2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld."

Transcriptie

1 Oordeel Utrecht, 1 november De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de (her)keurend artsen (hierna: verweerders),werkzaam bij de Arbo-dienst hebben gehandeld in strijd met de Wet op de medische keuringen (WMK) door in opdracht van de werkgeefster bij klaagster nader medisch onderzoek te verrichten voor de functie van Cabin Attendant, terwijl zij door de werkgeefster al was aangenomen als Cabin Attendant in opleiding en de opleiding al was gestart, en haar vervolgens ongeschikt te verklaren voor die functie vanwege het hebben van diabetes mellitus type 1, op grond waarvan de opleidingsovereenkomst door de werkgeefster werd beëindigd, zodat klaagster niet meer in aanmerking kon komen voor die functie, terwijl klaagster haar vorige baan had opgezegd. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. 2.2 Verweerders hebben een verweerschrift overgelegd met bijlagen. 2.3 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 2 september De Commissie heeft tegen de werkgeefster een apart oordeel uitgebracht (oordeel ). 3 De feiten Uit de door partijen overgelegde bescheiden, en uit hetgeen ter zitting is gesteld en niet is weersproken, is voorzover voor de beoordeling van de klacht van belang het navolgende komen vast te staan. 3.1 In november 2004 solliciteert klaagster via een uitzendbureau naar de functie van Cabin Attendant bij de werkgeefster. Na het eerste gesprek volgt een tweede gesprek bij een door de werkgeefster aangewezen uitzendbureau. 3.2 Voorwaarde om aangenomen te worden is onder meer een aanstellingskeuring te verrichten door een bedrijfsarts, werkzaam bij de Arbo-dienst. 3.3 Op basis van de gesprekken komt klaagster in aanmerking voor de opleiding voor genoemde functie. Klaagster ontvangt in november 2004 van de werkgeefster per post de opleidingsovereenkomst, gedateerd 23 november 2004, nadere informatie, onder andere over de aanstellingskeuring, en een aantal in te vullen formulieren met medische vragen. 3.4 De informatie over de aanstellingskeuring luidt voor zover van belang als volgt: (.) In het kader van de zogenaamde JAR-OPS-regelgeving (=internationale luchtvaartregeling waaraan Transavia moet voldoen) dient iedere Cabinemedewerker een medische keuring te ondergaan. Het betreft een schriftelijke, zogenaamde functiegerichte keuring. Dat wil zeggen dat alleen gekeken wordt naar aspecten die betrekking hebben op het Cabinevak. (.) De keuring bestaat in beginsel alleen uit deze vragenlijst. Indien zich naar aanleiding daarvan bijzonderheden voordoen, neemt de Arbo-dienst contact met u op. ( )

2 2 3.5 De in te vullen formulieren betreffen: a. de Periodieke gezondheidsverklaring cabinepersoneel van de werkgeefster, b. de aanname vragenlijst van de Arbo-dienst en c. de vragenlijst Airport travel clinic. 3.6 Klaagster vult de gezondheidsverklaring genoemd onder a. in en ondertekent deze op 22 november Onder vraag 4 lijdt u of hebt u geleden aan ziekten zoals nierziekte, suikerziekte, longziekten, verhoogde bloeddruk, hart- en vaatziekten of psychische aandoeningen? vult klaagster in: diabetes type 1, niet van invloed op functioneren. 3.7 Klaagster vult eveneens de vragenlijst genoemd onder b. in. Onder vraag 3 Wordt u momenteel behandeld of bent u ooit behandeld voor chronische ziekten of aandoeningen? (bv. suikerziekte,..) vult klaagster onder omschrijving van de ziekteaandoening in diabetes mellitus type 1, onder Sinds wanneer 1990, onder welke behandeling insulinepomp, onder behandelaar de naam van de specialist en onder wordt u nog behandeld ja. Klaagster ondertekent de aanname vragenlijst op 28 november Het daarop volgende pad van genoemde vragenlijsten onder a. en b. is niet duidelijk. 3.9 Op de vragenlijst genoemd onder c. vult klaagster bij de vraag lijdt u thans of heeft u in het verleden aan ziekten geleden in ja, diabetes en bij de vraag gebruikt u medicijnen vult klaagster in ja, insuline. Deze vragenlijst levert klaagster op 17 februari 2005 in tijdens het ontvangen van de vaccinaties bij Airport travel clinic De opleiding begint op 18 maart Klaagster heeft inmiddels haar baan bij de vorige werkgever opgezegd Tijdens de opleiding legt klaagster desgevraagd aan haar medecursisten en trainers uit waarvoor het pompje dient dat aan haar broekriem zit. Uit de daarop door de werkgeefster gevraagde informatie bij de Arbo-dienst blijkt dat de door klaagster ingevulde vragenlijst niet bekend is bij de Arbo-dienst Vervolgens heeft klaagster op 25 maart 2005 in opdracht van de werkgeefster een gesprek met een bedrijfsarts, werkzaam bij de Arbo-dienst. Op 31 maart 2005 wordt bij klaagster een medisch onderzoek verricht voor de functie van Cabin Attendant door verweerster Bij brief van 7 april 2005 deelt verweerster 1 klaagster de negatieve uitslag van de keuring mee en wijst haar op het recht van herkeuring. Klaagster vraagt een herkeuring aan. De herkeuring wordt verricht door verweerder 2 op 11 april Klaagster legt aan verweerder 2 een brief over van 8 april 2005 van haar behandelend specialist De inhoud van die brief luidt voor zover van belang als volgt: U bent bij mij bekend (..) met een diabetes mellitus type 1. Deze diabetes is nu adequaat gereguleerd met CSII (subcutane insuline-infusie). Er zijn geen belangrijke hypoglychaemische episoden. Er zijn geen chronische orgaancomplicaties. Het is het streven om patiënten met diabetes normaal te laten participeren. Er zijn m.i. geen argumenten waarom een goed ingestelde patiënte met diabetes niet aan het arbeidsproces kan deelnemen in het algemeen, noch als stewardess in het bijzonder. Er zijn in onze praktijk voorbeelden (..) 3.16 De uitslag van de keuring is wederom negatief. Verweerder 2 deelt klaagster de uitslag mee bij brief van 12 april In deze brief deelt verweerder 2 tevens mee dat de werkgeefster op de hoogte zal worden gesteld van zijn bevindingen Bij brief van eveneens 12 april 2005 deelt verweerder 2 aan de werkgeefster het volgende mee.

3 3 (.) Hierbij deel ik u mede dat ik van ( ) een aannamekeuring heb verricht voor Cabin Attendant op 31 maart (..) Deze keuring werd niet eerder verricht aangezien wij nooit het medische vragenformulier voor aannamekeuring hebben ontvangen. ( ) De bevindingen zijn dat mevrouw op dit moment niet geschikt is voor de functie van Cabin Attendant. Wij hebben u niet eerder op de hoogte gesteld van de uitslag van de keuring, omdat volgens de wetgeving wij de werkgever pas na een herkeuring op de hoogte mogen stellen. (. ) 3.18 Bij brief van 21 april 2005 deelt de werkgeefster klaagster mee dat de opleiding tot Cabin Attendant wordt beëindigd, omdat klaagster bij de medische keuring niet is goedgekeurd voor deze functie. Gevolg is dat aanstelling in die functie niet plaatsvindt Klaagster heeft naast de procedure bij de CKA een klacht ingediend bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). 4 Standpunten van klaagster 4.1 Uit de informatie van de werkgeefster voorafgaand aan de opleiding blijkt niet dat bepaalde ziekten, zoals diabetes mellitus type 1, een contra-indicatie vormen voor het uitoefenen van de functie van Cabin Attendant. Zo klaagster daarvan op de hoogte zou zijn geweest, zou zij de sollicitatieprocedure niet hebben voortgezet en geen aanvang hebben gemaakt met de opleiding. 4.2 Bij de informatie van de werkgeefster voorafgaand aan de opleiding was geen functieomschrijving aanwezig, zoals thans bij de stukken. 4.3 Klaagster heeft de formulieren genoemd onder 3.5 a en b tijdig ingevuld en in ieder geval het formulier onder b gestuurd naar de Arbo-dienst. 4.4 Omdat de keuring eerst heeft plaats gevonden tijdens de opleiding en de opleiding op grond van de uitkomst van de keuring voortijdig is afgebroken, is klaagster werkloos geworden. Zij had immers haar vorige baan opgezegd met het zeker uitzicht op de beoogde functie van Cabin Attendant ná afloop van de opleiding. 4.5 Klaagster heeft verweerder 2 gevraagd of er bij diabetes mellitus type 1 niet in elk individueel geval moet worden bekeken of er sprake is van gevaar voor de vliegveiligheid. Klaagster heeft de herkeurend arts gewezen op de inhoud van de brief van haar behandelend specialist en op het feit dat er gevallen bekend zijn van Cabin Attendants met diabetes mellitus type 1. Verweerder 2 heeft haar meegedeeld dat individuele beoordeling voor de onderhavige functie niet aan de orde is. 5 Standpunten van verweerders 5.1 Regels met betrekking tot de standaardisering van medische eisen voor Cabin Attendants zijn neergelegd in de Joint Aviation Requirements I (JAR-OPS 1) De JAR-OPS worden uitgegeven zonder nationale variaties. Via de Wet Luchtvaart, artikel 2.4 lid 3, zijn deze regels in de nationale regelgeving geïmplementeerd. De JAR-OPS 1 geeft geen toelichting op de tekst en bevat ook geen bijlagen. Dit is wel het geval in de JAR-FCL, die regels stelt omtrent de eisen van medische geschiktheid van cockpitpersoneel. Op internationaal niveau is de afspraak gemaakt dat Cabine personeel tevens inzetbaar moet zijn voor functies die vallen onder de JAR-FCL. 5.2 Ziekten genoemd in de JAR-OPS/JAR-FCL worden niet met zoveel woorden vooraf genoemd bij aanvang van de keuring. 5.3 Bij de keuring en de herkeuring is een afweging gemaakt op grond van de algemene

4 4 standaard. Hierbij is in ogenschouw genomen en besproken met klaagster dat zij haar bloedspiegel reguleert via een insulinepompje in plaats van zelf regelmatig insuline toe te dienen. Bij een aanstellingskeuring worden kandidaten niet gekeurd op diabetes mellitus type 1, er wordt geen bloedtest of urinetest afgenomen. Verweerders gaan af op de mededeling van de keurling. 5.4 De JAR-OPS stelt uitdrukkelijk dat bij een aanstellingskeuring wordt afgekeurd wanneer er een kans bestaat op mogelijke incapaciteit. Desgevraagd verklaart verweerder 2 dat bij verschil van inzicht tussen de afspraken die medici op internationaal niveau hebben gemaakt en de keurend artsen van de Arbo-dienst, laatstgenoemden zich moeten houden aan de internationale afspraken, op straffe van ontzegging van de keuringsbevoegdheid voor vliegend personeel. 5.5 Blijkens de overgelegde verklaring van de internist van klaagster en een verklaring van een Door de Arbo-dienst geraadpleegde internist wordt in de medische wereld verschillend gedacht over diabetes mellitus type 1. Het is belangrijk om in elk geval de vliegveiligheid te garanderen, zelfs als dat soms onrechtvaardig kan lijken en mogelijk ook is in de ogen van de individueel belanghebbende. Bij twijfel dient gekozen te worden voor het algemeen belang, te weten de vliegveiligheid. Het is nog onzeker hoe een insulinepomp reageert op luchtdrukverschillen, optredende defecten aan de insulinepomp etc. Een goede instelling en controle is in een functie aan de grond denkbaar, maar is onzeker in een functie, waarbij men werkzaamheden in zulke bijzondere omstandigheden verricht. 5.5 Een Cabin Attendant, die reeds in dienst is, en bij wie tijdens dit dienstverband diabetes mellitus type 1 wordt geconstateerd, heeft ervaring met het luchtdrukverschil, tijdsverschillen, temperatuurverschillen en stresssituaties aan boord en weet hoe hij/ zij moet omgaan met deze situatie, de medicatie en hoe hij/ zij hierop reageert. Het beleid bij de Arbo-dienst is dat deze medewerkers tijdelijke arbeidsongeschikt worden verklaard en vervolgens wordt overlegd of de functie kan worden voortgezet dan wel moet worden overgegaan tot een grondfunctie. 5.7 De procedure van de onderhavige aanstellingskeuring is niet verlopen zoals die normaliter verloopt. 6 Informatie van de werkgeefster 6.1 De aanstellingskeuring moet worden uitgevoerd volgens de uit internationale afspraken voortvloeiende wettelijke verplichtingen. Als lid van de European Civil Aviation Conference heeft Nederland zich aangesloten bij de Joint Aviation Authorities (JAA). De JAA is ingesteld met als doel een adequate veiligheidsstandaard in de luchtvaart te ontwikkelen en te handhaven. In Nederland wordt deze veiligheidsstandaard opgelegd en gehandhaafd via een vergunningenstelsel dat is ingesteld bij de krachtens de Luchtvaartwet vastgestelde Regeling toezicht luchtvaart en de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering. Eén van de vergunningsvoorwaarden is dat de luchtvaartmaatschappij dient te voldoen aan de zogenaamde JAR-OPS. De JAR-OPS beschrijft onder meer de fysieke eisen waaraan een medewerker in de cabine tenminste moet voldoen. In de JAR-OPS is vastgelegd dat de keuring moet worden uitgevoerd door een speciaal daarvoor gecertificeerde arts. 6.2 De medische keuring is verricht door de daarvoor gecertificeerde arts overeenkomstig het advies van de Arbo-dienst. 6.3 Inmiddels is de procedure met betrekking tot het pad van de vragenlijst in die zin aangepast dat met de Arbo-dienst is afgesproken dat de werkgeefster in de toekomst aan de Arbo-dienst zal laten weten van wie de Arbo-dienst een ingevulde vragenlijst behoort te ontvangen.

5 5 6.4 Indien bij een medewerker in de functie van Cabin Attendant diabetes mellitus type 1 wordt geconstateerd, is het beleid bij de werkgeefster dat deze medewerker wordt overgeplaatst naar een grondfunctie. 7 Overwegingen van de Commissie Ten aanzien van de ontvankelijkheid: 7.1 Tijdens de procedure heeft klaagster de Commissie niet heeft geïnformeerd over de door haar bij de CGB gestarte procedure over het onderwerp van de klacht. Doch zelfs indien dat wel was gebeurd heeft dit naar het oordeel van de Commissie geen gevolgen voor de bij de CKA aanhangige klacht, nu het de taak van de Commissie is te onderzoeken of de voorschriften van de WMK bij de in geding zijnde keuring zijn nageleefd. De klacht bij de CGB wordt op andere gronden beoordeeld. Ten aanzien van de inhoud: 7.2 De voorliggende kwestie betreft de vraag of verweerders hebben gehandeld in strijd met de WMK door klaagster af te keuren voor de functie van Cabin Attendant op grond van het hebben van diabetes mellitus type Voorop staat dat, gelet op de tekst en de doelstellingen van de WMK en overige regelgeving, waaronder het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari , moet worden uitgegaan van een strikte scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de keuringvrager (werkgever) en de (her)keurend artsen (verweerders). De Commissie geeft daarom afzonderlijk een oordeel over het handelen van verweerders (oordeel ) en van de werkgeefster (oordeel ). 7.4 Artikel 1, onderdeel a, van de WMK bepaalt voorzover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: 1 e een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, 2 e (.) 7.5 Vast is komen te staan dat er in het onderhavige geval sprake is van een aanstellingskeuring in de zin van bovengenoemd artikel 1 van de WMK. Er zijn immers voorafgaand aan indiensttreding vragen gesteld over de gezondheidstoestand via het vragenformulier van de Arbo-dienst. 7.6 De voorwaarden voor het verrichten van een aanstellingskeuring en de procedurevoorschriften voor een aanstellingskeuring zijn nader uitgewerkt in de WMK en het Besluit aanstellingskeuringen. 7.7 De WMK heeft als uitgangspunt dat aanstellingskeuringen beperkt toelaatbaar zijn, omdat uitsluiting van de arbeidsmarkt moet worden voorkomen en omdat de privacy van werknemers moet worden beschermd. De aanstellingskeuring mag daarom niet worden gebruikt als instrument van risicoselectie van werknemers voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de toekomst. Als een aanstellingskeuring mag worden verricht, vormt deze keuring het sluitstuk van de selectieprocedure. 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de nota van toelichting bij het Besluit tot regeling van de aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001, 597, en bij het Besluit tot regeling van de klachtenbehandeling aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001,598, worden beschouwd als een nadere invulling van de WMK en het Besluit Aanstellingskeuringen.

6 6 Daarom wordt in artikel 4, eerste lid, van de WMK, juncto artikel 3, eerste lid, van het Besluit Aanstellingskeuringen bepaald dat een aanstellingskeuring alleen mag plaats vinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld, waaronder wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid, terwijl de risico s voor de gezondheid en de veiligheid niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. Daarbij dienen dan per bijzondere functie-eis (medische) toetsingscriteria te worden ontwikkeld, waarbij bovendien moet worden nagegaan of er valide onderzoeksmethoden bestaan om die toetsing mogelijk te maken. 7.8 Bovenstaande overwegingen betrekt de Commissie bij haar oordeel of de verrichte aanstellingskeuring in het onderhavige geval voldoet aan de vereisten van de WMK. 7.9 Het betoog van verweerders komt erop neer dat zij zich wat betreft de bijzondere eisen van medische geschiktheid dienen te houden aan de internationale regelgeving Wat betreft de ongeschiktheid voor een vliegfunctie op grond van het hebben van diabetes type 1 is ter zitting voldoende aannemelijk geworden dat, hoewel in zijn algemeenheid ten aanzien van de inzetbaarheid in functies, waarvoor risicovolle omstandigheden gelden, in medische kringen geen overeenstemming heerst, internationaal op medisch niveau de afspraak is gemaakt dat diabetes mellitus type 1 onverenigbaar is met een vliegfunctie, die valt onder het regime van JAR-FCL. Blijkens de door verweerders overgelegde stukken is op de in geding zijnde functie echter de JAR-OPS van toepassing, waarin diabetes mellitus type 1 niet expliciet als grond voor medische geschiktheid wordt genoemd. Desgevraagd hebben zowel verweerders als de werkgeefster ter zitting verklaard dat Cabine personeel volgens internationale afspraken tevens inzetbaar moet zijn voor functies die vallen onder de JAR-FCL. Daarbij hebben verweerders en de werkgeefster aannemelijk gemaakt dat de betreffende internationale regelgeving via de Wet Luchtvaart in de nationale regelgeving is geïmplementeerd Bovenstaande laat echter onverlet dat verweerders zich ervan moeten vergewissen dat (ook internationale) bijzondere eisen van medische geschiktheid zijn beschreven volgens de daarvoor geldende bepalingen van de WMK met het oog op de transparantie die door de WMK wordt beoogd. Dit klemt temeer, nu er in medische kringen verschillend wordt gedacht over de inzetbaarheid voor risicofuncties en uit de door verweerders overgelegde stukken niet duidelijk blijkt of nu de JAR-OPS dan wel de JAR-FCL van toepassing is Uit de overgelegde bescheiden aangevuld met de verklaringen ter zitting kan de Commissie niet anders concluderen dan dat in dezen niet is voldaan aan genoemde voorschriften van de WMK. Er is geen immers geen schriftelijk advies van de Arbo-dienst voorhanden betreffende de koppeling tussen de functiebeschrijving, de bijzondere eisen van medische geschiktheid en de valide onderzoeksinstrumenten Voorts is het de taak van de keurend arts om zich ervan te vergewissen dat de keurling over de door de WMK voorgeschreven informatie beschikt (artikel 8, tweede lid, van de WMK) en, zonodig, deze informatie zelf te verstrekken. De keurend arts heeft immers ten aanzien van het informed consent principe een eigen professionele verantwoordelijkheid. De Commissie wijst hier ook op de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW), Titel 7, afdeling 5, welke afdeling ingevolge artikel 464 BW van overeenkomstige toepassing is op de aanstellingskeuring Gelet op hetgeen hierboven is overwogen onder 7.12 hebben verweerders aan klaagster voorafgaand aan de keuring geen informatie gegeven omtrent aard en doel van het onderzoek en was ook duidelijk dat de werkgeefster dit niet had kunnen doen. Verweerders hebben aldus in strijd gehandeld met de WMK.

7 Klaagster heeft ten aanzien van de beoordeling van haar geschiktheid voor de onderhavige functie nog aangevoerd dat elk geval individueel beoordeeld dient te worden. Klaagster betoogt in dit verband dat bij die beoordeling de verklaring van haar behandelend internist meegewogen had dienen te worden. Ook voert klaagster aan dat er gevallen bekend zijn van Cabin Attendants die ondanks de geconstateerde diabetes mellitus type 1 hun vliegfunctie hebben behouden Hoewel de keurend arts in zijn algemeenheid bij een aanstellingskeuring individuele aspecten moet laten meewegen, geldt in het onderhavige geval dat de op internationaal niveau gemaakte afspraken, met inachtneming van hetgeen hierboven onder 7.11 is overwogen, richtinggevend zijn Wat betreft het beleid bij vliegmaatschappijen maakt de Commissie uit de verklaring van verweerders op dat er geen eenduidig beleid is wat betreft de te nemen maatregelen in het geval bij een Cabin Attendant diabetes mellitus type 1 is geconstateerd. De werkgeefster heeft echter verklaard dat bij haar het beleid is dat, wanneer bij een Cabin Attendant diabetes mellitus type 1 of een andere ziekte wordt geconstateerd die volgens de internationale regels niet verenigbaar is met de veiligheidseisen die aan de functie worden gesteld, de betreffende medewerker wordt herplaatst in een grondfunctie. 8. Oordeel van de Commissie Op grond van vorenstaande is de Commissie van oordeel dat verweerders bij de aanstellingskeuring voor de functie van Cabin Attendant hebben gehandeld in strijd met artikel 4, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen, en artikel 8, tweede lid, van de WMK. Om redenen ontleend aan het algemeen belang wordt het oordeel in geanonimiseerde vorm gepubliceerd op de website van de Commissie, en in de daarvoor in aanmerking komende juridische en medische tijdschriften. Aldus gegeven te Utrecht op 1 november 2005 door Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr. A.D. van Zeben, secretaris.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-11 Utrecht, 1 november 2005 1 De klacht 1.1 Op 22 juni 2005 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-01 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 7 februari 2006

Oordeel Utrecht, 7 februari 2006 Oordeel 2006-01 Utrecht, 7 februari 2006 1 De klacht 1.1 Op 23 september 2005 heeft klaagster, werkzaam bij de Arbo-dienst, de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht

Nadere informatie

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-06 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en prof. dr. J.H.B.M. Willems, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-05 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag). Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 2003-03 Utrecht, 18 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd. Oordeel 2004-06 Utrecht, 23 juni 2004 1. De klacht Op 16 januari 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

WMK en algemene gezondheidsvragen

WMK en algemene gezondheidsvragen WMK en algemene gezondheidsvragen Carel Hulshof 1 Casus (CKA Aanbeveling 2010-01) Dhr A solliciteert naar de functie van treinverkeersleider. Hij wordt hiervoor gekeurd Aanstellingskeuring algemene vragenlijst,

Nadere informatie

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts.

Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts. Oordeel 2006-03 Utrecht, 27 maart 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts. 1 De klacht 1.1 Op 7 december 2005 heeft klager

Nadere informatie

Oordeel De klacht

Oordeel De klacht Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,

Nadere informatie

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009.

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009. Oordeel 2009-06 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr.

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g

J a a r v e r s l a g Jaarverslag 2 0 0 5 Jaarverslag 2 0 0 5 Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen Postbus 16001 3500 DA Utrecht telefoon 030 272 30 44 fax 030 272 46 76 e-mail info@aanstellingskeuringen.nl

Nadere informatie

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen

Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen NVVK congres 2017 Papendal, 29 maart 2017 Rob van Houten 29-3-2017 Projectinfo Duurzame inzetbaarheid Een oriëntatie Doel van duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 100.99 ingediend door: wonende te hierna te noemen 'klaagster, tegen: gevestigd te hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts. Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast. 2002-03 Utrecht, 4 juni 2003 1 DE KLACHT 1.1 Op 5 maart 2002 heeft de vertegenwoordiger van klaagster de Commissie Klachtbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.5890 (155.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager, hierna te noemen de tussenpersoon. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 49 d.d. 24 februari 2011 (mr. B. Sluijters, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en dr. D.F. Rijkels) Samenvatting Consument heeft via zijn

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 050 Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van belanghebbende tegen De Toetsingscommissie van de sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen commissie,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 02.0175 (005.02) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Aanbeveling Het signaal

Aanbeveling Het signaal Aanbeveling 2010-2 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster.

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. GCHB 2012-451 Uitspraak van 7 juni 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. Aanvraag levensverzekering geweigerd. Geschillencommissie

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.3660 (105.02) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:221

ECLI:NL:CRVB:2017:221 ECLI:NL:CRVB:2017:221 Instantie Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 24-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3036 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van Collegialiteit. Uitlatingen over collega. (zie ook zaaknummer 15.01) Een makelaar (klager) verwijt een collega (beklaagde) oncollegiaal gedrag door lichtvaardig een klacht tegen hem in te dienen en niet

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Juridische Hogeschool Avans - Fontys Trefwoorden : beoordeling

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 17-022 in de zaak nr. [nummer] inzake de klacht ingediend door: mevrouw mr. [naam 1], hierna te noemen klaagster, met betrekking tot: [naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Geneeskundige zorg, buitenland, Metal on Metal Resurfacing techniek (MoM heupprothese) Zaaknummer : ANO07.201

Nadere informatie

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, KLAGER, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-04 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag), LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Schooladvies en deelname aan Citotoets. De Commissie stelt vast dat er geen aanknopingspunten zijn om de oordeelsvorming van verweerder in twijfel te trekken.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie