Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:

Transcriptie

1 Aan de leden van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht Datum: 15 februari 2012 Kenmerk: Contactpersoon: H. Kerckhaert Telefoon: Onderwerp: Uitnodiging vergadering woensdag 29 februari 2012 Geachte heer, mevrouw, Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op: Datum: woensdag 29 februari 2012 Aanvang: uur Plaats: Gemeentehuis De Bilt, Soestdijkseweg Zuid 173 te Bilthoven Bijgaand treft u de agenda en bijbehorende stukken aan. Met vriendelijke groet, de voorzitter, mr. A. Wolfsen Postbus SE Utrecht Bank info@regioutrecht.nl Bezoekadres: Maliebaan CR Utrecht T (030) F (030) In Bestuur Regio Utrecht werken negen gemeenten samen aan de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische ontwikkeling van de regio Utrecht. Het gaat om: Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist.

2 Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 29 februari Opening 2. Notulen vergadering d.d. 14 december 2011 (notanr ) Voorstel: Notulen vaststellen. 3. Ingekomen stukken/verslagen (notanr ) Voorstel: Verslagen voor kennisgeving aannemen. 4. Aanwijzing de heer H.M. Ostendorp als nieuw lid van het dagelijks bestuur (notanr ) Voorstel: de heer H.M. Ostendorp aanwijzen als nieuw lid van het dagelijks bestuur. 5. Regionale OV Visie (notanr ) Voorstel: Regionale OV-visie vaststellen. 6. Hoofdlijnennotitie aanbesteding openbaar vervoer regio Utrecht (notanr ) Voorstel: Het DB verzoekt het AB om input te leveren ten behoeve van de hoofdlijnennotitie. 7. AB-adviescommissie aanbesteding OV-concessie Regio Utrecht (notanr ) Voorstel: De taken van de adviescommissie aanbesteding vaststellen. 8. Revisie SUNIJ: realisatiebesluit van de eerste deelfase Grootschalige Vervanging van de SUNIJinfrastructuur (GVI-1A) (notanr ) Let op: De stukken voor dit agendapunt zijn vertrouwelijk. De stukken worden daarom uitsluitend per post ter beschikking gesteld aan de AB-leden. 9. Regionaal Uitvoeringsprogramma BDU 2012 (notanr ) Voorstel: Kennisnemen van het Regionaal Uitvoeringsprogramma BDU Meerjarenraming BDU (notanr ) Voorstel: - In de Programmabegroting 2013 het principe te hanteren dat structurele uitgaven alleen door structurele inkomsten gedekt kunnen worden. - Een vaste procentuele verdeling van de BDU naar programma s over de gehele periode te hanteren. - Voor de Programmabegroting 2013 uit te gaan van de percentages die het AB bij de Programmabegroting 2011 heeft vastgesteld. - Bij de behandeling van de Programmabegroting 2013 de besparingsmaatregelen vast te stellen die noodzakelijk zijn om middelen en uitvoering met elkaar in evenwicht te brengen. 11. Besparingsmonitor BRU februari 2012 (notanr ) Voorstel: De besparingsmonitor BRU februari 2012 inclusief bijlage vaststellen. 12. Financiële Verordening 2012 (notanr ) Voorstel: Financiële Verordening 2012 vaststellen. 13. Nota reserves, voorzieningen en overlopende passiva (notanr ) Voorstel: - De nota reserves, voorzieningen en overlopende passiva vaststellen; - Instemmen met het voorstel om het weerstandsvermogen tijdelijk te voeden met een deel van de bestemmingsreserve vrijgevallen BWS middelen; - Instemmen met de beleidsregels BDU middelen. 14. Stand van zaken toekomst bestuurlijke organisatie regionale samenwerking (notanr )

3 Voorstel: Kennis nemen van de stand van zaken van de toekomst bestuurlijke regionale samenwerking. 15. Regionaal Convenant Bedrijventerreinen (notanr ) voorstel: - Instemmen met ondertekening van het Regionaal Convenant Bedrijventerreinen ; - Mandaat verlenen aan de portefeuillehouder EZ om namens BRU het Regionaal Convenant Bedrijventerreinen te ondertekenen. 16. Rondvraag 17. Sluiting Ter kennisgeving (notanr ) Uitgangspuntennotitie OV-uitvoeringsplan 2013

4 Nr Notulen van de openbare AB-vergadering, gehouden op woensdag 14 december 2011, in het gemeentehuis van Utrecht Van uur tot uur Voorzitter: Secretaris: Leden: Afwezig met bericht: Verslag: Vergaderdata in 2012: A. Wolfsen mw. J.W. van Geuns A.A. De Boer, de Bilt J.L.H. de Jong Schouwenburg, De Bilt A.J. Gerritsen, De Bilt (DB) J. Gijsbers, Bunnik C. van Dalen, Houten (DB) H.J. C. Geerdes (Houten) B.J. Lubbinge, Nieuwegein (DB) Mw. C.M.J. van Rooijen, Nieuwegein H.J. Schat, Nieuwegein E.E.M. van de Voort, Nieuwegein S. El Lafiani, Stichtse Vecht R. Roos, Stichtse Vecht Mw. M.M. van t Veld, Stichtse Vecht (DB) B.F.M. Beerlage, Utrecht W.W. Buunk, Utrecht P.H. van Corler, Utrecht B. Fokke, Utrecht D. Gilissen, Utrecht D. Hoek, Utrecht G. P. Isabella, Utrecht (DB) F.C.W.C. Lintmeijer, Utrecht (DB) Mw. G.W. Nalis, Utrecht R. Post, Utrecht S. de Vries, Utrecht J.A.W. Landwehr, Vianen (DB) J.R. Scheringa, Vianen J. Huizinga, IJsselstein M.G.M. de Jong, IJsselstein (DB) H.R. Camstra, Zeist J.J.L.M. Janssen, Zeist (DB, vicevoorzitter) D.A.C.A. Gudde, Zeist A.T.A. Koopmanschap, Bunnik (DB) C.A. van Liempde, Zeist G.J. Benus, Notutekst, voor notulen en teksten 50 1

5 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur Agenda 1. Opening en mededelingen Notulen vergadering d.d. 12 oktober 2011 ( ) Ingekomen stukken/verslagen ( ) Aanwijzing nieuw lid van het dagelijks bestuur (notanr ) Aanbesteding concessies OV regio Utrecht (notanummer ) Financiële toekomst en rol BRU en gemeenten met betrekking tot de Regiotaxi (notanummer ) Toekomst bestuurlijke organisatie regionale samenwerking (notanummer ) Regionaal convenant bedrijventerreinen (notanummer ) Aanpassing regionale huisvestingsverordening per 1 januari 2012 (notanummer ) Vaststellingsbrief regiobijdragen 2013 (notanummer ) Normenkader 2011 (notanummer ) Besparingsmonitor Sluiting... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 14. Actie- en toezeggingenlijst n.a.v. AB-vergadering 14 december Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1. Opening en mededelingen De plaatsvervangende voorzitter, de heer Gerritsen, opent de vergadering omstreeks uur, heet alle aanwezigen welkom, dankt het gemeentebestuur van Utrecht voor de geboden gastvrijheid en meldt de heer Wolfsen te vervangen op uitnodiging van de vicevoorzitter die had gedacht ook verlaat te zijn. De heer Wolfsen zal tegen uur acte de présence geven. De voorzitter geeft het woord aan de portefeuillehouder Economische Zaken, mevrouw Van t Veld. Zij geeft een toelichting op de reden agendapunt 8 te laten vervallen. Mevrouw Van t Veld veronderstelt dat de leden van het AB vernomen hebben dat het convenant bedrijventerreinen van de agenda is afgehaald. Vorige week vond met de provincie een overleg plaats. De provincie constateerde dat alle convenanten in de provincie niet voldeden aan de verwachtingen met betrekking tot de revitalisering van de bedrijventerreinen. De provincie maakt een pas op de plaats. Zij kan wat nu in verschillende convenanten is opgenomen niet verwerken in de PRS (Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie). Daarvoor moet nog een verdiepingsslag plaatsvinden. Zij heeft hierover op 13 december nog een overleg gevoerd met de gedeputeerde. Gedeputeerde Staten gaf in dat overleg aan in het begin van het traject niet duidelijk geweest te zijn over de verwachtingen ten aanzien van de convenanten. Zij sprak met de gedeputeerde af nu vaart er in te zetten zodat in februari dit opnieuw is voor te leggen aan het AB zo dat het wel voldoet aan de verwachtingen van de provincie. De voorzitter concludeert dat het AB hierop terugkomt in zijn volgende vergadering. De heer Van de Voort (Nieuwegein) deelt mee de heer Wijntjes vanavond te vervangen. De heer Gudde (Zeist) meldt dat de heer Camstra verlaat aanwezig zal zijn. De heer Van Liempde is afwezig. 2. Notulen vergadering d.d. 12 oktober 2011 ( ) De tekst De heer Buunk (Utrecht) gaat in op regel 190 in agendapunt 4: deelt mee dat de Utrechtse delegatie het belangrijk vindt dat een kwaliteitsproduct en een schaalsprong gemaakt zullen worden in het openbaar vervoer kwaliteitsproduct moet zijn kwaliteitssprong. Regel 204: Om die reden stelt de Utrechtse delegatie voor de concessies niet vast te stellen maar wel vrij te geven voor de consultatie van de gemeenteraden. concessies zou in deze zin OV-visie moeten zijn. De heer Gijsbers (Bunnik) merkt op dat in de lijst van leden mevrouw Hoogendijk is genoemd. Mevrouw Hoogendijk is teruggetreden als wethouder. Hij verzoekt de ambtelijke ondersteuning haar van de lijst te schrappen. Mevrouw Hoogendijk is opgevolgd door de heer A.T.A. Koopmanschap. De voorzitter constateert dat het Algemeen Bestuur akkoord gaat met deze wijzigingsvoorstellen. Naar aanleiding van De heer Gijsbers (Bunnik) gaat in op de regels vanaf 750 met betrekking tot de toezegging terug te zullen komen op de vraag in hoeverre informatie over de producten in de begroting staat. Hij refereert daarbij aan de zin: De plaatsvervangende portefeuillehouder stelt voor dit nog eens te laten bespreken door de portefeuillehouder Financiën. Hij stelt voor dit in december terug te laten keren. De heer Gijsbers vraagt het DB of dit onderwerp een andere keer wel op de agenda zal staan. De heer Landwehr (DB) zegt toe hierop terug te komen. Mededelingen Geen mededelingen. 3. Ingekomen stukken/verslagen ( ) De voorzitter stelt vast dat voor dit onderwerp geen sprekers zijn. 2

6 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur Aanwijzing nieuw lid van het dagelijks bestuur (notanr ) De plaatsvervangende voorzitter maakt melding van twee nieuwe leden in het AB, beide in de Utrechtse delegatie, de heer Gilbert Isabella en mevrouw Gerrie Nalis. Hij heet hen van harte welkom in het Algemeen Bestuur. Zij maken deel uit van het AB op grond van het besluit van de gemeenteraad van Utrecht. Het DB vraagt het AB instemming met de benoeming van de heer Isabella als lid van het Dagelijks Bestuur. Hij vraagt of de aanwezigen hiervoor een stemming wensen of dat zij een verklaring willen afleggen. De heer Gilissen (Utrecht) maakt gebruik van deze gelegenheid de heer Isabella te introduceren: op tien november 2011 nam Harrie Bosch afscheid als wethouder van de gemeente Utrecht. Bij diens afscheid sprak de voorzitter van de PvdA-fractie zich als volgt uit: Dat de stad een kundige en daadkrachtige bestuurder verliest. De heer Gilissen zegt dat deze kwalificatie zeker opgaat voor de wijze waarop Harrie Bosch zich als lid van het DB van het BRU heeft ingezet. De heer Gilissen zegt hem daarvoor hartelijk dank. Omdat het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur verbonden is aan het lidmaatschap van een van de raden of colleges van B&W van de deelnemende gemeenten, moet worden voorzien in de ontstane vacature. Het is dan aan hem om namens de Utrechtse delegatie een voorstel te doen daarin te voorzien. De heer Gilbert Isabella is sinds 2006 lid van de Utrechtse gemeenteraad, sinds 2008 fractievoorzitter van de PvdA-fractie en sinds tien november 2011 wethouder van de gemeente Utrecht, met de portefeuille Wonen en Ruimtelijke Ordening. Hij zegt: Als raadslid en in de eerste maand van zijn wethouderschap bewees Gilbert Isabella zich als volksvertegenwoordiger en als bestuurder pur sang. Met oog voor de politieke verhoudingen en een oor voor de wensen van de bewoners van stad. De Utrechtse delegatie is ervan overtuigd dat hij ook deze klus zal aanpakken in goede samenwerking met de overige leden van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Namens de Utrechtse delegatie draagt hij met - in zijn woorden - gepaste trots, de heer Gilbert Isabella voor als nieuw lid van het DB van het BRU. De plv. voorzitter constateert dat geen van de aanwezigen hierover stemming wenst. Hij feliciteert heer Isabella met diens toetreding tot het dagelijks bestuur van het BRU. De plv. voorzitter wijst het AB erop dat de gemeenteraad van Utrecht een plaatsvervangend AB-lid heeft benoemd in de persoon van Sietse Koopmans. Met het aftreden van wethouder Hoogendijk van de gemeente Bunnik is een vacature ontstaan in zowel het AB als het DB. Het is bekend dat de raad van Bunnik de heer Ostendorp wil voordragen in die vacature. Daartoe is formeel nog niet besloten. Dat betekent dat de toetreding van de heer Ostendorp voor de volgende AB vergadering zal worden geagendeerd. De heer Gijsbers (Bunnik) deelt mee dat de raad van Bunnik 15 december zal vergaderen. In die vergadering zal de heer H.M. Ostendorp voorgedragen worden voor de functie. 5. Aanbesteding concessies OV regio Utrecht (notanummer ) De plaatsvervangende voorzitter licht toe dat dit agendapunt voortgekomen is uit vragen vanuit de ABdelegatie van de gemeente Utrecht om te spreken over de gang van zaken rondom de aanbesteding van het openbaar vervoer. Het DB wilde deze aanbesteding afronden om vervolgens te evalueren om te weten waaraan het bestuur toe is. Begin november trok de voorzieningenrechter een streep door deze rekening met zijn uitspraak en is het BRU in de situatie beland dat de aanbesteding voorlopig nog niet rond is. Dat is aanleiding nu om met een intermezzo in het Algemeen Bestuur niet langer te wachten. Op 5 december vroeg in de ochtend is aan een aantal AB-leden gevraagd om met de plv. voorzitter in diens hoedanigheid van portefeuillehouder Openbaar Vervoer en met enkele medewerkers van het BRU mee te denken over enkele topics voor bespreking in het AB. Aan de hand daarvan zou een notitie samen te stellen zijn. Die notitie is het AB eerder deze week toegezonden. Dat is het gesprekstuk in deze vergadering. De plv. voorzitter attendeert het AB er op dat vanuit het DB geen conclusies te trekken zijn uit deze notitie. Het DB vergadert aanstaande maandag over de toekomst van het aanbestedingstraject van de OV-concessies. Dat betekent dat het DB en deze portefeuillehouder nauwgezet zullen luisteren. Hij vraagt begrip voor deze situatie. Het DB kan niet vooruitlopen op de bestuurlijke orde. De heer Fokke (Utrecht) merkt op dat de rechter tweemaal een streep zette door de gunning aan QBUZZ. De huidige concessie is met een jaar verlengd. Hij vindt dat funest voor de kwaliteit van de OV in de regio. Oud materiaal is duurder in onderhoud en bovendien zorgt het oude materiaal voor meer uitstoot. Hij weet dat veel Utrechtse inwoners zich daarover ernstige zorgen maken. Ook is het onmogelijk om de recent vastgestelde OVvisie uit te werken wanneer het BRU met handen en voeten gebonden is aan een oude OV-concessie. Dat was reden genoeg voor de Utrechtse delegatie om een debat aan te vragen in het AB. In dit debat wil de Utrechtse delegatie twee zaken aan de orde stellen: (1) hoe heeft het zover kunnen komen en (2) hoe nu verder? De Utrechtse delegatie kijkt liever vooruit maar beseft niet te ontkomen aan het trekken van lering uit in het verleden geleerde lessen. Tijdens de AB-BRU-vergadering van 1 juni 20tien stelde de Utrechtse delegatie de vraag waarom specifiek gekozen was voor het stellen van de eis te kiezen voor hybride bussen en waarom niet voor de formulering van emissienormen. Nu moet de delegatie constateren dat de keuze voor diesel hybride bussen een belangrijke rol heeft gespeeld in de problemen waarover het bestuur vandaag spreekt. Hoe oordeelt het DB met de kennis van nu over deze keuze voor een techniek? Naar aanleiding van de vragen vanuit het Algemeen Bestuur is een adviescommissie opgesteld. Deze commissie heeft onder andere geadviseerd om de oorspronkelijke biedingen definitief af te wijzen. De delegatie wil graag 3

7 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur weten of deze adviescommissie gevraagd of ongevraagd nader advies geleverd heeft. Zo ja, welk advies en wat heeft het DB daarmee gedaan? De heer Fokke noemt de in zijn woorden belangrijkste vraag van vanavond Hoe nu verder? Iedereen die de perikelen rondom de concessie heeft gevolgd moet zich inmiddels afvragen wanneer het moment komt dat het beter is om opnieuw te beginnen. De Utrechtse delegatie vraagt zich dat af en vroeg daarom dit debat aan. Afgelopen maandagavond ontving de delegatie een notitie met daarin twee opties naast elkaar gezet: (a) doormodderen of (b) opnieuw beginnen. Een nieuwe concessie biedt de mogelijkheid om fouten in het oude bestek te repareren. Het opnieuw beginnen is voor de Utrechtse delegatie de meest aantrekkelijke optie. Nieuwe inzichten over de WU s kunnen worden meegenomen. Door te kiezen voor emissienormen in plaats van over specifieke techniek is dan echt te kiezen voor de schoonst mogelijke bussen, en is zijns inziens de vreemde leaseconstructie ook niet nodig. Die leaseconstructie duurt langer dan de concessie zelf. Bovendien is dan te kiezen voor een minder gesloten proces waarbij maatschappelijke organisaties te betrekken zijn. Een nieuw bestek biedt kansen om de concessie beter te laten aansluiten bij de OV-visie. Op dit moment lijkt een nieuwe aanbesteding in de ogen van de Utrechtse delegatie gunstiger voor de reiziger. Daarom gáát het uiteindelijk. Uiteraard plaatst de delegatie enkele vraagtekens: (1) De delegatie vindt het lastig om de juridische gevolgen van een nieuwe concessie te overzien. In de ambtelijke notitie wordt gesteld dat omdat de rechter de gunning eerder heeft geschorst, de kans niet groot is dat de rechter daarop terugkomt. Maar dat is de worst case. De vraag is of QBUZZ een proces zal aanspannen. Wanneer QBUZZ dat proces zou winnen, welke zijn dan de gevolgen? (2) Voor een nieuwe concessie moet ook een nieuw bestek worden gemaakt. De ambtelijke notitie benoemt enkele voordelen daarvan. Ook de Utrechtse delegatie ziet dit als een kans. De notitie stelt dat de voorbereidingstijd in beide scenario's ongeveer 12 à 14 maanden zal bedragen. Wat de Utrechtse delegatie betreft is die voorbereidingstijd ook afhankelijk van de gemaakte keuzes in het bestek. De vraag is of het mogelijk is om keuzes te maken die de implementatietijd beperken. (3) De Utrechtse delegatie stelt voor om voor het vervolg een begeleidingscommissie in te stellen. Op die manier kan het AB tijdens het ingewikkelde proces zijn adviserende taak optimaal uitvoeren. Wat de Utrechtse delegatie betreft begint die begeleidingscommissie vanavond al, omdat het proces nu in volle gang is. De delegatie hoopt dat de leden van het AB bereid zullen zijn om deel te nemen in een eventuele commissie. Vanuit de Utrechtse delegatie is die belangstelling er zeer zeker. Zeker is dat de Utrechtse delegatie kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer wil voor de hele regio. Bij iedere rechtszaak, bij iedere voorlopige voorziening en bij iedere onderhandelingsronde zakt die wens verder achter de horizon. Als het juridisch mogelijk is, roept de Utrechtse delegatie op om opnieuw te beginnen, met betere voorwaarden en een bestek op hoofdlijnen zijn veel van de problemen die tot nu toe zijn opgetreden, te voorkomen. Doorgaan op de ingeslagen weg lijkt zijn delegatie een riskante koers. Geen enkele optie om de zaak vlot te trekken is wat zijn delegatie betreft taboe. Hij ziet daarom uit naar de beantwoording door de portefeuillehouder. De delegatie zal op basis daarvan een definitief advies formuleren. De heer Camstra (Zeist) vindt het moeilijk dit van een afstand te beoordelen. Naar de indruk van zijn delegatie is dit proces niet op een gelukkige manier verlopen. Dat versterkt de conclusie dat het verstandig zou zijn om te kiezen voor een nieuw aanbestedingstraject waarbij de kans bestaat nieuwe inzichten in het bestek te verwerken en het bestek te verbeteren. Zijn delegatie denkt dan vooral aan de overeenkomst die staatssecretaris Atsma met onder andere VNO over Duurzaam Inkopen 2.0. Daarin zijn inzichten en aanbevelingen verwerkt die op een aantal punten dit bestek kwalitatief zouden versterken. Zeist sluit zich ook in dat licht aan bij de woorden van de heer Fokke. Het is goed om een evaluatiemoment af te spreken in het AB om rustig zonder tijdsdruk terug te blikken op het gevoerde proces. Bij Zeist bestaat enige aarzeling over de door Utrecht voorgestelde begeleidingsgroep. De overweging daarbij is dat dit mogelijk te weinig duaal is en dat het enigszins ver gaat. Een nieuwe start en een goede evaluatie lijken hem voldoende om dit proces weer op gang te brengen. De heer De Jong Schouwenburg (De Bilt) dankt het DB voor de mogelijkheid vooraf kennis te nemen van de stand van zaken. Zijn delegatie is ook tevreden met de uitgebreide notitie die onder dit agendapunt ligt. Hij is van mening dat deze notitie na goede lezing duidelijk maakt dat het niet goed is door te gaan op de ingeslagen weg. Dan blijven slechts procedures over. Zijn delegatie is van mening dat gestreefd moet worden naar een geheel nieuwe aanbesteding. Zo is met een schone lei te beginnen en is te leren van het verleden. De Bilt vindt het niet onverstandig bij de aanbesteding vervolgens juridische hulp in te schakelen. De delegatie van De Bilt denkt dat de richting die nu is ingeslagen met het bestuur, niet een andere kan zijn dan zoals in de notitie geschetst. De delegatie staat enigszins duaal tegenover de idee van de begeleidingscommissie. Zij vindt het wel een sympathiek idee. De Bilt wil echter niet dat een kleine projectgroep zich uitsluitend bezighoudt met deze ingewikkelde materie zonder dat daarbij de rest van het AB betrokken is. Bovendien wil De Bilt zich niet committeren aan eventuele standpunten die door een dergelijke commissie wordt ingenomen. De Bilt wil zijn handen vrij houden. Wellicht is het in een dergelijke ingewikkelde problematiek wel goed om een gemeentelijke afvaardiging kennis te laten nemen van de problemen die voorliggen zo dat die uitgebreider aan het veld zijn te tonen. Met deze kanttekening staat De Bilt niet volledig afwijzend tegenover de idee van een begeleidingscommissie. 4

8 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur De heer Schat (Nieuwegein) dankt het DB voor de opgestelde notitie. Die geeft een helder beeld van de huidige stand van zaken. De notitie lezende, concludeert zijn delegatie dat het BRU niets anders rest dan de aanbesteding opnieuw te doen. Daarbij valt op dat de nieuwe aanbesteding meer tijd gaat vergen dan wanneer het BRU met de nu betrokken partijen zou kunnen doorgaan. Hij wijst in die zin in het bijzonder op de onderhandse aanbesteding die hier tussendoor zou moeten gaan naar één partij. Welk risico loopt het BRU daarmee als het gaat om de kosten die daarmee gemoeid zijn? De indruk bestaat dat CONNEXXION dan kan vragen wat die organisatie maar wil. Mogelijk is het dan beter om een tussentijdse onderhandse aanbesteding te doen met twee partijen zodat nog enige concurrentie bestaat. Nieuwegein is blij met het initiatief van de delegatie van Utrecht om dit debat te voeren. Zo is duidelijk hoe de vlag erbij staat. Zijn delegatie is behoudend als het gaat om het voorstel van de begeleidingscommissie. Zij zal dit niet tegenhouden. De heer Scheringa (Vianen) dankt het DB voor de duidelijke ambtelijke notitie. De notitie geeft goed weer wat vorige week maandagochtend is afgesproken. Het huidige bestek is drie à vier jaar geleden geschreven. De wereld is sindsdien flink gewijzigd. Ook zíjn delegatie denkt dat het goed is om de lopende procedure te stoppen om een hele nieuwe Europese aanbesteding op te starten. Het moet dan wel erg duidelijk zijn dat CONNEXXION de huidige concessie nog met minimaal een jaar kan verlengen. Hij heeft begrepen uit de notitie dat ambtelijk daarover al afspraken gemaakt zijn. Vianen stelt als voorwaarde dat de afspraken op dat gebied goed zwart op wit moeten staan. Vianen adviseert het DB volgende week te beslissen de huidige procedure te stoppen en een nieuwe aanbesteding op te starten. De afvaardiging van Vianen staat sympathiek tegenover de idee van een begeleidingscommissie. De heer Wiersema (Stichtse Vecht) dankt het DB voor de heldere notitie over deze ingewikkelde materie. Ook zijn delegatie wil opteren voor een nieuwe cyclus van een Europese aanbesteding. Zijn afvaardiging staat aarzelend tegenover de idee van een begeleidingscommissie. Wanneer de begeleidingscommissie de vorm krijgt van een klankbordgroep zoals in het verleden, zal dat zijns inziens minimaal zo effectief zijn. 280 De heer Huizinga (IJsselstein) sluit zich aan bij de delegaties die zich uitspraken over het opnieuw doen van de Europese aanbesteding. Als het gaat om de begeleidingscommissie wil hij meer weten over de taken, verantwoordelijkheden en rollen. De heer Gijsbers (Bunnik) schaart zich achter de opvatting dat het beter is de Europese aanbesteding opnieuw te doen. Daardoor heeft het BRU dan mogelijk wel langere tijd nodig, maar is een groot aantal onvolkomenheden te repareren. Ten aanzien van de begeleidingscommissie legt hij zich neer bij de meerderheid. Hij tekent daarbij aan dat die commissie voor wat betreft de afvaardiging van Bunnik niet direct noodzaak is De heer Gerritsen (DB) merkt op dat de afvaardigingen allemaal stellig zijn. Die stelligheid kan hij niet betrachten. Het DB als bestuursorgaan is uiteindelijk bevoegd over de aanbesteding te beslissen. Het DB zal aanstaande maandag daarover in conclaaf gaan. Op basis van de voorliggende notitie vindt hij de gestelde vragen niet onlogisch, zoals de geventileerde opvattingen. Hij beantwoordt de vragen van de sprekers. Destijds is besloten voor de diesel hybride bussen omdat dat die 3 à 4 jaar geleden voor een beproefde techniek stonden tegen het licht van de milieueisen die het BRU wilde realiseren. Nog steeds zijn de diesel hybride bussen het meest bekend en het meest beproefd. Hiermee is de techniek beschreven, en niet de norm. De heer Gerritsen durft de conclusie niet te delen dat die keuze een blok aan het been was. Het blok aan het been was de enorme bereidheid bij de betrokken partijen een concessie te bevechten van 900 miljoen euro. De onduidelijkheid in de leaseconstructies had niet zozeer met de techniek te maken, als wel met de manier waarop de leaseconstructies beschreven waren. De heer Fokke (Utrecht) vindt dat de leaseconstructie direct samenhing met de diesel hybride bussen. Er was maar één leverancier. De levertijd was langer dan die tijd voor de levering van andere bussen. Daardoor moest de diesel hybride bus over een periode van 12 jaar afgeschreven worden. Daardoor ontstond de vreemde leaseconstructie. Wat de Utrechtse delegatie betreft heeft een en ander iets met elkaar te maken. De heer Gerritsen (DB) merkt op dat vaker is gesproken over de tekortkoming in de leaseconstructie. Eén van de eerste afwijzingsgronden waarop de rechter het BRU later wees, was dat het BRU direct had moeten overgaan tot ongeldigheidverklaring. Dat had niet zozeer te maken met de techniek van de bussen, maar met de manier waarop rechtspersonen aan elkaar geschakeld waren in deze leaseconstructie. Die schakeling had ook kunnen bestaan bij een klassieke dieselbus. Hij denkt wel dat in de huidige omstandigheden een snellere aanbestedingsprocedure te doorlopen is wanneer daartoe gekozen wordt, door een norm vast te stellen en niet zozeer een techniek. Alle sprekers hebben zich geuit over de begeleidingscommissie. De heer Gerritsen is als portefeuillehouder wel geporteerd voor de idee dat een aantal AB-leden bereid is beschikbaar te zijn als klankbordgroep voor het DB of voor de portefeuillehouder Openbaar Vervoer buiten de vrij lage vergaderfrequentie van het AB. Een klankbord functie zal de duale verhoudingen niet aantasten. Hij zou ervoor willen waken dat de AB-leden die in een dergelijke commissie zitting willen nemen, verantwoordelijkheid nemen voor de uitkomsten van een eventueel DB-voorstel. Hij zou ook als portefeuillehouder niet willen dat zijn verantwoordelijk vermengd raakt met de 5

9 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur vermeende verantwoordelijkheid van AB-leden. De klankbordfunctie van de begeleidingscommissie heeft wat hem betreft een compenserende werking voor de lage vergaderfrequentie van het AB. De heer De Jong Schouwenburg (De Bilt) wilde niet in de verantwoordelijkheid treden van het DB. Hij wil voorkomen dat een AB ontstaat met een aantal super bestuurders. In die zin wil hij niet gecommitteerd zijn aan een dergelijk gremium, anders dan zoals heer Gerritsen zegt een klankbordgroep. De heer Fokke (Utrecht) pleit niet voor AB-leden met een speciale bevoegdheid. Hij trekt de analogie naar de Rekeningencommissie. Ook daarin is een aantal bestuurders gedelegeerd om iets uit te zoeken. Iedereen kan in de openbaarheid zien wat deze Rekeningencommissie heeft gedaan en kan op eigen verantwoordelijkheid het advies wegen. De heer Gerritsen (DB) zou op die basis met een dergelijke commissie niet in zee willen. Hij zou dat het AB ook niet willen adviseren. Hij nodigt de AB-leden uit in de tweede termijn hierop terug te komen. Het DB deelt de kwalificatie van de heer Fokke doormodderen of opnieuw beginnen niet. Dooronderhandelen heeft zeker zijn voordelen. Met het opnieuw aanbesteden zijn ook niet alle juridische procedures uit de wereld. Sinds de marktwerking in het openbaar vervoer zijn intrede deed in Nederland, zijn in de afgelopen tien jaar zestien juridische procedures gevoerd tegen even zoveel concessies in het openbaar bestuur. De handelwijze van QBUZZ en CONNEXXION en de betrokkenheid van ARRIVA die wilde inbreken in de aanbestedingsprocedure, zijn niet uniek. In die zin gaat hem de term doormodderen te ver. Naast de voordelen van dooronderhandelen staan de nadelen. Ook die nadelen moet het DB onder ogen zien. Op de door de heer Fokke gevraagde bekorting van de implementatietijd durft de heer Gerritsen niet vooruit te lopen. De termijn die genoemd is, is tamelijk scherp. De heer De Jong Schouwenburg deed de suggestie meer deskundigheid in te huren. In de uitwisseling van informatie in de vergadering met de heer De Jong Schouwenburg blijkt dat diens suggestie alleen gericht was op de ingewikkeldheid van de materie, de noodzaak van een goede informatie en niet zozeer gericht op de kwaliteit van de BRU-organisatie. De heer Gerritsen bevestigt getuige te zijn geweest van een zeer deskundige inzet, zowel van de organisatie als van de experts die daarbij betrokken zijn. Deze inzet ondanks, was het DB af en toe verrast door de overwegingen van voorzieningenrechters. De heer Gerritsen bevestigt de heer Schat dat het extra jaar in het kader van de Wet Personenvervoer 2000 zou leiden tot de conclusie dat een onderhandse aanbesteding voor een jaar nodig zou zijn. Bij een onderhandse aanbesteding is de mogelijkheid voor CONNEXXION om te vragen wat hij wil, beperkt door de realiteitszin bij zowel het BRU als bij CONNEXXION. En door de mogelijkheid voor CONNEXXION om één op één door te rijden met materieel, met de dienstregeling, met de gemaakte afspraken, met de contacten tussen de BRU-organisatie als OV-autoriteit en de CONNEXXION-organisatie - zou dat bovendien geen probleem moeten zijn. Twee partijen ondershands gunnen is uit de aard der zaak niet mogelijk. Dan moet het gaan om een Europese aanbesteding. Wanneer het BRU dat zou doen voor dat ene jaar, zou het BRU meer tijd nodig hebben voor het meervoudig ondershands aanbesteden dan het ene jaar duurt waarvoor de verlenging nodig is. Het BRU heeft tot nu toe voor het eerste jaar uitstekende afspraken kunnen maken met CONNEXXION. Hij heeft er alle vertrouwen in dat ook voor het tweede jaar dat opnieuw mogelijk zal zijn met CONNEXXION wanneer het DB een dergelijke keuze zou maken. Tweede termijn De heer Fokke (Utrecht) stipt twee punten aan die hij miste in de beantwoording (1) De adviescommissie die eerder was ingesteld. Zijn vraag was ook daarop gericht: wat heeft die commissie geadviseerd? (2) bovendien vraagt hij wat de worst case is wanneer het DB kiest voor een nieuwe concessie. De ambtelijke notitie zegt heel helder dat de rechter tweemaal een gunning nietig heeft verklaard. De kans is klein dat de rechter van mening zou veranderen. Stel het DB kiest ervoor opnieuw te beginnen met de aanbesteding. Hij kan zich dan voorstellen dat QBUZZ zegt oorspronkelijk al een gunning te hebben gehad. Wellicht verandert de rechter dan van mening. Wat gebeurt er dan? Heeft QBUZZ in dat geval een zaak? Welke zijn daarvan de gevolgen? De heer Camstra (Zeist) merkt op dat de portefeuillehouder goede nuancerende woorden gesproken heeft over de adviescommissie. Toch blijft de delegatie van Zeist aarzelen. De delegatie schat het risico in dat een verschil van kennisniveau gaat ontstaan tussen AB-leden onderling. Zeist vindt het onderwerp dusdanig belangrijk en risicovol dat hij er liever voor zou pleiten om het hele AB als klankbord te zien en desnoods wanneer dat nodig is een keer in een extra informatieve bijeenkomst de plannen te bespreken om van gedachten te wisselen. Dit om twee snelheden te voorkomen. De heer Schat (Nieuwegein) dankt de portefeuillehouder voor de beantwoording van de vragen. Wanneer de begeleidingscommissie de vorm krijgt van een klankbordgroep kan zijn delegatie daarmee instemmen. Terugkomend op het antwoord van de portefeuillehouder over het jaar verlenging, veronderstelt de delegatie van Nieuwegein dat die verlenging onder dezelfde condities plaatsvindt als de huidige concessie. De vraag is dan wel of de kwaliteit van het materieel voldoende te borgen is. Misschien is dan toch nog iets te sleutelen aan de emissienorm in dat extra jaar doordat CONNEXXION daartoe gestimuleerd wordt op de een of andere manier. 380 De heer De Jong Schouwenburg (Bunnik) bevestigt dat het de vraag is hoe er uit te komen wanneer het BRU op de oude voet zou doorgaan met de huidige aanbestedingsprocedure. Hij vraagt hoe de papieren ervoor liggen wanneer het BRU met een nieuwe aanbestedingsprocedure begint met intrekking van de oude. Kan dan een van 6

10 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur de beide vervoerders zeggen dat een aanbesteding gaande was en hebben zij dan recht van spreken wanneer zij willen dat het BRU daarmee doorgaat om die procedure eerst af te ronden om dan pas een nieuwe procedure te kunnen starten. De heer De Jong Schouwenburg ziet een verschil tussen de opvatting van de delegatie van Utrecht en de mededelingen van de portefeuillehouder ter zake. Hij hoorde de heer Fokke een analogie maken naar een Rekeningencommissie. In zijn beleving is een Rekeningencommissie een instantie die achteraf controleert. Hij begrijpt dat het voorstel van de delegatie voor de begeleidingscommissie een klankbordgroep zou kunnen zijn. Hij vraagt de portefeuillehouder helderder uiteen te zetten wat hij precies voorheeft met de adviescommissie. De heer Gerritsen (DB) zet uiteen richting de heer Fokke dat deze adviescommissie destijds in het leven is geroepen om een uitspraak te doen op de bezwaren die waren ingebracht door de inschrijvers. Het DB heeft dat gedaan om zo maximaal mogelijk de houdbaarheid en de onafhankelijkheid van de beslissing op het bezwaar te willen waarborgen. Die adviescommissie doet eigenlijk hetzelfde als elke gemeentelijke bezwaar en adviescommissie: die adviseert het bestuursorgaan dat de primaire beslissing heeft genomen over de afdoening van een bezwaarschrift. Meer heeft die adviescommissie ook niet gedaan. Ook heeft de heer Fokke gevraagd naar een procesrisico bij nieuwe aanbesteding. Het Bestuur Regio Utrecht heeft aan QBUZZ het openbaar vervoer gegund. Dat besluit is geschorst door de voorzieningenrechter. Het besluit als zodanig bestaat nog wel. Mocht het DB beslissen tot het voeren van een nieuwe aanbestedingsprocedure, moet dat besluit ingetrokken worden. Tegen de intrekking van dat besluit staat rechtsbescherming open. QBUZZ die dat besluit in bezit heeft, kan daartegen bezwaar maken. De vraag is of dat zal gebeuren. De vraag is ook of een dergelijk bezwaar een haalbare procedure is. Het kan ook zomaar zijn dat het voordelig is voor QBUZZ opnieuw in concurrentie te treden. Het nieuwe bestek is ook voor de inschrijver een nieuwe werkelijkheid. Wanneer het BRU gaat besluiten tot het voeren van een nieuwe aanbestedingsprocedure, is dat besluit niet voor bezwaar vatbaar. Dat had voor niemand nog rechtsgevolgen. De heer Schat veronderstelt dat meer onderhoud nodig is wanneer het BRU het oude materieel handhaaft. De heer Gerritsen sluit dat niet uit maar vraagt zich eveneens af of de huidige vervoerder nog investeringen in het oude materieel wil doen in het zicht van een nieuwe concessieperiode waarin sprake zal zijn van een nieuw bestek. Tegelijkertijd zij vastgesteld dat de vervoerder moet voldoen aan de eisen van het nu geldende bestek. Die eisen gelden in ieder geval voor het jaar waarin het BRU onder toepassing van artikel 47 van de wet personenvervoer 2000 de verlenging pleegt. Wanneer gesproken wordt over een tussentijdse verlenging van een jaar, zijn daarin nieuwe afspraken te maken. Maar de OV-autoriteit is ook gebonden aan het op peil houden van de voorzieningen voor de reizigers in de regio. De OV-autoriteit zal het niet toelaten dat de vervoerder met willekeurig welk materieel zal rijden. De heer Gerritsen gaat er vanuit dat het een vervoerder als CONNEXXION de eer te na zal zijn met welk willekeurig materiaal dan ook te rijden. Vast staat dat in alle omstandigheden onderhoud nodig kan zijn. De heer De Jong Schouwenburg maakte een opmerking over de adviescommissie. De heer Gerritsen kan zich voorstellen dat heer Camstra zegt dat een AB ontstaat van twee snelheden. Wanneer een aantal AB-leden nauw betrokken zal zijn bij de materie, dat daarin ook specialisatie krijgt, is het voor deze portefeuillehouder plezierig om met een aantal betrokken AB-leden te kunnen klankborden. Wanneer de heer De Jong Schouwenburg dat zou willen gieten in het vat van een commissie, adviseert de heer Gerritsen dat zo licht mogelijk te willen houden. Hij kan ook uit de voeten met zijn suggestie dat het aantal leden van het AB beschikbaar wil zijn om wanneer daartoe aanleiding is, met de portefeuillehouder of met zijn medewerkers in gesprek te zijn over de stand van zaken, over de voortgang, et cetera. Het kan dan gaan over de fase van dooronderhandeling, of over een nieuwe aanbesteding. Hij kan zich ook voorstellen dat het AB zegt dit te willen formaliseren. Hij raadt het AB dan aan het zo licht mogelijk te houden en te spreken over een begeleiding- en adviescommissie ten behoeve van het DB. Opnieuw plaatst hij daarbij de opmerking dat hij de laatste zou zijn die de commissie in het AB verantwoordelijk zal houden voor zijn uitspraken. Dan zou hij verantwoordelijkheden vermengen. Tegelijkertijd voelde hij in de afgelopen periode wel eens de behoefte om met enkele leden van het AB in gesprek te zijn hierover om hem te laten bijstaan in vraagstukken. Hij heeft geen bezwaar tegen de suggestie van de delegatie van Utrecht. De heer Buunk (Utrecht) zou graag onderscheid willen maken tussen de adviescommissie zoals die enige tijd geleden door het DB is ingesteld om het DB te adviseren. Het voorstel van de Utrechtse delegatie is er meer op gericht een commissie samen te stellen uit AB-leden die het AB adviseert. Die commissie wordt daartoe in staat gesteld doordat zij het proces nauwgezet kan volgen. Hij kan zich voorstellen dat de portefeuillehouder daarmee ook blij is omdat hij daarmee kan klankborden. Hij misgunt de portefeuillehouder het klankborden niet. Het gaat de Utrechtse delegatie er om goed geïnformeerd te zijn over de keuzemomenten die zich gaan voordoen en de keuze die het DB daarin maakt. Ook het DB kan aangeven het verstandig te vinden het AB als geheel aan zet te laten zijn. Het voordeel van de commissie is dat algemeen bekend is, welke AB-leden deel uitmaken van de commissie. Van belang is dat de commissie in het openbaar kan beraadslagen, dat de commissie zelf kan bepalen hoeveel bijeenkomsten plaatsvinden, en ook dat van die bijeenkomsten notulen gemaakt worden zodat iedereen kennis kan nemen van het gewisselde. Bovendien zal elke vergadering openbaar toegankelijk zijn en kan die bijgewoond worden door anderen die even willen aanhaken op een bepaald punt. Dat voordeel ziet de Utrechtse delegatie. De heer Gerritsen (DB) stelt voor een korte derde termijn te houden om de sprekers de gelegenheid te geven hierop een reactie te geven. 7

11 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur 450 De heer Camstra (Zeist) is met de woorden van de heer Buunk van zijn vrees ontvreemd als zou de rest van het AB met deze commissie minder goed geïnformeerd kunnen raken. In die zin kan de delegatie uit Zeist uit de voeten met diens toelichting. De heer De Jong Schouwenburg (De Bilt) is gerustgesteld met heer Camstra, nu hij de verheldering vernam van de functie van de voorgestelde commissie. 460 De heer Gerritsen (DB) zet uiteen dat in de modaliteit waarin de heer Buunk de commissie voor het voetlicht brengt, het DB daarover verder in discussie zal moeten met het AB. Hij stelt het AB voor daarvoor de tijd te nemen en de vergadering te schorsen voor het nodige beraad. De heer Gerritsen wil zich in die schorsing verstaan met de meest betrokken woordvoerders. Schorsing en heropening van de vergadering De heer Gerritsen (DB) doet verslag van het beraad in de schorsing. Geconcludeerd is binnen de kring van het DB ingenomen te zijn met de suggestie die gedaan is een commissie van advies in te stellen. Hij heeft zijn gedachten geordend rondom de idee dat deze commissie niet het DB maar het AB adviseert. Dat komt tegemoet aan de bezwaren die hij in het AB hoorde over een DB met twee snelheden of het losgezongen raken van elkaar. Hij zou de suggestie in die zin willen effectueren dat het AB vanavond formeel besluit tot het instellen van die commissie, dat formeel ook de leden daarvan worden aangewezen en de werkwijze te zullen hanteren van de commissie zoals mondeling in deze vergadering gedeeld. Hij wijst het DB er op dat het DB haast heeft. In een volgende AB-vergadering zal het besluit geformaliseerd worden. Hij heeft begrepen uit de reacties van de delegaties dat het AB met deze conclusie zou willen instemmen. Over de notitie valt geen besluitvorming te nemen. Die is het AB ter informatie aangeboden. Het DB heeft goed geluisterd en zal zijn eigen afweging maken aanstaande maandag. Het AB gaat akkoord met de instelling van de commissie naar de aard en de vorm zoals zojuist respectievelijk besproken en becommentarieerd. Aldus is besloten. Uit het AB vernam hij dat het de leden Van Corler, Fokke, Schat, De Jong Schouwenburg, Huizinga en Van Liempde zou willen benoemen. Aangezien de heer van Liempde niet aanwezig is in deze vergadering, maar voorgedragen is door zijn delegatie, is die voordracht onder voorbehoud van acceptatie van deze benoeming door de heer Van Liempde. De heer Gerritsen concludeert hiermee de bespreking van dit agendapunt. Hij heet de voorzitter van het BRU, de heer Wolfsen welkom. De heer Wolfsen neemt het voorzitterschap over. 6. Financiële toekomst en rol BRU en gemeenten met betrekking tot de Regiotaxi (notanummer ) De voorzitter, de heer Wolfsen, vervolgt de vergadering met een korte introductie van dit agendapunt De heer Huizinga (IJsselstein) maakt drie opmerkingen: (1) Zijn delegatie is blij met een beleidsuitgangspunt Regiotaxi te continueren. Dit is ook in het kader van de Wmo een goede zaak. (2) De delegatie is ook blij met de opheffing van het open einde karakter met de instelling van het plafond. (3) Als het gaat om het alternatief van de Wmo-wethouders vraagt zijn delegatie welke de consequenties zijn wanneer het BRU voor het alternatief kiest. Hierbij is gezegd dat het als consequentie heeft dat 1 miljoen bezuinigd wordt op de OV-exploitatie. Dat lijkt IJselstein op voorhand een redelijk forse ingreep. De delegatie vraagt het DB inzichtelijk te maken wat daarvan de consequenties zijn, voordat zij hiermee kan instemmen. De heer De Boer (De Bilt) stelt vast dat dit een behoorlijke slag wordt bij de bezuinigingen op de Regiotaxi. Die slag voelt zeker De Bilt heel sterk. In het BRU zijn de discussies gevoerd over het openbaar vervoer. Buslijnen in de gemeente De Bilt kwamen daarmee onder druk te staan en verminderden in omvang. Dat betekent dat sommige wijken met een minimale bediening zullen moeten leven. Hij noemt dit de consequentie van opeenstapeling van bezuinigingen. Sommige mensen die afhankelijk zijn van korte loopafstanden tot het openbaar vervoer zullen nu gebruik moeten maken van de Regiotaxi. Dit blijft de zorg van de gemeente De Bilt. De delegatie begrijpt dat een open einde regeling niet tot de mogelijkheden behoort en dat ook hierop bezuinigd zou moeten worden. Zij vraagt wel de aandacht voor een goed dekkend OV-aanbod met bussen, voor bijvoorbeeld een wijk als de Leye. Daarin zitten meerdere verzorgingshuizen en daar staat nog een verzorgingshuis gepland. Het DB kiest voor een nieuwe verdeling van de BDU-gelden. Het kiest ervoor die verdeling te maken op basis van inwoneraantallen. De heer De Boer verwacht dat het DB in de tabellen gezien heeft dat De Bilt nogal veel gebruik maakt van de Regiotaxi, dat daar nogal een aantal pashouders en geïndiceerden zijn. Hij vraagt of dat verdedigingsmechanisme de juiste is in de ogen van het BRU waarmee De Bilt samenwerkt en waarmee De Bilt tracht te komen tot een regionale verdeling van woningen en van zorg. Zou niet beter gekeken moeten worden naar het aantal geïndiceerden, naar het aantal pashouders? Tenslotte merkt de heer De Boer op de brief van de wethouder Sociale Zaken gezien te hebben. In die brief wordt gezegd dat de stappen die nu worden genomen nogal fors zijn. Zij pleiten ervoor hiervoor 1 miljoen euro uit te 8

12 Notulen van de openbare AB-vergadering van het BRU op woensdag 14 december 2011 in het gemeentehuis van Utrecht vanaf uur uur trekken. Daarvoor is ook een amendement gekomen uit de stad Utrecht. De gemeente De Bilt is voorstander van een dergelijk amendement De heer Van Corler (Utrecht) dankt het DB voor het uitgebreide onderzoek naar de Regiotaxi en dankt het DB ook voor de aanbevelingen. De Utrechtse delegatie kan zich vinden in de hoofdlijnen van het voorstel waarmee de kosten voor de Regiotaxi betaalbaar gehouden kunnen worden. De delegatie wil wel meegaan met het voorstel van de Wmo wethouders om de besluitpunten 2 en 3 te wijzigen naar een structurele bijdrage van 4,2 miljoen euro in plaats van 3,28 miljoen euro. Dit alternatief wordt in het voorliggende AB-stuk geformuleerd maar dit staat niet in de besluitpunten. Om die reden dient de Utrechtse delegatie een amendement in voor aanpassing van het besluit. Hij verzoekt daarbij aan het DB, zoals ook verwoord in het amendement, de dekking hiervoor te halen uit het geheel van de reguliere OV-exploitatie. De Utrechtse delegatie mist in het voorstel van het DB voor de Regiotaxi de schakel naar het reguliere openbaar vervoer. De Regiotaxi is een belangrijk onderdeel van de uitwerking van het servicenetwerk, zoals bekend in de OV-visie. Die samenhang is wat betreft zijn delegatie noodzakelijk, uitgaande van het betaalbaar houden van de Regiotaxi: het verhogen van de toegankelijkheid van het reguliere OV en het verminderen van de dunne buslijnen. De delegatie van De Bilt verwees daar al naar en naar het overeind houden van de sociale functie van het openbaar vervoer. Hij nodigt het DB uit te reageren met informatie over hoe hieraan invulling wordt gegeven. Hij overhandigt de voorzitter het amendement. De voorzitter neemt het document in ontvangst en kondigt aan dat het zal worden rondgedeeld. Aldus geschiedt. De heer Gudde (Zeist) vindt dit een goed, rechtvaardig en slim voorstel om de uit de hand lopende kosten van de Regiotaxi in de hand te houden. Hiermee wordt verantwoordelijkheid gelegd bij de partijen die invloed hebben op het gebruik: de gemeenten. Het BRU zou met het voorstel van de heer De Boer om de bijdrage afhankelijk te maken van het aantal geïndiceerden, het paard achter de wagen spannen. Juist de gemeenten zelf hebben invloed op het aantal geïndiceerden. Dat lijkt hem niet de goede weg om in te slaan. Hij vraagt het DB wat het echt vindt van het voorstel en nu dan ook van het amendement. Hij vraagt dit vooral ook omdat in het voorstel dat nu voorligt geschreven is, dat dit voorstel niet beantwoordt aan de financiële doelstellingen van het BRU. Hij vraagt de portefeuillehouder dit toe te lichten. Richting de indieners van het amendement vraagt hij bij wie de baten en de kosten van dit voorstel terechtkomen. Nog niet is bepaald hoe de bijna 1 miljoen euro aan bezuinigingen op het OV zou neerslaan. Zijn vrees is wel dat dit terechtkomt bij de meest kwetsbare partijen wanneer het over het OV-netwerk gaat. Dat zijn nu juist de kleinere en perifere gemeenten. Dat zou een groot bezwaar zijn tegen het voorstel. Hij vraagt de indieners daarop te reageren. De heer Van Corler (Utrecht) licht toe dat om die reden dan ook de Utrechtse delegatie graag ziet dat dit bekeken wordt in het grotere geheel van het openbaar vervoer, dat een schakel wordt aangebracht naar het reguliere openbaar vervoer in de Regiotaxi. Opdat het wel een sluitend geheel worde. Voorkomen moet worden dat gebieden ontstaan in de regio die zowel met de Regiotaxi als met het reguliere openbaar vervoer slecht te bereiken zouden zijn. Om die reden ook de vraag hoe het DB die schakel daarin verzorgen zal. Mevrouw Van Rooijen (Nieuwegein) deelt mee dat Nieuwegein het voorstel met betrekking tot de Regiotaxi grotendeels kan steunen. Nu de huidige overeenkomsten binnen niet al te lange tijd aflopen, wordt het haars inziens ook tijd voor een evaluatie en een herbezinning. Het rapport Onderzoek naar Financiering Regiotaxi Utrecht is degelijk. Dit rapport gaf haar delegatie een goed inzicht in de werking, de systematiek en de dynamiek van de Regiotaxi. Het onderzoek maakt de delegatie ook duidelijk dat het BRU niet kan doorgaan met een stijging van gemiddeld 20% per jaar. Zo doorgaan zou een hele dure geschiedenis worden. Het is fijn om te constateren dat de Regiotaxi zo in de smaak valt. Het BRU ondervond veel problemen in de beginjaren. Ondertussen zijn oplossingen gevonden voor de ondervonden ergernissen. Het BRU ontkomt er niet aan het gebruik verder te reguleren. De voorgestelde oplossingen kunnen de goedkeuring krijgen van haar delegatie. Op het gebied van het subsidieplafond wil Nieuwegein afwijken. Daarin is Nieuwegein niet de enige, gezien ook het zojuist ingediende amendement. Zij wacht het amendement af. De heer Gijsbers (Bunnik) is blij dat de financiële toekomst en de rol van het BRU naar de Regiotaxi geen open einde meer zal hebben en dat die open einde nu bij de gemeenten zal worden gelegd. Zijn delegatie vindt dat een terechte zaak. De gemeenten kunnen dan zelf bepalen hoe zij hiermee omgaan. Hij kan zich voorstellen dat de gemeente De Bilt zich zorgen maakt omdat deze gemeente hiervan op een andere manier gebruik maakt dan de meeste andere gemeenten. Zijn delegatie kan zich absoluut vinden in het voorstel. Zij kan zich ook vinden in het amendement dat door de gemeente Utrecht is ingediend. De heer Scheringa (Vianen) is blij dat de open einde regeling wordt beëindigd en beter gereguleerd. Zijn delegatie kan instemmen met het voorstel, met uitzondering van punt 2. Daarin ondersteunt zijn delegatie het amendement van de Utrechtse delegatie. 9