Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast."

Transcriptie

1 Oordeel juli De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de werkgever bij wie zij heeft gesolliciteerd (hierna te noemen: verweerder) in strijd heeft gehandeld met de Wet op de medische keuringen (WMK) door de toegezegde aanstelling ongedaan te maken vanwege het niet vermelden van haar arbeidshandicap gedurende de sollicitatiefase, informatie die verweerder nog voor de aanstelling van klaagster door de arbeidsdeskundige van een reïntegratiebedrijf (hierna te noemen: reïntegratiebedrijf) werd verstrekt. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht. Klaagster heeft daarbij bescheiden gevoegd. 2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 16 mei Door klaagster zijn tijdens de hoorzitting nog enkele bescheiden overgelegd, welke ter zitting zijn besproken. 2.3 Tegen het reïntegratiebedrijf is een apart oordeel uitgebracht. 3 De feiten Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. 3.1 Klaagster heeft een arbeidshandicap en is geïndiceerd in de zin van de Wet (re)integratie arbeidsgehandicapten (REA). Zij werkt 20 uur per week als administratief medewerkster bij een bedrijf. Zij is op zoek naar een andere functie met meer afwisseling en uitdaging. 3.2 Verweerder is het bestuur van een gemeente, waarbij per 1 januari 2003 een vacature is voor een medewerker (m/v) burgerzaken voor 20 uur per week. 3.3 Het reïntegratiebedrijf helpt klaagster bij het zoeken naar een andere geschikte functie. 3.4 Door het reïntegratiebedrijf is op 8 oktober 2002 een, mede door klaagster ondertekend, arbeidsintegratieplan voor klaagster opgesteld onder meer aan de hand van een Rapportage onderzoek Arbeidshandicap van 19 maart 1999 en de Rapportage Verzekeringsarts van 3 maart In het arbeidsintegratieplan staat voorzover van belang -: ( ) Cliënt werkt op dit moment 20 uur per week, verdeeld over 5 dagen ( ). Cliënt ervaart de werkzaamheden als eentonig. ( ) Hierdoor is cliënt op zoek naar een andere functie, met meer afwisseling en uitdaging. ( ) Cliënt is zelf volop aan het solliciteren, maar heeft zelf het idee dat er voor haar weinig mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. ( ) Cliënt is REAgeïndiceerd. In 1999 was het aantal werkbare uren 20 uur per week, maximaal 4 uur per dag. Gezien het feit dat cliënt al enige tijd werkt, en zelf aangeeft meer aan te kunnen, is in overleg met de arbeidsdeskundige besloten, dat cliënt ook werk voor 3 dagen per week, 8 uur per dag kan aanvaarden. Wel wordt aanbevolen dat de dagen niet aaneengesloten worden

2 2 gewerkt. ( ) Cliënt bezit de vaardigheden om te werken als telefoniste, receptioniste en administratief medewerkster. ( ) Cliënt ervaart het feit dat zij slechts parttime inzetbaar is als een sterke beperking. Hierdoor wordt zij onzeker en is geneigd om op alle beschikbare vacatures te reageren, zonder daarbij te beoordelen of het voor haar passende functies zijn. In de begeleiding zal dit aspect meegenomen moeten worden, en zal met cliënt getracht worden om meer vanuit de kwaliteiten van cliënt naar vacatures te zoeken. Conclusie: door middel van Jobhunting kunnen ingangen gecreëerd worden bij werkgevers en kan cliënt begeleid worden in het zoeken naar een passende werkkring. De arbeidsdeskundige zal bij werkaanvaarding ingeschakeld worden om alle formaliteiten rondom de REA af te handelen. Inzet Instrumenten: Jobhunting (.) Extra inzet (..): Arbeidsintegratieplan, opgesteld in overleg met een arbeidsdeskundige. Advisering opdrachtgever (werkgever) door arbeidsdeskundige. ( ) 3.6 Klaagster ziet eind november 2002 in een krant de advertentie van verweerder betreffende de functie van medewerker (m/v) burgerzaken 20 uur per week. Zij solliciteert bij verweerder naar deze functie, een en ander in overleg met het reïntegratiebedrijf. 3.7 Verweerder deelt klaagster bij brief van 6 december 2002 mee dat zij niet voldoende gekwalificeerd is voor deze functie, maar dat zij wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek op 16 december 2002 voor de functie van medewerker snelloket burgerzaken. 3.8 De functie van medewerker snelloket burgerzaken betreft een nieuwe functie, die per 1 januari 2003 is ingesteld. De functie is gevormd door een afsplitsing van de functie van medewerker burgerzaken. De werkzaamheden van de nieuwe functie betreffen voornamelijk het te woord staan en helpen van burgers die (persoonlijke) documenten komen afhalen. Deze werkzaamheden gebeuren met name staande aan de balie in de hal van het gemeentehuis. 3.9 Voor deze nieuwe functie is geen specifieke vakopleiding vereist en worden geen bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid gesteld Het personeelsbeleid van verweerder is er onder meer op gericht om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen en in dienst te houden Verweerder nodigt klaagster op 19 december 2002 telefonisch uit voor een tweede gesprek dat op 23 december 2003 plaats vindt. Verweerder doet klaagster tijdens dat gesprek de toezegging dat zij in aanmerking komt voor de betreffende functie per 1 februari Bij dit gesprek is ook een medewerker van de afdeling Personeel en Organisatie (P&O) van verweerder aanwezig, mede in verband met het invullen van voor de aanstelling van belang zijnde formulieren. Op verzoek van klaagster wordt het gedeelte betreffende haar werkverleden door haar zelf op een later tijdstip thuis ingevuld Het reïntegratiebedrijf wordt door klaagster aansluitend op het gesprek van 23 december 2002 op de hoogte gesteld van het feit dat zij in aanmerking komt voor de functie van medewerker snelloket burgerzaken per 1 februari Op 7 januari 2003 geeft klaagster het door haar thuis ingevulde formulier, waarop zij ook aangeeft dat zij REA-geïndiceerd is, af bij verweerder.

3 De afdeling P&O van verweerder neemt vervolgens de personeelsformulieren in behandeling en zet met het oog op de in het vooruitzicht gestelde aanstelling enkele zaken in gang, zoals het bestellen van een fiets en het aanvragen van spaarloon Klaagster zegt tussentijds haar huidige baan op De arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf heeft, op eigen verzoek en met medeweten van klaagster, op 28 januari 2003 een gesprek met verweerder Verweerder geeft bij dit gesprek aan dat hij tijdens het sollicitatiegesprek door klaagster niet op de hoogte is gesteld van het feit dat klaagster arbeidsgehandicapt is in de zin van de REA De arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf vraagt naar de functiebeschrijving van en het belastbaarheidsprofiel van de functie en zegt, op basis van de door verweerder verstrekte informatie, zijn twijfels te hebben over de passendheid van de functie en geeft als zijn mening dat de functiebelasting de belastbaarheid van klaagster overschrijdt in verband met haar handicap De arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf deelt klaagster direct na het gesprek, eveneens op 28 januari 2003, telefonisch mee twijfels te hebben over haar geschiktheid voor de functie Op 30 januari 2003 vindt een gesprek plaats bij het reïntegratiebedrijf met klaagster en haar gemachtigde, waarvan door klaagster een verslag is gemaakt. In dat gesprek komt onder meer aan de orde dat verweerder tegenover het reïntegratiebedrijf heeft aangegeven dat hij niet mondeling en ook niet schriftelijk door klaagster op de hoogte is gesteld van het REA traject en dat dit door verweerder wordt uitgelegd als een breuk in het vertrouwen tussen verweerder en klaagster als toekomstig medewerkster Verweerder deelt klaagster op 31 januari 2003 telefonisch mee dat de aanstelling geen doorgang vindt, omdat klaagster de informatie omtrent haar REA-status en arbeidshandicap heeft achtergehouden Bij brief van 5 februari 2003 deelt verweerder aan klaagster mee dat zij niet voor benoeming in de functie van medewerker burgerzaken (snelloketten) zal worden voorgedragen en dat de reden voor afwijzing erop neer komt dat klaagster tijdens de selectieprocedure informatie heeft achtergehouden, waardoor verweerder onvoldoende vertrouwen heeft in een vruchtbare samenwerking in de toekomst Klaagster schrijft verweerder op respectievelijk 7 februari 2003, 10 februari 2003, en 12 februari 2003 brieven, waarin zij haar beklag doet over de gang van zaken. In de brief van 12 februari 2003 schrijft klaagster tevens dat het haar verbaast dat verweerder geen heil meer ziet in een reeds toegezegd gesprek over haar klachten omtrent de gang van zaken na het bewuste gesprek van 28 januari Op 17 maart 2003 volgt, op verzoek van de door klaagster ingeschakelde plaatselijke antidiscriminatie raad, een gesprek bij verweerder Bij begeleidende brief van 1 april 2003 stuurt verweerder aan klaagster het verslag van het gesprek. De inhoud van de begeleidende brief luidt voorzover van belang als volgt. ( ) Met u is destijds inderdaad overeengekomen om tot een aanstelling te komen. In de periode tussen het moment van toezeggen en de feitelijke/formele aanstelling is ons echter informatie bekend geworden op grond waarvan op de eerder gedane toezegging is teruggekomen.

4 4 Ik wil nogmaals benadrukken dat de intrekking van de gedane toezegging niet ligt in het feit dat u arbeidsgehandicapt zou zijn. Er is sinds het eerste contact met de heer ( ) van (red. Commissie: het reïntegratiebedrijf) echter dermate veel gebeurd, dat mijn vertrouwen in een goed verloop van deze aanstelling is geschaad. De heer ( ) heeft naar mij toe ook aangegeven dat u hem heeft verteld dat het een overwegend administratieve functie betrof, terwijl de werkzaamheden juist uitsluitend staande aan de balie worden verricht. Onder andere hierdoor is bij mij een beeld ontstaan van iemand die informatie heeft achtergehouden die relevant is voor de uitoefening van de functie. ( ) In het verslag van het gesprek van 17 maart 2003, opgesteld door verweerder, staat voorzover van belang -: Mw. (red. Commissie: gemachtigde van klaagster) is op zoek naar het antwoord op de vraag waarom mw. (red. Commissie: klaagster) nu feitelijk is afgewezen voor de functie, terwijl partijen eigenlijk alles al geregeld hadden. Het vermoeden bestaat dat dit te maken heeft met de arbeidshandicap van mw. (klaagster). (Verweerder) ontkent dit laatste, er zijn in het verleden al diverse mensen met een arbeidshandicap aangenomen. Zij is wel altijd bereid geweest om mw. (klaagster) aan te nemen op de functie, maar is door het telefoontje van de heer (red. Commissie: arbeidsdeskundige bij het reïntegratiebedrijf) dermate verrast dat (verweerder) zich geschaad voelt in het vertrouwen. Een en ander heeft nooit tot een reawerkplekonderzoek geleid, zodat ook niet duidelijk is of mw. (klaagster) überhaupt geschikt is voor de functie. Vanwege de benadering van mw. (klaagster), de gesprekken met de heer (arbeidsdeskundige bij het reïntegratiebedrijf) en de tegengestelde berichten zijn naar de mening van (verweerder) de verhoudingen dermate verstoord dat van een goede functievervulling geen sprake kan zijn. ( ) het gesprek met de heer (arbeidsdeskundige bij het reïntegratiebedrijf) heeft de bal aan het rollen gebracht. 4 De standpunten van klaagster 4.1 Er is door verweerder gehandeld in strijd met de WMK, omdat in de eerste contacten met haar, na het gesprek op 28 januari 2003, het niet vermelden van de REA-status en de arbeidshandicap in het sollicitatiegesprek als reden werd gegeven voor het ongedaan maken van een reeds toegezegde aanstelling, terwijl aan de verkregen informatie omtrent de arbeidshandicap een medische interpretatie is gegeven. 4.2 De informatie omtrent de REA-status en de betreffende beperking van de arbeidshandicap is niet relevant voor deze functie en is daarom door klaagster niet in het sollicitatiegesprek vermeld. De informatie omtrent de REA-status is wél vermeld op het, thuis ingevulde en op 7 januari 2003 bij verweerder afgegeven, formulier bestemd voor de afdeling P&O met het oog op financiële voordelen voor de werkgever. 5 De standpunten van verweerder 5.1 De klacht valt niet onder het regime van de WMK, omdat er geen sprake is van een medische keuring. Ook zijn er in het sollicitatiegesprek geen vragen gesteld over de gezondheidstoestand van betrokkene en is niet gevraagd naar een eventueel REA- en of WAO-verleden. Er is geen verplichting voor sollicitanten om te vermelden dat er sprake is van een REA-achtergrond. De klacht moet om deze redenen niet-ontvankelijk worden verklaard. 5.2 Indien de klacht volgens de Commissie ontvankelijk zou worden beoordeeld, dan moet de klacht ongegrond worden verklaard om de volgende redenen. 5.3 In de brief van 1 april 2003, gericht aan klaagster, wordt aangegeven dat de intrekking van de

5 5 gedane toezegging voor de aanstelling niet is ingegeven door het feit dat klaagster arbeidsgehandicapt zou zijn, maar is besloten om klaagster niet aan te stellen vanwege een ontstane vertrouwensbreuk. 5.4 De aanleiding voor de vertrouwensbreuk is gelegen in het gesprek van 28 januari 2003 met de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf. 5.5 In dit gesprek deelde de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf onder andere mee dat hij, op grond van mededelingen van klaagster, ervan uitging dat het een functie betrof, waarin overwegend administratieve werkzaamheden zouden worden verricht. Deze voorstelling van zaken was onjuist, aangezien de werkzaamheden uitsluitend staand aan de balie moeten worden verricht. Dit deed het beeld ontstaan van een sollicitant die relevante informatie heeft achtergehouden. Voorts gaf de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf aan van mening te zijn dat de functie voor klaagster niet geschikt was. 5.6 Het gaat hier om een functie, waarbij moet worden omgegaan met vertrouwelijke informatie. Door het verzwijgen van het staan tijdens de werkzaamheden richting het reïntegratiebedrijf en door het verzwijgen van het zijn van arbeidsgehandicapt, heeft klaagster twijfels doen ontstaan omtrent het feit of zij wel geschikt is om een vertrouwensfunctie als de onderhavige te vervullen. 5.7 Hoewel geen vragen mogen worden gesteld en geen inlichtingen mogen worden ingewonnen over de gezondheidstoestand van de sollicitant, rust op de sollicitant wel de verplichting mededelingen te doen die van belang zijn voor de vervulling van wezenlijke functievereisten. Dit kan ook de ziekte of handicap betreffen, wanneer de gevolgen daarvan zijn dat de desbetreffende persoon daarvan (ernstige) belemmeringen zal ervaren bij het vervullen van de functie (Rb. Rotterdam 1 april 1999, JAR 1999, 99). 6 Overwegingen van de Commissie Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de klacht: 6.1 De Commissie moet zich allereerst buigen over de vraag of de klacht valt onder het regime van de WMK, hetgeen door verweerder wordt betwist. 6.2 Vaststaat dat verweerder op 28 januari 2003 door het reïntegratiebedrijf is ingelicht over het feit dat klaagster arbeidsgehandicapt is. 6.3 Onweersproken is dat verweerder in het gesprek van 28 januari 2003 inlichtingen heeft gegeven aan de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf omtrent de functie en de belasting van de functie, op grond van welke informatie de arbeidsdeskundige zijn twijfels heeft geuit over de geschiktheid van klaagster voor de functie, waartoe de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf tegenover verweerder als zijn mening heeft gegeven dat de functiebelasting de belastbaarheid van klaagster zou kunnen overschrijden vanwege haar arbeidshandicap. 6.4 Voorts kan uit de bewoordingen van de onder 3.26 weergegeven brief van 1 april 2003 van verweerder en uit de standpunten van verweerder, weergegeven onder 5.4 en 5.5, in dit verband niet anders worden geconcludeerd dan dat verweerder specifieke inlichtingen omtrent de handicap dan wel de belastbaarheid van klaagster waarvan de problemen voor wat betreft de staande uitvoering van de werkzaamheden behorende bij de functie met name worden genoemd - heeft gekregen van de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf. 6.5 Uit de onder 3.1 tot en met 3.27 weergegeven feitelijke gang van zaken concludeert de

6 6 Commissie tevens dat verweerder naar aanleiding van hetgeen tijdens dit gesprek aan de orde is geweest heeft besloten de toegezegde aanstelling niet door te laten gaan, terwijl verweerder later als motivering daarvoor tevens gebruik heeft gemaakt van specifieke informatie van het reïntegratiebedrijf omtrent de arbeidsongeschiktheid van klaagster. 6.6 Naar het oordeel van de Commissie valt de handelwijze, zoals overwogen onder 6.2 tot en met 6.5, onder het regime van de WMK. Er heeft zich immers bij het gesprek op 28 januari 2003 een situatie voorgedaan, waarbij informatie met betrekking tot de gezondheidstoestand van een sollicitant is uitgewisseld, terwijl daaraan door zowel verweerder als het reïntegratiebedrijf conclusies zijn verbonden. Dergelijke situaties vallen binnen de reikwijdte van de WMK. 6.7 In dit verband wijst de Commissie erop dat de term keuring in de WMK ruim wordt uitgelegd. Deze omvat het vragen over de gezondheidstoestand en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding of een aanstelling in openbare dienst. De WMK ziet voorts op het vragen naar of het anderszins inwinnen of geven van inlichtingen over de huidige gezondheidstoestand van de sollicitant of die uit het verleden. De Commissie wijst hier (ook) op hetgeen is bepaald in hoofdstuk 2, onder van het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari 1996, 1 : het doel van een aanstellingskeuring is de beoordeling van de huidige belastbaarheid van de keurling ten opzichte van de belasting door de betreffende functie. Een zodanige beoordeling is thans in het geding en wordt opgevat als een keuring in de zin van de WMK. 6.8 De klacht is derhalve, gelet op vorenstaande overwegingen, ontvankelijk. Ten aanzien van de vraag of er door verweerder is gehandeld in strijd met de WMK gelden de volgende overwegingen. 6.9 Verweerder heeft tijdens het gesprek op 28 januari 2003 aan de arbeidsdeskundige van het reintegratiebedrijf informatie gegeven over de functie eisen, welke informatie onder meer de fysieke belasting voor de betreffende functie betreft. Door het verstrekken van deze informatie heeft verweerder, bewust of onbewust, een reactie in de zin van een beoordeling van de arbeidsdeskundige ontlokt. Deze beoordeling betreft de medische geschiktheid van klaagster voor de functie Nu dergelijke informatie volgens de regels van de WMK door een werkgever in beginsel alleen mag worden verstrekt ingeval een werkgever voornemens is een aanstellingskeuring te laten verrichten, en daarover het schriftelijk advies vraagt van de arbodienst, en gelet op het feit dat voor de betreffende functie van medewerker snelloket burgerzaken geen bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid worden gesteld, concludeert de Commissie dat deze informatie in het onderhavige geval uitsluitend rechtmatig had kunnen worden verstrekt met het oog op het faciliteren van de (re)integratie van een arbeidsgehandicapte werknemer en/of met het oog op het verkrijgen van (financiële of andere) voordelen In de onderhavige situatie is deze informatie evenwel verstrekt, en door de arbeidsdeskundige van het reïntegratiebedrijf gebruikt en als zodanig teruggekoppeld naar verweerder, om zich een oordeel te vormen over de medische geschiktheid van klaagster voor de functie. Een dergelijke handelwijze verdraagt zich niet naar de geest en de letter van de WMK, in het 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen van 23 november 2001 en bij het Besluit aanstellingskeuringen van 23 november 2001 worden beschouwd als een nadere invulling van de WMK en van het Besluit aanstellingskeuringen.

7 7 bijzonder de artikelen 1 en 4, eerste en tweede lid. Aldus is er sprake van een schending van de wet Ten aanzien van de door verweerder gestelde vertrouwensbreuk als zakelijk argument ter rechtvaardiging van de gevolgde handelwijze overweegt de Commissie hier - ten overvloede - als volgt. De vraag wanneer, jegens wie en in hoeverre een sollicitant in de fase voorafgaand aan het sluiten van een arbeidsovereenkomst informatie dient te verschaffen over functiebeperkingen (en de daaraan ten grondslag liggende gezondheidstoestand), betreft de mededelingsplicht van de sollicitant en is een zelfstandige onderhandelingsnorm die voortvloeit uit de eis dat partijen tijdens de onderhandelingsfase rekening dienen te houden met elkaars gerechtvaardigde belangen, voortvloeiende uit de eis van de precontractuele redelijkheid en billijkheid Blijkens de jurisprudentie 2 aangaande deze vraag rust op sollicitanten, mede op grond van de WMK, een beperkte mededelingsplicht. Dit vanwege de meer restrictieve opstelling van de wetgever met betrekking tot de aan een functie te stellen eisen van medische geschiktheid. Indien niet voorzienbaar is dat de klachten van een sollicitant van invloed zijn op zijn of haar functioneren, kan niet worden gesteld dat het niet melden van deze klachten tijdens de sollicitatie gelijk staat aan het verstrekken van onjuiste informatie dan wel het achterhouden van voor de betreffende functie relevante informatie. Ook anderszins is een sollicitant niet gehouden om niet relevante informatie te verstrekken tijdens een sollicitatiegesprek. Het niet melden van relevante beperkingen komt evenwel neer op verzwijging Ten aanzien van de vraag of door klaagster tijdens het sollicitatiegesprek relevante informatie omtrent haar REA status dan wel arbeidshandicap is achtergehouden overweegt de Commissie dat uit de verklaringen van verweerder op de hoorzitting niet duidelijk is geworden welke informatie in het onderhavige geval relevant zou zijn geweest voor de betreffende functie Overigens verwijst de Commissie naar haar oordeel , waarin de Commissie onder 6.12 overweegt dat het aan de sollicitant is om het initiatief te nemen of zij voor hun eigen belang bedoelde informatie willen verstrekken tijdens de sollicitatieprocedure 3. In dit verband wijst de Commissie hier ook op de per 1 april 2003 aangenomen en naar het zich laat aanzien - per 1 december 2003 in werking tredende Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGB, h/cz 4,). De WGB h/cz gaat er, in het verlengde van de WMK, van uit dat het initiatief om de behoefte aan een doeltreffende aanpassing aan de orde te stellen bij de sollicitant dient te liggen. 7 Oordeel Verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 1, onderdeel a, en artikel 4, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen, en artikel 3 van het Besluit aanstellingskeuringen. 8 Aanbeveling Gezien het actieve beleid dat verweerder voorstaat in het kader van (her)plaatsing van arbeidsgehandicapten en het argument tijdens de hoorzitting bij de Commissie dat het in de onderhavige kwestie bij verweerder niet ging om de arbeidshandicap, maar om de vertrouwelijke aard van de functie, beveelt de Commissie verweerder aan om alles in het werk 2. Ktg.Arnhem 13 september 1999, Prg. 2000, 5401; Rb. Rotterdam 1 april 1999, JAR 1999, 99, TvGR 2000, 14, en Ktg. Rotterdam 16 maart 2001 en 20 juli 2001, JAR 2001, De Commissie verwijst naar de Kamerstukken II 1999/2000, Aanhangsel, p Stb. 2003, 206

8 te stellen om klaagster, die ten gevolge van de onderhavige kwestie werkloos is, zo spoedig mogelijk binnen haar organisatie dan wel een aan haar gelieerde organisatie aan een passende baan te helpen. 8

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast. 2002-03 Utrecht, 4 juni 2003 1 DE KLACHT 1.1 Op 5 maart 2002 heeft de vertegenwoordiger van klaagster de Commissie Klachtbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-06 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en prof. dr. J.H.B.M. Willems, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Rapport inzake de stichting FUNDASHON E HENDE tegen de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Scharlooweg 41, Tel: (+5999) 461-0303 Fax: (+5999) 461-9483 Info@ombudsman-curacao.cw 1. Inleiding

Nadere informatie

Uitspraaknr. 07.013. De klacht. De feiten

Uitspraaknr. 07.013. De klacht. De feiten Uitspraaknr. 07.013 Sollicitatie, niet tijdig doorgeven van aangepaste functie-eisen, brede inzetbaarheid invalleerkracht, communicatie; klacht gedeeltelijk gegrond; primair onderwijs. De klacht Een invalleerkracht

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht. Verzoekster klaagt erover dat:

Beoordeling. h2>klacht. Verzoekster klaagt erover dat: Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat: 1. medewerkers van de gemeente Velsen haar tijdens haar sollicitatiegesprek onjuiste dan wel onvolledige informatie hebben verstrekt over de (duur van

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden zich, in het kader van een sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 Rapport Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag, tot het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde, de intrekking

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 Rapport Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam: 1. zijn gemachtigde een te korte termijn heeft gegeven om te reageren

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie

Nadere informatie

IMDES SOLLICITATIE-CODE. Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES

IMDES SOLLICITATIE-CODE. Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES IMDES SOLLICITATIE-CODE Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES donderdag 12 april 2012 Algemeen Dit protocol is bedoeld om een regeling te treffen die enerzijds

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 Rapport Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), kantoor Haarlem: tot op het moment waarop zij zich

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 196 d.d. 12 augustus 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, en drs. A. Adriaansen en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden) Samenvatting

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, regio Zuid te Eindhoven hem niet heeft geïnformeerd over het positieve

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128 Rapport Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde arbeidsdeskundige van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Nijmegen (UWV) met

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Klager heeft een woning gekocht die de verkoper kort daarvoor zelf

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

Sollicitatiecode ref Cao PO

Sollicitatiecode ref Cao PO Sollicitatiecode ref Cao PO BIJLAGE XII SOLLICITATIECODE (behorend bij artikel 11.8 van deze CAO) Artikel 1 Bekendmaking van de vacature De werkgever draagt er zorg voor dat de met betrekking tot de functie

Nadere informatie

NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE

NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE Bijlage 1 NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE De NVP Sollicitatiecode (hierna te noemen: de code ) bevat basisregels die arbeidsorganisaties (bedrijven en instellingen die arbeidsrelaties

Nadere informatie

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met: Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met: - de met hem gemaakte afspraken en zonder zijn medeweten en toestemming hem heeft aangemeld

Nadere informatie

DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE

DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE SOLLICITATIE CODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE De NVP Sollicitatiecode (hierna te noemen: de code ) bevat basisregels die organisaties en sollicitanten naar het oordeel van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47311 22 augustus 2017 Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie 11 augustus 2017, Nr. BS/2017025580

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 Rapport Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: - bij de afhandeling van zijn klacht van 18 november 2002

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht van werkneemster over handelen bovenschools manager en over klachtafhandeling bevoegd gezag; PO

SAMENVATTING Klacht van werkneemster over handelen bovenschools manager en over klachtafhandeling bevoegd gezag; PO SAMENVATTING 104398 - Klacht van werkneemster over handelen bovenschools manager en over klachtafhandeling bevoegd gezag; PO In verband met een vacante functie van directeur was er een benoemingsadviescommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd. Oordeel 2004-06 Utrecht, 23 juni 2004 1. De klacht Op 16 januari 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 Rapport Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van de rechtbank te Rotterdam zijn brief van 12 januari 2001, die hij op 15 januari 2001 bij de centrale

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Veendam zijn beroep tegen de beslissing om hem geen kwijtschelding

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015 inzake klager tegen Stichting Nijestee, gevestigd te Groningen verweerder Partijen worden hierna aangeduid als klager en Nijestee. Verloop van de procedure

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts. Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist: COLLEGE VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN 16-05 Uitspraak van het College van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen (hierna:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/109

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/109 Rapport Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/109 2 Klacht Op 10 december 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw A. te Drunen, ingediend door mr.. P.Y. Verhagen, advocaat

Nadere informatie

Het gesloten stadsdeelkantoor Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost

Het gesloten stadsdeelkantoor Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost Rapport Gemeentelijke Ombudsman Het gesloten stadsdeelkantoor Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost 21 februari 2007 RA0612549 Samenvatting Wanneer verzoeker zijn paspoort komt ophalen, is het stadsdeelkantoor

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011 Rapportnummer: 2011/358 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeentesecretaris

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363

Rapport. Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363 Rapport Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank, vestigingskantoor Utrecht, afdeling AKW (hierna: de SVB), hem bij de behandeling

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in

Nadere informatie

Uitspraak van de Huurcommissie

Uitspraak van de Huurcommissie Uitspraak van de Huurcommissie Verzonden op Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) Woonruimte Verzoeker Naam: Hierna te noemen: Vertegenwoordigd door: Wederpartij Naam: Hierna te noemen:

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 Rapport Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank Utrecht, kantoor PGB (SVB) ten aanzien van een persoonsgebonden budget, waarbij verzoeker

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 september 2007 Rapportnummer: 2007/201

Rapport. Datum: 21 september 2007 Rapportnummer: 2007/201 Rapport Datum: 21 september 2007 Rapportnummer: 2007/201 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat: een arbeidsdeskundige van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Heerlen in haar rapportage

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren R e g i s t r a t i e k a m e r Landelijk instituut sociale verzekeringen 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren070-3811300..'s-Gravenhage, 23 mei 2001.. Onderwerp uitvoering wet Rea Bij brief van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 mei 2007 Rapportnummer: 2007/083

Rapport. Datum: 1 mei 2007 Rapportnummer: 2007/083 Rapport Datum: 1 mei 2007 Rapportnummer: 2007/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het LSOP haar niet in vaste dienst heeft aangenomen. Beoordeling Algemeen Verzoekster werkte sedert januari 2006

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven.

sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven. 108178 - Beroep tegen onthouding promotie. Het besluit de werknemer na een sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere ) functie van schooldirecteur kan in stand blijven. in het geding tussen:

Nadere informatie

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248 Rapport Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: Haar klacht, dat de minister van Defensie standaard

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 Rapport Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 2 Klacht Op 29 oktober 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te Best, ingediend door mr. P.N. van Schaik, advocaat en

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster 102472 SAMENVATTING Klacht tegen coördinator onderbouw met betrekking tot bejegening leerling VO Klaagster klaagt dat de coördinator onderbouw VMBO haar zoon zou hebben vernederd en emotioneel zou hebben

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) middels u de minister van Justitie en Veiligheid over een klacht die is

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 209 d.d. 17 juli 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, B.F. Keulen en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie