1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie)."

Transcriptie

1 Oordeel (klager / keurend arts) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie; leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen. In tegenwoordigheid van mevrouw mr. H.M. de Quant en mevrouw mr. M.J.M. Bach; beiden plaatsvervangend secretaris. 1. De klacht 1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Klager heeft bij aspirant werkgever gesolliciteerd naar de functie van Hoofdconducteur (hierna: HC). In opdracht van aspirant werkgever is klager begin 2013 gekeurd door een bedrijfsarts (hierna: de keurend arts), die werkzaam is bij een arbodienst (hierna: de Arbodienst). De keurend arts heeft klager ongeschikt geacht voor de functie van HC. Redenen voor de afkeuring zijn met name een te groot veiligheidsrisico door de medische voorgeschiedenis van klager en zijn zeer lage belastbaarheid. Klager kan zich niet in deze keuringsuitslag vinden. Circa zes weken na de keuring is op verzoek van klager een second opinion gegeven door de coördinerend bedrijfsarts spoorveiligheid (hierna: de herkeurend arts) bij een andere arbodienst (hierna: de herkeurende arbodienst). De herkeurend arts adviseert om de beslissing met betrekking tot de ongeschiktheid voor de functie van HC te heroverwegen. De keurend arts heeft zijn besluit tot afkeuring niet herzien naar aanleiding van het advies van de herkeurend arts. Klager is niet in dienst genomen door aspirant werkgever. 1.2 Klager klaagt over het navolgende: 1) de aspirant werkgever en de keurend arts hanteren ten onrechte te zware keuringseisen voor de functie van HC, omdat deze functie geen spoorveiligheidsfunctie is in de zin van het Besluit spoorwegpersoneel; 2) de keuring is niet goed uitgevoerd; 3) de argumentatie voor het ongeschikt verklaren van klager is niet juist. Klager vraagt de Commissie een oordeel uit te spreken over deze klacht. 2 Verloop van de procedure 2.1 Klager heeft medio 2013 per een klacht ingediend bij de Commissie. 2.2 Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch contact gehad met klager en hem geïnformeerd over de werkwijze van de Commissie bij de behandeling van een klacht. Dit telefoongesprek is door het secretariaat van de Commissie in een bevestigd. 2.3 Klager heeft gereageerd en aanvullende stukken toegezonden. 2.4 Klager heeft telefonisch aan het secretariaat van de Commissie laten weten dat zijn klacht is gericht tegen zowel de keurend arts, als de aspirant werkgever. 2.5 De Commissie heeft de klacht doorgestuurd naar de keurend arts en de aspirant werkgever. 1

2 2.6 In de zomer van 2013 ontving de Commissie van de gemachtigde van de keurend arts, een verweerschrift met 4 bijlagen, dat direct is doorgezonden aan klager. 2.7 Enkele weken daarna heeft de Commissie aanvullende stukken opgevraagd bij klager. Deze stukken zijn door de Commissie per ontvangen. Zowel de keurend arts, als de aspirant werkgever zijn daarvan op de hoogte gesteld. In verband met het vertrouwelijke karakter van de medische gegevens in de betreffende stukken zijn deze alleen aan de gemachtigde van de keurend arts doorgezonden. 2.8 De hoorzitting heeft plaatsgevonden in het najaar van Klager werd tijdens de zitting vergezeld door zijn echtgenote. Namens de keurend arts zijn verschenen de voor het keuringsbeleid bij de Arbodienst verantwoordelijke persoon, de leidinggevende van de keurend arts en mr. W.A.M. Rupert, advocaat (hierna tevens: advocaat van de keurend arts). De keurend arts is zonder voorafgaand bericht van verhindering wegens persoonlijke omstandigheden niet verschenen. 2.9 Klager heeft bij aanvang van de hoorzitting aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben indien aspirant werkgever kennis neemt van vertrouwelijke medische gegevens betreffende klager Na afloop van de hoorzitting heeft de Commissie geconcludeerd, dat zij nog behoefte had aan aanvullende informatie van de keurend arts persoonlijk. Daarom heeft de Commissie een brief met daarin een zestal vragen aan de keurend arts aan zijn advocaat gezonden met het verzoek daarop binnen twee weken te reageren Kort na het verstrijken van de termijn ontving de Commissie per via zijn advocaat een reactie van de keurend arts op de door de Commissie gestelde vragen. Aan klager is per een afschrift van de reactie van de keurend arts toegezonden. Klager is in de gelegenheid gesteld daar op te reageren. De Commissie heeft de reactie van klager ontvangen. In de reactie van de keurend arts is verwezen naar een d.d. voorjaar 2013 van de coördinator bedrijfsartsen bij de Arbodienst (hierna:coördinator bedrijfsartsen) aan de herkeurende arbodienst. Op haar verzoek ontving de Commissie deze van de advocaat van de keurend arts. 3. De feiten 3.1 Klager is in het verleden circa 12 jaar HC geweest. Sinds enkele jaren is klager werkzaam als internationaal touringcarchauffeur. 3.2 De functie van chef van trein (= HC) is sinds 3 december 2004 geen wettelijke veiligheidsfunctie meer. Na die datum heeft de aspirant werkgever de aanstellingskeuring voor de functie van HC gehandhaafd. De keuringseisen zijn daarbij niet gewijzigd. Eén en ander is schriftelijk vastgelegd in het Veiligheidsmanagementsysteem (hierna: VMS) van aspirant werkgever. 3.3 In opdracht van aspirant werkgever heeft de Arbodienst in het najaar van 2012 een rapport Medische keuringen HC en HC S&V, Verantwoording uitgebracht, waarin veiligheidstaken geïdentificeerd zijn voor de functie van HC. De Arbodienst adviseert de aspirant werkgever om de functie van HC te handhaven als functie met veiligheidstaken. In aansluiting hierop heeft de Arbodienst een concept-advies Aanstellingskeuring HC en HC S&V, Medische eisen opgesteld. Op initiatief van de Arbodienst is eerdergenoemd concept-advies ter beoordeling voorgelegd aan een gespecialiseerde polikliniek (hierna: de Polikliniek), met het verzoek om advies uit te brengen ten aanzien van het vraagstuk van de keuringen van HC s. Daarnaast is aan de Polikliniek gevraagd een reactie te geven op het rapport van de Arbodienst d.d. najaar Ten tijde van de keuring van klager had de Polikliniek haar advies nog niet uitgebracht. 2

3 3.4 Klager heeft eind 2012 via een uitzendbureau (hierna: het Uitzendbureau) gesolliciteerd naar de functie van HC bij aspirant werkgever en heeft de sollicitatieprocedure met goed gevolg doorlopen. Naar aanleiding daarvan is klager eind 2012 door de Arbodienst uitgenodigd voor een aanstellingskeuring. Bij de uitnodiging was een Vragenlijst medisch onderzoek spoorwegveiligheid gevoegd. 3.5 De keuring heeft begin 2013 plaatsgevonden bij de Arbodienst. Diezelfde dag heeft de keurend arts een brief gestuurd aan de huisarts van klager (hierna: de huisarts) met het verzoek om hem aanvullende medische informatie over klager te verstrekken. 3.6 De huisarts geeft onder meer aan dat klager, anders dan in het verleden, een gezondere leefstijl en betere conditie heeft. Bijgevoegd is een brief van de behandelend specialist van klager d.d. najaar De keurend arts heeft vervolgens advies ingewonnen bij een arts-deskundige (hierna: de arts-deskundige), werkzaam bij de Polikliniek. Die oordeelt op basis van de aan hem ter beschikking gestelde schriftelijke informatie dat de belastbaarheid van klager zeer laag is. De arts-deskundige vraagt zich af of klager in staat is om dagelijks 8 uur per dienst door de trein te lopen. Bij de belastbaarheid zoals vermeld in de brief van de behandelend specialist is dat, volgens de arts-deskundige, niet zonder risico. De artsdeskundige merkt verder op: Mogelijk is de belastbaarheid toegenomen, maar kan, gezien de korte periode, nooit voldoende zijn. Er is een groot veiligheidsrisico. De arts-deskundige is bereid klager te ontvangen, maar geeft aan dat dat zeer waarschijnlijk niet veel aan het advies zal veranderen. 3.8 Mede op basis daarvan deelt de keurend arts in zijn brief d.d. begin 2013 aan klager mee dat hij ongeschikt wordt geacht voor de functie van HC. Overeenkomstig het Keuringsreglement Veiligheidskeuringen Railverkeer geeft de keurend arts geen verklaring van medische geschiktheid af. In dezelfde brief wijst de keurend arts klager op zijn recht om een herkeuring aan te vragen bij een daarvoor aangewezen herkeuringsinstituut. Omdat reeds advies is ingewonnen bij een arts-deskundige is dat niet de Arbodienst zelf, maar een door de minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen herkeuringsinstituut. 3.9 In een d.d. begin 2013 bericht de keurend arts aan de huisarts, dat klager hem heeft laten weten zich niet neer te leggen bij het besluit tot afkeuring. Met betrekking tot het risico verwijst de keurend arts naar de Railned P-Norm De huisarts reageert daarop in een . Hij geeft daarin aan dat klager op korte termijn een hernieuwd onderzoek zal ondergaan bij zijn behandelend specialist en ook de correspondentie van de keurend arts door hem zal laten beoordelen. Daarnaast plaatst de huisarts enkele kanttekeningen bij de aannames van de keurend arts en de arts-deskundige De huisarts is na specialistisch onderzoek circa twee weken later op de hoogte gesteld van de uitslag van de hernieuwde beoordeling in het kader van belasting en belastbaarheid. Uit deze beoordeling volgt dat de belastbaarheid is toegenomen. Klager heeft deze informatie doorgezonden aan de keurend arts, die zijn oordeel niet heeft herzien. Klager heeft vervolgens alle relevante informatie opgevraagd bij de keurend arts Twee weken daarna heeft de keurend arts, naar aanleiding van een vraag van klager, in een klager er op gewezen dat hij de mogelijkheid heeft een second opinion aan te vragen bij de herkeurende arbodienst. Er is spraakverwarring geweest tussen enerzijds klager en anderzijds de keurend arts over de begrippen herkeuring en second opinion. Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, lijkt het er sterk op dat in ieder geval door de keurend arts een herkeuring is bedoeld. In het vervolg van dit oordeel wordt gesproken over herkeuring, ook indien in de stukken waarnaar wordt verwezen 3

4 het begrip second opinion staat vermeld, tenzij het relevant is om (het onderscheid tussen) beide begrippen te benoemen Klager heeft het initiatief genomen tot een herkeuring en deze zelf bekostigd. De herkeuring vond begin 2013 plaats. De herkeurend arts concludeert dat het door de keurend arts verrichte onderzoek leidt tot uitslagen die voldoen aan de eisen gesteld in het Besluit Spoorwegpersoneel Er is verdere verbetering mogelijk. Voorts wijst de herkeurende arbodienst er op dat de functie van HC geen spoorveiligheidsfunctie in het kader van het Besluit Spoorwegpersoneel is en dat er daarmee geen wettelijke basis is voor de keuringseisen. Die eisen kunnen echter wel gebaseerd zijn op bij de aspirant werkgever geldende regelgeving. De herkeurend arts schrijft in zijn brief: Mijn advies is om de beslissing met betrekking tot de ongeschiktheid voor de functie van [HC] te heroverwegen. Enerzijds op grond van de houdbaarheid van de gestelde eisen, anderzijds op grond van nieuwe en uitgebreidere en gunstiger nieuwe gegevens. Ik geef [de keuringsarts] dan wel [de aspirant werkgever] ter overweging te besluiten tot een geschiktheid onder voorwaarde van verdere verbetering van de gezondheidsparameters of tegen de overweging van het wettelijk kader waarbinnen de juiste functiegeschiktheidseisen worden gesteld Klager heeft het advies van de herkeurende arbodienst doorgezonden aan aspirant werkgever, die het kennelijk ter hand heeft gesteld aan de keurend arts. De keurend arts heeft de coördinator bedrijfsartsen gevraagd om, rekening houdende met de stukken betreffende de keuring, het oordeel van de arts-deskundige en het advies van de herkeurende arbodienst, een advies te geven over de veiligheidsgeschiktheid van klager voor de functie van HC. Naar aanleiding daarvan heeft de coördinator bedrijfsartsen een aan de herkeurend arts gezonden met daarin navolgend verzoek: Om tot een goede afweging te komen heb ik van u een éénduidige conclusie nodig of u [de keurling] volgens de vigerende richtlijnen van [aspirant werkgever] wel / niet veiligheidsgeschikt acht voor zijn (toekomstige) functie van Chef Trein. In het veiligheidsmanagement handboek van [aspirant werkgever] staat dat daarvoor de voormalige P003 richtlijnen van het IVW gehanteerd wordt. In uw rapportage vind ik geen éénduidige eindconclusie of [klager] op dit moment volgens u wel of niet veiligheidsgeschikt is voor de functie Chef Trein. Kunt u dit aan het verslag toevoegen en aan mij mailen? De keurend arts stelt dat de herkeurende arbodienst niet heeft gereageerd op het verzoek van de coördinator bedrijfsartsen De Arbodienst heeft de beslissing tot ongeschikt verklaring van klager voor de functie van HC niet herzien. De aspirant werkgever heeft klager vervolgens laten weten hem niet in dienst te nemen. In zijn brief d.d. voorjaar 2013 heeft klager aan de aspirant werkgever laten weten protest aan te tekenen tegen de negatieve uitslag van de keuring door de Arbodienst Klager is vervolgens via internet bij de Commissie terechtgekomen De Polkliniek brengt in het voorjaar van 2013 (ná indiening van de klacht door klager) advies uit naar aanleiding van het concept advies van de Arbodienst d.d. najaar 2012 met betrekking tot de medische eisen bij aanstellingskeuring voor de functie HC. De Polikliniek concludeert in haar rapportage dat er redenen zijn voor het uitvoeren van een aanstellingskeuring voor HC s. De Polikliniek plaatst tegelijk enkele kritische kanttekeningen bij het advies. Zo zijn de relevantie en de zwaarte van de veiligheidseisen in het concept advies van de Arbodienst niet goed uitgewerkt. Uit het advies van de Polikliniek volgt dan ook dat de door de Arbodienst opgestelde concept norm aanpassing behoeft. De Polikliniek merkt verder op dat [de Arbodienst] criteria zijn gebaseerd op de eisen voor machinisten en dus niet passend voor de eisen die aan [HC s] worden gesteld. Deze criteria zullen volledig herzien moeten worden. De Polikliniek geeft aan dat er geen duidelijke relatie is tussen de door [de Arbodienst] genoemde belastbaarheidseisen en passende medische criteria en 4

5 onderzoeksmethoden. De door de Arbodienst genoemde criteria op de gebieden neurologie (inclusief OSAS), cardiologie en endocrinologie zijn volgens de Polikliniek - vooral gebaseerd op het optreden van de aandoeningen die een acute verstoring van de handelingsgeschiktheid kunnen geven en niet op de belastbaarheidseisen: voldoende visuele waarneming, auditieve waarneming en alertheid/bewustzijn. Bij deze aandoeningen moet de verhouding tussen het veiligheidsrisico en de frequentie van het optreden van de handelingsbekwaamheid beter worden uitgewerkt. Ten aanzien van de (ook voor de keuring van klager relevante) belastingseisen lopen, klauteren/klimmen oordeelt de Polikliniek dat de hiermee samenhangende fysieke vaardigheden in het rapport van de Arbodienst wel evenwichtig zijn beoordeeld. 1. Standpunten klager 4.1 Samengevat komen de standpunten van klager op het navolgende neer: a) De functie van touringcarchauffeur, waarvoor klager onlangs is gekeurd en geschikt geacht is vergelijkbaar met de functie van HC bij aspirant werkgever. b) De eigen specialist van klager heeft voorafgaande aan de keuring tegen klager gezegd dat hij hem op dat moment geschikt achtte voor de functie van HC. c) De functie van HC is geen wettelijke veiligheidsfunctie in de zin van het Besluit spoorwegpersoneel. Het is ook geen functie met veiligheidstaken. d) De bijzondere functie-eisen / keuringseisen zijn klager niet voldoende duidelijk geworden. Klager is door de keurend arts en zijn assistente niet geïnformeerd over doel en inhoud van de keuring (waaronder begrepen de aan de vervulling van de functie van HC en de daarbij behorende (veiligheids)taken gestelde bijzondere functie-eisen). Klager heeft de keurend arts diverse malen, telefonisch en schriftelijk gevraagd wat de exacte keuringseisen waren voor de functie van HC. De keurend arts heeft daar niet op geantwoord en ook niet verwezen naar de richtlijn Railned P003 van de IVW. e) De aspirant werkgever en keurend arts hanteren ten onrechte de zwaardere bijzondere functie-eisen voor de wettelijke veiligheidsfunctie van machinist ook voor de functie van HC. f) De meeste veiligheidstaken, die door aspirant werkgever en de keurend arts zijn benoemd komen slechts incidenteel voor. g) De keurend arts en de door hem ingeschakelde arts-deskundige hebben onjuiste aannames gedaan bij de beoordeling van de door de behandelend specialist verstrekte informatie d.d. najaar h) De arts-deskundige had geen aannames mogen doen en conclusies mogen trekken, zonder klager zelf gezien en gesproken en eventueel onderzocht te hebben. i) Ondanks dat zijn belastbaarheid was gestegen, is aan klager medegedeeld dat dit geen consequentie had voor het oordeel van de arts-deskundige. Een gesprek was wel mogelijk maar zou niets aan de mening van de arts-deskundige veranderen en zou ook pas weken later kunnen plaatsvinden. Hij had op korte termijn geen tijd, zelfs niet voor een telefoongesprek. a) De keurend arts en arts-deskundige hadden hun beslissing om klager ongeschikt te achten voor de functie van HC moeten herzien na ontvangst van de uitslagen van het door de behandelend specialist begin 2013 verrichte onderzoek. De belastbaarheid van klager is aanzienlijk toegenomen. b) Klager is er door de keurend arts op gewezen dat hij een herkeuring kon aanvragen. De keurend arts heeft klager niet inhoudelijk geïnformeerd over hoe een herkeuring in zijn werk gaat en dat de keuringvrager in beginsel een herkeuring bekostigt. De keurend arts heeft ook niet aangeboden om een herkeuring voor klager te regelen. Na de afkeuring heeft klager veelvuldig aan de keurend arts gevraagd welke stappen hij kon zetten tegen de ongeschiktheidsverklaring voor de functie van HC. Klager heeft daar onvoldoende antwoord op gehad en de keurend arts wilde hem uiteindelijk niet meer spreken. Wel heeft de keurend arts klager op diens verzoek uiteindelijk verwezen naar de website van de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT; rechtsopvolger IVW). Vervolgens is klager op internet gaan zoeken en is op de mogelijkheid van een second opinion gestuit. Klager heeft een dergelijke second opinion ( herkeuring ) voor eigen rekening aangevraagd bij de herkeurende 5

6 arbodienst en de uitslag daarvan zelf aan de aspirant werkgever doorgezonden. Er is naar de mening van klager geen officiële herkeuring verricht. c) Het advies van de herkeurende arbodienst had reden moeten zijn voor de keurend arts en arts-deskundige om de beslissing om klager af te keuren te heroverwegen. d) Klager heeft bij aspirant werkgever diverse malen gevraagd of de afkeuring zou worden heroverwogen en wat daarvoor de procedure is. Daarop heeft klager pas na lange tijd een antwoord gekregen, luidende dat er geen reden was voor herziening van het besluit tot ongeschiktverklaring van klager voor de functie van HC. e) Het bevreemdt klager dat aspirant werkgever en de keurend arts verwijzen naar een regeling in ontwikkeling, neergelegd in een advies van de Polikliniek d.d. lente Dat is een half jaar nadat klager is gekeurd door de keurend arts. Het betreft regelgeving, die nog niet aan de ondernemingsraad (hierna: OR) van aspirant werkgever is voorgelegd, laat staan is goedgekeurd. f) Om de hierboven genoemde redenen had de aspirant werkgever het negatieve advies van de keurend arts niet moeten volgen. De aspirant werkgever dient klager in dienst te nemen en in staat te stellen om klager uiterlijk op 1 september 2013 in te laten stromen in de opleiding voor HC. 4.2 Klager verzoekt de Commissie een oordeel uit te spreken. 5. Standpunten keurend arts 5.1 Samengevat komen de standpunten van de keurend arts op het navolgende neer: a) De functie van HC is een functie die bijzondere eisen op het gebied van medische geschiktheid stelt. b) Na het vervallen van de functie chef van trein in de Spoorwegwet, is de aanstellingskeuring voor de HC door aspirant werkgever gehandhaafd. c) De Arbodienst heeft in haar rapport d.d. najaar 2012 geconcludeerd dat er voldoende reden is voor het handhaven van de aanstellingskeuring voor de functie van HC. d) De stellingname van klager dat bij de keuring verkeerde keuringseisen zijn gebruikt is onjuist. De Arbodienst heeft de eisen gebruikt, die gelden voor de HC. De keurend arts gebruikt de richtlijn P003 als norm voor de keuringen van HC s. e) De keurend arts heeft, zoals te doen gebruikelijk, voorafgaand aan de keuring aan klager gevraagd of hij vragen had over het doel en de inhoud van de keuring. f) De door de keurend arts bij klager verrichte keuring is beperkt tot het doel waarvoor zij is verricht. g) Klager is begin 2013 schriftelijk door de keurend arts op de hoogte gesteld van zijn ongeschiktheid voor de functie van HC en de reden daarvoor. h) Klager is bij die gelegenheid gewezen op de mogelijkheid om een herkeuring aan te vragen bij een herkeurende arbodienst. Circa een maand later is klager door de keurend arts nogmaals gewezen op de mogelijkheid van een herkeuring en is hij geïnformeerd over waar en bij wie hij die kon aanvragen. i) Klager heeft gebruik gemaakt van zijn recht op herkeuring. j) De na de (eerste) keuring ontvangen nieuwe medische informatie betreffende klager en het advies van de herkeurende arbodienst is door de keurend arts voorgelegd aan de arts-deskundige. k) De coördinator bedrijfsartsen heeft begin 2013 aan de herkeurende arbodienst gevraagd om haar rapportage aan te vullen met een eenduidige conclusie over de geschiktheid van klager voor de functie van HC. De herkeurende arbodienst heeft daarop niet gereageerd, ondanks meerdere pogingen van de coördinator bedrijfsartsen om met de herkeurende arbodienst in contact te komen. l) Daarnaast is de informatie door de keurend arts met een aantal collega bedrijfsartsen besproken. Net als de keurend arts en de arts-deskundige concludeerden zij dat klager definitief ongeschikt moest worden verklaard voor de functie van HC. m) De na de keuring ontvangen informatie en het advies van de herkeurend arts hebben er dan ook niet toe geleid dat alsnog een verklaring van medische geschiktheid is afgegeven door de keurend arts. n) De Polikliniek heeft in de lente van 2013 advies uitgebracht naar aanleiding van het concept-advies Aanstellingskeuring HC en HC S&V, Medische eisen van de 6

7 Arbodienst. Hoewel de Polikliniek concludeert dat de concept norm van de Arbodienst aanpassing behoeft, volgt uit het advies dat een aanstellingskeuring voor de functie van HC gerechtvaardigd is. Ten dele behoeven de belastingseisen heroverweging. o) Het traject om tot een nieuw protocol te komen moet zorgvuldig worden doorlopen en dat kost tijd. Dat het traject nog niet is afgerond betekent niet dat geen aanstellingskeuring mag worden verricht of dat is gekeurd op basis van onjuiste normen. p) Voor zover klager bestrijdt dat hij niet voldoet aan de keuringseisen voor de functie van HC, wijst de keurend arts er op dat voor de functie van HC een hogere belastbaarheid moet worden gehaald. Uit de van de behandelend specialist ontvangen informatie d.d. najaar 2012 is afgeleid dat klagers belastbaarheid te laag was. Uit latere informatie bleek dat de belastbaarheid van klager was gestegen. Dit leidde echter niet tot het oordeel van de arts-deskundige om een verklaring van medische geschiktheid af te geven. Daarbij speelt een rol dat niet alleen de belastbaarheid van belang is, maar ook het veiligheidsrisico. q) Uit de door klager aangevraagde herkeuring blijkt dat het risico juist is ingeschat, zij het dat er nieuwere gunstigere gegevens voorhanden zijn. r) De herkeurend arts adviseert de beslissing tot ongeschiktheid te heroverwegen en concludeert dus niet dat klager geschikt is. s) De herkeurend arts was kennelijk niet op de hoogte van het feit dat de aspirant werkgever de functie van HC aanmerkt als een functie die bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid stelt, om welke reden een aanstellingskeuring mag worden uitgevoerd. t) De werkwijze voor de keuring was voorts correct. 5.2 De klacht is ongegrond. 6. Overwegingen van de Commissie Ontvankelijkheid 6.1 Wat de ontvankelijkheid van de Commissie betreft: de klacht ziet op de toepassing van de Wet op de Medische keuringen (hierna: Wmk). De Commissie verklaart zich ontvankelijk. Twee afzonderlijke oordelen 6.2 Voorop staat dat, gelet op de tekst en de doelstellingen van de Wmk en overige regelgeving, waaronder het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari , moet worden uitgegaan van een strikte scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de keuringvrager en de keurend artsen. De Commissie brengt daarom twee afzonderlijke oordelen uit; één tegen de keurend arts (de Arbodienst) en één tegen de aspirant werkgever. Onderhavig oordeel ziet op het handelen van de keurend arts. Geen inhoudelijk oordeel geschiktheid 6.3 De Commissie geeft geen inhoudelijk oordeel over het al dan niet geschikt zijn van klager voor de functie van HC, nu een dergelijk oordeel toekomt aan zijn keurend arts. Het is de taak van de Commissie een oordeel te geven over de vraag of de uitvoering van de aanstellingskeuring voldoet aan de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen. Artikel 1 Wmk: aanstellingskeuring 6.4 Artikel 1, lid a van de Wmk bepaalt voor zover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan: vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: 1. Een burgerrechtelijke arbeidsverhouding, die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de nota van toelichting bij het Besluit tot regeling van aanstellingskeuringen van 23 november 2001, stb. 2001, 597 en bij het Besluit tot regeling van de klachtenbehandeling aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001, 598, worden beschouwd als een nadere invulling van de Wmk en het Besluit Aanstellingskeuringen. 7

8 Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt; 2. ( ). 6.5 De Commissie dient te beoordelen of in deze zaak sprake is van een aanstellingskeuring. Tijdens de medische keuring worden vragen gesteld over de gezondheidstoestand van de keurling en wordt medisch onderzoek verricht. De keuring is beslissend. In dit geval leidt een geschiktheidsverklaring als uitslag van de keuring tot een aanstelling als HC. Dit betekent dat sprake is van een aanstellingskeuring als bedoeld in artikel 1, lid a van de Wmk. De keurend arts moet dan ook voldoen aan de verplichtingen die de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen aan keurend artsen opleggen. 6.6 De Commissie dient vervolgens na te gaan of de keurend arts in het kader van de uitvoering van de aanstellingskeuring van klager heeft voldaan aan de eisen van de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen. Artikel 4 Wmk en artikel 3 Besluit aanstellingskeuringen: bijzondere eisen 6.7 Artikel 4, lid 1 van de Wmk bepaalt in samenhang met artikel 3, lid 1 van het Besluit aanstellingskeuringen dat een aanstellingskeuring alleen mag plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld. 6.8 Onder bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid wordt verstaan: - de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid; en - de risico s voor de gezondheid en de veiligheid, die niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. De risico s die met de functie samenhangen moeten dus in eerste instantie zoveel mogelijk door de werkgever worden voorkomen door het treffen van preventieve maatregelen. Een aanstellingskeuring mag derhalve alleen worden verricht in die situaties, waarbij functie-eisen een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van de kandidaat. Artikel 8 Wmk en artikel 3 Besluit aanstellingskeuringen:schriftelijke vastlegging en advies 6.9 In artikel 8, lid 1 Wmk is bepaald dat de aspirant werkgever het doel van de keuring, de vragen welke ten aanzien van de keuring worden gesteld, en de medische onderzoeken welke mogen worden verricht, schriftelijk vastlegt. In samenhang daarmee is in artikel 3, lid 2 Besluit aanstellingskeuringen vastgelegd dat de aspirant werkgever, voordat hij de bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid én het hiervoor genoemde doel, de vragen en onderzoeken vastlegt, schriftelijk advies daarover en over de rechtmatigheid van de keuring vraagt aan een bedrijfsarts, tenzij een schriftelijk advies al eerder met betrekking tot eenzelfde functie is verstrekt en de omstandigheden en de gangbare maatregelen ongewijzigd zijn gebleven Veiligheid is een van de kernwaarden van aspirant werkgever. Het veiligheidsbeleid van aspirant werkgever heeft onder meer het minimaliseren van schade aan personen en materieel tot doel. Indien aanpassen van de organisatie van het werk en de techniek niet (meer) mogelijk is, is de mens een belangrijke factor. In het Handboek Hoofdconducteur handelt hoofdstuk 3 over veiligheid. In VMS 12.2, Keuringen, 4.0 is in de paragraaf Interne eisen bepaald dat in het geval van veiligheidsfuncties wordt gesproken over wettelijke (machinist en rangeerder) en niet wettelijke veiligheidsfuncties (chef trein (= HC), bevoegd spoorbetreder, procesleider perron, en vertrekassistent). Voor de niet wettelijke veiligheidsfuncties zijn er geen wettelijke inhoudelijke eisen rondom de keuring van medewerkers. Aspirant werkgever heeft voor de niet wettelijke veiligheidsfuncties interne eisen opgesteld en hanteert de term veiligheidstaak. 8

9 6.11 De functie van HC valt sinds 3 december 2004 niet meer onder de wettelijke veiligheidsfuncties. Het Besluit spoorwegpersoneel 2011 is dan ook niet van toepassing. De functie van HC is wel een functie met veiligheidstaken. Deze veiligheidstaken zijn, aldus aspirant werkgever: a. de vertrekprocedure; b. veiligheid van derden; c. eigen veiligheid. Naar het oordeel van aspirant werkgever moeten in verband met deze veiligheidstaken bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid worden gesteld, op grond waarvan een aanstellingskeuring rechtmatig en gerechtvaardigd is. In het VMS heeft aspirant werkgever schriftelijk vastgelegd wat de bijzondere functie-eisen zijn en dat de voormalige Railned P003 richtlijnen van de IVW gehanteerd worden bij de keuring. Deze bijzondere functie-eisen en daarbij behorende keuringseisen zijn gelijkluidend aan de eisen, die werden gesteld toen de functie van HC nog als wettelijke veiligheidsfunctie werd gekwalificeerd In het najaar van 2012 brengt de Arbodienst - in opdracht van aspirant werkgever - een advies uit over de medische keuringen van de HC en de HC S&V. De Arbodienst adviseert in haar rapport om de HC als functie met veiligheidstaken, waarvoor een aanstellingskeuring is toegestaan te handhaven, zowel om inhoudelijke, als praktische redenen (handhaving inbedding verplichting in VMS). De Arbodienst heeft voorts een voorstel gedaan voor de medische eisen Op initiatief van de Arbodienst is eerdergenoemd concept-advies ter beoordeling voorgelegd aan de Polikliniek, met het verzoek advies uit te brengen. De Polikliniek heeft in de lente van 2013 diverse kritische kanttekeningen gemaakt bij het conceptadvies van de Arbodienst. Conclusie is dat de concept normen van de Arbodienst (deels) dienen te worden gewijzigd. Dat is nog niet gebeurd. De aspirant werkgever heeft het voornemen om een voorgenomen besluit daartoe nog dit jaar voor te leggen aan de OR. In de tussentijd handhaaft de aspirant werkgever zijn geldende beleid, zoals ook toegepast bij de keuring van klager De Commissie merkt op dat het haar verbaast dat aspirant werkgever niet eerder dan in 2012 advies heeft gevraagd met betrekking tot de vraag of een aanstellingskeuring voor de functie van HC nog steeds rechtmatig en gerechtvaardigd was en zo ja, welke bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid e.d. passend waren. De keurend arts heeft op grond van artikel 3 lid 1 van het Besluit aanstellingskeuringen echter een eigen verantwoordelijkheid. Het was de keurend arts ten tijde van de onderhavige keuring bekend dat de functie HC op grond van het besluit Spoorwegpersoneel 2011 geen wettelijke veiligheidsfunctie meer betrof zodat de afwijkingsgrond van artikel 3, lid 3 van het Besluit aanstellingskeuringen niet van toepassing is. Ook kon het de keurend arts bekend zijn dat met betrekking tot de functie HC nog geen actuele bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid waren vastgesteld Klager is begin 2013 gekeurd op basis van de keuringseisen, opgenomen in het concept-advies van de Arbodienst d.d. najaar Die keuringseisen komen overeen met de sinds eind 2004 gehanteerde eisen. Het zijn dezelfde eisen die werden gebruikt toen de HC nog als wettelijke veiligheidsfunctie werd gekwalificeerd. Het concept-advies van de de Arbodienst wordt door de Commissie gezien als beleid in ontwikkeling van de aspirant werkgever. Aspirant werkgever heeft erkend dat het beleid nog niet is vastgesteld en nog wijziging behoeft. De Polikliniek heeft - na de keuring van klager enkele zeer kritische kanttekeningen geplaatst bij het conceptadvies van de Arbodienst. Door de Polikliniek is onder meer gezegd dat de relevantie en zwaarte van de veiligheidseisen door de Arbodienst niet goed zijn uitgewerkt en dat de concept norm aanpassing behoeft. De criteria zijn gebaseerd op de eisen voor machinisten, die niet passend zijn voor de functie van HC. Een feit waarop ook de herkeurend arts aspirant werkgever via klager begin 2013 had gewezen. Er bestaat volgens de Polikliniek geen relatie tussen de door de Arbodienst genoemde belastbaarheidseisen en passende medische criteria en onderzoeksmethoden. De 9

10 aspirant werkgever heeft te kennen gegeven dat zij de aanbevelingen van de Polikliniek zeer serieus neemt en haar voorgenomen beleid zal wijzigen De Commissie vindt het echter gelet op het niet mis te verstane advies van de herkeurend arts onbegrijpelijk dat de keurend arts zijn besluit om de eerdere ongeschiktheidsverklaring te handhaven niet uitvoeriger heeft gemotiveerd. De herkeurend arts heeft immers nadrukkelijk op het gebrek in de houdbaarheid van de gestelde eisen gewezen. Nu vaststaat dat er voor de functie HC nog geen nieuw beleid is vastgesteld meent de Commissie dat in strijd met artikel 3 lid 1 van het Besluit aanstellingskeuringen is gehandeld. Artikel 8 Wmk en artikel 5 Besluit aanstellingskeuringen: informatieverplichting vooraf 6.17 Ten aanzien van deze klacht is verder artikel 8 Wmk in het geding. De aspirant werkgever heeft op grond van artikel 8, lid 2 van de Wmk de verplichting om een sollicitant vooraf goed te informeren over de medische keuring en over diens rechten bij keuringen. Hieronder verstaat de Commissie informatie verschaffen over het doel van de keuring en over de vragen en de onderzoeken die daarbij aan bod komen, maar ook over het recht op herkeuring. Verder is in artikel 5 van het Besluit aanstellingskeuringen geregeld, dat de aspirant werkgever klager tijdig voor aanvang van de medische keuring desgevraagd het advies van de medische keuringsinstantie ter beschikking stelt en dat de aspirant werkgever klager informeert over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Commissie Op basis van de overgelegde stukken en de tijdens de hoorzitting van klager en aspirant werkgever verkregen informatie is vast komen te staan, dat aspirant werkgever klager niet op eigen initiatief en voorafgaande aan de keuring zelf schriftelijk heeft geïnformeerd over de medische keuring. Eigen verantwoordelijkheid keurend arts m.b.t. informatieverplichting 6.19 De keurend arts heeft een eigen verantwoordelijkheid in relatie tot de keurling. De keurend arts dient zich ervan te vergewissen dat de keurling voorafgaand aan de keuring voldoende is geïnformeerd over het doel en de inhoud van die keuring en klager s rechten conform het vereiste in artikel 8, lid 2 van de Wmk. Indien dit niet het geval is, dient de keurend arts deze informatie zelf te verstrekken. Dit vloeit voort uit het principe van geïnformeerde toestemming (informed consent principle). De Commissie wijst hier ook op de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) Boek 7, Titel 7, Afdeling 5 (de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling), welke afdeling ingevolge artikel 464 BW van overeenkomstige toepassing is op de aanstellingskeuring, alsmede op het Protocol Aanstellingskeuringen Het is niet mogelijk de exacte gang van zaken voorafgaande en tijdens de keuring vast te stellen. Klager en de keurend arts spreken elkaar tegen op het punt welke informatie (mondeling) is verstrekt en welke vragen zijn gesteld. De Commissie acht het gelet op het bovenstaande en de aan haar verstrekte stukken, waaruit niet blijkt dat vooraf enige schriftelijke informatie is verstrekt én de mondelinge toelichtingen niet onaannemelijk dat de keurend arts tekort is geschoten in de verstrekking aan klager van de informatie, als hiervoor bedoeld. De Commissie is van oordeel dat de keurend arts in strijd met artikel 8, lid 2 van Wmk in samenhang met artikel 5 van het Besluit aanstellingskeuringen heeft gehandeld. Artikel 12 Wmk: recht op herkeuring 6.21 Op grond van artikel 12 Wmk heeft de keurling recht op een herkeuring, indien aan de keuring een negatieve gevolgtrekking, dan wel een positieve gevolgtrekking onder bepaalde beperkingen wordt verbonden. De keurling dient zijn wens daartoe met redenen omkleed binnen een week nadat de genoemde gevolgtrekking aan hem is medegedeeld kenbaar te maken. De keuringvrager dient een regeling te treffen voor herkeuring door een onafhankelijk geneeskundige. De kosten van de herkeuring worden gedragen door de keuringvrager. Deze mag echter een redelijke bijdrage van de keurling verlangen. 10

11 6.22 Er is spraakverwarring geweest tussen enerzijds klager en anderzijds de keurend arts over de begrippen herkeuring en second opinion. Klager is er door de keurend arts in zijn brief d.d. begin 2013 op gewezen dat hij een herkeuring kon aanvragen. Circa één maand later spreekt de keurend arts in een brief over een second opinion. Na de afkeuring heeft klager aan de keurend arts gevraagd welke stappen hij kon zetten tegen de ongeschiktheidsverklaring voor de functie van HC. Klager heeft daar onvoldoende antwoord op gehad. Wel heeft de keurend arts klager op diens verzoek uiteindelijk verwezen naar de website van de ILT. Vervolgens is klager op internet gaan zoeken. Klager heeft voor eigen rekening een second opinion ( herkeuring ) aangevraagd bij de herkeurende arbodienst en de uitslag daarvan zelf aan de aspirant werkgever doorgezonden Namens de keurend arts is naar voren gebracht dat klager wel op zijn recht op herkeuring is gewezen en dat hij feitelijk ook een herkeuring heeft ondergaan De Commissie stelt vast dat de keurend arts klager onvoldoende heeft geïnformeerd over hoe een herkeuring in zijn werk gaat en klager er niet op heeft gewezen dat de keuringvrager in beginsel een herkeuring bekostigt. De keurend arts heeft na herhaald vragen van klager niet aangeboden om een herkeuring voor klager te regelen. De keurend arts heeft klager slechts verwezen naar een herkeurende arbodienst. Naar het oordeel van de Commissie heeft de keurend arts, mede gelet op de specifieke omstandigheden in deze zaak, aan klager onvoldoende informatie over de herkeuring verstrekt en daarnaast aan klager onvoldoende ondersteuning geboden. Het had op de weg van de keurend arts gelegen om op dit punt juist een stap extra te zetten bovenop zijn verplichtingen voortvloeiende uit de Wmk en het Besluit aanstellingskeuringen. 7. Oordeel van de Commissie Op grond van bovenstaande overwegingen komt de Commissie tot het navolgende oordeel: De klacht is gegrond. De keurend arts heeft gehandeld in strijd met artikel 3 lid 1 van het Besluit aanstellingskeuringen en heeft voorts in strijd gehandeld met artikel 8, lid 2 van de Wmk juncto artikel 5 Besluit aanstellingskeuringen, voor wat betreft het informed consent principle. De voorzitter: De plaatsvervangend secretaris: mw. mr. M.A.C. Vijn mw. mr. M.J.M. Bach Den Haag,

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Oordeel 2013-04 (klager / aspirant werkgever) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in

Nadere informatie

Oordeel De klacht

Oordeel De klacht Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: 108218 - Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers] te [woonplaats], ouders van twee voormalige

Nadere informatie

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-01 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO SAMENVATTING 106159 - Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO Ouders klagen erover dat de school tekort is geschoten in haar zorgplicht. De dochter van klagers voelde

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Inleiding Coaching Rondom Kanker (CRK) heeft besloten een klachtenprocedure in het leven te roepen en heeft daarvoor het volgende reglement vastgesteld. Tevens

Nadere informatie

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager SAMENVATTING 105724 - Klacht over schorsing; VO Een vader klaagt erover dat de school zijn zoon op onjuiste gronden heeft geschorst en voor deze schorsing geen eenduidige reden heeft aangevoerd. De school

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 School stelt zich ten opzichte van gescheiden vader partijdig op. Moeder krijgt informatie die de vader

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag). Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014 Z -08 datum 27 juni 2014 Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies De school heeft geen passend schoolkeuzeadvies

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 09-2009 OORDEEL Verzoekster Mevrouw V. te Raalte. Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Nadere informatie

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

!"#$%&""#%'(#)* Klachtenreglement

!#$%&#%'(#)* Klachtenreglement Klachtenreglement Algemeen Het doel van behandeling van klachten is in de allereerste plaats herstel van de verhoudingen tussen de klager en de organisatie. Het vastleggen en volgen van een procedure om

Nadere informatie

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) De VSN doet haar uiterste best om haar leden zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch is het mogelijk dat er zaken fout gaan of niet zoals afgesproken.

Nadere informatie

Klachtenprocedure D.O.E.N. BV

Klachtenprocedure D.O.E.N. BV Klachtenprocedure D.O.E.N. BV V2.0-16 vastgesteld d.d. 01 januari 2016 1 I. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde wordt verstaan onder: a) het bedrijf

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003

Nadere informatie

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES 108432 - klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling] tegen ADVIES de directeur

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand Internet Www.rvr.org Postbus 24080 3502 MB Utrecht Crocsckan 35 3521 BJ Utrocht Centraal kantoor Utrecht Raad voor Rechtsbijstand TeL 068-7871000. Fax088-787 10 8 Doorkiesnr. : 088-7871020 Datum : 30 juli

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-22 19 juni 2015 Bij het wijzigen van de schooltijden zijn procedurele fouten gemaakt. Een vruchtbare gedachtewisseling

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE

1 KLACHTENADVIESCOMMISSIE Dit is de Klachtenregeling van het Grafisch Lyceum Utrecht (hierna te noemen de school ). De Studentenraad van de school heeft ingestemd met deze Klachtenregeling van de school. Op deze Klachtenregeling

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Ontvankelijkheid. Verjaring. Klaagster heeft in 2007 een appartement gekocht waarbij beklaagde optrad als verkopend makelaar. In 2016 heeft klaagster, nadat zij had besloten het appartement te verkopen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 BEGRIPS- EN ALGEMENE BEPALINGEN... 3 HOOFDSTUK 2 BEHANDELING SCHRIFTELIJKE KLACHTEN... 4 HOOFDSTUK 3 KLACHTENREGISTRATIE

Nadere informatie

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Nadat de verkopend makelaar en haar opdrachtgeefster (klaagster) de onderhandelingen met gegadigde 1 hadden beëindigd,

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster 107548 - Een school moet de niet-gezaghebbende ouder die daar om verzoekt, informatie verstrekken over belangrijke zaken die de persoon, verzorging of opvoeding van het kind betreffen. inzake de klacht

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

VERLOOP VAN DE PROCEDURE SAMENVATTING 105535 - Klacht over doubleren, over informatieverstrekking aan Raad voor de Kinderbescherming en het (niet) beantwoorden van brieven; PO Een vader klaagt erover dat de school heeft besloten

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer Dossiernummer 2011 075 OORDEEL Verzoekster Mevrouw S. C. namens haar ouders: de heer en mevrouw I. C. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-07 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.4993 (133.03) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

Klachten Procedure en Reglement

Klachten Procedure en Reglement Klachten De directie van Coaching Plaza heeft een klachtenprocedure in het leven geroepen en heeft daarvoor het volgende reglement vastgesteld. Tevens heeft de directie de hierin genoemde klachtencommissie

Nadere informatie

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 2012 091 Rapport Verzoeker De heer M. G. Almelo. Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Betreft

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

veranderjewereld Klachtenregeling NOBCO Leonie Linssen www.veranderjewereld.nl

veranderjewereld Klachtenregeling NOBCO Leonie Linssen www.veranderjewereld.nl Leonie Linssen Coach en Counsellor Tel : 073-6420725 M: 06-45550680 E-mail: info@veranderjewereld.nl www.veranderjewereld.nl Verander je Wereld conformeert zich aan de klachtenregeling van de Nederlandse

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. De koper van een woning (klager) stelt dat de verkopend makelaar (beklaagde) onjuist c.q. onzorgvuldig heeft

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-39 17 februari 2016 De school had ernstige zorgen over de leerlinge en haar zuster. De commissie kijkt naar de vraag of een

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS Informatieverstrekking gescheiden ouders met terugwerkende kracht tijdens het hervatten van het gezag, inschrijving zonder toestemming ex-partner en informatieverstrekking

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 081.99 ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-02 Datum : 24 juni 2009 Partijen : (de zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de secretaris van de raad van bestuur, de heer (naam),

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES 107679 - School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. inzake de klacht van: A te B, moeder van C, klaagster tegen - D, docent op E, locatie F en - G, docent

Nadere informatie

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist: COLLEGE VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN 16-05 Uitspraak van het College van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen (hierna:

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5 107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers

Nadere informatie

d. Secretaris: de medewerker van het LUMC die door de raad van Bestuur is aangesteld als ambtelijk secretaris klachtenadviescommissie;

d. Secretaris: de medewerker van het LUMC die door de raad van Bestuur is aangesteld als ambtelijk secretaris klachtenadviescommissie; Regeling klachtenadviescommissie Dit document is van toepassing op de klachtenadviescommissie van het LUMC en beschrijft de werkwijze en verantwoordelijkheden van deze commissie. Hiermee wordt voldaan

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368 Rapport Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens Datum: 29 december 2011 Rapportnummer: 2011/368 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College bescherming persoonsgegevens

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING Reglement van orde van de landelijke Klachtencommissie Reclassering (Definitief vastgesteld op 20 december 2012) De Klachtencommissie Reclassering, gelet op hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 17-022 in de zaak nr. [nummer] inzake de klacht ingediend door: mevrouw mr. [naam 1], hierna te noemen klaagster, met betrekking tot: [naam

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D, in deze vertegenwoordigd door E te F en G te D, in deze vertegenwoordigd door E te F Zaak : Geneeskundige zorg, preventieve bodyscan Zaaknummer : 2009.00199

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Bekendmaking vaststelling beleid Burgemeester en wethouders van Heemskerk maken bekend de beleidsregel Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2017" vast te stellen. De nieuwe beleidsregel

Nadere informatie

Klachtenregeling Virenze

Klachtenregeling Virenze Status Definitief Pagina 1 van 5 Klachtenregeling Virenze Artikel 1: begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. De instelling: alle onder Virenze ressorterende bedrijfsonderdelen en

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232396 29 december 2017 Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Nadere informatie

Klachtenregeling Onderwijs

Klachtenregeling Onderwijs Klachtenregeling Onderwijs Verantwoording Voor een zorgvuldige omgang met een opdrachtgever is het gewenst dat deze zich met een eventuele klacht over de aankoop of uitvoering van een scholing kan wenden

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 STEDELIJKE GESCHILLENCOMMISSIE BREDA

JAARVERSLAG 2014 STEDELIJKE GESCHILLENCOMMISSIE BREDA JAARVERSLAG 2014 STEDELIJKE GESCHILLENCOMMISSIE BREDA INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Stedelijke Geschillencommissie Breda... 3 3. Overzicht ontvangen en behandelde bezwaarschriften...

Nadere informatie