VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING
|
|
- Valentijn Peters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING 1.1. Onderhavig document vormt een weergave van de standpunten die door Curatoren en belangenorganisaties in de schikkingsonderhandelingen zijn ingenomen over de vraag in hoeverre klanten op grond van de door de belangenorganisaties verweten zorgplichtschendingen aanspraak kunnen maken op een vergoeding in verband met het verval respectievelijk de verjaring van aanspraken en rechten van klanten 1.2. Het recht stelt eisen aan de uitoefening van aanspraken en rechten door de klant. Dergelijke eisen zijn onder meer neergelegd in artikel 6:89 BW (klachtplicht) en artikel 3:306 e.v. BW (verjaring). Met het oog op de rechtszekerheid en ter bescherming van de belangen van een schuldenaar, worden in deze bepalingen eisen gesteld aan de termijn waarbinnen een schuldeiser op een voor de schuldenaar kenbare wijze aan deze kenbaar moet maken dat de geleverde prestatie gebrekkig is dan wel dat hij zijn rechten wenst uit te oefenen. 2. KLACHTPLICHT SCHULDEISER 2.1. Inleiding DSB Bank heeft in de hoedanigheid van zowel intermediair als kredietverstrekker diensten verleend aan haar klanten. De tegen DSB Bank ingediende klachten betreffen grotendeels gestelde tekortkoming(en) van DSB Bank in de nakoming van haar zorgplicht jegens de klant. Met andere woorden, de klant klaagt over (een) gebrek(en) in de door DSB Bank geleverde prestatie(s). De wet stelt eisen aan de termijn waarbinnen een dergelijke klacht moet worden ingediend. Afhankelijk van de wijze waarop de door DSB Bank geleverde prestaties zijn te kwalificeren is artikel 7:23 BW dan wel artikel 6:89 BW van toepassing Curatoren hebben het standpunt ingenomen dat de door DSB Bank geleverde prestaties niet onder de noemer koop vallen, zodat op basis van artikel 6:89 BW beoordeeld dient te worden of de klant tijdig heeft voldaan aan zijn klachtplicht. De belangenorganisaties menen daarentegen dat in elk geval ten aanzien van de koopsompolissen en kapitaalpolissen op grond van artikel 7:47 BW artikel 7:23 BW toegepast dient te worden. Deze laatste overeenkomsten zijn volgens hen bij uitstek overeenkomsten waarbij een vermogensrecht wordt gekocht In het kader van dit vraagstuk is de omstandigheid in ogenschouw genomen dat de klant waar het ging om het sluiten van verzekeringen niet met DSB Bank maar met een derde (de verzekeraar) een overeenkomst sloot. DSB Bank trad op als interme-
2 diair en handelde in die hoedanigheid krachtens een overeenkomst van opdracht. Verder kan betwijfeld worden of het sluiten van een verzekeringsovereenkomst als de koop van een vermogensrecht kan worden aangemerkt, dan wel als het aangaan van een kansovereenkomst (vgl. artikel 7:925 BW) gekwalificeerd dient te worden Ook in het kader van de kredietverstrekking is de klachtplicht van toepassing. Curatoren hebben erop gewezen dat het in dit verband niet van belang is of het verwijt van de klant aangaande de kredietverlening is gebaseerd op het leerstuk wanprestatie of een vermeende schending van een precontractuele zorgplicht aangezien artikel 6:89 BW niet slechts van toepassing is op wederkerige overeenkomsten De belangenorganisaties hebben zich eveneens op verschillende gronden op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een klachtplicht, dan wel dat door DSB Bank bij klanten verwachtingen zouden zijn gewekt en toezeggingen zijn gedaan, die met zich zouden brengen dat geen sprake kan zijn van een klachtplicht. Deze stellingen zijn door curatoren verworpen. Verder is door de belangenorganisaties betoogd dat de klanten van DSB Bank zijn benadeeld door schending van de zorgplicht in de precontractuele fase en dat artikel 6:89 BW respectievelijk 7:23 BW dientengevolge niet van toepassing zijn. Deze stelling is volgens curatoren onjuist, maar zelfs indien sprake zou zijn van een schending van een precontractuele zorgplicht, doet deze omstandigheid niet af aan de toepasselijkheid van artikel 6:89 BW Ratio, werking en rechtsgevolgen klachtplicht De ratio van de in artikel 6:89 BW vervatte onderzoeks- en klachtplicht is dat daarmee de schuldenaar wordt beschermd tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. De schuldeiser moet erop kunnen rekenen dat de schuldenaar een gebrek met spoed aan de schuldenaar meedeelt. Bij het verzaken van de klachtplicht behoort daarom iedere discussie over de vraag of de prestatie aan de overeenkomst beantwoordde, in het belang van de schuldenaar te worden afgesneden. Het betreft hier dan ook een vervaltermijn, die bij overschrijding volledig verval van rechten ter zake van het gebrek tot gevolg heeft Deze termijn begint te lopen zodra de schuldeiser het gebrek in de prestatie heeft ontdekt of had moeten ontdekken. De termijn eindigt na het verstrijken van de bekwame tijd. Deze gevolgen kunnen niet worden ontdoken door een vordering die in wezen is gebaseerd op een gebrek in de prestatie, te baseren op een andere grondslag dan wanprestatie (zoals dwaling, bedrog of misleiding). 2 Curatoren hebben zich 1 2 Parl. Gesch. Boek 6, p ; MvA II, Par. gesch. Inv. Boek 7 blz HR 21 april 2006, NJ 2006, 272 (Inno/Sluis); HR 23 november 2007, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets en Gee len); Hof 's-hertogenbosch 16 maart 2004, NJF 2004, 493; Hof 's-gravenhage 25 april 2007, NJF 2007, /12
3 op het standpunt gesteld dat indien de klant heeft verzuimd binnen de aangegeven termijn bij DSB Bank een klacht in te dienen, dan elk recht van de klant om op grond van dat gebrek herstel of schadevergoeding te vorderen, is vervallen Nakoming klachtplicht Curatoren hebben erop gewezen dat de klachtplicht niet van openbare orde is en dus niet ambtshalve mag worden toegepast. Voorop gesteld moet worden dat de schuldeiser dient te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat hij zich van zijn klachtplicht heeft gekweten. 3 Voor curatoren geldt derhalve als uitgangspunt dat een klager zal moeten aantonen dat hij tijdig - dat wil zeggen binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek ontdekte of had moeten ontdekken - op een voor DSB Bank kenbare wijze bij haar heeft geklaagd De belangenorganisaties hebben gewezen op de kritiek die in de literatuur is geuit op het oordeel van de Hoge Raad inzake de bewijslastverdeling hetgeen niet wegneemt dat het arrest duidelijk aangeeft dat de klant zal moeten stellen en bewijzen dat hij zich tijdig van zijn klachtplicht heeft gekweten. Aanvangsmoment 'bekwame termijn' Curatoren hebben het standpunt ingenomen dat de afweging of een klager tijdig heeft geklaagd in de eerste plaats afhangt van het moment waarop hij het gebrek ontdekte of redelijkerwijs had moeten ontdekken. Gelet op deze laatste maatstaf gaat het - volgens curatoren - niet om een louter subjectief weten van de klant, dat de hem geleverde prestatie een gebrek bevat, maar om een objectiveerbaar (kunnen) weten. Een weten dat bij 'deze' klant verondersteld mag worden. Dit 'moeten' veronderstelt tevens dat van de schuldeiser mag worden verwacht dat hij onderzoekt of de prestatie gebrekkig is. 4 Curatoren onderkennen dat het aanvangsmoment van de klachttermijn niet voor elk gebrek dezelfde zal zijn, maar mede zal afhangen van de aard van de overeenkomst en de mate van waarneembaarheid van het gebrek De belangenorganisaties hebben in dit verband betoogd dat het waar het gaat om het sluiten van verzekeringen niet redelijk is aan te nemen dat de klant in een vroeg stadium het gebrek heeft moeten ontdekken. Bij ontvangst van de polisbescheiden en de afrekennota konden klanten vaak niet de voorwaarden en gevolgen doorgronden of overzien, laat staan dat zij zich bewust konden zijn van het gebrek in de advisering Curatoren hebben hiertegen aangevoerd dat de onstoffelijkheid van de prestatie geen grond oplevert om de klant te ontheffen van hun onderzoeksplicht. Dit geldt in 3 4 HR 23 november 2007, NJ 2008, 552 (Ploum/Smeets en Geelen). Parl. Gesch. Boek 6, p. 316; HR 29 juni 200, BR 2007, /12
4 het bijzonder voor zover klachten betrekking hebben op eenvoudig waarneembare of eenvoudig vast te stellen aspecten van de prestatie (zoals koppelverkoop, premiebetaling in de vorm van een koopsom, financiering van de koopsom uit het krediet, te hoge maandlasten). Daar komt bij dat ook in de door de belangenorganisaties aangehaalde uitspraak van de Hoge Raad zelfs bij toepassing van het subjectieve criterium, sprake is van (enige mate van) objectivering. Curatoren hebben dan ook de toepassing van de 'louter subjectieve bekendheid' als maatstaf voor de vaststelling van het moment waarop de klachttermijn een aanvang krijgt, verworpen. Lengte 'bekwame termijn' Of een klager tijdig heeft geklaagd hangt - volgens curatoren - ook af van de vraag welke termijn als 'bekwame tijd' heeft te gelden. De rechtspraak biedt op dit punt voor de tegen DSB Bank ingediende klachten, geen duidelijke aanknopingspunten. Hoe groot die ruimte is, hangt af van alle omstandigheden van het geval, onder afweging van alle betrokken belangen, waaronder het nadeel dat de wederpartij lijdt door de lengte van de in acht genomen klachttermijn. Curatoren hebben erop gewezen dat dit niet wegneemt dat uit artikel 6:89 BW voortvloeit dat de schuldeiser dient te onderzoeken met de voortvarendheid die gelet op de omstandigheden in redelijkheid van hem gevergd kan worden. Onder meer kunnen in dat kader van belang zijn: de aard en waarneembaarheid van het gebrek; de wijze waarop dit aan het licht treedt; en de deskundigheid van de schuldeiser Curatoren hebben het standpunt ingenomen dat bij het bovenstaande in aanmerking dient te worden genomen dat de schuldeiser niet eerst behoeft vast te stellen dat de schuldenaar ook daadwerkelijk aansprakelijk is, om te kunnen klagen. Echter, laat de schuldeiser met het oog op de vaststelling of sprake is van een gebrek een onderzoek door een deskundige instellen, dan mag de schuldeiser in beginsel de uitslag van dit onderzoek afwachten. Dat neemt niet weg dat indien dit onderzoek langere tijd duurt of indien het gebrek gaande dit onderzoek blijkt, de schuldeiser de schuldenaar onverwijld in kennis dient te stellen van dit onderzoek en de verwachtte duur ervan Handhaving klachtplicht door curatoren Curatoren hebben, gelet op de aard en strekking van de klachtplicht enerzijds en de bij de boedel betrokken belangen anderzijds, in de onderhandelingen onverkort vastgehouden aan de eisen die voortvloeien uit artikel 6:89 BW. Door het faillissement 4/12
5 wordt DSB Bank in ernstige mate belemmerd in haar verweer tegen klachten. 5 Juist onder deze omstandigheden heeft DSB Bank - en daarmee de overige schuldeisers in het faillissement - belang erbij te worden beschermd tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. Bovendien verhindert het faillissement een klant niet zijn klachtplicht na te komen. Integendeel, het faillissement zelf, de massale mediaaandacht en de vele belangenorganisaties die zich actief inzetten voor klanten zijn omstandigheden die veel klanten juist ertoe hebben aangezet een klacht in te dienen Van belang is voorts dat de termijn waarbinnen een klacht moet worden ingediend, niet valt onder de werking van artikel 36 Faillissementswet. De termijn bedoeld in artikel 6:89 BW is immers niet een termijn die de rechter ambtshalve toepast. De rechtspraak geeft bovendien geen aanleiding om in gevallen waarin sprake is van een (bijzondere) zorgplicht van een financiële dienstverlener, het vereiste van artikel 6:89 BW los te laten. Dit is zelfs niet anders indien de schuldenaar ter zake van het gebrek een ernstig verwijt kan worden gemaakt of indien sprake is van (vermeende) opzettelijke misleiding Handhaving van de klachtplicht in een collectieve regeling kan echter op praktische bezwaren stuiten immers: (i) het aanvangsmoment en de duur van de klachttermijn zal niet voor elke schuldeiser dezelfde zijn en (ii) het aanvangsmoment van de klachttermijn zal niet bij elk gebrek dezelfde zijn Teneinde de eis dat een schuldeiser binnen bekwame termijn moet hebben geklaagd op een hanteerbare wijze te handhaven, gaan partijen uit van een gemiddelde DSBklant. Dat wil zeggen: niet hoog opgeleid en geen bijzondere deskundigheid op het financiële vlak. Daarbij is evenwel door curatoren opgemerkt dat het overgrote deel van de klachten betrekking heeft op duidelijk kenbare aspecten die ook zonder deskundig advies kunnen worden vastgesteld. Voor de constatering van de verweten gebreken in de advisering is evenmin juridische kennis vereist Voorts zijn partijen het erover eens dat geen hoge eisen worden gesteld aan de door een klant ingediende klacht. Indien het dossier geen schriftelijke klacht bevat, kan 5 6 Zo is het bijvoorbeeld in veel gevallen niet (goed) mogelijk naar aanleiding van een concrete klacht informa tie te krijgen van de betrokken adviseur die namens DSB Bank is opgetreden. Bijkomende aspecten zijn voorts dat i.) in het eerste kwartaal van 2009 er steeds meer landelijk publiciteit was over klachten van klanten over producten van DSB-Bank; ii.) in april 2009 het programma Radar haar informatie speciaal op gedupeerde consumenten had afgestemd en binnen 2 weken twee keer een uitzending aan het onderwerp wijdde en daarbij informatie verstrekte over hoe en waar te klagen; iii.) daarnaast nog andere landelijk bekend gemaakte uitingen zijn gedaan door bekende en minder bekende Nederlanders over problemen als overkreditering, koopsommen, kapitaalpolissen, HWS, verkoopbeleid etc. 5/12
6 het feit dat de klant tijdig heeft geklaagd ook op andere wijze uit het dossier blijken, bijvoorbeeld uit een aantekening in het dossier naar aanleiding van een telefonische klacht. Nadeel DSB Bank Eén van de in aanmerking te nemen omstandigheden is verder het nadeel dat de wederpartij van de klager lijdt als gevolg van het verstrijken van de tijd totdat tegen het gebrek is geprotesteerd De belangenorganisaties menen in dit kader dat DSB Bank 'over alle archieven beschikt en op geen enkele wijze wordt benadeeld door het tijdsverloop van de klacht'. Volgens curatoren is deze constatering om meerdere redenen onjuist. Niet vaststaat dat hetgeen in de archieven van DSB Bank wordt aangetroffen ook beslissend zal zijn bij de vaststelling van de feiten. Nu het merendeel van de klachten betrekking heeft op de advisering, is tevens van belang op welke wijze de advisering heeft plaatsgevonden en welke informatie - naast de schriftelijke informatie - is verstrekt. Dit blijkt niet uit de archieven en is bovendien naar mate de tijd voortschrijdt steeds moeilijker (in elk individueel geval) te achterhalen. Het enkele feit dat DSB Bank over archieven beschikt zegt verder op zichzelf nog niet zoveel over (a) de volledigheid van individuele dossiers en (b) de toegankelijkheid van de gegevens. Vanwege het faillissement van DSB Bank is met name de toegankelijkheid van informatie een steeds grotere moeilijkheid Uit het bovenstaande blijkt volgens curatoren dat DSB Bank wel degelijk (ernstig) wordt benadeeld indien klanten tot zeer laat zouden kunnen klagen. Daar waar curatoren tevens acht dienen te slaan op andere belangen die bij de boedel betrokken zijn, hebben zij een gerechtvaardigd belang de gevolgen van dit nadeel af te weren met een beroep op het verstrijken van de klachttermijn. Dit neemt niet weg dat curatoren van harte het voorstel van de belangenorganisaties verwelkomen om in het kader van het bereiken van generieke oplossingen zoveel mogelijk één aanvangsmoment te kiezen. Curatoren hebben onderkend dat de keuze voor één aanvangsmoment inhoudt dat zowel bij de vaststelling van het aanvangsmoment voor de klachttermijn als de vaststelling van de lengte van die termijn, van hun kant souplesse is vereist. Veel voorkomende klachten; aanvang en termijn Met het oog op de hanteerbaarheid van genoemde eis, hebben curatoren voorgesteld een onderverdeling te maken tussen de verschillende soorten klachten, waarbij voor elke soort klacht zoveel mogelijk een uniform eenvoudig te hanteren aan- 6/12
7 vangsmoment wordt vastgesteld en een uniforme, eenvoudig te hanteren bekwame termijn In onderstaande tabel hebben curatoren een overzicht opgenomen van veel voorkomende klachten. Bij elk van deze klachten is een moment genoemd waarop - volgens curatoren - de klant het gebrek waarover hij klaagt, had moeten kennen. Daarnaast is een termijn genoemd die volgens curatoren voldoet aan de 'bekwame termijn'. De klachttermijn bij koop (artikel 7:23 BW) is volgens de bestaande opvattingen circa twee maanden. Aangezien, anders dan bij koop, de door DSB Bank geleverde prestatie onstoffelijk zijn en daardoor een abstract karakter hebben, terwijl aan de kennis van een gemiddelde DSB klant geen hoge eisen kunnen worden gesteld, is de 'bekwame termijn' in het voorstel van curatoren betrekkelijk ruim genomen. nr. omschrijving gebrek aanvang termijn 1 Koppelverkoop Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. 2 Onnodige verzekering omdat (extra) dekking onnodig was. 3 Onnodige verzekering door nietpassend advies Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. Datum ontvangst polisbescheiden 4 Dure koopsommen Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. 5 Betaling van koopsommen uit het verstrekte krediet 6 Te hoge maandlasten door koopsommen / onvoldoende geïnformeerd dat koopsommen ineens uit krediet worden betaald. 7 Te hoge maandlasten door overkreditering 8 Variabele rente kan niet worden vastgezet Datum ontvangst afrekennota Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota Datum ontvangst leningdocumentatie en opgave maandlasten Datum einde eerste rentevast-periode Drie maanden 7/12
8 9 Door lokrente ten onrechte overgesloten krediet Datum ontvangst leningdocumentatie 10 Te hoge kosten kapitaalpolis Een nader vast te stellen moment waarop hier ruime aandacht aan is besteed in de media 11 Geen passend advies t.z.v. kapitaalpolis 12 Schending informatie- en waarschuwingsplicht bij HWS Moment waarop een tussentijds overzicht van de waardeopbouw is verstrekt 7 Meer complexe gebreken Het voorgaande neemt niet weg dat bij bepaalde klachten, zoals de klacht dat volgens de klant geen passend advies is gegeven over een kapitaalpolis, de klacht dat de geadviseerde dekking onder de polis niet passend is voor de geïdentificeerde risico's en de klacht dat de geadviseerde verzekering vanwege bepaalde uitsluitingen niet aan deze klant geadviseerd had mogen worden, minder hoge eisen mogen worden gesteld aan de nakoming van de onderzoeksplicht. Curatoren zijn zich ervan bewust dat deze gevallen anders beoordeeld dienen te worden. 3. VERJARING 3.1. Inleiding De wet stelt niet alleen eisen aan de termijn waarbinnen een klager kenbaar moet maken dat naar zijn oordeel de hem geleverde prestatie een gebrek vertoont. De wet stelt ook eisen aan de termijn waarbinnen de klant zijn recht, bijvoorbeeld op nakoming of schadevergoeding, ('de rechtsvordering') moet uitoefenen In artikel 3:306 BW is bepaald dat een rechtsvordering verjaart door verloop van twintig jaren, tenzij de wet anders bepaalt. Deze termijn vangt op het moment dat de vordering opeisbaar wordt. Krachtens artikel 3:307 tot en met 3:311 BW geldt voor het merendeel van de gevallen echter een afwijkende, kortere termijn van vijf jaar. Daarnaast staan ook elders in de wet kortere verjaringstermijnen. Gelet op de door 7 Rb. Alkmaar 11 maart 2009, JOR 2009/169. 8/12
9 DSB Bank ontvangen klachten, is de meest relevante verjaringstermijn, die welke is bepaald in artikel 3:310 BW De belangenorganisaties menen dat het leerstuk van verjaring buiten beschouwing kan worden gelaten. Zij stellen zich op het standpunt dat nu de vervaltermijnen van artikel 6:89 BW (en artikel 7:23 BW) korter zijn dan de verjaringstermijnen, iedere rechtsvordering en ieder verweer die een DSB Bank klant ter zake van een tekortkoming vervalt, indien hij niet tijdig heeft geklaagd Partijen zijn het erover eens dat in die gevallen waarin niet tijdig is geklaagd, het verjaringsleerstuk irrelevant is. Dat neemt niet weg dat zich gevallen kunnen voordoen waarin wel tijdig is geklaagd, maar aan die klacht door de klant geen opvolging is gegeven. In die gevallen heeft de boedel belang bij een beroep op de verjaring van de vordering. Verder is vastgesteld dat verjaring niet aan verrekening in de weg staat. Dat neemt niet weg dat waar door verval de rechtsvordering niet langer bestaat, naar het oordeel van curatoren van verjaring geen sprake kan zijn en evenmin van verrekening Aanvang van de verjaringstermijn artikel 3:310 BW Krachtens artikel 3:310 BW verjaart een vordering tot vergoeding van schade (wegens wanprestatie of onrechtmatige daad) door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgend op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden Uitgangspunt is dat 'bekendheid' in de zin van artikel 3:310 BW subjectief moet worden opgevat. Het gaat om een daadwerkelijke bekendheid. Het aanvangsmoment is afhankelijke van de wetenschap van de benadeelde omtrent het bestaan van de schade en de identiteit van de aansprakelijke persoon. De Hoge Raad heeft bovendien geoordeeld dat indien de schuldeiser zijn vordering niet kan instellen door omstandigheden die aan de schuldenaar zijn toe te rekenen, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de schuldenaar zich - voor die periode - op het verstrijken van de verjaringstermijn beroept. Gelet op de jurisprudentie moet naar het oordeel van curatoren bij deze aan de schuldenaar toe te rekenen belemmeringen, vooral gedacht worden aan door de schuldenaar veroorzaakte psychische of fysieke belemmeringen. Dergelijke belemmeringen lijken in dit kader niet aan de orde te zijn Voor de aanvang van de verjaringstermijn is niet vereist dat de schuldeiser met de exacte oorzaak van de schade bekend is. Voor de aanvang van de verjaringstermijn is evenmin vereist dat de benadeelde - behalve met de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon - ook daadwerkelijk bekend is met de juridische beoordeling van die feiten en omstandigheden. 9/12
10 Het ligt op de weg van de schuldenaar te stellen en te bewijzen dat de schuldeiser daadwerkelijk bekend was met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon. Niettemin kan de schuldenaar die bekendheid aannemelijk maken en mag de rechter die bekendheid afleiden uit bepaalde gebleken feiten en omstandigheden. Voorts dient naar het oordeel van curatoren in aanmerking te worden genomen dat volgens een toenemend aantal rechtsgeleerde schrijvers de bekendheidseis meer objectief moet worden ingevuld en dat van de schuldeiser een zekere mate van onderzoek mag worden verlangd Deze eis van een onderzoeksverplichting lijkt curatoren niet onredelijk omdat in de meeste gevallen geen onduidelijkheid bestaat ten aanzien van de voor de schade aansprakelijke persoon en het overgrote deel van de klachten betrekking heeft op schade die het gevolg is van aspecten die van meet af aan bekend waren aan de klant (koppelverkoop, dure koopsommen, overkreditering, betaling van koopsommen uit het verstrekte krediet etc.) Dit laatste kan naar het oordeel van curatoren anders zijn voor die gevallen waarin de klacht betrekking heeft op de schending van een bijzondere zorgplicht, waarbij nadrukkelijk gewezen had behoren te worden op specifieke (beleggings-)risico's. Dit doet zich met name voor bij kapitaalpolissen (die geadviseerd zijn als 'aflossingsproduct') en bij effectenbeleningsproducten ('HWS'). In die gevallen zal bekendheid met de schade veelal pas ontstaan op het moment dat blijkt dat de opgebouwde waarde onvoldoende zal om het krediet af te lossen dan wel op het moment dat het beleggingsrisico zich manifesteert Van belang is tenslotte, dat ten gevolge van artikel 36 lid 1 Faillissementswet de verjaring voor die in die bepaling aangegeven periode wordt opgeschort Handhaving verjaringstermijn Teneinde het bovenstaande hanteerbaar te maken ten behoeve van een collectieve regeling hebben curatoren voorgesteld dat alle klachten die betrekking hebben op een prestatie die is geleverd in een periode van vijf jaren vóór de datum van het faillissement in elk geval niet als verjaard worden aangemerkt. Heeft een klacht betrekking op een oudere prestatie, dan ligt het op de weg van curatoren aannemelijk te maken dat de vordering tot schadevergoeding is verjaard. Curatoren kunnen dit doen door aan de hand van het dossier feiten en omstandigheden aan te tonen waaruit de bekendheid van de klant met de schade blijkt Met het oog op de hanteerbaarheid van deze problematiek in het kader van een collectieve regeling zal - volgens curatoren - ook voor de verjaring zoveel mogelijk een 8 Tjong Tjin Tai, 'Verjaring, bekendheid en klachttermijn', Bedrijfsjuridische Berichten 2008/38. 10/12
11 uniforme maatstaf moeten worden vastgesteld op grond waarvan in beginsel mag worden aangenomen dat de vordering is verjaard. In de onderstaande tabel is (op gelijke wijze als hierboven bij verval) een overzicht opgenomen van de meest voorkomende klachten. nr. omschrijving gebrek bekendheid 1 Koppelverkoop Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. 2 Onnodige verzekering omdat (extra) dekking onnodig was. 3 Onnodige verzekering door nietpassend advies Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota 4 Dure koopsommen Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota. 5 Betaling van koopsommen uit het verstrekte krediet 6 Te hoge maandlasten door koopsommen / onvoldoende geïnformeerd dat koopsommen ineens uit krediet worden betaald. 7 Te hoge maandlasten door overkreditering 8 Variabele rente kan niet worden vastgezet 9 Door lokrente ten onrechte overgesloten krediet Datum ontvangst afrekennota Datum ontvangst polisbescheiden en afrekennota Datum ontvangst leningdocumentatie en opgave maandlasten Datum einde eerste rente-vastperiode Datum ontvangst leningdocumentatie 10 Te hoge kosten kapitaalpolis Een nader vast te stellen moment waarop hier ruime aandacht aan is besteed in de media 11 Geen passend advies t.z.v. kapitaalpolis Moment waarop een tussentijds overzicht van de waardeopbouw is verstrekt 11/12
12 12 Schending informatie- en waarschuwingsplicht bij HWS -0-12/12
KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT
KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake
Nadere informatieDe onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW.
De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Op 8 februari 2013 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen (LJN:BY4600) over de onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieAegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieSamenvatting. Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-745 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend
Nadere informatieVerjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar
Nadere informatieKlaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht
Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-481 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 juli 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieAlgemene voorwaarden SpaaQ versie
Algemene voorwaarden SpaaQ versie 1.0 2016 Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van een beroep
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-649 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 oktober 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieSamenvatting. Consument, tegen
Beslissing Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-154 d.d. 1 april 2014 (mr. J. Wortel, voorzitter, prof.drs. A.D. Bac RA en R.H.G. Mijné, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)
Nadere informatieSamenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-322 d.d. 8 september 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. I.M.L. Venker) Samenvatting
Nadere informatieProf. mr. drs. M.L. Hendrikse
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-751 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 november 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-265 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 september 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieFiën Adviesgroep Haarlemmermeer B.V., gevestigd te Haarlem, hierna te noemen Aangeslotene.
Niet-Bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-333 d.d. 21 juli 2016 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. R. de Kruif,
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieValkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht
Juridisch Up to Date NIEUWSOVERZICHT mw. mr. M.M. van Rossum Valkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht 1. Inleiding Verjarings- en vervaltermijnen kunnen een struikelblok vormen
Nadere informatieDE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR
DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-031 d.d. 5 oktober 2015 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Smeeïng-van Hees, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatieIntermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Kredietverstrekker.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-048 d.d. 18 januari 2018 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mw. mr. M. Nijland,
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten)
Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten) Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Consument: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-353 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatie: Today's Beheer & Brokers B.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Today s
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-283 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac RA en J.C. Buiter, leden en mr. D.M.A. Gerdes, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-003 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consumenten Tegen
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatieBurgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen
Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. S. van Rijn, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-011 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. S. van Rijn, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 februari 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-717 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 maart 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-536 (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen :
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-107 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op: 21 april 2015 Ingesteld door: Consument
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-146 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-156 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 augustus 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-266 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 september 2015 Ingesteld door : Consument
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.
Nadere informatieDe (bijzondere) zorgplicht van de hypotheekadviseur / aanbieder. Zorgplicht: wat kan beter?
De (bijzondere) zorgplicht van de hypotheekadviseur / aanbieder Zorgplicht: wat kan beter? De wereld van vandaag Veranderingen door de nieuwe hypothekenrichtlijn MCD 21/09/2017 am:hypotheken congres 2017
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
1 RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 015.01 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)
Nadere informatie1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-029 d.d. 23 september 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieDSB GESCHILLENCOMMISSIE. BESLISSING van 17 maart 2015 inzake de klacht met referentie 'GC043 van
DSB GESCHILLENCOMMISSIE BESLISSING van 17 maart 2015 inzake de klacht met referentie 'GC043 van ' woonachtig te hierna: Klaagster tegen Mr. R.J. Schimmelpenninck en mr. B.F.M. Knüppe qq, curatoren in het
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieAdministratiekantoor Bouw-Mouw
ALGEMENE VOORWAARDEN Administratiekantoor Bouw-Mouw Zoomweg 55 8071 EH Nunspeet Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel 08147387 Artikel 1. Toepasselijkheid van deze voorwaarden 1. Deze voorwaarden gelden
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-82 d.d. 13 maart 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.M. Mendel en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatieVoor de duidelijkheid en leesbaarheid zijn een aantal onderwerpen voorzien van een schuingedrukte toelichting.
1 Belangrijkste beslissingen Commissie van Beroep in de 5 richtinggevende uitspraken over beleggingsverzekeringen Hierna worden de belangrijkste beslissingen van de Commissie van Beroep (CvB) in de vijf
Nadere informatieHet einde van de klachtplicht?
Nieuwe uitspraken: - Het einde van de klachtplicht? De klachtplicht: wie niet tijdig klaagt over een gebrek in een prestatie, verliest zijn rechten om een beroep dp dit gebrek te doen. Twee jaar geleden
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak (NB) Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-289 d.d. 17 oktober 2012 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.W.H. Offerhaus en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. F. Faes,
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Wolf Huisvestingsgroep. In deze algemene voorwaarden worden de onderstaande begrippen als volgt gedefinieerd:
Algemene voorwaarden Wolf Huisvestingsgroep ARTIKEL 1 Definities In deze algemene voorwaarden worden de onderstaande begrippen als volgt gedefinieerd: a. Opdrachtgever: een natuurlijk persoon of rechtspersoon,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-650 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 januari 2017 Ingediend door
Nadere informatieArtikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak
Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-103 d.d. 2 april 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieAANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING
AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Eigen Huis Hypotheekservice B.V.
Algemene voorwaarden Eigen Huis Hypotheekservice B.V. Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden versie 1.0
Algemene Voorwaarden versie 1.0 Inhoud Algemene voorwaarden van HelloHypotheek.nl... 2 Artikel 1 Algemeen... 2 Artikel 2 Toepasselijkheid... 2 Artikel 3 Gegevens en informatie... 2 Artikel 4 Uitvoering
Nadere informatieVerzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010
mr. A.E. Krispijn 1 De nieuwe verjaringsregeling 39 (Wijzigingen van artikel 7:942 BW) 1. Inleiding Op 1 juli 2010 zijn de Wet deelgeschilprocedure bij letselen overlijdensschade ( Wet deelgeschilprocedure,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-631 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 januari 2017 Ingediend door
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 Definities 1.1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.2. DIGI HR: DIGI HR. 1.3. Opdrachtgever:
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017.178 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. M.C.M. van Dijk en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.B. Beunders, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieRemedies. Mr. W.L. Valk
Remedies Mr. W.L. Valk 1 Inleiding denken in remedies perspectief van de rechter perspectief van de wetenschap perspectief van partijen advocaat/andere rechtshulpverlener als intermediair aanpak in deze
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-148 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-753 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 mei 2016 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-317 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-661 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 februari 2017 Ingesteld door
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management
Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden
Artikel 1 Algemeen 1.1 Onder cliënt wordt in deze algemene voorwaarden verstaan de niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelende persoon, die alleen of gezamenlijk met een derde een opdracht
Nadere informatiede naamloze vennootschap InterBank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-147 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-235 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, mr. M.C.M. van Dijk en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht
Nadere informatieTussenuitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)
Tussenuitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-257 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 mei 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-413 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieJurisprudentie contractenrecht
Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593
Nadere informatie: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-084 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-308 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieLJN: BL2919, Rechtbank Alkmaar, 106424 / HA ZA 08-902
LJN: BL2919, Rechtbank Alkmaar, 106424 / HA ZA 08-902 Datum uitspraak: 03-02-2010 Datum publicatie: 08-02-2010 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: De
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M.J.M. Fennis, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-800 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M.J.M. Fennis, secretaris) Klacht ontvangen op : 31 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-62 d.d. 27 februari 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen VGZ Zorgverzekeraar N.V. te Arnhem Zaak : Aanvullende ziektekostenverzekering, huidtherapie, terugvordering, onverschuldigde betaling Zaaknummer : 201701478
Nadere informatieNota van toelichting
Nota van toelichting In het Algemeen Overleg van 11 november 2008 heb ik nadere regelgeving voor buitengerechtelijke incassokosten aangekondigd (Kamerstukken II 2008/09, 24 515, nr. 144). Bij brief van
Nadere informatieSamenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-391 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. S.W.A. Kelterman, mr. L. van Berkum, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-495 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, mr. R.J. Paris en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. F. Faes,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-058 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 oktober 2017 Ingediend door :
Nadere informatie1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.
Algemene Voorwaarden Interim Recruitment Recruvisie Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders
Nadere informatieProf. mr. drs. M.L. Hendrikse
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De levensverzekeringsovereenkomst: een vreemde eend in de bijt van verzekeringsovereenkomsten Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De wetgever
Nadere informatie: BNP Paribas Cardif Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Oosterhout, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-219 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-516 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. S.F. van Merwijk, mr. E.C. Ruinaard, leden en mr. J.E.M. Sünnen secretaris) Klacht ontvangen op :
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-003 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 juli 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatie