Speeltuinen van de toekomst

Transcriptie

1 Speeltuinen van de toekomst Strategische adviezen naar de toekomst Februari 2015 De inhoud van dit document representeert de bevindingen van de studenten onder leiding van SOON en Academie van de Stad. Deze bevindingen representeert niet noodzakelijk het standpunt van de Gemeente Utrecht, maar is als advies geschreven. Laura Lobert Matthias Verkerk Lysanne Vrooman

2 Inhoudopgave 1. Inleiding 3 2. Algemene adviezen 4 Informeren over het beleid naar betrokkenen 4 Communicatie tijdens speeltuinwerk tussen gemeente en speeltuinen 4 Basiskwaliteit behouden 5 Aansluiting bij de wijk/maatwerk 5 Angst 5 Eigenaarschap 6 Vrijwilligers 6 3. Specifieke adviezen 7 Samenwerking stakeholders en speeltuinen 7 Speeltuin met vrijwilligersbestuur 8 Zelfbeheer 9 Situatie Enschede 10 2

3 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Utrecht zijn Academie van de Stad en SOON gevraagd om met studenten toekomstbestendige scenario s te formuleren voor het beheer van speeltuinen in Utrecht. Uitgangskader is een beheer met balans in professionele inzet en burgerparticipatie, passend binnen het Vernieuwend Welzijnsbeleid én de praktijk. Om vooruit te kunnen blikken op deze toekomst, hebben wij onderzocht hoe de praktijk van het speeltuinenbeheer bij zeven Utrechtse speeltuinen in zijn werk gaat, hoe dat in andere gemeentes er aan toe gaat en wat er geleerd kan worden van best practices. Met deze informatie hebben we vier mogelijke toekomstscenario s geschreven. In dit document wordt de verbinding gemaakt tussen de huidige situatie en de toekomstige scenario s. Dit document is de afronding van het project en bevat adviezen, punten van aandacht en tips betreffende het speeltuinwerk voor de gemeente, sociaal makelaars (organisaties), stakeholders vrijwilligers en bezoekers. Deze verschillende partijen zullen we in dit verdere document de betrokkenen noemen. We beschrijven strategische adviezen die de speeltuinen kunnen gebruiken op weg naar de toekomstscenario s. Deze stappen zijn geen specifieke mijlpalen, maar eerder onze ervaringen over hoe men het speeltuinwerk aan zou kunnen vliegen. In dit document zal soms een koppeling gemaakt worden naar mogelijke acties voor betrokkenen, maar de informatie is vooral bedoeld om de valkuilen en aandachtspunten te delen. Het document begint met elke algemene punten die voor elke speeltuin van belang zijn. Daarna worden nog enkele punten genoemd, die bij specifieke situaties voorkomen. Deze situaties vragen meer uitleg en context en zijn uitgebreider beschreven. 3

4 2. Algemene adviezen Informeren over het beleid naar betrokkenen Tijdens de gesprekken met betrokkenen van de speeltuinen merkten wij dat de informatie over het vernieuwde beleid lang niet bij iedereen bekend was. Hierdoor wisten bewoners vaak niet waar ze aan toe waren en interpreteerden ze de informatie op hun eigen manier. Deze interpretatie en onwetendheid leidt tot weerstand. Als gevolg van het beleid was er bij één van de speeltuinen kortere openingstijden en minder arbeidskracht van de sociaal makelaar, dit kwam voor bewoners als een grote verrassing. Wij denken dat de lijn van communicatie (gemeente>smo s>sociaal makelaar>bewoners) te veel ruimte geeft voor ruis en miscommunicatie. Wij zien ook dat het moeilijk is om een manier te vinden om bewoners op een juiste, effectieve manier te informeren. Wel denken wij, dat rechtstreekse communicatie van de gemeente, gezamenlijk met de sociaal makelaars en beheerders, naar bewoners toe bijdraagt aan een eenduidig beeld voor de toekomst. In de gemeente Geldermalsen hebben we gezien, dat ze tijd steken in het contact naar de bewoners toe om duidelijk te maken wat de gemeente kan bieden als het gaat om speelruimte in de wijk. In nieuwe wijken van de gemeente Geldermalsen worden er bijeenkomsten georganiseerd door de gemeente om uit te leggen wat wonen in die wijk betekend, inclusief het beleid rondom de speeltuin. Vervolgens trekt de gemeente zich weer terug totdat er bij de bewoners een vraag ontstaat. Door het duidelijk voorzien van informatie aan de bewoners weten ze dan waar ze terecht kunnen voor hulp. Communicatie tijdens speeltuinwerk tussen gemeente en speeltuinen In ons project hebben we in meerdere speeltuinen gehoord dat de communicatie tussen gemeente en speeltuinen over praktische zaken, zoals groen onderhoud, toestel onderhoud en gebouw beheer onduidelijkheid veroorzaakt. De vragen wie er bereikt moet worden, wanneer onderhoud gepleegd wordt en wat er mogelijk is op het gebied van eigen verantwoordelijkheid komen vaak op. Op dit moment kunnen speeltuinen verschillende personen vanuit de gemeente benaderen. Wij zouden adviseren om één vast contactpersoon bij de gemeente verantwoordelijk te maken voor alle vragen rondom speeltuinenwerk. Deze persoon coördineert alle vervolgacties, ook al worden deze uitgevoerd door bijvoorbeeld UVO. Hierdoor verloopt de communicatie tussen de verschillende partijen directer. Om deze situatie verder te verbeteren raden wij aan om een digitaal platform op te zetten, gedeeltelijk geïnspireerd op het platform in Geldermalsen(mogelijk website). Op dit platform komen gegevens te staan van zowel de contactpersoon van de gemeente, de sociaal makelaarorganisaties, alle speeltuinen, NUSO (Jantje Beton) en belangrijke informatiebronnen m.b.t. speeltuinenwerk (o.a. subsidie verstrekking en fondsenwerving). Ook is er ruimte voor een stadsoverzicht van alle speeltuinlocaties, waardoor toekomstige bezoekers een speeltuin eenvoudig kunnen vinden. Iedereen die betrokken is bij het speeltuinwerk vindt op een centrale plek zijn benodigde informatie. Daarnaast is het ook een mogelijkheid om een forumfunctie voor de speeltuinbeheerders aan het platform toe te voegen. Hier kunnen ze elkaar benaderen en berichten plaatsen over bijkomstigheden over speeltuinwerk. Door dit platform hoeven 4

5 beheerders niet altijd met hun vraag eerst bij een professionals terecht te komen, ze kunnen ook leren van elkaar en elkaar ondersteunen of doorverwijzen naar de juiste instantie. Basiskwaliteit behouden Over de basiskwaliteit van een speeltuin, schrijven we in ons scenario document het volgende: Het basisniveau zijn de algemene eisen vanuit de gemeente waaraan een speeltuin moet voldoen. Zo moet er altijd een vorm van activiteitenaanbod zijn. De inhoud en de frequentie van de activiteiten hangt af van het initiatief dat uit de wijk komt. Daarnaast is het belangrijk dat het pedagogisch klimaat aansluit bij de behoefte uit de wijk. Dit is te bepalen door de sociaalmakelaar organisatie die in de wijk aanwezig is, in samenwerking met de beheerder. Afspraken hierover zullen in een overeenkomst met de gemeente komen te staan. Iedere speeltuin zal een overeenkomst met de gemeente afsluiten waar onder andere afspraken over het gebruik van de grond en het gebouw worden gemaakt. Hier komt ook de specifieke invulling van het basisniveau van die speeltuin in te staan, deze verschilt per speeltuin en wordt opgesteld door de speeltuin(scenario document, 19/01/ 15). De gemeente moeten nagaan of dit inderdaad de beschrijving is van hun visie op de basiskwaliteit. Hier in is het van belang dat de gemeente zich bewust is van het effect van hun visie, want als je uitgaat van een bepaald basisniveau, arrangeer je dan wat er nodig is voor een speeltuin? Of, neem je de wijk als uitgangspunt en laat je het aanbod afhangen van de vraag vanuit de wijk? Een heldere visie vanuit de gemeente is belangrijk voor alle partijen. Wanneer die visie helder is, weten de beheerders van de speeltuin waar die aan toe zijn en kunnen ze hun eigen visie daar gemakkelijker aan koppelen. Aansluiting bij de wijk/maatwerk De speeltuin is een plek in de wijk. Wat daar in gebeurt, door wie en op welke manier, moet in overeenstemming zijn met de wensen uit de wijk. Deze wensen moeten duidelijk worden in een visie over de speeltuin. Zo is er in bepaalde wijken bijvoorbeeld meer vraag naar mannelijke sociaal makelaars op de speeltuin. Angst De beheerders van de speeltuinen willen graag meewerken met dit project, maar zijn wel bang voor de gevolgen van de scenario s. Onze scenario s zijn beschreven als vier afgebakende mogelijkheden. De beheerders zijn bang om in één scenario gestopt te worden en dat er daardoor weinig ruimte overblijft voor de eigen identiteit. Ons advies is om samen, de gemeente en de speeltuin, in gesprek te gaan over de scenario s en te kijken welke uitzonderingen van toepassing zijn. Elke speeltuin is uniek, en een speeltuin zal dus nooit precies in één van de scenario s passen. Het zou bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn dat één speeltuin raakvlakken heeft met meerdere scenario s. Daarnaast merkten wij tijdens onze gesprekken dat de huidige beheerders hun werkzaamheden rondom de speeltuin aan het hart gaat. De beheerders zijn bang dat bezuinigingen de veranderingen gaan beheersen, in plaats van de intentie om de speeltuin op een goede manier te behouden. Ze wensen dat er meer gedacht wordt vanuit van de wijk, in plaats van dat er gedacht wordt vanuit de bezuinigingen. Ook dit is een angst die door met elkaar in gesprek te gaan kan worden weggenomen. 5

6 Eigenaarschap Wij hebben gemerkt dat vrijwilligers het meest enthousiast zijn om mee te werken wanneer zij eigenaarschap en ondernemerschap voelen. Bij de start van zelfbeheer ontstaat er eigenaarschap en ondernemerschap door het ontwikkelen van een gezamenlijke visie. De sociaal makelaar heeft hierin een grote taak. Als professional biedt hij zijn kennis en begeleiding aan naar de behoefte van de vrijwilligers. Een goed voorbeeld hiervan hebben wij gezien bij speeltuin de Zandloper en de Boog. De sociaal makelaars hebben de doorlopen ontwikkeling en begeleiding naar eigenaarschap uiteengezet in het artikel Van tomaat tot stichting... in het tijdschrift sociaal&ondernemend op Heel belangrijk is hierin om goed te luisteren naar de vrijwilligers en de eventuele hulpvraag boven tafel te krijgen. Het is een mooie kunst om op te pikken wat er leeft, er achter te komen wat er nodig is om de energie die in de gemeenschap zit te laten stromen en om geduldig en met een goed humeur in de schurende werkelijkheid van dit soort onzekere processen te zitten... Daarnaast zal de visie van de sociaal makelaarorganisatie losgelaten moeten worden om de vrijwilligers de volledige vrijheid te bieden om hun eigen visie te ontwikkelen. In ons project hebben wij eigenaarschap als positief ervaren. We zien echter ook in dat er aan eigenaarschap allerlei haken en ogen zitten. Het is belangrijk om met eigenaarschap voorzichtig om te gaan zodat er geen exclusiviteit ontstaat bij de doelgroep en de beheerders. Vrijwilligers Alle speeltuinen werken met vrijwilligers, en zouden graag meer vrijwilligers willen. Vrijwilligers zijn echter vaak een onzekere factor, die gemakkelijk weg kunnen vallen. Ze nemen een beheerstaak op zich vanuit een eigen motivatie. Wanneer een andere prioriteit zich aandient zijn vrijwillige beheerstaken iets dat men snel laat vallen. Het is lastig om mensen te binden, als het op vrijwillige basis is. Hierdoor ontstaat het probleem van continuïteit. Het is belangrijk om dit in het achterhoofd te houden, bij het werken met vrijwilligers. Een eenvoudige oplossing om vrijwilligers te behouden is er niet, maar het is wellicht mogelijk om op zoek te gaan naar een win-win situatie. Deze beloning hoeft niet altijd geld te zijn, als voorbeelden hebben we gehoord dat vrijwilligers beloond kunnen worden door middel van sportabonnementen voor hun kinderen of zichzelf, verhuur van ruimte in het buurthuis of een cursus EHBO. 6

7 3. Specifieke adviezen Samenwerking stakeholders en speeltuinen In de buurt van de speeltuinen zijn stakeholders aanwezig die iets voor de speeltuin kunnen betekenen en andersom. Dit kan op allerlei verschillende manieren en kan tot overname leiden, dit alles wordt beschreven binnen dit kopje. De speeltuinen zullen het initiatief moeten nemen voor de samenwerking met diverse partijen. Zij zijn tenslotte verantwoordelijk voor de beheerstaken en bekend met de mogelijkheden die de stakeholders voor elkaar kunnen bieden. Wij zagen dat er vooral veel mogelijk is bij stakeholders die werken met eenzelfde doelgroep, zoals de kinderopvang of buitenschoolse opvang. Deze partijen helpen graag met beheerstaken, omdat ze dan zelf ook van de speeltuin gebruik kunnen maken. We hebben bijvoorbeeld gezien dat een kinderopvang helpt bij het openen en sluiten, en dan ook op tijden dat ze zelf de speeltuin willen gebruiken de speeltuin openen. Een groot struikelblok voor de kinderopvang in samenwerken met de speeltuin is de verantwoordelijkheid voor de kinderen die in de speeltuin komen, maar niet bij de kinderopvang horen. Hier zullen tussen de speeltuin en de kinderopvang onderling duidelijke afspraken over gemaakt moeten worden. Het kan voorkomen dat als een samenwerking tussen een stakeholder en een speeltuin naar wens verloopt, dat er steeds meer beheerstaken overgedragen worden aan de stakeholder. Dit kan als het bedrijf of organisatie de eigen werkzaamheden combineert met die van de speeltuin. De stakeholder kan in gaan zien dat het haalbaar is om alle beheerstaken, en dus de speeltuin, over te nemen. In samenwerking met de sociaal makelaar van de speeltuin wordt er naar deze mogelijkheid gekeken. Hierbij is het van belang dat de stakeholder zich goed bewust is van de beheerstaken, maar ook de rol van de speeltuin in de wijk en de gemeentelijke visie op de speeltuin voordat ze besluiten om de speeltuin over te nemen. Het overnemen van steeds meer beheerstaken door de stakeholder gebeurt onder begeleiding van de sociaal makelaar. De sociaal makelaar zal zich vervolgens steeds meer terug trekken als de beheerstaken en de speeltuin naar ieders wens ingevuld wordt. De stakeholder heeft vanuit zijn organisatie een eigen specialisatie, dit kan bijvoorbeeld zijn in natuur of creativiteit. Als de speeltuin overgenomen wordt, zal deze specialisatie terug te zien zijn in de uitvoering van de beheerstaken. Zolang dit samen gaat met de behoefte die er bij de bezoekers zijn, de beheerstaken en visie van de gemeente kan dit positieve effecten opleveren. De specifieke focus van de speeltuin kan voor grotere bekendheid zorgen, omdat bezoekers speciaal voor de betreffende focus komen. Het kan zijn dat de stakeholder die het beheer op zich wil nemen een commerciële organisatie is. Het is mogelijk dat een dergelijke organisatie het beheer op zich neemt, maar het is wel van belang om hier bij in te zien dat de speeltuin van de wijk blijft. De organisatie kan de speeltuin voor eigen doeleinden gebruiken, maar de speeltuin moet toegankelijk blijven voor bezoekers. Het uitvoeren van de beheerstaken van de speeltuin mag geen commerciële doeleinden hebben. Als de stakeholder alle beheerstaken over heeft genomen, is hij de beheerder van de speeltuin. Er zal dan geen sociaal makelaar meer actief zijn op de speeltuin, maar de speeltuin ligt nog steeds in een wijk en wordt gebruikt door zijn bewoners. De stakeholder onderhoudt daarom 7

8 goed contact met de sociaal makelaars in de buurt zodat een signalerende functie voor het welzijn van de bezoekers blijft bestaan. Wanneer een stakeholder alle beheerstaken overneemt van de sociaal makelaarorganisatie vervalt de subsidie voor de sociaal makelaarorganisatie. De stakeholder zal in zijn eigen financiële plan de nieuwe taken opnemen. Een gedeelte van de subsidie kan naar de stakeholder gaan, als een tegemoetkoming voor het uitvoeren van de taken met het behouden van de kwaliteit. De kosten voor de gemeente worden in dat scenario mogelijk minder, doordat de stakeholder slim meerdere doelen kan combineren en al een eigen verdienmodel heeft. Speeltuin met vrijwilligersbestuur Bij het zoeken naar een groep mensen voor een vrijwilligersbestuur, zien we vooral mensen opstaan die met hun jonge kind(eren) vaak in de speeltuin komen, wonen en bekend zijn in de betreffende wijk, en/of ervaring en plezier hebben in het werken met kinderen. We zien hierbij ook, dat een termijn van twee jaren toch wel als maximaal wordt gezien. Bij de overgang van het beheer van de sociaal makelaar naar bewoners, is het vinden van deze mensen niet altijd even makkelijk. Idealiter werft de sociaal makelaar vrijwilligers voor de speeltuin en geeft die geleidelijk zijn taken over. Het komt ook voor dat het sluiten van de speeltuin de enige manier is om bewoners in beweging te krijgen. Als er eenmaal een nieuw bestuur gevormd is, dan is het goed om als bestuur allereerst een gezamenlijke visie/nieuwe ideeën te ontwikkelen voor de speeltuin. Hiermee creëer je een doel en verantwoordelijkheid als groep wat vaak positief werkt. Het is ook van belang dat dit bestuur zichtbaar is in de speeltuin en wijk. Het enthousiasme van dat bestuur werkt vaak door op de bezoekers en bewoners, dit maakt het eenvoudiger om andere bewoners te vinden die ook iets willen betekenen voor de speeltuin. In de beginfase, kan het bestuur behoefte hebben aan ondersteuning. Iedereen moet in het begin een weg zien te vinden in het speeltuinenwerk. Een sociaal makelaar, die voorheen betrokken was bij de speeltuin, heeft een belangrijke taak op dit gebied als er sprake is van de overgang van professioneel beheer naar vrijwillig beheer met een vaste medewerker. De visie en ideeën van het bestuur komen uiteraard uit de bewoners zelf, maar helpen met de praktische zaken die je tegen komt op de weg naar die visie, daar ligt een belangrijke taak. In het begin zal de sociaal makelaar hierin vaak actief bezig zijn met het bestuur, maar naar verloop van tijd kan het meer een faciliterende rol op de achtergrond worden. Daarnaast denken wij dat een platform, zoals eerder beschreven in dit document, een plek kan zijn waar besturen terecht kunnen met vragen over het speeltuinenwerk en ook kunnen leren van andere speeltuinen. Bij de overgang van het ene, naar het andere vrijwilligersbestuur, is een goede overdracht van het oude bestuur van belang. Het oude bestuur kan hierin moeilijk de verantwoordelijkheid nemen die de sociaal makelaar heeft, zoals in de situatie na professioneel beheer, maar ze hebben wel andere mogelijkheden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een draaiboek achter laten van de opzet van grote activiteiten, of een document met daarin alle belangrijke contactgegevens die ze in hun tijd nodig hebben gehad bij het speeltuinwerk. Zaken die ervoor moeten zorgen 8

9 dat het nieuwe bestuur, op organisatorisch gebied, niet opnieuw het wiel moet uitvinden. De speeltuinen met een vrijwilligersbestuur hebben, of willen, graag een vaste medewerker op de speeltuin. Dit is omdat er simpelweg geen vrijwilligers te vinden zijn die doordeweeks, op vaste basis, te vinden zijn om het beheer in de speeltuin op zich te nemen. Naast het gebrek aan tijd vinden bewoners ook dat je ervaring moet hebben in het werken met kinderen. Het wordt ook nadrukkelijk werken genoemd, omdat bewoners het zien als meer dan een vrijwilligersklus. De vaste medewerker zal doordeweeks altijd de speeltuin moeten openen en sluiten, is het aanspreekpunt voor ouders en kinderen in de speeltuin, is hoofdverantwoordelijk voor het pedagogisch toezicht en organiseert, dan wel faciliteert, de activiteiten in de speeltuin, afhankelijk van de vraag in de wijk. Dit betekent voor de gemeente dat een deel van het subsidiegeld wat oorspronkelijk naar sociaal makelaarsorganisaties ging, in de toekomst naar het vrijwillige bestuur moet, die gaan over de betaling van die vaste medewerker. Wellicht kan hiervoor ook het leefbaarheidsbudget worden aangesproken. Daarnaast is het voor het bestuur van belang om de genoemde takenlijst van een vaste medewerker goed in ogenschouw te nemen, om een geschikte kandidaat te vinden. Zelfbeheer In geen van de scenario s komt naar voren dat een speeltuin geheel in zelfbeheer is. Als de basiskwaliteit behouden moet worden is in alle scenario s subsidie een vereiste, naast eventuele eigen inkomsten. Als er geen subsidie is, dan moeten er eventueel toegangsprijzen of betaald gaan worden of verhoogd worden. Dit maakt de speeltuinen echter minder toegankelijk. Als de toegankelijkheid belangrijk is, dan moeten er andere oplossingen voor subsidies mogelijk zijn. Het is belangrijk dat de (nieuwe) beheerders makkelijk op de hoogte gesteld kunnen worden van eventuele andere mogelijkheden van subsidie bij andere instanties. Deze informatie zou via het platform verspreid kunnen worden. Als er geen andere mogelijkheden zijn die voldoende inkomsten genereren, zal het moeilijk zijn om genoeg actieve en geschikte vrijwilligers te activeren voor de vele beheerstaken die er zijn. Wanneer de beheerstaken minder ingevuld worden, is het een optie om te kiezen voor meer openbare speelplekken zonder binnenruimte en frequent activiteiten aanbod. De speelplekken worden dan wel beheert door vrijwilligers. Zo wordt het geregeld in Geldermalsen. In ons project kwam naar voren dat wanneer je de vraag of behoefte naar een speeltuin volledig uit de buurt laat komen er meer speelplekken ontstaan dan speeltuinen. Het grote verschil is hier de afwezigheid van een vrijwilliger, geen openingstijden, geen binnenruimte en een lage frequentie van activiteiten. In Geldermalsen is er wel een bestuur per één of meerdere speelplekken die wijkactiviteiten organiseert, de toestellen beheert, subsidie aanvraagt en een signalerende rol heeft voor eventuele werkzaamheden van de gemeente. Het kan dan voorkomen dat een bestuur opstapt en er geen nieuw bestuur aangesteld wordt. De speelplek wordt dan niet onderhouden, er is dan uit de wijk blijkbaar geen behoefte aan de speelplek. Hierdoor zal de gemeente vanwege veiligheidsredenen de toestellen verwijderen. Wanneer er wel weer vraag is, kan er op dezelfde plek een aantal jaar later, door een nieuw bestuur, speeltoestellen geplaatst worden. 9

10 De mogelijkheid voor de kinderen om te spelen wordt wel behouden doordat er een nieuw bestuur opstapt en een nieuwe speelplek realiseert. Situatie Enschede In Enschede is er een andere organisatievorm dan de huidige situatie in Utrecht, deze organisatievorm vergt veel uitleg, om helder beschreven te kunnen zijn, daarom is dit punt langer dan de overige adviezen. Er is in Enschede één koepelorganisatie die als organisatievorm stichting heeft. Deze Stichting Enschedese Speeltuinen (SES) wordt gesubsidieerd door de Gemeente. De beheerstaken die de stichting uitvoert zijn de technische veiligheid, de financiën, ondersteuning beheer en activeren vrijwilligers. Elke speeltuin wordt bestuurd door een beheersgroep. De beheertaken die de beheergroep per speeltuin uitvoert zijn het openen en sluiten, het pedagogisch klimaat, de activiteiten, het contact met betrokkenen en ondersteuning aan vrijwilligers. Deze splitsing van taken zorgt ervoor dat er professionals zich bezig houden met de beheerstaken, die wij in ons project terugzien als beperkingen voor vrijwilligers. We hebben gezien dat deze taken veel tijd kosten om aan te leren en vaak beschouwen vrijwilliger deze beheertaken als een zware verantwoordelijkheid. Ook ligt de algemene verantwoordelijkheid van de gebeurtenissen in de speeltuin, niet bij de vrijwilligers maar bij de stichting, vrijwilligers kunnen dus niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. In Utrecht wordt deze aansprakelijkheid als een zware verantwoordelijkheid voor vrijwilligers gezien. De verantwoordelijkheid van de betaling van deze vaste kracht ligt niet in de handen van een vrijwillig bestuur, maar in de handen van de stichting. In ons project kwam dit ook als zware last naar voren bij een bestaand vrijwillig bestuur. Wanneer deze taken niet meer tot de vrijwilligers taken behoord en de taken die overblijven minder tijd kosten, wordt het voor mensen aantrekkelijker om vrijwilliger te worden. Het vinden van vrijwilligers is hierdoor een minder groot probleem in Enschede. Ook is er meer tijd voor het begeleiden van vrijwilligers in de speeltuin door de vaste krachten in die speeltuin die betaald worden vanuit de stichting. Dit leidt ertoe dat het vrijwilligerswerk op de speeltuin als sociale werkvoorziening gezien kan worden en je een andere doelgroep aantrekt. De SES geeft aan doordat er één koepelorganisatie is, er slimmer, sneller en scherper omgegaan kan worden met de subsidiëring. Daarnaast zijn de communicatie lijnen kort en direct. De rol van de gemeente wordt tot het minimum beperkt en dient alleen nog voor de subsidiëring. Op wijkniveau is er wel contact tussen gemeente en de stichting om de aansluiting van de speeltuin op de wijk zoveel mogelijk te optimaliseren. Wanneer de gemeente Utrecht de bovengenoemde aspecten van deze organisatievorm (hier is in onze analyse meer over te lezen) aantrekkelijk vindt zal het gehele bestaande Utrechtse systeem aan de kant geschoven moeten worden. De sociaal makelaarorganisatie zouden de beheerfunctie van de speeltuinen volledig verliezen en een totaal nieuwe organisatie moet opgebouwd worden. Dit vergt meer onderzoek en voorbereiding dan dat wij tot nu toe gedaan hebben. Hiervoor moet je eigenlijk een extra scenario ontwikkelen waarin een nieuwe visie over speeltuinen en eigenaarschap, aan de hand van het vernieuwend welzijnsbeleid en eventuele concrete bezuinigingen, het ondernemerschap van professionals en vrijwilligers 10

11 aanwakkert. Dit scenario uit Enschede is dan naast onze scenario s te leggen zodat deze verschillende toekomstbeelden te vergelijken zijn en een keuze gemaakt kan worden. 11