Evaluatierapport Meidenvenijn is niet fijn!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatierapport Meidenvenijn is niet fijn!"

Transcriptie

1 2011 Evaluatierapport Meidenvenijn is niet fijn! Wendy de Bonte (436935) Kirsten Janssen (440820) Frederique Las (445419) Hilde Pape (440825) Denice Rütter (441195) Gwendolijn Boonekamp Sport, gezondheid en management HAN Juni 2011

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...1 Voorwoord...3 Inleiding...4 Hoofdstuk 1: Preffi Cluster 1: Randvoorwaarden en haalbaarheid...6 Cluster 2: Probleemanalyse...9 Cluster 3: Determinanten van (psychische) problematiek, gedrag en omgeving...12 Cluster 4: Doelgroep...15 Cluster 5: Doelen...17 Cluster 6: Interventieontwikkeling...19 Cluster 7: Implementatie...19 Cluster 8: Evaluatie...28 Scoreformulier Preffi Hoofdstuk 2: Werkblad goed beschreven CGL...33 Hoofdstuk 3: EKI...34 Cluster 0: Randvoorwaarden...34 Cluster 1: Vaststellen van het probleem/thema en relevante factoren met de doelgroep...36 Cluster 2: Rollen van de doelgroep en de gezondheidsbevorderaar...38 Cluster 3: Interventiemogelijkheden...40 Cluster 4: Uitvoer en implementatie...42 Cluster 5: Evaluatie en monitoring...44 Scoreformulier EKI...46 Hoofdstuk 4: Refka Full Scan Organiseren Organisatiecapaciteit Methoden Investering Netwerk Interventies Community/Settingontwikkeling Publiciteit Pleitbezorgen Interventie- uitkomsten Empowerment & gezondheidsvaardigheden Sociaal draagvlak Determinanten Gezondheid Maatschappelijke context Onderzoek en feedback Advies vanuit Refka...50 Hoofdstuk 5: Effectmeting...54 Conclusie...56 Aanbevelingen

3 Literatuurlijst...60 Bijlagen...62 Bijlage 1: Werkblad goed beschreven...62 Bijlage 2: Vragenlijst full Refka scan...63 Organiseren...63 Interventies...65 Interventie- uitkomsten...67 Determinanten...69 Gezondheid...71 Maatschappelijke context...72 Onderzoek en feedback...73 Bijlage 3: Markkula model

4 Voorwoord In de module Gezondheidinterventies in de Praktijk zijn wij bezig geweest met het evalueren van de gezondheidsinterventie Meidenvenijn is niet fijn! waaruit verbeterpunten naar voren zijn gekomen. Deze evaluatie en adviespunten staan beschreven in dit evaluatierapport. Aan de hand van de evalu- atiemethoden Full Refka Scan, Preffi 2.0, Werkblad Goed Beschreven en het Empowerment Kwali- teitsinstrument (EKI) is de evaluatie uitgevoerd. Daarnaast is er een voorstel gedaan voor een effec- tevaluatie en wordt er ingegaan op een ethisch dilemma. Nadat inzichtelijk is geworden waar de verbeter- en kwaliteitspunten van de interventie liggen, kan de organisatie Cycloop Concept Creatie BV hiermee aan de slag. Het doel van dit evaluatierapport is dan ook de interventie van hoogwaardiger kwaliteit te maken waardoor hij nog effectiever ingezet kan worden. Het evaluatierapport is tot stand gekomen aan de hand van het toepassen van geleerde vaardighe- den opgedaan binnen werkcolleges en tutorgroepen. Ook is gebruik gemaakt van ontvangen aanvul- lende informatie uit hoorcolleges en tijdens contacturen met de opdrachtgever. Met vriendelijke groet, Wendy de Bonte (436935) Kirsten Janssen (440820) Frederique Las (445419) Hilde Pape (440825) Denice Rütter (441195) 3

5 Inleiding Pesten Pesten komt zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs vaak voor. Eén op de vijf leerlin- gen wordt gepest, waarin de jongere en fysiek zwakkere het vaakst slachtoffer zijn. In lagere klassen wordt meer fysiek geweld gebruikt (NIGZ, 2011). Ruim 10 procent van de leerlingen op de basisschool zegt in de afgelopen maanden gepest te zijn. Scholieren van het voortgezet onderwijs worden naar eigen zeggen minder gepest. Ongeveer 6 pro- cent zegt in de voorgaande periode gepest te zijn (HBSC, 2009). Opvallend is dat de percentages pes- ters hoger zijn dan de percentages gepesten. Terwijl het aantal leerlingen dat vaak pest met de leef- tijd toeneemt, neemt het percentage leerlingen dat zegt gepest te zijn met de leeftijd juist af (HBSC, 2009). Meidenvenijn is niet fijn! Sinds de start van het lespakket 'meidenvenijn is niet fijn! in 2008 heeft het pakket zich, mede dankzij een gehouden gebruikersonderzoek, ontwik- keld tot een uitgebreide lesmethode voor zowel het basis- als voortgezet onderwijs. Een methode om het pestgedrag onder meisjes in de leeftijds- groep van 9 t/m 15 jaar aan te kunnen pakken. Ook voor diverse andere instellingen, die met groepen meisjes werken, is deze methode geschikt. Projectopdracht Ten behoeve van de beroepsopdracht is samen met het Centrum voor Ge- zond Leven (CGL) van het RIVM gezocht naar organisaties in Nederland die gezondheid bevorderende interventies hebben uitgevoerd. Het Centrum voor Gezond Leven stelt een databank samen met beschreven en bij voor- keur effectief gebleken interventies. Figuur 1: Logo Mei- denvenijn is niet fijn! De projectgroep is de rol toegewezen om een evaluatierapport te formeren waarbij de volgende aspecten worden weergegeven: 1. Een uitgewerkte evaluatie en beoordeling van de gezondheidinterventie aan de hand van Preffi 2.0; 2. Een beschrijving van de gezondheidinterventie aan de hand van het werkblad goed beschre- ven van het Centrum Gezond Leven (RIVM); 3. Een uitgewerkte evaluatie en beoordeling van de gezondheidsinterventie aan de hand van EKI. 4. Een Full scan aan de hand van het referentiekader; 5. Een beschrijving van hoe een effectmeting van de gezondheidsinterventie opgezet en uitge- voerd kan worden. De uitkomsten van deze aspecten komen samen in een concluderend hoofdstuk waarin adviezen gegeven worden ter verbetering van (de implementatie van) de interventie. Voor de analyse is ge- bruik gemaakt van de handleiding van de interventie, van de gebruikersenquête en is verdere feed- 4

6 back aan de opdrachtgever gevraagd. Als er gesproken wordt over de gezondheidsbevorderaar, wordt daarmee Frank van Bezouw bedoeld, de eindverantwoordelijke van de interventie. 5

7 Hoofdstuk 1: Preffi 2.0 In dit hoofdstuk wordt de evaluatie volgens Preffi 2.0 uitgewerkt. Dit wordt gedaan aan de hand van acht clusters. Deze clusters worden beoordeeld doormiddel van vastgestelde vragen die beantwoord worden met ja of nee. Uit de beantwoording van deze vragen komt een zwak, matig of sterk oordeel. Hierop worden naderhand adviezen gebaseerd. Cluster 1: Randvoorwaarden en haalbaarheid 1.1 Draagvlak 1. Is vastgesteld welke interne en externe partners er voor het draagvlak nodig zijn in iedere fase van het project? Ja, de interne en externe partners die nodig zijn om draagvlak voor de interventie te creëren zijn duidelijk. Hiervoor zijn onder andere de scholen, ouders, leraren en/of vertrouwenspersoon belang- rijk. Om draagvlak te creëren wordt er samengewerkt met partijen zoals pestweb, Project Preventie Seksuele Intimidatie, Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, school en veiligheid, GGD s, RIVM, Rad- boud Universiteit Nijmegen, onderwijsadviesdiensten, Fontys Hogeschool, verschillende media, on- derwijsbladen en via verschillende conferenties. Deze partijen heeft Cycloop Concept Creatie BV duidelijk voor ogen. 2. Is er draagvlak bij de noodzakelijke partners? Ja. Uit het gesprek dat heeft plaats gevonden met Frank van Bezouw, is duidelijk naar voren gekomen dat er draagvlak is. De eerste versie van de interventie is namelijk door maar liefst 450 scholen aan- geschaft en de nieuwe versie wordt momenteel al door 180 scholen in Nederland gebruikt. Daar- naast is er ook veel aandacht en belangstelling voor deze interventie vanuit de media. Zoals hierbo- ven beschreven is, is er aandacht vanuit verschillende media. Zo hebben het jeugdjournaal en de radio uitgebreid aandacht besteed aan de interventie en Cycloop Concept Creatie BV is uitgenodigd om een artikel te schrijven in De Juf, een blad van Malmberg uitgever. Dit artikel was niet ter pro- motie, maar puur inhoudelijk. Ook in het blad mensenkinderen, wat verspreid wordt onder alle Jenaplan- scholen, heeft aandacht besteed aan de interventie. Het contact wordt steeds onderhou- den voor promotie communicatie. 3. Zijn er afspraken gemaakt/vastgelegd over de betrokkenheid van interne en externe partners? Ja. Uit het gesprek dat heeft plaatsgevonden met Frank van Bezouw blijkt dat er mondelinge afspra- ken zijn gemaakt met zowel interne als externe partijen, maar dit staat niet voor alle partijen vastge- legd. Momenteel zijn er wel schriftelijke afspraken gemaakt tussen het APS (Algemeen Pedagogisch Studiecentrum) en Cycloop Concept Creatie BV. 1.2 Capaciteit 1. Is de beschikbare capaciteit voor het project vastgesteld? Ja. Op iedere school is vaak een contactpersoon/vertrouwenspersoon die het project 'draagt' en daarnaast zijn er docenten/leraren die de interventie verder uitzetten in de klas. Cycloop Concept Creatie BV biedt hiernaast individuele en teamworkshops aan voor de begeleiders. Er worden ook 6

8 ouderavonden en een implementatietraject door onderwijsadviesdiensten aangeboden, onder licen- tie van Cycloop Concept Creatie BV. Daarnaast is de benodigde tijd duidelijk vastgesteld. De lessen zijn te integreren in de mentoruren op het voortgezet onderwijs en als sociaal vaardigheidsproject in het basisonderwijs. Omdat de jongens niet deelnemen aan het onderdeel de lesblokken zal er voor hen een alternatief gevonden moeten worden. Hiervoor wordt door Cycloop Concept Creatie BV als advies gegeven, hen deel te laten nemen aan een Kanjertraining of gymlessen. De preventie les is wel geschikt voor jongens. De tijdsbesteding van de lesblokken is vier keer 2 uur met 1 uur voorbereiding per lesblok, in totaal minimaal 12 uur per cursus per meiden groep. De investering van de school is afhankelijk van het salaris van degenen die de lessen zal geven, naast de kosten voor het lespakket. 2. Is de beschikbare capaciteit afgestemd op de voor het project beoogde doelen? Ja. Het lespakket van de interventie bevat materiaal voor een klas van een bepaalde grootte, name- lijk 15 meisjes. Wanneer ze een grotere klas hebben, of meer materiaal nodig hebben, kunnen ze een extra aanvulling aanvragen. Hiervoor zal echter wel extra betaald moeten worden. Abonnement A is een jaarlijkse aanvulling voor 15 meisjes, abonnement B voor 30 meisjes, Abonnement C voor 45 meisjes. Verder zijn aanvulsets los te bestellen. 3. Wordt de beschikbare capaciteit per fase van het project op de meest efficiënte manier ingezet? Ja. Hier zal de school waar de interventie wordt uitgezet zelf voor moeten waken. Wanneer scholen de interventie volgens de handleiding volgen zal de meest efficiënte manier worden gewaarborgd. 1.3 Sturing door de projectleider a. Expertise en eigenschappen van de projectleider 1. Is er een duidelijke eindverantwoordelijke voor het project? Ja, uit het gesprek met Frank van Bezouw is naar voren gekomen dat er vier eindverantwoordelijken zijn. Deze vier hebben allemaal hun eigen specialisatie en inbreng. Frank van Bezouw is Creative Di- rector van Cycloop en is in die hoedanigheid verantwoordelijk geweest voor de Art Direction en vormgeving. Drs. Gitty Strengers is pedagoge, gespecialiseerd in opvoedingsondersteuning en bege- leiding van kinderen. Haar expertise ligt op het terrein van (de aanpak van) pestgedrag. Drs. Nicole Pas is docent/trainer sociale en communicatieve vaardigheden en in die hoedanigheid o.a. verant- woordelijk voor onderdelen als de Kernkwadanten van Ofman en NeuroLinguïstisch Programmeren. Pierre Pas is onderwijsadviseur. 2. Heeft de eindverantwoordelijke kundigheden om het project uit te voeren? Ja. Cycloop Concept Creatie BV beschikt over verschillende deskundige mensen. Zoals in de vorige vraag is beschreven, is iedere eindverantwoordelijke kundig op het gebied van de eindverantwoor- ding en heeft daar opleidingen in genoten. 3. Heeft de eindverantwoordelijke de werkstijl die past bij de fase en aard van het project? Ja. De fase waarin het project verkeerd is nu redelijk stabiel. Het project is uitgezet, nu is de (ef- fect)evaluatie belangrijk. De werkstijl van de eindverantwoordelijken past bij deze fase, mede omdat zij open staan voor feedback van derden om de interventie te verbeteren. 7

9 4. Beschikt de eindverantwoordelijke over persoonlijke eigenschappen om het project uit te voeren? Ja. De eindverantwoordelijken beschikken over de vaardigheden en eigenschappen om de eigen spe- cialisatie uit te voeren binnen dit project. Daarnaast zijn zij flexibel en staan ze open voor verande- ringen en verbeteringen van het project. b. Aandachtspunten voor sturing 1. Wordt het project uitgevoerd volgens een projectplan met duidelijke beslismomenten? Nee, er is geen projectplan opgesteld voor de interventie. Er wordt momenteel wel projectmatig gewerkt, dit is echter niet vastgelegd in een plan. 2. Wordt er actief een communicatieplan uitgevoerd? Ja, er is in 2010 door studenten van de Fontys Hogeschool Communicatie een communicatieplan uitgewerkt en deze wordt momenteel toegepast. 3. Kan de projectleider flexibel omgaan met de beschikbare middelen? Ja. Uit het gesprek is naar voren gekomen dat zij open staan voor veranderingen en verbeteringen van de interventie. De projectleider reageert hier flexibel op. 4. Zorgt de projectleider voor de kwaliteit en het op peil houden van zijn/haar eigen expertise en van de expertise van de medewerkers d.m.v. het regelen van scholing, intervisies etc.? Ja. De projectleider Frank van Bezouw volgt workshops, seminars en probeert de ontwikkelingen en zijn kennis bij te houden doormiddel van het lezen van nationale en internationale vakliteratuur en onderzoeksresultaten, specifiek gericht op ontwikkelingen op het gebied van pesten. Hierin wordt hij ondersteund door Gitty Strengers, Nina Hoek van Dijke (van Jong en je wilt wat ) en Pierre Pas. Conclusie: zwak 8

10 Cluster 2: Probleemanalyse 2.1 Aard, omvang en ernst van het probleem 1. Is duidelijk wat het probleem of thema is? Ja. In de inleiding van de handleiding Meidenvenijn is niet fijn! staat duidelijk dat het gaat om een sociaal probleem, namelijk pestgedrag bij meisjes. 2. Is duidelijk of het probleem of thema veel voorkomt in de groep/gemeenschap? Is hierbij de pre- valentie (aantal bestaande gevallen) van het probleem bekend? Is de incidentie (aantal nieuwe gevallen per tijdseenheid) van het probleem bekend? Ja. Er wordt een duidelijk beschrijving gegeven van de omvang van het probleem. Zo geeft de hand- leiding aan dat wereldwijd tussen de vijf en twintig procent van alle kinderen slachtoffer van pesten worden en tien tot twintig procent van de kinderen zelf pest. Voor Nederland zijn vergelijkbare aan- tallen gevonden. Dat betekent dat in een gemiddelde schoolklas twee tot vier kinderen zitten die gepest worden en evenzoveel kinderen die pesten. 3. Is duidelijk of sociale problemen samenhangen met het probleem? Ja, er is gekeken naar de samenhang van sociale problemen met het pestgedrag van meisjes. Zo blijkt dat meisjes die thuis vaker worden blootgesteld aan agressie, een grotere kans hebben om andere kinderen te gaan pesten. Uit verschillende onderzoeken komt geen eenduidig antwoord of er een relatie is tussen SES en pestgedrag. Pesters worden vaak beloond voor hun gedrag omdat zij stoer gevonden worden of positieve aandacht krijgen, waardoor het probleem niet vanzelf zal ophouden. 4. Is duidelijk wat er bekend is over de immateriële kosten van het probleem? Ja, de gevolgen van het probleem worden beschreven in de handleiding. Slachtoffers van pestgedrag hebben namelijk meer kans op sociale en emotionele problemen en de daders leren niet op een so- ciaal aangepaste manier te onderhandelen met anderen. Daardoor kunnen ze uiteindelijk onaange- paste gedragspatronen ontwikkelen en lopen ze een grotere kans op ernstige problemen in de ado- lescentie. 5. Is duidelijk wat er bekend is over de materiële kosten van het probleem? Ja, het is vanzelfsprekend dat er materiële kosten zijn aan de gevolgen van pesten. Hierbij wordt gedacht aan de kosten voor hulpverlening. Bijvoorbeeld in het geval van depressiviteit, eetstoornis- sen en automutilatie. Ook de interventies die gebruikt worden om het probleem op te lossen of als preventie kunnen als materiële kosten gezien worden. 2.2 Spreiding van het probleem 1. Is er inzicht in de spreiding van het probleem over: Leeftijd Geslacht Sociaaleconomische status Etnische afkomst Religieuze achtergrond 9

11 Culturele achtergrond Tijd Ja, er is inzicht in bovenstaande aspecten. De indicatie voor de leeftijd is 9 t/m 15 jaar. Dit is namelijk de leeftijd waarbij veel nadruk ligt op individuele profiling binnen de groep en groepsvorming. Uit- zonderingen zijn mogelijk, ook dan kan het pakket (aangepast) worden ingezet. Meidenvenijn is een specifieke vorm van pesten door meisjes. Er is geen significant onderscheid gevonden in pestgedrag op basis van SES. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen religieuze of culturele afkomst. Men heeft bewust gekozen voor een algemeen pakket. Pesten komt wel vaker voor dan vroeger, maar het bestaat altijd al. Meidenvenijn is nu alleen veel erger dan tien jaar geleden in verband met communi- catiemogelijkheden. 2. Is er inzicht in de geografische spreiding van het probleem, bijvoorbeeld bepaalde regio s, steden of wijken? Ja, uit onderzoek blijkt dat pestgedrag overal voorkomt. Er ligt iets meer nadruk op de grote steden. Dit is vooral te zien in de spreiding van het pakket, niet in de spreiding over het probleem. Het ver- schil in het probleem tussen steden en het platteland is niet significant. 3. Zijn er gegevens beschikbaar specifiek voor het gebied waarop u zich wilt richten? Ja, deze interventie is ontwikkelend om landelijk ingezet te kunnen worden. In de handleiding van Meidenvenijn is niet fijn! worden landelijke cijfers gegevens rondom het pestgedrag. Dit is eerder aan bod gekomen bij vraag 2 van Hoe zien de verschillende betrokkenen het probleem? 1. Is bekend in hoeverre de doelgroep het probleem zelf ook als probleem ervaart? Ja, op basis van praktijkervaring, maar ook tijdens de pilots is gebleken dat de meiden het wel dege- lijk als een probleem ervaren, maar in de complexiteit van hun eigen pestgedrag niet weten hoe ze het moeten oplossen. Het voelt niet fijn om onderling ruzie te hebben en vernederd te worden. Zich veilig en prettig kunnen voelen in een groep is een belangrijk aspect. 2. Is nagegaan welke personen, groepen, instanties en maatschappelijke sectoren betrokken zijn bij het in stand houden of oplossen van het probleem? Ja. De handleiding van Meidenvenijn is niet fijn! beschrijft duidelijk dat de meiden betrokken dienen te worden bij het oplossen van het pestgedrag. Ook worden de ouders van de meisjes geïnformeerd middels een ouderfolder. Jongens worden bij de interventie betrokken tijdens preventielessen en na afloop van het lespakket voor de meiden. 3. Is nagegaan in hoeverre er tussen deze personen, groepen, instanties en maatschappelijke secto- ren overeenstemming is over de oorzaken van het probleem? Ja, er is overeenstemming met verschillende partijen over de oorzaken van het probleem. Zo is er overeenstemming met onder andere het APS, PPSI en Pestweb. 4. Is de probleembeleving nagegaan voor belangrijke subgroepen, zoals etnische of culturele groe- pen, verschillen tussen mannen en vrouwen of tussen protestantse en openbare scholen? 10

12 Ja, er is aandacht besteed aan de probleembeleving tussen belangrijke subgroepen. Er is echter be- wust gekozen om hier in de interventie geen onderscheid in te maken. De interventie is universeel en gericht op stereotiep meidengedrag. In de eerste versie van de interventie is er wel onderscheid ge- maakt in etniciteit. Op basis van de uitkomsten van de gebruikersenquête die is gehouden met be- trekking tot deze versie, is de keuze gemaakt om dit onderscheid in de volgende versies niet meer te maken. 5. Is nagegaan of er vanuit de politiek of publieke opinie reden of druk is om aandacht te schenken aan het probleem? Ja, hier wordt zeker aandacht aan besteed. Media zoals kranten en TV besteden vaak aandacht aan het onderwerp pesten, bijvoorbeeld het AD die een artikel van Meidenvenijn is niet fijn! op de voorpagina heeft gezet. Vooral het algemene probleem van pesten wordt publiek gezien als belang- rijk. Hier wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, bijvoorbeeld in het nieuwe televi- sieprogramma van RTL4 over pesten. Ook is er de dag van het pesten, 19 april. 11

13 Cluster 3: Determinanten van (psychische) problematiek, gedrag en omgeving. 3.1 Theoretisch model 1. Is aangegeven welke theoretische aannames of modellen men heeft gebruikt voor de verklaring van de (psychische) problematiek, het risico-, of gewenste gedrag of de omgevingsfactor? Ja, er zijn theorieën gebruikt om het gedrag van pesters te verklaren. Zo is er gebruik gemaakt van het kwadrant van Ofman om inzicht te krijgen in eigen en andermans gedrag en om het pestgedrag te verklaren. Het 5G model wordt tijdens de interventie ingezet om de sterke onderlinge samenhang tussen gebeurtenis, gedachten, gevoel, gedrag en het uiteindelijke gevolg te verklaren. De omge- vingsfactoren worden buiten beschouwing gelaten. 2. Is aannemelijk gemaakt dat het gekozen model geschikt is voor toepassing op de (psychische) problematiek, het gedrag of de omgevingsfactor? Ja, middels een algemene inhoud, de gekozen onderdelen, de aanpak (incl. werkboekjes) en de vormgeving heeft Cycloop Concept Creatie BV een model gevonden die adequate handvatten geeft om deze problematiek en het bijbehorende gedrag aan te pakken. Door het inzetten van een goede handleiding, het aanbieden van individuele en teamworkshops en informatiefolders en - avonden voor de intermediairs heeft de school de keuze om het pakket niet alleen te implementeren in één enkele klas, maar de aanpak en inzichten te verspreiden in een bredere context (kind ouder school) 3. Is duidelijk hoe de factoren elkaar en het gedrag, de omgevingsfactor en/of het probleem positief of negatief beïnvloeden? Ja, het wordt duidelijk dat de oorzaak pesten ervoor zorgt dat slachtoffers meer kans hebben op sociale en emotionele problemen. Gevoelens van eenzaamheid en depressie worden vergroot en bestaande problemen verergeren. Veel van deze kinderen hebben een lage zelfwaardering en ont- wikkelen een wantrouwen richting leeftijdsgenoten. Deze gevoelens kunnen leiden tot verder isole- ment, diepere depressie en nog meer pestgedrag uitlokken. Bovendien hebben gepeste kinderen vaker last van psychosomatische klachten, zoals hoofdpijn, slaapproblemen, buikpijn, bedplassen en vermoeidheid. Ook is duidelijk dat de ouders een zekere invloed hebben op het pestgedrag van de kinderen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat meisjes die thuis worden blootgesteld aan agressie, vaker pesten. 3.2 Bijdrage van de determinanten aan (psychische) problematiek, gedrag of omgevingsfactor. 1. Is bekend welke determinanten (op persoonlijk, sociale omgeving- en fysieke omgevingsniveau) van invloed zijn op het gewenste of ongewenste gedrag, de omgevingsfactor of het (psychische) probleem? Ja, het merendeel van de determinanten die van invloed kunnen zijn op het gedrag, de omgevings- factoren of het probleem, worden niet benoemd omdat dit ook niet relevant blijkt te zijn. Determi- nanten als de invloed van de omgeving, normen en waarden, afkomst etc. worden ook niet bespro- ken. Er wordt echter wel gesproken over de determinanten uit het model van het Kwadrant van Of- 12

14 man en het 5G model. Hieruit komt naar voren dat kwaliteiten en valkuilen van invloed zijn op het gedrag en daarnaast ook non- verbale en verbale communicatie. 2. Is duidelijk welke determinanten het belangrijkst zijn? Ja, er wordt ingespeeld op de determinant leeftijd doordat er rond de leeftijd van 9 t/m 15 jaar posi- ties worden bepaald. 3. Is duidelijk hoe hard de bewijslast voor de determinanten is? Ja, er is genoeg bewijs te vinden in boeken zoals die van Wiseman. Daarnaast ondervond Cycloop Concept Creatie BV op de NOT- beurs een feest van herkenning doordat er zoveel leraren en on- derwijskundigen waren die het probleem beaamde en herkenden. 4. Is duidelijk in hoeverre de determinanten geldig zijn voor relevante subgroepen (bijvoorbeeld leeftijd, sekse, etnische, religieuze of anderszins culturele groepen)? Ja, er is gekeken naar deze determinanten. Echter is er bewust gekozen om enkel te richten op leef- tijd en sekse, omdat er gekeken wordt naar het groepsproces. Ook blijken andere determinanten niet altijd een significant verschil te hebben met het probleem. 3.3 Beïnvloeding van de determinanten 1. Is een inschatting gemaakt van de beïnvloedbaarheid van de determinanten (op het persoonlijke, sociale en fysieke omgevingsniveau) in de gegeven situatie? Ja, over de determinanten die genoemd zijn (zoals valkuilen, kwaliteiten, verbale en non- verbale communicatie, helpende en niet helpende gedachten) wordt wel de verwachting uitgesproken dat deze beïnvloedbaar zijn. Deze determinanten worden ook bewust beïnvloed in de interventie. 2. Is bij die inschatting gebruikgemaakt van theoretische en/of empirische kennis over beïnvloed- baarheid van de determinanten? Ja, middels het 5G model wordt hier een inschatting van gemaakt. 3.4 Prioritering en keuze 1. Is specifiek omschreven op welke gedrags- of omgevingsfactor(en) of (psychische) problematiek men zich gaat richten? Ja, de gedragsfactoren waar de interventie zich op richt om het pestgedrag te beïnvloeden worden wel beschreven. Het is duidelijk op welke problematiek zij zich willen richten zoals het voorkomen en/of stoppen van pesten onder meisjes. De interventie speelt in op omgevingsfactoren, zoals de sfeer in de klas. 2. Is beschreven met welk probleem (of welke problemen) op het gebied van gezondheid of kwaliteit van leven deze factor(en) samenhangt (samenhangen)? Ja. Zij geven aan dat kinderen die pesten, niet leren op een sociaal aangepaste manier te onderhan- delen met anderen. Daardoor kunnen ze uiteindelijk onaangepaste gedragspatronen ontwikkelen en 13

15 lopen ze een grotere kans op ernstige problemen in de adolescentie. Ze komen vaker in aanraking met justitie, drinken meer alcohol en plegen vaker zelfmoord. Meisjes die vroeger pestten hebben op latere leeftijd een grotere kans om betrokken te raken bij huiselijk geweld en om tienermoeder te worden. Ook de invloed van pestgedrag op de slachtoffers wordt beschreven, deze kinderen hebben meer kans op sociale en emotionele problemen. 3. Is specifiek omschreven op welke determinant(en) van de gedrag- of omgevingsfactor(en) of (psy- chische) problematiek men zich gaat richten? Ja, er wordt in het lesmateriaal per thema duidelijk naar welke gedragsveranderingen zij willen toe- werken, zoals het bewust laten maken van de valkuilen die de meisjes hebben, wat vriendschap voor hen betekend, vertrouwen etc. In de introductie van het lesmateriaal voor de meisjes wordt wel dui- delijk waarom zij deze cursus gaan doen. 4. Is omschreven op welke (risico- en/of doel)groep men zich gaat richten? Ja, de doelgroep is omschreven als meisjes van 9 tot en met 15 jaar. 14

16 Cluster 4: Doelgroep 4.1 Algemene en demografische kenmerken van de doelgroep 1. Is duidelijk welke algemene en demografische kenmerken relevant zijn voor dit specifieke pro- ject? Voor een ja- antwoord dien je duidelijkheid te hebben over minimaal de eerste vijf van on- derstaande kenmerken: Omvang van de doelgroep Leeftijd Geslacht SES (opleidingsniveau, inkomen, beroep, werksituatie) Etnische achtergrond Culturele achtergrond Burgerlijke staat, woonsituatie Geografische locatie Taal die men spreekt, leest, analfabetisme Ja. De omvang van de doelgroep, leeftijd en geslacht zijn duidelijk en de andere factoren zijn bij deze interventie niet relevant. De methode is er vooral op gericht om juist niet in te gaan op diverse varia- ties binnen de groep meiden. Er wordt gebruik gemaakt van stereotype rollen. Het doel van deze stereotypering is om voor de leraren en de meiden inzichtelijk te krijgen hoe een meidengroep in elkaar steekt. De andere demografische kenmerken zijn binnen de interventie niet relevant om mee te nemen. 2. Zijn er concrete cijfers gegeven over de relevante kenmerken bij de doelgroep in dit project? Ja, er worden concrete cijfers over de kenmerken van de doelgroep bekend gemaakt. Zo wordt in het begin van de handleiding duidelijk cijfermatig benoemd hoeveel procent pester of gepeste is. We- reldwijd worden vijf tot twintig procent van de kinderen slachteroffer van pesten en tien tot twintig procent is dader. 4.2 Motivatie en mogelijkheden van de doelgroep 1. Is bekend hoe zeer de doelgroepleden zijn gemotiveerd tot verandering? Ja, er zit echter wel verschil wat betreft de rol die meiden in de groep hebben en de leeftijd van de meiden. Over het algemeen kun je stellen dat de pester zich of in eerste instantie niet aangesproken voelt en onverschillig reageert, of juist meteen op haar achterste benen gaat staan. Het gepeste kind vindt het vaak in eerste instantie eng. Ze wil er liever niet over praten, of alleen in algemeenheden. Maar ze is hiernaast ook ontzettend geïnteresseerd. De tussengroep reageert neu- traal geïnteresseerd tot enthousiast. In de loop van het traject verandert de houding van de groep van argwanend, bang of neutraal observerend naar actieve participatie. Hiermee verandert dus ook de motivatie voor verandering. Hoe jonger de kinderen, hoe opener, enthousiaster en gemotiveerder ze in eerste instantie zijn. Mei- den in het voortgezet onderwijs, met name vanaf klas 2, zijn wat meer gereserveerd. Maar ook hier is een ontwikkeling te zien richting enthousiasme en motivatie in de loop van de lessen. 15

17 2. Is bekend welke factoren invloed hebben op de motivatie tot verandering bij de doelgroepleden? Ja, de motivatie van de doelgroepleden wordt gestimuleerd door de diverse onderdelen binnen de interventie. Deze verschillende onderdelen zijn onder andere: opdrachten, rollenspellen, stickervel- len, sleutelhangers en het eigen werkboekje. Daarnaast heeft de interventie een aantrekkelijk lay- out, waarin tijdens de ontwikkeling bijdrage is gevraagd van de doelgroep. Deze lay- out draagt bij aan de motivatie van de doelgroep om aan de interventie mee te werken. 3. Is voor dit specifieke project bekend welke wensen, behoeften, beperkingen en barrières de doel- groepleden zelf hebben ten aanzien van verandering? Ja, er is afstemming op de ontwikkelingsfase en barrières. Er zijn geen beperkingen voor het onder- wijs, echter moet er wel afstemming met lessen plaats vinden doordat de jongens alleen deel kunnen nemen aan de preventieles. In het speciaal onderwijs worden handvatten aangeboden om begrippen om te vormen en begrijpelijker te maken voor de kinderen. Het basispakket is wel flexibel, maar de oefeningen zijn een handreiking. Er mag gevarieerd mee worden. Conclusie: matig 4.3 Bereikbaarheid van de doelgroep 1. Is duidelijk via welke kanalen men de doelgroep kan bereiken? Ja, de doelgroep wordt specifiek benaderd via een meidenblad, de Fancy en via een digitaal kanaal, het Jeugdjournaal. De begeleiders voor de interventie worden benaderd via mailing, digitaal kanaal als leraar 24, vakbladen als de Juf en Mensenkinderen, NOT beurs, Onderwijsbeurs in Utrecht en de organisatie van workshops. De bereikbaarheid van de doelgroep en ouders word uitgebreid door de inzet van blogs, die recentelijk nog in de maak zijn. 2. Is de keuze voor het kanaal (locatie, medium, persoon) onderbouwt? Ja, de keuze voor de kanalen was om eerst zoveel mogelijk bekendheid te krijgen via mailing aan de doelgroepscholen en via het versturen van een landelijk persbericht. Daarna is er meer aandacht gevraagd op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Er is hierbij gekozen voor alle scholen en instellin- gen die met meidengroepen werken. Er is voor vertrouwenspersonen gekozen, omdat zij bekend zijn met sociaal emotionele trainingen en voor leraren vanuit opvoedkundig perspectief. 16

18 Cluster 5: Doelen 5.1 Doelen sluiten aan op de analyse 1. Worden in de doelomschrijving diverse niveaus van doelen onderscheiden? Denk aan doelen op het niveau van gezondheid/kwaliteit van leven, gedrag/omgeving/problematiek, determinanten en aan voorwaardenscheppende doelen. Ja, in de doelomschrijving worden diverse niveaus van doelen onderscheiden. Op gedragsniveau wordt bijvoorbeeld de bewustwording van het eigen gedrag en de ombuiging van negatief naar posi- tief gedrag beschreven. 2. Sluiten de doelen aan op de gemaakte analyse in de voorgaande clusters? Ja, de doelen sluiten aan op de gemaakte analyse in de voorgaande clusters, want in de doelstellin- gen is rekening gehouden met verschillende aspecten uit de eerder beschreven clusters. Er is hierbij te denken aspecten als: in hoeverre de doelgroep bereid is tot verandering, welke relevante kenmer- ken naast leeftijd en geslacht zijn belangrijk en welke factoren van zijn invloed op de motivatie tot verandering. 5.2 Doelen zijn specifiek, tijdsgebonden en meetbaar 1. Omvatten de doelen een specificatie van de factoren die men wenst te veranderen? Ja, in de handleiding staat omschreven wat ze per lesblok willen bereiken en op welke factoren ze tijdens de interventie bij de doelgroep willen inspelen. 2. Omvatten de doelen een specificatie van de doelgroep, bij wie moet het beoogde doel worden bereikt? Ja, de doelen zijn per doelgroep gespecificeerd. 3. Omvatten de doelen een specificatie van de beoogde omvang van effecten? Nee, de doelen zijn niet SMART geformuleerd. Er wordt summier genoemd wat er bereikt wenst te worden, maar er wordt geen omvang of tijdsperiode van het beoogde effect genoemd. 4. Omvatten de doelen een specificatie van de termijn waarbinnen de doelen bereikt moeten zijn? Nee, de doelen van de lessen en de doelen per betrokken doelgroep die in het lespakket zijn gefor- muleerd, zijn niet SMART beschreven. Conclusie: matig 5.3 Doelen zijn aanvaardbaar 1. Passen thema en doelen in de taakstelling van de organisatie? Ja, de organisatie houdt zich bezig met maatschappelijke thema s en problemen. Doormiddel van interventies trachten zij oplossingen te bedenken om deze thema s en problematiek aan te pakken. Het is een commerciële instelling, waardoor winst maken ook in ogenschouw wordt gehouden. 17

19 2. Zijn de doelen van de interventie aanvaardbaar (te maken) voor de financier/opdrachtgever en eventueel medisch- ethische commissie? Ja, in dit geval is de intermediair (de school) de financier en is er geen expliciete opdrachtgever. Als de school het pakket aanschaft, wordt er genoegen genomen met de gestelde doelen van de inter- ventie. 3. Zijn de doelen van de interventie aanvaardbaar (te maken) voor eventuele samenwerkingspart- ners en uitvoerende? Ja, er zijn op dit moment aanvaardbare doelen geformuleerd. Deze zijn echter nog niet SMART, als dit gedaan wordt zullen de doelen wellicht aanvaardbaarder worden voor eventuele samenwer- kingspartners en uitvoerende. 4. Zijn de doelen van de interventie aanvaardbaar (te maken) voor de doelgroep? Ja, de doelen sluiten aan op de interventie voor de doelgroep en bij de ontwikkeling van de interven- tie is er afstemming geweest met de meiden uit de doelgroep qua inhoud, taalgebruik en lay- out. 5.4 Doelen zijn haalbaar 1. Is doorgerekend hoeveel personeel, geld en tijd nodig is om de doelen te realiseren? Ja, de tijd die een docent of begeleider nodig heeft om de interventie voor te bereiden en uit te voe- ren is minimaal 12 uur per interventie Meidenvenijn is niet fijn!. De kosten voor het aanschaffen van het pakket zijn 395, - zonder aanvulpakket. Daarnaast kan er extra besteed worden aan een aanvulpakket van 195, -. Er kunnen ook abonnementen aangeschaft worden. Abonnement A is het basispakket voor 320, - en aanvulset voor 175, -, Abonnement B is het basispakket voor 295, - en aanvulsets voor 165, -, abonnement C is het basispakket voor 270, - en aanvulsets voor 155, -. De lespakketten worden na invoering onderdeel van het takenpakket van de leraar en zal dus geïn- tegreerd worden in het reguliere lesprogramma. Hierdoor hoeven geen extra kosten voor de docen- ten gerekend te worden. 2. Kan men beschikken over voldoende deskundigheid, gezag en samenwerkingspartners om de doelen te realiseren? Ja, de scholen kunnen altijd hulp inschakelen bij de organisatie. Er wordt geadviseerd om een work- shop bij Cycloop Concept Creatie BV te volgen, zodat het lespakket Meidenvenijn is niet fijn! op een juiste manier gegeven wordt om de beoogde doelen te realiseren. Daarnaast kan via de site om ex- terne deskundigheid worden gevraagd, doordat de organisatie beschikt over een netwerk van ver- schillende specialisaties. Scholen beschikken zelf vaak over een Zorg Advies Team (ZAT) en kunnen daarom ook intern be- schikken over de juiste deskundigheid. Het ZAT is een samenwerkingsverband tussen een leerplicht- ambtenaar, maatschappelijk werker, bureau jeugdzorg, centrum voor jeugd en gezin, jeugdgezond- heidszorg en de politie. 18

20 Cluster 6: Interventieontwikkeling 6.1 Onderbouwing van de rationale van de interventiestrategie a. Afstemming van de interventiemethode op doelen en doelgroepen 1. Zijn de gekozen interventiemethoden benoemd? Ja, de interventie staat duidelijk uitgelegd. De handleiding is zeer uitgebreid, er staat precies be- schreven hoe de verschillende lesblokken zijn opgebouwd en hoelang deze lesblokken zullen duren. 2. Is onderbouwd dat de interventiemethoden geschikt zijn om de gestelde doelen te realiseren? Ja, er zijn per lesblok doelen opgesteld die in dat blok behandeld worden. De interventiemethoden die dan gehanteerd worden, trachten de doelstellingen te bereiken. Er is echter nog geen effecteva- luatie geweest, waardoor er niet met zekerheid gezegd kan worden dat de gestelde doelen behaald worden. b. Eerdere ervaringen met de interventiemethode 1. Zijn er succes- of faalervaringen met de interventiemethode beschikbaar van anderen? Ja, zo is er bijvoorbeeld de interventie Plezier op school, welke ook gebruik maakt van het 5G- model. Deze interventie is ook theoretisch goed onderbouwd volgens het Loket Gezond Leven van het RIVM. 2. Zijn er eigen succes- of faalervaringen met de interventiemethode beschikbaar? Ja, er is informatie beschikbaar van een gebruikersenquête uit 2009 die is uitgevoerd onder de deel- nemende scholen. Uit deze enquête is naar voren gekomen welke succes- en faalfactoren de scholen na de eerste versie van de interventie hebben ervaren. 3. Lijkt de methode in de huidige situatie in potentie effectief? Ja, de methode lijkt in potentie effectief doordat de eerste resultaten van een aantal pilotscholen positief zijn. Daarnaast is er een enorme aandacht voor het onderwerp en uit gesprekken met diverse leerkrachten en onderwijsdeskundigen op de NOT- onderwijsbeurs komt naar voren dat er behoefte aan is. Cycloop Concept Creatie BV geeft aan dat de interventie nog maar enkele maanden op de markt is dus dat er nog geen duidelijke resultaten zijn. 6.2 Duur, intensiteit en timing a. Duur en intensiteit van de interventie 1. Is er empirische of praktische informatie beschikbaar over met welke duur en intensiteit de inter- ventie moet worden uitgevoerd om de doelen te bereiken? Ja, in de handleiding komt duidelijk naar voren hoe de interventie uitgevoerd wordt, hoe lang de lesblokken duren en hoe vaak dit gegeven moeten worden. 2. Is er op basis van die informatie de optimale duur en intensiteit van de interventie bepaald? 19

21 Ja, de minimale duur van de voorbereiding en uitvoering van de interventie is 10 uur. Deze 10 uur is onderverdeeld in één keer 2 uur voor de preventie les en vier keer 2 uur voor de andere lesblokken. b. Timing van de interventie 1. Is er nagegaan in hoeverre ontvankelijkheid van de doelgroep voor de interventie te maken heeft met bepaalde kalenderperioden? Ja, er is gekeken binnen welke kalenderperioden de interventie het beste ingevoerd kon worden. Het is niet relevant of de interventie in een bepaalde maand of seizoen wordt ingevoerd. 2. Is er nagegaan in hoeverre de interventie qua timing aansluit bij relevante specifieke ervaringen van doelgroepsleden? Ja, er is voor de doelgroep van 9 tot 15 jaar gekozen vanwege de cognitieve vaardigheden van de meiden in deze leeftijdscategorie. De overgang van het basis naar het voortgezet onderwijs speelt een belangrijke rol. Hierbij gaat het vooral om het positie bepalen binnen een groep en de lichamelij- ke en geestelijke verandering met betrekking tot de puberteit. Uit gegevens van een aantal pilotscho- len in de ontwikkelfase van de interventie en van feedback van onderwijskundigen is nagegaan of dit aansluit bij de doelgroep. 3. Is er nagegaan in hoeverre de interventie qua timing aansluit bij de leeftijd of ontwikkelingsfase van de doelgroep? Ja, de belangrijkste reden voor de keuze van de leeftijd en ontwikkelingsfase van de doelgroep was, omdat in deze leeftijdscategorie vaak nieuwe posities in een groep worden bepaald. Voor meer in- formatie zie vraag Als de interventie zal worden uitgevoerd door intermediairs groepen; is bij het bepalen van de timing van de interventie rekening gehouden met de betreffende intermediairs groepen? Ja, er wordt rekening gehouden met de intermediairs groepen. Deze krijgen zelf de mogelijkheid om te bepalen wanneer zij de interventie invoeren en wanneer zij de lessen uitvoeren. Daarnaast wordt er goed gebruik gemaakt van de intermediaire doelgroep, omdat in de leeftijdscategorie waarvoor de inventie is, de doelgroep leerplichtig is. Zij worden dus altijd bereikt. 6.3 Afstemming van de doelgroep a. Participatie van de doelgroep 1. Voor elders ontwikkelde interventies; is de algemene doelgroep minimaal geconsulteerd bij de ontwikkeling van de interventie? Ja, tijdens de ontwikkeling van de interventie heeft er een pilot plaatsgevonden op twee scholen. Er heeft voortdurend afstemming plaatsgevonden met de doelgroep qua inhoud, taalgebruik en lay- out. Er zijn bij de pilots op twee scholen zelfgemaakte vragenlijsten afgenomen. Deze vragenlijsten waren door de doelgroep gedeeltelijk ingevuld om de voortgang van de interventie niet in gevaar te laten komen. De rest van de vragenlijst moet nog terug worden gevraagd. Er is daarnaast via persoonlijk 20

22 contact feedback verkregen van de doelgroep. Binnen de interventie zijn er ook voorbeelden en ver- halen opgenomen die uit de praktijk bij de doelgroep naar voren kwamen. 2. Voor elk project: is de specifieke doelgroep voor dit project minimaal geconsulteerd bij de ontwik- keling van de interventie of de keuze voor de modelinterventie? Ja, er wordt in de interventie geen onderscheid gemaakt tussen de algemene en de specifieke doel- groep. Voor deze vraag geldt daarom dezelfde onderbouwing als voor de bovenstaande vraag. 3. Voor elk project; heeft de doelgroep, gezien de aard van het project, voldoende geparticipeerd in de ontwikkeling van of de keuze voor de interventie? Ja, de doelgroep is betrokken bij de ontwikkeling van de interventie doordat zij vragenlijst hebben ingevuld naar aanleiding van de pilots die waren uitgezet. Met de doelgroep heeft er afstemming plaats gevonden over de inhoud, taalgebruik en lay- out van de interventie. b. Afstemming op de cultuur 1. Sluit de inhoud aan op de kennis, opvattingen, gebruiken, rollen en mogelijkheden van de leden van de (sub)culturele groep? Ja, tijdens de ontwikkeling van de interventie is er veel contact geweest met de doelgroep over de inhoud, lay- out en taalgebruik van de interventie. De interventie richt zich op stereotypering van een aantal meidenrollen, die bij de doelgroep rond deze leeftijd bepaald zijn. Daarnaast zijn er ook voor- beelden en verhalen uit de praktijk van de doelgroep in de interventie gebruikt, wat aangeeft dat het aansluit bij opvattingen en gebruiken van doelgroep. 2. Is het medium adequaat om de leden van de (sub)culturele doelgroep te bereiken en de inhoud over te brengen? Is het medium gangbaar, aantrekkelijk? Ja, de vernieuwde lay- out van de interventie is gemaakt op basis van feedback die door de doelgroep is gegeven. De eerste versie werd voornamelijk door het voortgezet onderwijs als te kinderachtig ervaren. De nieuwe kleuren en tekeningen van de meidenrollen zijn bij de doelgroep uitgebreid ge- test en worden door de doelgroep als aantrekkelijk ervaren. 3. Heeft de bron of zender toegang tot de doelgroep? Ja, er heeft na de uitzet van de pilots van de interventie op twee scholen persoonlijk contact plaats- gevonden met de doelgroep. In dit contact heeft de doelgroep feedback gegeven op de interventie. 4. Geeft de bron of zender blijk van inzicht in en kennis van de culturele gebruiken en sociale normen van de doelgroep? Ja, in het gesprek met Frank van Bezouw komt naar voren dat hij blijk geven inzicht en kennis te heb- ben over de culturele gebruiken en sociale normen van de doelgroep. Dit is naar voren gekomen vanuit de pilots die zijn gehouden. 5. Ervaart de doelgroep de interventie als aansluitend bij hun cultuur? Ja, uit de pilots blijkt dat de doelgroep de interventie vindt aansluiten bij hun cultuur. Dit komt ook naar voren uit feedback die verkregen is bij de NOT- beurs. 21

23 6.4 Effectieve technieken 1. Indien onderstaande technieken relevant zijn voor dit project, zijn ze ook toegepast? Effectieve technieken: Ruimte voor persoonlijke benadering Er is in de interventie ruimte voor persoonlijke benadering. De interventie is echter wel gericht op het groepsproces. Feedback Feedback wordt binnen de interventie in verschillende vormen toegepast. Er zijn groepsgesprekken met feedback en er zit een rollenspel in waarin feedback wordt gegeven. Gebruik van beloningsstrategieën Er wordt gebruik gemaakt van een beloningsstrategie, doormiddel van sleutelhangers. Tevens werkt de sleutelhanger ook als geheugensteuntje aan de interventie. Barrières voor gewenst gedrag wegnemen Hier wordt aan gewerkt in het lespakket. De barrières zijn in dit geval de valkuilen van de meisjes die worden omgebogen naar kwaliteiten. Sociale steun regelen, omgeving erbij betrekken De interventie is een groepsproces, waardoor er in de groep sociale steun is. De meisjes kunnen daarbij (anoniem) met de leraar communiceren om hem bij de groep te betrekken. Aanleren van vaardigheden Het aanleren van vaardigheden komt binnen de interventie aan bod, doordat een doel van de inter- ventie is om valkuilen om te buigen naar kwaliteiten en negatief gedrag om te buigen naar positief gedrag. Follow- up regelen Er worden in de interventie tips aan de uitvoerders gegeven om een eigen follow- up te verwezenlij- ken. Bij het bestellen van de interventie kan er gekozen worden voor een aanvulset, om het tweede jaar de interventie weer toe te passen. Goal- setting en implementatie- intenties Goalsetting komt naar voren doordat er binnen de interventie groep- en persoonlijke doelen worden gesteld. Daarnaast wordt er ook gewerkt met adviseurs van onderwijsadviesdiensten die de uitvoer- ders implementatievaardigheden bijbrengen zoals train de trainer. Interactieve benadering Er wordt gewerkt via een interactieve benadering, doordat er in het lespakket veel interactieve spel- len en opdrachten voorkomen. 6.5 Haalbaarheid in de praktijk a. Afstemming van de intermediairs doelgroepen 1. Zijn de leden van de intermediairs doelgroep(en) geraadpleegd bij de ontwikkeling van de inter- ventie? Ja, bij de ontwikkeling van de interventie zijn er verschillende intermediairs doelgroepen geraad- pleegd voor input, zoals de leraren die de interventie uitvoeren. 22

24 2. Past de ontwikkelde interventie bij de werkwijzen, procedures, normen en waarden van de inter- mediairs en hun organisatie? Ja, de interventie is een lespakket dat ingevoerd kan worden in het reguliere lesprogramma van de basisschool en het voortgezet onderwijs. De enige belemmering hierin is dat jongens uit de klas bui- ten beschouwing worden gehouden, voor hen moet een andere oplossing gevonden worden. Een mogelijk alternatief voor de jongens is beschreven in de handleiding, zoals Kanjertraining of gymles- sen. b. Kenmerken van de implementeerbaarheid van de interventies 1. Is nagegaan/beschreven in hoeverre intermediairs vinden dat gebruik van de interventie hen voordeel zal opleveren, in vergelijking met de huidige praktijk? Ja, uit de gebruikersenquête is gebleken dat de intermediairs in de meeste gevallen vinden dat de interventie positief werkt ten opzichte van de situatie zonder de interventie. Ook de geluiden over de vernieuwde versie van de interventie zijn positief. 2. Is nagegaan/beschreven in hoeverre intermediairs de ontwikkelde interventie inpasbaar vinden binnen de werkprocedures? Ja, op basisscholen is nagegaan dat een dagdeel voor de interventie inpasbaar is en op het voortge- zet onderwijs is nagegaan dat mentoruren hiervoor inpasbaar zijn. 3. Is nagegaan/beschreven in hoeverre intermediairs over de vereiste vaardigheden beschikken om de interventie uit te voeren? Ja, uit de enquête van de eerste versie van de interventie kwam naar voren dat docenten volgens bepaalde methodieken werken en hierop is in de tweede versie geanticipeerd. De methode is daar- naast gebaseerd op didactische en pedagogische vaardigheden van docenten, vertrouwenspersonen, interne begeleiders en zorg coördinatoren. Er is een mogelijkheid om als intermediair een workshop te volgen. Deze workshop geeft inzicht in meidenvenijn, de werking van het lespakket en besteed aandacht aan gesprekstechnieken. 4. Is nagegaan/beschreven of de interventie voldoende procedurele helderheid bevat? Is de inter- mediairs duidelijk wat ze geacht worden te doen? Ja, voor de intermediairs staat in de handleiding duidelijk beschreven welke procedures gevolgd moeten worden en wat ze precies in welk tijdsbestek moeten doen. 5. Is nagegaan/beschreven of intermediairs vinden dat de ontwikkelde interventie voldoende expe- rimenteerruimte bevat? Kunnen intermediairs de interventie uitproberen zonder er aan vast te zitten? Nee, in de gebruikersenquête is niet ingegaan op de vraag of dat de intermediairs vinden dat de ontwikkelde interventie voldoende experimenteerruimte bevat. Hiertoe worden wel voldoende mid- delen aangeboden (workshops) en ook uit reacties van intermediairs blijkt dat zij voldoende ruimte hebben om te experimenteren. De intermediairs kunnen de interventie niet eerst uitproberen zon- der er aan vast te zitten, het gehele pakket dient te worden besteld. 23

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering Dr. Gerard Molleman NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit 9 november 2007 Wilma Rouwenhorst (1915-2000) Pionier

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Preventie Effectmanagement Instrument Preffi 2.0 Operationalisering en normering

Preventie Effectmanagement Instrument Preffi 2.0 Operationalisering en normering Preventie Effectmanagement Instrument Preffi 2.0 Operationalisering en normering Projectnaam: Type project: Naam beoordelaar: Datum beoordeling: Operationalisering en normering Preffi 2.0 Met behulp van

Nadere informatie

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2. Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.0 Cluster 0: Randvoorwaarden 0.1 Empowermentvaardigheden

Nadere informatie

Empowerment Kwaliteit Instrument EKI

Empowerment Kwaliteit Instrument EKI Empowerment Kwaliteit Instrument EKI voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.0 Gerard Molleman NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit Programma 14.05 Eigen ervaringen met

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

: Mw F. Langerak- Oostrom

: Mw F. Langerak- Oostrom RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 1 december 2015 Zaaknummer :203787 Datum Raadsvergadering : 14 december 2015 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : Mw F. Langerak-

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Besluit Raad Nr. Datum ^ ^ DEC 2 015

Besluit Raad Nr. Datum ^ ^ DEC 2 015 gemeenle ^ Montfoort Besluit Raad Nr. Datum ^ ^ DEC 2 015 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuiliehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti pest coördinatoren Mw. L. Admiraal Dhr. H. de Koningh Inhoud Voorwoord 2 Doel 2 Voor wie 2 Wat verstaan we onder pesten 2 Wat verstaan we onder plagen

Nadere informatie

B&B + Ik hou van mij Jongens Be A Man! Kennisoverdracht Jongeren weten wanneer seksueel gedrag V V V V grensoverschrijdend is en wanneer niet.

B&B + Ik hou van mij Jongens Be A Man! Kennisoverdracht Jongeren weten wanneer seksueel gedrag V V V V grensoverschrijdend is en wanneer niet. Checklist VIMP4Youth Aan de slag met preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder jongeren: welke interventie is geschikt? In deze checklist zijn drie interventies opgenomen: de theatervoorstelling

Nadere informatie

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden LIEVERWIJS kindercoaching & training kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling Een rups kan altijd nog een vlinder worden Kindercoaching Van Rups naar Vlinder Voor kinderen in de

Nadere informatie

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT Vooraf In dit pestprotocol staat welke maatregelen de school neemt om pesten te voorkomen (preventie) en pesten aan te pakken. Het geeft aan dat OBS De Duizendpoot het bestrijden

Nadere informatie

Mentale Weerbaarheid activiteiten voor het voortgezet onderwijs

Mentale Weerbaarheid activiteiten voor het voortgezet onderwijs Mentale Weerbaarheid activiteiten voor het voortgezet onderwijs De school is voor jongeren een belangrijke plek voor het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden. Jongeren die sociaal en emotioneel

Nadere informatie

Grip op agressief en lastig gedrag

Grip op agressief en lastig gedrag Grip op agressief en lastig gedrag AgressieWerk.nl Brochure Agressietraining voor docenten, leerkrachten & OPP Omgaan met lastig en agressief gedrag AgressieWerk.nl 06-42170546 info@agressiewerk.nl Brochure

Nadere informatie

Pestprotocol. Anna van Rijn College

Pestprotocol. Anna van Rijn College Pestprotocol Anna van Rijn College Versie 31-1-2017 Definitie: Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Gedragsprotocol. Trots zijn op jezelf en op elkaar!

Gedragsprotocol. Trots zijn op jezelf en op elkaar! Gedragsprotocol Trots zijn op jezelf en op elkaar! Voorwoord Op de Ekke de Haan verwachten we dat de leerlingen, leerkrachten en ouders op een prettige manier met elkaar omgaan. Het is belangrijk dat er

Nadere informatie

Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016. Een stappenplan bij pesten op school

Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016. Een stappenplan bij pesten op school Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016 Een stappenplan bij pesten op school Wat is pesten? Pesten is een verschijnsel dat op elke school en in

Nadere informatie

Protocol tegen pesten

Protocol tegen pesten Protocol tegen pesten Versie juli 2019 1 Voorwoord 3 Pesten 4 Wat is pesten? 4 Digitaal pesten 4 Visie op pesten 4 Uitgangspunten pestprotocol 5 Preventieve maatregelen 5 Signaleren van pestgedrag 7 Curatieve

Nadere informatie

Sociale veiligheid op school

Sociale veiligheid op school Sociale veiligheid op school 1 Inleiding In dit document staat omschreven welk beleid en welke protocollen gehanteerd worden op t Kofschip met betrekking tot de sociale veiligheid. Het is een weerslag

Nadere informatie

Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid.

Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid. Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid. Een onderwijsprotocol tegen pesten houdt in dat door samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen wordt aangepakt. Hiermee willen

Nadere informatie

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO 1. Inleiding Er zijn soms leerlingen die tijdelijk geen onderwijs kunnen volgen op hun eigen school. De reden hiervoor is

Nadere informatie

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen Omgaan met pestgedrag voor leerlingen Algemeen: Uw ROC wil door middel van eenduidige trainingen pesten structureel aanpakken. Trainingen en cursussen als maatwerk. Doelstelling: Het doel van de training

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit Menukaart Gezonde basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit : Plaats: Locatie: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-mailadres: Datum invullen: Inhoud: Om op een effectieve manier invulling te geven aan gezondheidsthema

Nadere informatie

Smartpool. Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool. Resie Hoeijmakers en Amika Singh. Evaluatie Smartpool op school

Smartpool. Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool. Resie Hoeijmakers en Amika Singh. Evaluatie Smartpool op school Smartpool Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool Resie Hoeijmakers en Amika Singh Augustus 201 Mulier Instituut Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Gebruik van Smartpool 3. Tevredenheid

Nadere informatie

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school Een Positief leer en leefklimaat op uw school met TOPs! positief positief denken en doen Leerlingen op uw school ontwikkelen zich het beste in een positief leer- en leefklimaat; een klimaat waarin ze zich

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

BELEID. tegen PESTEN

BELEID. tegen PESTEN BELEID tegen PESTEN Versie januari 2014 Beleid tegen pesten Penta Primair Inleiding Onderzoek wijst uit dat pesten een frequent voorkomend en vaak terugkerend probleem op scholen is. Door het vroegtijdig

Nadere informatie

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan

Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan 1 2 Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan Inhoudsopgave Inleiding 1. Actuele gezondheidssituatie

Nadere informatie

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?

Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem. Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag? Stappenplan grensoverschrijdend gedrag 4 e Montessorischool de Pinksterbloem Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag? Fysieke agressie of geweld: Het uitoefenen van elke vorm van feitelijk geweld

Nadere informatie

Samen goed voor elkaar!

Samen goed voor elkaar! Samen goed voor elkaar! Omgangsprotocol Sint Maartenschool Pesten op school Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus

Nadere informatie

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

t Kompas School met de Bijbel Westbroek t Kompas School met de Bijbel Westbroek Het protocol sociaal gedrag Het pestprotocol is een belangrijk onderdeel van het beleid van onze school. We hebben dan ook een protocol opgesteld dat op de hele

Nadere informatie

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest. PESTPROTOCOL Pesten komt helaas op iedere school voor> Het is een probleem dat we onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. De manier waarop dat gebeurt, wordt beschreven in dit protocol. Het

Nadere informatie

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet De Onderzoeksvraag Plek onderzoeksvraag Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie Probleemanalyse probleemstelling Literatuur Onderzoeksvraag Onderzoeksopzet De onderzoeksvraag Goed onderzoek

Nadere informatie

Antipest- en sociaal veiligheidsprotocol 2018 Obs de Woldstroom Jenaplan. Antipest- en sociaal veiligheidsprotocol 2018 obs de Woldstroom Jenaplan

Antipest- en sociaal veiligheidsprotocol 2018 Obs de Woldstroom Jenaplan. Antipest- en sociaal veiligheidsprotocol 2018 obs de Woldstroom Jenaplan Antipest- en sociaal veiligheidsprotocol 2018 Obs de Woldstroom Jenaplan Pesten is een probleem dat het welzijn en de ontwikkeling van kinderen ernstig bedreigd. Al jaren wordt gezocht naar de beste manier

Nadere informatie

Format werkplan maatschappelijke organisatie

Format werkplan maatschappelijke organisatie Format werkplan maatschappelijke organisatie Naam organisatie Jongerenvereniging KPJ Limburg 1. Activiteitnaam (en nummer) In Veilige Handen 2. Korte omschrijving De zorg voor een veilige omgeving is essentieel

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS Reina Bos en Henk Versteeg 0 Inhoudsopgave: 1. Pesten op school: Hoe gaan wij er mee om? 2. Algemene voorwaarden 3. Hoe willen wij daar op De Balans mee omgaan? 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster. Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 4 Dt Stageschool: Heerbeeck College Stagebegeleider: S. van Driel

Nadere informatie

Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon?

Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon? Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon? Dan vind je hier alle informatie Data komende training: Zaterdag 23 mei 9.30-16.30 Zaterdag 6 juni 9.30-16.30 Zaterdag 27 juni 9.30-16.30 Zaterdag 11 juli 9.30-16.30

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Over sociale media, positieve psychologie en gezondheid: een impressie

Over sociale media, positieve psychologie en gezondheid: een impressie Over sociale media, positieve psychologie en gezondheid: een impressie #Team16 Team #16 is de klankbordgroep van het programma Impuls Gezonde Leefstijl Jeugd (#Jeugdimpuls). De groep bestaat uit vier jongeren,

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Beantwoording vragen PvdA onderzoek "Seks onder je 25ste" BESLUITEN

Beantwoording vragen PvdA onderzoek Seks onder je 25ste BESLUITEN Behoudens advies van de commissie WOWZ B&W.nr.: 05.0533 d.d. 19 april 2005 Onderwerp Beantwoording vragen PvdA onderzoek "Seks onder je 25ste" BESLUITEN 1. De beantwoording van de vragen van de PvdA over

Nadere informatie

Strippenkaart Schoolmaatschappelijk Werk

Strippenkaart Schoolmaatschappelijk Werk MEE Utrecht, Gooi & Vecht meedoen mogelijk maken Strippenkaart Schoolmaatschappelijk Werk Schakel tussen onderwijs en zorg SMW 2 SMW Introductie De Strippenkaart: flexibiliteit en maatwerk Met de komst

Nadere informatie

Het veilige pedagogische klimaat van de school

Het veilige pedagogische klimaat van de school Het veilige pedagogische klimaat van de school Op de Montessorischool vinden we een sociaal veilig klimaat heel belangrijk. De kern van veiligheid is respect, het respectvol omgaan met elkaar. Dit betekent

Nadere informatie

WEERBAARHEIDSTRAININGEN

WEERBAARHEIDSTRAININGEN WEERBAARHEIDSTRAININGEN INBEDDEN IN EEN MEERSPOREN WEERBAARHEIDSBELEID voor BASISSCHOLEN VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND BREVOORDT Sacha Jansen Schuiling, weerbaarheidstrainingen Groenlo, oktober 2010 INLEIDING

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Onderbouwing Taken JGZ-medewerkers bij preventie, signalering en aanpak van pesten Preventie pesten tijdens contactmomenten signalering risicofactoren Tijdens de contactmomenten

Nadere informatie

Onderwijs - onderzoek

Onderwijs - onderzoek Onderwijs - onderzoek Belangrijkste punten uit ervaringsonderzoek School en Vriendschap Publieksversie december 2018 Heeft het schooltype invloed op sociale leven van leerling met een beperking? Vooraf

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

De Kanjertraining Wat moet je weten over de kanjertraining? Doelen Aanpak

De Kanjertraining Wat moet je weten over de kanjertraining? Doelen Aanpak De Kanjertraining Wat moet je weten over de kanjertraining? Kanjertraining is bedoeld voor kinderen en jongeren van 4 tot 16 jaar die problemen hebben in de omgang met anderen en voor hun klasgenoten en/of

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

Anti-Pest Protocol. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om?

Anti-Pest Protocol. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Anti-pest Protocol Anti-Pest Protocol Er gelden drie uitgangspunten: 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten komt helaas op iedere school

Nadere informatie

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies 30-10-2013 Wat levert werken met Benzies & Batchies op? Seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkómen en terugdringen Om seksueel grensoverschrijdend

Nadere informatie

Samenvatting Het effect van Loving me, loving you

Samenvatting Het effect van Loving me, loving you Samenvatting Het effect van Loving me, loving you Deel V Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Het effect van Loving me, loving you Een programma ter preventie

Nadere informatie

plagen Pest protocol obs Jules Verne 2012 Inleiding.

plagen Pest protocol obs Jules Verne 2012 Inleiding. Pest protocol obs Jules Verne 2012 Inleiding. Onze school is een Vreedzame school. Dit houdt in dat in alle groepen heldere afspraken zijn gemaakt over hoe we met elkaar om gaan. Ook worden kinderen d.m.v.

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

LMC HPC Charlois. Anti Pestprotocol. Pesten op een effectieve & constructieve wijze voorkomen

LMC HPC Charlois. Anti Pestprotocol. Pesten op een effectieve & constructieve wijze voorkomen LMC HPC Charlois Anti Pestprotocol Pesten op een effectieve & constructieve wijze voorkomen I Huijser & DS Boldewijn 1-1-2017 Inhoud 1. Verantwoording Pestprotocol... 2 Doelstelling... 2 Wat verstaan we

Nadere informatie

Brief voor ouder over thema 1

Brief voor ouder over thema 1 Brief voor ouder over thema 1 Steeds meer scholen besteden aandacht aan sociaal-emotionele vaardigheden en gezondheidsvaardigheden. Niet alleen om probleemgedrag te bestrijden en om ongewenst gedrag te

Nadere informatie

PESTPROTOCOL HET KLEURRIJK

PESTPROTOCOL HET KLEURRIJK PESTPROTOCOL PESTPROTOCOL HET KLEURRIJK INHOUD Voorwoord 3 Inleiding 3 Uitgangspunten 3 Doel 3 De werkwijze op het Kleurrijk 4 Preventief 4 Curatief 5 2 VOORWOORD INLEIDING Plagen en pesten worden vaak

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders Deze bijlage hoort bij hoofdstuk 4.9 en 4.11. Dit zelfassessment is ontwikkeld door Barbara de Boer, adviseur bij CPS. Zij maakte daarbij gebruik

Nadere informatie

Huiselijk geweld in Limburg

Huiselijk geweld in Limburg Huiselijk geweld in Limburg De Limburgse Gezondheidsenquête Inleiding In het kader van het landelijke pilot-project Vrouwenveiligheidsindex (VVI) hebben de gezamenlijke Limburgse GGD en een extra rapportage

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

PESTPROTOCOL (versie april 2014)

PESTPROTOCOL (versie april 2014) PESTPROTOCOL (versie april 2014) Op de Lispeltuut willen wij de kinderen een veilige leeromgeving bieden. Kinderen moeten zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. Een gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Veiligheid en schoolklimaat

Veiligheid en schoolklimaat de staat van het onderwijs 3 Veiligheid en schoolklimaat Over het algemeen voelen leerlingen zich veilig op school. Dat geldt niet voor alle leerlingen. Soms zijn er bovendien ernstige incidenten met verstrekkende

Nadere informatie

Pestprotocol van basisschool. De Wjukslach

Pestprotocol van basisschool. De Wjukslach Pestprotocol van basisschool De Wjukslach Wat is de inhoud van het pestprotocol? Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordigers van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat men pestgedrag

Nadere informatie

Schoolgids Deel b SO De Leeuwerik

Schoolgids Deel b SO De Leeuwerik Schoolgids 2018-2019 Deel b SO De Leeuwerik Inleiding Onze schoolgids is opgeknipt in twee delen, deel A en B. Dit is deel B. Dit deel gaat met name over de schoolontwikkeling en de onderwijsopbrengsten.

Nadere informatie

Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT

Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT Wij zitten op een fijne school, roepen deze leerlingen van openbare basisschool De Mei in Wormerveer. Op deze school werken ze met de methode KiVa,

Nadere informatie

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005. Hoe maak ik een jeugdenquête Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland 2005 Hoe maak ik een jeugdenquête Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Wanneer een enquête 4 Hoofdstuk 2 Hoe maak ik een enquête 5 Hoofdstuk 3 Plan van aanpak

Nadere informatie

Schoolgids Deel b SO Klein Borculo

Schoolgids Deel b SO Klein Borculo Schoolgids 2018-2019 Deel b SO Klein Borculo Inleiding Onze schoolgids is opgeknipt in twee delen, deel A en B. Dit is deel B. Dit deel gaat met name over de schoolontwikkeling en de onderwijsopbrengsten.

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2010 1 Gedragsprotocol de Boomgaard Pesten in school, hoe ga je er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het

Nadere informatie

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk! In de les praten over relaties en seksualiteit Hoe maak je het makkelijk en leuk! Hoe kunt u leerlingen ondersteunen en leert u hen verantwoorde keuzes te maken op het gebied van relaties en seksualiteit?

Nadere informatie

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoe werken wij aan een positief klimaat 3. Wat verstaan wij onder ongewenst gedrag 4. Wat doen leerkrachten bij ongewenst gedrag

Nadere informatie

PESTPROTOCOL Splitting

PESTPROTOCOL Splitting PESTPROTOCOL Splitting Een pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde

Nadere informatie

Deeltaak 9.2a en b Public Health groepsvoorlichting

Deeltaak 9.2a en b Public Health groepsvoorlichting Deeltaak 9.2a en b Public Health groepsvoorlichting Opdracht De opdracht wordt in het VHO 9.4 Groepsvoorlichting (module 9) geïntroduceerd en toegelicht. Doel van de opdracht Je kunt groepsvoorlichting

Nadere informatie

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010 GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010 1 Algemeen In 2010 is er een Grote Ouder- en Leerlingenenquete geweest. Het onderzoek is uitgevoerd door het bekende bureau Beekveld en Terpstra. Alle ouders en de

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Lessons learned: pilot Dapper App

Lessons learned: pilot Dapper App Naam Afzender De ontwikkeling van een app ter ondersteuning van zelfmanagement van het kind met overgewicht en obesitas en zijn gezin Auteur: Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wat is Dapper? 4 2.1 Waarom een app

Nadere informatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

S.V.F. Sportvereniging Fortissimo Sportpark De Nieuwe Kamp Overrijnseveld GH Cothen BIJLAGE 2: Pestprotocol

S.V.F. Sportvereniging Fortissimo Sportpark De Nieuwe Kamp Overrijnseveld GH Cothen BIJLAGE 2: Pestprotocol BIJLAGE 2: Inhoudsopgave 1.... 2 2. Stap 1 Signalering van pestgedrag... 2 3. Stap 2 Bespreking met de groep... 3 4. Stap 3 Oplossingen bedenken... 4 5. Stap 4 Afspraken maken... 4 6. Stap 5 Afronding:

Nadere informatie

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geweld en kindermishandeling Doelgroep: Directies, leerkrachten en interne contactpersonen in primair onderwijs In deze protocollen beperken we ons tot een korte beschrijving van de taken die de interne

Nadere informatie

Workshop Orion Event 14 maart 2018

Workshop Orion Event 14 maart 2018 Workshop Orion Event 14 maart 2018 Seksuele vorming, samen met ouders Sandra Zaal, gz-psycholoog/seksuoloog i.o. szaal@cordaan.nl Simone Kuiper, coördinerend begeleider skuiper@cordaan.nl Even voorstellen

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Presentatie Sturing en Monitoring 1Gezin1Plan

Presentatie Sturing en Monitoring 1Gezin1Plan Presentatie Sturing en Monitoring 1Gezin1Plan Bijeenkomst managers en beleidsmedewerkers gemeenten en aanbieders Hollands Midden oktober 2017 Annelies Kooiman, adviseur Leren Professionaliseren Movisie

Nadere informatie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten. Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 3 Dt Stageschool: Sint Lucas Stagebegeleider: H. van Gogh B. Vermogen

Nadere informatie

Anti-pestprotocol Dalton IKC Zeven Zeeën

Anti-pestprotocol Dalton IKC Zeven Zeeën Anti-pestprotocol Dalton IKC Zeven Zeeën Het belang van een anti-pestprotocol Een positief en veilig klimaat is noodzakelijk voor kinderen om zich goed te ontwikkelen. Op IKC Zeven Zeeën doen we onze uiterste

Nadere informatie

Accent College REGELING PESTEN

Accent College REGELING PESTEN Accent College REGELING PESTEN Oktober 2003 Inhoudsopgave 0 Vaststelling I Algemeen II Protocol III Concrete uitwerking IV Aanhangsel 1 V Aanhangsel 2 0 Vaststelling Het Accent College W. de Zwijgerlaan

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder Informatiebrochure Inhoud Waarom een Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder? 3 Voor wie is de Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder bestemd? 3 Resultaten van de opleiding

Nadere informatie

Interventie-evaluatie

Interventie-evaluatie Interventie-evaluatie Gemaakt door: Job van Lare, Adriaan von Harenberg, Gérared Hanssen & Samuël Schipperheijn Klas: SGM VEO3G Opleiding: Sport, Gezondheid en Management Fase: Hoofdfase 3, leerjaar 4

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol Floris Radewijnszschool. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie