LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC

Transcriptie

1 LEREN OP DE WERKVLOER Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC

2 DE WERELD VERANDERT In tijden waarin maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen elkaar in hoog tempo opvolgen, neemt veranderen, leren en ontwikkelen binnen organisaties een belangrijke plek in. Voor organisaties die niet anticiperen of inspelen op deze veranderingen is er weinig toekomst perspectief. De vele krantenkoppen over faillissementen van gerenommeerde bedrijven laten ons zien dat dit de harder werkelijk is. Voor young professionals is leren en ontwikkelen cruciaal om duurzaam aansluiting te houden op het werk. Want alle ontwikkelingen en veranderingen in onze samenleving hebben een directe invloed op organisaties en op de banen van individuele werknemers. Zo zijn administratieve functies voor een deel verdwenen door automatisering en digitalisering, doen we bankzaken tegenwoordig meer online en op de smartphone dan in het bankkantoor en voor de assemblage van machines in de productielijn zetten we robots in. Young professionals die in deze sectoren actief zijn zien het werk inhoudelijk veranderen of zelfs verdwijnen en ervaren dat de nieuwe baan veelal om andere kennis en vaardigheden vraagt. Met dit onderzoek onder Young Professionals is in kaart gebracht welke maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen vragen om leren en ontwikkelen in het werk voor deze jonge groep op de arbeidsmarkt. Daarbij is gekeken naar de functie van leren, naar leeractiviteiten en naar de rol van de medewerker en de organisatie. Daarnaast is onderzocht wat de rol is van leren en ontwikkelen in relatie tot een vitale en veerkrachtige beroepsbevolking. In het onderzoek is aandacht voor verschillen tussen medewerkers op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, de sector waarbinnen zij werkzaam zijn en de werkervaring die zij hebben. De vragenlijst is in de periode juli tot half september 2016 online gedeeld onder de nieuwsbrieflezers alsook via de website en social media kanalen van Schouten & Nelissen. Aan het onderzoek hebben 111 respondenten deelgenomen uit verschillende sectoren.

3 DEMOGRAFIE In het derde kwartaal van 2016 heeft Schouten Research onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop young professionals leren in het werk. Aan dit onderzoek deden 111 respondenten (onder de 36 jaar) mee, met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar (SD = 3.1).

4 RESULTATEN De resultaten van het onderzoek kunnen opgedeeld worden in 4 gebieden: Leeractiviteiten en de functie van leren, veranderingen die om leren en ontwikkelen vragen, de rol van organisatie en medewerker in persoonlijke ontwikkeling en de impact van leren en ontwikkelen op vitaliteit, veerkracht en bevlogenheid. Hoe en waarom? Tijdens het onderzoek hebben deelnemers aangeven hoe vaak zij het afgelopen jaar bepaalde leeractiviteiten uitgevoerd hadden om hun vakgerelateerde kennis uit te breiden. De onderstaande tabel laat zien dat de meest populaire leeractiviteiten vooral betrekking hadden op het uitbreiden van bestaande gedragingen, in plaats van grote omkeringen. STELLING Projecten, opdrachten of taken opnemen die nieuwe kennis/ vaardigheden vereisten. Functie/werktaken uitbreiden door het opnemen van nieuwe verantwoordelijkheden. Het lezen van boeken of tijdschriften en surfen op het internet om op de hoogte te blijven of te ontwikkelen binnen het vakgebied. (TAMELIJK VAAK ZEER VAAK) 75% 72% 69% Andere leeractiviteiten werden echter minder benut, zoals blijkt uit onderstaande tabel bestaande uit de minst populaire stellingen. Het betreft hier vooral activiteiten die grotere veranderingen vereisten. STELLING (ZELDEN - NOOIT) Het ruilen van opdrachten met andere medewerkers 76% Het werken met een formele mentor of coach 66% Het inschrijven voor een officieel erkende opleiding 49% Naast het aangeven van welke leeractiviteiten men zoal uitvoerde, hebben deelnemers ook aangegeven wat de redenen waren voor het uitvoeren hiervan. De meest voorkomende redenen zijn in de onderstaande tabel weergegeven en suggereren samen dat het gros van de young professionals zichzelf wil ontwikkelen om een betere aansluiting te vinden met het werk. STELLING (ZELDEN - NOOIT) Om algemene kwaliteiten die mij tot een betere werknemer 83% maken te ontwikkelen. Om mijn werktevredenheid te vergroten. 82% Om de aansluiting te verbeteren tussen mijzelf en mijn werk, 78% wat betreft kennis en vaardigheden. Om mijn algemene inzetbaarheid te vergroten. 76%

5 Wat heeft de meeste impact? Tijdens het onderzoek hebben deelnemers aangegeven wat volgens hen de belangrijkste ontwikkelingen waren die leren en ontwikkelen noodzakelijk maken. Digitalisering, diversiteit, talent en duurzaamheid blijken gebieden te zijn waar een groot deel van de young professionals zich voor in wil zetten. Wat verder opvalt, is dat het gros (71%) van de deelnemers zich realiseert dat er vandaag de dag nieuwe vaardigheden vereist worden dan vroeger. Het is goed mogelijk dat de vier hiervoor genoemde deelgebieden gerelateerd zijn aan deze nieuwe vereiste vaardigheden. De rol van de organisatie en de young professional zelf Wat bepaalt hoe goed een medewerker zichzelf kan ontwikkelen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, hebben deelnemers diverse vragen beantwoord die betrekking hadden op hun eigen gedrag en de werkomgeving. Op basis van hun antwoorden kan vervolgens een inschatting gemaakt worden van de relaties tussen verschillende aspecten op het werk en gedrag. Uit de gegevens blijkt dat respondenten veel proactief leergedrag vertonen. Proactief leergedrag verwijst naar de mate waarin young professionals zelf actief acties ondernemen om te leren en ontwikkelen in het werk. Dit kan bijvoorbeeld door nieuwe taken of activiteiten op te pakken in het werk of door deel te nemen aan projecten buiten de reguliere taken. Maar natuurlijk ook door te leren van collega s en leidinggevenden. Van de deelnemende young professionals gaf 91% aan vaak zelf opzoek te gaan naar mogelijkheden om te leren. Vitaliteit, veerkracht en bevlogenheid. Naast vragen over persoonlijke ontwikkeling hebben deelnemers ook vragen over vitaliteit, veerkrachtigheid en bevlogenheid op het werk beantwoorden. Om na te gaan in hoeverre deze uitkomsten voorspeld konden worden door andere factoren, zijn er diverse analyses uitgevoerd. Gemiddeld scoorden onze deelnemers een 6.4 op vitaliteit, waarbij de mate van vitaliteit geleidelijk toenam met leeftijd. Vitaliteit verwijst naar de mate waarin werknemers zich energiek voelen op het werk. Het gemiddelde rapportcijfer voor veerkracht was een 7.8, waarbij veerkrachtigheid een marginale groei kende naarmate men een hogere leeftijd had. Veerkrachtigheid omvat de mate waarin medewerkers mentale weerstand kunnen bieden tegen uitputtende taakeisen. Bevlogenheid is een verlenging van vitaliteit. Het bevat naast een energiecomponent ook toewijding aan het werk en het gevoel dat men helemaal opgaat in het werk. Net als bij vitaliteit scoorden de deelnemers hier gemiddeld een 6.5, maar ook hier bleek dat de mate van bevlogenheid toenam met leeftijd.

6 Om te toetsen welke factoren voorspellend zijn voor vitaliteit, veerkrachtigheid en bevlogenheid, is gebruik gemaakt van multipele regressieanalyse. Uit de resultaten bleek dat zowel vitaliteit, veerkracht als bevlogenheid positief voorspeld werden door de aanwezigheid van ontplooiingsmogelijkheden en proactief leergedrag CONCLUSIES Young professionals onderkennen dat onderwerpen als digitalisering, diversiteit, talent en duurzaamheid nieuwe vaardigheden vereisen voor de banen van de 21e eeuw. Proactief leergedrag in het werk is noodzakelijk om aansluiting op het werk te creëren. Leeractiviteiten die aansluiten op de huidige werkomgeving worden daarom veel benut, terwijl leeractiviteiten die grotere veranderingen vereisen minder benut worden. Verder laat het onderzoek zien dat ontplooiingsmogelijkheden en proactief leergedrag belangrijke voorspellers voor vitale, veerkrachtige en bevlogen medewerkers. Organisaties doen er daarom goed aan om ontwikkelmogelijkheden in het werk te faciliteren en medewerkers te stimuleren zelf proactief kansen om te leren in het werk te benutten.

7