Projectplan. Projectnaam: Implementatie Wet werken naar vermogen

Transcriptie

1 Gemeenten: - Aalburg - Drimmelen - Geertruidenberg - Oosterhout - Werkendam - Woudrichem Projectplan Projectnaam: Implementatie Wet werken naar vermogen Documentinformatie Bestuurlijk opdrachtgever: Ambtelijk opdrachtgever: Plv. ambtelijk opdrachtgever Budgethouder: Projectleider: Plv. projectleider: Paraaf goedkeuring ambtelijk opdrachtgever Wethouders sociale zekerheid 6 WAVA gemeenten Gerard Boss (Werkendam), namens directies 6 gemeenten Adri Gabriëls (Oosterhout), namens directies 6 gemeenten n.v.t. Ad Huijsman (Werkendam/Woudrichem) Teus Kortlever (Oosterhout) Datum: 28 feb 2012 Documenthistorie Versie: 6 Datum: Besproken met: Leidinggevenden sociale zaken en Datum: wethouders sociale zaken Wijzigingen t.o.v. vorige versie Een aantal inhoudelijke verduidelijkingen Datum:

2 INHOUDSOPGAVE PROJECTOPDRACHT AANLEIDING PROBLEEMSTELLING / UITDAGING DOEL RESULTAAT REIKWIJDTE EN AFBAKENING RANDVOORWAARDEN EN EISEN...11 PLAN VAN AANPAK PROJECTORGANISATIE AANPAK PLANNING EN FASERING KOSTENRAMING EN FINANCIERING RISICOMANAGEMENT COMMUNICATIE PROJECTOPLEVERING EVALUATIE- EN EINDRAPPORTAGE...16 Datum: 5 maart 2012 Pagina: 2 van 16

3 PROJECTOPDRACHT 1 AANLEIDING In het regeerakkoord van het kabinet Rutte is opgenomen dat het kabinet maatregelen wil nemen die er toe bijdragen dat iedereen zo veel mogelijk naar vermogen participeert in de samenleving. Het doel daarvan is drieledig: a. Mensen perspectief geven op werk en inkomen; b. Het draagvlak versterken onder onze sociale voorzieningen; c. Het bestrijden van dreigende personeelstekorten in de toekomst. Verder is in het regeerakkoord opgenomen dat het kabinet de WWB, WAJONG en WSW wil hervormen door te komen met één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Hierdoor kunnen gemeenten meer mensen laten participeren, budgetten gerichter en effectiever inzetten en kosten besparen. De eerste uitwerking van deze bepaling uit het regeerakkoord deed het kabinet in de hoofdlijnennotitie Werken naar vermogen 1. Deze notitie werd op 21 april 2011 aan het parlement aangeboden. In de notitie schetst het kabinet de hoofdlijnen van de nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV). Het hoofddoel van de WWNV is om te komen tot een meer activerende sociale zekerheid. Met de WWNV wil het kabinet gemeenten in staat stellen een samenhangende aanpak te ontwikkelen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daarmee wordt de regiefunctie van gemeenten versterkt. Op 1 februari 2012 heeft het kabinet het voorstel voor de Invoeringswet WWNV ingediend bij de Tweede Kamer. De gemeenten Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem zijn in het verleden de gemeenschappelijke regeling WAVA aangegaan. In dit gezamenlijk SW-bedrijf werken de zes gemeenten al vele jaren samen. De komst van de WWNV heeft gevolgen voor de Sociale Werkvoorziening. Doordat WWB, WAJONG en WSW worden samengevoegd, ontstaat er één geldstroom. Daar moeten de gemeenten onder meer de huidige SW uitgaven van bekostigen. De komst van de WWNV gaat gepaard met grote bezuinigingen. De gemeenten ontvangen minder geld voor de uitvoering van hun taken. Daarbij komt dat het aantal klanten waar de gemeenten mee te maken krijgt, zal toenemen. Het zijn mensen met arbeidsbeperkingen, die zonder begeleiding niet zijn te plaatsen bij werkgevers, terwijl de budgetten voor re-integratie en sociale werkvoorziening naar beneden gaan. De komst van de volledige WWNV betekent dat de gemeenten en hun SW bedrijf nauwere samenwerking met elkaar willen zoeken. Dit heeft geleid tot 2 initiatieven: 1 Kamerstukken nr. 297 Datum: 5 maart 2012 Pagina: 3 van 16

4 A. De wethouders sociale zekerheid plus de voorzitter maken deel uit van het WAVA bestuur. Het bestuur heeft opdracht gekregen van de zes gemeenteraden om alle scenario s te onderzoeken om WAVA een sterke organisatie te laten zijn. B. De wethouders sociale zekerheid van de 6 gemeenten hebben besloten een projectgroep in te stellen, die gaat vormgeven op welke wijze de voorbereiding en de implementatie van de WWNV gezamenlijk kan worden opgepakt. Op basis van de voorstellen van de projectgroep willen de gemeenten keuzes kunnen maken tussen de verschillende scenario s en besluiten kunnen nemen over de implementatie en de uitvoering van de WWNV. De gemeenten gaan deze initiatieven verder uitwerken. Voor het onderdeel onder punt B. is daarvoor dit projectplan opgesteld. 2 PROBLEEMSTELLING / UITDAGING Zoals gezegd heeft het kabinet op 1 februari 2012 het voorstel voor de invoeringswet Werken naar vermogen ingediend bij de Tweede Kamer 2. Feitelijk is er echter amper sprake van een nieuwe Wet werken naar vermogen. De Wet werken naar vermogen is niets meer of minder dan een nieuwe naam voor de Wet werk en bijstand. De WWNV brengt wijzigingen aan in een aantal wetten. Hoewel de invoeringswet WWNV in totaal vijftig wetten wijzigt, gaat het bij het grootste deel van die wetswijzigingen enkel om technische aanpassingen en verwijzingen. De verwijzing naar de Wet werk en bijstand wordt hierbij vervangen door een verwijzing naar de Wet werken naar vermogen en de verwijzing naar de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten wordt vervangen door een verwijzing naar de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Na vaststelling van de Invoeringswet WWNV blijft de WAJONG bestaan voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De WSW blijft bestaan voor mensen die zijn aangewezen op beschut werken. De aantallen personen die onder WAJONG en WSW blijven vallen, worden veel kleiner. 2.1 Uitgangspunten WWNV De WWNV kent voor elk onderdeel een aantal uitgangspunten. Samengevat kunnen deze als volgt worden weergegeven: a. Uitgangspunten voor de doelgroep: - iedereen werkt naar zijn eigen vermogen, bij voorkeur bij een reguliere werkgever; - de gemeente kan het instrument loondispensatie inzetten voor personen die niet in staat zijn om volledig zelfstandig het minimumloon te verdienen; - voor de mensen in de WWNV gelden de uitkeringsvoorwaarden van de huidige WWB. b. Uitgangspunten voor de uitvoering: - beleidmatige en financiële verantwoordelijkheid ligt bij gemeenten; - toenemende financiële verantwoordelijkheid, gekoppeld aan grotere beleidsvrijheid; - een ongedeeld re-integratiebudget; - verantwoording en informatieverstrekking via huidige WWB-systematiek; - herstructureringsfaciliteit voor sociale werkvoorziening. 2 Kamerstukken Datum: 5 maart 2012 Pagina: 4 van 16

5 c. Uitgangspunten voor hulp aan werkgevers: - gemeenten ontwikkelen dienstverlening aan werkgevers die aansluit bij de vraag van werkgevers, waarbij bestaande samenwerkingsverbanden worden betrokken; - werkgevers hoeven, totdat iemand zelfstandig het minimumloon kan verdienen, alleen de geleverde productiviteit te betalen; - door bundeling van regelingen worden de mogelijkheden voor werkgevers inzichtelijker; - gemeenten moeten plaatsingen bij werkgevers met zo min mogelijk administratieve lasten gepaard laten gaan. d. Uitgangspunten bij re-integratieondersteuning: - selectieve toepassing: alleen voor mensen die het echt nodig hebben; - vraaggericht: sluit aan op vraag van werkgevers; - transparant: door transparante re-integratiemarkt krijgen alleen de meest effectieve en efficiënte bedrijven opdrachten; - effectiviteit: mensen worden op de juiste wijze en met de juiste instrumenten geholpen. In de WWNV wordt loondispensatie een belangrijk re-integratie instrument. Door middel van loondispensatie hoeft een werkgever slechts te betalen voor de productiviteit die de werknemer kan leveren. De gemeente vult het inkomen van betrokkene vervolgens aan tot het normbedrag van diens uitkering. Na verloop van jaren kan dit worden verhoogd tot maximaal 100% van het wettelijk minimumloon. Een inkomensaanvulling is overigens niet aan de orde voor een niet-uitkeringsgerechtigde die via loondispensatie gaat werken. De toegangstoets voor loondispensatie wordt gedaan door een onafhankelijke derde. Als vastgesteld is dat een persoon behoort tot de doelgroep van loondispensatie, bestaat de mogelijkheid hem maximaal 3 maanden met behoud van uitkering te laten werken. Mede op basis hiervan kan dan de loonwaarde worden bepaald en kan vastgesteld worden welk percentage van het minimumloon de werkgever dient te betalen. Loondispensatie is in principe tijdelijk. Periodiek dient een nieuwe loonwaardemeting plaats te vinden. Wanneer uit de nieuwe loonwaardemetingen echter blijkt dat de betrokkene nog steeds niet volledig arbeidsproductief is, kan de loondispenstatie steeds verlengd worden. 2.2 Opgave voor gemeenten De gevolgen die de WWNV voor de gemeenten hebben, zullen zich vooral op de langere termijn voordoen. Als de WWNV op 1 januari 2013 wordt ingevoerd en dus een feit is, zullen de gemeenten in januari 2013 hier nog niet zoveel van merken. De wijzigingen in de WWB per 1 januari 2012 zijn wat dat betreft ingrijpender. Voor de doelgroep heeft de invoering van de WWNV wel grote gevolgen. In de loop van de tijd zal de doelgroep die de gemeente met de WWNV moet bedienen, langzaam uitbreiden. Deze uitbreiding zal vooral bestaan uit de groep personen die nu nog een beroep op de WAJONG kan doen. Op basis van de instroom in de WAJONG over de afgelopen jaren, zullen er in de zes WAVA-gemeenten jaarlijks ongeveer 60 personen die nu nog in aanmerking komen voor een WAJONG-uitkering, niet meer in aanmerking komen voor de nieuwe WAJONG. Een deel van deze groep zal zich tot de gemeente wenden voor een WWNV-uitkering. Het andere deel zal hiervoor, onder meer vanwege de huishoudtoets, niet in aanmerking komen. Overigens heeft de gemeente ook voor deze nieuwe groep Nuggers (nietuitkeringsgerechtigden) de re-integratieverantwoordelijkheid. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 5 van 16

6 Vanwege de ombuigingen die verbonden zijn aan de invoering van de WWNV, betekent dit dat gemeenten de opgave hebben om met aanmerkelijk minder middelen een grotere doelgroep te bedienen. Hierbij staan de gemeenten tevens voor de opgave om de WSW af te bouwen. Op de lange termijn (na 30 jaar) bedraagt het aantal WSW-banen nog slechts 30% van het huidige aantal. De vermindering van het aantal WSW-plaatsen moet worden gerealiseerd door een beperking van de instroom. Voor elke 3 WSW-ers die uitstromen, kan er nog slechts één WSW-er instromen. Verder wordt de Rijksvergoeding voor een WSW-plaats begrensd op 100% van het minimumloon. Omdat het huidige gemiddelde WSW-salaris op grond van de geldende CAO hoger ligt dan het minimumloon, betekent dit voor de gemeenten dus een financieel probleem. 2.3 Financiële gevolgen De financiële gevolgen van de invoering van de WWNV zijn fors. De WWNV kent voor de gemeente twee financiële componenten: de re-integratie component en de uitkeringscomponent. In 2010 was het totale macro-budget voor re-integratie en WSW nog miljoen. In 2018 zal dit teruggebracht zijn tot miljoen. Het macrobudget is in 2018 dus meer dan 1/3 lager dan in Voor de WAVA-gemeenten is de ontwikkeling van het budget als volgt weergegeven: Ontwikkeling WWNV-budget Woudrichem Werkendam Oosterhout Geertruidenberg Drimmelen Aalburg In cijfers ziet de informatie er als volgt uit: Totaal WWNV Aalburg Drimmelen G berg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal Datum: 5 maart 2012 Pagina: 6 van 16

7 Toelichting: Het genoemde budget in de jaren 2010 tot en met 2012 is de som van het re-integratiebudget en het Wsw -budget De budgetten in 2013 en verder betreft de doorrekening op basis van de ontwikkeling van het macrobudget. De tweede component betreft de verstrekking van uitkeringen. Voor de verstrekking van uitkeringen ontvangt de gemeente een budget van het Rijk (het Inkomensdeel). Op basis van de macro-ontwikkeling van het I-deel, zoals dit is opgenomen in de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het jaar 2012, kan de volgende prognose tot en met 2016 gemaakt worden. Ontwikkeling I-deel Woudrichem Werkendam Oosterhout Geertruidenberg Drimmelen Aalburg In cijfers ziet de informatie er als volgt uit: Inkomensdeel Aalburg Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal Overigens moeten bij de prognose enkele slagen om de arm gehouden worden. In de eerste plaats geldt dat het definitieve macrobudget pas in de loop van het jaar wordt vastgesteld op basis van prognoses van het Centraal Planbureau. Ten tweede geldt er voor de verdeling van het budget over de gemeenten een verdeelmodel. Vanwege wijziging van kenmerken kan het uiteindelijke budget dat een gemeente krijgt daarom afwijken van de hier genoemde cijfers. De wetgever heeft bepaald dat de huidige groep WSW-ers hun oude rechten behoudt. Dit betekent o.a. dat de huidige WSW-CAO op hen van toepassing blijft. De loonkosten van deze groep worden dus bepaald door de WSW-CAO. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 7 van 16

8 Het Rijk heeft echter wel besloten om de Rijksvergoeding voor een WSW-plaats af te stemmen op de hoogte van het minimumloon. Dit betekent dat er een gat ontstaat tussen de Rijksvergoeding voor een WSW-plaats en de loonkosten die hiermee gemoeid zijn. De ontwikkeling hiervan voor onze zes gemeenten is weergegeven in de onderstaande grafiek. Wsw-subsidie vs Wsw-loonkosten Wsw bijdrage Wsw loonkosten in miljoen in miljoen Verder wordt nog opgemerkt dat er sprake kan zijn van een toekomstig financieel risico. Het kabinet heeft namelijk aangegeven dat gemonitoord zal worden in hoeverre personen die een dienstbetrekking via loondispensatie krijgen, na beëindiging van dit dienstverband in een WW-, ZW- of WIA-uitkering terecht komen. Wanneer het percentage hoger is dan gemiddeld, waarbij nog niet bekend is van welk gemiddelde er zal worden uitgegaan, kan via een Algemene Maatregel van Bestuur bepaald worden dat de kosten van deze uitkeringen gedragen moeten worden door de gemeente. 3 DOEL Het doel van de WWNV is dat iedereen naar vermogen gaat werken. Voor werkgevers moet het aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. De gemeente heeft hierbij de taak om de werkgeversdienstverlening zo vorm te geven, dat dit doel ook gehaald wordt. De gemeente moet werkgevers voldoende faciliteren bij het in dienst nemen van personen met een arbeidsbeperking. Op deze manier moet worden bereikt dat meer personen met een arbeidsbeperking een plaats op de arbeidsmarkt krijgen. Kort samengevat staan de gemeenten voor de volgende opgaven: - met minder middelen een grotere doelgroep bedienen, waarvoor de gemeente wel de re-integratieverantwoordelijkheid heeft; - afbouw van de WSW tot uiteindelijk een derde van de huidige omvang; - de kosten van de uitvoering van de WSW in overeenstemming brengen met het lagere niveau van de rijksvergoeding; - komen tot een werkgeversbenadering, waardoor werkgevers meer personen met een arbeidsbeperking in dienst zullen nemen. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 8 van 16

9 Concreet betekent dit dat de zes gemeenten over deze vier punten een besluit zullen gaan nemen. Dat is het doel van deze projectopdracht. Zoals eerder aangegeven zullen de gevolgen van de WWNV het eerste jaar redelijk beperkt zijn, maar zal de wet vooral op de langere termijn grote gevolgen hebben voor de gemeenten. Zeker vanwege de aan de WWNV gekoppelde ombuigingen zijn de financiële gevolgen en de risico s groot. 3.1 Missie en visie Het is dan ook van belang om te bepalen waar we met de WWNV naar toe willen. Kortom we moeten nu bepalen wat onze missie en visie zijn. Om tot de bepaling van de missie en visie te komen, vonden in december 2011 een ambtelijke- en een bestuurlijke bijeenkomst plaats met de zes WAVA-gemeenten. Uit deze bijeenkomsten kwamen als hoofdpunten naar voren: a. We willen de WWNV vormgeven vanuit de visie gericht op maximale participatie van alle potentiële deelnemers. b. We willen de plannen van de WWNV realiseren met minimale kosten; c. De nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van de burger; d. Het geheel wordt vormgegeven met een gepaste couleur locale. Deze couleur locale wordt ingevuld door de revenuen van de re-integratie zoveel mogelijk terug te laten vloeien naar de eigen gemeente. Als we over enkele jaren terugkijken naar de wijze waarop de WWNV is vormgegeven, willen we bereiken dat de diverse betrokkenen het volgende zeggen. De cliënt: Ik doe weer mee! Ik ben ondersteund en gestimuleerd op basis van mijn capaciteiten. Ik heb gekregen wat nodig was en ik verdien nu mijn eigen inkomen. De gemeente: De wet is streng en rechtvaardig uitgevoerd en de inzet is teruggevloeid naar de eigen gemeenschap. Als gemeente hebben wij een sociale uitstraling, integraal met andere beleidsterreinen. Het maatschappelijk effect van de WWNV is herkenbaar. Kortom, belastinggeld is zinvol ingezet en er zijn structurele verbindingen, o.a. met andere aanbieders van zorg. De ondernemer: Ik heb goede mensen in dienst zonder al te veel gedoe. Geen administratieve lasten, met ondersteuning op persoonlijke vraagstukken. Kortom economisch verantwoord en ik ben ondersteund bij het realiseren van mijn matschappelijke doelstelling. 4 RESULTAAT De komst van de WWNV heeft vooral grote gevolgen voor ons SW-bedrijf WAVA. De WSW staat na de vaststelling van de WWNV immers alleen nog open voor personen die zijn aangewezen op beschutte arbeid. Voor personen die al een WSW-indicatie hebben geldt echter dat oude rechten behouden blijven. Vanaf 2013 moet gestart worden met de afbouw van de WSW. Op de lange termijn (na 30 jaar) moet het aantal WSW-ers teruggebracht worden tot eenderde van het huidige niveau. Deze afbouw wordt gerealiseerd door het drie uit één in principe. Voor iedere drie SW-ers die uitstromen mag er één nieuwe SW-er geplaatst worden. Voor WAVA betekent dit dus dat het aantal WSW-ers gestaag moet afnemen. Door de ontwikkelingen komen er jaarlijks minder middelen beschikbaar voor de WSW. Enerzijds Datum: 5 maart 2012 Pagina: 9 van 16

10 vanwege de afname van het aantal WSW-plaatsen en anderzijds omdat het Rijk minder middelen beschikbaar stelt per SW-plaats. Deze ontwikkeling maakt het noodzakelijk om te komen tot een herstructurering van het SWbedrijf. Het Rijk stelt voor deze herstructureringsopgave ook extra middelen beschikbaar. Hiervoor zal uiterlijk 30 april 2012 een aanvraag worden ingediend bij het Rijk. Vanwege deze ontwikkelingen heeft het WAVA-bestuur de directie van WAVA al opdracht gegeven om een aantal toekomstscenario s uit te werken. De ontwikkelingen op de langere termijn in verband met de afbouw van de WSW en de uitbreiding van de gemeentelijke re-integratiedoelgroep met WAJONG-ers, maakt het voor de WAVA-gemeenten noodzakelijk een keuze te maken over de toekomst met WAVA. Hiervoor zijn verschillende scenario s denkbaar, die de projectgroep nader zal meenemen in zijn afwegingen: a. WAVA als uitvoerder van de Wsw In dit scenario gaan we terug naar het oorspronkelijke doel waarvoor de GR WAVA is aangegaan. Dit is ook nu nog het primaire doel van WAVA. Dit zal betekenen dat WAVA op de langere termijn in omvang teruggebracht zal worden. Het aantal WSW-ers zal op de langere termijn immers dalen tot een derde van de huidige omvang. Bij deze teruggang van de omvang van WAVA kan op termijn zelfs nog de vraag komen, of WAVA nog wel groot genoeg blijft om zelfstandig voort te bestaan. In dit scenario wordt de WWNV uitgevoerd door de gemeenten. Dit kan zowel gaan om de individuele gemeenten als om samenwerkingsverbanden van gemeenten. b. Min of meer status quo huidige situatie In de huidige situatie is WAVA niet enkel de uitvoerder van de WSW. WAVA speelt ook een rol in de re-integratieactiviteiten van gemeenten. Er kan voor gekozen worden om op deze voet door te gaan. Voor de uitvoering van de WWNV betekent dit dat er een mix zal ontstaan tussen uitvoering door gemeenten en WAVA. c. WAVA laten groeien tot integraal mens-ontwikkelbedrijf In dit scenario zal WAVA de WSW uitvoeren en daarnaast een belangrijke rol spelen in de uitvoering van de WWNV. WAVA ontwikkelt zich hierin meer tot een integraal mensontwikkelbedrijf voor de zes gemeenten. Zoals hiervoor al is aangegeven heeft de directie van WAVA opdracht gekregen om een aantal scenario s uit te werken. Deze uitwerking zal getoetst worden door de projectgroep en zal vervolgens gebruikt worden bij de bepaling van de positie van WAVA in het kader van de WWNV. De projectgroep zal, naast het ingaan op de scenario s, verder een inventarisatie maken van de onderstaande punten: a. in beeld brengen welke nieuwe taken met de WWNV naar de gemeenten komen; b. aangeven waar klanten met beperkingen geplaatst kunnen worden, eventueel met inzet van loondispensatie; c. mogelijkheden nagaan van samenwerking tussen de zes gemeenten voor wat betreft de verwerving van vacatures, onder meer door WerkLink; d. mogelijkheden in beeld brengen van samenwerking voor wat betreft het plaatsen van klanten met beperkingen; e. voors en tegens in beeld brengen van samenwerking tussen de zes gemeenten op het gebied van: * beleidsmatige voorbereiding en afstemming van de WWNV (verordeningen, beleidsregels etc.); * financiële administratie en uitkeringsadministratie Datum: 5 maart 2012 Pagina: 10 van 16

11 * toetsing en kwaliteitsbeheer * interne controle * uitvoeringstaken door consulenten / klantmanagers f. naast de schaalgrootte van de zes gemeenten, zullen de gegevens als genoemd onder punt e. ook in beeld worden gebracht voor andere varianten, bijvoorbeeld 2 x 3 gemeenten en varianten waarbij WAVA betrokken wordt. 5 REIKWIJDTE EN AFBAKENING De Wet werken naar vermogen is niet de enige wetswijziging waarmee de gemeenten te maken krijgen. Ook andere wetswijzigingen hebben gevolgen en financiële risico s voor gemeenten. Hierbij moeten we denken aan de overheveling van taken uit de AWBZ naar de WMO, de Jeugdzorg en passend onderwijs. Voor een deel hebben deze verschillende wetswijzigingen betrekking op dezelfde doelgroep. Wat precies de omvang is van de overlappingen valt op dit moment lastig aan te geven. Het is van belang om de keuzes die gemaakt worden bij de uitvoering van de WWNV, in perspectief te plaatsen met deze andere wetswijzigingen. We zullen in dit projectplan echter niet uitgebreid ingaan op deze andere terreinen, omdat hiervoor in dit stadium nog te veel onduidelijkheden zijn. We zoeken wel zoveel mogelijk naar de integraliteit tussen de drie transities. 6 RANDVOORWAARDEN EN EISEN Om het project succesvol te laten verlopen, is het nodig dat voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden en eisen. Op dit moment zijn de meest essentiële punten: a. De medewerkers van de gemeenten die gevraagd worden deel te nemen aan de projectorganisatie, dienen door hun organisaties in staat te worden gesteld hiervoor de benodigde tijd in te steken; b. De medewerkers die gevraagd worden deel te nemen aan de projectorganisatie, dienen hiervoor goed gemotiveerd te zijn; c. We moeten ons focussen op de opdracht; d. Aan de opdracht moet door alle partijen prioriteit worden gegeven; e. De gemeenten dienen de benodigde financiële middelen beschikbaar te stellen. f. Communciatie. (Zie voor dit onderwerp verder punt 12). Datum: 5 maart 2012 Pagina: 11 van 16

12 PLAN VAN AANPAK 7 PROJECTORGANISATIE De projectorganisatie ziet er als volgt uit: De zes wethouders sociale zekerheid plus de directeur van WAVA (als adviseur) vormen de bestuurlijke stuurgroep. De bestuurlijke stuurgroep geeft opdracht aan de gemeentelijke directies voor het uitwerken van de opdrachten. De directies sluizen de opdracht door naar de leidinggevenden sociale zekerheid. Zij zijn de ambtelijk opdrachtgevers. Voorzitter van de ambtelijke opdrachtgevers is Gerard Boss (Werkendam). De plv. directeur van WAVA neemt als adviseur deel aan dit overleg. Wanneer er besluiten moeten worden genomen over de structuur van de organisatie, zal er afgestemd moeten worden met de directies van de gemeenten. Vooralsnog zal de voorzitter van de ambtelijk opdrachtgevers regelmatig overleggen met de directeuren van Oosterhout en Geertruidenberg. Daarbij zijn ook de projectleider plus zijn plaatsvervanger en de externe procesbegeleider aanwezig. De ambtelijk opdrachtgever stelt een projectgroep in. Voorzitter van de projectgroep is Ad Huijsman (Werkendam / Woudrichem). Plaatsvervanger is Teus Kortlever (Oosterhout). Zij maken deel uit van het overleg van ambtelijke opdrachtgevers. De voorzitter en de plv. voorzitter van de projectgroep zullen de projectgroep verder uitbreiden met leden en een projectondersteuner en zij zullen daarnaast mogelijk afzonderlijke werkgroepen instellen. Er is een externe procesbegeleider, vooralsnog tot 1 september Hij zal zich vooral richten op de procesgang. De procesbegeleider zal het overleg van de ambtelijke opdrachtgevers technisch voorzitten en hij zal ook de communicatie verzorgen tussen de ambtelijke opdrachtgevers en de stuurgroep. Daarbij zal hij het geheel toetsen aan de hand van het model van de integrale organisatie ontwikkeling. Een externe procesbegeleider wordt van belang geacht, omdat hij als onafhankelijk buitenstaander een goede rol kan vervullen tussen de verschillende gemeenten. De gemeente Oosterhout zal zorg dragen voor projectondersteuning (secretariële ondersteuning). 8 AANPAK De projectleiding zal op korte termijn een startbijeenkomst beleggen. Daarvoor worden de beoogde leden van de projectgroep uitgenodigd. In de startbijeenkomst wordt aangegeven op welke manier het project wordt aangepakt en wat de hoofdtaken zijn. Ook zal een toelichting worden gegeven op de scenario s die onderzocht gaan worden. In beginsel zal de aanpak plaatsvinden met medewerkers uit de zes gemeentelijke organisaties en WAVA. Eventueel zullen specifieke externe deskundigen worden ingeschakeld. Bij de uitwerking van de implementatieplannen rondom de WWNV is afstemming met alle belanghebbenden essentieel. Belanghebbenden (stakeholders) zijn personen of organisaties Datum: 5 maart 2012 Pagina: 12 van 16

13 die invloed ondervinden of zelf invloed kunnen uitoefenen op een specifieke organisatie, een overheidsbesluit of een nieuw product of project. Bij de implementatie van de WWNV komen veel stakeholders in beeld: - klanten, te verdelen in verschillende groepen: * mensen onderaan op de participatieladder * mensen zonder potentie (zorgbehoeftigen), aangewezen op beschermd werk * mensen met groeipotentie op termijn * mensen met groeipotentie, die nu al zelfstandig een baan kunnen aanvaarden - volksvertegenwoordiging / gemeenteraden - werkgevers / bedrijven - familie en vrienden van de cliënten (zijn omgeving) - onderwijs - zorgaanbieders - UWV - de burger als individu - de burger als collectief De 3 belangrijkste stakeholders zijn: - de klant, met in het verlengde daarvan zijn omgeving / gezin - de gemeente - de werkgever Het is van belang om de stakeholders vanaf het begin te betrekken bij het implementatieproces van de WWNV. Dat kan op verschillende manieren: a. De Klant. De klant en zijn omgeving moeten we erbij betrekken. Hij moet zelfvertrouwen krijgen en hij moet gestimuleerd worden zijn capaciteiten te ontwikkelen. We hebben begrip voor zijn persoonlijke situatie, waarbij we er alles aan zullen doen dat hij zo snel mogelijk een betaalde baan kan aanvaarden. Is betaald werk op dit moment nog een stap te ver, dan proberen we andere participatievormen in te zetten (vrijwilligerswerk). De klant zal intensief benaderd worden door de consulenten / klantmanagers van de gemeenten. Daarbij zullen de consulenten / klantmanagers werken vanuit het participatiebeleid zoals dat in hun eigen gemeente is vormgegeven. Dit kan per gemeente verschillen. b. De gemeente. De gemeente zal de WWNV streng, rechtvaardig en met betrokkenheid uitvoeren. Als gemeente hebben we een sociale uitstraling, integraal met andere beleidsterreinen. Het maatschappelijk effect van de WWNV moet herkenbaar zijn. Het gaat er om dat gezien wordt dat belastinggeld zinvol wordt ingezet. Daar waar mogelijk leggen we structurele verbindingen met aanbieders van zorg. c. De werkgever. Voldoende vacatures zijn essentieel om de WWNV tot een succes te maken. De vacatures zullen we moeten vinden bij werkgevers, zowel door toedoen van WerkLink als door de consulenten van de gemeenten zelf. Het benaderen van werkgevers zal extra aandacht krijgen. Wanneer de gemeenten klanten plaatsen bij werkgevers, moet dat voor de werkgever zo soepel mogelijk verlopen, zonder al te veel administratief gedoe. De gemeenten zullen bij de werkgevers een appèl doen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. De gemeenten willen daarbij de werkgevers ondersteunen bij het realiseren van hun maatschappelijk doelstelling. Over de concrete vormen waarbij werkgevers benaderd kunnen worden, zal de projectgroep zich nader buigen. In beginsel zal zoveel mogelijk aangesloten worden bij het bezoeken van werkgeversbijeenkomsten. Er zal zoveel mogelijk een eenduidige presentatie van de gemeenten plaatsvinden bij het benaderen van werkgevers. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 13 van 16

14 9 PLANNING EN FASERING De planning van het project kan in twee onderdelen worden vormgegeven. A. Het onderdeel beleidskader en scenariokeuze ziet er als volgt uit: - maart 2012 : * start maken met de projectgroep; * bepalen of en zo ja welke werkgroepen nodig zijn; - april t/m juli 2012 * de scenario s toetsen, zoals genoemd bij punt 4; * uitwerken van de diverse onderwerpen, zoals genoemd bij punt 4; - september 2012 * opleveren projectopdracht en kadernota naar de gemeenteraden. B. De onderdelen implementatie en uitvoering van de WWNV hebben een langere doorlooptijd. De planning van het project voor de onderdelen implementatie en uitvoering van de WWNV heeft een langere doorlooptijd. Dit zal ook mede afhangen van de nieuwe wettelijke bepalingen (amvb s etc.) die er in de loop van dit jaar nog zullen volgen. De WWNV verordeningen dienen volgens wettelijk voorschrift op 1 juli 2013 te zijn vastgesteld. (Er van uitgaande dat de wet op 1 januari 2013 in werking treedt). - maart 2012 : * start maken met de projectgroep; april 2012 t/m juni 2013: * uitwerken diverse onderdelen De projectgroep zal een vergaderschema opstellen. Dit wordt afgestemd met het vergaderschema van de groep leidinggevenden sociale zekerheid en de frequentie van de andere overleggen. De projectgroep zal daarnaast een verfijnd planningoverzicht opstellen. Ook zal daarbij een communicatiekalender worden opgenomen. 10 KOSTENRAMING EN FINANCIERING Elke gemeente wordt gevraagd mensen aan te leveren voor deelname aan de projectorganisatie. De kosten van deze ambtelijke uren worden buiten beschouwing gelaten. De extra uren van de projectleider en diens plaatsvervanger zullen doorberekend worden aan de deelnemende gemeenten, aangezien deze twee personen veel bovengemeentelijke taken zullen vervullen. Ook de kosten van de externe procesbegeleider en van de projectondersteuner zullen doorberekend worden. Daarbij wordt de verdeelsleutel aangehouden dat elke gemeente een zesde deel betaalt. Indien externe deskundigheid ingehuurd gaat worden, worden de kosten hiervan eveneens doorberekend aan de zes gemeenten. De gemeenten kunnen zelf bepalen van welke begrotingspost ze deze kosten ten laste willen brengen. De kosten voor 2012 worden vooralsnog geraamd op: uur voor de projectleider en plv. projectleider à uur voor de projectondersteuner à uur voor de externe projectondersteuner à inhuur externe deskundigheid Totaal Per gemeente komt dit neer op 6.666,66. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 14 van 16

15 Er wordt voor gekozen om bovenstaande kosten door de zes deelnemende gemeenten te delen. Dit omdat alle gemeenten in deze fase evenveel gebruik maken van de geleverde diensten. De salariskosten van de medewerkers die deelnemen aan de projectgroep en werkgroepen, worden niet doorberekend. Het is wel van belang dat elke organisatie rekening houdt met hiervoor in te zette uren. De indicatie voor 2012 van in te zette uren is als volgt: - Aalburg 175 uren - Drimmelen 250 uren - Geertruidenberg 250 uren - Oosterhout 500 uren - Werkendam 250 uren - Woudrichem 125 uren - WAVA 250 uren 11 RISICOMANAGEMENT De uitvoering van het projectplan kan de volgende consequenties hebben: a. Het gevaar van onrust op de werkvloer, omdat voor medewerkers onduidelijk is wat de gevolgen zijn van de uitkomsten van het werk van de projectgroep. Reactie: de projectgroep maakt periodiek een nieuwsbrief, die verspreid wordt onder de afdelingen sociale zaken van de 6 gemeenten. b. Financieel, omdat als gevolg van de lagere budgetten en extra taken er tekorten dreigen bij de gemeenten. Reactie: via de financieel consulenten worden de colleges en de gemeenteraden periodiek geïnformeerd over de financiële situatie. c. Te weinig personeel voor de uitvoering van extra taken. Reactie: uiterlijk eind 2012 worden de verwachte extra taken in beeld gebracht, eventueel voorzien van een formatievoorstel. d. De financiële gevolgen van de inzet van loondispensatie, polis start zonder risico, etc. Reactie: Wanneer er vaak loondispensatie ingezet moet worden, is het de vraag of dit met de bijkomende kosten volledig gedekt kan worden uit het Inkomensdeel. 12 COMMUNICATIE De medewerkers van de afdelingen sociale zaken dienen regelmatig geïnformeerd te worden over de stand van zaken. Dit is ook van belang voor het creëren van draagvlak. Zie punt 11a. Ook de medewerkers van WAVA en de OR van WAVA zullen geïnformeerd worden. Daarnaast is het van belang dat er een permanente communicatie plaatsvindt tussen de projectleiding en de ambtelijk opdrachtgever. De stuurgroep wordt regelmatig over de voortgang geïnformeerd door de projectleiding, de ambtelijk opdrachtgever en de procesbegeleider. De colleges en de gemeenteraden zullen tussentijds en na afronding van de projectopdracht geïnformeerd worden. De cliëntenraden van de deelnemende gemeenten zullen we structureel informeren. De werkgeversverenigingen worden geïnformeerd over de plannen van de gemeenten. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 15 van 16

16 De communicatie richting inwoners is belangrijk. Een communicatiemedewerker zal betrokken worden bij de projectgroep. Regelmatig zullen perscontacten gelegd worden. Dit zal plaatsvinden in overleg met de stuurgroep. In een afzonderlijk communicatieplan wordt dit verder uitgewerkt. 13 PROJECTOPLEVERING De beoogde einddatum van het project voor de onderdelen beleidskader en scenariokeuze is 30 september Dat worden de uitkomsten opgeleverd aan de opdrachtgever. De overige onderdelen van het project kunnen doorlopen tot 1 juli De wijze waarop de verdere implementatie plaatsvindt is afhankelijk van de uitkomsten van het project. Op dit moment kan daar niet verder op worden ingegaan. Ook de datum en de vorm van de afronding van het project is afhankelijk van de uitkomsten hiervan. 14 EVALUATIE- EN EINDRAPPORTAGE De evaluatie van het project zal plaatsvinden na oplevering van het eindrapport. In het evaluatierapport wordt een opsomming gegeven van de projectresultaten, met daarbij een terugblik op de uitvoering van het project. Datum: 5 maart 2012 Pagina: 16 van 16