BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

Transcriptie

1 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR

2 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1) college; het college van burgemeester en wethouders. HOOFDSTUK 2. HULP BIJ HET HUISHOUDEN Artikel 2. Tarief persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden 1. Voor de hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt uitgegaan van 52 weken per jaar maal het aantal uren en minuten geïndiceerde hulp per week (afgerond op halve uren) en wordt toegekend voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan. 2. Van het persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden dat in eigen beheer verantwoordt wordt, is 10% vrij besteedbaar tot een maximum bedrag van maximaal 50, - per jaar. Over het vrij besteedbare bedrag hoeft geen verantwoording te worden afgelegd. 2. Voor het persoongebonden budget voor hulp bij het huishouden worden de volgende tarieven gehanteerd; a. een hoog tarief van per uur bij inkoop van zorg via een zorgverlenende organisatie dan wel een als zodanig geregistreerde professionele zelfstandige, b. een laag tarief van per uur bij de inkoop van zorg via een particuliere (dus niet beroepsmatige) zorgverlener. 3. Het college heeft de bevoegdheid de tarieven jaarlijks te indexeren. Artikel 3. Eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden De eigen bijdrage wordt vastgesteld, opgelegd en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Voor de vaststelling van de eigen bijdrage gelden de volgende maxima; a. hulp in natura bij deskundigheid HH1; per uur, b. hulp n natura bij deskundigheid HH2/HH3; per uur, c. hulp via een persoonsgebonden budget bij het lage tarief; per uur, d. hulp via een persoonsgebonden budget bij het hoge tarief; per uur. HOOFDSTUK 3. WOONVOORZIENINGEN Artikel 4. Financiële tegemoetkoming bij het bezoekbaar maken van de woning 1. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van de woning als genoemd in het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt maximaal 2.500, -. Artikel 5. Financiële tegemoetkoming bij verhuizing 2. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt bij verhuizing naar een woning met minder dan drie kamers maximaal 1.750, - en bij verhuizing naar een woning met drie of meer kamers maximaal 2.500, -. Artikel 6. Financiële tegemoetkoming bij woningvoorzieningen. 1. De financiële tegemoetkoming (minus het eventuele eigen aandeel) of het persoonsgebonden budget (minus de eventuele eigen bijdrage) voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte

3 2. Losse douche- en toiletvoorzieningen tot een bedrag van 450, - worden in principe altijd in eigendom verstrekt (middels een eenmalig PGB of eenmalige financiële tegemoetkoming). Duurdere douche- en toiletvoorzieningen en verrijdbare tilliften kunnen als woonvoorziening in natura worden verstrekt of als pgb waarbij de klant dan zelf (onder voorwaarden) maandelijks het huurbedrag krijgt uitgekeerd. De grens van 450, - is bepaald in het contract met de leveranciers van hulpmiddelen in Alkmaar en vormt een richtlijn waarvan eventueel kan worden afgeweken HOOFDSTUK 4. VERVOERSVOORZIENINGEN Artikel 7. Persoonsgebonden budget bij individuele vervoersvoorzieningen (scootmobiels e.d.). 1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt individueel vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud, service, reparatie en verzekering zoals dat door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald. Artikel 8. Financiële tegemoetkoming bij een sportrolstoel 1. De financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel bedraagt 2.411,00 inclusief onderhoud, reparatie en verzekeringen en is bedoeld voor een periode van tenminste drie jaar. Artikel 9. Financiële tegemoetkoming bij vervoersvoorzieningen 1. Met inachtneming van hetgeen in het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar is bepaald, wordt bij de vaststelling van de vervoersvoorziening uitgegaan van de volgende bedragen: a. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een eigen auto of taxi bedraagt maximaal 1.894, - per jaar. b. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een eigen vervoermiddel om te voorzien in de plaatsingsbehoefte binnen de directe leefomgeving bedraagt 333, - per jaar. Artikel 10. Financiële tegemoetkoming bij bruikleenauto s 1. Een bruikleenauto (bus) wordt altijd in bruikleen verstrekt. De financiële tegemoetkoming voor gebruik van een bruikleenauto (brandstof en klein onderhoud) bedraagt: a. 585, - per jaar voor een bruikleenauto, zijnde 48,75 per maand; b. 974, - per jaar voor een bruikleenbus, zijnde per maand. 2. Bij het vaststellen van de hoogte van de bedragen kan, bij een combinatie van verschillende vervoersvoorzieningen, op grond van een afwijkende individuele vervoersbehoefte worden afgeweken van de in lid 1 genoemde bedragen. HOOFDSTUK 5. PROCEDURELE BEPALINGEN Artikel 11. Herziening, intrekking en terugvordering 1. Bij terugvorderingzaken wordt een grensbedrag van 250 gehanteerd. HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN Artikel 12. Citeertitel en inwerkingtreding 1. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar laatstelijk vastgesteld bij collegebesluit van 8 mei 2012 wordt ingetrokken. 2. Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni

4 Toelichting bij het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar. Inleiding Bij het vaststellen van financiële kaders wordt, tenzij anders vermeld, altijd uitgegaan van de actueel geldende normen voor (belastbaar) inkomen, vermogen en besteding zoals deze gehanteerd worden door de Nederlandse Belastingdienst en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud prijzengids, richtbedragen voor de bijzondere bijstand). Waar genoemde instituten onvoldoende kader bieden wordt gewerkt met geldende marktconforme tarieven. Het besluit centreert zich in navolging van de verordening en het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning rond de resultaatgebieden uit de Wmo. Hoofdstuk 2 is gerelateerd aan de resultaten voeren van een huishouden (schoon en leefbaar huis, goederen voor primaire levensbehoeften, schone en doelmatige kleding, thuis zorgen voor de kinderen). Hoofdstuk 3 is gerelateerd aan het resultaat wonen in een geschikt huis. Hoofdstuk 4 is gerelateerd aan de resultaten verplaatsen (om en in de woning en lokaal) en het resultaat participeren in de samenleving. HOOFDSTUK 2. HULP BIJ HET HUISHOUDEN Artikel 2. Tarief persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden Bij hulp bij het huishouden gaat het om de betaling van tijd aan dienstverleners. De uitbetaling zal dan ook plaats vinden per uur of een gedeelte daarvan. Het (half)uurbedrag voor zorg in natura wordt door de gemeenteraad vastgesteld en zal elk jaar aangepast (kunnen) worden aan de economische ontwikkelingen. De indicering van hulp bij het huishouden vindt plaats in minuten maar wordt afgerond in have uren. Het bedrag van het persoonsgebonden budget wordt door het college vastgelegd in het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar. Bepaald is in artikel 6 lid 1 van de wet dat het uurbedrag vergelijkbaar met zorg in natura moet zijn en bovendien toereikend. Dat betekent dat het bedrag tenminste het minimumloonbedrag zal moeten zijn. Er zijn twee mogelijkheden: het gaat om een arbeidsovereenkomst of om een overeenkomst tussen opdrachtgever opdrachtnemer. In het eerste geval ontstaan er weer twee situaties: betrokkene werkt op minder dan 3 dagen of betrokkene werkt op meer dan 3 dagen bij dezelfde persoon. Als het minder dan 3 dagen zijn mag bruto uitbetaald worden en zorgt iemand zelf voor eventuele betaling van belastingen en verzekeringen. Werkt iemand meer dan 3 dagen in de week dan is de werkgever verantwoordelijk voor de afdracht van belastingen en verplichte premies voor diverse verzekeringen. In deze beide situaties moet het minimum (jeugd)loon in ieder geval betaald worden. Is sprake van een overeenkomst tussen opdrachtgever opdrachtnemer dan zal het veelal gaan om een zzp-er, een zelfstandige zonder personeel en is men niet gebonden aan het minimum (jeugd)loon en hoeft geen afdracht plaats te vinden door de opdrachtgever. Lid 1. Het pgb wordt toegekend voor een kalenderjaar of gedeelte daarvan. Als gedurende de looptijd van het kalenderjaar blijkt dat men niet uitkomt het pgb, kan het college besluiten voor het resterende deel van het kalenderjaar opnieuw een (deel) pgb te verstrekken. Lid 2. De genoemde vrij besteedbare ruimte van 10% is bedoeld voor onder meer eigen kosten van werkgeverschap, administratie en inhuren van deskundige ondersteuning. Artikel 2. Tarief persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden en Artikel 3. Eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden Verschillende tarieven Voor hulp bij het huishouden zijn er verschillende tarieven per uur voor de inkoop van zorg. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen een tarief voor hulp in natura en een tarief voor het persoonsgebonden budget. Daarnaast wordt er bij de verschillende tarieven onderscheidt gemaakt voor de (geïndiceerde) deskundigheden HH1 en HH2/HH3. Voor alle tarieven geldt een wettelijk verplichte eigen bijdrage per vier weken

5 Tarief hulp in natura De gemeenteraad heeft ingevolge de wijziging van artikel 21a van de wet op 24 januari 2013 de basistarieven vastgesteld door middel van raadsbesluit nr Deze tarieven zijn conform de bovenregionale aanbesteding voor hulp bij het huishouden De tarieven zijn voor deskundigheid HH1: per uur, en voor deskundigheden HH2/HH3: per uur. Tarief hulp via een persoonsgebonden budget In de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar van 8 mei 2012 is er nieuw beleid ingevoerd en is er ten aanzien van het persoonsgebonden budget een onderscheidt gemaakt tussen een hoog en een laag tarief. Een hoog tarief voor inkoop van zorg bij een professionele organisatie of een als zodanig geregistreerde zelfstandige en een laag tarief voor de inkoop van zorg via een particulier. Het onderscheidt in deskundigheden is hier niet zichtbaar in het tarief maar in het aantal geïndiceerde uren. Het hoge tarief volgt het toen geldende contractueel overeengekomen tarief van de zorgaanbieders ad per uur. Het lage tarief is vastgesteld op per uur. Voor de vaststelling van het lage tarief is zorgvuldig marktonderzoek gedaan. Het tarief is inmiddels in uitspaken van de Centrale Raad van Beroep als marktconform en redelijk omschreven. Centraal administratie Kantoor (CAK). De eigen bijdrage wordt door het CAK berekend, opgelegd en geïnd, waarbij de wetgever een wettelijk minimum voor de eigen bijdrage zorg heeft vastgesteld. Het college geeft de gehanteerde tarieven door aan het CAK en heeft daarbij de bevoegdheid om een maximum aan de eigen bijdrage te verbinden door een maximum eigen bijdrage per uur door te geven aan het CAK (de zogenaamde parameters). Het is algemeen gebruikelijk, ook in de regio Alkmaar, om dit maximum gelijk te stellen aan het tarief per uur. De burger is wettelijk beschermd door het zogeheten anti-cumulatiebeding in de wet waardoor stapeling van eigen bijdragen in de zorg wordt voorkomen en het door de wetgever vastgestelde maximum eigen bijdrage zorg per vier weken niet kan worden overschreden. Dit zorgt er onder meer voor dat burgers met een minimum inkomen (een inkomen lager dan per jaar) nooit meer kunnen betalen dan het wettelijke maximum eigen bijdrage zorg per vier weken. Eigen bijdrage Het CAK werkt voor de vaststelling van de eigen bijdrage met verzamelinkomens vanuit een peiljaar, welk jaar twee jaar voor het lopende jaar ligt. Dit is noodzakelijk om over de verzamelinkomens, die afkomstig zijn van de belastingdienst, te kunnen beschikken. In 2012 doet men aangifte over 2011, dus dat jaar is nog niet bekend. Vandaar dat het verzamelinkomen over 2010 in 2011 gebruikt wordt. Dit betekent dat er soms een voorlopige vaststelling zal plaatsvinden en achteraf een definitieve vaststelling. Het in mindering brengen van eigen bijdragen daardoor vaak niet mogelijk zijn. Al deze activiteiten zullen door het CAK worden uitgevoerd. Een eigen bijdrage voor een persoonsgebonden budget mag elke 4 weken gevraagd worden, maar mag nooit de grens die in het besluit is vastgelegd, te boven gaan. Ook mag een eigen bijdrage de kostprijs van de voorziening niet te boven gaan. Van het (al dan niet betaalde) wettelijk minimum wordt vanuit de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) 33% van de eigen bijdrage in de vorm van een toelage weer aan belanghebbende uitgekeerd. Wettelijk minimum eigen bijdrage per vier weken Het wettelijk minimum eigen bijdrage zorg voor 2013 ligt op per vier weken voor een ongehuwde en per vier weken voor gehuwden. Maximum eigen bijdrage per uur hulp via een PGB In 2008 heeft het college bij de vaststelling van het maximum eigen bijdrage een onderscheidt gemaakt tussen de deskundigheden HH1 en HH2/HH3. Dit onderscheidt ontstond door veranderingen binnen de Wmo die gevolgen hadden voor de (inkomens) positie van de zogenaamde alfahulpen die met name zorg in de deskundigheid HH1 verleenden. Het maximum voor de deskundigheid HH2/HH3 werd vastgesteld op het geldende tarief per uur en het maximum voor de deskundigheid HH1 werd vastgesteld op een lager bedrag dan het tarief per uur. Deze bedragen zijn nadien niet meer aangepast maar alleen met de jaarlijkse indexatie verhoogd en liggen voor 2013 op voor deskundigheid HH1 en voor deskundigheid HH2/HH3 voor de hulp in natura

6 Maximum eigen bijdrage per uur hulp via een PGB. Voor de hulp via een PGB is na vaststelling van de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar op 8 mei 2012, in de parameters voor het CAK het maximum voor zowel het lage tarief als het hoge tarief vastgesteld op maximum het tarief per uur. Indexatie Voor de tarieven hulp bij het huishouden in natura is contractueel vastgelegd dat er geen indexatie plaats vindt. Voor de tarieven van het persoongebonden budget en de eigen bijdragen heeft het college de bevoegdheid deze jaarlijks te indexeren. Indien het college hiertoe besluit wordt hierbij uitgegaan van de consumentenprijsindex zoals gehanteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. HOOFDSTUK 3. WOONVOORZIENINGEN Artikel 4. Financiële tegemoetkoming bij het bezoekbaar maken van de woning Het bezoekbaar maken van een woning vindt over het algemeen plaats bij een gehandicapt kind dat in een AWBZ instelling verblijft. In het huis van (één van de) ouders kunnen dan voorzieningen worden aangebracht voor het bezoekbaar maken van de woning. Dit is een gemaximeerde tegemoetkoming in de kosten aan de ouders die in termen van de wet geen belanghebbenden zijn. Artikel 5. Financiële tegemoetkoming bij verhuizing Deze tegemoetkoming wordt alleen verstrekt wanneer er sprak eis van het primaat van verhuizen zoals vermeld in het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar en is een forfaitaire tegemoetkoming voor alle kosten die verband houden met de verhuizing. Artikel 6. Financiële tegemoetkoming bij woningvoorzieningen. Bij een woonvoorziening kan gedacht worden aan een tegemoetkoming in de verhuiskosten; een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening; een niet-bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening (losse woonvoorzieningen); de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van aangebrachte aanpassingen; verwijderingskosten of vergoeding voor woningsanering (bij CARA of rolstoelgebruik). In het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar worden bij de verschillende mogelijkheden de voorwaarden vermeld waaronder deze tegemoetkomingen worden vastgesteld. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met algemeen gebruikelijke afschrijvingstermijnen (conform de Nibud prijzengids, richtlijnen voor de bijzondere bijstand). HOOFDSTUK 4. VERVOERSVOORZIENINGEN Artikel 7. Persoonsgebonden budget bij individuele vervoersvoorzieningen (scootmobiels e.d.). In het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar wordt nauwkeurig omschreven welke procedures worden gevolgd en onder welke voorwaarde een PGB (of een financiële tegemoetkoming) worden vastgesteld. Artikel 8. Financiële tegemoetkoming bij een sportrolstoel De financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel is een forfaitair bedrag dat uitgaat van een marktconform gemiddelde. Artikel 9. Financiële tegemoetkoming bij vervoersvoorzieningen De financiële tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening is bedoeld als alternatief, op verzoek van belanghebbende, van de voorziening in natura en bestaat uit een gemaximeerd bedrag dat uitgaat van de gemiddelde kosten die gemaakt zouden zijn bij gebruik van de vervoersvoorziening in natura

7 Artikel 10. Bruikleenauto s In specifieke individuele situaties bestaat de mogelijkheid voor de verstrekking van een leenauto of bus. De voorwaarden voor deze zeer dure voorziening worden nauwkeurig omschreven in het handboek beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Alkmaar. De leenauto zelf wordt altijd in bruikleen verstrekt. Voor het gebruik van de leenauto kan een forfaitaire tegemoetkoming worden verstrekt voor brandstof en klein onderhoud. HOOFDSTUK 5. PROCEDURELE BEPALINGEN Artikel 11. Herziening, intrekking en terugvordering Deze ondergrens komt overeen met de administratieve uitvoeringskosten van een (civiele) terugvorderingzaak en het algemene beleid inzake terugvordering van de gemeente Alkmaar