De klachtplicht bij koop

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De klachtplicht bij koop"

Transcriptie

1 De klachtplicht bij koop HR 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, 419 (Ploum/Smeets II) M r. Y. A. R a m p e r s a d e n m r. J. A. v a n d e r W e i d e * 1 Inleiding In maart van dit jaar heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak Ploum/Smeets II. 1 Dit arrest hangt in procedurele zin samen met het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2007 (Ploum/Smeets I). 2 Ploum heeft in 1994 een perceel grond met tankstation verkocht en geleverd aan Smeets. Later blijkt dit perceel grond op zodanige wijze te zijn verontreinigd dat het perceel in een provinciaal saneringsprogramma is opgenomen. Smeets klaagt over het gebrek, waarop Ploum zich verweert door te stellen dat Smeets niet binnen bekwame tijd in casu veertien maanden na de aankoop heeft geklaagd. Het gevolg van een te late klacht is dat de koper elke rechtsvordering en elk verweer ter zake van de tekortkoming verliest. 3 Het arrest Ploum/Smeets II is een vervolg op een aantal arresten die de Hoge Raad de afgelopen jaren met betrekking tot de klachtplicht, zoals die is neergelegd in art. 6:89 en 7:23 BW, heeft gewezen. In Ploum/Smeets II heeft de Hoge Raad de gezichtspuntencatalogus, waartoe hij reeds in eerdere rechtspraak 4 een aanzet heeft gegeven, uitgebreid en nader uitgewerkt. Deze gezichtspunten bieden handvatten bij de beantwoording van de vraag of de schuldeiser (koper) een onder- * Mr. Y.A. Rampersad is onlangs afgestudeerd in de richtingen Civiel recht en Straf(proces)recht aan de Universiteit Leiden. Mr. J.A. van der Weide is universitair docent burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden. De auteurs zijn mr. M.M. Stolp, advocaat bij Houthoff Buruma te Den Haag, zeer erkentelijk voor haar commentaar op een eerdere versie van deze bijdrage. 1. HR 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, 419 (Ploum/Smeets II). Zie over dit arrest ook T.F.E. Tjong Tjin Tai, Kroniek van het vermogensrecht, NJB 2011, p ; J.H.M. Spanjaard, Algemene voorwaarden, klachtplicht en exoneratie: contractanten, wees duidelijk en volledig!, Contracteren 2011, p ; M.M. van Rossum, Hoge Raad houdt meer rekening met belangen koper bij onderzoeksplicht en klachtplicht, NJB 2011, p ; W.H. van Boom, Klachtplicht bij koop, AA 2011, p HR 23 november 2007, LJN BB3773, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets I), waarin de Hoge Raad oordeelde dat de klachtplicht ex art. 6:89 BW van toepassing is op alle vorderingen die voortkomen uit het niet-beantwoorden van de zaak aan de overeenkomst, waaronder die uit onrechtmatige daad. Kritisch: Hijma in zijn NJ-annotatie (randnr. 11) bij HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 (Pouw/Visser), alsmede Asser/Hijma 5-I, Deventer: Kluwer 2007, nr. 548 e.v. 3. TM, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p ; TC, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p. 148 en MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Zie voor de gevolgen van de schending van de klachtplicht ook HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/Visser), alsmede HR 23 november 2007, LJN BB3773, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets I). 4. Zie HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/Visser); HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545 (Lafranca/Chipshol Forward). zoek naar een vermoed gebrek in de prestatie heeft ingesteld en uitgevoerd met de voortvarendheid die, gelet op de omstandigheden van het geval, in redelijkheid van hem kan worden gevergd (de duur van de onderzoekstermijn), hetgeen van belang is voor de beantwoording van de vraag of hij (vervolgens) binnen bekwame tijd heeft geklaagd (de klachttermijn). 5 In het navolgende zullen eerst de feiten en het procesverloop van Ploum/Smeets II worden besproken (par. 2). Vervolgens wordt nader ingegaan op de klachtplicht, waarbij kort aandacht wordt besteed aan de ratio van de klachtplicht en het verschil tussen art. 6:89 en 7:23 BW. Daarna wordt de ontwikkeling die de klachtplicht heeft doorgemaakt in de jurisprudentie van de Hoge Raad en de lagere rechtspraak besproken. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de omstandigheden die van belang zijn bij het bepalen van de lengte van de onderzoeks- en klachttermijn (par. 3). Ten slotte worden de gevolgen behandeld die zijn verbonden aan een schending van de klachtplicht (par. 4). Afgesloten wordt met een conclusie (par. 5). 2 Feiten en procesverloop In 1994 verkoopt en levert Ploum een perceel grond met daarop een tankstation aan Smeets, een professionele exploitant van tankstations. In de akte van levering (transportakte) van 21 januari 1994 is onder meer een bepaling opgenomen inhoudende dat het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond, alsmede bepalingen op grond waarvan koper Smeets mocht vertrouwen dat de grond van het tankstation op afdoende wijze was gesaneerd. Op 17 februari 1994 wordt aan Ploum bekend dat het perceel is opgenomen in een provinciaal saneringsprogramma. Een maand later, op 21 maart 1994, wordt dit bericht door de echtgenoot van Ploum doorgestuurd naar Smeets. Een jaar later (27 maart 1995) na onderzoek naar de verontreiniging te hebben verricht klaagt Smeets bij Ploum over de ernst van de bodemverontreiniging. Daarbij beroept Smeets zich op het conformiteitsvereiste van art. 7:17 BW en klaagt zij dat het gekochte niet de eigenschappen bezit die zij op grond van de met Ploum gesloten koopovereenkomst mocht verwachten. 5. Zie voor de vraag naar de duur van de klachttermijn in geval van nietconsumentenkoop HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/Visser): geen vaste termijn, maar afhankelijk van de omstandigheden van het geval. 320 M v V , n u m m e r 1 2

2 Door Ploum wordt aangevoerd dat de klacht van Smeets, een jaar na dato, niet kan worden aangemerkt als een klacht binnen bekwame tijd als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW. In zijn arrest van 3 maart 2009 oordeelt Hof Arnhem dat Smeets op grond van de in de akte van levering opgenomen bepalingen er zonder meer van uit mocht gaan dat de grond van het tankstation was gesaneerd. Het feit dat Smeets als een deskundige kan worden aangemerkt, doet daar volgens het hof niets aan af; Smeets mocht de tijd nemen om een nader onderzoek in te stellen naar de ernst van de bodemverontreiniging. Wat de klachtplicht betreft baseert het hof zich daarbij op de uitleg die de Hoge Raad aan art. 7:23 lid 1 BW heeft gegeven in het arrest Pouw/Visser. 6 Dit juridisch kader dat thans in cassatie onbestreden is gebleven heeft het hof als volgt weergegeven: (i) De vraag of de koper binnen bekwame tijd heeft gereclameerd over gebreken aan de afgeleverde zaak, kan niet in algemene zin worden beantwoord. (ii) Waar het geen consumentenkoop betreft, dient de koper (a) ter beantwoording van de vraag of de hem afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek te verrichten en (b) binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of bij een dergelijk onderzoek had behoren te ontdekken dat zulks niet het geval is, hiervan kennis te geven aan de verkoper. (iii) De lengte van de onder (ii) bedoelde termijn is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. (iv) Het onder (a) bedoelde onderzoek dient, gelet op de door art. 7:23 lid 1 beschermde belangen van de verkoper, door de koper te worden ingesteld en uitgevoerd met de voortvarendheid die gelet op de omstandigheden van het geval in redelijkheid van hem kan worden gevergd. In dit verband kunnen onder meer van belang zijn de aard en de waarneembaarheid van het gebrek, de wijze waarop dit aan het licht treedt en de deskundigheid van de koper. (v) Onder omstandigheden kan een onderzoek door een deskundige nodig zijn. In beginsel mag de koper de uitslag van het onderzoek afwachten zonder de verkoper van het onderzoek op de hoogte te brengen. (vi) Wanneer echter mag worden verwacht dat met het onderzoek lange tijd is gemoeid, of zulks tijdens de loop daarvan blijkt, volgt uit de strekking van art. 7:23 lid 1 BW dat de koper aan zijn wederpartij onverwijld kennis dient te geven van dat onderzoek en de verwachte duur ervan. (vii) De vraag of de onder ii (b) bedoelde kennisgeving binnen bekwame tijd is geschied, dient te worden beantwoord onder de afweging van alle betrokken belangen en met inachtneming van alle relevante omstandigheden, waaronder het antwoord op de vraag of de verkoper nadeel lijdt door de lengte van de in acht genomen klachttermijn. Een vaste termijn kan daarbij niet worden gehanteerd, ook niet als uitgangspunt. 6. HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma. In aanvulling op het bovengenoemde toetsingskader noemt de Hoge Raad vervolgens in cassatie 7 een aantal andere gezichtspunten die relevant zijn bij het vaststellen van de lengte van de onderzoekstermijn, zoals de aard van de gekochte zaak, de inhoud van de koopovereenkomst, de door de verkoper gedane mededelingen, de ingewikkeldheid van het onderzoek, alsmede de ernst van de tekortkoming. Bovendien overweegt de Hoge Raad in r.o : Als de koper op eenvoudige wijze kan (laten) vaststellen of een vermoed gebrek ook werkelijk bestaat, zal dat onderzoek niet lang mogen duren. Als deze zekerheid alleen op langdurig of kostbaar onderzoek kan worden gebaseerd, zal de koper daarvoor de nodige tijd moeten worden gegund. Als de koper voor het verkrijgen van informatie of voor het verrichten van onderzoek afhankelijk is van de medewerking van derden, zal ook daarmee rekening moeten worden gehouden. Het gebrek aan (tijdige) medewerking van derden komt niet altijd en zonder meer voor rekening van de koper. Bij dit alles is in belangrijke mate mede bepalend (zie hiervoor onder vii) in hoeverre de belangen van de verkoper al dan niet zijn geschaad. Als die belangen niet zijn geschaad, zal er niet spoedig voldoende reden zijn de koper een gebrek aan voortvarendheid te verwijten. In dit verband kan de ernst van de tekortkoming meebrengen dat een nalatigheid van de koper hem niet kan worden tegengeworpen. Vervolgens komt de Hoge Raad tot de conclusie (r.o ) dat de feitenrechter op begrijpelijke gronden tot het oordeel is gekomen dat Smeets niet onredelijk lang de tijd heeft genomen voor onderzoek naar een mogelijke verontreiniging van de grond. 3 De klachtplicht 3.1 Ratio Uit de parlementaire geschiedenis van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW volgt dat de ratio van de klachtplicht hierin is gelegen dat de schuldenaar erop moet kunnen rekenen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en, indien dit niet het geval blijkt te zijn, zulks eveneens met spoed aan de schuldenaar meedeelt. Naar de kern genomen strekt de klachtplicht er dus toe de schuldenaar (verkoper) te beschermen tegen (te) late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. 8 Voorts is een voortvarende klachtmelding met het oog op het belang van de schuldenaar (verkoper) gewenst, nu hij alsdan kan besluiten tot het al dan 7. HR 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, TM, Parl. Gesch. Boek 6, p ; TM, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p. 146; MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p. 152; MvA I, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Vgl. tevens HR 29 juni 2007, NJ 2008, 604 m.nt. Jac. Hijma (Amsing/Dijkstra-Post Beheer). Zie ter illustratie recentelijk Hof Leeuwarden 26 april 2011, LJN BQ5704, r.o en Hof Den Bosch 7 juni 2011, LJN BQ7634, r.o Minder recent HR 30 mei 1997, NJ 1997, 544: rechtsverwerking door bewijsnadeel; de vordering werd veertien jaar na het ongeval ingesteld. M v V , n u m m e r

3 niet voortzetten van de productie en tot het eventueel verhaal halen bij eerdere schakels in de fabricageketen of op een verzekeraar. 9 Met het klagen binnen bekwame tijd wordt bedoeld dat de schuldeiser (koper) dient te reageren binnen zo korte tijd als in de gegeven omstandigheden en in verband met zijn onderzoeksplicht van hem kan worden gevergd. 10 In ieder geval dient het te gaan om een reactie binnen een korte termijn, 11 met spoed. 12 De wijze van klagen is vormvrij, zolang de klacht maar duidelijk is. Dit betekent dat de schuldeiser (koper) in beginsel zijn wederpartij, voor zover mogelijk, tevens moet informeren over de gestelde aard en/of omvang van de tekortkoming. 13 Schriftelijk klagen verdient aanbeveling, omdat bij betwisting door de schuldenaar (verkoper) dat niet binnen bekwame tijd is geklaagd, de bewijslast in beginsel op de schuldeiser (koper) rust. 14 In hun onderlinge verhouding is art. 6:89 BW de lex generalis (het moederartikel ) die bepaalt dat de schuldeiser binnen bekwame tijd moet protesteren, nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken. Art. 7:23 BW is de lexspecialis ten opzichte van art. 6:89 BW en ziet op de klachtplicht bij koopovereenkomsten. Art. 7:23 BW maakt, anders dan art. 6:89 BW, een onderscheid tussen een consumentenkoop en een niet-consumentenkoop. Het eerste lid van art. 7:23 BW bepaalt dat de consumentkoper binnen bekwame tijd moet protesteren na de (feitelijke) ontdekking van het gebrek. 15 Voor een consumentenkoop geldt op grond van de laatste zinsnede van art. 7:23 lid 1 BW dat een klacht binnen twee maanden na ontdekking van het gebrek tijdig is. 16 Klaagt de consument na afloop van de tweemaandentermijn, dan heeft zijn klacht in beginsel niet tijdig plaatsgevonden. Of dan binnen bekwame tijd is geklaagd, hangt vervolgens af van de omstandigheden van het geval. 17 De consumentkoper, die in het algemeen minder deskundig zal zijn dan de verkoper, wordt op grond van art. 7:23 lid 1 BW, laatste zinsnede, beschermd door de eis van feitelijke ontdekking van het gebrek. Het moment waarop de consumentkoper het gebrek had kunnen ontdekken, is derhalve niet relevant; met een onderzoeksplicht wordt de consumentkoper 9. Zie ook R.P.J.L. Tjittes, De klacht- en onderzoeksplicht bij ondeugdelijke prestaties, RM Themis 2007, p. 16, alsmede C.J.M. Bollen & T. Hartlief, De klachtplicht van de teleurgestelde contractant. Een laatste alles of niets-bolwerk ontmanteld, NJB 2009, p MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p TM, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Nota, Kamerstukken II 2001/02, , nr. 6, p Zie HR 11 juni 2010, LJN BL8297, NJ 2010, 331. Vgl. voorts Rb. Almelo 14 september 2011, LJN BT Zie HR 23 november 2007, LJN BB3773, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets I). Vgl. tevens J.J. Dammingh, Non-conformiteit bij de koop van woningen, Advocatenblad 2005, p Zie bijv. Hof Leeuwarden 24 maart 2004, LJN AO6256 (asbestverontreiniging). 16. Dit is voortgekomen uit art. 5 lid 2 van de Richtlijn consumentenkoop. 17. Zie ook M. van Kogelenberg, Wie niet komt klagen, wordt overgeslagen, WPNR 6733 (2007), p Onder omstandigheden kan een later dan twee maanden na de ontdekking gedane kennisgeving dus wel degelijk als tijdig worden aangemerkt. Vgl. MvT, Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3, p. 24. niet belast. Pas vanaf het moment dat de consumentkoper het gebrek feitelijk heeft ontdekt, begint de klachttermijn te lopen. Art. 6:89 BW biedt deze bescherming niet, maar dit zou wel kunnen worden bewerkstelligd door hoge eisen te stellen aan het behoren te ontdekken, zodat er sprake is van feitelijke ontdekking. 18 Art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW zijn beide een uitwerking van het leerstuk van de rechtsverwerking en vinden hun oorsprong in de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 en 6:248 lid 2 BW) Evolutie De ontwikkeling die de klachtplicht heeft doorgemaakt in de jurisprudentie van de Hoge Raad en de lagere rechtspraak heeft veelal betrekking op casus van niet-consumentenkoop, omdat in die gevallen de wetgever geen vaste termijn heeft gegeven en de lengte van de onderzoeks- en klachttermijn (dus) afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Zoals door de Hoge Raad in eerdere jurisprudentie is bepaald 20 en thans nog eens wordt onderstreept in het arrest Ploum/Smeets II (r.o ) kan een vaste (onderzoeks- en klacht)termijn niet worden gehanteerd, ook niet als uitgangspunt. In de parlementaire geschiedenis van art. 6:89 en 7:23 BW wordt een beperkt aantal omstandigheden genoemd aan de hand waarvan dient te worden beoordeeld of door de schuldeiser (koper) binnen bekwame tijd is geklaagd. Zo worden genoemd de mate van waarneembaarheid van de afwijking, 21 de aard van de overeenkomst en de gebruiken. 22 De wijze waarop de klachtplicht en de daarbij behorende onderzoeksen klachttermijn concreet moet worden ingevuld, is vervolgens in de jurisprudentie nader uitgewerkt. In het arrest Pouw/Visser 23 heeft de Hoge Raad daarbij een onderscheid gemaakt tussen: (a) de onderzoeksplicht (onderzoekstermijn) en (b) de klachtplicht (klachttermijn) van de koper. De koper dient (a) ter beantwoording van de vraag of de hem afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek te (kunnen) verrichten, en (b) binnen bekwame tijd, nadat hij heeft ontdekt of bij een dergelijk onderzoek had behoren te ontdekken dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomt beantwoordt, hiervan kennis te geven aan de verkoper. 18. Tjittes 2007, p. 19. R.P.J.L. Tjittes, Naar een uniforme Klachtplicht bij consumentencontracten, Contracteren Special Willem Grosheide 2011, p Vgl. MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p. 152; MvA I, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Zie ook S. Tamboer, De klachtplicht van de koper in het Nederlandse kooprecht, TvC 2008, p HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/ Visser); HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545 (Lafranca/ Chipshol Forward). 21. TM, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p TM, Parl. Gesch. Boek 6, p HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma. De casus die aan dit arrest ten grondslag ligt, betreft een koper van een oud woonhuis die na levering van de woning wordt geconfronteerd met schimmel en houtrot. Vijf maanden later stelt hij de verkoper daarvoor aansprakelijk. Naar het oordeel van verkoper heeft koper niet binnen bekwame tijd geklaagd. 322 M v V , n u m m e r 1 2

4 Ter beoordeling van de vraag of de termijn voor onderzoek en de termijn voor klagen in acht zijn genomen, zijn door de Hoge Raad in het arrest Pouw/Visser verschillende gezichtspunten geformuleerd. 24 Zo wordt de lengte van de onderzoekstermijn afhankelijk gesteld van onder meer de aard van het gebrek, 25 de waarneembaarheid van het gebrek, de wijze waarop het gebrek aan het licht treedt, alsmede de deskundigheid van de koper. 26 Is met het onderzoek een langere tijd gemoeid, dan rust op de koper een tussentijdse mededelingsplicht. De lengte van de klachttermijn dient op haar beurt te worden beantwoord onder afweging van alle betrokken belangen en met inachtneming van alle relevante omstandigheden, waaronder het antwoord op de vraag of de verkoper nadeel lijdt door de lengte van de in acht genomen klachttermijn. 27 Aldus verlengt de Hoge Raad als het ware de klachttermijn, door de koper een termijn voor onderzoek te geven ter beantwoording van de vraag of de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt. 28 Wanneer de onderzoekstermijn voorbij is, gaat de termijn lopen waarbinnen de koper zijn beklag moet doen. De hiervoor genoemde gezichtspunten komen opnieuw naar voren in het arrest Lafranca/Chipshol Forward. 29 Dit arrest is primair gericht op de duur van de klachttermijn. De vennootschap Chipshol Forward heeft aandelen verkocht aan (aspirant-)aandeelhouders Lafranca c.s. De aandeelhouders klagen na enkele jaren over een gebrek; de waarde van de aandelen heeft zich veel ongunstiger ontwikkeld dan dat zij hadden mogen verwachten en bij de aandelenemissie is naar hun oordeel door Chipshol Forward onjuiste en misleidende informatie verstrekt. De gezichtspunten die in het arrest (r.o. 3.4) aan de orde komen en die van belang zijn voor de beoordeling van de lengte van de klachttermijn zijn het nadeel dat de verkoper lijdt als gevolg van het verstrijken van de tijd totdat tegen de afwijking is geprotesteerd, de waarneembaarheid van de afwijking, de deskundigheid van partijen, de onderlinge verhouding van partijen, de aanwezige juridische kennis en de behoefte aan voorafgaand deskundig advies. Instructief zijn de overwegingen in lagere instantie van Hof Amsterdam: de aard van de goederen aandelen brengt met zich mee dat de waarde en verkoopbaarheid afhankelijk zijn van verschillende 24. HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/ Visser), r.o Zie in dit verband ook Mon. Nieuw BW A-2 (Smits), p Bijv. in geval van bederfelijke waren (korte klachttermijn). Zie reeds HR 5 april 1968, NJ 1968, 251 (Pekingeenden); HR 9 maart 2010, LJN BQ2723 (aardappelen); Hof Arnhem 19 januari 2009, LJN BL0932 (citroenen). 26. Zie recentelijk Rb. Almelo 14 september 2011, LJN BT2050, r.o. 5.9, alsmede Rb. Utrecht 10 december 2003, JOR 2004, 166, waarin de Rabobank Bahreinse dinars pas zes weken later op echtheid controleerde. Dit was volgens de rechtbank te laat (r.o. 4.8): Naar het oordeel van de rechtbank mag van een bank, mede gelet op de noodzakelijke rechtszekerheid in het betalingsverkeer, worden verwacht dat zij bankbiljetten die zij in ontvangst neemt, en in het kader waarvan zij de rekening van een klant crediteert, voor zover mogelijk onmiddellijk op echtheid controleert. 27. Zo ook HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545 (Lafranca/ Chipshol Forward), r.o Vgl. Van Boom 2011, p HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545. factoren en deze snel kunnen veranderen. Lafranca heeft royaal ervaring met het beleggen in aandelen. In die hoedanigheid kon aan Lafranca bezwaarlijk een langere klachttermijn worden gegund. Verder komt naar het oordeel van het hof betekenis toe aan de omstandigheid dat partijen niet enkel contractspartijen zijn, maar ook met elkaar van doen hebben als aandeelhouders en uitgevende vennootschap. Met het oog op deze bijzondere rechtsverhouding mocht Lafranca enerzijds de tijd nemen alvorens te klagen, maar anderzijds Chipshol Forward niet nodeloos in bewijsmoeilijkheden brengen door jarenlang te wachten met protesteren. Niet de lengte van de klachttermijn, maar de duur van de onderzoekstermijn is voorwerp van debat in het arrest Ploum/ Smeets II. Na eerst in r.o het juridisch kader ter bepaling van de duur van de onderzoeks- en klachttermijn uit het arrest Pouw/Visser te hebben weergegeven (zie hiervoor par. 2), richt de Hoge Raad zich in r.o op de lengte van de onderzoekstermijn. Als relevante wegingsfactoren (gezichtspunten) worden genoemd de aard van de gekochte zaak en de overige omstandigheden. Ter nadere duiding van deze overige omstandigheden wijst de Hoge Raad, naast de gezichtspunten uit het arrest Pouw/Visser, op de inhoud van de koopovereenkomst, de door de verkoper gedane mededelingen, alsmede de ingewikkeldheid van het onderzoek. Wat het laatstgenoemde gezichtspunt betreft wordt expliciet overwogen dat een eenvoudig onderzoek niet lang mag duren, terwijl voor een langdurig of kostbaar onderzoek aan de koper de nodige tijd zal moeten worden gegund. Is de koper voor het verkrijgen van informatie of voor het verrichten van onderzoek afhankelijk van de medewerking van derden, dan zal ook daarmee rekening moeten worden gehouden; 30 het gebrek aan (tijdige) medewerking van derden komt daarbij niet altijd en zonder meer voor rekening van de koper. Met het gezichtspunt dat ziet op door de verkoper gedane mededelingen doelt de Hoge Raad in de voorliggende casus naar alle waarschijnlijkheid op de bepalingen in de akte van levering op grond waarvan koper Smeets mocht vertrouwen dat de grond van het tankstation op afdoende wijze was gesaneerd. 31 Onjuiste of onvolledige informatieverstrekking van de zijde van de verkoper zal voor hem derhalve de facto negatief uitpakken bij het bepalen van de duur van de onderzoekstermijn. 30. Vgl. hiermee HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/Visser), r.o : onderzoek door een deskundige is toegestaan, mits met de nodige voortvarendheid. Zie ook Rb. Maastricht 4 juli 2002, LJN AE4991, waarin de koper vochtproblemen heeft ontdekt en eerst de gelegenheid moet hebben om dat met zijn makelaar en rechtsbijstandverzekeraar te bespreken, alvorens een deskundige in te schakelen. 31. De Hoge Raad spreekt in dit verband over geruststellende verklaringen omtrent de aan- of afwezigheid van bepaalde eigenschappen van het gekochte. Vgl. ook Rb. Arnhem 19 februari 2003, LJN AF4955, waarin werd geoordeeld dat een klacht ongeveer zes maanden na ontdekking binnen bekwame tijd was. Daarbij werd van belang geacht dat het een consumentenkoop betrof en de verkoper aan de koper de mededeling deed dat de intonatie van de vleugel na verloop van tijd zou verdwijnen. Daarnaast heeft de koper aan de verkoper meegedeeld dat hij enige tijd in het buitenland zou verblijven (en de vleugel gedurende die periode dus niet kon onderzoeken). M v V , n u m m e r

5 Ter completering van de hiervoor genoemde catalogus van gezichtspunten is naar het oordeel van de Hoge Raad vervolgens in belangrijke mate (r.o , slot) mede bepalend in hoeverre de belangen van de verkoper al dan niet zijn geschaad. 32 Als die belangen niet zijn geschaad, zal er niet spoedig voldoende reden zijn de koper een gebrek aan voortvarendheid te verwijten. In dit verband kan de ernst van de tekortkoming meebrengen dat een nalatigheid van de koper hem niet kan worden tegengeworpen, aldus het rechtscollege. Deze uitleg van de Hoge Raad strookt met de ratio van de klachtplicht. De schuldenaar (verkoper) dient te worden beschermd tegen het nadeel dat hij lijdt, wanneer de schuldeiser (koper) de onderzoeks- en klachttermijn nodeloos oprekt. Is de verkoper in zijn belangen geschaad, dan komt aan dit gezichtspunt klaarblijkelijk groot gewicht toe, maar geen doorslaggevende betekenis. Een aanwijzing daarvoor zijn de genuanceerde bewoordingen die de Hoge Raad heeft gekozen: niet spoedig voldoende reden. Van een strikte hiërarchie tussen de gezichtspunten is dan ook geen sprake. Het arrest Ploum/Smeets II is het voorlopige eindpunt in de ontwikkeling door de Hoge Raad van een genuanceerd systeem van checks and balances met betrekking tot de klachtplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW. Een eerste stap is daartoe gezet in het arrest Pouw/Visser, waarin de Hoge Raad de koper die vermoedt dat de aan hem verkochte zaak gebrekkig is, een termijn gunt om nader onderzoek te doen. De lengte van deze onderzoekstermijn is geen vaste periode, maar is evenals de daaropvolgende klachttermijn afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Voor de bepaling van de duur van zowel de onderzoeks- als de klachttermijn zijn in de jurisprudentie van de Hoge Raad handvatten (gezichtspunten) aangereikt. 33 Het arrest Ploum/Smeets II bevat een gezichtspuntencatalogus aan de hand waarvan de (redelijkheid van de) lengte van de onderzoekstermijn kan worden vastgesteld. Een belangrijk gezichtspunt is daarbij in hoeverre de verkoper nadeel lijdt door de duur van deze termijn. De genuanceerde benadering van de klachtplicht door de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de verkoper niet onverbiddelijk een beroep kan doen op een (vermeende) schending van de klachtplicht door de koper, waardoor een verval van rechten intreedt. Gekeken moet worden naar de omstandigheden van het geval in te kleuren aan de hand van de door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspuntencatalogus waardoor elke individuele casus op eigen merites kan worden beoordeeld. 32. In deze overweging ligt een nuanceverschil besloten ten opzichte van het arrest Pouw/Visser, waar de Hoge Raad in r.o in het kader van de lengte van de klachttermijn niet spreekt over in belangrijke mate, maar over waaronder [curs. YR/JW] het antwoord op de vraag of de verkoper nadeel lijdt door de lengte van de in acht genomen klachttermijn. In gelijke zin HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545 (Lafranca/ Chipshol Forward). Zie recentelijk ook de conclusie van A-G Wissink voor HR 2 september 2011, LJN BQ3876, RvdW 2011, 1041, alsmede de conclusie van A-G Wuisman voor HR 21 oktober 2011, LJN BS8794, RvdW 2011, HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 m.nt. Jac. Hijma (Pouw/ Visser); HR 8 oktober 2010, LJN BM9615, NJ 2010, 545 (Lafranca/ Chipshol Forward); HR 25 maart 2011, LJN BP8991, RvdW 2011, 419 (Ploum/Smeets II). Aldus tracht de Hoge Raad, in het kader van de klachtplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW, te komen tot een evenwichtige verdeling van de belangen tussen koper en verkoper ten aanzien van de duur van de onderzoekstermijn en de lengte van de klachttermijn. 4 Verval van alle rechten De schuldeiser (koper) die niet binnen bekwame tijd aan de bel trekt, verliest elke rechtsvordering en elk verweer ter zake van de tekortkoming. 34 De rechtsvorderingen en verweren die komen te vervallen, zijn nakoming, opschorting, ontbinding, dwaling, 35 schadevergoeding wegens wanprestatie, bedrog en onrechtmatige daad. 36 De ratio van het verval van rechtsvorderingen en verweren is volgens de parlementaire geschiedenis van art. 7:23 lid 1 BW hierin gelegen dat bij niet-nakoming van de klachtplicht van de koper elke discussie over de vraag of de zaak al of niet aan de overeenkomst beantwoordt, in het belang van de verkoper behoort te zijn afgesneden. 37 Ondanks dat deze alles-of-nietsbenadering al geruime tijd in de literatuur wordt bekritiseerd en er door verschillende auteurs alternatieven zijn aangedragen, 38 is de vervaltermijn van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW een vaststaand gegeven. Alternatieve sancties die in de literatuur zijn geopperd, zijn onder andere het verzwaren van de stelplicht van de schuldeiser (koper), de bewijslast ten nadele van de schuldeiser omkeren of bepaalde bewijsmiddelen van de schuldeiser uitsluiten. 39 Een ander alternatief is beperking van de aansprakelijkheid van de schuldenaar (verkoper). 40 Op het volledige schadebedrag zou dan eventueel in mindering kunnen worden gebracht het door de schuldenaar (verkoper) geleden financiële nadeel dat hij oploopt door een (te) late klacht. Ook wordt verdedigd een beroep op dwaling, onrechtmatige daad of bedrog niet te laten vervallen bij een te late klacht; de schuldenaar (verkoper) zou immers niet mogen profiteren van een schending van de klachtplicht wanneer hij onrechtmatig handelde, (opzettelijk) bedrog pleegde of door zijn toedoen de schuldeiser (koper) heeft gedwaald. 41 Overigens dreigt hier dan wel het gevaar van uitholling van de klachtplicht nu in de praktijk op grond van hetzelfde feitencomplex dikwijls een 34. TM, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p ; TC, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p. 148; MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Zie HR 29 juni 2007, LJN AZ7617, NJ 2008, 606 (Pouw/Visser), waarover kritisch annotator Jac. Hijma. Vgl. ook Jac. Hijma, Koop en ruil, WPNR 5982 (1990), p Zie HR 23 november 2007, LJN BB3773, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets I). Vgl. tevens Tjittes 2007, p. 21; Tamboer 2008, p MvA II, Parl. Gesch. Inv. Boek 7, p Zie o.a. F.J. de Vries, Binnen bekwame tijd, in: E.M. Hoogervorst, I.S.J. Houben, P. Memelink, L. Reurich & G.J.M. Verburg (red.), Termijnen, Deventer: Kluwer 2004, p ; B.M. Katan, De ondergrens van artikel 6:89 BW, Contracteren 2007, p. 46; T. Hartlief, De klachtplicht van de teleurgestelde koper, AA 2008, p. 368; Tamboer 2008, p. 225; J.G.H. Meijerink, De klachtplicht in Europees perspectief, NTBR 2010, p. 121; Van Boom 2011, p Vgl. R.P.J.L. Tjittes, Relativering van rechtsverwerking, NBTR 1999, p. 193 en 197, alsmede Bollen & Hartlief 2009, p Vgl. Bollen & Hartlief 2009, p Zie bijv. Bollen & Hartlief 2009, p. 2811; Asser/Hijma 5-I (2007), nr a. 324 M v V , n u m m e r 1 2

6 vordering uit wanprestatie, dwaling en onrechtmatige daad kan worden gebaseerd. Het is evenwel de vraag of bij schending van de klachtplicht door de schuldeiser (koper) partijen niet juist zijn gediend met duidelijke sancties en, tegen de achtergrond van de belangen van de schuldenaar (verkoper), elke discussie over aansprakelijkheid de pas moet zijn afgesneden. De Hoge Raad lijkt zich op dit spoor te bevinden door een genuanceerde benadering voor te staan van de klachtplicht, waarbij de vervaltermijn van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW weliswaar gehandhaafd blijft, maar op soepele wijze met de onderliggende onderzoeks- en klachttermijnen wordt omgegaan. Zo leert het arrest Ploum/Smeets II dat onjuiste of onvolledige informatieverstrekking door de verkoper ( door de verkoper gedane mededelingen ) hetgeen onder omstandigheden ook aanleiding kan zijn voor acties uit dwaling of bedrog van invloed is op de duur van de onderzoekstermijn die aan de koper wordt gegund. Met de door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspuntencatalogus lijkt het rechtscollege de scherpe kanten van de klachtplicht te hebben afgeslepen en is, al naar gelang de omstandigheden van het geval, ruimte gecreëerd voor maatwerk. De valbijl die door de wetgever wordt gehanteerd in art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW is daarmee tot zijn juiste proporties teruggebracht: een toetsing en toepassing gericht op het individuele geval. 5 Conclusie Door de Hoge Raad is de afgelopen jaren een gezichtspuntencatalogus ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden getoetst of in een concreet geval aan de klachtplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW is voldaan. In het arrest Ploum/ Smeets II is deze gezichtspuntencatalogus uitgebreid en wordt een genuanceerde benadering voorgestaan ter beoordeling van de vraag of de schuldeiser (koper) een onderzoek heeft ingesteld en uitgevoerd met de voortvarendheid die in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid van hem kan worden gevergd. Een belangrijk gezichtspunt daarbij is het antwoord op de vraag of de schuldenaar (verkoper) nadeel lijdt door de in acht genomen onderzoekstermijn. Het arrest Ploum/Smeets II draagt bij aan de rechtsontwikkeling door de klachtplicht tot zijn essentie terug te brengen: wanneer de schuldenaar (verkoper) geen nadeel lijdt door de in acht genomen klachttermijn, zal er niet spoedig voldoende reden zijn de schuldeiser (koper) een gebrek aan voortvarendheid te verwijten. Deze uitleg van de Hoge Raad komt overeen met de ratio van de klachtplicht, namelijk het beschermen van de schuldenaar (verkoper) tegen het nadeel dat hij lijdt, wanneer de schuldeiser (koper) de onderzoeks- en klachttermijn nodeloos oprekt. De vraag of de schuldeiser (koper) binnen bekwame tijd heeft gereclameerd, kan in gevallen van niet-consumentenkoop echter niet in algemene zin worden beantwoord. De lengte van de onderzoeks- en klachttermijn, althans de redelijkheid ervan, is een kwestie van casuïstiek en zal derhalve van geval tot geval verschillen. M v V , n u m m e r

De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW.

De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Op 8 februari 2013 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen (LJN:BY4600) over de onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89

Nadere informatie

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake

Nadere informatie

Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht

Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,

Nadere informatie

Klachtplicht bij koop

Klachtplicht bij koop 810 Ars Aequi november 2011 annotatie Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20110810 Klachtplicht bij koop Prof.mr. W.H. van Boom* HR 25 maart 2011, LJN: BP8991, RvdW 2011, 419 (Ploum/Smeets II) Caveat emptor!

Nadere informatie

De klachtplicht van artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek.

De klachtplicht van artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek. De klachtplicht van artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek. Geheel verval van rechten van de schuldeiser: terecht? Of niet? Scriptie Master Privaatrecht: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Naam: L.C. Mulder Studentnummer:

Nadere informatie

De wettelijke en de contractuele klachttermijn bij koop

De wettelijke en de contractuele klachttermijn bij koop De wettelijke en de contractuele klachttermijn bij koop M r. M. v a n d e r V e l d e * Inleiding Artikel 7:23 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt kort gezegd dat een teleurgestelde koper actie moet

Nadere informatie

KLAGEN OVER DE KLACHTPLICHT

KLAGEN OVER DE KLACHTPLICHT KLAGEN OVER DE KLACHTPLICHT Naar een nieuwe invulling van de klachtplicht bij consumenten- en commerciële contracten Naam: Jessica Kampman Studentnummer: 5776155 Datum: 05-04-2013 Pagina s: 33 Beoordeeld

Nadere informatie

WEGING MEDEDELINGS- EN ONDERZOEKSPLICHT BIJ DWALING EN NON-CONFORMITEIT

WEGING MEDEDELINGS- EN ONDERZOEKSPLICHT BIJ DWALING EN NON-CONFORMITEIT WEGING MEDEDELINGS- EN ONDERZOEKSPLICHT BIJ DWALING EN NON-CONFORMITEIT Bij zowel een vordering op grond van non-conformiteit als op grond van dwaling speelt vaak de weging tussen enerzijds de mededelingsplicht

Nadere informatie

VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING

VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING 1.1. Onderhavig document vormt een weergave van de standpunten die door Curatoren en belangenorganisaties in de schikkingsonderhandelingen zijn ingenomen over de vraag

Nadere informatie

Rechtsverwerking naar omstandigheden: art. 6:89 BW

Rechtsverwerking naar omstandigheden: art. 6:89 BW Rechtsverwerking naar omstandigheden: art. 6:89 BW MR. drs. T.s. Jansen een succesvol beroep op art. 6:89 BW bevrijdt de schuldenaar van iedere rechtsvordering van de schuldeiser die - en ieder verweer

Nadere informatie

LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340. Datum uitspraak: Datum publicatie: 25-03-2011 25-03-2011

LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340. Datum uitspraak: Datum publicatie: 25-03-2011 25-03-2011 LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 25-03-2011 25-03-2011 Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Vervolg HR 23 november 2007, LJN BB3733,

Nadere informatie

2

2 2 3 1 In de Pekingeenden-zaak ging het om een verkoper die niet tijdig had geklaagd over een tijdige klacht van de koper. In die zin wijkt de casus af van reguliere klachtplicht-zaken, waar de klacht van

Nadere informatie

Wie niet komt klagen, wordt overgeslagen

Wie niet komt klagen, wordt overgeslagen Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Wie niet komt klagen, wordt overgeslagen Een beschouwing over de klachtplicht van de crediteur ex art. 6:89 en 7:23 BW aan de hand van recente richtinggevende

Nadere informatie

Het nadeelsvereiste bij de klacht- en onderzoeksplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW

Het nadeelsvereiste bij de klacht- en onderzoeksplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW Het nadeelsvereiste bij de klacht- en onderzoeksplicht van art. 6:89 en 7:23 lid 1 BW Augustus 2013 Scriptie Master Algemeen Privaatrecht Naam: M.L. Hulscher Studentnummer: 0472301 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De klachtplicht voor de consumentkoper in het licht van de DCFR

De klachtplicht voor de consumentkoper in het licht van de DCFR De klachtplicht voor de consumentkoper in het licht van de DCFR Auteur: Ruby van Kersbergen Administratienummer: 696743 Tilburg University Faculteit Tilburg Law School Master Rechtsgeleerdheid Departement

Nadere informatie

Remedies. Mr. W.L. Valk

Remedies. Mr. W.L. Valk Remedies Mr. W.L. Valk 1 Inleiding denken in remedies perspectief van de rechter perspectief van de wetenschap perspectief van partijen advocaat/andere rechtshulpverlener als intermediair aanpak in deze

Nadere informatie

Valkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht

Valkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht Juridisch Up to Date NIEUWSOVERZICHT mw. mr. M.M. van Rossum Valkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht 1. Inleiding Verjarings- en vervaltermijnen kunnen een struikelblok vormen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden, klachtplicht en exoneratie: contractanten, wees duidelijk en volledig!

Algemene voorwaarden, klachtplicht en exoneratie: contractanten, wees duidelijk en volledig! Algemene voorwaarden, klachtplicht en exoneratie: contractanten, wees duidelijk en volledig! Mr. drs. J.H.M. Spanjaard* 64 1. Inleiding In hun Kroniek van het vermogensrecht hebben de redactieleden van

Nadere informatie

Te laat geklaagd: beroep geslaagd

Te laat geklaagd: beroep geslaagd Te laat geklaagd: beroep geslaagd Hoe kan een aannemer zich het best verweren met een beroep op het niet tijdig klagen ex de klachtplicht van artikel 6:89 BW? Sint-Oedenrode, januari 2017 A.L.M. van Rooij

Nadere informatie

ONTBINDING, SCHADEVERGOEDING EN NAKOMING. De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit

ONTBINDING, SCHADEVERGOEDING EN NAKOMING. De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit ONTBINDING, SCHADEVERGOEDING EN NAKOMING De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit mr. M.M. Stolp Kluwer - Deventer - 2007 Inhoudsopgave Deel

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 14 januari 2011 De volgende onderwerpen worden behandeld: Uitleg opstalrecht op grond van notariële akte Verrekening van voordeel Aanvaarding rechtsstrijd Klachtplicht Risicoaansprakelijkheid

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Jurisprudentie contractenrecht

Jurisprudentie contractenrecht Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593

Nadere informatie

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 1 - Mr. L.F. Kloppenburg is advocaat bij Groenendijk & Kloppenburg Advocaten te Leiden. 30 Magna Charta ~ Leergang contractenrecht

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

Samenloop van dwaling en non-conformiteit. Uitbreiding van de klachtplicht (art. 7:23 BW) ongewenst?

Samenloop van dwaling en non-conformiteit. Uitbreiding van de klachtplicht (art. 7:23 BW) ongewenst? Samenloop van dwaling en non-conformiteit Uitbreiding van de klachtplicht (art. 7:23 BW) ongewenst? V.C.E. (Vivien) de Jong 5871921 Begeleider: Prof. mr. M.B.M. (Marco) Loos 26 november 2014 Universiteit

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-475 (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris) Klacht ontvangen op : 9 mei 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Praktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen. Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht

Praktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen. Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht Praktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht 31 maart 2015 Welkom! Wie zijn wij? Erik Hollander 053

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

De kenbaarheid van opschorting

De kenbaarheid van opschorting De kenbaarheid van opschorting M r. M. M. S t o l p * 1 Inleiding Wie wil er nakomen wanneer de wederpartij niet in staat of onwillig is om hetzelfde te doen? Het antwoord op deze vraag lijkt duidelijk:

Nadere informatie

Workshop ondernemen in de zorg. Klachtplicht bij wanprestatie. 6 oktober 2011

Workshop ondernemen in de zorg. Klachtplicht bij wanprestatie. 6 oktober 2011 Workshop ondernemen in de zorg Klachtplicht bij wanprestatie 6 oktober 2011 Mr. J.R. Kluyver KBS Advocaten N.V. Boek 6 BW Algemene bepalingen verbintenissen Art. 6:89 De schuldeiser kan op een gebrek in

Nadere informatie

Civielrechtelijke consequenties publicatie EN 50575:2012 en invoering Europese Verordening bouwproducten

Civielrechtelijke consequenties publicatie EN 50575:2012 en invoering Europese Verordening bouwproducten Nexans congres Fire safety events Civielrechtelijke consequenties publicatie EN 50575:2012 en invoering Europese Verordening bouwproducten Jørgen den Houting 2 Programma 1 Europese Verordening bouwproducten:

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding

Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding Mr. drs. J.H.M. Spanjaard* 1. Inleiding De Hoge Raad heeft zich de afgelopen maanden op contractenrechtelijk gebied wederom van zijn duidelijke

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-164 d.d. 15 april 2014 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. M. Nijland,

Nadere informatie

Actualia. contractspraktijk LEERSTUKKEN

Actualia. contractspraktijk LEERSTUKKEN Actualia contractspraktijk LEERSTUKKEN De verhouding tussen mededelings- en informatieplichten, de betekenis van contractuele afspraken en de rol van artikel 7:17 BW hierbij, en kan een beroep op dwaling

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Jubileumcongres Beursbengel

Jubileumcongres Beursbengel Workshop - Contracteren met de klant: omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, exoneraties en verzekeringsdekking Jubileumcongres Beursbengel Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl http://www.kvdl.nl/beursbengel/

Nadere informatie

NON-CONFORMITEIT BIJ DE KOOP VAN EEN APPARTEMENT. Inleiding

NON-CONFORMITEIT BIJ DE KOOP VAN EEN APPARTEMENT. Inleiding NON-CONFORMITEIT BIJ DE KOOP VAN EEN APPARTEMENT Inleiding Een koper van een nieuwbouwappartement ontdekt tijdens een open dag van het nog in aanbouw zijnde appartementencomplex dat tussen (een deel van)

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

Non-conformiteit bij de koop van woningen

Non-conformiteit bij de koop van woningen Recente ontwikkelingen Non-conformiteit bij de koop van woningen Enkele jaren geleden schetste Jaap Dammingh wat er zoal kan spelen in geval van non-conformiteit bij de koop van woningen. 1 Nu actualiseert

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Aanpak. Wat bepaalt de wet en wat leert de rechtspraak; do sand don ts in het licht hiervan

Aanpak. Wat bepaalt de wet en wat leert de rechtspraak; do sand don ts in het licht hiervan Eerste hulp bij wanprestatie / beëindiging van duurovereenkomsten 7 november 2013 Daan Beenders Aanpak Wat bepaalt de wet en wat leert de rechtspraak; do sand don ts in het licht hiervan 2 1 Welke acties

Nadere informatie

5 Ingebrekestelling en non-conformiteit

5 Ingebrekestelling en non-conformiteit 5 Ingebrekestelling en non-conformiteit W.L. Valk 1 VRAAGSTELLING Deze korte bijdrage gaat over een vraag uit de alledaagse praktijk van het privaatrecht: moet de koper die schadevergoeding of ontbinding

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-481 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 juli 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

de Hypothekers Associatie B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel, hierna te noemen Aangeslotene,

de Hypothekers Associatie B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel, hierna te noemen Aangeslotene, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-328 d.d. 16 september 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

VERVAL VAN RECHT-CLAUSULES IN VERZEKERINGSVOORWAARDEN VRIJDAG 3 NOVEMBER 2017

VERVAL VAN RECHT-CLAUSULES IN VERZEKERINGSVOORWAARDEN VRIJDAG 3 NOVEMBER 2017 VERVAL VAN RECHT-CLAUSULES IN VERZEKERINGSVOORWAARDEN VRIJDAG 3 NOVEMBER 2017 INHOUD Verval van recht-clausules o Wat is een verval van recht-clausule? o Welke soorten verval van recht-clausules zijn er?

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210 Rapport Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Dienst Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn hem naar aanleiding van zijn verzoek om ontbinding van een

Nadere informatie

LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340. Datum uitspraak: 25-03-2011 Datum publicatie: 25-03-2011

LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340. Datum uitspraak: 25-03-2011 Datum publicatie: 25-03-2011 LJN: BP8991, Hoge Raad, 09/02340 Datum uitspraak: 25-03-2011 Datum publicatie: Rechtsgebied: 25-03-2011 Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Vervolg HR 23 november 2007, LJN BB3733,

Nadere informatie

RUBRIEK: VERBINTENISSENRECHT Mr. P.N. Malanczuk, NautaDutilh N.V., Rotterdam Mw. mr. C.B.F.M. Westerhuis, NautaDutilh N.V.

RUBRIEK: VERBINTENISSENRECHT Mr. P.N. Malanczuk, NautaDutilh N.V., Rotterdam Mw. mr. C.B.F.M. Westerhuis, NautaDutilh N.V. RUBRIEK: VERBINTENISSENRECHT Mr. P.N. Malanczuk, NautaDutilh N.V., Rotterdam Mw. mr. C.B.F.M. Westerhuis, NautaDutilh N.V., Rotterdam De matiging van een tussen particulieren bedongen boete Gastauteur:

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen

Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen Gevolgen van schending mededelingsplicht bij verkoop aandelen Inleiding In het traject dat uiteindelijk moet leiden tot de totstandkoming van een overeenkomst tot koop- en verkoop van aandelen hebben de

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-751 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 november 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemeen (1) Verzekeringsfraude kan juridisch gezien in een aantal categorieën

Nadere informatie

Het einde van de klachtplicht?

Het einde van de klachtplicht? Nieuwe uitspraken: - Het einde van de klachtplicht? De klachtplicht: wie niet tijdig klaagt over een gebrek in een prestatie, verliest zijn rechten om een beroep dp dit gebrek te doen. Twee jaar geleden

Nadere informatie

Zorgplicht vs. klachtplicht

Zorgplicht vs. klachtplicht annotatie Ars Aequi oktober 2013 755 Annotatie Zorgplicht vs. klachtplicht Prof.mr. W.H. van Boom HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600, RvdW 2013, 253 (Van de Steeg, Van de Steeg Landbouwbedrijf

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Koopovereenkomst. Non-conformiteit. Bedrog. Verjaringstermijn.

Ondernemingsrecht. Koopovereenkomst. Non-conformiteit. Bedrog. Verjaringstermijn. Jurisprudentie in Nederland april 2018, afl. 3 «JIN» Ondernemingsrecht 51 Ondernemingsrecht 51 Hoge Raad 17 november 2017, nr. 16/04109 ECLI:NL:HR:2017:2902 ECLI:NL:PHR:2017:1251 (mr. Streefkerk, mr. Heisterkamp,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-003 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consumenten Tegen

Nadere informatie

B14 Bevrijdende verjaring

B14 Bevrijdende verjaring MONOGRAFIEËN BW B14 Bevrijdende verjaring Mr. M.W.E. Koopmann Raadsheer in het Gerechtshof Amsterdam Ktuwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2010 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van afkortingen /

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer C/05/300860 / HZ ZA 16-175 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt!

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Eric Bot 1 Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Inhoudsopgave Inleiding Beloning / Portefeuillerecht Wie is verantwoordelijkheid voor het advies? Rechtsfiguur van de

Nadere informatie

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Datum 28-02-2014 1 WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Jurisprudentie Actualiteiten Datum 28-02-2014 2 Rb. Gelderland 15 oktober 2014, C/05/253886 / HA ZA 13-753 (Zurich-Gem. Nijmegen)(niet

Nadere informatie

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief

Ondernemingsrecht. Nieuwsbrief Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Prospectusaansprakelijkheid Een prospectus dient een getrouw beeld te geven omtrent de toestand van de uitgevende instelling op de balansdatum van het laatste boekjaar waarover

Nadere informatie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie Algemene voorwaarden SpaaQ versie 1.0 2016 Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van een beroep

Nadere informatie

Sluit een verbod op ontbinding de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding uit?

Sluit een verbod op ontbinding de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding uit? Sluit een verbod op ontbinding de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding uit? Inleiding Over algehele ontbinding en gedeeltelijke ontbinding is de afgelopen jaren uitvoerig geschreven. Reden hiervoor

Nadere informatie

Onder welke omstandigheden mogen patiënten die niet tijdig klagen worden overgeslagen?

Onder welke omstandigheden mogen patiënten die niet tijdig klagen worden overgeslagen? MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID - ACCENT PRIVAATRECHT Onder welke omstandigheden mogen patiënten die niet tijdig klagen worden overgeslagen? Toepassing van de klachtplicht bij ondeugdelijke nakoming van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Niet-nakoming van verbintenissen

Niet-nakoming van verbintenissen Monografieen BW B33 Niet-nakoming van verbintenissen Mr. G.T. de Jong universitair hoofddocent aan de RÜG, Groningen Kluwer - Deventer - 2006 Inhoud LUST VAN AFKORTINGEN IX LlTERATUURLIJST XI I ALGEMEEN

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2016:2884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2884 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 16-12-2016 Zaaknummer 15/04494 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003,

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten)

Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten) Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten) Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Consument: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van

Nadere informatie

Geen strenge eisen aan inhoud klacht of aan inhoud buitengerechtelijke

Geen strenge eisen aan inhoud klacht of aan inhoud buitengerechtelijke Geen strenge eisen aan inhoud klacht of aan inhoud buitengerechtelijke ontbindingsverklaring? Mr. N. de Boer De Hoge Raad heeft in april en in mei van dit jaar twee arresten gewezen die bij nadere bestudering

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Klager heeft een woning gekocht die de verkoper kort daarvoor zelf

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde, Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-649 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 oktober 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie