HET HYPO-IONISCHE EIWITPROFIEL. EVALUATIE VAN EEN LABORATORIUMANALYSE UIT DE COMPLEMENTAIRE EN ALTERNATIEVE GENEESKUNDE
|
|
- Elke Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 242 Original Article. EVALUATIE VAN EEN LABORATORIUMANALYSE UIT DE COMPLEMENTAIRE EN ALTERNATIEVE GENEESKUNDE M. Berth, M. Stalpaert, E. Bosmans Key words: complementary medicine, protein precipitation, protein profile, euglobulins, diagnostic errors ABSTRACT The hypo ionic protein profile (HIPP) is a test based on the reticulo-endothelial index of Sandor. We evaluated the analytical performance of this test by comparing the obtained data in the HIPP to the concentration of some frequently measured specific serum proteins. The alfa euglobulin zone mainly comprises of ceruloplasmin, complement factor 3, apolipoprotein B and haptoglobin. The beta and gamma euglobulin zone reflect the concentration of the immunoglobulins. Since these proteins cannot be distinguished from each other, the diagnostic value of the HIPP will be limited. The HIPP is an outdated and aspecific assay for protein measurements. Algemeen Medisch Laboratorium, Desguinlei 88, 2018 Antwerpen, Belgium Address for Correspondence: Dr M. Berth Algemeen Medisch Laboratorium Desguinlei Antwerpen Belgium Tel: +32 (0) mario.berth@aml-lab.be INLEIDING Alternatieve en complementaire geneeskunde wordt aangewend door een belangrijk deel van de ambulante populatie. (1) Bij deze geneeswijzen richt men zich voornamelijk op functionele klachten waarbij men, om deze klachten te proberen objectiveren of definiëren, soms gebruik maakt van het hypo-ionische eiwitprofiel (HIEP), ook gekend onder de benamingen iso-flocculatie curve of Vernes-Augusti test. In deze studie hebben we de analytische waarde van deze test onderzocht door op een reeks routinemonsters de concentratie van enkele frequent gedoseerde serumeiwitten te correleren met de bekomen gegevens in het HIEP. METHODES Het HIEP, grotendeels geïnspireerd op het zogenaamde Fiche Réticulo-Endothéliale (FRE) ontwikkeld door Sandor en Vargues in de jaren vijftig van de twintigste eeuw, is gebaseerd op de precipitatie van eiwitten in hypo-ionisch milieu. (2, 3) Bij een hedendaagse HIEP analyse wordt een reeks verdunningen gemaakt van het patiëntserum in hypo-ionische buffers met elk een verschillende ph, gaande van ± 4.5 tot ± 7.5. Elke verdunning wordt benoemd met een cijfer (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 8, 9, 9 ), waarbij het cijfer 1 correleert met een ph van ongeveer 7.5 en het cijfer 9 met een ph van ongeveer 4.5. Op basis van de troebeling die ontstaat in
2 243 deze verschillende milieus, nefelometrisch of turbidimetrisch gemeten, wordt een profiel opgesteld. Deze 11 individuele meetpunten in het HIEP worden bovendien gegroepeerd in drie fracties naar analogie met de serum eiwitelektroforese: punten 1, 2, 3, 4 vormen de zogenaamde gamma euglobulines (hoogste ph in de verdunningsbuffer), de punten 5, 6, 7 vormen de beta euglobulines (intermediaire ph) en de punten 8, 8, 9, 9 vormen de alfa euglobulines (laagste ph). Op 91 willekeurige routine serummonsters van verschillende patiënten waarvoor een HIEP werd uitgevoerd, hebben we de volgende specifieke eiwitanalyses uitgevoerd met behulp van immunonefelometrische methodes op BNII met bijhorende reagentia (Dade- Behring, Marburg, Duitsland): albumine, α1-zuurglycoproteïne (orosomucoïd), α2-macroglobuline, α2-haptoglobine, ceruloplasmine, complement factor 3 (C3), complement factor 4 (C4), prealbumine (transthyretine), immuunglobuline A (IgA), immuunglobuline G (IgG), immuunglobuline M (IgM), transferrine, C-reactief proteïne (CRP). De bepalingen van α1-antitrypsine, apolipoproteïne A1 (apo A1) en apolipoproteïne B (apo B) werden immunoturbidimetrisch uitgevoerd met behulp van Modular en bijhorende reagentia (Roche Diagnostics, Mannheim, Duitsland). Met uitzondering van Apo A1 en Apo B is er voor de bepaling van deze proteines traceerbaarheid naar de internationale standaard CRM 470. (4) Op alle serummonsters werd eveneens een serum eiwitelektroforese uitgevoerd door middel van capillaire elektroforese op Capillarys (Sebia, Lisses, Frankrijk). Op de negentien serummonsters waar een vals verhoogd resultaat in de gamma en beta euglobulinefracties werd vermoed (zie verder), werden C3d bindende en C1q bindende immuuncomplexen bepaald met ELISA methodes (Diametra, Segrate, Italië). Op deze monsters werd eveneens IgM rheumafactor gedoseerd met behulp van een commercieel beschikbare methode op Modular (Tina-quant RFII kit, Roche Diagnostics, Mannheim, Duitsland). STATISTISCHE EVALUATIE Gegevensverwerking gebeurde met het software pakket Excel 2002 (Microsoft Corporation). Statistische analyses werden uitgevoerd met de software MedCalc (Mariakerke, België). Een correlatie matrix van alle specifieke eiwitbepalingen en de HIEP meetpunten werd opgesteld. Gezien voor alle specifieke eiwitbepalingen, behalve voor CRP, een normale verdeling werd bekomen zoals bepaald via een Kolmogorov Smirnov test, werd de correlatiecoëfficiënt volgens Pearson gebruikt. Deze werd als significant beschouwd bij r waarden groter dan 0.5 met een P < Correlaties werden eveneens visueel beoordeeld op xy-grafieken om eventuele groepsvorming binnen de gegevens uit te sluiten en om een ellipsoïde vorm van de distributie in te schatten. Voor correlaties met CRP werd de correlatiecoëfficient volgens Spearman gebruikt die als relevant werd beschouwd bij r waarden groter dan 0.5 met een P < RESULTATEN Bij beoordeling van de xy-grafieken van de immuunglobulines (van zowel nefelometrische bepaling als de gamma globuline fractie op serum eiwitelektroforese) en de HIEP meetpunten was er duidelijk groepsvorming aanwezig. Negentien resultaten (21%) werden op basis van deze visuele beoordeling van de grafieken als discordant beschouwd: de gamma en beta euglobulines waren relatief te hoog in vergelijking met de immuunglobuline bepalingen. Deze negentien sera werden verder analytisch uitgewerkt naar mogelijke interferenties toe, maar werden niet opgenomen in de verdere statistische verwerking gezien dit een vertekend beeld van de correlatiecoëfficienten zou hebben opgeleverd. Op elf van deze sera konden hoge concentraties circulerende immuuncomplexen (n = 9) of rheumafactor (n = 1), of een monoclonale gammapathie (n = 1) worden aangetoond, op de overige acht konden geen specifieke afwijkingen worden gevonden. Significante correlatiecoëfficiënten werden gevonden voor één of meerdere van de HIEP meetpunten enerzijds en apo B, C3, ceruloplasmine, haptoglobine, IgG en IgM anderzijds. Er kon geen significante correlatie worden teruggevonden met albumine, α1-antitrypsine, α2-macroglobuline, apo A1, C4, CRP, IgA, orosomucoïd, prealbumine of transferrine. Uit onze gegevens kan worden afgeleid dat de gamma euglobulines en beta euglobulines in grote lijnen overeenkomen met immuunglobulines. Binnen de alfa euglobulines worden voornamelijk Apo B, ceruloplasmine, C3 en haptoglobine teruggevonden. Figuur 1 is een grafische voorstelling van de Paerson correlatiecoëfficiënten van de proteïnes die een significante correlatie
3 244 Figuur 1. Weergave van de significante correlatiecoëfficiënten van specifieke eiwitten en de verschillende HIEP meetpunten. met de HIEP meetpunten vertonen. Deze figuur geeft een goed visueel beeld van de verdeling van de eiwitten zoals ze waarschijnlijk tijdens een HIEP analyse precipiteren. Bij 96% van de patiënten werden in het HIEP waarden buiten het referentie interval bekomen: 73% had een verhoogde alfa euglobuline fractie, 51% had een gedaalde gamma euglobuline fractie, 52% een gedaalde beta euglobuline fractie, 13% een verhoogde beta euglobuline fractie. Er werden geen gedaalde alfa euglobulinefracties of verhoogde gamma euglobulinefracties gezien. Bij de specifieke eiwitanalyses (uitgezonderd de lipidenparameters) werd bij 47% van de patiënten 1 of meerdere eiwitconcentraties buiten het referentie interval gevonden. Per parameter vonden we gemiddeld 6% van de resultaten buiten het referentie interval, met een minimum van 2% en een maximum van 10%. In de serum eiwitelektroforese vonden we 2% verhoogde en 3% verlaagde albuminefracties, 2% verhoogde en 3% verlaagde alfa 1 fracties, 1% verhoogde en geen verlaagde alfa 2 fracties, 1% verhoogde en geen verlaagde beta fracties, 6% verlaagde en 5% verhoogde gamma fracties.
4 245 DISCUSSIE De Fiche Réticulo-Endothéliale (FRE) werd indertijd beschouwd als een eenvoudig alternatief voor de serum eiwitelektroforese waarbij één van de grote voordelen de absolute waarden van de verschillende eiwitfracties betrof. Op basis van het FRE profiel probeerde men verschillende somatische ziektebeelden te herkennen zoals ernstig leverlijden of aangeboren immuunglobulinedeficiënties. (5) Met de verbetering en vereenvoudiging van de serum eiwitelektroforese methodes, de introductie in het routinelaboratorium van specifieke eiwitbepalingen en de toename van de wetenschappelijke kennis, zijn dergelijke aspecifieke methodes in de reguliere geneeskunde volledig verlaten in het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw. (6) Om de biochemische achtergrond van de FRE of het HIEP te kunnen begrijpen, bespreken we hier kort enkele algemene principes van de oplosbaarheid van proteïnes in waterig milieu. De oplosbaarheid wordt in sterke mate bepaald door enerzijds de pi van het eiwit en anderzijds de ph, de ionenconcentraties, de ionensamenstelling en de temperatuur van het oplosmiddel. (7) Eiwitten hebben de laagste oplosbaarheid in waterig milieu wanneer ze een neutrale lading hebben, m.a.w. wanneer de ph van het oplosmiddel de pi van het eiwit benadert. Agglutinatie en precipitatie (met of zonder denaturatie) van de proteïnes is in deze situatie het makkelijkst te induceren. De zoutconcentratie en -samenstelling spelen eveneens een belangrijke rol bij de oplosbaarheid, maar in de context van het HIEP kunnen we stellen dat lage zoutconcentraties precipitatie inducerend werken. Op theoretische basis en zoals kan besloten worden uit de geobserveerde correlaties, zien we in het HIEP eiwitten precipiteren in de buffers waarvan de ph de pi van het eiwit benadert. Gezien de aspecificiteit van de gebruikte methode zullen de meeste proteïnes neerslaan in meerdere ph buffers. Eiwitten die in hogere concentratie aanwezig zijn of die een hogere moleculaire massa hebben zullen makkelijker precipiteerbaar en/of detecteerbaar zijn. In de alfa euglobuline zone zijn voornamelijk complement factor 3, ceruloplasmine, apo B en haptoglobine de dominerende eiwitten. Gezien de verschillende effecten van een acute fase respons op deze eiwitten, is het effect van bijvoorbeeld een lichte tot matige inflammatie op deze alfa euglobulines moeilijk voorspelbaar. (8) Andere invloeden zoals bijvoorbeeld in vivo hemolyse, auto-immuunaandoeningen of hormonale effecten maken van deze alfa euglobuline zone een sterk heterogeen mengsel. Bij haptoglobine dient men eveneens rekening te houden met de sterk uiteenlopende moleculaire massa s van drie belangrijkste natuurlijke fenotypes (1-1, 2-1, 2-2) met vermoedelijk een verschillend precipitatiegedrag in het HIEP. De beta en gamma euglobulines zones geven een idee van de totale immuunglobuline concentraties. De verhoogde beta en gamma euglobuline zone zonder een gecorreleerde immuunglobuline stijging die we bij 21% van de patiënten konden terugvinden, hebben we beschouwd als vals positief. Deze discrepante resultaten en hun frequentie worden ook vermeld in de literatuur, doch de oorzaak van deze verhoogde resultaten blijft onduidelijk. (3) Bij een deel van de sera vermoeden we dat interferentie door gecomplexeerde of clonale immuunglobulines aan de basis ligt. Gezien het HIEP voornamelijk gedomineerd wordt door 6 eiwitten met verschillende functies, die analytisch niet van elkaar te onderscheiden zijn, is zijn diagnostische waarde beperkt. Indien de clinicus een idee wenst te krijgen over de eiwitsamenstelling in het bloed, zal een serum eiwitelektroforese meer, duidelijkere en correctere informatie bieden. Mocht er nood zijn aan nog meer gedetailleerde informatie, kan een bepaling van de individuele eiwitten uitgevoerd worden. In dit kader is bijvoorbeeld in Frankrijk het profil protéique d orientation (oriënterend proteïne profiel) geïntroduceerd, doch de klinische meerwaarde hiervan lijkt beperkt te zijn. (9) Naast de analytische aspecificiteit van het HIEP, is er waarschijnlijk een groot probleem met de gebruikte referentiewaarden bij de huidige methode. De meeste patiënten in deze studie hadden een afwijkend HIEP, terwijl er bij de specifieke eiwitdosages en serum eiwitelektroforese meestal geen afwijkingen detecteerbaar waren. Het is bovendien zeer onwaarschijnlijk dat voor een bepaalde test, de meerderheid van de resultaten van een patiëntenpopulatie buiten het referentie interval valt. Aan onze studie zijn enkele beperkingen verbonden. Vooreerst dienen we te benadrukken dat niet met zekerheid kan gesteld worden welke proteïnen in welke fractie neerslaan. Onze studie biedt enkel indirecte bewijskracht. Theoretisch gezien kunnen modificaties (bijvoorbeeld abnormale glycosylatie) aan proteïnes een effect in het HIEP hebben, welke niet gedetecteerd
5 246 worden bij specifieke eiwitbepaling. Bovendien kunnen andere, niet-gemeten serumcomponenten neerslaan en dus een effect hebben in het HIEP. Gezien we een puur analytische evaluatie van deze test hebben uitgevoerd, kunnen we geen besluiten trekken over de klinische waarde van het HIEP. Ondanks de beperkingen van onze studie lijkt de toepassing van deze test in de dagelijkse praktijk moeilijk verantwoordbaar gezien het ontbreken van klinische studies en gezien de bovenstaande beschreven observaties (aspecificiteit, mogelijke interferenties). Het is dan ook waarschijnlijk dat, gezien het hoge percentage afwijkende HIEP waarden (96%) in onze studiegroep met voornamelijk routinestalen, de huidige interpretatie van het HIEP kan leiden tot foute diagnostiek met bijvoorbeeld somatisering van psychogene klachten. BESLUIT Het HIEP is een verouderde methode voor eiwitbepalingen met een uitgesproken analytische aspecificiteit, een belangrijke overlap tussen gemeten eiwit fracties en vermoedelijk frequent voorkomende interferenties. Het hoge percentage afwijkende HIEP waarden in onze studiegroep met voornamelijk routinestalen, maakt dat er grote vraagtekens bij de correctheid van de gebruikte referentiewaarden kunnen geplaatst worden. De analytische problematiek levert een hoog risico op voor foute interpretaties, waardoor klinische besluiten die op basis van het HIEP zijn bekomen, verkeerd kunnen zijn. ABSTRACT We hebben de analytische waarde van het hypoionische eiwitprofiel (HIEP), een test die gebaseerd is op de reticulo-endotheliale index van Sandor, geëvalueerd door de concentratie van enkele frequent gedoseerde serumeiwitten te correleren met de bekomen gegevens in het HIEP. In de alfa euglobuline zone zijn voornamelijk complement factor 3, ceruloplasmine, apolipoproteïne B en haptoglobine de dominerende eiwitten. De beta en gamma euglobuline zones geven een idee van de totale immuunglobuline concentraties. Gezien deze eiwitten niet van elkaar te onderscheiden zijn in het HIEP, is zijn diagnostische waarde beperkt. Het HIEP is een verouderde en aspecifieke methode voor eiwitbepalingen. We wensen Annie Vereecken, Geert Salembier en Rudy Proesmans te bedanken voor hun medewerking aan deze studie. Collega Didier Langouche, die intensief aan deze studie heeft meegewerkt, is onverwacht overleden tijdens de voorbereiding van deze publicatie. REFERENTIES 1. Rhee SM, Garg VK, Hershey CO. Use of complementary and alternative medicines by ambulatory patients. Arch Intern Med 2004;164: Vargues R. La fiche réticulo-endothéliale de Sandor. Bases théoriques, principes techniques, applications pratiques. Biol Med (Paris) 1955;44: Sandor G, Juillard P, Sandor M. Une méthode d interprétation quantitative de la fiche réticulo-endothéliale. Evaluation du domaine non interprétable du point de vue pathologique. Ann Biol Clin (Paris) 1963;21: Dati F, Schumann G, Thomas L, et al. Consensus of a group of professional societies and diagnostic companies on guidelines for interim reference ranges for 14 proteins in serum based on the standardization against the IFCC/BCR/CAP Reference Material (CRM 470). International Federation of Clinical Chemistry. Community Bureau of Reference of the Commission of the European Communities. College of American Pathologists. Eur J Clin Chem Clin Biochem 1996;34: Hirsch-Marie H, Cattan R, Vesin P. Les euglobulines. Intérêt de leur étude en clinique. I. Caractères particuliers des euglobulines et place de la fiche réticulo-endothéliale de Sandor dans l étude des protéines. Sem Hop 1961;37: Laurell CB. Electrophoresis, specific protein assays, or both in measurement of plasma proteins? Clin Chem 1973;19: Chi EY, Krishnan S, Randolph TW, Carpenter JF. Physical stability of proteins in aqueous solution: mechanism and driving forces in nonnative protein aggregation. Pharm Res 2003;20: Gabay C, Kushner I. Acute-phase proteins and other systemic responses to inflammation. N Engl J Med 1999;340: Turner L, Le Moal B, El Gharbi T, et al. Intérêt de la réalisation systématique du profil protéique d orientation dans un service de médecine interne. Enquête nationale des pratiques et étude prospective sur 229 admissions. Rev Med Interne 2005;26:
LDL-Cholesterol: Gemeten versus Berekende waarde
LDL-Cholesterol: Gemeten versus Berekende waarde DORIEN VAN DEN BOSSCHE ASO KLINISCHE BIOLOGIE AZ DELTA KLINISCH LABORATORIUM KLINISCHE CHEMIE PROMOTOR: DR. D. DE SMET Overzicht presentatie LDL-Cholesterol
Nadere informatieVerschillen tussen capillaire en gel electroforese. Joke Boonstra Corrie de Kat Angelino Janneke Ruinemans-Koerts Ina Klasen.
Verschillen tussen capillaire en gel electroforese Joke Boonstra Corrie de Kat Angelino Janneke Ruinemans-Koerts Ina Klasen 13 oktober 2009 1 M-Proteïne diagnostiek Technieken Gel electroforese (AGE) Principe
Nadere informatieASO: Toon Schiemsky Supervisor: Prof. Dr. X. Bossuyt Datum: 15 maart Optimalisatie van de pneumokokken polysacharide antistoffen test
ASO: Toon Schiemsky Supervisor: Prof. Dr. X. Bossuyt Datum: 15 maart 2016 Optimalisatie van de pneumokokken polysacharide antistoffen test Inleiding pneumokokken polysacharide antistoffen test Inleiding
Nadere informatiebestanddelen van de verschillende elektroforesefracties. Deze worden hieronder verder besproken.
Eiwitelektroforese Techniek Elektroforese is een analytische techniek die toelaat om een monster te scheiden in verschillende fracties op basis van verschillen in lading van de componenten. De techniek
Nadere informatieM-Proteïne rondzending Humorale Immunologie SKML
M-Proteïne rondzending Humorale Immunologie SKML Gertrude van de Wiel Corrie de Kat Angelino Ina Klasen Afdeling Laboratorium Geneeskunde Laboratorium Medische Immunologie 19 januari 2009 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieEvaluatie van complementdiagnostiek
Evaluatie van complementdiagnostiek Nabespreking SKML rondzending Utrecht, 19 januari 21 Anja Roos (A.Roos@LUMC.NL) Medisch Immunoloog Leids Universitair Medisch Centrum Rondzending complement: deelnemende
Nadere informatieZwarte Pietenspel Nabespreking Combi Immuno Chemie. Cas Weykamp, Ina Klasen Sectie Humorale Immunochemie, Utrecht 19 januari 2010
Zwarte Pietenspel Nabespreking Combi Immuno Chemie Cas Weykamp, Ina Klasen Sectie Humorale Immunochemie, Utrecht 19 januari 2010 SKML Lab Kwaliteit Manufacturer Kwaliteit OK. SKML Laboratorium Kwaliteit
Nadere informatieVrije lichte ketens in serum svlk. Joke Boonstra Corrie de Kat Angelino Janneke Ruinemans-Koerts Ina Klasen. 13 oktober 2009
Vrije lichte ketens in serum svlk Joke Boonstra Corrie de Kat Angelino Janneke Ruinemans-Koerts Ina Klasen 13 oktober 2009 1 Inhoud Wat zijn vrije lichte ketens(-bepalingen) Toepassingsgebieden VLK bepalingen
Nadere informatieHumorale Immunologie
SKML Congres De Waarde van de expert Ede, 9 juni 2015 Harmonisatie Humorale Immunologie Dr. C.W. Weykamp, Chemicus, SKB, Winterswijk Gebruik van ALTM en referentie waarden in de Combi Immunochemie rondzending
Nadere informatieJAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2014/1
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieDEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieSamenvat ting en Conclusies
Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het
Nadere informatieDEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2018/1
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL
Nadere informatieJAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieDEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieDEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2013/1
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieFoutief verhoogd vitamine B12: Pitfalls in een immuno-assay
Foutief verhoogd vitamine B12: Pitfalls in een immuno-assay Januari 2013 Dr. AP van Rossum (klinisch chemicus) Bronovo Ziekenhuis, Den Haag Pitfalls in de Vitamine B12 assay Aanleiding: Hypersegmentatie
Nadere informatieStandaardisatie kinkhoestserologie. We weten hoe het moet Nu nog doen
Standaardisatie kinkhoestserologie We weten hoe het moet Nu nog doen Indeling praatje State of the art Welke antigenen en welke isotypen zijn geschikt voor diagnostiek? Wat weten we over de antistofrespons?
Nadere informatieAmyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer
Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.
Nadere informatieCombi Immunochemie door Inez-Anne Haagen, Cas Weykamp
SKML Deelnemersbespreking: HIM ANCA-GBM Collageen Combi Immunochemie door Inez-Anne Haagen, Cas Weykamp Complement M-proteine Reuma HIM sectie humorale immunologie Indien u contact heeft met uw firma betreffende
Nadere informatiePart A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes?
Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part B: Evaluation of point-of-care instruments for glycated hemoglobin A1c testing in an ambulant hospital setting
Nadere informatie132
6DPHQYDWWLQJ 132 6DPHQYDWWLQJ Sotos syndroom, ook wel cerbraal gigantisme genoemd, werd voor het eerst beschreven in 1964 door Professor Sotos. Hij beschreef 5 kinderen met snelle lengtegroei, een grote
Nadere informatieAnalyse van M-proteïnen - Detectie en kwantificering -
Analyse van M-proteïnen - Detectie en kwantificering - Joke Boonstra Corrie de Kat Angelino Ina Klasen Janneke Ruinemans-Koerts 13 oktober 2009 Gerichte diagnostiek naar M-Proteïnen - Detectie - CBO Richtlijn
Nadere informatieDe waarde van de expert IGF-1 harmonisatie
De waarde van de expert IGF-1 harmonisatie Eef Lentjes Sectie Endocrinologie SKML Jun 2015 doel van laboratorium bepalingen Identificeren van verstoring in een patient en monitoren van behandelingen Goede
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieDienst Kwaliteit van Medische Laboratoria UNIFORMISERING VAN EENHEDEN
Commissie voor Klinische Biologie Commission de Biologie Clinique Dienst Kwaliteit van Medische Laboratoria UNIFORMISERING VAN EENHEDEN ON LINE ENQUÊTE : Implementatie van «voorkeurseenheden» in de klinische
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen
Nadere informatieRapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.
Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel
Nadere informatieMarcel M. Verbeek, Neurochemicus
Bespreking SKML liquor enquete Marcel M. Verbeek, Neurochemicus UMC St Radboud Nijmegen Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour Afdelingen Neurologie en Laboratorium Geneeskunde E-mail: m.verbeek@neuro.umcn.nl
Nadere informatieGLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV
WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL ISSN 0778-8363 FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA
Nadere informatieReflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie
Reflecterend testen Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie Wat is reflective testing / reflecterend testen? 1. Toevoegen van testen wanneer dat nodig wordt geacht 2. Toevoegen van commentaar 3.
Nadere informatieReferentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding
Referentiewaarden REFER002 Referentiewaarden overzicht intern Pagina 1 van 5 KLINISCHE CHEMIE Referentie waarden natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch Kompas
Nadere informatieHoofdstuk 2: Preprocedurele serum waarden van acute-fase reagentia en de prognose na percutane coronaire interventie
Samenvatting 111 CHAPTER 10 Ondanks verbeteringen in de techniek van percutane coronaire interventie (PCI), blijft restenose een belangrijk probleem. De reactie van de vaatwand op beschadiging speelt een
Nadere informatieBotscintigrafie. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Eerste iteratie (2015-2017)
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Eerste iteratie (2015-2017) Eerste periode (01/01/2015 31/03/2015) Botscintigrafie 24/09/2015 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Federaal
Nadere informatieKlinisch Bioloog verantwoordelijk voor de algemene POCT coördinatie :
Procedure POCT Glucose COM BC 02/2007 Onderwerp Deze procedure beschrijft de organisatie en het onderhoud van de POCT, in het bijzonder van de glucosemeters. Het labo speelt een centrale rol in het beheer
Nadere informatiePET-onderzoeken. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Tweede iteratie ( )
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Vijfde periode (01/04/2018 30/06/2018) PET-onderzoeken 12/02/2019 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Federaal
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2015/1
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF
Nadere informatieSchildklierscintigrafie
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Eerste iteratie (2015-2017) Derde periode (01/07/2015 30/09/2015) Schildklierscintigrafie 17/3/2016 Contact: Thibault VANAUDENHOVE
Nadere informatieJAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE
ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA
Nadere informatieExterne kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/1. Mei
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Klinische Biologie Externe kwaliteitsevaluatie Alcoholbepaling in bloed 2003/1 Mei Dit rapport mag uitsluitend worden gereproduceerd, gepubliceerd of
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE
ISSN 0778-8363 FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN
Nadere informatieSerum Indices 28 november 2012
Serum Indices 28 november 2012 Roche Modular gebruikersdag Gideon Lansbergen Serum index: Meten van interferenties op klinisch chemische bepalingen. Interferentie: het effect van een substantie, aanwezig
Nadere informatiete onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test
SAMENVATTING Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) is een erfelijke spierziekte die wordt gekenmerkt door verzwakking van de aangezichtspieren (facio), de spieren rond de schouderbladen (scapulo)
Nadere informatieIs er evidentie voor point of care testen voor de diagnose van occulte ernstige bacteriële infecties bij ambulante kinderen met koorts zonder focus?
Is er evidentie voor point of care testen voor de diagnose van occulte ernstige bacteriële infecties bij ambulante kinderen met koorts zonder focus? Critically appraised topic Leuven 10 mei 2011 Dr. Apr.
Nadere informatieKun je met statistiek werkelijk alles bewijzen?
Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen? Geert Verbeke Biostatistisch Centrum, K.U.Leuven International Institute for Biostatistics and statistical Bioinformatics geert.verbeke@med.kuleuven.be http://perswww.kuleuven.be/geert
Nadere informatieJAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
ISSN 778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-15 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA
Nadere informatieSchildklierscintigrafie
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Derde periode (01/10/2017 31/12/2017) Schildklierscintigrafie 12/09/2018 Contact: Thibault VANAUDENHOVE
Nadere informatieGLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II
ISSN 0778-8363 J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Suwannalai, Parawee Title: ACPA response in evolution of rheumatoid arthritis
Nadere informatieConsultverlening. Achterom zien en vooruit blikken Dr Hans Janssen 19 september 2013, De ReeHorst, Ede
Consultverlening Achterom zien en vooruit blikken Dr Hans Janssen 19 september 2013, De ReeHorst, Ede 1 2 3 4 5 6 C n a V 7 M r a a n Onder consultverlening door de laboratoriumspecialist wordt hier verstaan:
Nadere informatieThyroglobuline in de opvolging van gedifferentieerd schildkliercarcinoom: belang van de functionele sensitiviteit.
CAT Critically Appraised Topic Thyroglobuline in de opvolging van gedifferentieerd schildkliercarcinoom: belang van de functionele sensitiviteit. Author: Niels Graindor Supervisor: Sara Vijgen Date: 03-04-2014
Nadere informatieThyreoglobuline, een update. Onderwerpen die aan bod komen. Thyreoglobuline - Fysiologie
Thyreoglobuline, een update Yolanda de Rijke, PhD klinisch chemicus-endocrinoloog, Erasmus MC y.derijke@erasmusmc.nl Onderwerpen die aan bod komen (Patho)Fysiologie Toepassingsgebied thyreoglobuline Pitfalls:
Nadere informatieJAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
ISSN 778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-15 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA
Nadere informatieMonitoring the patient response as an alternative to commercial negative quality control in infectious serology. 27 maart 2014 J.
Monitoring the patient response as an alternative to commercial negative quality control in infectious serology. Jense Wils Supervisie: ASO Klinische Biologie N. Callewaert 27 maart 2014 J. Colaert Indeling
Nadere informatieKLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden.
REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie KLINISCHE CHEMIE 03012012/H.v.I./Versie1 waarden bronvermelding natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch
Nadere informatieNederlandse Referentielaboratorium voor Enzymen. Bio-Rad QC symposium. 4 oktober 2011
Nederlandse Referentielaboratorium voor Enzymen Bio-Rad QC symposium 4 oktober 2011 Dr. Paul Franck Nederlandse Referentie Laboratorium voor Enzymen Lab West / HagaZiekenhuis Den Haag 30 jaar IFCC standaardisatie
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMITE VAN DESKUNDIGEN JAARRAPPORT EXTERNE
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten
Nadere informatieQ-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Nadere informatieSpitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE
Nadere informatieWat is er mis met de meting van ceruloplasmine? Stand van zaken na herstandaardisatie
Concluderend kan gesteld worden dat de semi-geautomatiseerde Tinaquant CDT%-methode vanuit analytisch oogpunt vergelijkbaar is met de CDTectmethode. De keuze in de toekomst zal bepaald kunnen worden door
Nadere informatieMyocardperfusiescintigrafie
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Tweede periode (01/07/2017 30/09/2017) Myocardperfusiescintigrafie 11/06/2018 Contact: Thibault VANAUDENHOVE
Nadere informatieDEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET- INFECTIEUZE SEROLOGIE RF - accp ENQUETE 2014/2
scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieNierscintigrafie. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Eerste iteratie ( )
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Eerste iteratie (2015-2017) Achtste periode (01/10/2016 31/12/2016) Nierscintigrafie 19/07/2017 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Federaal
Nadere informatieSpeed FIV TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV
Speed FIV TM Virbac Nederland BV 11 2015 www.speedrange.nl Shaping the future of animal health NL Speed FIV TM Veterinaire diagnostische kit Alleen voor in-vitro diagnostiek n KLINISCHE TOEPASSING Het
Nadere informatiemylife Unio : nauwkeurig, precies en gebruiksvriendelijk Actuele onderzoeksgegevens
mylife Unio : nauwkeurig, precies en gebruiksvriendelijk Actuele onderzoeksgegevens Bij correct gebruik krijgen mensen met diabetes met behulp van bloedsuikermeetsystemen hun eigen behandeling beter onder
Nadere informatie- Validatiedossier - Bepaling van de lipofiele groep toxinen in mosselen met gebruik van UPLC-MS/MS 1 INTRODUCTIE...1 2 MATRIX EFFECT...
1 INTRODUCTIE...1 2 MATRIX EFFECT...1 3 LINEARITEIT...2 4 JUISTHEID EN HELHAARBARHEID...5 4.1 Juistheid... 5 4.2 Juistheid van meervoudige analyses van gecertificeerd referentiemateriaal (CRM)... 5 4.3
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN
Nadere informatieHet kritisch oog van de klinisch bioloog. Prof. Dr. Peter Declercq K.U.Leuven Virga Jesseziekenhuis, Hasselt
Het kritisch oog van de klinisch bioloog Prof. Dr. Peter Declercq K.U.Leuven Virga Jesseziekenhuis, Hasselt 1 Overzicht De postanalytische fase Zijn confirmatie en autorisatie nodig? (de toegevoegde waarde
Nadere informatieRapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.
Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel
Nadere informatieSpeed F-Corona TM. www.speedrange.nl. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.
Speed F-Corona TM www.speedrange.nl Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.nl ALLEEN VOOR IN VITRO GEBRUIK NEDERLANDS KLINISCHE TOEPASSING Katten die
Nadere informatieLongperfusiescintigrafie
Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Vierde periode (01/01/2018 31/03/2018) Longperfusiescintigrafie 04/12/2018 Contact: Thibault VANAUDENHOVE
Nadere informatiePopulaties beschrijven met kansmodellen
Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieEen onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken
Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken dr. Geert-Jan Geersing huisarts-onderzoeker dr. Alfred Sachs huisarts-onderzoeker dr. Janneke Hendriksen aios Huisartsgeneeskunde Introductie
Nadere informatieCHEMIE CRP en CRP hs
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VAN LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT
Nadere informatieUitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn
Uitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie & Jeroen Bosch Diagnostiek Dr. Marcel van Borren Toenemende behoefte aan (laboratorium)diagnostiek in de 1 ste lijn
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting 178 Samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1. Ouder worden is geassocieerd met een toenemend verlies van spiermassa (sarcopenie) en spierkracht, hetgeen kan bijdragen aan lichamelijke achteruitgang
Nadere informatieKennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?
Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieNederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7
Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland
Nadere informatieNIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE RF - anti-ccp
FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT
Nadere informatieWat zijn biosimilars?
Wat zijn biosimilars? Leon van Aerts Workshop biosimilars Collegedag 2015 Onderscheid chemische en biologische geneesmiddelen Aspirin MW: 0.2 kda IgG ~1300AA, MW: ~150 kda IFN alfa 165AA, MW: 19 kda Leon
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieEIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009
EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.
Nadere informatieNRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.
NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een
Nadere informatieAchtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een
1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten
Nadere informatieDoet ie het of doet ie het niet?
Doet ie het of doet ie het niet? Eenduidige bewijs voor chronisch overmatig alcoholgebruik, wat is daarvoor nodig? Jos Wielders 3 juni 2010 Overzicht lezing CDT als routine matig beschikbare biomarker
Nadere informatieOnderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel
Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel drs. Suzanne Spaan ir. Inge Wouters dr. ir. Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatieJaarverslag 2016 SKML sectie Algemene Chemie
Jaarverslag 2016 SKML sectie Algemene Chemie 07 09 2017 1 Voorwoord De sectie Algemene Chemie van de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML) heeft in 2016 diverse projecten
Nadere informatieJava Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya
Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Samenvatting en conclusie In vele studies is een verband aangetoond tussen
Nadere informatieµg/l. U/mL M/V, jaar ku/l Bjerner (2008) <17,2 U/mL M/V, jaar <35,8 ku/l Bjerner (2008) M/V, jaar Bjerner (2008)
Wijziging referentiewaarden per 8 februari 2016 De klinisch chemici hebben de afgelopen tijd alle referentiewaarden beoordeeld. Hierbij is uitgebreid de literatuur bestudeerd mede in relatie tot de bepalingsmethodiek
Nadere informatieNederlandse samenvatting
169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde
Nadere informatie