Evaluatie welstandsvrij bouwen

Transcriptie

1 Evaluatie welstandsvrij bouwen Reacties van architecten, monumenten commissie en aannemers. Aan architecten, monumentencommissie en aannemers zijn in het kader van de evaluatie welstandsvrij bouwen de volgende vragen gesteld: Wat is uw ervaring met welstandsvrij bouwen in Woudrichem? Vindt u dat de gemeente Woudrichem hier mee verder moet gaan? Vindt u dat de proefperiode van twee jaar lang genoeg is geweest om hiermee voldoende ervaring op te doen? Reacties van architecten: Architraaf b.v. te Wijk en Aalburg de heer D. Overduin (architect): De heer Overduin heeft goede ervaringen met welstandsvrij bouwen en hij vindt dat de gemeente Woudrichem hier mee verder moet gaan. Verder merkt hij op dat de periode van twee jaar misschien met één jaar verlengd zou moeten worden omdat dan de plannen van de afgelopen twee jaar dan gerealiseerd zullen zijn. Als extra aanvulling attendeert de heer Overduin er op dat het van belang is dat ten gunste van de esthetische kwaliteit ontwerpen gemaakt moeten worden door geregistreerde architecten. Ir.A.R. Geurtsen te Woudrichem (architect en voormalig burgerlid welstandscommissie) De heer Geurtsen vindt dat hij te weinig ervaring heeft met welstandsvrij bouwen. Hij blijft wel een voorstander van begeleiding van het bouwen in onze directe omgeving. Zo geeft hij aan dat niet elke opdrachtgever zich laat leiden door wat de buren er van vinden. Daarvoor heeft de opdrachtgever geen opleiding genoten en ligt de interesse vooral bij het eigen product en de eigen wensen. Het laten beoordelen van een plan door derden onder de eindverantwoording van gekozen volksvertegenwoordigers voorkomt onnodige discussie tussen burgers onderling. Hij pleit ervoor om toch vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid enigszins de gebouwde omgeving te blijven begeleiden. Niet met een streng regime, dat was het al niet, maar het kan vrijer! Echter toch niet zo vrij als met de huidige praktijk mogelijk kan zijn. Wellicht dat daarvoor de toets nog eens bezien en herschreven moet worden, maar zeker vanuit de gedachte dat met overlegmogelijkheden meer controle op wat gebouwd kan worden mogelijk is. De periode van twee jaar lijkt hem nauwelijks genoeg tijd om echt te zien hoe het eventueel uit de hand kan lopen. Tevens beseft hij dat met evenveel gemak dit argument ook gebruikt kan worden om aan te tonen dat er toch niet mis is gegaan. B.P.A. dhr. A. Koekkoek te Almkerk (bouwkundige) Tussen het onder regiem van welstand bouwen en het welstandsvrij bouwen is door hem geen wezenlijk verschil waargenomen, dat wil niet zeggen dat hij geen kritiek heeft. Zo vindt hij bijvoorbeeld dat de recente uitbreiding van Altenahove in Almkerk een te zelfstandige uitstraling heeft ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Het is meer een stadskantoor dan een vleugel aan het verzorgingshuis. Hij weet niet dat of welstandszorg over dit bouwplan geadviseerd heeft dus dat laat hij in het midden. Hij is verder nog niet geconfronteerd met zodanige misbaksels dat hij voor direct stoppen zou pleiten. Wat hem betreft zou de periode

2 nog eens verlengd moeten worden met minstens nog eens twee jaar. Volgens de heer Koekkoek ontkomen we er op termijn niet aan om opnieuw een onafhankelijk instituut te laten oordelen, maar dan zodanig georganiseerd dat een welstandstoets geen vertragend effect met zich mee brengt, want het ging zijns inziens niet over de kwaliteit van de commissie maar om het vertragend effect. Marquart architecten te Raamsdonksveer dhr. ir. H. Marquart (architect) Architectenbureau Marquart heeft geen ervaring opgedaan met welstandsvrij bouwen in Woudrichem en heeft daarom geen mening kunnen vormen. Van den Heuvel architecten te Werkendam dhr. ir. B. van den Heuvel De heer van den Heuvel heeft weinig ervaring opgedaan met welstandsvrij bouwen, hij pleit daarom voor verlenging van de evaluatietermijn en hij vindt het toch belangrijk om een vorm van een esthetische toets te houden. Bouwkundig ontwerp en tekenbureau Menhart te Werkendam De heer Menhart heeft geen problemen met welstandsvrij bouwen. Een commissie acht hij misschien handig als adviesorgaan maar dan op verzoek van de ontwerper bij ingewikkelde aanvragen. Twee jaar welstandsvrij bouwen vindt hij voldoende tijd om genoeg ervaring mee op te doen. Midden Nederland b.v. te Giessen dhr. R. van der Mooren (architect) Over het algemeen is de pilot welstandsvrij bouwen bijzonder goed bevallen. De heer van der Mooren was benieuwd hoe de doorsnee opdrachtgever hier op zou reageren. Zou men komen met vreemde ideeën of zou men wat meer dingen willen doordrukken omdat men denkt dat alles mag. Dit is bij architecten en adviesbureau Midden Nederland niet het geval geweest. Zowel de opdrachtgever als wij vinden het prettig dat als het plan eenmaal compleet en akkoord is bij beide partijen, er niet nog een partij naar gaat kijken en gaat proberen hierin nog wat veranderingen in aan te brengen. Ook in de projectplanning is deze vaak onzekere factor weggevallen. Dit wordt als zeer prettig ervaren. De heer van de Moorden vindt verder dat de gemeente Woudrichem hier mee verder moet gaan en adviseert Aalburg en Werkendam hetzelfde te doen. De heer van der Mooren vindt verder dat de gemeente zelf het beste kan beoordelen of de welstandsvrije periode lang genoeg geweest is om hiermee voldoende ervaring mee op te doen. Indien deze vraag niet met zekerheid kan worden beantwoord is het wellicht verstandiger om hier nog één of twee jaar achter aan te plakken. Bouwkundig bureau Struik & Partners te Woudichem (bouwkundige) ing. J. van Bijnen Naar de mening van bouwkundig bureau Struik & Partners is de proef een succes. Hun opdrachtgevers kunnen de wensen makkelijker realiseren omdat een eventuele discussie met de welstandscommissie niet gevoerd hoeft te worden. Dat wil niet zeggen dat de welstandscommissie dan altijd ongelijk had. Het gebeurde ook wel eens dat de welstandscommissie het idee van ons bureau over een te realiseren project bevestigde als de ideeën van de opdrachtgever buiten proporties waren. Als een opdrachtgever zijn of haar wensen door wil zetten terwijl wij er niet achter staan, kunnen wij zelf er de rem op trekken en niet meewerken. Bouwkundig bureau Struik & Partners vindt dat de gemeente

3 Woudrichem verder moet gaan met welstandsvrij bouwen. De periode van twee jaar vindt het bouwkundig bureau te kort voor met name de grotere projecten. De grotere projecten zijn namelijk nog niet opgeleverd en kunnen daarom ook niet worden meegenomen in de evaluatie. Timmer architecten te Giessen dhr. ir. W. Timmer (architect) Vóór aanvang van de welstandsvrije periode had het bureau zijn bedenkingen. Zorgt dit niet voor een wildgroei van merkwaardige bouwsels waarbij alleen maar naar de bouwkosten wordt gekeken. En kunnen wij onze opdrachtgevers ervan overtuigen dat ook zonder welstandstoezicht het van belang is dat de plannen voldoen aan redelijke eisen van welstand. De ervaringen van de afgelopen periode zijn echter positief. Dit heeft ondermeer te maken met het soort projecten wat het bureau tekent en de categorie opdrachtgevers waarvoor wordt gewerkt. Het bureau neemt geen kleine burgerwerken aan. Het bureau heeft zijn opdrachtgevers de afgelopen periode duidelijk kunnen maken wat de waarde van een kwalitatief goed ontwerp is. De opdrachtgevers erkennen dat een architectonisch goed ontwerp meerwaarde heeft. Ook zonder welstandstoezicht voldoen de ontwerpen naar de mening van het bureau aan de redelijke eisen van welstand. De heer Timmer vindt dat de gemeente Woudrichem door moet gaan met welstandsvrij bouwen en vindt dat de periode van twee jaar lang genoeg is geweest om voldoende ervaring mee op te doen. Van Willegen bouwadvies te Andel dhr. van Willegen (bouwkundige) Zonder de tussenkomst van de welstandscommissie is het wel prettig werken bij de ontwikkeling van bouwplannen. Door welstandsvrij bouwen kunnen de eigen ideeën worden verwezenlijkt. Gezien de lange processen in de bouw kan de heer van Willegen zich voorstellen om de periode te verlengen. Bureau ZNZ te Sleeuwijk mevr. Ir. H. Zandstra (architect) Mevrouw Zandstra ervaart de nieuwe werkwijze zonder welstandstoets als plezierig en beter werkbaar. Haar ervaring met welstandscommissie is dat zij uiterst voorzichtig zijn in het positief beoordelen van plannen die iets verder gaan dan het gemiddelde. Haar bureau probeert om moderne oplossingen te creëren die soms als opzichtig worden ervaren, maar altijd gerelateerd op de omgeving. Dit geeft soms moeizame discussies met welstandscommissies. Op zich is er niets tegen een goed beargumenteerde en vakbekwame discussie, maar de ervaring leert dat druk uitgeoefend door welstandscommissies niet als vakrespecterend wordt ervaren. Vaak kom je als gediplomeerd architect als ware in een schoolse situatie terecht overgeleverd aan de zienswijze van een aantal heren die hun taak uiterst serieus nemen (overdaad schaadt) en ook weinig begrip hebben voor andere aspecten van het bouwen (financieel, organisatorisch, verschillende inzichten). Er is weinig inzicht voor wederzijds respect en een negatief advies is nauwelijks corrigeerbaar; dus moeilijk werkbaar voor een architect en ongeloofwaardig bij opdrachtgevers. Mevrouw Zandstra heeft weinig gemerkt van echt aanstootgevende gebouwen in Woudrichem. Zij is dan ook van mening dat de gemeente Woudrichem gewoon door moet gaan met welstandsvrij bouwen en de evaluatieperiode van twee jaar is daarvoor voldoende geweest. Bouwkundig adviesbureau Jacco Vos (de heer J. Vos, bouwkundige) Bouwkundig adviesbureau Jacco Vos is zeer gelukkig met het welstandsvrij bouwen. Niet alleen het welstandsvrij bouwen wordt als positief ervaren. Ook de procedures die weliswaar

4 hieraan gekoppeld zijn aardig wat ingekort wat als zeer aangenaam wordt ervaren. Een stukje minder bureaucratie is wat de gemeente Woudrichem biedt als het om bouwen gaat. De heer Vos hoopt dat de gemeenteraad de lijn zo door gaat zetten en daarnaast hoopt hij dat ook de buurgemeenten dezelfde weg gaan bewandelen. Koppers Duizer van Eck architecten (dhr. ir. A. Duizer, architect) De heer Duizer vindt dat er met én zonder welstandstoets goede en slechte ontwerpen worden gerealiseerd. Het is dan ook een illusie dat dit te voorkomen is, maar het nadeel van het huidige beleid is dat dit overal kan gebeuren. Hij vindt een goed (of juist slecht) voorbeeld de aanbouw aan de Hoofdgraaf 9 te Andel. Hoofdgraaf 7 is een rijksmonument, Hoofdgraaf 9 is er aan vastgebouwd (het vormt één entiteit), maar daar wordt zonder enig gevoel voor de (historische) waarden van het pand een aanbouw aangebouwd zonder enig gevoel voor maatverhoudingen, materialisering en wat al niet meer. En daarmee wordt het hele pand geweld aangedaan. En zo zijn er wellicht meer voorbeelden te noemen die in straten of buurten waarvan vrijwel iedereen vindt dat ze meerwaarde hebben voor de streek (zoals de burg. v.d. Leystraat in Woudrichem, de Dorpsstraat in Rijswijk, de Hoofdgraaf en de Burg. V.d Schansstraat in Andel, de Provinciale weg in Almkerk, de Maasdijk, Uitwijk etc) die nu door individuele desinteresse of onvermogen worden verprutst. Verder zie je ook in de planontwikkeling (bijvoorbeeld de geplande nieuwbouw in Rijswijk) dat projectontwikkelaars zich steeds minder bezig houden met ruimtelijke kwaliteit. Waarom zouden ze ook? Bij het gemeentebestuur heeft dit ook geen prioriteit. Naast het afschaffen van de welstand lijkt de gemeente zich ook totaal niet te bekommeren om de ruimtelijke kwaliteit. De heer Duizer vindt dit een kwalijke zaak omdat het toch in eerste instantie de taak van de overheid is om te waken over de kwaliteit van de publieke ruimte. Alleen de gemeente heeft de instrumenten om deze kwaliteit af te dwingen. En als die het nalaat zijn we overgeleverd aan de markt. En zoals we ondertussen allemaal weten, heeft die markt geen oog voor het algemeen belang. Kortom, de heer Duizer ziet het afschaffen van de welstand als een symptoom van een veel bredere desinteresse bij het gemeentebestuur voor de ruimtelijke kwaliteit, en dat baart hem zorgen. Reactie van de monumentencommissie: De commissie vindt het jammer, dat door het afschaffen van het welstandstoezicht een vangnet ontbreekt om ongelukken met bouwplannen waarbij cultuurhistorische waarden in het geding zijn te voorkomen. Welstandstoezicht heeft ook een stimulerend effect om tot een goed resultaat te komen. Als voorbeeld wordt genoemd het bouwproject aan de Hugo de Grootstraat in Woudrichem waarbij een intensieve begeleiding tot het huidige resultaat heeft geleid. Verder vindt de commissie het nog te vroeg om in dit stadium al een afgewogen oordeel te geven omdat geen grootschalige projecten aan de orde zijn geweest. Reacties van aannemers: Bouwbedrijf G. van Hemert (dhr. Th. C.F. Hanegraaf, directeur) Bouwbedrijf van Hemert ervaart het als een bevrijding, dat derden, hiermee wordt bedoeld de welstandscommissie, geen zaken afkeurt, waarvan zij als ontwikkelaar hebben gemeend een goede invulling te hebben gegeven passend in het straatbeeld. Bouwbedrijf van Hemert vindt dus dat de gemeente hiermee verder moet gaan. Bouwbedrijf van Hemert vindt de periode

5 waarmee ervaring is opgedaan lang genoeg maar zij zijn toch van mening dat er om de twee jaar geëvalueerd moet worden teneinde wildgroei te voorkomen. Bouwbedrijf Tankens Andel b.v. (dhr. ing. P. Tankens) Bouwbedrijf Tankens vindt dat welstandsvrij bouwen in de gemeente Woudrichem goed werkt, zij vinden dat deze situatie dan ook moet blijven bestaan. Zij zijn van mening dat je een en ander heel goed in de hand kan houden met een goed beeldkwaliteitplan. Bouwbedrijf Tankens vindt het verder belangrijk dat wanneer er gesproken wordt over welstandsvrij bouwen dat dan ook het college van B & W hier geen zeggenschap in heeft en dat zij niet op de stoel van de welstandscommissie moeten gaan zitten. Woonlinie (dhr. H. Meijwaard, manager vastgoed) Bouwen zonder beoordeling van de welstandscommissie, bespoedigt naar onze mening de voortgang van de bouwplannen. Over fraaie en lelijke architectuur kan lang gediscussieerd worden. Woonlinie kreeg in het verleden nogal eens te maken met een welstandscommissie die uitging van modernistische architectuur en die plannen van klassieke en of retro architectuur voortdurend afkeurde. Woonlinie vindt het wel belangrijk dat er met gerenommeerde en BNA afgestudeerde architecten wordt gewerkt. Voor opdrachtgevers is het belangrijk, qua stijl en locatie, goed te bekijken welke architect bij het project past. De ervaring van Woonlinie is met name gebaseerd op de grotere projecten zij weten dus niet hoe het welstandsvrij bouwen is verlopen met de kleinere projecten en verbouwingen. Woonlinie ziet verder geen projecten die er wezenlijk anders uit zouden zien als er wel een welstandsbeoordeling had plaatsgevonden. Woonlinie zou ook kunnen leven met een adviserende welstandscommissie. Dus een commissie die de projecten door middel van advies van commentaar voorziet. In dit geval zou de opdrachtgever in samenwerking met de architect of het commentaar wel of niet wordt overgenomen. Woonstichting land van Altena ( de heer P. Sprangers) De woonstichting heeft in deze periode geen plannen voor een welstandsadvies gehad. De woonstichting pleit voor een verlenging van de evaluatieperiode. Indien er geen verlenging van de evaluatieperiode komt wordt geadviseerd de huidige werkwijze voort te zetten. (wremeijsen/reacties welstandsvrij bouwen).