Haagmans-Timmermans. Komt het hierdoor dat dit bedrijf failliet is gegaan? Kan het daarmee te maken hebben? Toevallig kreeg hij deze week een brief in de bus over opvang en daarin stond dat het niet zeker is of Taxibedrijf Haagmans-Timmermans dit voor hen blijft doen. Wethouder Dauven weet dat Taxibedrijf Haagmans bij het WMO-vervoer onderaannemer is. Natuurlijk is het zo dat als de prijzen worden afgeknepen c.q. scherper worden, dan bestaan er dat soort risico s. Of het in dit geval daardoor komt dat weet hij niet. De heer Schurgers zegt dat best taxichauffeurs uit de gemeente Valkenburg aan de Geul kunnen zijn. Daar is wethouder Dauven het mee eens. Dat is altijd een groot probleem en dat is hier al diverse keren besproken, ook in het kader van de huishoudelijke hulp etc. Op dit moment ontslaan de zorgcentra massaal hun mensen, eigenlijk al met het oog op de nieuwe wet. Het is nog maar de vraag of dit altijd even integer is. Het college zal daarop letten maar veel meer kan men niet doen. Als hij tegen de raad zou zeggen dat de gemeente een aanbesteding kan doen en dat het mogelijk is om daar ,00 op te verdienen, dat het ook mogelij k is om het met een andere partij te doen waarbij men er voor 100% zeker van is dat niemand ontslagen wordt maar dat dit dan wel ,00 extra kost, dan is dat een moeilij ke afweging. Een en ander heeft te maken met de marktwaarde. Er wordt geen gebruik gemaakt van de tweede termijn. De commissie adviseert het voorstel door te leiden naar de raad (hamerstuk). 10. Voorstel college betreffende kaderstelling Accommodatiebeleid. Eerste termijn. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat het bureau Necker Van Naem na de workshop de uitgangspunten voor het accommodatiebeleid in een memo heeft vastgelegd. De fractie VVD kan zich in deze punten vinden mits er geen para commerciële activiteiten binnen de gemeenschapshuizen zullen plaatsvinden. Voor wat betreft het realiseren van twee kunstgrasvelden bij voetbalvereniging Berg en bij voetbalvereniging Walram heeft de fractie geconstateerd dat er een voetbalveld verdwijnt. Leidt dit tot besparing of hogere uitgaven in verband met het onderhoud? Wanneer denkt het college dat de 8

9 implementatie van deze plannen zal plaatsvinden? Ook voor wat betreft de twee all-weather tennisbanen op het tenniscomplex in Houthem. Voor wat betreft de kleine aanpassingen overige voetbalcomplexen vraagt de fractie het college ook hierover richtlijnen op te stellen. Het moet niet zo zijn: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Graag antwoord op deze vragen. Tot zover in eerste termijn. De heer Prevoo zegt dat de raad meerdere malen met ondersteuning van het bureau Necker van Naem gediscussieerd heeft over het accommodatiebeleid om te komen tot beleidskaders. De memo van Necker van Naem van 13 januari 2014 dat bij de stukken lag, was uitgangspunt voor de tot nu toe laatste raadsbespreking. De raadsleden hebben aangegeven dat tijdens die laatste sessie nog diverse vagen zijn gesteld en kanttekeningen zijn geplaatst. Nu stelt het college voor om de in de memo verwoorde kaders letterlijk over te nemen. Namens de fractie CDA wil hij de geplaatste kanttekeningen hier nogmaals herhalen: Onder de noemer kaders gemeenschapsvoorzieningen wordt alleen gesproken over gemeenschapshuizen. Als men praat over gemeenschapsvoorzieningen dan is dit veel ruimer dan alleen gemeenschapshuizen (denk aan andere gebouwenaccommodaties voor jeugd en scouting, binnensport, bibliotheek etc.). Daarom stelt de fractie voor om hier alleen te spreken over gemeenschapshuizen en buitensportaccommodaties en de term gemeenschapsvoorzieningen hier niet te gebruiken. Het begrip Verenigingen van de toekomst ; er wordt gesteld dat daar vooralsnog alleen in Houthem sprake van zou zijn. Tijdens de discussies is afgesproken een eenduidige betekenis op te nemen van wat men bedoelt met verenigingen van de toekomst. Niet het enkele feit dat een aantal verenigingen op één accommodatie activiteiten houden zou bepalend zijn, maar de toekomstbestendigheid van de vereniging of meerderen verenigingen met - waar mogelijk - bundeling en afstemming. Met andere woorden, vooral de inhoud van de samenwerking en samenhang is bepalend. Graag een eenduidige omschrijving bij deze kaderstelling. Betaalbare accommodaties is een j uist uitgangspunt: toevoeging op basis van huur per categorie per vierkante meter (wat regionaal en landelijk gangbaar is), is onduidelijk en vraagt om een niet mis te verstane formulering. Zoals dit nu is geformuleerd weet niemand waar men aan toe is. Met de overige uitgangspunten kan de fractie CDA zich verenigen. Wel ligt het voor de hand om er een toe te voegen, wat verloren vermeld staat op pagina 4 van 6 in de raadsnota en wel onder ad IV. Wat daar wordt gesteld is dat wat de voetbalcomplexen betreft in de toekomst nog slechts in twee toekomstbestendige complexen wordt geïnvesteerd, nl. in de kernen Berg en Valkenburg centrum. Dit uitgangspunt zou dan ook duidelijk in de kaderstelling moeten worden vermeld. Nu wordt het slechts terloops in de raadsnota aangegeven. Overigens worden vervanging van afrastering, ballenvangers, dug-outs, bestrating voor complexen in de nota genoemd als investeringen niet vallend onder regulier onderhoud. Dat kan toch niet waar zijn. Achterstallig onderhoud en noodzakelijke vervanging zou daar juist wel onder vallen. Daarom heeft de fractie al eerder gepleit voor het creëren van onderhoudsvoorzieningen parallel aan onderhoudsvoorzieningen van gemeentelijke gebouwen. Zonder een dergelijke voorziening blijft men achter de feiten aanlopen. En waarom zou dit wel gelden voor binnensportaccommodaties (Polfermolen en Bosdries) en niet voor gemeentelijke buitensportaccommodaties? Tenslotte wordt in deze nota aangegeven dat het krediet van 1 miljoen kaderstellend is. Inmiddels is al duidelijk dat de aanleg van 2 kunstgrasvelden, 2 all-weather tennisbanen en de herinrichting van sportpark Oost nauwelijks verantwoord binnen deze kredietmarge kan plaatsvinden. Punt 6 van de voorgestelde besluiten zal dus slechts een papieren werkelijkheid blijken te zijn. Des te meer een reden om de ongelijkheid in vergelijking met andere gemeentelijke eigendommen wat betreft het ontbreken van een onderhoudsvoorziening recht te trekken. Overigens is er ook sprake van ongelijkheid als het gaat om mogelijke kredietoverschrijding. Het kan toch niet zo zijn dat men de kwaliteit van plannen geweld aan doet door een harde kredietlimitering. Dan kan men nog beter onderdelen van een plan spreiden in de tijd dan nu te kiezen voor opties met onvoldoende kwaliteitsgarantie. Zo gaat de gemeente toch ook niet om met plannen in de openbare ruimte (denk aan de centrumplannen en de meerkosten van de stadspoorten)? De fractie rekent in dit opzicht op een verstandig en verantwoord beleid en uitvoering door college en de coalitie. Tot zover in eerste termijn. 9

10 De heer Aussems zegt dat het proces om te komen tot Kaders Accommodatiebeleid al langer loopt. In januari van dit jaar zijn in de sessie onder leiding van Necker van Naem de uitgangspunten van het accommodatiebeleid - in overleg met en onder inbreng van de fracties - geformuleerd. Eén voorstel in het voorliggende raadsvoorstel is om die punten als leidraad te gebruiken voor het opstellen van het beleid en voorstellen te doen voor de invulling. Daar kan de fractie PGP zich in vinden. Eerst de kaders vaststellen. Pas als die zijn geformuleerd, invulling geven en dan pas uitvoeren. Waar de fractie zich op dit moment nog niet geheel of gedeeltelijk in kan vinden zijn de volgende vijf punten in het raadsvoorstel. Ad. punt 2 Kunstgras. Daar waar in de uitgangspunten rapport Necker van Naem nog sprake is van: "daar waar nodig, kunstgras aan te leggen i.v.m. intensiever gebruik", wordt in dit raadsvoorstel daar al een voorschot op genomen en invulling aan gegeven. En dat gaat de fractie wat snel. Als rechtvaardiging voor de genoemde plaatsen met kunstgras wordt voorbij gegaan aan het punt: "waar dat nodig is", dan wel heeft het college dat al bepaald. Voor de fractie is het belangrijk dat op "waar dat nodig is" gefundeerde antwoorden komen. Tenslotte betreft het - zoals nu voorgesteld - een investering van 0,8 milj oen. Er mag geen twijfel over bestaan dat het besluit tot investering tot stand is gekomen na zorgvuldige afweging van alle scenario's en met medeneming van alle relevante gegevens. Aangaande de keuze voor kunstgrasvelden op complex VV Walram en VV Berg '28 geeft het college in de toelichting aan, dat de bedoelde verenigingen de grootste zijn met de meeste leden en dat het daarom gerechtvaardigd is daar de kunstgrasvelden neer te leggen. Het geschikt maken van één of twee andere, nieuwe locaties zullen zonder verdere diepte investeringen niet mogelijk zijn. Echter, volgens de fractie is dat niet onderzocht. Al met al, als het nodig is dat die kunstgrasvelden er moeten komen, dan zou investeren in de genoemde complexen de eerste optie zijn, maar ook dan moeten een aantal scenario's onderzocht worden. Bij dat onderzoek gaat het om een aantal vragen die de fractie nu heeft en antwoorden die van belang zijn om de afweging goed te kunnen maken. Vandaar dat de fractie hoge waarde hecht aan de antwoorden op die vragen door het college. Vraag 1) Welke cijfermatige onderbouwing ligt er voor? Het weergeven van ledenaantallen alleen is geen onderbouwing. Een beetje gewortelde vereniging heeft actieve, sportieve leden, maar ook leden die daar als vrijwilliger actief zijn en er veel voor doen. Sterker nog, waar die vereniging niet zonder kan. En ook leden die gewoon naar het voetbal komen kijken. Daar is niets mis mee, maar tussen de kantine en de rand van het speelveld is geen kunstgras nodig. Het gaat om de intensiteit van het bespelen van de velden, in wedstrijdverband en trainingen. Dus het aantal speel- en trainingsuren van de actieve, sportieve leden. Vraag 2) Kunt u het huidige gebruik van de bestaande voetbalvelden op de twee locaties vergelijken met de prognose van het gebruik over bijvoorbeeld 5 jaar? En dat op basis van de demografische ontwikkelingen en verwachtingen naar actieve leden en te spelen wedstrijden en trainingen? En dat zonder ophoging van de ledentallen van de verenigingen uit de andere kernen die blijven spelen op natuurlijke velden. Want uitgangspunt daarbij moet zijn dat die ook in de toekomst blijven spelen op hun complex vanwege de maatschappelijke functie en leefbaarheid van de kernen. Tenslotte is een sportvereniging in een kern meer dan elf spelers op het veld. En ook zou er geen druk vanuit de gemeente worden opgelegd om te komen tot clustering van verenigingen naar de complexen met kunstgras. Maar anderzijds - mede door het voorstel om geen investeringen meer te doen in de resterende complexen - kan het gebeuren dat verenigingen op termijn zelf besluiten er mee op te houden. En dat de spelers dan - naar de fractie hoopt over gaan naar een vereniging van de toekomst in onze eigen gemeente Valkenburg aan de Geul, waarschijnlijk naar een complex met kunstgras. Vraag 3) dit zijn een aantal vragen ineen Is onderzocht of gaat u onderzoeken of die complexen op dat kunstgrasveld die toestroom dan aankunnen? Of komt er dan een beroep op een nieuwe investering? En of er dan niet een structureel parkeerprobleem ontstaat op de huidige locaties? Of worden verenigingen dan gedwongen over de gemeentegrens te gaan spelen? En wat betekent dat voor het prestige van gemeente Valkenburg aan 10

11 de Geul? En hoe kijken de andere gemeenten dan daar - ook financieel - tegenaan? Allemaal scenario's die vooraf onderzocht moeten worden. Vraag 4) Welke rechten en plichten gelden voor de verenigingen die op de resterende natuurlijke velden spelen als zij incidenteel - gebruik willen maken van de kunstgrasvelden (bijvoorbeeld bij onbespeelbaarheid van de eigen velden)? Het gaat bij de investering in kunstgras om gemeenschapsgeld van ons allen. Kortom, wat zijn de voorwaarden voor de verenigingen? Met deze vragen zoekt de fractie aansluiting op de uitgangspunten in rapport Necker van Naem, zijnde betaalbare accommodaties en gelijkheid in tarieven voor alle hurende verenigingen. Het lijkt de fractie zinvol om daarover uitgangspunten te formuleren in de kaders om gehakketak na ingebruikname te voorkomen. En dat in afstemming met alle verenigingen en de sportraad. Vraag 5) Kan de wethouder toezeggen dat uitgangspunten op dit vlak worden meegenomen in het op te stellen accommodatiebeleid? Verleden week is die Sportraad bij elkaar gekomen met vertegenwoordigers van de sportverenigingen. Naar verluidt zijn daar ook andere meningen en inzichten geventileerd omtrent invulling van de sportcomplexen naar de toekomst. Vraag 6) Neemt de wethouder de bevindingen en meningen van de leden van de Sportraad, mee in de op te stellen uitgangspunten? Overigens werd door een deskundige daarbij gesteld dat het onderhoud van kunstgras niet goedkoper is dan van natuurlijk gras. Daar is dus geen winst te behalen. Tenslotte de begroting van de twee kunstgrasvelden. Het is een forse investering. Maar als het college de noodzaak kan onderbouwen c.q. verdedigen. Vraag 7) Kunt u toezeggen dat die gemeente? 0,8 miljoen het maximale bedrag is dat ten laste komt van de Ad. 3 Herinrichting complex Walram Kunt u aangeven of en zo ja hoeveel, het model voor uitbreiding, deels op tenniscomplex LTC Valkenburg, goedkoper is dan model richting de Geul? Is het correct dat het complex van LTC Valkenburg eigendom is van de gemeente? Als dat zo is, welke vergoeding staat daar dan tegenover? Ad 4 Tennisclub Geuldal Het tenniscomplex LTC Munster is eigendom van LTC Munster. Bij de fusie van LTC Iason en LTC Munster in LTC Geuldal, wordt voorgesteld een subsidie te verlenen van ,00 voor twee allweather banen op complex van huidig LTC Iason. Vraag a) Het complex in Houthem is in erfpacht van de gemeente. Blijft dat zo? Vraag b) Kan het college inzicht geven in de nieuwe bestemming van het complex LTC Munster? Vraag c) Kan het complex in Berg niet overgedragen worden aan de gemeente en de waarde van dat complex geheel of gedeeltelijk ingezet worden bij de realisatie van de twee all-weather banen? Ad 6 Kleine aanpassingen overige buitensportcomplexen. In het coalitieakkoord AB-VVD -PGP staat op pagina 3 van dit raadsvoorstel onder IV aangegeven dat dit onvoorwaardelijk zou zijn. Wat in het coalitieakkoord staat, dat gaat de coalitie met de fractie PGP dan ook doen. Heel simpel, dat hebben de coalitiefracties afgesproken. In dit raadsvoorstel wordt het nu afhankelijk gemaakt van een restant budget na de investering in all-weather banen, kunstgras en de beleidsnota accommodatiebeleid. De fractie PGP is het niet eens met die formulering. Vraag a) Kan de wethouder aangeven waar aan de ,00 voor de beleidsnota accommodatiebeleid voor zijn bedoeld? Voor het oplossen van het capaciteitsprobleem van het Walramcomplex of voor de kleine aanpassingen? Vraag b) Als daarmee niet ook de investering in "kleine aanpassingen andere buitensportcomplexen" wordt bedoeld, kan de wethouder toezeggen dat dan alsnog onvoorwaardelijk gelden daarvoor worden vrijgemaakt? Een amendement of motie daartoe zou een optie kunnen zijn om het doel te bereiken. Tot zover in eerste termijn. 11

12 De heer Jacobi kan zich aansluiten bij de woorden van de vorige sprekers. Ook de fractie D66 heeft de stukken gelezen. Er worden financiële middelen uitgetrokken, ,00 voor elk sportveld en ,00 voor het complex in Houthem en nog ,00 voor de overige voorzieningen van de andere sportverenigingen. Hoe realistisch is het dat er van 1 milj oen geld overblij ft voor de andere accommodaties? Als er geen geld overblijft wat uit de voorgaande zaken bleek wat gebeurt er dan met de overige sportaccommodaties? Sterven die dan een zachte dood of wordt dit voorkomen? Of wordt er dan juist wel gezegd dat de gemeente dan maar mee dan 1 milj oen moet uittrekken om het doodbloeden te voorkomen? Kortom, hoe hard is die 1 milj oen? Hoe verhoudt zich de in de stukken geformuleerde wens van behoud van de sportvoorzieningen in alle kernen tot de financiële werkelijkheid? Zojuist is al aangegeven dat alle sportverenigingen is gevraagd naar een wensenlijstje over wat er nodig is om hun accommodatie in stand te houden qua kleine voorzieningen. Dat wensenlijstje moet binnen zijn gekomen en de fractie is benieuwd wat het wensenlijstje in totaal aan financiële middelen wordt gevraagd. Kan dit gehonoreerd worden? In de beslissing over de locatie voor de Vereniging voor de toekomst is geen actief advies en inbreng gevraagd van de sportverenigingen zelf. Was daar een reden voor? Is met de keus van de Vereniging van de toekomst ook rekening gehouden met bereikbaarheid en parkeergelegenheid? Er wordt gesteld dat de grote clubs Walram en Berg dé reden is waarom daar de kunstgrasvelden naar toe gaan. Maar er zijn absoluut nog meer argumenten te noemen waarom het daar juist niet zou moeten komen. Qua ledenaantal heeft men volledig gelijk maar om andere redenen zou het juist niet zo moeten zijn. De fractie is benieuwd welke sportclubs en verenigingen gebruik gaan maken van de accommodaties van de toekomst. Men heeft het immers over accommodaties van de toekomst. Dus ogenschijnlijk wil men graag dat dit echt in de toekomst ligt en dat daar ook andere mensen naar toe gaan. Valt bijvoorbeeld de scouting of andere zaken daar ook onder? Zijn er inmiddels al contacten gelegd met die andere sportverenigingen of andere verenigingen om hier gebruik van te mogen maken? Tot zover in eerste termijn. De heer Bemelmans zegt dat het subsidie- en accommodatiebeleid al een aantal keren onderwerp van gesprek is geweest. Om alles zo helder mogelijk te houden is het subsidiebeleid losgekoppeld van het accommodatiebeleid. De voorbereidingen van het accommodatiebeleid zijn in samenspraak gegaan met het Bureau Necker van Naem. Helaas moet de fractie in deze nota vaststellen dat kaderstelling en uitvoering door elkaar heen lopen. De fractie zou dit liever gesplitst zien. Allereerst de uitgangspunten en de vaststelling van de 1 miljoen accorderen om vervolgens - na gedegen onderzoek - de uitvoering ter hand te nemen. Een uitvoering die de fractie zou willen voorzien van een cijfermatige onderbouwing van de in zowel ledenaantallen van de betreffende clubs die kunstgras krijgen alsook een duidelijke financiële onderbouwing. Vooral over het financiële gedeelte heeft de fractie AB een aantal opmerkingen die men in de nota verwerkt wil zien. Als de fractie naar de afwegingen en advies kijkt in de nota, kan men stellen dat punt 1 op dit moment het belangrijkste is, waarbij de zinsnede: en voorstellen te doen voor de nadere invulling hiervan pas zal gebeuren nadat er een gedegen onderzoek heeft plaats gevonden naar nut en noodzaak van, met name, punt 2 en 3. Bij punt 2 wil de fractie de toevoeging: voor maximaal ,00 Punt 3 is op een vreemde wijze in deze raadsnota terecht gekomen. De fractie wil hier alleen serieus over nadenken als ook dit punt valt binnen die ,00. Bij punt 4 heeft de fractie nog twee vragen: 1. LTC Munster heeft haar complex in eigendom. Wat kan hier nog mee gedaan worden? 2. Willen de tennisclubs wel naar Houthem verhuizen? 12

13 Onder punt 5 wil de fractie het totaal beschikbare krediet van 1 miljoen veranderen in ,00 waardoor bij punt 6 niet komt te staan: het eventuele restant budget in te zetten om kleine aanpassingen aan de overige buitensportcomplexen uit te voeren maar: het restant budget van ,00 in te zetten voor noodzakelijke aanpassingen aan de overige buitensportcomplexen uit te voeren. Tot zover in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Meijers voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. In de inbreng van de fractie VVD werd gesteld dat er een voetbalveld zou verdwijnen. Wethouder Meijers antwoordt dat het college daar niets over weet, want er verdwijnt geen voetbalveld. Bepaalde opties verzien er juist in dat er zelfs nog een klein veldje bij komt. Mevrouw Silverentand-Nelissen vraagt wat er boven op komt. Wethouder Meijers antwoordt dat dit een ander scenario is. Het college gaat uit van de bestaande grond beneden, op die grond zou een en ander gerealiseerd kunnen worden. Maar daar zijn verschillende opties mogelijk. Verder werd gevraagd wanneer een en ander gerealiseerd zou kunnen worden. Als de kaders voor het accommodatiebeleid worden vastgesteld en het college kan daarmee aan de slag, dan zal een en ander in de loop van 2015 gerealiseerd zijn. Daar kan men gezien de aanbesteding etc. van uitgaan. Dan de richtlijnen voor kleine aanpassingen bij de andere accommodaties. Er werd gezegd dat er eerst inventarisatie dient plaats te vinden, andere sprekers hebben dat ook ingebracht. Op dit moment hebben slechts twee andere verenigingen hun wensenlijstje ingebracht en dan ook nog in een verschillende format. Het college kan daar op dit moment nog geen echte prijs aan hangen. Er zijn dus ook nog een aantal verenigingen die dat nog niet gedaan hebben. Er valt derhalve nog een totale inventarisatie op dat punt te maken. In de bijdrage van de fractie CDA werd gesteld dat de kreet gemeenschapsvoorzieningen hier niet geheel van toepassing is. Het college kan zich daarin vinden, de nota wordt als zodanig aangepast. Verder werd gesproken over de Vereniging voor de toekomst en dat daar een duidelijke definitie over moet worden gegeven. Op dit moment is er slechts één Vereniging van de toekomst in Houthem die aan het NOC NSF criterium voldoet. Die vereniging wordt door NOC NSF ook als zodanig als voorbeeld op hun site ten tonele gevoerd, dat is Houthem. Dan gaat het dus ook over de samenwerking die van onderop gerealiseerd is en die multifunctioneel ingezet wordt. Als men kijkt naar de stelling van de betaalbaarheid per m2 die is in dit kader opgenomen omdat dit van tevoren als zodanig uit alle gesprekken daarover gefileerd en vastgesteld is, ook door de leden van de raad. Er is gesproken over de toekomstbestendigheid. Op deze vraag kan hij nu geen goed antwoord geven. Volgens het college zijn de diverse verenigingen toekomstbestendig genoeg. De fractie PGP vroeg naar een cijfermatige onderbouwing die verder gaat dan het ledenaantal. De verenigingen zijn geïnventariseerd. Het college kwam tot de verrassende conclusie dat de verenigingen met de meeste leden ook de meeste elftallen en teams hebben. Walram heeft iets meer dan twintig teams, Berg heeft bijna vijfentwintig teams en dit zijn andere aantallen dan bij de overige clubs. Waarbij dient te worden aangetekend dat Struchter Boys vanwege de samenwerking met Wijlre een behoorlijk eind komt. Het college zal dit overzicht aan het dossier toevoegen. Verder werd gevraagd of het college het gebruik van de bestaande voetbalvelden van deze twee locaties kan vergelijken met de prognose van het gebruik over bijvoorbeeld vijf jaar. Als men kijkt naar juist die twee clubs dan hebben die ook de meeste jeugdleden. De verwachting is dat die clubs over vijf jaar behoorlijk voorzien zijn. 13

14 Er werd gevraagd naar de demografische ontwikkelingen. Er is inderdaad een afname te zien maar die geldt in algehele zin. Men kan proberen anticyclische maatregelen te nemen. Hij vermoedt dat de clubs daar zelf ook naar zullen streven. Het ging de heer Aussems om de vraag dat als men uit de gegevens van nu vindt dat de kunstgrasvelden noodzakelijk zijn op basis van te spelen/trainen uren op de velden, dan wil hij dat graag vergelijken met de situatie over vijf jaar. Dus niet de vraag of de clubs dan nog veel leden hebben want in verhouding hebben die clubs er dan zeker nog veel - maar de vraag is dat als het nu nodig is, of het over vijf jaar ook nog nodig zou zijn. Nu wordt op gewoon gras gespeeld. Walram moet soms schuiven en dan loopt men iets achter. Indien men op gras blijft spelen is het over vijf jaar dan gemakkelijker dan nu of nog veel moeilijker? Kortom, is het over vijf jaar nodig of niet? Want men wil een investering doen en daar mag men over drie jaar niet van zeggen dat men het beter niet had kunnen doen. Wethouder Meijers begrijpt dat de fractie PGP stelt dat als het college verwacht dat het ledenaantal van een betreffende club over vijf jaar zakt tot een bepaalde grens, dan zou men die investering nu niet moeten doen. De heer Aussems geeft dit ter overweging. Hij geeft aan dat dit de demografische ontwikkelingen zijn met de gevolgen die dat kan hebben. Hij is best voor het investeren in kunstgrasvelden maar het moet wel nodig zijn. De fractie zoekt naar de rechtvaardigheid om dat te doen. Wethouder Meijers heeft de gegevens over de ledenaantallen over de afgelopen vijf tot tien jaar niet paraat. Daaruit zou men een trend kunnen afleiden. Hij vermoedt niet dat die een steile curve naar beneden laat zien. De heer Aussems zegt dat de wethouder deze vraag nu niet hoeft te beantwoorden maar hij vraagt of de wethouder kan nakijken hoe die ontwikkeling zich zal voortzetten. Wethouder Meijers antwoordt dat als de desbetreffende verenigingen inzicht in hun ledenaantallen geven dan moet dat lukken. De heer Schurgers zegt dat er steeds sprake is van de Vereniging voor de toekomst maar bepaalde clubs in Valkenburg aan de Geul werken niet samen met een andere club binnen de gemeente. Is er nooit gekeken naar een heel nieuw sportcomplex? Bijvoorbeeld boven op de Cauberg, daar zouden twee velden kunnen komen waar men multifunctioneel iets kan doen, evenementen houden, etc. Dan is de gemeente van alles af. Sibbe werkt samen met Margraten en die mensen moeten ook drie kilometer rijden. Het typische in Valkenburg is dat alles dat van beneden naar boven moet komen, dat is niet mogelijk maar alles wat van boven naar beneden moet komen dat moet wel mogelijk zijn. Iedereen moet naar het centrum van Valkenburg komen. Daar zijn parkeerkosten aan verboden, etc. terwijl er boven ruimte genoeg is. Hij heeft niets tegen kunstgrasvelden maar het college moet eens kijken naar de mogelijkheden voor een nieuw multifunctioneel sportcomplex boven op de Cauberg dat voor iedereen toegankelijk is. Wethouder Meijers stelt dat de accommodatienota dan drastisch aangepast moet worden en dan komt hij met een ander verzoek qua financiën bij de raad terug. De heer Schurgers zegt dat de kop Cauberg voor 1 milj oen afgeboekt staat, dat wordt niet verkocht. Leg daar een sportcomplex neer waar iedereen jaren mee vooruit kan en dan spaart de gemeente 1 milj oen. De voorzitter zegt dat het voorstel dat de heer Schurgers doet in het verleden al onderzocht is, ergens in 2004 of Destijds is een onderzoek uitgevoerd door Oranjewoud naar één centraal sportcomplex op de Cauberg. Dat plan is destijds gemotiveerd de kast in gegaan. Als dat is onderzocht stelt de heer Schurgers voor om een dergelijk complex in Broekhem te realiseren op de plek waar de school straks misschien verdwijnt of bij het hockeycomplex. De heer Jacobi zegt dat de fractie D66 zich hier volledig bij aansluit. Het lijkt wel of de fractie AB het plan van de fractie D66 gelezen heeft. 14