G e m e e n t e T i e l

Transcriptie

1 G e m e e n t e T i e l Onderwerp: Wet maatschappelijke ondersteuning Vaststelling persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden per 2010 routing datum akkoord bespreken Afdeling: Werk Inkomen en Zorg Overleg gepleegd met: Afdeling financiën S Auteur: R.A.J. Kool d.v D.d: Tst. nr.: Resultaat: Akkoord G LV Hoofd: O. Sancak d.d. Raad: RV Directeur: W.J.C. Timmers d.d. Actief informeren Ja Nee Consulteren Ja Nee Reg.nr.(s) Begrotingswijziging Ja Nee Persbericht Ja Nee v.o A Openbare besluitenlijst Ja Nee Besluit d.d. Nr. Beslispunt: Overgaan tot wijziging van artikel 2.2 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 en het uurbedrag voor het persoonsgebonden budget per vaststellen op 75% van de door de gemeente aan zorgaanbieders verschuldigde inkoopprijs voor hulp bij het huishouden (bedrag afronden op tienden van centen). Bijgevoegd artikel 2.2 van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 vaststellen. Inleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt ingaande gewijzigd. De wijziging heeft o.a. betrekking op de verstrekking van persoonsgebonden budgetten bij hulp bij het huishouden. Aan artikel 5 van de Wmo is toegevoegd dat onder het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden tevens de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt verstaan. Aan artikel 6 lid 1 Wmo is toegevoegd dat het college die aanspraak maken op een individuele voorziening de keuze biedt tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoelt in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting De huidige Wmo verordening voorziet in het verstrekken van een persoonsgebonden budget. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning Tiel 2007 is de omvang en hoogte van het persoonsgebonden budget bepaald. De wetswijziging maakt dat het college moet vaststellen wat onder een vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget wordt verstaan. Beoogd effect Het m.i.v bieden van een vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget waarmee een belanghebbende zelf ondersteuning bij het voeren van een huishouden kan inkopen die te vergelijken is met de voorziening <hulp bij het huishouden> in natura. Argumenten De wetswijziging Wmo brengt met zich dat een heroverweging van de omvang van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouding dient plaats te vinden. De wetswijziging heeft er in Tiel (en de regio Rivierenland) toe geleid dat de St. Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland haar bemiddelingsactiviteiten en serviceverlening m.b.t. alfahulpen stopzet per De hoogte van het huidige persoonsgebonden budget is vastgesteld rekening houdende met de activiteiten van Door BMO in te vullen: Datum: Referentienummer: Paraaf:

2 de STMR. Een belanghebbende die een alfahulp inhuurt wordt werkgever van de alfahulp. Een werkgever dient zich te houden aan werkgeversverplichtingen. Afhankelijk van de mate van de arbeidsverhouding is de Regeling Dienstverlening aan huis toepasbaar of gelden de "zwaardere" werkgeversverplichtingen. De financiële verplichtingen van de werkgever tegenover de alfahulp zijn echter gelijk: minimaal het minimumloon, vakantietoeslag en loon voor opbouw vakantie-uren. Uit bijgevoegde berekening (bijlage 2) blijkt dat een werkgever van de alfahulp tenminste 10,50 per uur dient te ontvangen om aan de (minimum-)loonverplichtingen t.a.v. de alfahulp te voldoen. Op dit moment bedraagt het vastgestelde uurbedrag voor hulp bij het huishouden op niveau 1a 13,50. Dat is gebaseerd op de eerste aanbesteding Hulp bij het huishouden bij invoering van de Wmo. Dit bedrag is 90% van de kosten van zorg natura van destijds. Vanaf worden 2 inkoopprijzen gehanteerd. Voor ondersteuning door alfahulpen (niveau 1a) en door medewerkers in loondienst 18,41 (niveau 1b). Het uurbedrag persoonsgebonden budget is na niet aangepast aan de nieuwe bedragen. Aanpassing is niet geadviseerd omdat de STMR in de bemiddelings-/servicerol voor belanghebbenden met alle voor de STMR werkende alfahulpen afgesproken dat het bruto) uurloon 12,20 is. Binnen het uurbedrag persoonsgebonden budget van 13,50 konden de betrokken belanghebbenden aan die loonverplichtingen voldoen. Ook de budgethouders die bewust gekozen hebben om zelf hulp in te kopen ontvangen het persoonsgebonden budget op basis van het vastgestelde uurbedrag van 13,50. Ook zij hebben veelal de loonafspraken met hun hulp gebaseerd op dit bedrag. In bijgevoegde berekening is het minimumloon als uitgangspunt genomen. Die berekening laat zien dat de hoogte van het uurbedrag persoonsgebonden budget daarmee vastgesteld kan worden op 10,50. Historisch gezien is het uurtarief persoonsgebonden budget vastgesteld op een percentage van uurtarief persoonsgebonden budget zoals dat binnen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten toegepast wordt. Het uurbedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden is in veel gemeenten vastgesteld op 75 % van de kosten van de zorg in natura. De percentages en uurbedragen verschillen per niveau van de hulp bij het huishouden. De in Tiel vastgestelde percentages zijn HH 1 = 90%, HH2 = 75% en HH3 = 75%. De overweging van Tiel om genoemde percentages te hanteren is uit de stukken niet te herleiden. Bij de regio gemeenten worden verschillende percentages gehanteerd. Het huidig uurbedrag Inkoopprijs voor zorg in natura niveau 1b bedraagt na de aan zorgaanbieders toegestane prijsstijging 18,73 per uur. Als bij vaststelling van het uurbedrag persoonsgebonden budget een percentage van 75 wordt gebruikt wordt het uurbedrag persoonsgebonden budget 14,05 (nog af te ronden). Bij de aanbesteding hulp bij het huishouden is geanticipeerd op de loonontwikkelingen in de komende jaren binnen de CAO waaronder ook de thuiszorg valt. Als het uurbedrag persoonsgebonden budget afgestemd wordt op het uurbedrag voor zorg in natura is die aansluiting bij de CAO ook gegarandeerd. De aansluiting bij het bedrag voor zorg in natura blijft dan ook als methode toepasbaar voor hulp bij het huishouden op niveau 2 en niveau 3. HH niveau 2 uurbedrag Inkoopprijs zorg in natura 23,11 x 75% = afgerond HH niveau 3 uurbedrag Inkoopprijs zorg in natura 27,19 x 75% = 20,40 afgerond Voorgesteld wordt om voor vaststelling van het uurbedrag voor het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden uit te gaan van 75% van het bedrag waarvoor de gemeente loon in natura inkoopt bij de gecontracteerde zorgaanbieders. Voor de uitvoerbaarheid is afronding van het uurbedrag op tienden van centen praktisch. Het bedrag van 14,00 (afgerond) per uur ligt ruim boven het minimumloon. Het wordt voldoende geacht om ondersteuning in te kopen bij de professionele organisaties. De efficiëntie van deze bedrijven, door inzet van speciaal opgeleide en gespecialiseerde medewerkers, maakt dat zij de opdracht in een korter tijdbestek kunnen realiseren. Het totale persoonsgebonden budget wordt mede door die efficiency toereikend geacht om vergelijkbare ondersteuning in te kopen. Kanttekeningen Geen

3 Draagvlak Tijdens diverse ontmoetingen met alfahulpen is geconstateerd dat zij niet ontevreden zijn over het uurloon dat hen betaald wordt. Door vaststelling van het iets hogere uurbedrag blijft het voor inkopende belanghebbende mogelijk om hetzelfde uurloon te betalen. Vanwege de tijdsdruk is het niet mogelijk geweest om met de Wmo raad te overleggen. Zij zijn wel per brief geïnformeerd. In 2010 wordt in het kader van het project "De kanteling" (van WVG denken naar Wmo handelen) aandacht gegeven aan het voorzieningen en verstrekkingen beleid. De Wmo raad wordt daarbij betrokken. Dan is het nogmaals mogelijk om aandacht te schenken aan het persoonsgebonden budget bedrag. Aanpak/uitvoering De uitbetaling van het persoonsgebonden budget per wordt aangepast aan de nieuwe bedragen. Communicatie Door middel van publicatie in de Tiel actueel en het gemeenteblad wordt de beleidswijziging kenbaar gemaakt. Iedere belanghebbende / budgethouder krijgt een beschikking. Financiën I.v.m. uitvoeringsafspraken met de STMR werd voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de hulpen op niveau 1a, d.w.z. alfahulpen, aan de STMR het inkoopbedrag per uur overgemaakt. Nu de STMR vanaf geen bemiddeling- en servicerol meer heeft stopt de betaling via de STMR. De vergoeding voor de werkzaamheden van de alfahulpen gaat nu aan iedere belanghebbende cliënt plaatsvinden in de vorm van een persoonsgebonden budget. Hierdoor vindt een besparing plaats op de kosten van de hulp op niveau 1a van 1,77 per geleverd uur hulp bij het huishouden. Inkoopprijs 1a bedroeg 15,77 per uur; uurbedrag persoonsgebonden budget bedraagt per ,00 per uur. Op dit moment is nog niet bekend hoeveel belanghebbenden kiezen voor een persoonsgebonden budget of loon in natura. De prognose is dat ongeveer belanghebbenden kiezen voor een persoonsgebonden budget en dat ongeveer 130 belanghebbenden kiezen voor de voorziening natura. De keuze voor de voorziening in natura veroorzaakt een stijging van de kosten voor gemeente. Het inkoopbedrag per uur stijgt van 15,77 naar 18,73 per uur. Een stijging van 2,96 per uur. Uitgaande van de ingekochte uren hulp bij het huishouden in de perioden 1 t/m wordt geraamd dat in uur hulp op niveau 1a ingekocht wordt. In onderstaande tabel is de kostenprognose weergegeven die het gevolg kan zijn van de verschuiving van alfahulpverlening naar de voorziening in natura. Verhouding Aantal Tarief Meerkosten 1a 1b uren 1a 1b 100% ,77 18,73-75% 25% ,77 18, % 50% ,77 18, % 75% ,77 18, % 100% ,77 18, In het meest nadelige geval nemen de extra uitgaven in 2010 toe met , -. Hiervoor is ook aangegeven dat verwacht wordt dat ongeveer 130 belanghebbenden gaan kiezen voor de voorziening in natura. De overige 70 kiezen dan voor het persoonsgebonden budget. Daardoor gaat de verschuiving bij ongeveer 65% van de uren plaats gaan vinden. De extra kosten bedragen dan ongeveer , - per jaar. De vermindering van uitgaven a.g.v. de wijziging bij de uitbetaling van het uurbedrag persoonsgebonden budget wordt geraamd op ,- ( uur x 1,77 x 35%). De totale extra uitgaven a.g.v. de alfawetgeving worden geraamd op ,--. Met deze stijging is begrotingstechnisch al rekening gehouden. Het budget voor kosten hulp bij het huishouden is toereikend. Wijziging artikel 2.2. Besluit maatschappelijke ondersteuning vergoeding PGB Door de wijziging van de Wmo dient artikel 2.2 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning aangepast te worden. In dat artikel is de omvang van het PGB voor hulp bij het huishouden geregeld. U dient tot vaststelling van het gewijzigde artikel over te gaan. Bijlage(n) 2

4 Bijlage 1 Wijziging artikel 2.2 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel m.i.v Artikel 2.2. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget bedraagt 75% van het bedrag van de kostprijs van hulp bij het huishouden in natura. 2. Het persoonsgebonden budget wordt als voorschot betaalbaar gesteld. Toelichting op artikel 2.2. Vaststelling persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. In dit artikel wordt aangegeven hoe het uurbedrag van het persoonsgebonden budget hulp voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld. Betekenis van het niveau. Niveau 1A. Hulp bij het huishouden door een alfahulp. Niveau 1B. Hulp bij het huishouden door medewerker in loondienst. Niveau 2. Hulp bij organisatie van het huishouden. Niveau 3. Hulp bij ontregelde huishouding. Het verrichten van activiteiten zoals licht en zwaar huishoudelijk werk, boodschappen doen, maaltijd verzorging, verzorging kleding en linnengoed en signalering. Het verrichten van activiteiten zoals licht en zwaar huishoudelijk werk, boodschappen doen, maaltijd verzorging, verzorging kleding en linnengoed en signalering. Naast de activiteiten genoemd onder 1 worden er worden activiteiten verricht zoals helpen bij zelfverzorging, bij maaltijdbereiding, opvoedingactiviteiten, administratieve werkzaamheden en dagelijkse organisatie van het huishouden. Naast de activiteiten genoemd onder 2 worden activiteiten verricht zoals begeleiding van cliënt en advies, instructie en voorlichting, omgaan met geld/budget en (psychosociale) begeleiding. In de offerteaanvraag Wmo Europese aanbesteding is opgenomen dat het de zorgaanbieders is toegestaan om gedurende de looptijd één maal per jaar een prijsstijging toe te passen. De toegestane prijsstijging is gelijk aan de CPB prijsindex materiële overheidsconsumptie met als peil 1 juli van elk jaar. De gemeentelijke inkoopprijs per bedraagt voor hulp bij het huishouden door een alfahulp bij een professionele organisatie op niveau 1a per uur. zorg in natura op niveau 1b 18,73 per uur zorg in natura op niveau 2 23,11 per uur zorg in natura op niveau 3 27,19 per uur. Voor de verstrekking van hulp bij het huishouden is aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van de AWBZ. Het budget moet ook toereikend zijn voor het betalen voor alle kosten die daar bovenop het loon komen, zoals aanvullende arbeidsvoorwaarden, verzekeringen, reiskostenvergoedingen, vakantiegeld en vakantiedagen, en administratieve verplichtingen. Het budget zal bovendien toereikend moeten zijn voor het inhuren van een bedrijf of instelling, als alternatief voor hulp door particulieren. In de AWBZ wordt voor huishoudelijke verzorging uitgegaan van een persoonsgebonden budget 75% van het CTG tarief. De korting van 25% is mogelijk vanwege de besparing van overheadkosten. Dat betekent het gemeentelijke persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden ook gebaseerd kan worden op 75% van de tarieven voor hulp in natura. Het persoonsgebonden budget moet dan wel vergelijkbaar zijn aan de verstrekking in natura.

5 Bij de aanbesteding hulp bij het huishouden is geanticipeerd op de loonontwikkelingen in de komende jaren binnen de CAO waaronder ook de thuiszorg valt. Bij een uurbedrag persoonsgebonden budget dat afgestemd is op de gemeentelijke inkoopprijs is aansluiting bij de CAO gegarandeerd. Bij vaststelling van het uurbedrag voor het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt daarom uitgegaan van 75% van het bedrag waarvoor de gemeente zorg in natura inkoopt bij de gecontracteerde zorgaanbieders. Voor de uitvoerbaarheid vindt afronding van het uurbedrag op tienden van centen plaats. Het (afgeronde) uurbedrag voor het persoonsgebonden budget bedraagt per voor HH niveau 1b 14,00 ( 18,73 x 75%) HH niveau 2 17,30 ( 23,11 x 75%) HH niveau 3 20,40 ( 27,19 x 75%) De uurbedragen worden ook voldoende geacht om ondersteuning in te kopen bij de professionele organisaties. De efficiëntie van deze bedrijven, door inzet van speciaal opgeleide en gespecialiseerde medewerkers, maakt dat zij de opdracht in een korter tijdbestek kunnen realiseren. Het totale persoonsgebonden budget wordt door die efficiency toereikend geacht om vergelijkbare ondersteuning in te kopen.

6 Bijlage 2 Berekening minimale kosten voor een arbeidsverhouding met een alfahulp Het bruto minimum uurloon voor een persoon van 23 jaar of ouder is afhankelijk van de werkweek (36, 38 of 40 uur). Het bruto minimum uurloon op basis van een 36-urige werkweek = 8,97 Het bruto minimum uurloon op basis van een 38-urige werkweek = 8,49 Het bruto minimum uurloon op basis van een 40-urige werkweek = 8,07 De wettelijke werkweek is 40 uur, maar de CAO thuiszorg beschrijft een 36-urige werkweek voor een volledig dienstverband. In het vervolg van deze berekening in wegens de criterium vergelijkbaar en toereikend uitgegaan van een 36-urige werkweek. Bronnen: k_id=391817&set_id=77&doctype_id=6&link_id= (artikel 10 lid 2) Hier moet vervolgens nog vakantiegeld (8 %) en de kosten van een vervangende hulp en doorbetaalde vakantie van de vervangende hulp bij. Vakantiegeld Het minimum loon (100%) + vakantietoeslag van 8 % = 108%. Het minimum loon moet dus worden vermenigvuldigd met 1,08 36 uur: 8,97 * 1,08 = 9,69 Vervangende hulp bij vakantie en doorbetaalde vakantie van de vervangende hulp De hulp gaan heeft recht op 4 weken doorbetaalde vakantie. Om voldoende gecompenseerd te worden moet de cliënt in die periode iemand anders in kunnen huren. Deze vervangende hulp heeft ook recht op betaling van het minimum loon met vakantietoeslag en voor deze vervangende hulp moet ook vakantie worden doorbetaald. Daarbij komt de volgende berekening: Het bruto min. uurloon met vakantie toeslag moet worden uitbetaald voor 56 weken (52 voor de normale hulp en 4 weken voor de vervangende hulp). De vervangende hulp heeft ook recht op doorbetaalde vakantie. Gedurende die 4 weken bouwt ze doorbetaalde vakantiedagen op. Hiervoor gebruikt de SVB de volgende berekening: Het uurtarief * 13 / 12. Met deze berekening is zowel de vervangende hulp al de doorbetaalde vakantie daarvan voldoende ondervangen. 36 uur: 9,69 x 13 / 12 = 10,50