Uitspraak van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzonden op Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) Woonruimte Verzoeker Naam: Hierna te noemen: Vertegenwoordigd door: Wederpartij Naam: Hierna te noemen: Vertegenwoordigd door: de Bewonersbelangenorganisatie Verhuurder Essentie van de uitspraak De weigering van Verhuurder om op naam gestelde adresgegevens te verstrekken aan de Bewonersbelangenorganisatie, leidt niet tot een schending van artikel 5c Wohv. Ten overvloede overweegt de Huurcommissie dat Verhuurder met de weigering op het daarop volgende verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie om verstrekking van niet op naam gestelde adresgegevens, wel strijdig met artikel 5c Wohv heeft gehandeld. I De procedure I.1 De Bewonersbelangenorganisatie heeft bij brief van 12 april 2016 bij de Huurcommissie een Wohv-verzoek ingediend (bij de Huurcommissie ingekomen op 13 april 2016). De leges zijn door de Bewonersbelangenorganisatie voldaan op 4 mei I.2 De Bewonersbelangenorganisatie en Verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op een zitting van de Huurcommissie. De zitting vond plaats op donderdag in Den Haag. I.3 Verhuurder heeft bij brief van 26 mei 2016 een verweerschrift ingediend. II De partijen II.1 De Bewonersbelangenorganisatie wordt beschouwd als huurdersorganisatie in de zin van artikel 1, lid 1 onder f Wohv. Uit alle overgelegde stukken blijkt dat zij door Verhuurder als gesprekspartner wordt beschouwd. II.2 De Verhuurder wordt beschouwd als een verhuurder in de zin van artikel 1, lid 1 onder d Wohv. Pagina 1 van 5

2 III Het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie III.1 De Bewonersbelangenorganisatie heeft Verhuurder verzocht op naam gestelde adresgegevens te verstrekken. De Bewonersbelangenorganisatie wil deze gegevens gebruiken ten behoeve van het onderhouden van contacten met haar achterban. Verhuurder heeft dit verzoek afgewezen omdat verstrekking in strijd zou zijn met privacywetgeving. III.2 Verhuurder heeft deze op naam gestelde adresgegevens in het verleden wel verstrekt aan de Bewonersbelangenorganisatie. Ook op het recente verzoek om de op naam gestelde adresgegevens te verkrijgen, heeft de Verhuurder toegezegd deze te zullen verstrekken. Op deze toezegging is Verhuurder echter teruggekomen. III.3 De weigering van Verhuurder om op naam gestelde adresgegevens te verstrekken is naar de mening van de Bewonersbelangenorganisatie in strijd met artikel 5c Wohv. De Bewonersbelangenorganisatie vindt hiervoor steun in een uitspraak van de Rechtbank Zutphen van 16 november III.3 De weigering van Verhuurder om de gevraagde gegevens te verstrekken, leidt volgens de Bewonersbelangenorganisatie daarnaast tot extra kosten omdat verzending nu door een externe partij geschiedt. Zij meent dat deze extra kosten voor rekening van Verhuurder dienen te komen. III.4 De Bewonersbelangenorganisatie geeft aan dat de geldende privacywetgeving toestaat dat gegevens aan derden verstrekt kunnen worden, als dit verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn opgeslagen. Hiervan is volgens de Bewonersbelangenorganisatie sprake omdat Verhuurder de adresgegevens registreert voor de uitvoering van de huurovereenkomst. Verstrekking van deze gegevens aan de Bewonersbelangenorganisatie vloeit voort uit de relatie van Verhuurder met de huurders omdat de Bewonersbelangenorganisatie als belangenvertegenwoordiger van deze huurders het overleg met verhuurder voert. III.5 De Bewonersbelangenorganisatie verzoekt de Huurcommissie te beoordelen of de weigering van Verhuurder om op naam gestelde adresgegevens te verstrekken in strijd is met artikel 5c Wohv. IV Het verweer van Verhuurder IV.1 Verhuurder heeft na het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie juridisch advies ingewonnen omdat zij zorgvuldig om wil gaan met persoonsgegevens. Verhuurder werd geadviseerd om de betreffende adresgegevens niet te verstrekken omdat dit volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) niet is toegestaan zonder de expliciete toestemming van de betreffende personen. Verhuurder heeft het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie daarom afgewezen. IV.2 Verhuurder stelt dat de gegevensverstrekking bedoeld in artikel 5c Wohv niet verder gaat dan tot op het niveau van adressen van woongelegenheden. Het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie had echter betrekking op naam gestelde adresgegevens. Dit zijn persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Verhuurder stelt dat zij niet gehouden is om deze gegevens op grond van de Wohv te verstrekken. 2

3 IV.3 Verhuurder geeft aan dat zij op grond van de Wbp op een zorgvuldige wijze dient om te gaan met de gegevens van huurders. Omdat het doel en strekking voor verwerking van deze gegevens niet rechtstreeks voortvloeit uit de huurovereenkomst en de betreffende huurders geen expliciete toestemming hiertoe hebben gegeven, kon Verhuurder niet anders dan het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie om verstrekking van op naam gestelde adresgegevens afwijzen. IV.4 De Bewonersbelangenorganisatie dient volgens Verhuurder niet-ontvankelijk in haar verzoek verklaard te worden, omdat het verzoek niet ziet op een geschil dat voortvloeit uit de Wohv. Verhuurder betwist niet dat zij op grond van de Wohv verplicht is adresgegevens te verstrekken. Het geschil tussen Verhuurder en de Bewonersbelangenorganisatie ziet op de interpretatie van de Wbp. De Huurcommissie is niet bevoegd hierover een uitspraak te doen. IV.5 Voorts stelt Verhuurder dat de Bewonersbelangenorganisatie niet-ontvankelijk in haar verzoek moet worden verklaard, vanwege het ontbreken van een belang bij het ontvangen van meer gegevens dan die in de Wohv zijn genoemd. V Ter zitting De Bewonersbelangenorganisatie en Verhuurder verklaarden, zakelijk weergegeven en in chronologische volgorde, het volgende: V.1 De Bewonersbelangenorganisatie verklaart dat zij Verhuurder in eerste instantie verzocht heeft om verstrekking van adresgegevens op naam. Nadat dit verzoek was afgewezen heeft zij verzocht om verstrekking van de gegevens op woonadres. Ook hiervan werd door Verhuurder aangegeven dat verstrekking niet mogelijk was. De Bewonersbelangenorganisatie geeft aan dat zij belang heeft bij verstrekking van de gegevens op naam, omdat haar gebleken is dat de respons van huurders veel hoger is dan wanneer de huurders enkel op woonadres worden aangeschreven. De Bewonersvereniging heeft verzocht om de gegevens ten behoeve van het uitvoeren van een enquête onder de huurders, zodat een hoge respons voor haar van belang is. Nu Verhuurder de enquête heeft verzonden en hierbij haar eigen voorblad heeft gebruikt, is bij de huurders onduidelijkheid ontstaan over de vraag van wie de enquête afkomstig was. V.2 Verhuurder geeft aan in eerste instantie toegezegd te hebben om de adresgegevens op naam te verstrekken, maar dat zij hierop terug heeft moeten komen nadat zij over dit onderwerp juridisch advies ingewonnen had. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het verzoek, geeft Verhuurder aan dat er mogelijk spanning zit tussen de Wohv en de Wbp. Verhuurder vraagt zich af of de Huurcommissie bevoegd is de Wbp uit te leggen. Verhuurder stelt dat verstrekking van adresgegevens op naam met het oog op de Wbp niet mogelijk is. Uit het advies dat Verhuurder heeft ingewonnen dat er twijfel mogelijk is over de vraag of verstrekking van niet op naam gestelde adresgegevens wel toegestaan is. Dit is een grijs gebied. Voor zover uit jurisprudentie zou blijken 3

4 dat er geen strijd is met de Wbp, zou Verhuurder - omdat dit voortvloeit uit de Wohv - niet op naam gestelde adresgegevens wel verstrekken indien de Bewonersbelangenorganisatie hierom verzoekt. VI De beoordeling VI.1 Gelet op het formele verweer van Verhuurder zal eerst de vraag beantwoord moeten worden of de Bewonersbelangenorganisatie ontvankelijk is in haar verzoek. Ingevolge artikel 4a Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw) heeft de Huurcommissie de wettelijke taak gekregen zich over geschillen in het kader van de Wohv uit te spreken. Het onderhavige geschil handelt over de mogelijke schending van de bepalingen van de Wohv. Dat daarnaast andere wetgeving - de Wbp - bij de beoordeling een rol zou kunnen spelen, doet hier niet aan af. De Huurcommissie is bevoegd om te beoordelen of er sprake is van schending van de Wohv. De stelling van Verhuurder dat de Bewonersbelangenorganisatie geen belang heeft bij het verzoek onderschrijft de Huurcommissie niet. De Bewonersbelangenorganisatie heeft verklaard dat verstrekking van de gevraagde gegevens leidt tot een hogere respons en heeft haar belang hiermee voldoende gemotiveerd aangetoond. Gelet op vorenstaande concludeert de Huurcommissie dat de Bewonersbelangenorganisatie ontvankelijk is in haar verzoek. VI.2 In artikel 5c Wohv is de verplichting voor Verhuurder opgenomen om een huurdersorganisatie op verzoek zo spoedig mogelijk een lijst met adressen van woongelegenheden te verstrekken. Aangezien artikel 5c Wohv enkel spreekt over adressen, vloeit hier voor Verhuurder geen verplichting uit voort tot het verstrekken van adresgegevens die op naam gesteld zijn. VI.3 Ter zitting is gebleken dat na de weigering van Verhuurder om de op naam gestelde adresgegevens te verstrekken, Verhuurder ook de niet op naam gestelde adresgegevens niet heeft verstrekt. De Huurcommissie overweegt ten overvloede dat deze weigering van Verhuurder wel als schending van artikel 5c Wohv aangemerkt moet worden. Uit de Wohv en de jurisprudentie met betrekking tot dit onderwerp blijkt dat Verhuurder tot verstrekking van adresgegevens verplicht is. Door geen gehoor te geven aan het verzoek van de Bewonersbelangenorganisatie om adresgegevens te verstrekken heeft Verhuurder niet aan een voor haar uit de Wohv voortvloeiende verplichting voldaan. Overigens blijkt uit het verweer dat Verhuurder deze gegevens ook wil verstrekken aan de huurder. VI.4 Verhuurder is op grond van artikel 5c Wohv verplicht op verzoek niet op naam gestelde adresgegevens aan de Bewonersbelangenorganisatie te verstrekken. De Huurcommissie geeft Verhuurder daarbij in overweging om, voor zover zij hiertoe op grond van de Wbp verplicht meent te zijn, van een dergelijke verstrekking melding te maken bij de Autoriteit Persoonsgegevens. 4

5 VII De beslissing VII.1 De weigering van Verhuurder om op naam gestelde adresgegevens te verstrekken aan de Bewonersbelangenorganisatie, leidt niet tot een schending van artikel 5c Wohv. Volgens artikel 8a van de Wohv worden partijen geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat de uitspraak is verzonden een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Deze uitspraak wordt opgenomen in een openbaar register dat voor iedereen toegankelijk is. Deze uitspraak is verzonden zowel aan de Bewonersbelangenorganisatie als aan Verhuurder. Den Haag, De Huurcommissie, Mr. E.M. Jacquemijns Zittingsvoorzitter Mr. J.A.M. Deckers en S. Gaastra Zittingsleden Mr. A.N.J. van Dongen Secretaris 5