2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009.
|
|
- Elke de Wit
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oordeel Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr. J. Jonkman, secretaris. 1 De klacht 1.1 Op 16 september 2009 heeft klager een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Hij heeft de Commissie gevraagd haar oordeel uit te spreken over de vraag of klager afgekeurd had mogen worden voor de functie van matroos passagiersvaart/binnenvaart vanwege het risico op een epileptisch insult. Klager heeft één keer een aanval gehad veroorzaakt door een tumor en nadat deze is verwijderd heeft hij geen aanval meer gehad. Klager begrijpt niet waarom hij de aangeboden werkzaamheden aan boord van het passagiersschip niet zou kunnen/mogen vervullen terwijl hij wel mag autorijden. 2 De loop van de procedure 2.1 Op 21 september 2009 heeft de Commissie klager per brief, welke op diezelfde dag tevens per aan klager is toegezonden, nadere vragen gesteld. Klager heeft de vragen op 22 september 2009 per beantwoord en telefonisch toegelicht. 2.2 De Commissie heeft de klacht op 30 september 2009 doorgestuurd naar de keurend arts (hierna: verweerder). Verweerder heeft een afschrift van het klachtenformulier ontvangen, alsmede een afschrift van de nadien aan klager gestelde vragen en zijn antwoorden hierop. 2.3 Verweerder heeft op 9 oktober 2009 schriftelijk gereageerd. Op 27 oktober 2009 heeft verweerder schriftelijk en per een aanvullende reactie gestuurd. Deze aanvullende reactie heeft de Commissie op 4 november 2009 doorgestuurd naar klager. 2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november Op 27 oktober 2009 heeft klager de Commissie in een laten weten dat hij op woensdag 21 oktober 2009 voor een herkeuring in Rotterdam is geweest. De herkeurend arts heeft hem uitgelegd dat de keurend arts hem wel af heeft moeten keuren. Volgens de geldende regels zou er in geval van epilepsie of diabetes altijd moeten worden afgekeurd. Om die reden kon hij een herkeuring aanvragen. De herkeurend arts, de scheidsrechter kan in dat geval bepalen wie wel of wie niet goed gekeurd kan worden. Er zal nu op 19 november 2009 een onderzoek (gesprek en EEG) bij een neuroloog plaatsvinden. Klager geeft in zijn aan dat het nu misschien niet nodig is om direct verder te gaan met de klacht of met de hoorzitting in afwachting van deze onderzoeken. 2.6 Na overleg met de Commissie heeft klager besloten de hoorzitting toch door te laten gaan, omdat de klacht betrekking heeft op de keuring door verweerder en de (uitkomst van de) herkeuring hier los van staat. 2.7 Bij de hoorzitting op 11 november 2009 waren aanwezig: klager en diens vader en moeder en van verweerders zijde de keurend arts, de gemachtigde van verweerder, en een arbeidsdeskundige. 2.8 Na afloop van de hoorzitting is op verzoek het keuringsformulier, welk formulier door de bedrijfsarts is gebruikt, nagezonden aan de Commissie.
2 2 3 De feiten Uit de door partijen overgelegde bescheiden en de mondelinge behandeling is voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang het navolgende vast komen te staan. 3.1 Klager werkte fulltime op basis van een contract voor onbepaalde tijd als leerling timmerman bij een aannemersbedrijf. Op 2 mei 2008 heeft klager een epileptisch insult gehad veroorzaakt door een tumor. De tumor is op 28 mei 2008 succesvol verwijderd. Na de operatie heeft klager vrij snel, met instemming van zijn bedrijfsarts, zijn eigen werk weer kunnen hervatten, inclusief het werken op hoogte en het werken met elektrische machines. Op 17 december 2008 is klager op controle geweest bij zijn behandelend neuroloog. Deze gaf aan dat klager niet op hoogte en ook niet met elektrische apparaten mocht werken omdat naar de inschatting van de behandelend neuroloog het risico op een epileptisch insult niet nul is. Klager is als gevolg daarvan nadien duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaard voor zijn eigen werk. 3.2 In april 2009 heeft klager op advies van zijn bedrijfsarts een second opinion gevraagd van een neuroloog te Amsterdam. Deze adviseerde om een EEG onderzoek te laten doen. 3.3 In mei 2009 heeft klager bij zijn eigen behandelaar een MRI scan gehad. De uitslag hiervan was goed: er was niets meer te zien op de scan. Klager mocht echter nog steeds zijn eigen werkzaamheden niet hervatten. 3.4 Klager heeft gezocht naar een passende functie. Zijn oom is kapitein op een passagiersschip en bood aan om op dit passagiersschip te komen werken. Klager zou hier op detacheringsbasis kunnen gaan werken. De werkzaamheden bestaan uit schoonmaken (ramen zemen, dekken en zonnedek), het vast- en losmaken van het schip, schuren en verven en het dragen van koffers bij in- en uitschepen. Gedurende de winterperioden verschuiven de werkzaamheden en vervallen de taken die gerelateerd zijn aan het varen als zodanig. Ter zitting is komen vast te staan dat deze werkzaamheden zijn aan te merken als werkzaamheden die bij de functie deksman horen 1. Voor de functies lichtmatroos en/of matroos zou klager een vakschool voor schippers of een andere relevante opleiding moeten gaan volgen. Daarover is nooit gesproken. 3.5 Op grond van de Regeling medische keuringen binnenvaart diende klager medisch gekeurd te worden ter verkrijging van een dienstboekje. Zonder dit dienstboekje kan klager geen werkzaamheden verrichten op het passagiersschip. Klager heeft daarop een keuring aangevraagd. 3.6 Klager is op 8 september 2009 door de keurend arts afgekeurd vanwege het risico op een epileptisch insult. Hierdoor krijgt klager het benodigde dienstboekje niet en kan hij de werkzaamheden aan boord niet uitoefenen. De keurend arts heeft klager geadviseerd om een herkeuring aan te vragen. 3.7 Klager heeft vanaf 2 mei 2008 voor zes maanden een rijontzegging gehad. Op 18 december 2008 is klager opnieuw gekeurd door het CBR en op 1 maart 2009 heeft klager bericht van het CBR ontvangen dat zijn rijontzegging per die datum was opgeheven. 3.8 Regeling medische keuringen binnenvaart 2008 (hierna: de Regeling) De toelichting op de Regeling luidt voor zover van belang - : 1 Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995, artikel Staatscourant 28 maart 2008, nr. 61 / p. 51
3 3 Algemeen In de binnenvaart moet men voor het verkrijgen van een vaarbewijs, een Rijnpatent of een dienstboekje in het bezit zijn van een geneeskundige verklaring, waaruit blijkt dat men voldoet aan de medische eisen om een binnenschip te kunnen besturen en aan boord werkzaam te zijn. De afgifte van deze verklaring vindt doorgaans plaats op basis van een medische keuring door daartoe door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen artsen. 3.9 Artikel 4 lid 1 van de Regeling: De arts verricht het geneeskundig onderzoek op basis van de keuringsaanwijzingen, opgenomen in Bijlage I Bijlage I van de Regeling bevat in het eerste deel de Algemene keuringsaanwijzingen. De inleiding luidt: Van groot belang is vooral het tijdig herkennen en (laten) behandelen van die aandoeningen die een duidelijk risicoverhogende factor betekenen. In het algemeen dient de betrokkene om in aanmerking te komen voor een geneeskundige verklaring vrij te zijn van enige afwijking, ziekte of verwonding die een veilige uitoefening van de werkzaamheden belemmert. Daarnaast mag de aanwezigheid van de betrokkene aan boord geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de overige opvarenden Bijlage I luidt verder voor zover van belang -: Overleg met de medisch adviseur Indien er bij de beoordeling van de geschiktheid twijfels rijzen, kan daarover overleg plaatsvinden met de medisch adviseur scheepvaart. De verantwoordelijkheid voor de beslissing blijft echter bij de keurend arts Specifieke werkzaamheden aan boord Bij de keuring is men zich terdege bewust van de specifieke werkomstandigheden aan boord, die overigens afhankelijk van het soort schip en vaargebied sterk kunnen variëren: a. het werk aan boord vertoont onregelmatige fysieke en psychische piekbelastingen; b. het werk aan boord brengt een forse lichamelijke belasting met zich mee, waarbij veel traplopen, het manoeuvreren rond obstakels en beperkte bewegingsruimte met soms een ongunstige werkhouding extra belasting van het bewegingsapparaat met zich mee brengen; c. door de aard van de werkzaamheden is er niet altijd gelegenheid om op regelmatige tijden te eten en te slapen Uitgangspunten voor afkeuring Medisch ongeschikt voor de binnenvaart is de persoon, die lijdt aan een ziekte, afwijking of verwonding: a. waardoor een veilige uitoefening van de werkzaamheden belemmerd kan worden; b. waardoor betrokkene niet te allen tijde in staat is om adequaat te handelen in geval van nood; c. die tijdens de functie-uitoefening aan boord kan verergeren, in die zin dat daardoor een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid of veiligheid van hemzelf of de overige opvarenden ontstaat, of ernstige hinder voor andere personen aan boord; of d. die een behandeling behoeft, waarbij voortdurend medisch toezicht is vereist of waarbij acuut ingrijpen door een medicus noodzakelijk kan worden Het tweede deel van Bijlage I bevat de keuringseisen. Paragraaf 3 luidt voor zover van belang -: Ziekten of lichamelijke gebreken 1. Aandoeningen die gepaard gaan met bewustzijns- of evenwichtsstoornissen a. (.) b. Alle vormen van epilepsie in de anamnese, al dan niet medicamenteus behandeld, zijn een reden voor ongeschiktheid. Uitzonderingen:
4 4 1. (.) 2. Goedkeuring (zie onder 5 ) is mogelijk 2 jaar (Groot vaarbewijs, Rijnpatent, dienstboekje) respectievelijk 1 jaar (Klein vaarbewijs) na een eenmalige epileptische aanval, zonder duidelijke oorzaak, zonder behandeling met anti-epileptica, indien op een standaard-, slaaponthoudings- en slaap-eeg geen afwijkingen in epileptische zin worden gezien. 3. (.) 4. (.) 5. De geldigheidsduur van de geneeskundige verklaring bij de uitzonderingen beschreven onder 2, 3, en 4 is eerst ½ jaar. Indien de betrokkene aanvalsvrij blijft wordt de geldigheidsduur vervolgens 1 jaar, daarna 2 jaar, daarna 5 jaar en daarna onbeperkt. c. (.) 4 Standpunten van klager 4.1 Klager begrijpt niet waarom hij de aangeboden werkzaamheden aan boord van het passagiersschip niet zou kunnen vervullen. Hij heeft na de operatie op 28 mei 2008 geen epileptisch insult meer gehad of anderszins klachten ondervonden. Aan boord van het schip hoeft hij niet op hoogte te werken of met elektrische machines, wat destijds voor de neuroloog de reden was om hem ongeschikt te achten voor het werk als timmerman. Hij zou voornamelijk schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden verrichten. Bovendien mag klager sinds maart 2009 weer autorijden en hij ziet niet in waarom hij wel mag autorijden, maar de bedoelde werkzaamheden aan boord niet mag verrichten. 4.2 Ter zitting heeft klager aangevuld dat hij zich onvoldoende geïnformeerd achtte door de keurend arts. Hij heeft niet begrepen waarom hij de werkzaamheden aan boord die behoren bij zijn functie niet zou mogen verrichten. Hij was niet op de hoogte van de bevoegdheden van de keurend arts die hem gekeurd heeft. 5 Standpunten van verweerder 5.1 Verweerder stelt primair dat de Commissie niet bevoegd is omdat er volgens verweerder geen sprake is van een aanstellingskeuring. Klager zou op basis van detachering op het passagiersschip gaan werken. De werkgever die de detacheringsplek bood, stelde als voorwaarde dat klager een dienstboekje zou hebben. 5.2 Verder heeft verweerder tijdens de hoorzitting gesteld dat de klacht niet-ontvankelijk is. De regeling van werkzaamheden van de Commissie bepaalt in 4.3, derde aandachtspunt, dat indien klager elders een procedure is gestart over het onderwerp van de klacht, de Commissie (voorlopig) afziet van verdere behandeling. Aangezien klager op 19 november 2009 een herkeuring heeft en klager de Commissie heeft gevraagd de zaak voorlopig aan te houden, vindt verweerder dat de Commissie de zaak op dit moment niet verder in behandeling had mogen nemen. 5.3 Verweerder geeft aan dat klager is uitgelegd wat de arbeidsomstandigheden/functie-eisen aan boord zijn en dat is uitgelegd dat deze functie-eisen niet te combineren zijn met het risico op een recidief insult. Ook heeft de keurend arts in het bijzijn van klager de medisch adviseur scheepvaart gebeld die aangaf dat afkeuren de enige optie was. Daarnaast heeft de keurend arts klager gewezen op de mogelijkheid van herkeuring. 5.4 Verweerder geeft aan dat voor alle bemanningsleden van een schip in de professionele vaart, een aandoening die gepaard kan gaan met bewustzijn en/of evenwichtsstoornissen, waaronder alle vormen van epilepsie, functies aan boord van een schip in de weg staat. Ook klager zou in de buurt van werktuigen met bewegende delen kunnen komen en tevens bestaat het risico dat hij als gevolg van een epileptisch insult overboord valt en vervolgens verdrinkt. In feite gelden hier precies dezelfde functiebeperkingen als hem al werden aangegeven door zijn eigen bedrijfsarts en arbeidsdeskundige. Ter zitting is er nog op gewezen dat klager over een loopplank moet lopen.
5 5 5.5 De keurend arts heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat hij bij alle aanstellingskeuringen de Wmk tracht na te leven. Voor de binnenvaart echter heeft hij zich te houden aan de Regeling en de daarin vermelde keuringseisen. Op grond van de Regeling diende hij klager af te keuren vanwege het risico op een recidief insult. Hij heeft klager wel meteen gewezen op de mogelijkheid van herkeuring. Verder heeft de keurend arts aangegeven dat hij zelf geen onderzoek bij een specialist heeft aangevraagd, omdat het gebruikelijk is dat dit via de scheidsrechter, de herkeurend arts op grond van de Regeling, plaatsvindt. De scheidsrechter heeft meer bevoegdheden dan de keurend arts. Het zelf laten uitvoeren van specialistisch onderzoek zou het hele traject zeker hebben vertraagd. De route van de herkeuring is een stuk sneller. De keurend arts meent hiermee in het belang van klager te hebben gehandeld. 6 Overwegingen van de Commissie Ten aanzien van de bevoegdheid van de Commissie: 6.1 De Commissie moet zich allereerst buigen over de vraag of de klacht valt onder het regime van de Wmk, hetgeen door verweerder wordt betwist. 6.2 Artikel 1, onder a, van de Wmk bepaalt voor zover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: 1. een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, ( ) 6.3 In casu is sprake van een keuring in verband met het wijzigen van een arbeidsverhouding. Klager zou worden gedetacheerd op een passagiersschip. Het ging hier om een andere functie voor klager dan waarin hij voorheen werkzaam was. De Commissie is derhalve bevoegd een oordeel te geven. 6.4 De klacht richt zich tegen de arbodienst omdat klager een oordeel heeft gevraagd over de vraag of hij afgekeurd had mogen worden voor de werkzaamheden aan boord van het passagiersschip en/of die keuring in overeenstemming is met de bepalingen van de Wmk. Ten aanzien van de door verweerder gestelde niet-ontvankelijkheid van de klacht: 6.5 Verweerder heeft gesteld dat de klacht niet-ontvankelijk is omdat klager aan de Commissie heeft voorgelegd om de klacht voorlopig aan te houden in verband met een herkeuring. 6.6 Artikel 4.3 van de regeling werkzaamheden van de Commissie luidt voor zover van belang: Voorts neemt de commissie de klacht niet (verder) in behandeling wanneer uit de gevraagde aanvullende informatie dan wel uit nader onderzoek blijkt dat: ( ) ( ) de klager een procedure elders is gestart over het onderwerp van de klacht hetgeen naar het oordeel van de commissie moet leiden tot het (voorlopig) afzien van verdere behandeling. 6.7 De Commissie oordeelt dat de herkeuring los staat van de klacht die gaat over de keuring door verweerder. Klager is geen procedure elders gestart over hetzelfde onderwerp, namelijk de eerste keuring. Klager krijgt een herkeuring, maar daarmee blijft de klacht richting verweerder, te weten of de keuring is uitgevoerd in overeenstemming met de Wmk, overeind. De klacht is derhalve ontvankelijk. Ten aanzien van de vraag of verweerder in strijd met de Wmk heeft gehandeld:
6 6 6.8 De Commissie dient vervolgens te bezien of door verweerder is gehandeld in strijd met de Wmk. 6.9 Alvorens in te gaan op de vraag of er sprake is van strijd met de voorschriften van de Wmk overweegt de Commissie dat, gelet op de doelstellingen van de Wmk en overige regelgeving, verweerder een eigen verantwoordelijkheid heeft in relatie tot de keurling. Verweerder dient zich ervan te vergewissen dat de keurling vóórafgaand aan de keuring voldoende is geïnformeerd over doel en inhoud van die keuring conform het vereiste in artikel 8, tweede lid, van de Wmk. Indien dit niet het geval is dient de keuringsarts deze informatie zelf te verstrekken. Dit vloeit voort uit het principe van geïnformeerde toestemming (informed consent principe). De Commissie wijst hier ook op de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW), Titel 7, afdeling 5, welke afdeling ingevolge artikel 464 BW van overeenkomstige toepassing is op de aanstellingskeuring, alsmede op het Protocol Aanstellingskeuringen De Commissie geeft geen inhoudelijk oordeel over het al dan niet geschikt zijn van individuen voor functies, nu een dergelijk oordeel toekomt aan keurend artsen. Het is de taak van de Commissie een oordeel te geven over de vraag of de uitvoering van de aanstellingskeuring voldoet aan de voorschriften van de Wmk en overige relevante regelgeving Een aanstellingskeuring mag ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Wmk juncto artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen, alleen plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld, waaronder wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid, terwijl de risico s voor de gezondheid en veiligheid niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. Alvorens over te gaan tot een keuring is het de verantwoordelijkheid van de keurend arts te verifiëren of aan deze voorwaarden is voldaan In de Regeling staan in bijlage I de keuringsaanwijzingen en keuringseisen genoemd. De keuringseisen zijn opgesteld met het oog op de veiligheid van de keurling en die van derden. De inleiding bij de keuringsaanwijzingen (zie 3.8) bepaalt dat de betrokkene die in aanmerking wil komen voor een geneeskundige verklaring vrij dient te zijn van enige afwijking, ziekte of verwonding die een veilige uitoefening van de werkzaamheden belemmert. Daarnaast mag de aanwezigheid van de betrokkene aan boord geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de overige opvarenden. In paragraaf 3, eerste lid onder b, staat vermeld dat alle vormen van epilepsie in de anamnese, al dan niet medicamenteus behandeld, reden zijn voor ongeschiktheid. Vervolgens worden een aantal uitzonderingen genoemd (zie onder 3.12) Artikel 4, eerste lid, van de Wmk bepaalt dat onder medische geschiktheid voor de functie wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid. De veiligheid van de keurling en van derden is derhalve een bijzondere functie-eis in de zin van de Wmk. In dit geval is het beschermen van de veiligheid voor de functie niet specifiek beschreven. Voor alle functies aan boord geldt dat de veiligheid van de keurling en derden moet zijn gewaarborgd. De keuringen op grond van de Regeling worden voor alle functies op dezelfde wijze uitgevoerd. De keuringseisen maken geen onderscheid naar de verschillende functies met bijbehorende taken Uit de overgelegde bescheiden aangevuld met de verklaringen ter zitting kan de Commissie niet anders concluderen dan dat in dit geval niet is voldaan aan genoemde voorschriften van de Wmk. Er is geen immers geen schriftelijk advies van de arbodienst voorhanden betreffende de koppeling tussen de functiebeschrijving, de bijzondere eisen van medische geschiktheid en de valide onderzoeksinstrumenten.
7 7 De Commissie verwijst hiervoor naar de Leidraad Aanstellingskeuringen (juni 2005). Ook het keuringsformulier dat de Commissie nagezonden heeft gekregen, is veel te algemeen en te uitgebreid. De vragen in het formulier zijn niet toegespitst op de betreffende functie De Commissie komt tot de conclusie dat de systematiek van de Regeling niet is afgestemd op de uitgangspunten van de Wmk. Dit laat onverlet dat verweerder zich dient te houden aan de Wmk, hetgeen betekent dat verweerder de plicht heeft zich ervan te vergewissen dat de bijzondere eisen van medische geschiktheid van een functie zijn beschreven volgens de daarvoor geldende bepalingen van de Wmk, teneinde de transparantie te bewerkstelligen die door de Wmk wordt beoogd. Gelet op de algemeenheid en uitgebreidheid van de onderhavige keuring die volgens de keuringsaanwijzingen van de Regeling wordt uitgevoerd, is de keuring naar het oordeel van de Commissie dan ook in strijd met de Wmk uitgevoerd. De algemene aanwijzingen in de Regeling botsen met de functie-specifieke voorschriften van de Wmk. De Commissie heeft begrip voor het feit dat verweerder in het kader van de Regeling geen beleidsruimte had om tot een andere uitvoering van de keuring en beslissing te komen Tevens acht klager zich niet voldoende geïnformeerd door verweerder. Klager was niet op de hoogte van het kader waarbinnen verweerder de keuring diende te verrichten. Klager was het voorafgaand aan de keuring niet duidelijk dat een aandoening die gepaard kan gaan met bewustzijn en/of evenwichtsstoornissen, waaronder alle vormen van epilepsie, het verrichten van functies aan boord van een schip in de weg staat. Klager wist niet dat verweerder hem op grond van de Regeling vanwege het risico op een epileptisch insult moest afkeuren. Dit is klager pas bij de herkeuring uitgelegd door de scheidsrechter Verweerder heeft een eigen taak zich ervan te vergewissen dat de keurling vóórafgaand aan de keuring voldoende is geïnformeerd over doel en inhoud van die keuring conform het vereiste in artikel 8, tweede lid, van de Wmk. Indien dit niet het geval is dient verweerder deze informatie zelf te verstrekken. Voorafgaand aan de keuring heeft klager wel het Informatieblad binnenvaartkeuring ontvangen, maar daarin stond alleen wat de keuring inhield. Klager wist niet wat de bevoegdheden van verweerder waren en volgens welke richtlijnen hij gekeurd zou gaan worden. Klager is van te voren niet op de hoogte gesteld van de meest voorkomende ziekten waarop klager afgekeurd zou kunnen worden.] Verweerder heeft tijdens de hoorzitting verklaard klager te hebben uitgelegd wat de arbeidsomstandigheden/functie-eisen aan boord zijn en dat is uitgelegd dat deze functieeisen niet te combineren zijn met het risico op een recidief insult. Ook heeft verweerder klager gewezen op de mogelijkheid van een herkeuring. Dit is klager echter pas tijdens en/of na de keuring uitgelegd en, zo is gebleken tijdens de hoorzitting, niet duidelijk genoeg richting klager. Verweerder heeft zich er niet van vergewist of klager vooraf voldoende geïnformeerd was over de keuring Gelet hierop heeft de keurend arts klager voorafgaand aan dan wel tijdens de keuring geen informatie gegeven in de zin van artikel 8, tweede lid, van de Wmk. De Commissie denkt hier aan informatie betreffende de meest algemeen bekend zijnde ziekten die op grond van de Regeling uit het oogpunt van veiligheidseisen niet verenigbaar worden geacht met een functie in de binnenvaart. De Commissie stelt derhalve vast dat de informatievoorziening richting klager niet voldoende is geweest. Verweerder heeft aldus in strijd gehandeld met de Wmk. 7. Oordeel van de Commissie Op grond van vorenstaande overwegingen komt de Commissie tot het volgende oordeel. Verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 4, eerste lid van de Wmk juncto artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen en artikel 8, tweede lid van de Wmk.
8 8 De voorzitter: de secretaris: mw. mr. E. Cremers - Hartman mw. mr. J. Jonkman Den Haag, 9 december 2009
De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:
Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatie2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.
Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatie2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.
Oordeel 2004-06 Utrecht, 23 juni 2004 1. De klacht Op 16 januari 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken
Nadere informatie1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.
2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het
Nadere informatieDe klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:
Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatie1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.
2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht
Nadere informatie2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.
Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.
2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de
Nadere informatie2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.
Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.
Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieDe klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).
Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatie2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.
Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling
Nadere informatieOordeel Utrecht, 28 april De klacht
Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatie2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.
Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van
Nadere informatie1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure
Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van
Nadere informatieDe Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts
De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen
Nadere informatieDe klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.
Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.
Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieOordeel De klacht
Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,
Nadere informatie2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.
Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieDe klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.
Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatieMedische keuring bij een sollicitatie, mag dat?
Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is
Nadere informatieUit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.
1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het
Nadere informatieUtrecht, 12 februari 2007
Oordeel 2007-01 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen
Nadere informatie1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.
Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.
Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieRapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401
Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zijn verzoek om verwijdering van de stukken betreffende
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.
Oordeel 2005-12 Utrecht, 1 november 2005 1 De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken
Nadere informatieBekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401
Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieWMK en algemene gezondheidsvragen
WMK en algemene gezondheidsvragen Carel Hulshof 1 Casus (CKA Aanbeveling 2010-01) Dhr A solliciteert naar de functie van treinverkeersleider. Hij wordt hiervoor gekeurd Aanstellingskeuring algemene vragenlijst,
Nadere informatieWet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)
(Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatie1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).
Oordeel 2013-04 (klager / aspirant werkgever) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;
Nadere informatie1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).
Oordeel 2013-04 (klager / keurend arts) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;
Nadere informatieUit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.
Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieKlacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.
108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieUit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.
1 2003-03 Utrecht, 18 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het
Nadere informatieWet op de medische keuringen
Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),
Nadere informatie1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.
Oordeel 2003-07 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.5040 (157.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieklacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES
108432 - klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling] tegen ADVIES de directeur
Nadere informatie2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.
Oordeel 2005-05 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatie2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.
Oordeel 2005-11 Utrecht, 1 november 2005 1 De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken
Nadere informatieOordeel Utrecht, 15 december De klacht
Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken
Nadere informatieSAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO
SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad
Nadere informatieOnafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.
Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers hebben een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. Voordat de woning aan klagers verkocht werd, was met andere gegadigden ook al een koopovereenkomst
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2008:BD9798
ECLI:NL:RBSGR:2008:BD9798 Instantie Datum uitspraak 15-07-2008 Datum publicatie 11-08-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 07/7490 BESLU Bestuursrecht
Nadere informatieHet College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,
UITSPRAAK Betreft klacht met registratienummer 16.01 ingediend door de heer A tegen de heer B. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,
Nadere informatieTUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,
TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 17-022 in de zaak nr. [nummer] inzake de klacht ingediend door: mevrouw mr. [naam 1], hierna te noemen klaagster, met betrekking tot: [naam
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. 2000/103 Mo i n d e k l a c h t nr. 012.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.5890 (155.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager, hierna te noemen de tussenpersoon. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieADVIES. het D, gevestigd te B, vertegenwoordigd door de heer E, directeur, verweerder
107557 - School heeft een gescheiden vader voldoende adequaat en op gelijke wijze van informatie voorzien over zijn zoon. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, ouder van C, klager tegen ADVIES
Nadere informatieRegeling ter uitvoering van de artikelen 21, 26, 27 en 39 van het Besluit spoorwegpersoneel (Regeling spoorwegpersoneel)
(Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling ter uitvoering van de artikelen 21, 26, 27 en 39 van het Besluit spoorwegpersoneel (Regeling spoorwegpersoneel) De Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op de
Nadere informatieBINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie
BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoeker tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie 1.1. Krachtens artikel 49 lid
Nadere informatieAanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011
Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011 Inhoud presentatie KMKA Wet op de Medische Keuringen (WMK) Wat te keuren
Nadere informatieHANDLEIDING MEDISCHE KEURINGEN SCHEEPVAART. Oktober 2015
HANDLEIDING MEDISCHE KEURINGEN SCHEEPVAART Oktober 2015 INFORMATIE ILT en MAS INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur
Nadere informatieBijlage 6.1. : Keuringsaanwijzingen en keuringseisen als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid
Bijlage 6.1. : Keuringsaanwijzingen en keuringseisen als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid Hoofdstuk 1. Algemene keuringsaanwijzingen Artikel 1. Inleiding Van groot belang is vooral het tijdig herkennen
Nadere informatieRapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242
Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, regio Zuid te Eindhoven hem niet heeft geïnformeerd over het positieve
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS Informatieverstrekking gescheiden ouders met terugwerkende kracht tijdens het hervatten van het gezag, inschrijving zonder toestemming ex-partner en informatieverstrekking
Nadere informatieOptie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.
Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368
Rapport Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens Datum: 29 december 2011 Rapportnummer: 2011/368 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College bescherming persoonsgegevens
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 2 februari 2015
nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte
Nadere informatieADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen
107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2010 naar aanleiding van de op 11 februari 2010 ingediende klacht van A en B, klagers beiden wonende te C tegen D, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te E 1 De klacht
Nadere informatieADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,
107777 - Klacht over buitenschoolse opvang. Het schoolbestuur had de verandering van bsoaanbieder eerder moeten communiceren; maar de wijziging is vervolgens goed afgehandeld. inzake de klacht van: de
Nadere informatieGeschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.
Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis. Klaagster is met haar broer en zus erfgenaam van een boedel waarin zich een recreatiewoning
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO
SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een
Nadere informatieBelangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.
Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Klager heeft een woning gekocht. Beklaagde trad daarbij op als makelaar voor verkoper B. Verkoper B weigerde
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van E tegen N.V. C te D Zaak : Geneeskundige zorg, HPV-vaccinatie ter voorkoming van baarmoederhalskanker
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en
Nadere informatieKlacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES
108170 - Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES inzake de klacht van: [klager], ouder van [leerling], klager tegen [verweerder 1], docent
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen erover dat de Dienst Wegverkeer (RDW) hen met de zinsnede "met de Eigen Verklaring gaat u naar een (Arbo-)arts voor een medisch onderzoek" bij brief van 10 augustus
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Geneeskundige zorg, besnijdenis, hoogte vergoeding Zaaknummer : 2013.00354 Zittingsdatum : 4 december 2013 2013.00354,
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AI1005
ECLI:NL:RVS:2003:AI1005 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2003 Datum publicatie 13-08-2003 Zaaknummer 200300274/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO
SAMENVATTING 104653 - Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO Klaagster heeft met de leerkracht en de intern begeleider besproken hoe hun zoon begeleid
Nadere informatiehet College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.3660 (105.02) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieRapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401
Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003
Nadere informatieUit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.
Oordeel 2003-04 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO
SAMENVATTING 106159 - Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO Ouders klagen erover dat de school tekort is geschoten in haar zorgplicht. De dochter van klagers voelde
Nadere informatieInformatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.
Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting. Klager was geïnteresseerd in een woning die beklaagde in verkoop had. De verkoper had de woning
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES. : Hulpmiddelen, sta-opstoel Zaaknummer : ANO08.152 Zittingsdatum : 9 april 2008 1/6
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D Zaak : Hulpmiddelen, sta-opstoel Zaaknummer : ANO08.152 Zittingsdatum : 9 april 2008 1/6 Zaak ANO08.152, Hulpmiddelen, sta-opstoel Geschillencommissie
Nadere informatieBelangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.
Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging. Nadat klagers hun opdracht tot dienstverlening bij verkoop van hun woning resp. perceel grond hadden ingetrokken, is onenigheid ontstaan over de door hun
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatie-2- 2004/65 Med. 2004/65 Med
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.5542 (147.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieKlachtenreglement Coaching Rondom Kanker
Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Inleiding Coaching Rondom Kanker (CRK) heeft besloten een klachtenprocedure in het leven te roepen en heeft daarvoor het volgende reglement vastgesteld. Tevens
Nadere informatieKlagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.
106568 - Een verzoek te mogen werken met een daisyspeler is tijdig ingewilligd. De interne contactpersoon en de externe vertrouwenspersoon hadden zorgvuldiger moeten handelen; PO inzake de klacht van:
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS Klachtnummer 2017/100 Commissie ziet geen bevestiging van gestelde pesten. School heeft niet gesprek over pest problematiek georganiseerd waarbij
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs. E te F Zaak : Geneeskundige zorg, plastische-chirurgie, labia correctie Zaaknummer : ANO06.33 Zittingsdatum : 27 september
Nadere informatieRapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128
Rapport Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde arbeidsdeskundige van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Nijmegen (UWV) met
Nadere informatieOptie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.
Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Nadat de verkopend makelaar en haar opdrachtgeefster (klaagster) de onderhandelingen met gegadigde 1 hadden beëindigd,
Nadere informatie