DE ZORGVISIE 1 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL. Een blik op de school

Transcriptie

1 1 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL Een blik op de school DE ZORGVISIE Stedelijke basisschool t Prinske met vestigingsplaatsen Dries en Prinsstraat biedt basisonderwijs aan kinderen uit de wijk en verdere omgeving. Er is een specifieke instroom vanaf het derde leerjaar van talentvolle leerlingen voor (klassiek) ballet die deels tijdens de schooluren en deels facultatief balletlessen krijgen in de Prinsstraat door een externe leraar van de Koninklijke Balletschool van Antwerpen. Daarnaast besteedt de school veel aandacht aan cultuur (theaterbezoek, poppentheater, museumbezoek, uitstappen, stadswandelingen, ). De instroom van leerlingen die voldoen aan GOK-indicatoren is eerder beperkt tegenover het stedelijk gemiddelde. De betrokkenheid van de ouders bij het schoolgebeuren is sterk aanwezig. Kwaliteitsvol onderwijs De leerlingen worden verwacht te kunnen functioneren in onze maatschappij. De school gaat daar zeer bewust en gericht mee om. Als school wenden we de beschikbare onderwijstijd zo efficiënt mogelijk aan. Onze uitgangspunten zijn het realiseren van alle ontwikkelingsdoelen en eindtermen met zoveel mogelijk kinderen. Om dit te bereiken werkt de school doelbewust aan het welbevinden van de kinderen. Dit welbevinden is voor ons een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen leren. Naast de vakgerichte eindtermen besteden we ook structureel aandacht aan de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren, sociale vaardigheden en ICT. Ons uitgangspunt is om de kinderen te groeperen volgens leeftijd. Deze heterogene groepen krijgen zo veel als mogelijk dezelfde leerstof, maar via convergente differentiatie (*) spelen we in op de verschillen tussen kinderen. Om onze inspanningen en die van de kinderen in kaart te brengen, nemen we jaarlijks deel aan de Igeantoetsen en de centrale eindproef van OVSG. De analyse van de resultaten gebruiken we als schoolfeedback en zet ons aan tot bijsturing van resultaatsgebieden waarbij we minder scoren. Leerlingen worden bijgestuurd op hun eigen niveau, tempo conform met de gegeven leerstofinhouden. (*) Convergente differentiatie; ondanks de verschillen tussen de leerlingen wordt begonnen met dezelfde startsituatie. De totale groep leerlingen is bij de instructie betrokken, maar de leerkracht kan hier wel variëren. De ene leerling kan bijv. voor een moeilijker probleem gesteld worden als de andere. Of de leerlingen gebruiken verschillend materiaal om tot een oplossing te komen, bijv. met een lege getallenlijn of met een kralenketting. Na de startsituatie kunnen er verschillen optreden in de aard en de omvang van de opdrachten. De leerkracht differentieert in de fase van de inoefening en verwerking, inclusief de begeleiding hierbij. Maar vervolgens wordt de hele groep weer benaderd voor een nieuwe startsituatie. Men streeft er dus naar om de vorderingen van de leerlingen in de basisleerstof niet zover uiteen te laten lopen, dat gezamenlijke aanbieding van leerstof zinloos wordt.

2 2 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL Structureel overleg Schoolniveau: Personeelsvergaderingen Elke maand vergadert het schoolteam. De agenda voorziet als vast onderwerp zorg. Hier bespreken we vragen, aanpassingen, bijsturingen en beslissingen over het algemeen zorgbeleid in teamverband. De directie stelt de agenda op en een teamlid maakt het verslag. Het zorgteam geeft inhoudelijke invulling aan de zorgpunten. Overleg zorgteam Maandelijks zijn er besprekingen met directie, GOK-leerkracht en zorgcoördinator om het GOK-beleidsplan verder uit te werken en op te volgen, de agenda van de personeelsvergadering op te stellen en een taakverdeling te maken. De data worden in het begin van het schooljaar gepland. Leerkrachtenniveau: Leerkrachten kunnen bij het zorgteam terecht met hun hulpvragen. Daarnaast organiseren we structureel overleg. Filteroverleg Minstens drie keer per jaar plannen we structureel overleg tussen zorgcoördinator, GOKleerkracht en klasleerkracht. Tijdens deze momenten bespreken we de eerstelijnszorg op schoolniveau. Voor kinderen met extra noden, stellen we acties op en spreken we af wie ze uitvoert. Indien we de acties schoolintern kunnen aanpakken, bespreken we de kinderen niet meer op het MDO. De zorgcoördinator organiseert en volgt het filteroverleg op. Hiervoor hanteren we een kalender met vooraf geplande data in het begin van het schooljaar. De zorgcoördinator maakt het verslag. Ouders krijgen informatie over de geplande acties. Ondernomen acties worden opgenomen in het kindvolgsysteem. Multidipliscinair overleg (MDO) Er is drie keer per jaar overleg met CLB-anker, zorgcoördinator, directie, klas- en GOKleerkracht. Tijdens dit overleg bespreken we kinderen waarvoor opvolging nodig is en waarbij we de expertise van het CLB aanwenden. Indien het CLB acties onderneemt, informeert het CLB steeds de ouders. We hanteren een agenda met vooraf geplande data in het begin van het schooljaar. De zorgcoördinator maakt het verslag en noteert alle acties in het kindvolgsysteem. Bij specifieke problematieken werken we samen met deskundigen. Indien mogelijk doen we beroep op een GON-leerkracht (GON = geïntegreerd onderwijs). Om volledig op de hoogte te blijven van leerlingendossiers houden we met regelmaat contact met externe organisaties. Leerlingen waarbij er twijfels zijn of ze kunnen overgaan worden in de mate van het mogelijke reeds op een klassenraad in de helft van het schooljaar en op een MDO besproken zodat mogelijke preventieve acties ondernomen kunnen worden om zo toch de kans tot slagen te bewerkstelligen.

3 3 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL Doorstroom Bij de start van een nieuw schooljaar organiseert de zorgcoördinator een structureel overleg met de vorige klasleerkracht en de actuele klasleerkracht. De leerkrachten bespreken de leerlingendossiers en het gerealiseerde onderwijsaanbod. Het meten van effecten Kleuterafdeling: Alle klasleerkrachten observeren tijdens de activiteiten het kennen en kunnen van de kleuters. Aan de hand van werkjes en observaties brengen we het ontwikkelingsproces van de kleuters in kaart. We nemen de gegevens op in het kindvolgsysteem en sturen de dagelijkse schoolwerking. We maken gebruik van genormeerde testen om de vorderingen van de kleuters in kaart te brengen. We gebruiken de resultaten van de testen en observaties voor het individueel dossier van de kleuters. Dit is ook reflectiemateriaal voor de leerkrachten om de kleuters en de werking te evalueren en eventueel bij te sturen. Om elke kleuter individueel te kunnen opvolgen, gebruiken we in de kleuterschool het digitale kindvolgsysteem. De klasleerkrachten vullen minstens één keer per trimester het kindvolgsysteem in. De klasleerkracht, zorgcoördinator, de leerkracht lichamelijke opvoeding en de GOK-leekracht gebruiken dit volgsysteem gedurende het hele schooljaar. Lagere afdeling: Kwaliteitsonderwijs kan je maar bieden wanneer je vooraf een duidelijke beginsituatie van de leerlingen bepaalt. De pengreep, taal- en rekenvoorwaarden van de kinderen die naar het eerste leerjaar komen wordt besproken met de kleuterjuf, de zorgcoördinator en de GOKleerkracht met de leerkracht van het eerste leerjaar, daarbij baseren ze zich op o.a. de CITO-toetsen en de verschillende observaties die tijdens het afgelopen schooljaar werden uitgevoerd en in het kindvolgsysteem genoteerd werden. Bij de nieuwe instromende leerlingen in de verschillende leerjaren controleren we de basiskennis voor wiskunde, lezen en spelling. Tijdens het schooljaar screenen we alle leerlingen met objectieve niet-methode gebonden toetsen. Deze toetsen worden afgenomen door de leerkrachten en verwerkt. Ze zijn Vlaams genormeerd. De resultaten van deze toetsen nemen we op in het (papieren) kindvolgsysteem. De resultaten van metingen gebruiken we om het onderwijsaanbod en het onderwijsleerproces bij te sturen. Aanpak van de zorgvraag In de eerste plaats neemt de leerkracht de algemene zorg van de leerling op zich. Wanneer de gewone zorg die de leerkracht biedt niet volstaat en het differentiëren geen soelaas brengt, interveniëren de leden van het zorgteam. De school hanteert de zorgpiramide. Deze geeft duidelijk weer hoe we een zorgvraag in onze school aanpakken en wanneer we welke hulp inschakelen.

4 4 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL Bij het zoeken naar een antwoord op de zorgvraag denken we eerst aan de minst ingrijpende maatregel. We betrekken kind en ouders van bij het begin. We hanteren in de school een kindvolgsysteem zodat onze zorgwerking transparant is en de genomen acties duidelijk opvolging kennen. We zoeken steeds waar het kind goed in is. We gebruiken de kwaliteiten en vaardigheden van het kind om de moeilijke zaken aan te pakken. (zorgpiramide: bijgevoegd) Sociale vaardigheden De school zet zich in om een positief school- en klasklimaat te bewerkstelligen zodat de leerlingen zich goed voelen op school. We zijn er van overtuigd dat dit een voorwaarde is om maximaal voordeel te halen uit de aangeboden leerstof. We besteden doorheen de hele school aandacht aan het bekwamen in sociale vaardigheden. In de kleuterschool doen we dat aan de hand van de axenroos. Door de axenroos te gebruiken krijgen de kleuters de kans om zich bewust te worden van zichzelf: wie ze zijn, wat ze denken, dromen, doen en vragen In de lagere school kiezen we momenteel niet voor een bepaalde methodiek. Toch is er veel aandacht voor de sociale vaardigheden op allerlei momenten. Aandacht bij de scharniermomenten Bij de overgang van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar worden er allerlei initiatieven ondernomen zodat dit zo goed als mogelijk verloopt. De leerkrachten van deze klassen brengen bij elkaar in de loop van het schooljaar een bezoek (klasvisitatie) zodat ze de werking in het andere niveau kunnen vaststellen. De leerkracht van de derde kleuterklas kan dan de kleuters beter voorbereiden op de andere manier van werken door bepaalde aangepaste activiteiten in te lassen. De leerkracht van het eerste leerjaar kan dan ook zeker in het begin van het schooljaar er voor zorgen dat de leerlingen bekende activiteiten en/of werkvormen krijgen zodanig dat die herkenbare zaken hen meer vertrouwen in de nieuwe situatie bieden. Tijdens het schooljaar werken de leerkrachten van de kleuterschool samen met de leerkrachten van de lagere school verschillende projecten uit waarbij er klasdoorbrekend gewerkt wordt. De kleuters komen dan naar de lagere school en maken op die manier al kennis met de toekomstige leerkrachten en de toekomstige nieuwe omgeving (klas en school). De leerlingen van het vijfde leerjaar gaan in de loop van het schooljaar bij de kleuters van het derde leerjaar voorlezen. Het zijn die leerlingen die het daarop volgende schooljaar de peter of de meter van deze kleuters - die dan lagere schoolkinderen zijn zullen worden. Op het einde van het schooljaar komen de kleuters van de derde klas een bezoek brengen in de eerste klas. Ze krijgen een taal- en rekenles van de leerkracht en ze volgen ook een turnles bij de turnjuf van de lagere school. Op deze manier maken ze op een andere manier weer kennis met de toekomstige nieuwe situatie. De ouders van de kleuters worden op een infoavond in de lagere school geïnformeerd over de werking van de school. Ook krijgen zij een rondleiding door het gebouw zodat ze een indruk krijgen van de klassen en de verschillende lokalen (computerklas, gymzaal, refter, ) Op dergelijke avond zal naast de verschillende leerkrachten (klastitularissen, bijzondere leerkrachten, leerkrachten LBV, gymleerkracht, ) ook het CLB-anker voorgesteld worden.

5 5 KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL Die zal ook zijn taak en werkwijze toelichten. Ook voor de overgang van het zesde leerjaar naar het voortgezet onderwijs worden er verschillende activiteiten ondernomen. De leerlingen van het vijfde en het zesde leerjaar brengen in de loop van het schooljaar al een bezoek aan verschillende scholen van het voortgezet onderwijs (lyceum op Linkeroever, Lyceum Quellinstraat, KBA, Muze, ). Het CLB-anker komt aan de leerlingen toelichting geven over het voortgezet onderwijs. Samen met de ouders van het vijfde en het zesde leerjaar die het wensen worden er ook bezoeken gebracht aan de verschillende middenscholen in de buurt. Op een informatieavond komen de directies van verschillende middenscholen een toelichting over hun school geven. Het CLB-anker is dan ook aanwezig en geeft naast de structuur van het voortgezet onderwijs nog meer relevante informatie aan de ouders zodat zij samen met hun kind een varantwoorde keuze kunnen maken. Meerbegaafden kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong De school heeft extra aandacht voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Het reguliere aanbod in de klas biedt deze kinderen vaak te weinig uitdaging. We trachten de motivatie van deze kinderen op peil te houden en werken aan hun sociale competenties. We willen een goed evenwicht bekomen in aandacht voor attitude, inzicht en vaardigheden. Indien wenselijk stellen we een individuele leerlijn op.