PROJECTBESCHRIJVING MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) Een educatief milieuzorgproject van kleuter- tot en met hogeschool (01/09/ /08/2010)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECTBESCHRIJVING MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) Een educatief milieuzorgproject van kleuter- tot en met hogeschool (01/09/ /08/2010)"

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 3 Besluit nr. 05/361 houdende de overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie met betrekking tot het project Milieuzorg Op School (MOS) in de Brusselse scholen PROJECTBESCHRIJVING MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) Een educatief milieuzorgproject van kleuter- tot en met hogeschool (01/ /08010) (zie artikel 1 van de MOS-overeenkomst) 1

2 1.Situering PROJECTBESCHRIJVING MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) Een educatief milieuzorgproject van kleuter- tot en met hogeschool (01/ /08010) In 1993 heeft de toenmalige minister vice-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Leefmilieu en Huisvesting Norbert De Batselier, een onderzoeksopdracht aan de VUB opgedragen om een educatief milieuzorgsysteem voor de Vlaamse secundaire scholen uit te werken. In september 1997 werd het project Groene School ter uitvoering overgedragen aan de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL) van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur. Onder de bevoegdheid van minister Theo Kelchtermans, bevoegd voor Leefmilieu, werden twee leerkrachten gedetacheerd voor de begeleiding en uitbouw van het project, Groene School genaamd. Vanaf september 1999 werden 5 gedetacheerde leerkrachten ingeschakeld. De hogescholen vormden ook een doelgroep van hetzelfde project. Met het opstarten van een educatief milieuzorgproject voor de basisschool (kleuter- en lager onderwijs) in september 2001, het zogenaamde MOS-project, wilde de minister van Leefmilieu en Landbouw Vera Dua de feitelijke onlogica en anomalie rechttrekken. In tegenstelling met het academisch ontwikkelde Groene Schoolproject werd er vanuit de opgedane ervaring en expertise geopteerd voor een meer actiegerichte, minder academische, aanpak zodat op korte termijn een praktijkgericht educatief aanbod kon ontwikkeld worden. Het project MOS was complementair aan het milieuzorgsysteem Groene School voor het secundair onderwijs. Tevens werd het MilieuOntmoetingsProgramma (MOP), een door het gewest gesubsidieerd tweejaarlijks en tijdelijk milieueducatief project voor het basisonderwijs, geïntegreerd in het ruimer en duurzamer milieuzorgproject MOS. Vanaf september 2002 werden de twee projecten, MOS en Groene School, geïntegreerd tot het eenheidsproject Milieuzorg op School (MOS), een educatief milieuzorgproject van kleuter- tot en met hogeschool. MOS brengt een complementair aanbod waar voor elk onderwijsniveau (basisonderwijs, secundair en hoger onderwijs) toch een specifieke benadering gegarandeerd wordt. In de huidige werking van MOS is die integratie van de twee projecten reeds grotendeels gerealiseerd. In het voorliggend voorstel staat AMINAL samen met en in overleg met de 5 provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in voor de verderzetting en de uitbouw van het eenheidsproject Milieuzorg op School (MOS). Door een overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest met elk provinciebestuur en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie leveren alle partners een substantiële bijdrage in de verdere uitbouw van het MOS-project in de Vlaamse scholen in Vlaanderen en in Brussel. Om de continuïteit en de verdere kwaliteit van milieuzorg op school te verzekeren zal zeker gedurende de looptijd van het nieuwe MOS-project (01/ /08010) dan ook een verdere personeelsinbreng van AMINAL en een inbreng van extra personeel van de 5 provincies noodzakelijk zijn. Het is ook de bedoeling m.b.t. het MOS-project de duurzame samenwerking met de provincies en de VGC verder uit te bouwen (zie tabel 2). 2

3 Voorstel van ontwikkeling van milieuzorg op school TABEL 1 01/01001 GROENE SCHOOL Secundair Onderwijs 01/ / /08010 Secundair onderwijs + Hogescholen Secundair onderwijs + Hogescholen MOS basisonderwijs MOS Basisonderwijs MOS Basisonderwijs Toelichting tabel 1 Het projectvoorstel MOS vormt het uitgangspunt voor een integraal milieuzorgsysteem voor de Vlaamse scholen, van kleuteronderwijs tot en met hogescholen. Op deze manier wordt gezorgd voor een maximale synergie, wat één van de principes is van het Milieubeleidsplan Het MOS-project op korte en lange termijn geeft een invulling aan de samenwerking en van een op maatwerk gestoelde ondersteuning tussen het gewest en de lokale besturen. De provincies, samen met de gemeenten, zijn daarbij de bevoorrechte partner om het Vlaamse milieu- en natuurbeleid waar te maken. Zij fungeren als initiator, coördinator en stimulator van het lokale milieubeleid. De provinciale en gemeentelijke Samenwerkingsovereenkomsten Duurzaam Milieubeleid vormen trouwens een kader om milieuzorg op provinciaal en gemeentelijk niveau een plaats te geven in een lokaal duurzaam beleid. De gewestelijke coördinatie blijft gesitueerd op het Vlaams niveau. De promotie en begeleiding van het project naar scholen en gemeenten is de taak van de provincies. M.b.t. de begeleiding van Vlaamse scholen in Brussel wordt een overeenkomst gesloten met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. 3

4 TABEL 2 PLANNING: MOS-verlenging Basisonderwijs (BO) én Secundair onderwijs en Hogescholen (SO/HO) Inbreng Vlaams Gewest Aminal Inbreng Provincies Inbreng Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) Inbreng Vlaamse Gemeenschap Onderwijs * 01/09005 (= 5 schooljaren) 31/ MOS-coördinatoren - coördinatie MOS - aanwerving, huisvesting, logistieke ondersteuning, van 3 MOS-coördinatoren - begeleidingscommissie - insteek Leefmilieu - gewestelijk en internationaal netwerk, extra aandacht voor TSO en BSO - afstemming met de werking Milieuzorg in het Hoger Onderwijs loonkost voor 16 MOSbegeleiders 11 MOS-begeleiders - loonkost 5 MOS-begeleiders - aanwerving, huisvesting, logistieke ondersteuning, van 15 MOSbegeleiders - MOS-begeleiding - begeleidingscommissie - insteek provincies - aanwerving, huisvesting, logistieke ondersteuning, van 1 MOSbegeleider - MOS-begeleiding - begeleidingscommissie - insteek VGC Engagement Milieuzorg in het onderwijs Kwaliteitsbewaking en insteek Ministerieel Besluit voor detacheringen * De huidige overeenkomsten van het MOS-project lopen tot 31 augustus

5 2. Voorstel Er wordt voorgesteld dat AMINAL met elk van de 5 Vlaamse provincies en met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (voor Brussel) een overeenkomst (in bijlage) afsluit om het educatief project Milieuzorg op school (MOS) aan alle Vlaamse basis-, secundaire en hogescholen aan te bieden en de invoering en de begeleiding ervan te voorzien, en dit met het uitdrukkelijk advies dat elk van de 5 Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) deelnemen. dat de cel NME&I van de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid in overleg en in samenwerking met de betrokken partners (provincies, VGC en het departement Onderwijs) het educatieve project Milieuzorg op School (MOS) voor het basis-, secundair en hogeschoolonderwijs als een eenheidsproject in de Vlaamse scholen (inclusief buitengewoon onderwijs) verder zet vanaf 1 september 2005 en tot 31 augustus dat met ingang van 1 september 2005 tot en met 31 augustus 2010 AMINAL 3 VTE personeelsleden (MOS-coördinatoren) tewerkstelt die instaan voor de inhoudelijke, educatieve, organisatorische coördinatie van het project in Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het is wenselijk dat het personeel bestaat uit een gemengde ploeg van gedetacheerden uit het onderwijs in het stelsel van Verlof wegens opdracht en van contractuele personeelsleden met een pedagogisch of agogisch diploma van een gelijkwaardig niveau (Universitair /Master- of Hogeschool/Bachelor-diploma) en met voeling met het onderwijs. De loonkost voor de 3 VTE komt ten laste van AMINAL (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10). M.b.t. de loonkost wordt voor de 3 VTE coördinatoren uitgegaan van de loonkost van geaggregeerden HSO (totaal maximum EUR per jaar). dat met ingang van 1 september 2005 tot en met 31 augustus 2010 elk van de 5 provincies 3 VTE (MOS-begeleiders) personeelsleden tewerkstellen, in totaal 15 VTE. Voor het Brussels hoofdstedelijk gewest stelt de Vlaamse Gemeenschapscommissie 1 VTE (MOSbegeleider) tewerk. Samen zorgen de MOS-begeleiders voor de concrete invoering en begeleiding van het project Milieuzorg op School in basis-, secundaire en hogescholen. Het is wenselijk dat het personeel bestaat uit een gemengde ploeg van pedagogisch geschoolden voor het basisonderwijs, lager secundair en hoger secundair onderwijs, gedetacheerd in het stelsel van Verlof wegens opdracht, en van contractuele personeelsleden met een pedagogisch of agogisch diploma van een gelijkwaardig niveau (Universitair /Master- of Hogeschool/Bachelor-diploma) en met voeling met het onderwijs. De loonkost voor 10 VTE in de provincies en de 1 VTE in Brussel komt ten laste van AMINAL (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10). M.b.t. de loonkost wordt voor de 11 VTE begeleiders uitgegaan van de gemiddelde loonkost van EUR per jaar. De loonkost voor 5 VTE in de provincies (1 VTE per provincie) komt ten laste van elke respectievelijke provincie. De administratie AMINAL stelt voor dat de betrokken actoren (AMINAL, de 5 provincies, de VGC en het Departement Onderwijs) na de beëindiging van het nu voorgestelde 5

6 MOS-project mee helpen zorgen voor de continuïteit van milieuzorg in de scholen. Daarvoor moeten de betrokken partners tijdig overleg plegen onder welke vorm de eventuele verdere ondersteuning na 31/08010 kan plaatsvinden. Het MOS-project zal in het licht van een lange termijnperspectief een stevige basis leggen voor een geïntegreerd milieuzorgproject voor het basis-, secundair en hoger niet-universitair onderwijs. 3. Actieplan 3.1. Actieplan Rekening houdend met de ervaringen en de resultaten van het lopende MOS-project (zie voortgangsverslagen en als bijlage) wordt er tegen 31 augustus 2010 naar gestreefd dat minstens 2343 (60 %) Vlaamse basisscholen, inclusief bijzonder onderwijs, en minstens 904 (70 %) van de secundaire en hogescholen zijn toegetreden tot het project. Om dit streefdoel te halen is uit de ervaring met het lopende MOS-project gebleken dat het nodig is om scholen direct en persoonlijk via begeleiders en indirect via o.a. gemeentelijke diensten en scholengemeenschappen of scholengroepen te benaderen teneinde Milieuzorg op School succesvol ingang te doen vinden. Om de 3905 vestigingsplaatsen van Vlaamse basisscholen (inclusief buitengewoon onderwijs) en de 1365 vestigingsplaatsen van secundaire (1291) en hogescholen (74) intensief te benaderen, te begeleiden en het geheel te coördineren is een minimum aan begeleiders en coördinatoren nodig: 3 VTE begeleiders voor elke Vlaamse provincie, 1 VTE begeleider voor Brussel en 3 VTE coördinatoren op Vlaams niveau. In totaal maakt dat 19 VTE, van wie 3 coördinatoren instaan voor de opvolging en de coördinatie van het project en voor de integratie van milieuzorg in het onderwijs, van kleuterschool tot en met de hogescholen. Een begeleidingscommissie, samengesteld uit de diverse partners, moet garant staan voor kwaliteitsbewaking en adviesverlening van het project. Samenstelling van de begeleidingscommissie: - Administratie Leefmilieu: - Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (voorzitter) - 3 MOS-coördinatoren - Cel NME&I (1 vertegenwoordiger) - VOI/IVA (OVAM;VMM; VLM; WVM; Natuur en Bos en Groen) (2 vertegenwoordigers) - Administratie Onderwijs: - Inspectie basisonderwijs (1 vertegenwoordiger) - Inspectie secundair onderwijs (1 vertegenwoordiger) - Dienst voor Onderwijsontwikkeling (1 vertegenwoordiger) - Permanente Commissie Milieueducatie in het Onderwijs (1 vertegenwoordiger) - Vlaamse Gemeenschapscommissie (1 vertegenwoordiger) - Brussels Instituut voor Milieubeheer (1 vertegenwoordiger als waarnemer) - 5 provincies: Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West- Vlaanderen (elk 1 vertegenwoordiger) - Onderwijsnetten: VSKO, GO, POV, OVSG, FOPEM (elk 1 vertegenwoordiger) 6

7 De terugkoppeling vanuit de begeleidingscommissie naar de minister, bevoegd voor Leefmilieu, en de minister, bevoegd voor Onderwijs, gebeurt via de betrokken administraties en door het systematisch doorsturen van de verslagen van de begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie komt regelmatig samen om het MOS-project te adviseren in de richting van het uiteindelijke doel: invoeren van een educatief milieuzorgsysteem in het Vlaamse onderwijs. De begeleidingscommissie vergadert minstens tweemaandelijks, maar kan zelf de vergaderfrequentie opvoeren volgens noodzaak en op vraag van één van de 4 grote partners (Administratie Leefmilieu, Administratie Onderwijs, Provincies en VGC, Onderwijskoepels). Andere betrokken organisaties worden geïnformeerd, kunnen occasioneel uitgenodigd worden en kunnen adviezen uitbrengen in de daarvoor voorziene werkgroepen en binnen de schoot van het Vlaams NME-overlegplatform. Jaarlijks wordt conform de overeenkomst een overleg gepland tussen alle contractanten m.b.t. de contractuele verbintenissen. Occasioneel kan er ook overleg georganiseerd worden tussen het Vlaams Gewest en één van de contractanten Actieprogramma en verantwoording Algemeen Een zo groot mogelijke afstemming en complementariteit tussen MOS voor het basisonderwijs, MOS voor het secundair onderwijs en hogescholen en de werking Milieuzorg in het Hoger Onderwijs moet gerealiseerd worden. M.b.t. de ondersteuning van hogescholen gelden volgende afspraken: De MOS-begeleiders blijven de hogescholen die al in het project MOS gestapt zijn (op hun vraag en zeker indien ze streven naar een logo) verder ondersteunen. Als een (opleiding, departement of campus van een) hogeschool contact opneemt met de MOS-begeleider en bv. vraagt om een voorstelling van het project MOS te geven, legt de begeleider duidelijk uit waarvoor MOS staat en welke (educatieve) ondersteuning de school kan verwachten. De begeleider verwijst bovendien naar het hogescholenproject van de cel NME&I van het Vlaams Gewest en wijst de geïnteresseerde hogeschool erop dat er binnen afzienbare tijd ook voor hen praktisch educatief materiaal aangemaakt wordt. De cel NME&I verwijst de geïnteresseerde hogeschool ook nog door naar MOS, zolang het hogescholenproject geen concreet aanbod heeft. Lerarenopleidingen zijn een interessante doelgroep voor MOS en worden door de MOSbegeleider verder ondersteund, vooral in functie van het multiplicatoreffect: "de toekomstige groene leerkracht". Ook studenten die een werk of thesis willen/moeten maken over milieuzorg op school, kunnen op ondersteuning van MOS rekenen. MOS en het hogescholenproject wisselen voortdurend informatie uit en ondersteunen elkaar. De coördinator van het hogescholenproject is, afhankelijk van de agenda, aanwezig op de begeleidersvergaderingen van het project MOS. De coördinator van het hogescholenproject kan een beroep doen op de MOS-coördinatie en -begeleiders bij de ontwikkeling van het project. Binnen de begeleidingscommissie wordt de specificiteit van benadering van de basisscholen en van de secundaire en hogescholen bewaakt. Die benadering, de eventueel verschillende aanpak van de verschillende onderwijsniveaus en de verschillende werkingsgebieden en de inschakeling van de huidige en toekomstige MOS-begeleiders moeten wel de continuïteit van 7

8 het eenheidsproject MOS garanderen zowel naar de scholen zelf als naar de organisatie van Milieuzorg op School. De MOS-begeleider zorgt voor schoolspecifieke en gepersonaliseerde begeleiding. Persoonlijk contact van de MOS-begeleider met de school is hierbij een sterke stimulans. De begeleider kent op deze manier de sfeer, de beperkingen, kwaliteiten en eventuele spanningen binnen de school. De begeleider bouwt een persoonlijke relatie met de school op en kan zo, indien nodig, verduidelijkende informatie verschaffen aan de logojury bij de beoordeling van het logodossier. De MOS-begeleider benadert ook scholengemeenschappen en -groepen om een groter draagvlak te creëren. De gemeenten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen en kunnen eventueel een organiserende taak op zich nemen. Wanneer de provincie(s) of de VGC ervoor kiezen op gemeentelijk vlak of op het niveau van het Brussels hoofdstedelijk gewest voorstellingen van het project op studiedagen of contactdagen te organiseren, is het de MOS-begeleider die in overleg met de gemeente een dergelijke samenkomst van (beginnende) MOS-scholen inhoudelijk gestalte geeft. Dat betekent dat de provincie(s) of de VGC bepalen welke boodschap gegeven wordt en waken over de inhoud; een MOS-begeleider of een vertegenwoordiger van de gemeente kan woordvoerder zijn. In de projectperiode (1 september 2005 tot 31 augustus 2010) worden in overleg met de MOS-begeleidingscommissie volgende initiatieven genomen of verder ontwikkeld: A. Samenstellen van het educatief aanbod Het gewestelijk educatief aanbod wordt in intens overleg tussen de MOS-coördinatoren en de provinciale NME-diensten en de VGC verder samengesteld, geactualiseerd, aangepast en aangevuld naargelang de noden. Volgend aanbod wordt samengesteld: Onderhouden van een interactieve en aantrekkelijke website met vermelding van het aantal aanpassingen van de website/perjaar; aanmaken van nieuwe inhouden en nieuwe instrumenten, evenredig verdeeld over het basis en het secundair onderwijs; aanmaken van nieuw aanbod en reactiveren van bestaand aanbod voor TSO/BSO; zoeken van vernieuwende methoden in de begeleiding van scholen; netwerkvorming (onderwijsnetten, leveranciers van inhoud, ); het opmaken in het eerste kwartaal van het kalenderjaar van een jaarplan met te halen deadlines inzake producten en processen (met inbegrip van een begroting) goed te keuren op de MOS-begeleidingscommissie; instrumenten aanreiken om milieuwinst te realiseren; concepten uitwerken voor nascholing en logo uitreiking. Voor een vlotte werking worden ontwerpen van educatief aanbod via mail uitgewisseld. Het educatief aanbod is een vast agendapunt op de begeleidingscommissie en de begeleidersvergaderingen. Het educatief aanbod en het bijhorend educatief materiaal dient zowel inhoudelijk als vormelijk geadviseerd te worden door de 5 provinciale NME-verantwoordelijken, de VGC en de MOS-begeleidingscommissie. Dit overleg beslist in consensus over eventuele knelpunten. 8

9 B. Strategie en informatiecampagne Een stapsgewijze, planmatige en realistische aanpak blijft noodzakelijk: sommige scholen zijn al een tijd bezig, andere werken langer dan één jaar aan eenzelfde thema, andere scholen sluiten later aan, Het zal dan ook noodzakelijk blijven een concreet bruikbaar en flexibel scenario te hanteren: de scholen zijn uiteindelijk vrij te kiezen hoe zij een milieuzorgsysteem introduceren en uitwerken, als zij maar de eindtermen en ontwikkelingsdoelen realiseren en, specifiek voor het secundair onderwijs, VLAREM of de Brusselse milieuwetgeving naleven. De strategie en de informatiecampagne voor de scholen worden zo opgesteld dat het MOSproject in Vlaanderen herkenbaar is als één initiatief, maar tegelijkertijd ook ruimte laat voor een eigen provinciale, respectievelijk Brusselse invulling. Op alle gewestelijke en provinciale, respectievelijk Brusselse, publicaties m.b.t. het MOSproject wordt MOS als een gezamenlijk project voorgesteld en worden de logo s van het Vlaams Gewest, van de betreffende provincies en van de VGC gebruikt. De MOS-coördinatoren zorgen, in nauw overleg met de MOS-begeleiders dat alle scholen van de Vlaamse Gemeenschap van alle netten een zo gelijkwaardig mogelijk educatief aanbod krijgen. De provincies en de VGC kunnen daar bovenop een extra educatief aanbod en/of middelen inzetten ter ondersteuning van de invoering van het project in de respectievelijke provincie/het Brussels hoofdstedelijk gewest. C. Kwaliteitscontrole: MOS-scholen en logo 1, 2 en 3 Na de ondertekening van de Milieubeleidsverklaring stelt de school een eigen Eco-code op: een korte opsomming van na te streven waarden en doelen i.v.m. milieuzorg op school voor het volgende schooljaar. De school engageert zich om op klasniveau, op schoolniveau en in de schoolomgeving aandacht te hebben voor natuur en milieu. Scholen kunnen door het nemen van initiatieven en maatregelen een MOS-logo behalen. Het MOS-logo is een kwaliteitslabel dat aangeeft dat de school in een educatief proces stapt, systematisch acties organiseert en volgehouden inspanningen levert om alle schoolleden voor milieuzorg te sensibiliseren. Hierbij staat preventie voorop. In het basisonderwijs worden drie criteria gehanteerd om de kandidaat logo-scholen te beoordelen. 1. Betrokkenheid van leerlingen Milieuzorg Op School is geen project van één groene leerkracht of ouder. MOS werkt samen met de leerlingen aan een milieuvriendelijke school. Daarom is het essentieel dat de leerlingen bij de uitwerking van MOS op de school worden betrokken. De school moet dus kunnen aantonen dat leerlingen actief aan het project deelnemen. 2. Een breed draagvlak Niet alleen de leerlingen spelen een actieve rol, de hele schoolbevolking moet zich voor MOS inzetten en er de kansen toe krijgen. De school kan aantonen dat ze met zoveel mogelijk betrokkenen, zowel intern als extern, communiceert en samenwerkt voor het MOS-project. 9

10 3. Integratie in de schoolcultuur Een milieubewuste school zorgt ervoor dat milieuzorg via allerlei initiatieven tot in alle uithoeken doordringt: van de klas tot in het secretariaat, van de speelplaats tot in de gangen, van de eetzaal tot de omgeving van de school. Milieuzorg vormt een vast onderdeel van de schoolcultuur en staat voortdurend op de schoolagenda. De school kan aantonen dat ze voldoende tijd voor het milieuproject vrijmaakt en dat hiervoor heel wat inspanningen gebeuren in de klas, in de school en in de schoolomgeving. Toekenning van het eerste, tweede of derde logo Aan de hand van een aantal indicatoren (zie bijlage indicatorenlijst) worden de bovenstaande criteria naar de praktijk vertaald. Om het eerste logo te behalen maakt de school werk van minstens één indicator per criterium. Verder geeft de school aan welke indicatoren ze als prioriteit ziet op korte en lange termijn. De toekenning van het tweede en derde logo zal afhangen van: de mate waarin de school de inspanningen voor milieuzorg volhoudt; de mate waarin die inspanningen alle schoolleden sensibiliseren; de mate waarin die inspanningen naar concreet waarneembaar preventief milieugedrag leiden; de acties die ondernomen zijn om de aangeduide prioriteiten op korte en lange termijn te verwezenlijken. De provinciale begeleider vult een begeleidersdossier (zie bijlage begeleidersdossier) in op basis van de gegevens van de ingediende rapporten van de school en de contacten met de school. Aan de hand hiervan geeft de logojury enkele werkpunten mee. Op die manier weet de school op welk vlak de MOS-werking nog kan groeien. Bij het toekennen van het tweede en derde luik wordt rekening gehouden met de invulling van deze werkpunten en met de verwezenlijking van de indicatoren die de school zelf als prioriteit naar voor heeft geschoven in de indicatorenlijst. In het secundair onderwijs worden vijf criteria gehanteerd om de kandidaat logo-scholen te beoordelen. 1. Criterium 1: planning Een degelijke planning is noodzakelijk om het project te doen slagen. MOS reikt daarvoor een stappenplan aan. De milieu-inspanningen moeten over het schooljaar gespreid worden. Een eenmalige actie is immers niet erg duurzaam. 2. Criterium 2: participatie Het centrale doel van de organisatie en de instandhouding van een milieuzorgsysteem op school is de leerlingen via actieve participatie milieubewuster te maken en hen in staat te stellen om op vrijwillige basis milieusparende acties te ondernemen. Betrokkenheid van leerlingen is dus essentieel. Een milieuwerkgroep moet dus altijd minstens uit leerlingen en (een) leerkracht(en) bestaan. 3. Criterium 3: communicatie 10

11 De school informeert geregeld alle belanghebbenden over het project zowel intern als extern en betrekt ze er zo veel mogelijk bij. Een goede uitstraling beïnvloedt het verloop van het project immers gunstig. 4. Criterium 4: continuïteit en structurele inpassing De school maakt bewust tijd voor het project en creëert een groot draagvlak binnen de school. De school kan een langdurig effect bewerkstelligen door bvb. een aanpassing van het schoolreglement (geen aluminiumfolie meer) of een structurele aanpassing (een stukje groen op de speelplaats). 5. Criterium 5: educatieve winsten en milieuwinst De milieuwerkgroep moet in het ingediende dossier zowel educatieve winst als reële milieuwinst voor het/de gekozen aandachtsveld(en) kunnen aantonen. De klemtoon ligt daarbij eerder op voorkoming van de milieuproblemen dan op de beheersing ervan. De criteria om een eerste, tweede of derde logo te behalen zijn verschillend. 1. Logo 1 - Wat de planning betreft, kan dat voor logo 1 nog een ruwe planning zijn. De school beperkt zich best tot 1 aandachtsveld. - Participatie is essentieel, maar voor logo 1 mogen de leerlingen nog uit één bepaalde graad of afdeling komen en kan het dat leerlingen enkel bij uitvoerende taken betrokken zijn. - Wat communicatie betreft, informeert de milieuwerkgroep geregeld de hele school over het project en treedt naar buiten als een milieuvriendelijke school. - Voor het eerst logo kan het project zich op school nog beperken tot enkele losse acties en initiatieven. 2. Logo 2 - De school stelt een gedetailleerd stappenplan met tijdschema op. Kandidaat-scholen logo 2 werken aan minimaal 2 aandachtsvelden. - De leerlingen zijn ook bij de planning en het denkwerk betrokken. - Op het gebied van communicatie verwachten we van een kandidaat-school logo 2 al wat meer creativiteit. - Alle initiatieven en acties vormen zowel in de vakken als vakoverschrijdend een rode draad doorheen het hele schooljaar. - Op het gebied van educatieve winst en milieuwinst moet duidelijk blijken dat leerlingen hun eigen houding tegenover het milieu kritisch bekijken en samen met het personeel hun verantwoordelijkheid opnemen. 3. Logo 3 - Om een 3 de logo te behalen, moet het duidelijk zijn dat de school het project heeft opgenomen in haar langetermijnplanning. Kandidaat-scholen logo 3 werken aan minstens 3 aandachtsvelden. - Kandidaat-scholen voor logo 3 hebben een milieuwerkgroep die bestaat uit een evenwichtige vertegenwoordiging van leerlingen uit alle graden of afdelingen, leerkrachten en andere betrokkenen. Er bestaat overleg met andere participatieorganen en betrekt de milieuwerkgroep externen (ouders, gemeente, verenigingen, buurt, ). - De school heeft een heuse interne en externe communicatiestrategie. De milieuwerkgroep informeert en/of consulteert en overlegt met het gemeentebestuur, de milieuraad, (milieu)verenigingen, bedrijven 11

12 - Milieuzorg vormt een wezenlijk onderdeel van het beleid, de visie en de cultuur. - Een logo 3-school is een democratische school waarin alle schoolleden milieuzorg belangrijk vinden en alle leerlingen ervaren dat hun lokale acties ook een mondiaal belang hebben. Daarbij is een logo 3-school volledig in orde met de milieuwetgeving. Behaalde punten De provinciale begeleider vult een begeleidersdossier (zie bijlage begeleidersdossier, inclusief indicatorenlijst) in op basis van de gegevens van de ingediende rapporten van de school en de contacten met de school. Aan de hand van beschreven indicatoren in het begeleidersdossier wordt per criterium een score toegekend (25 punten per criterium). Wat de school concreet realiseerde staat op 40 punten. Kandidaat-scholen voor logo 1 beperken zich best tot 1 aandachtsveld om uit te werken. Kandidaat-scholen voor logo 2 en logo 3 werken aan respectievelijk minimaal 2 en 3 aandachtsvelden. Op de zelfevaluatie van het MOS-jaar kan de school maximaal 10 punten verdienen. Voor logo 1 wordt een zelfevaluatie door de milieuwerkgroep verwacht. Voor logo 2 wordt zowel een evaluatie door de milieuwerkgroep als door externen (ouders, leerlingen, schoolpersoneel, directie, gemeente, die niet tot de milieuwerkgroep behoren) verwacht. Daarbij worden voor logo 3 uitgeschreven conclusies verwacht voor het milieubeleid van de school voor de volgende 3 jaar. Een kandidaat logo-3-school bezorgt aan de provinciale/brusselse begeleider een verklaring op erewoord dat ze volledig in orde is met de milieuwetgeving. Hiermee verdient ze - enkel een logo-3-kandidaat - 25 punten. Om logo 1 te behalen moet de school 65/175 behalen en op minstens 2 criteria 50%. Om logo 2 te behalen moet de school 90/175 behalen en op minstens 3 criteria 50%. Om logo 3 te behalen moet de school behalen en op elk criteria 50%. Zowel basisscholen als secundaire en hogescholen kunnen inspanningen leveren om een logo 3+ te verkrijgen. Om een logo3+ te behalen moet een logo 3-school een verklaring op eer geven dat zij haar milieuwerking verder zet en dat zij minstens initiatieven ontwikkelt - dat de school meer aandacht heeft voor netwerking in de regio door bv. deel te nemen of mee te werken aan fora voor logo-3-scholen en nascholingen of studiedagen voor MOS-scholen, m.a.w. bewust als duurzame en milieuvriendelijke school naar buiten te treden, - dat de school binnen haar mogelijkheden deelneemt aan een internationaal netwerk van milieuvriendelijke en duurzame scholen. De kandidaat logo3+ -school bezorgt die verklaring op eer aan de MOS-coördinatie samen met het opvragen van de Groene vlag van Eco-schools. De MOS-coördinatie onderhoudt m.b.t. het Eco-schoolsprogramma de contacten met de Foundation for Environmental Education (FEE) om scholen die ervoor kiezen de kansen te geven mee te werken aan het Eco-schoolsprogramma. De MOS-coördinatie zorgt daarbij voor ondersteuning: aanbieden van het internationaal netwerk via de MOS-webstek, informatieverspreiding, 12

13 D. De coördinatieopdracht bestaat, in nauwe samenwerking met de provincies en de VGC en de provinciale begeleiders, uit: afspraken maken over het gebruik van materialen en strategieën zodat MOS als één herkenbaar initiatief (minimale eenvormigheid) naar buiten komt in alle provincies en het Brussels hoofdstedelijk gewest (BHG) bewaken van de eenvormige kwaliteit van het project in de verschillende provincies/bhg (begeleidingsstrategieën mee opvolgen, logocriteria garanderen, schoolbezoeken afleggen ) organiseren en voorzitten van de gewestelijke logojurering en organisatie van de bijhorende gewestelijke logo-uitreiking contacten en overleg met de Vlaamse overheid over de voortgang en de resultaten van het project; gewestelijke netwerking uitbouwen en bestendigen door: vertegenwoordigen van het project in diverse gewestelijke overlegorganen (VSV, PCMEO ), overleg met de Vlaamse milieuadministraties (OVAM, ANRE ), provinciale netwerken en pedagogisch adviseurs van verschillende netten, contacten met organisaties met het oog op versterking van het project; aanspreekpunt zijn voor externen ivm Milieuzorg op school aanmaken, actualiseren, aanvullen van bruikbare MOS-instrumenten (Nieuwsbrief, richtlijnen voor het behalen van een logo, themabundels, webstek, herwerken Groene Schoolmap, TSO-BSO-pakket ) en promotiemiddelen (affiches, voorstellingsfolder, aanwezigheid op gewestelijke beurzen, studiedagen ); verder inventariseren en evalueren van bestaand materiaal ivm milieu en initiatieven nemen en stimuleren om het bestaande materiaal aan te vullen en te verbeteren; uitdenken van en werken aan vernieuwende initiatieven voor het MOS-project; organisatie vormingsmomenten voor MOS-begeleiders; lokale vragen doorverwijzen naar de provinciale/vgc-begeleiding; opvolging milieuzorg internationaal; verder onderhouden van de opvolgingsstructuren op provinciaal, Vlaams en Brussels niveau; verdiepen van de eigen kennis ivm de specifieke aandachtsvelden/thema s van Milieuzorg op school en op regelmatige basis mee een school bezoeken en deelnemen aan provinciale studiedagen teneinde contact te houden met het werkveld. het verzamelen van de verklaringen op eer van de kandidaat logo3+-scholen, het inschrijven van die scholen bij de Foundation for Environmental Education (FEE) en het bezorgen van de Eco-schools-vlaggen. E. De begeleidingsopdracht vanuit de provincies en de VGC bestaat, in overleg met de coördinatie, de eigen provinciale NME-diensten en de VGC-directie Onderwijs, uit: 13

14 via de bestaande provinciale/brusselse communicatiekanalen, samenwerkingsverbanden en netwerken het project MOS op een vlotte en open manier promoten om alle scholen te informeren, zoveel mogelijk geïnteresseerde scholen te werven en het provinciale/brusselse informatienetwerk verder uit te bouwen; instaan voor de organisatie van info- en trefdagen voor leerkrachten en directies m.b.t. milieuzorg op school om ze te begeesteren en inhoudelijk te ondersteunen; ondersteunen van de scholen bij het vormgeven van het project op de school, begeleiden van en opvolgen van deelnemende scholen en hun logoaanvragen en hen stimuleren om gebruik te maken van de handleiding en de andere ontwikkelde MOS-instrumenten; contacten met de tussenschakels in de provincie/het BHG: gemeentebesturen, milieu- en duurzaamheidsambtenaren, intercommunales, organisaties, en de pedagogische begeleidingsdiensten teneinde op de hoogte te blijven van het lokale aanbod, mogelijke linken te leggen met MOS en eventuele samenwerking op te starten alsook MOS-aanspreekpunt zijn voor scholen, leerkrachten, gemeenten, intercommunales, van de gehele provincie / het BHG; bijwonen van de door de MOS-coördinatie georganiseerde vormingsdagen en zichzelf inwerken in de specifieke aandachtsvelden/thema s van het MOS-project; bijwonen van de door de MOS-coördinatie in overleg met de provinciale NME verantwoordelijke geplande begeleidersvergaderingen, in de mate van het mogelijke het mee behartigen en insteek geven aan de inhoudelijke taken van de gewestelijke coördinatie om de ontwikkeling van het project te bevorderen; verzamelen van cijfergegevens en statistieken: de informatie bevat minimum volgende gegevens: aantal scholen (vestigingsplaatsen) in de provincie/het BHG per onderwijsniveau, aantal MOS-scholen per onderwijsniveau, aantal logoscholen per onderwijsniveau en in totaal van het lopende schooljaar, de meest populaire MOS-maatregelen op de scholen, wijzigingen in strategie, ondersteuning en begeleiding, manieren van promotie en netwerking, voorbeelden van duidelijke milieu- en educatieve winst; die informatie wordt aangeleverd aan de MOScoördinatie ter ondersteuning bij de opmaak van rapporten en jaarverslagen alsook bijdragen (artikels, praktijkvoorbeelden, schoolverhalen, getuigenissen, ) aanleveren voor de Nieuwsbrief en scholen aanzetten om hun verhaal te doen; mee verzamelen, actueel houden van materiaal en doorspelen aan de MOScoördinatie voor specifieke MOS-instrumenten (MOS-schakels, goede schoolvoorbeelden, nieuw lesmateriaal ). F. Thema s/aandachtsvelden MOS bestrijkt heel wat beleidsdomeinen (water, afvalpreventie, energie, verkeer, natuur op school, materialen, keuken & kantine, en aantal specifieke beroepenvelden ) en vergt een integrale, dus complexe benadering. MOS reikt scholen een praktisch bruikbaar instrument aan en evolueert zo dat het bijdraagt aan de implementatie van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen inzake natuur- en milieu in 14

15 het kader van educatie voor duurzame ontwikkeling. MOS mag geen extra belasting voor de leerkracht veroorzaken. MOS beoogt eerder een werkwijze 1. om milieuzorg te integreren in de schoolcultuur (cfr. schoolwerkplan, schoolreglement, enz.). 2. om de betrokken eindtermen en ontwikkelingsdoelen te realiseren door een horizontale en praktijkgerichte benadering. Dit wil zeggen dat MOS er naar streeft om alle leergebieden en vakken aan bod te laten komen: - voor het basisonderwijs niet alleen Wereldoriëntatie, maar ook Nederlands, Wiskunde, L.O., Muzische Vorming, ; - voor het secundair onderwijs niet alleen biologie en aardrijkskunde maar ook talen, wiskunde, technische vakken, vakoverschrijdende projecten, mondiale vorming, milieudagen,.. Daarbij zijn ook niet te vergeten de leergebied- en vakoverschrijdende eindtermen zoals leren leren en sociale vaardigheden. Alleen op die manier wordt een integrale benadering van milieuzorg op school bekomen. MOS moet voor een groot deel leerstofvervangend zijn/worden: dwz. dat de leerplandoelen die op school moeten worden nagestreefd verwerkt zijn in MOS Periode 1 september augustus 2010 Vanaf 1 september 2005 gaat de benadering via de gemeentelijke milieudiensten, andere netwerkkanalen en de individuele begeleiding van de scholen verder. Per provinciegebied introduceren 3 begeleiders het project in de scholen vanuit de respectievelijke provinciale NME-diensten via de lokale/regionale NME-netwerking. Voor de begeleiding van de Nederlandstalige scholen in het Brussels hoofdstedelijk gewest opereert 1 begeleider vanuit de VGC. Deze begeleiders vormen een gemengde groep van pedagogisch (kleuter-, lager en secundair onderwijs) en van agogisch geschoolden. De 16 begeleiders worden in dienst genomen door de respectievelijke provincie/vgc, die ook instaat voor huisvesting, logistieke ondersteuning en lokale werkingskosten. De coördinatie, om evidente redenen op Vlaams niveau, gebeurt door 3 coördinatoren (universitair/master) met standplaats te Brussel. Het project loopt samen met schooljaren, en omwille van organisatorische en pedagogische redenen niet met kalenderjaren. Het project, beschreven in dit voorstel, is gepland tot 31 augustus 2010 om een zekere continuïteit te garanderen naar de scholen en in functie van behalen van maximale resultaten. Scholen die milieuzorg in hun schoolwerkplan inschrijven en actief deelnemen aan het project, met de vrijheid van eigen accenten en aanpak, kunnen een MOS-logo krijgen: de aard van het logo en de criteria en modaliteiten van toekenning verschillen volgens onderwijsniveau. Een voorwaarde is wel dat gehanteerde criteria of indicatoren in overeenstemming zijn met elkaar. 15

16 Relatie tussen het coördinatieorgaan én de provinciale NME-diensten/de VGC en de respectievelijke begeleider. De provincie/vgc en de begeleiders, die opereren vanuit de respectievelijke NME-dienst, VGC-directie Onderwijs staan in voor de begeleiding van de scholen zelf. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opdrachten van de begeleiders ligt bij de respectievelijke provincie of de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De provincies/vgc krijgen een uitgebreid initiatiefrecht voor zover de initiatieven kaderen binnen de krijtlijnen van de MOS-overeenkomst. De 3 coördinatoren vormen het coördinatieorgaan van het project. De coördinatoren waken over de uitvoering van het project conform de MOSovereenkomst en houden rekening met de door de begeleidingscommissie geformuleerde adviezen. Zij hebben m.b.t. de uitvoering geen beslissende bevoegdheid in de provincies voor zover het project uitgevoerd wordt binnen de doelstellingen en grenzen bepaald in de MOS-overeenkomst en deze projectbeschrijving. De coördinatoren waken erover dat alle Vlaamse scholen een gelijkwaardig educatief aanbod krijgen. De coördinatie is verantwoordelijk voor provincie- en gewestgrensoverschrijdende initiatieven (studiedagen, trefdagen, beurzen, ), voor het internationaal netwerk en voor de aanmaak van algemeen informatie- en promotiemateriaal zoals educatief materiaal, folder, brochure, nieuwsbrief, affiches, logo s, webstek, De coördinatie kan, in afspraak met de provincie/vgc/begeleider, ook ingeschakeld worden in lokaal werk: studiedagen, trefdagen, infomomenten, Het wederzijds informeren via diverse kanalen (MOS-begeleidingscommisie, begeleidersvergaderingen, telefonisch/elektronisch,.): het jaarlijks overleg: opdrachthouders - opdrachtgevers. de tweemaandelijkse vergadering van de MOS-begeleidingscommissie. het begeleidersoverleg conform de planningskalender (art. 3.1.) van de overeenkomst Naar de toekomst toe. Het is uitdrukkelijk de bedoeling de betrokkenheid (m.b.t. initiatief, financiering, coördinatie, enz.) van de partners (provincies, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gemeenten, onderwijs, ) te optimaliseren. De partners kunnen dan meer en efficiënter de uitvoering opvolgen en helpen verzorgen. De clusters burgers en doelgroepen en gemeenten en doelgroepen in de gemeentelijke en provinciale Samenwerkingsovereenkomst biedt meer kansen tot verankering van milieuzorg in een geïntegreerd beleid. Na evaluatie van de Samenwerkingsovereenkomst met de provincies ( ) kan geopteerd worden om het MOS-project deel te laten uitmaken van de Samenwerkingsovereenkomst met de provincies vanaf De voorziene tegemoetkomingen voor de provincie worden dan hergepositioneerd als tegemoetkoming in de Samenwerkingsovereenkomst met specifieke celkredieten voor het MOS-project De betrokken actoren Basisscholen, secundaire scholen en hogescholen Het project richt zich tot de basisscholen, secundaire scholen en hogescholen, inclusief het buitengewoon onderwijs, van alle onderwijsnetten. Binnen de school richt het project zich 16

17 zowel naar de leerlingen/studenten, het onderwijzend personeel, het administratief, technisch en onderhoudspersoneel, de directie, de respectievelijke beheersorganen, vriendenkringen, oudercomités en de ouders zelf. Onderwijsnetten De verschillende inrichtende machten van de onderwijsnetten dienen niet alleen bij de uitwerking van het concept te worden betrokken maar eveneens vertegenwoordigd te zijn in een provinciaal/brussels coördinatieorgaan en in de begeleidingscommissie op Vlaams niveau. Gemeenten Scholen, van alle netten, kunnen niet alleen rechtstreeks, maar ook via de gemeente of via grotere overlegentiteiten (bv. scholengemeenschappen en -groepen) worden benaderd. Bovendien voorziet de Samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten in Vlaanderen in de mogelijkheid tot het aanstellen van een duurzaamheidsambtenaar die een aantal sensibiliserende opdrachten heeft. Allicht kunnen gemeentelijke milieu- en natuurraden een stimulerende rol spelen zowel naar het schepencollege als naar het onderwijs. Ze kunnen een aantal ideeën aanreiken, en indien gewenst een stuk meewerken aan de werking in de scholen. Intercommunales Naargelang het thema (afval, energie, water) zullen de intercommunales worden betrokken. Een aantal van hen ontwikkelen nu reeds milieueducatieve activiteiten of werkten een educatief pakket uit. Afstemming van het educatief aanbod kan door het project gerealiseerd worden. Provincies De provinciale/vgc begeleiders worden ingeschakeld in de NME-werking van de provincies/vgc die voorzien in een provinciaal/brussels overleg met vertegenwoordigers van de netten, de verschillende geïnteresseerde provinciale/brusselse actoren (milieuverenigingen, gemeenten, intercommunales, ), leerkrachten met MOS-ervaring, Vlaamse Gemeenschap AMINAL verzorgt de coördinatie op Vlaams niveau, staat in voor nauw overleg met de diverse betrokken partners en is verantwoordelijk voor de werking van de MOSbegeleidingscommissie. Het Departement Onderwijs volgt het project op via de begeleidingscommissie. De eventueel aan te werven gedetacheerden als projectmedewerkers worden gedetacheerd van het Departement Onderwijs naar AMINAL, de provincies en de VGC. De loonkost van 2 begeleiders per provincie en van 1 begeleider voor de VGC komt weliswaar te laste van AMINAL. 17

18 Vlaamse Overheidsinstellingen (VOI) Intern Verzelfstandigde Agentschappen (IVA) Door de permanente afvaardiging met 2 vertegenwoordigers in de MOSbegeleidingscommissie van OVAM, VMM, VLM, VMW, Natuur en Bos en Groen kunnen samenwerkingen voor ontwikkeling en promotie van nieuw educatief materiaal opgestart worden. De afdeling Water, ANRE, de Gewestelijke Mobiliteitscel, of andere betrokken administraties kunnen voor specifieke agendapunten als raadgever of waarnemer uitgenodigd worden op de MOS-begeleidingscommissie Functiebeschrijving van de begeleiders en coördinatoren Begeleiders (01/ /08010) (16 VTE: 3 per provincie, 1 voor Brussel)* (alle functies worden uitgeoefend in nauw overleg met de MOS-coördinatie) - stimuleren van scholen om het milieuzorgsysteem in te voeren - begeleiden en opvolgen van de deelnemende scholen - contactpunt voor (Nederlandstalige) scholen - instaan voor bijscholing en studiedagen voor leerkrachten - actief zijn in de provinciale/brusselse netwerking naar betrokken actoren in het veld van milieuzorg alsook met pedagogische begeleidingsdiensten en het project Milieuzorg op school via dit netwerk promoten - afspraken maken met alle betrokken partners - bijhouden cijfermateriaal voor rapporten en jaarverslag Coördinatoren op Vlaams niveau (01/ /08010) (3 VTE)* (alle functies worden uitgeoefend in nauw overleg met de provinciale NME-diensten/de VGC) - coördinatie van het project - opvolgen van de evolutie van het project - bewaken van de kwaliteit en de eenvormigheid van het project - verantwoordelijk zijn voor communicatie met Aminal - overleg met Aminal-afdelingen, provincies, onderwijs, VOI s, en hen informeren over MOS - afspraken maken met alle betrokken partners - samenwerken met het departement onderwijs - aanmaken/aanvullen/actualiseren/verbeteren van MOS-instrumenten (webstek, themabundels, nieuwsbrief, jaarverslag ) en promotiemateriaal (folder, affiches ) * Er wordt geopteerd voor een gemengde groep van pedagogisch en agogisch geschoolden (gedetacheerd en/of contractueel) waarvan de begeleiders en de coördinatoren een universitair/master of diploma Hoger Onderwijs van het korte type/bachelor hebben. 18

19 4. Budgettering 4.1. Cijfermatig Het benodigde krediet (niet geïndexeerd): 1. Loonkost coördinatie (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10) (4 maanden): t/m 2009: jaarlijks (8 maanden): Tegemoetkomingen aan de provincies en de VGC (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10) (4 maanden): t/m 2009: jaarlijks (8 maanden): Werkingsmiddelen (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10) (4 maanden): t/m 2009: (8 maanden): Gezien de omvang en de duur van 5 schooljaren van het MOS-project wordt voorgesteld om de budgetten jaarlijks vast te leggen na de voorziene procedure zoals verder beschreven. Jaarlijks budget 2005 (01/09-31/12005) Per jaar (01/01-31/08010) Loonkosten coördinatie progr b.a Tegemoetkomigen aan de provincies/vgc Progr b.a Werkingsmiddelen progr b.a TOTAAL De budgettaire middelen worden jaarlijks vastgelegd na een dienstbevel van de minister op advies van IF na voorlegging van een jaarverslag. 19

20 Projectbegroting 'Milieuzorg op school' 1. Drie detacheringen/ Contractuelen coördinatie AMINAL 2. Overeenkomst Provincies/VGC Loonkost 01/ /08010 Loonkost 2 VTE MOS-begeleiders per provincie + 1VTE in VGC) 01/ /08010 begroting 2005 (01/09-31/12005) Per jaar 2006, 2007, 2008, (01/01-31/08010) Algemene uitgavenbegroting Progr Basisall EUR EUR EUR Algemene uitgavenbegroting Progr Basisall EUR EUR EUR 3. Werking pakketten Algemene EUR EUR EUR promotiemateriaal uitgavenbegroting EUR EUR EUR logo s Progr EUR EUR EUR Logo-uitreiking Basisall EUR EUR EUR Eco-schoolsprogramma 667 EUR EUR EUR Verplaatsingsonkosten en dagvergoedingen coördinatoren EUR EUR EUR Mosterd (nieuwsbrief MOS) EUR EUR EUR Studiedagen en vormingen EUR EUR EUR ondersteunend materiaal: boeken, lespakketten, 500 EUR EUR EUR Prijzen en bedankingen 667 EUR EUR EUR SUBTOTAAL werking EUR EUR EUR TOTAAL EUR EUR EUR Pro memorie: Voor de duur van het project 01/ /08010 staan elk van de 5 provincies en de VGC in voor de aanwerving, huisvesting, uitrusting en eigen werkingskosten van 3 begeleiders (1 in de VGC), elk van de 5 provincies voor de loonkost van één begeleider en voor de eventuele werkingskosten van de eigen NMEdiensten. Elke provincie kan voor 2 VTE een maximum tegemoetkoming van EUR op jaarbasis bekomen. De VGC kan voor 1 VTE een maximum tegemoetkoming van EUR op jaarbasis bekomen. 20

21 Verdeling projectkosten respectievelijk voor de gewestelijke coördinatie en voor de provinciale werking Loonkosten/jaar Werkingskosten/jaar Totaal Vlaams Gewest 2 VTE geaggregeerden HSO à EUR = EUR 1 VTE ing EUR pakketten = EUR promotiemateriaal = EUR logo s = EUR logo-uitreiking = EUR Eco-schoolsprogramma = EUR Verplaatsingsonkostenen dagvergoedingen = EUR Mosterd (nieuwsbrief MOS) = EUR Studiedagen en vormingen = EUR ondersteunend materiaal = EUR prijzen, bedankingen = EUR Tegemoetkomingen aan de provincies/vgc Totaal = EUR Loonkost 2 VTE MOS-begeleiders per provincie + 1 VTE in VGC = Totaal = EUR EUR Totaal = EUR EUR Totaal EUR EUR EUR Pro memorie: Voor de duur van het project 01/ /08010 staan elk van de 5 provincies en de VGC in voor de aanwerving, huisvesting, uitrusting en eigen werkingskosten van 3 begeleiders (1 in de VGC), elk van de 5 provincies voor de loonkost van één begeleider en voor de eventuele werkingskosten van de eigen NMEdiensten. Elke provincie kan voor 2 VTE een maximum tegemoetkoming van EUR op jaarbasis bekomen. De VGC kan voor 1 VTE een maximum tegemoetkoming van EUR op jaarbasis bekomen. 21

22 4.2. Verantwoording begroting Loonkosten: EUR/jaar Voor de berekening van de loonkost voor 3 VTE MOS-coördinatoren op gewestelijk niveau wordt uitgegaan van - 2 VTE MOS-coördinatoren met een Master- diploma van geaggregeerde HSO en 15 jaar dienstanciënniteit ( EUR/jaar). - 1 VTE MOS-coördinator met een Master-diploma Ingenieur ( EURO/jaar) Rekening houdend met de functiebeschrijving (cfr. hoger) gaat voor de coördinatie de voorkeur naar een gemengde ploeg van geaggregeerden HSO, agogisch geschoolden met kennis en ervaring met het onderwijsveld, kandidaten werkzaam in een pedagogisch bevorderingsambt en een academisch ingenieur met kennis van milieuhygiëne. In eerste instantie zijn de motivatie, kennis en ervaring en de organisatorische en communicatieve capaciteiten de belangrijkste criteria. Tegemoetkomingen aan de provincies en de VGC: EUR/jaar Het Vlaamse Gewest staat in voor de tegemoetkoming aan de 5 provincies en aan de VGC voor in totaal 11 VTE MOS-begeleiders. De 5 provincies stellen met ingang van 1 september 2005 tot en met 31 augustus VTE (MOS-begeleiders) personeelsleden tewerk (3 VTE per provincie). Voor Brussel stelt de Vlaamse Gemeenschapscommissie 1 VTE (MOS-begeleider) tewerk. De loonkost voor 10 VTE in de provincies en de 1 VTE in Brussel komt ten laste van AMINAL (algemene uitgavenbegroting b.a van het programma 61.10). Het personeel bestaat uit een gemengde ploeg van pedagogisch geschoolden voor het basisonderwijs, lager secundair en hoger secundair onderwijs, gedetacheerd in het stelsel van Verlof wegens opdracht, en van contractuele personeelsleden met een pedagogisch of agogisch diploma van een gelijkwaardig niveau en met voeling met het onderwijs. Immers, de ervaringen enerzijds met het onderwijswerkveld en anderzijds met het vormingswerk kunnen zeer vruchtbaar zijn voor een educatief project zoals MOS. M.b.t. de loonkost wordt voor de in totaal 11 VTE MOS-begeleiders uitgegaan van de gemiddelde loonkost van 6 VTE geaggregeerden LSO ( EUR) en 5 VTE geaggregeerden HSO ( EUR). De loonkost voor 5 VTE in de provincies komt ten laste van elke respectievelijke provincie. Werkingskosten: EUR/jaar 1. Educatieve pakketten: euro/jaar Voor elk onderwijsniveau worden de nodige instrumenten ontwikkeld om de scholen educatief te ondersteunen. In het verleden werden voor het basisonderwijs een handleiding en per thema een themabundel (met CD-rom) ontwikkeld, richtlijnen voor het behalen van een logo, een toelichtingsbrochure over de samenwerking met De Lijn. Voor het secundair werden ook een handleiding, een praktijkboek en jaarlijks een toelichting en aanvraagformulier voor het behalen van het logo ontwikkeld. In de periode wordt voorzien dat de themabundels en de handleiding voor het basisonderwijs één voor één uitgeput zullen raken en herdruk (en tevens actualisatie) nodig is (drukprijs 1 themabundel op 3000 exemplaren ± euro). Per jaar voorzien we in één herdruk a rato van euro. 22

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; collegebesluit nr. 01/460 29 november 2001 Besluit houdende een overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie met betrekking tot de implementatie van het project Milieuzorg

Nadere informatie

BESTUURSOVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de provincie Oost-Vlaanderen PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013

BESTUURSOVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de provincie Oost-Vlaanderen PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 BESTUURSOVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de provincie Oost-Vlaanderen PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 Tussen : enerzijds de Vlaams Overheid, vertegenwoordigd

Nadere informatie

OVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013

OVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 OVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 Tussen : enerzijds de Vlaams Overheid, vertegenwoordigd

Nadere informatie

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Overeenkomst Milieuzorg Op School (MOS)

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Overeenkomst Milieuzorg Op School (MOS) BIJLAGE Bijlage nr. 1 Overeenkomst Milieuzorg Op School (MOS) Tussen : enerzijds OVEREENKOMST MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) Verderzetten van het educatief project Milieuzorg op School (MOS) in de Nederlandstalige

Nadere informatie

BESTUURSOVEREENKOMST Tussen de Vlaamse Overheid, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS)

BESTUURSOVEREENKOMST Tussen de Vlaamse Overheid, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) BESTUURSOVEREENKOMST Tussen de Vlaamse Overheid, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 Tussen : enerzijds de Vlaams

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 677 van 24 juni 2013 van PAUL DELVA

ANTWOORD. Vraag nr. 677 van 24 juni 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Vraag nr. 677 van 24 juni 2013 van PAUL DELVA Milieuzorg Op School Brussel Eind april 2013 keurde

Nadere informatie

OVEREENKOMST PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013

OVEREENKOMST PROGRAMMA MILIEUZORG OP SCHOOL (MOS) met ingang van 1 september 2013 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Overeenkomst 'Programma Milieuzorg op School (MOS)' met de Vlaamse Overheid, met ingang van 1 september 2013 OVEREENKOMST tussen de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Nadere informatie

Momenteel zijn meer dan 3600 basis- en secundaire scholen MOS-school geworden: een indrukwekkende 72% van het totale aantal scholen.

Momenteel zijn meer dan 3600 basis- en secundaire scholen MOS-school geworden: een indrukwekkende 72% van het totale aantal scholen. MOS (Milieuzorg Op School) is een milieuzorgproject van de Vlaamse overheid (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu-integratie en subsidiëringen, Dienst Natuur- en Milieueducatie),

Nadere informatie

SAMENVATTING Jaarverslag MOS november 2010 augustus 2011

SAMENVATTING Jaarverslag MOS november 2010 augustus 2011 SAMENVATTING Jaarverslag MOS november 2010 augustus 2011 MILIEUZORG OP SCHOOL Voor het jaarverslag MOS november 2010 augustus 2011 gaan we uit van een totaal van 5089 vestigingsplaatsen. Aantal vestigingsplaatsen

Nadere informatie

milieuzorg op school WIL JE VERSTELD STAAN VAN JE EIGEN SCHOOL?

milieuzorg op school WIL JE VERSTELD STAAN VAN JE EIGEN SCHOOL? milieuzorg op school WIL JE VERSTELD STAAN VAN JE EIGEN SCHOOL? De MOS-begeleider komt MOS toelichten op jouw school bezorgt jouw school informatie en gratis educatief materiaal organiseert vormings- en

Nadere informatie

Aan de personeelsleden van de Nederlandstalige schoolse en bijschoolse instellingen,

Aan de personeelsleden van de Nederlandstalige schoolse en bijschoolse instellingen, AP 2014-2015/ 01-47 Brussel, 22 mei 2015 Aan de personeelsleden van de Nederlandstalige schoolse en bijschoolse instellingen, Betreft : Interne oproep tot pedagogisch inspecteur van het Nederlandstalig

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

ENERGIEMATRIX EN DOELGROEPEN

ENERGIEMATRIX EN DOELGROEPEN ENERGIEMATRIX EN DOELGROEPEN 2 10 ENERGIEMATRIX EN DOELGROEPEN 2 ENERGIEMATRIX EN DOELGROEPEN 2.1 De energiematrix Om de aanpak concreet te maken, is er de energiematrix als ruggesteun. De energiematrix

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie BIJLAGE Bijlage nr. 1 Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie 2006-2007 Tussen de partijen: De Vlaamse Gemeenschapscommissie, Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel, hierna genoemd de regionaal coördinator,

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking --- dossiernummer: 1303265 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever NOORD-ZUIDSAMENWERKING: subsidiereglement voor programma's

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER Voltijds Coördinator Secundair Onderwijs

Nadere informatie

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 163 van KATHLEEN HELSEN datum: 21 januari 2016 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Buitengewoon onderwijs - Bijkomende

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Onderwijs & Vorming --- dossiernummer: 1402992 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Flankerend onderwijsbeleid Reglement met betrekking tot de wedstrijd voor projecten rond de Eerste Wereldoorlog

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit departement Personeel dienst Personeelsbeheer Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PROJECTEN - FUNCTIEBESCHRIJVINGEN EN FORMATIEWIJZIGINGEN Educatief project Milieuzorg op School (MOS) in de Vlaamse

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 11 e Directie Dienst 113 Sport Provincieraadsbesluit betreft verslaggever CONVENANT MET HET INSTITUUT VOOR SPORTBEHEER De samenwerking met het Instituut voor Sportbeheer bestendigen via een convenant tussen

Nadere informatie

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

Basisinformatie maatschappelijke opdracht Nastreven van leergebiedoverschrijdende eindtermen Een kader om met het schoolteam aan de slag te gaan Basisinformatie maatschappelijke opdracht In dit deel wordt het wettelijk kader geschetst dat voor

Nadere informatie

Visie: Milieuzorg Op School. Visie

Visie: Milieuzorg Op School. Visie Visie: Milieuzorg Op School Visie De kinderen zijn de toekomst. Door het een aantal waarden mee te geven, moet het mogelijk zijn om op termijn een mentaliteitswijziging te bekomen op het vlak van milieuzorg

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Graad: Deskundige Functietitel: Coördinator uitvoering

FUNCTIEBESCHRIJVING. Graad: Deskundige Functietitel: Coördinator uitvoering FUNCTIEBESCHRIJVING 1 CONTEXTINFORMATIE Graad: Deskundige Functietitel: Coördinator uitvoering Niveau: B Rang: Bv Salarisschaal: B1 - B2 - B3 Departement: Ruimte Afdeling: Uitvoering Organogrammen: Departement

Nadere informatie

EEN ECO-SCHOOL? Je school is een MOS-school en engageerde zich om als duurzame school, straffe school te willen meewerken aan een duurzame toekomst.

EEN ECO-SCHOOL? Je school is een MOS-school en engageerde zich om als duurzame school, straffe school te willen meewerken aan een duurzame toekomst. HOE WORDT EEN MOS-SCHOOL EEN ECO-SCHOOL? Je school is een MOS-school en engageerde zich om als duurzame school, straffe school te willen meewerken aan een duurzame toekomst. Je school wil dit engagement

Nadere informatie

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN Artikel 1. Voorwerp Binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en

Nadere informatie

GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III. r e g l e m e n t

GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III. r e g l e m e n t GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III r e g l e m e n t Besluit van de gemeenteraad van Edegem van betreffende de financiële en logistieke ondersteuning van ontwikkelingssamenwerking. De gemeenteraad

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

in contractueel verband met voltijdse prestaties tot 31.08.2012 ten behoeve van de dienst MiNaWa sectie NME

in contractueel verband met voltijdse prestaties tot 31.08.2012 ten behoeve van de dienst MiNaWa sectie NME De Provincie West-Vlaanderen gaat over tot de aanwerving van een tijdelijk adjunct-adviseur (MOS-begeleider) (m/v) en een tijdelijk deskundige (MOSbegeleider) (m/v) in contractueel verband met voltijdse

Nadere informatie

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS Een school die een efficiënt diversiteitsbeleid voert heeft oog voor de capaciteiten en de verscheidenheid van elk personeelslid/leerling. Nu zijn er heel wat scholen

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENSTEN

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENSTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENSTEN Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Onderwijs

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking --- dossiernummer:. 1303265 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever NOORD-ZUIDSAMENWERKING: subsidiereglement voor programma's

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Departement Leefmilieu, Natuur en Energie ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER Halftijds Coördinator Milieuzorg op School

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president,

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president, Overeenkomst van vijf jaar tussen het Vlaams Gewest en de provincie Oost- Vlaanderen betreffende de structurele onderbouwing van een provinciaal steunpunt duurzaam wonen en bouwen. Tussen, enerzijds, het

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs directie Onderwijs & Vorming Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs Artikel 1 Definities Voor de toepassing van

Nadere informatie

B A S I S O N D E R W I J S

B A S I S O N D E R W I J S 28-29 B A S I S O N D E R W I J S in beeld L E E R L I N G E N aantal leerlingen: kleuteronderwijs gewoon 243.482 gewoon 381.882 1.977 27.543 totaal kleuteronderwijs 245.459 totaal 49.425 totaal basisonderwijs:

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot de gekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs.

Reglement met betrekking tot de gekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs. PAULO Reglement met betrekking tot de gekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs. Het Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van de gekwalificeerde uitstroom

Nadere informatie

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

De Gemeenteraad, In openbare vergadering, STATUTEN MILIEURAAD De Gemeenteraad, In openbare vergadering, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2004 houdende wijzigingen van de statuten van de milieuraad ingevolge richtlijnen vastgelegd

Nadere informatie

Commissie Zorgvuldig Bestuur

Commissie Zorgvuldig Bestuur Commissie Zorgvuldig Bestuur CZB/V/KBO/2014/341 BETREFT: wijziging bijdrageregeling tijdens schooljaar 1. PROCEDURE 1.1. Ontvangst: 30 januari 2014 1.2. Vraagsteller [A], directie 1.3. Verweerder / 1.4.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de lokale samenwerkingsinitiatieven tussen scholen voor basis- en secundair onderwijs, instellingen voor hoger onderwijs en de academies voor deeltijds kunstonderwijs

Nadere informatie

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID BESTUURSDECREET Art. III.74. Er wordt een stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid opgericht. Het stuurorgaan heeft, binnen de krijtlijnen

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR Onderwijsinstelling :... Instellingsnummer :... Schoolbestuur :... Scholengemeenschap/consortium : SG BLOM Nummer scholengemeenschap : 121921 Het arbeidsreglement,

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN Inleidende bepaling Gebruikersparticipatie vormt een rode draad doorheen Integrale Jeugdhulp en de werking van het IROJ.

Nadere informatie

WERKINGSCODE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST PROVINCIAAL ONDERWIJS VLAANDEREN

WERKINGSCODE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST PROVINCIAAL ONDERWIJS VLAANDEREN Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel WERKINGSCODE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST PROVINCIAAL ONDERWIJS VLAANDEREN 1 TOEPASSINGSGEBIED 1. De werkingscode is van toepassing op alle leden van de pedagogische

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Voor akkoord Vacant Datum + handtekening Voorzitter strategische adviesraad

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële beslissing tot het afsluiten van een dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest BIJLAGE Bijlage nr. 1 Fiches Titel initiatief: Initiatiefnemer: Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw KOCB Projectomschrijving

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken. Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: Duurzaamheidsambtenaar Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Grondgebiedzaken Dienst: Milieu Subdienst: FB-07-14-b Doel van de entiteit De afdeling grondgebiedzaken

Nadere informatie

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten Met dit portfolio toon je aan dat jouw stad of gemeente volgende 5 criteria heeft gerealiseerd. Elk criterium is opgedeeld in enkele deelvragen. 1. Een breed

Nadere informatie

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Artikel 1. Oprichting Het gemeentebestuur richt, op initiatief van de milieuverenigingen van Dilbeek, een gemeentelijke adviesraad voor milieu en

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Engagementsnota Campus Don Bosco Groot-Bijgaarden/Dilbeek

Engagementsnota Campus Don Bosco Groot-Bijgaarden/Dilbeek Engagementsnota Campus Don Bosco Groot-Bijgaarden/Dilbeek 1. Situering De Vrije Kleuterschool Savio Dilbeek, de Vrije Basisschool Don Bosco Groot- Bijgaarden en Don Bosco Instituut Groot-Bijgaarden bundelen

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Leefmilieu dienst Milieubeleidsplanning, -ondersteuning en Natuurontwikkeling Verslag aan de Provincieraad registratienr. 1005603 betreft verslaggever STEUNPUNT DUURZAAM WONEN EN BOUWEN Overeenkomst

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent.

Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent. Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent. Ouderwerking omvat alle vormen van participatie door ouders in de Stedelijke Freinetschool De Boomgaard. De ouderraad overkoepelt de ouderwerking

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 7e Directie Dienst 71 Personeelsbeheer, Wedden en Pensioenen Provincieraadsbesluit betreft verslaggever FLANKEREND ONDERWIJSBELEID Wijziging aan het reglement subsidiëring projecten ter bevordering van

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel fax

Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel fax Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel. 03 827 16 23 fax 03 825 13 34 FUNCTIEBESCHRIJVING COÖRDINEREND DIRECTEUR DOMEIN DOEL AANDACHTSVELDEN Communicatie en overleg

Nadere informatie

Handleiding Eco-Schools

Handleiding Eco-Schools Handleiding Eco-Schools 1 2 Deze brochure is een uitgave van MOS. MOS valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie coördineert de MOS-werking in samenwerking

Nadere informatie

Functiebeschrijving directeur basisonderwijs

Functiebeschrijving directeur basisonderwijs Functiebeschrijving directeur basisonderwijs Doel van de functie (Mee) Ontwikkelen, vertalen en bijsturen van een overkoepelend beleid en strategie voor basisonderwijs Bepalen en bewaken van de krijtlijnen

Nadere informatie

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant BIJLAGE CONVENANT VRIJWILLIGERSWERK IN UITVOERING VAN HET PROTOCOL BETREFFENDE DE SAMENWERKING TUSSEN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN EN DE PROVINCIES TIJDENS DEZE LEGISLATUUR Motivering

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING SENIOR PROJECTCOÖRDINATOR (M/V)

FUNCTIEBESCHRIJVING SENIOR PROJECTCOÖRDINATOR (M/V) 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Standplaats Weddeschaal (Loopbaanpad Asse, Brugge, Gent, Ronse C3 C5 / C4 C5 / B1 B2 B3 Projecten) 2. DOEL Instaan voor de coördinatie en realisatie van verschillende (complexere)

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 10 juni 2008;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 10 juni 2008; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren

Nadere informatie

Technisch adviseur coördinator volwassenenonderwijs

Technisch adviseur coördinator volwassenenonderwijs Technisch adviseur coördinator volwassenenonderwijs Tijdelijke job (niet via uitzendkantoren) Functieomschrijving Coördineren en opvolgen van alle activiteiten met betrekking tot materiële en agogische

Nadere informatie

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Situering, probleemstelling en uitgangspunten

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS

VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS Zie ook powerpoint presentatie in bijlage. Welkom VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS 28-02-19 Finaliseren van waarden en visie Het veranderteam heeft de input van het vorige veranderforum verwerkt en heeft

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad departement Personeel dienst Werving & Loopbaan dossiernummer:. 1305002 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever Projecten opmaak inventaris in het kader van de projecten: "GIScoördinator ten

Nadere informatie

Financieel plan Waaraan zal de school de subsidie besteden? Worden er nog andere subsidies gevraagd voor hetzelfde project?

Financieel plan Waaraan zal de school de subsidie besteden? Worden er nog andere subsidies gevraagd voor hetzelfde project? Reglement voor subsidies aan EcoScholen Wat is de doelstelling van deze subsidies? De stad Antwerpen wil via het toekennen van subsidies in het kader van EcoScholen Antwerpse kleuter, basis- en secundaire

Nadere informatie

Vacature bij de OVAM. 2 beleidsmedewerkers Vlaamse partners Vlaanderen Mooi

Vacature bij de OVAM. 2 beleidsmedewerkers Vlaamse partners Vlaanderen Mooi Vacature bij de OVAM 2 beleidsmedewerkers Vlaamse partners Vlaanderen Mooi Afdeling: Team: Niveau: Graad: Contract: Standplaats: Afval- en Materialenbeheer (AMB) Vlaanderen Mooi Niveau A Adjunct van de

Nadere informatie

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES BIJLAGE Bijlage nr. 1 CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES Tussen De Vlaamse overheid, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.- Deze verordening regelt

Nadere informatie

Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking

Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking Doel van de functie Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking De medewerker pedagogische cel coördineert ook de EVC- en EVK-procedure en ziet toe op de correcte afhandeling van de aanvragen. Ook

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

Subsidiereglement Internationale Solidariteit

Subsidiereglement Internationale Solidariteit Subsidiereglement Internationale Solidariteit Artikel 1 Algemeen Het bedrag voorzien in het gemeentelijk budget voor subsidies internationale solidariteit wordt als volgt verdeeld: 1. Werkingstoelage leden

Nadere informatie

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW Periode 1 september 2015-31 augustus 2016 Goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 17/06/2015 1 Inleiding RTC Vlaams-Brabant vzw wil, net als zijn

Nadere informatie

Donderdag 10 november 2011 JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Logo 3- en Groene Vlag-uitreiking - Schaarbeek

Donderdag 10 november 2011 JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Logo 3- en Groene Vlag-uitreiking - Schaarbeek Donderdag 10 november 2011 JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Logo 3- en Groene Vlag-uitreiking - Schaarbeek Geachte leerkrachten en directies, Beste jongens en meisjes,

Nadere informatie

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader Bijlage: Geïntegreerd beoordelingskader evaluatie Pedagogische Begeleidingsdiensten en de Permanente Ondersteuningscellen Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader Omwille van de continuïteit

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; Collegebesluit nr. 04/50 22 januari 2004 Besluit houdende goedkeuring van een overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de provincie Vlaams-Brabant voor de werking van het streekgericht bibliotheekbeleid

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 40 van 9 oktober 2013 van IRINA DE KNOP

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 40 van 9 oktober 2013 van IRINA DE KNOP VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 40 van 9 oktober van IRINA DE KNOP Scholenbouw Capaciteitsmiddelen In de conceptnota

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. STUDIEMEESTER-OPVOEDER Buitengewoon Secundair Onderwijs

FUNCTIEBESCHRIJVING. STUDIEMEESTER-OPVOEDER Buitengewoon Secundair Onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING STUDIEMEESTER-OPVOEDER Buitengewoon Secundair Onderwijs B = Basisfunctie (voor elk personeelslid) S = Specifieke functie binnen de opdracht (slechts voor bepaalde personeelsleden i.f.v.

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld 27-28 S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld L E E R L I N G E N aantal leerlingen: voltijds secundair deeltijds secundair gewoon 438.315 deeltijds beroepssecundair 6.687 buitengewoon 18.263 deeltijds

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 6 van 19 augustus

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking dienst Maatschappelijke Participatie dossiernummer:. 1406653 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever Ouderenbeleid programmatie

Nadere informatie

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS INFORMATIE VAN HET KABINET ONDERWIJS JUNI 2017 Een nieuw ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking

Nadere informatie

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. De aangeduide wijzigingen zijn in werking sinds 14 juli 2016. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit

Nadere informatie

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Elementen van een pedagogisch project 1 GEGEVENS M.B.T. DE SITUERING VAN

Nadere informatie

RIJBEWIJS OP SCHOOL wat moet en wat mag?

RIJBEWIJS OP SCHOOL wat moet en wat mag? RIJBEWIJS OP SCHOOL wat moet en wat mag? Op 13 maart heeft de minister van mobiliteit, sociale economie en gelijke kansen Kathleen Van Brempt een mededeling gedaan over het Rijbewijs op school. Hierover

Nadere informatie