Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oordeel Utrecht, 28 april De klacht"

Transcriptie

1 Oordeel Utrecht, 28 april De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keurend arts (hierna: verweerder), werkzaam bij een Arbo-dienst heeft gehandeld in strijd met de Wet op de medische keuringen (WMK) door in opdracht van de werkgever, bij wie klager had gesolliciteerd naar de functie van chefmonteur, bij hem een aanstellingskeuring te verrichten, terwijl er geen bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid zijn vastgelegd, en door medisch inhoudelijke vragen en/of mededelingen te verstrekken aan de werkgever, op grond waarvan de aanstelling geen doorgang heeft gevonden, en medisch inhoudelijke mededelingen te verstrekken aan een bemiddelingsbureau. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. 2.2 Verweerder heeft een verweerschrift overgelegd met bijlagen. 2.3 De Commissie heeft het bemiddelingsbureau, dat klager met verweerder in contact heeft gebracht, vragen gesteld. Het bemiddelingsbureau heeft de vragen bij van 25 februari 2005 beantwoord. Partijen hebben een kopie ontvangen van deze correspondentie. 2.4 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 8 maart Tijdens de hoorzitting heeft de Commissie de vertegenwoordiger van de Arbo-dienst verzocht om nadere schriftelijke informatie. Bij brief van 10 maart 2005 heeft de vertegenwoordiger van de Arbo-dienst de informatie verstrekt. 2.6 De Commissie heeft tegen de werkgever een apart oordeel uitgebracht (oordeel ). 3 De feiten Uit de overgelegde bescheiden en overige schriftelijke informatie, en uit hetgeen ter zitting is gesteld en niet is weersproken, is voorzover voor de beoordeling van de klacht van belang het navolgende komen vast te staan. 3.1 Klager is monteur. 3.2 Verweerder is bedrijfsarts, werkzaam bij een Arbo-dienst. 3.3 Klager verneemt van een bemiddelingsbureau, dat bij de werkgever, een bedrijf dat technische installaties en het onderhoud van die installaties verzorgt de functie van chefmonteur bij de vestiging te T. vacant is. Het hoofdkantoor van de werkgever is gevestigd te H. Het bemiddelingsbureau maakt voor klager een afspraak voor een sollicitatiegesprek bij de vestiging te T. Klager ontvangt van het bemiddelingsbureau een functiebeschrijving van de functie van chefmonteur elektrotechniek. 3.4 De functiebeschrijving luidt voor zover van belang -: (.) het efficiënt en effectief doen organiseren, coördineren en uitvoeren van alle voorkomende elektrotechnische werkzaamheden op projectlocatie(s). Er worden geen fysieke functie-eisen genoemd. 3.5 Het sollicitatiegesprek vindt plaats op 29 november 2004 met het Hoofd projecten van de werkgever bij de vestiging te T.

2 2 3.6 Op 20 december 2004 vindt een arbeidsvoorwaardengesprek plaats bij de werkgever in de hoofdvestiging te H. met het Hoofd personeelszaken, bij welk gesprek het Hoofd projecten eveneens aanwezig is. 3.7 Tijdens dit gesprek deelt het Hoofd personeelszaken klager mondeling mee, dat aan de functie een aantal fysieke eisen worden gesteld en dat het van belang is om te weten of klager aan deze eisen voldoet. 3.8 De fysieke functie-eisen zijn, blijkens de door de werkgever overgelegde bescheiden: Werkt op projectlocatie in alle stadia van totstandkoming, van open bouw tot en met glasdicht. De omstandigheden kunnen sterk wisselen en lawaaierig en vuil zijn. Werkt in verschillende, soms ongemakkelijke houdingen. Tilt soms zware voorwerpen. Oefent soms zware trek- en duwkracht uit. Werkt regelmatig op hoogte, op steigers of in kruipruimte. Regelmatig traplopen. Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen. 3.9 Het Hoofd personeelszaken van de werkgever vraagt klager mee te werken aan een aanstellingskeuring bij de Arbo-dienst, waarmee klager instemt De werkgever verzoekt de Arbo-dienst een aanstellingskeuring te verrichten en de uitslag van de keuring aan hem mee te delen vóór 1 januari 2005 in verband met de opzegtermijn bij de huidige werkgever van klager Bij brief van 21 december 2004 nodigt de Arbo-dienst klager uit voor een aanstellingskeuring op 27 december 2004 onder bijvoeging van een algemene vragenlijst Bij de Arbo-dienst is een procedure vastgelegd voor de aanstellingskeuringen (Managementhandboek, hoofdstuk: processen, P-5.7 functiegerichte aanstellingskeuringen) De keuring wordt verricht door verweerder. Tijdens de keuring moet klager de ingevulde algemene vragenlijst inleveren en wordt laboratorium en biometrisch onderzoek verricht door de doktersassistente Bij het onderzoek door verweerder zelf constateert laatstgenoemde, dat de mate van de fysieke belasting niet is vast te stellen aan de hand van de functiebeschrijving. Verweerder vraagt nadere informatie over de belasting van de functie aan klager zelf, welke informatie klager niet kan verstrekken. Tevens probeert verweerder tijdens de keuring in aanwezigheid van klager tevergeefs deze informatie te verkrijgen bij de bedrijfsarts van de werkgever Verweerder keurt vervolgens toch op de door de werkgever aangegeven belastingen. De belastingen zijn blijkens het door verweerder aan de keurend arts verstrekte functieprofiel: op hoogte werken > 2,5 meter, klimaat hoge lage temperatuur, temperatuurwisselingen, in de buitenlucht, in stof/damp/gassen, in droge/vochtige lucht -, bij draaiende machines, geluid > 80dB incidenteel Verweerder constateert rugbeperkingen en zoekt diezelfde dag, 27 december 2004, contact met het Hoofd personeelszaken van de werkgever en spreekt hem later op die dag Eveneens op 27 december 2004 verneemt klager telefonisch van de werkgever, bij monde van het Hoofd personeelszaken, dat er belemmeringen zijn in verband met zijn rug en dat hij daarom niet wordt aangenomen. 4 Standpunten van klager 4.1 Verweerder heeft bij hem (klager) een algemeen medisch onderzoek verricht in het kader van een aanstelling, hetgeen in strijd is met de voorschriften van de WMK, nu hij (klager) heeft geconstateerd, dat er geen bijzondere eisen van medische geschiktheid voor de functie van chefmonteur zijn vastgelegd. 4.2 Hij (klager) heeft een chronische aandoening, welke goed onder controle is en in het geheel geen beperkingen oplevert voor zijn werk. 4.3 Verweerder heeft hem (klager) aangeraden zijn aandoening te melden bij de werkgever, hoewel verweerder tevens heeft gezegd dat de aandoening niet relevant is voor de functie van chefmonteur. 4.4 Verweerder heeft mededelingen gedaan omtrent zijn rugbeperking aan het bemiddelingsbureau en aan de werkgever.

3 3 4.5 De werkgever heeft uit de informatie van verweerder de conclusie getrokken dat hij (klager) op grond van zijn rugbeperking niet geschikt is voor de functie van chefmonteur. 5 Standpunten van verweerder 5.1 Gelet op de tijdsdruk heeft verweerder besloten te keuren op de door de werkgever aangegeven belastingen en nog geen uitslag te verstrekken tot hij nadere informatie zou hebben verkregen omtrent de specifieke eisen van medische geschiktheid en omtrent de rechtmatigheid van de aanstellingskeuring. 5.2 Aan klager is uitgelegd dat alleen de relevante vragen van de algemene vragenlijst gebruikt worden voor de aanstellingskeuring. De Arbo-dienst verklaart, dat het om technische redenen niet mogelijk is voor iedere aanstellingskeuring aparte vragenlijsten te ontwikkelen. 5.3 Tijdens het onderzoek stelde verweerder bij klager rugbeperkingen vast. 5.4 Omdat de uitslag van de keuring verstrekt moest worden vóór 1 januari 2005 heeft verweerder na afloop van het onderzoek contact opgenomen met de werkgever om te weten of er sprake was van bijzondere medische eisen voor de functie. Daartoe heeft verweerder bij het Hoofd personeelszaken in algemene zin informatie ingewonnen ten aanzien van de fysieke, rugbeperkende, belasting van de functie. Er is aan de werkgever geen medische informatie verstrekt. 5.5 De aanstellingskeuring is niet voltooid, aangezien verweerder de gevraagde informatie van de werkgever niet heeft ontvangen. Verweerder verwijst hier naar paragraaf van het Protocol Aanstellingskeuringen. 5.6 Verweerder heeft de zorg van een goed hulpverlener in acht genomen. 5.7 De dag ná de keuring belde het bemiddelingsbureau verweerder op met de vraag wat er aan de hand was en waarom de aanstelling niet door zou gaan. Verweerder heeft geantwoord dat hij informatie had gevraagd bij de werkgever wat betreft de specifieke taken van de functie en dat hij in afwachting daarvan geen uitslag kon geven. 6. Verklaring van de werkgever (schriftelijk en ter zitting) Het Hoofd personeelszaken verklaart: De keurend arts heeft getracht mij op 27 december 2004 te pakken te krijgen. Dat lukte niet in eerste instantie. Vervolgens heeft de keurend arts het bemiddelingsbureau gebeld met de mededeling dat er problemen waren. Vervolgens heeft het bemiddelingsbureau met mij contact gezocht. Daarna belde ik de keurend arts terug. In dat gesprek heeft de keurend arts gemeld, dat er rugklachten in het verleden waren, dat bij zwaarder werk deze rugklachten zouden opspelen en dat de arbeidsovereenkomst gegeven de fysieke eisen een probleem zou gaan worden. 7. Schriftelijke verklaring van het bemiddelingsbureau De consultant van het bemiddelingsbureau verklaart: Ik was op de hoogte van de aanstellingskeuring. Op 27 december 2004 heb ik telefonisch gesproken met de keurend arts. Hij had die ochtend klager gekeurd en gaf aan dat klager een rugbelasting heeft. Daarover heeft de keurend arts melding gemaakt bij het Hoofd Personeelszaken van de werkgever. 8. Schriftelijke verklaring van de Arbo-dienst Bij brief van 10 maart 2005 heeft de Arbo-dienst de vraag van de Commissie aan de keurend arts omtrent de reden van het verrichten van het bloed-, urine- en longonderzoek, beantwoord. De Arbo-dienst verklaart dat per abuis een set formulieren is gebruikt, die betrekking heeft op een intredeonderzoek, zodat datgene is onderzocht dat bij een intredeonderzoek wordt onderzocht. Uiteraard zou het resultaat van deze onderzoeken geen invloed hebben gehad op de nog te verstrekken keuringsuitslag door de keurend arts.

4 4 9. Overwegingen van de Commissie 9.1 De voorliggende kwestie betreft de vraag of verweerder heeft gehandeld in strijd met de WMK door gevolg te geven aan de opdracht van de werkgever tot het verrichten van een aanstellingskeuring voor de functie van chefmonteur en door vervolgens, omdat bleek dat er geen bijzondere eisen van medische geschiktheid waren vastgesteld, zodanige medisch inhoudelijke vragen te stellen en/of mededelingen te doen aan de werkgever, dat laatstgenoemde heeft besloten de toegezegde aanstelling niet door te laten gaan. De voorliggende kwestie betreft tevens de vraag of verweerder heeft gehandeld in strijd met de WMK door medisch inhoudelijke mededelingen te doen aan het bemiddelingsbureau. 9.2 Voorop staat dat, gelet op de tekst en de doelstellingen van de WMK en overige regelgeving, waaronder het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari , moet worden uitgegaan van een strikte scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de keurend arts (verweerder) en de keuringvrager (werkgever). De Commissie geeft daarom afzonderlijk een oordeel over het handelen van verweerder (oordeel ) en van de werkgever (oordeel ). 9.3 Gelet op de uitgangspunten van de wetgever bij de totstandkoming van de WMK, heeft de keurend arts een eigen verantwoordelijkheid in relatie tot de keurling (sollicitant), in relatie tot de keuringvrager, en, zonodig, de eigen Arbo-dienst. Ook artikelen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), alsmede het Protocol Aanstellingskeuringen gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid van de arts. In dit licht bezien heeft, naast de Arbodienst, de keurend arts een eigenstandige verantwoordelijkheid. Het is derhalve aan de keurend arts om, op basis van wettelijke normen en de professionele standaard, te bepalen of de vraag om de keuring uit te voeren kan worden gehonoreerd. 9.4 Artikel 1, onderdeel a, van de WMK bepaalt voorzover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: 1 e een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, (..). 9.5 Vast is komen te staan, dat in opdracht van de werkgever door verweerder een aanstellingskeuring is verricht in de zin van artikel 1, onderdeel a, ten eerste, van de WMK. 9.6 De voorwaarden voor het verrichten van een aanstellingskeuring zijn nader uitgewerkt in de WMK en het Besluit aanstellingskeuringen. 9.7 Een aanstellingskeuring mag ingevolge artikel 4, eerste lid, van de WMK, juncto artikel 3, eerste lid, van het Besluit Aanstellingskeuringen, alleen plaats vinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld, waaronder wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid, terwijl de risico s voor de gezondheid en de veiligheid niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. 9.8 Uit dit laatste volgt dat alleen de aanwezigheid van functie-eisen belastingen die als functie eis aan de desbetreffende functie zijn gekoppeld een rechtvaardiging kan vormen voor het uitvoeren van een aanstellingskeuring, en dat de risico s, die met de functie samenhangen, in 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de nota van toelichting bij het Besluit tot regeling van de aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001, 597, en bij het Besluit tot regeling van de klachtenbehandeling aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001,598, worden beschouwd als een nadere invulling van de WMK en het Besluit Aanstellingskeuringen.

5 eerste instantie, zoveel als mogelijk is, door de werkgever door middel van preventieve maatregelen dienen te worden voorkomen. 9.9 Uit de hierboven genoemde artikelen van de WMK en het Besluit aanstellingskeuringen blijkt het nu juist de bedoeling te zijn van de WMK om het aantal aanstellingskeuringen te beperken tot die situaties, waarbij functie-eisen een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van de kandidaat. Daarbij dienen dan per bijzondere functie-eis (medische) toetsingscriteria te worden ontwikkeld, waarbij bovendien moet worden nagegaan of er valide onderzoeksmethoden bestaan om die toetsing mogelijk te maken Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de WMK, en artikel 3, tweede lid, van het Besluit aanstellingskeuringen, legt de keuringvrager (de werkgever) de functie-eisen, het doel van de keuring, de vragen welke ten aanzien van de gezondheid zullen worden gesteld, en de medische onderzoeken welke mogen worden verricht, schriftelijk vast, nadat de keuringvrager daarover en over de rechtmatigheid van de keuring schriftelijk advies heeft gevraagd aan een gecertificeerde Arbo-dienst De functieomschrijving van de fysieke aspecten van de functie van chefmonteur, die aan klager zijn verstrekt, en de functie-eisen, die aan verweerder zijn verstrekt en waarop verweerder heeft gekeurd, verschillen van elkaar. De Commissie vindt derhalve de onder 9.9 genoemde systematiek niet terug. Ook heeft de Commissie geen inzicht gekregen in de keuringsinstrumenten voor de belastingen genoemd in het betreffende functieprofiel Gelet op vorenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel, dat verweerder heeft gehandeld in strijd met genoemde artikelen van de WMK en het Besluit aanstellingskeuringen, nu verweerder, die immers zelf twijfelde aan de rechtmatigheid van de keuring, desalniettemin een keuring heeft uitgevoerd. Immers, zoals hierboven overwogen heeft de keurend arts een eigenstandige verantwoordelijkheid om op basis van wettelijke normen en de professionele standaard te bepalen of de vraag om de keuring uit te voeren kan worden gehonoreerd Het betoog van verweerder in dit verband op aanhouden van de keuring met een beroep op artikel van het Protocol Aanstellingskeuringen kan de Commissie niet volgen, nu die bepaling ziet op uitslagen van medische onderzoeken of opgevraagde medische gegevens over de keurling, die nog niet zijn ontvangen, dan wel tijdelijke omstandigheden de keurling betreffende. Ook kan de uitslag van het onderzoek worden aangehouden, omdat de keurend arts een andere arts om een second opinion (niet zijnde een herkeuring) vraagt. In al die gevallen is de keurend arts ook dan aan geheimhouding gebonden en verstrekt hij de werkgever geen informatie over de reden van het aanhouden van de keuringsuitslag. Het artikel ziet derhalve niet op het vragen van informatie aan de werkgever omtrent de geconstateerde afwezigheid van bijzondere eisen van medische geschiktheid De Commissie wijst hier ook op de procedure voorschriften van de Arbo-dienst, waaruit conform bovenstaande - blijkt dat de bedrijfsarts, alvorens een keuring uit te voeren, op basis van de Algemene richtlijn aanstellingskeuringen (ARA) vaststelt of er bijzondere functie-eisen zijn (stappen 1 tot en met 3), waarbij de Commissie opmerkt dat de toetsing van de aanvraag door de doktersassistente valt onder de verantwoordelijkheid van de keurend arts. Onder stap 4 staat vermeld dat, indien nodig, aanvullende informatie kan worden gevraagd uit de curatieve sector. Pas wanneer de aanstellingskeuring is voltooid geeft de keurend arts, na schriftelijke toestemming van de keurling, de uitslag geschikt of ongeschikt door aan de werkgever (stap 5) Ten aanzien van de communicatie tussen verweerder en de werkgever en tussen verweerder en het bemiddelingsbureau overweegt de Commissie als volgt De keurend arts mag zonder gerichte toestemming van de keurling geen inlichtingen aan 5

6 6 de werkgever als keuringvrager over de keurling verstrekken 2. In artikel 10, tweede en derde lid, van de WMK staat dit met zoveel woorden vermeld. De keurend arts is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem over de keurling bekend is en deelt niet meer mee dan voor het doel van de keuring strikt noodzakelijk is. De keurend arts heeft op grond van artikel 10, tweede lid, van de WMK uiteraard eveneens een geheimhoudingsplicht jegens derden, zoals in casu het bemiddelingsbureau Uit de verklaringen van zowel de werkgever als het bemiddelingsbureau kan de Commissie niet anders concluderen dan dat verweerder met betrokkenen heeft gesproken over de rugklachten van klager in het verleden. Deze verklaringen worden tevens ondersteund door hetgeen klager zegt rechtstreeks van betrokkenen te hebben vernomen, alvorens klager besloot een klacht in te dienen. Ook de verklaring van verweerder zelf dat in algemene zin informatie is ingewonnen ten aanzien van de fysieke, rugbeperkende, belasting van de functie steunt de Commissie in deze conclusie voor zover deze betrekking heeft op de informatie die verweerder heeft verstrekt aan de werkgever Gelet op bovenstaande is de Commissie van oordeel, dat dit handelen van verweerder niet getuigt van het in acht nemen van de zorg van een goed hulpverlener, zoals verweerder stelt, maar dat verweerder heeft gehandeld in strijd met genoemde geheimhoudingsplicht Ten aanzien van de (per abuis) gebruikte standaard vragenlijsten overweegt de Commissie dat bij een goed formuleren van de bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid in het algemeen een (groot) aantal vragen overbodig is evenals het verrichten van bloed-, urineen longonderzoek, en derhalve ingevolge artikel 2, eerste lid, van de WMK een dergelijk onderzoek niet verricht mag worden, ook al worden in geval van standaardvragenlijsten de antwoorden/uitslagen niet meegewogen bij de beoordeling van de uitslag van de keuring. 10. Oordeel van de Commissie Op grond van vorenstaande overwegingen komt de Commissie tot het oordeel dat de klacht gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de Wet op de medische keuringen door bij klager een aanstellingskeuring te verrichten, welke niet voldoet aan de bepalingen van de WMK en het Besluit aanstellingskeuringen, en door aan de werkgever en een bemiddelingsbureau medisch inhoudelijke mededelingen te doen over de gezondheid van klager. Om redenen ontleend aan het algemeen belang zal het oordeel geanonimiseerd worden gepubliceerd op de website van de Commissie en worden aangeboden aan de daarvoor in aanmerking komende juridische en medische tijdschriften. Aldus gegeven te Utrecht op 28 april 2005 door Th.M.G. van Berkestijn, voorzitter, mr. E. Cremers Hartman en prof. dr. J.H.B.M. Willems, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr. A.D. van Zeben, secretaris. 2 Deze norm is ontleend aan de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens (1992, KNMG)

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-01 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-05 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 2003-03 Utrecht, 18 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-12 Utrecht, 1 november 2005 1 De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag). Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-11 Utrecht, 1 november 2005 1 De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts.

Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts. Oordeel 2006-03 Utrecht, 27 maart 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts. 1 De klacht 1.1 Op 7 december 2005 heeft klager

Nadere informatie

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-06 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en prof. dr. J.H.B.M. Willems, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 7 februari 2006

Oordeel Utrecht, 7 februari 2006 Oordeel 2006-01 Utrecht, 7 februari 2006 1 De klacht 1.1 Op 23 september 2005 heeft klaagster, werkzaam bij de Arbo-dienst, de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-04 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd. Oordeel 2004-06 Utrecht, 23 juni 2004 1. De klacht Op 16 januari 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

Oordeel De klacht

Oordeel De klacht Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,

Nadere informatie

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009.

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009. Oordeel 2009-06 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr.

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts. Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011

Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011 Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011 Inhoud presentatie KMKA Wet op de Medische Keuringen (WMK) Wat te keuren

Nadere informatie

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast. 2002-03 Utrecht, 4 juni 2003 1 DE KLACHT 1.1 Op 5 maart 2002 heeft de vertegenwoordiger van klaagster de Commissie Klachtbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag

Nadere informatie

Protocol Aanstellingskeuringen

Protocol Aanstellingskeuringen Protocol Aanstellingskeuringen 1. Aanstellingskeuringen Inleiding 2. Protocol Aanstellingskeuringen Begripsomschrijving Doel van de aanstellingskeuring Voorwaarden waaronder een aanstellingskeuring moet

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.5890 (155.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager, hierna te noemen de tussenpersoon. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Oordeel 2013-04 (klager / aspirant werkgever) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning die beklaagde in verkoop had. Nadat over de prijs overeenstemming was bereikt

Nadere informatie

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen. Oordeel 2017-07 klager / Defensie Klager heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klager heeft, als onderdeel van zijn sollicitatieprocedure, een Psychologisch

Nadere informatie

WMK en algemene gezondheidsvragen

WMK en algemene gezondheidsvragen WMK en algemene gezondheidsvragen Carel Hulshof 1 Casus (CKA Aanbeveling 2010-01) Dhr A solliciteert naar de functie van treinverkeersleider. Hij wordt hiervoor gekeurd Aanstellingskeuring algemene vragenlijst,

Nadere informatie

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist: COLLEGE VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN 16-05 Uitspraak van het College van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen (hierna:

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen

Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen NVVK congres 2017 Papendal, 29 maart 2017 Rob van Houten 29-3-2017 Projectinfo Duurzame inzetbaarheid Een oriëntatie Doel van duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 49 d.d. 24 februari 2011 (mr. B. Sluijters, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en dr. D.F. Rijkels) Samenvatting Consument heeft via zijn

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Schending privacy? Gegevens verstrekken uit uitwisselingssysteem aan derden. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

Schending privacy? Gegevens verstrekken uit uitwisselingssysteem aan derden. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van: Schending privacy? Gegevens verstrekken uit uitwisselingssysteem aan derden. Klager die zijn woning te koop heeft staan, woont samen met een vrouw die verwikkeld is in een echtscheidingsprocedure, Beklaagde

Nadere informatie

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Oordeel 2013-04 (klager / keurend arts) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. De koper van een woning (klager) stelt dat de verkopend makelaar (beklaagde) onjuist c.q. onzorgvuldig heeft

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING

Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING (leken)keuring Keuring = alle vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van geneeskundig onderzoek (art. 1 WMK) Bij andere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van (belanghebbende) contra De Toetsingscommissie van sportbond) De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 17.010 Partijen: A, vader en wettelijk vertegenwoordiger van B, hierna te noemen Klager, tegen C, verder te noemen Zorgaanbieder of Aangeklaagde.

Nadere informatie

Op verzoek van de Commissie is na de zitting nog aanvullende schriftelijke informatie overgelegd.

Op verzoek van de Commissie is na de zitting nog aanvullende schriftelijke informatie overgelegd. 2002-01 Utrecht, juni 2002 1. DE KLACHT 1.1 Op 13 februari 2002 verzoekt klager de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen haar oordeel uit te spreken over zijn klacht inhoudende dat hij wordt

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Vertrouwelijkheid geschonden. Klager heeft belangstelling voor een woning die bij beklaagde in verkoop

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V. Protocol Klachtencommissie Autimaat B.V. Doetinchem December 2011 Protocol van de klachtencommissie van Autimaat B.V. Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368 Rapport Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens Datum: 29 december 2011 Rapportnummer: 2011/368 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College bescherming persoonsgegevens

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van belanghebbende tegen De Toetsingscommissie van de sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen commissie,

Nadere informatie

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 inzake klager tegen Stichting Nijestee, gevestigd te Groningen verweerder Partijen worden hierna aangeduid als klager en Nijestee. Verloop van de procedure

Nadere informatie

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht; Reglement behandeling bezwaarschriften Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: Het Reglement behandeling bezwaarschriften

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47311 22 augustus 2017 Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie 11 augustus 2017, Nr. BS/2017025580

Nadere informatie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W. Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-004 UITSPRAAK Inzake De heer van H. Wonende

Nadere informatie

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-635 (mr. J.S.W Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H Bakkerus, lid, drs. J.H. Paulusma-de Waal M&G RGA, arts en mr. R.A. Blom, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Inleiding Coaching Rondom Kanker (CRK) heeft besloten een klachtenprocedure in het leven te roepen en heeft daarvoor het volgende reglement vastgesteld. Tevens

Nadere informatie

d. Cliënt De natuurlijke persoon die gebruik maakt of heeft gemaakt van diensten en voorzieningen die door Idesta aangeboden worden.

d. Cliënt De natuurlijke persoon die gebruik maakt of heeft gemaakt van diensten en voorzieningen die door Idesta aangeboden worden. KLACHTENREGLEMENT Paragraaf 1 Begripsbepalingen Artikel 1.1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. Zorgaanbieder De zorgaanbieder is de rechtspersoon die de instelling in stand houdt, ofwel Idesta B.V.

Nadere informatie

Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde, wordt verstaan onder:

Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde, wordt verstaan onder: Inleiding Een cliënt kan een klacht of een uiting van onvrede voorleggen aan de desbetreffende medewerker, de manager of de Raad van Bestuur van MEE & de Wering. Indien dit niet tot een voor de cliënt

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g

J a a r v e r s l a g Jaarverslag 2 0 0 5 Jaarverslag 2 0 0 5 Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen Postbus 16001 3500 DA Utrecht telefoon 030 272 30 44 fax 030 272 46 76 e-mail info@aanstellingskeuringen.nl

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 Z-15 24 september 2015 Klager wordt als gescheiden vader niet op dezelfde manier bejegend als de moeder. Klager wordt

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. 18-102 Rvt Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. Klagers hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 11 februari 2003 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 88.2002 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/153

Zaaknummer : 2014/153 Zaaknummer : 2014/153 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleiding, (tussentijdse) beoordeling, evenredigheidsbeginsel,

Nadere informatie