Veel gestelde vragen toezicht mbo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veel gestelde vragen toezicht mbo"

Transcriptie

1 Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie 1 juli 2016 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 3 c. Beoordeling en normering... 5 B. WAARDERINGSKADER... 6 GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES... 6 a. Algemeen... 6 b. Onderwijsteam... 6 c. Bpv... 7 d. Begeleiding... 8 e. Onderwijs in het buitenland... 9 GEBIED 2. EXAMINERING EN DIPLOMERING Beroepsgerichte examinering a. Algemeen b. Uitbesteding c. Inkoop d. Beoordeling examens e. Exameninstrumenten f. Diplomering g. Examinering in het buitenland Eerder Verworven Competenties (evc) GEBIED 3. OPBRENGSTEN GEBIED 4. KWALITEITSBORGING GEBIED 5. NALEVING WETTELIJKE VEREISTEN GEBIED 6. KWALITEIT VAN HET LERAARSCHAP C. TOEZICHT OP TAAL EN REKENEN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP a. Algemeen b. Nederlandse taal, rekenen en moderne vreemde talen c. Loopbaan en burgerschap D. TOEZICHT OP VAVO E. TOEZICHT OP EDUCATIE F. TOEZICHT OP KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS EN BEDRIJFSLEVEN... 32

2 A. TOEZICHT ALGEMEEN a. Toezicht 1. Wat is eerste orde toezicht? Eerste orde toezicht betreft het reguliere toezicht wat inhoudt: Een driejaarlijks onderzoek naar de staat van de instelling Dit is een onderzoek op de instelling dat onder andere bestaat uit documentanalyses, gesprekken met diverse betrokkenen en lesobservaties. Er worden maximaal vijf opleidingen onderzocht. Ook de kwaliteitsborging op zowel instellingsniveau als opleidingsniveau wordt onderzocht. Een jaarlijkse risicomonitoring op afstand Dit gebeurt aan de hand van de verantwoording in het jaarverslag, opbrengsten, gegevens over studenttevredenheid en bij de inspectie binnengekomen signalen. 2. Wat is tweede orde toezicht? Tweede orde toezicht is het toezicht dat noodzakelijk is op grond van het onderzoek naar de staat van de instelling of de jaarlijkse risicomonitoring (zie hoofdstuk 3 uit de brochure Toezichtkader BVE 2012). 3. Welke actie onderneemt de inspectie wanneer er signalen zijn over een instelling of een opleiding? Bij ernstige signalen die niet individueel van aard zijn, zal de inspectie altijd eerst contact opnemen met het bevoegd gezag. Daarmee sluit de inspectie aan bij de eigen verantwoordelijkheid van de instelling. Afhankelijk van de verkregen informatie van de instelling en de aard van de klacht(en) kan de inspectie besluiten om alsnog zelf een onderzoek te doen. Overigens staat het de inspectie volgens de WOT altijd vrij om eigen onderzoek in te richten. 4. Wat houdt het waarderingskader in? Het waarderingskader is onderdeel van het toezichtkader. In het waarderingskader staan alle onderwerpen die wij beoordelen. Het waarderingskader is geordend in kwaliteitsgebieden, aspecten en indicatoren. Bij alle indicatoren zijn portretten weergegeven die gelden als richtlijn bij de beoordeling. 5. Welke themaonderzoeken vinden er plaats en wanneer? Het uitgangspunt is om themaonderzoeken alleen uit te voeren bij die instellingen, waar ook het onderzoek naar de staat van instelling wordt uitgevoerd. Alleen in bijzondere situaties wijkt de inspectie hiervan af, bijvoorbeeld als de Tweede Kamer of de minister een verzoek doet voor een aanvullend onderzoek. In het jaarwerkplan van de inspectie zijn de themaonderzoeken opgenomen. 6. Op welke wijze houdt de inspectie toezicht op niet-bekostigde opleidingen? Het Toezichtkader bve 2012 is gelijk voor bekostigde en niet-bekostigde instellingen. Wij kijken bij niet-bekostigde instellingen echter niet naar de financiële aspecten. Ook zijn de kengetallen voor opbrengsten bij deze twee categorieën verschillend. De oordeelsvorming op het gebied van opbrengsten is uiteraard wel vergelijkbaar. 7. Hoe lang moeten gegevens over de inrichting van het onderwijs worden bewaard? In de zogeheten selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1 /pagina 15) is aangegeven hoe lang bepaalde documenten door onderwijsinstellingen bewaard moeten worden. Diverse punten hebben betrekking op de inrichting van het onderwijs. De onderwijsovereenkomst moet bijvoorbeeld Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 2 van 32

3 zeven jaar bewaard worden, gerekend vanaf het moment van uitschrijven van de student (handeling 43). Dat geldt ook voor de praktijkovereenkomst (handeling 55). Voor meer informatie verwijzen wij naar de Vaststelling selectielijst neerslag handelingen BVEinstellingen beleidsterrein Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie vanaf Gegevens die van belang zijn voor de bekostiging zullen instellingen gelet op artikel van het Uitvoeringsbesluit WEB zeven jaar moeten bewaren. 8. Hoe lang moeten diploma s worden bewaard? Gelet op de selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1 /pagina 15) dient de door de examencommissie ondertekende uitslagenlijst 30 jaar bewaard te worden. Als er geen uitslagenlijst beschikbaar is dienen certificaten, diploma s en cijferlijsten 30 jaar te worden bewaard. 9. Hoe lang moeten examengegevens van studenten worden bewaard? De selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1/pagina 15) geeft niet aan hoe lang examengegevens moeten worden bewaard. Wij gaan er vanuit dat instellingen alle examengegevens van een student bewaren, tot anderhalf jaar na diplomering. Dat is nodig om ons toezicht goed uit te kunnen oefenen. Voor ons (examen)toezicht hebben wij dezelfde documenten nodig als de examencommissie om een diplomabesluit te kunnen nemen: examenplan, examenopdrachten, ingevulde beoordelingsformulieren en het gemaakte werk indien daar het beoordelingsformulier in is verwerkt. Ook moet duidelijk zijn hoe de examenonderdelen leiden tot een diplomabesluit. Inzage in het gemaakte werk (dus ruimer dan alleen de beoordelingsformulieren) kan bij ons toezicht een meerwaarde hebben omdat dit nog meer informatie verschaft. Wij kunnen daarbij ook gebruik maken van films, foto s of ingescande documenten. b. Onderzoek 1. Hoe is een onderzoek van de inspectie naar een opleiding ingericht? Bij elk onderzoek dat wij uitvoeren op de instelling, onderzoeken wij documenten en spreken wij met verantwoordelijken van de opleiding, met docenten en met studenten die de opleiding volgen. Voor elk onderzoek maken wij een onderzoeksprogramma dat vooraf wordt afgestemd met de instelling. Op deze wijze kan de instelling er voor zorgen dat de juiste personen worden uitgenodigd en wij de beschikking hebben over de juiste (digitale) documenten. 2. Wat is de bijdrage van docenten aan het onderzoek naar een opleiding? Docenten zijn de direct betrokkenen bij het verzorgen van goed onderwijs. Wij spreken daarom met meerdere docenten over de inrichting, de daadwerkelijke uitvoering en mogelijke knelpunten van de opleiding zowel, op het gebied van het onderwijsproces, de opbrengsten als diplomering en examinering. De inspectie kan ook een aantal lessen bijwonen om vast te stellen of op een effectieve wijze onderwijs wordt gegeven. Daarbij gaan we bijvoorbeeld na hoe de interactie is tussen docent en student, en in welke mate er feedback wordt gegeven op de individuele prestaties van de student. 3. Wat is de bijdrage van het management aan het onderzoek? Wij spreken met de (eind)verantwoordelijken van de opleiding over inrichting en realisatie van het onderwijs. We kijken daarbij ook naar de kwaliteitsborging, zowel op opleidings- als op instellingniveau. 4. Wat is de bijdrage van studenten aan het onderzoek naar een opleiding? Studenten ervaren dagelijks of er sprake is van goed onderwijs. Wij spreken daarom met meerdere studenten uit meerdere leerjaren van de te onderzoeken opleiding. Tijdens een groepsgesprek gaan wij na wat zij vinden van het onderwijsproces en de examinering. We vragen ook naar de ervaringen met de beroepspraktijkvorming. Wij geven de studenten de gelegenheid om zowel positieve punten als eventuele knelpunten aan te geven. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 3 van 32

4 5. Wat bepaalt de omvang van de steekproef bij de staat van de instelling? De grootte van de instelling bepaalt de omvang van de steekproef voor het onderzoek naar de staat van de instelling. Hoe meer opleidingen een instelling aanbiedt, hoe meer opleidingen in de steekproef. Bekijk het document. 6. Hoe wordt de steekproef van 1-5 opleidingen getrokken bij de Staat van de instelling? De steekproef wordt aselect getrokken door de inspectie. 7. Als opleidingen worden geselecteerd, worden daar dan ook eventuele maatwerk- en onbekostigde varianten bij betrokken? Met andere woorden gelden daarvoor dezelfde criteria als voor de bekostigde trajecten? Ja, als er gediplomeerd of gecertificeerd wordt op een crebo, gelden dezelfde kwaliteitseisen als voor bekostigde trajecten. 8. Kan de instelling zelf de locatie kiezen bij het onderzoek naar specifieke opleidingen? Nee, dat doet de inspectie. 9. Beoordeelt de inspectie de verschillende opleidingsniveaus op dezelfde wijze? Ja, het toezichtkader geldt voor zowel de entree opleiding als voor opleidingen op niveau 2, 3 of Wat is de intentie van de inspectie bij een bezoek? Onze intentie is door eigen observaties, gesprekken met betrokkenen en documentanalyse een realistisch beeld te vormen van de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij heeft de inspecteur een nieuwsgierige, onderzoekende en objectieve houding, waarbij oog is voor de context waarin instellingen werken. 11. Vindt er door de inspectie een terugkoppeling plaats over de kwaliteit van de opgevraagde en aangereikte documenten? De inspectie beoordeelt niet de kwaliteit van afzonderlijke documenten, maar gebruikt deze als input voor haar onderzoek. Als hier vanuit het onderzoek aanleiding toe is, zal het onderzoeksteam terugkomen op relevante documenten. 12. Worden klachten of berichten uit de media betrokken bij het oordeel? De inspectie behandelt geen klachten over het onderwijs. Klachten worden behandeld door de onderwijsinstellingen zelf en wij zullen in eerste instantie de klager altijd naar de instelling verwijzen. Klachten die bij de inspectie zijn binnengekomen, worden uiteraard wel gebruikt als input voor onze (jaarlijkse) risicoanalyse. Ernstige klachten kunnen voor ons bovendien aanleiding zijn om een onderzoek te starten. 13. Wat is het belang van enquêtes bij het onderzoek? Enquêtes, zoals tevredenheidsonderzoeken bij studenten, leerbedrijven, ouders en medewerkers, betrekken wij bij het onderzoek omdat deze gegevens ons informatie verschaffen over het gevoerde beleid van de instelling. 14. Als een opleiding in company op een bedrijf wordt verzorgd gaat de inspectie bij een onderzoek dan ook naar die locatie? Ja, wij bekijken bij elk onderzoek de kwaliteit van het onderwijs. In dit geval zullen we het onderzoek (deels) bij het bedrijf uitvoeren. 15. Hoe worden gesprekken met studenten en observaties vormgegeven als lessen in company bij bedrijven worden verzorgd? Wij zullen dan deze onderdelen van het onderzoek uitvoeren op het bedrijf waar het onderwijs wordt verzorgd. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 4 van 32

5 c. Beoordeling en normering 1. Hoe komt het oordeel tot stand? Beoordeling vindt plaats per kwaliteitsgebied uit het Toezichtkader BVE Dit betreft een beoordeling op een vierpuntsschaal (goed, voldoende, onvoldoende en slecht). Elke kwaliteitsgebied is onderverdeeld in aspecten. Vanaf 1 januari 2015 bestaat de normering uit twee stappen: 1. Een normering per aspect. 2. Een normering per kwaliteitsgebied. Per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zoals die in het Toezichtkader BVE 2012 staan zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. In hoofdstuk 2 van het Addendum 2015 is de aanpak nader uiteengezet. 2. Honoreert de inspectie de kwaliteit die meer dan voldoende is? Ja, instellingen die beter presteren dan de basiskwaliteit (voldoende) worden met goed beoordeeld op de onderscheiden kwaliteitsgebieden. 3. Het onderzoek is op één locatie, wat betekent dit voor andere locaties waar dezelfde opleiding wordt aangeboden? Het oordeel over één locatie heeft betrekking op de opleiding als geheel. Het oordeel van de onderzochte opleiding geldt dus voor alle locaties waar deze opleiding wordt uitgevoerd. De inspectie kiest de te onderzoeken locatie. De wet stelt eisen aan de opleiding als geheel en maakt geen onderscheid tussen locaties. 4. Kan er tot intrekking worden overgegaan als de opleiding blijkens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering opnieuw onvoldoende is, maar dan op een andere locatie? Ja, dat kan zowel voor examinering als voor onderwijskwaliteit. Het oordeel van de onderzochte opleiding geldt immers voor alle locaties waar de opleiding wordt uitgevoerd. Als het eerste onderzoek is uitgevoerd op locatie A, dan kan het onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaatsvinden op locatie A èn B (of zelfs alleen op locatie B, als de opleiding op locatie A gestopt is). Als de kwaliteit dan bij locatie A op orde is, maar bij locatie B niet, dan kan tot intrekking van de licentie worden overgegaan. Er is immers opnieuw een onvoldoende vastgesteld bij deze opleiding. 5. Bij onderzoeken naar de examenkwaliteit bestaat de mogelijkheid voor herstel binnen vier weken. Gaat dit ook gelden voor het onderzoeken naar de onderwijskwaliteit? Ja, ook voor de onderzoeken op het gebied van onderwijsproces en opbrengsten is het mogelijk om herstel binnen vier weken af te spreken. Het gaat hierbij om het herstel van een wezenlijke, maar relatief eenvoudig te herstellen tekortkoming. Herstel dat leidt tot een geheel nieuwe beoordeling op een kwaliteitsgebied betrekt de inspectie niet bij het oordeel over de opleiding. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 5 van 32

6 B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES a. Algemeen 1. Wanneer is het onderwijsproces voldoende/onvoldoende? Dit wordt beoordeeld aan de hand van het waarderingskader, gebied 1, onderwijsproces. De daarin opgenomen aspecten (de indicatoren zijn richtinggevend) vormen de basis voor de beoordeling. Aan zeven van de negen aspecten moet worden voldaan. Daarnaast moeten de drie kernaspecten voldoende zijn. Deze kernaspecten zijn aspect 1.3 didactisch handelen, aspect 1.7 studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 beroepspraktijkvorming. (Zie hiervoor bijlage I uit het toezichtkader.) 2. Hoe worden tekorten in de onderwijskwaliteit vastgesteld? Aan de hand van de portretten, beschreven in het waarderingskader, onderzoeken wij op locatie (gesprekken) en aan de hand van een analyse van documenten of voldaan wordt aan hetgeen in de portretten beschreven staat. 3. Beoordeelt de inspectie of het gekozen onderwijsconcept goed is? Nee, de inspectie gaat niet over de keuze van het onderwijsconcept maar beoordeelt wel de werking ervan conform de indicatoren in het waarderingskader. De instelling en/of het team bepaalt zelf hoe het onderwijs vorm gegeven wordt. b. Onderwijsteam 1. Waar kijkt de inspecteur naar als hij bij mij in de klas komt? De inspecteur wil met de lesobservaties een beeld krijgen van verschillende aspecten binnen het gebied onderwijsproces (zie hiervoor bijlage I uit het toezichtkader). De inspecteur kijkt of de les voldoende benut wordt, of er ingegaan wordt op vragen en opmerkingen van studenten, of er voldoende ondersteuning en begeleiding is van de leeractiviteiten en of de interactie in de klas in het algemeen voldoende is. 2. Wat wil de inspectie van de docent weten? Vragen aan docenten zijn divers en zullen over het algemeen te maken hebben met het onderwijsproces (gebied 1), de examinering en diplomering (gebied 2) en/of kwaliteitsborging (gebied 4). Wij beoordelen niet de kwaliteit van de individuele docent. 3. In hoeverre wordt een opleiding beoordeeld op activiteiten die door anderen buiten het team (bijvoorbeeld intake) verricht worden? De inspectie beoordeelt niet het team, maar de kwaliteit van de opleiding. Indien anderen buiten het team taken verrichten voor de opleiding, dan wordt dat meegenomen bij de beoordeling. 4. Is er ruimte voor een docent om in gesprek, dan wel discussie te gaan met de inspectie tijdens een inspectiebezoek? De inspecteur wil tijdens het onderzoek zo veel mogelijk betrouwbare informatie verzamelen. Als een discussie meer of betere informatie oplevert zal de inspecteur deze zeker benutten. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 6 van 32

7 c. Bpv 1. De inspectie neemt tijdens een onderzoek contact op met stagebedrijven. Hoe worden bedrijven geselecteerd? De inspectie selecteert zelf de te bevragen bedrijven. Het gesprek met de stagebedrijven kan telefonisch plaatsvinden, bij de onderwijsinstelling, maar ook op het stagebedrijf zelf. Dit is afhankelijk van de situatie; het inspectieteam zal dit aangeven bij de instelling. 2. Hoe worden de resultaten van deze gesprekken met de stagebedrijven teruggekoppeld? De resultaten van deze bevraging worden als een van de onderbouwingen van de oordelen in het onderzoek meegenomen. In het rapport kan er dan ook een opmerking over worden gemaakt. Aan de stagebedrijven wordt geen terugkoppeling gegeven. Aan de instelling wordt niet apart een terugkoppeling van dit onderdeel gegeven. 3. De opleiding draagt zorg voor een passende bpv-plaats. Voor bol is dit vanzelfsprekend, maar hoe moet hiermee worden omgegaan voor bbl? Mag een instelling een deelnemer vragen om eerst zelf voor een arbeidsovereenkomst te zorgen? Alhoewel onderwijsinstellingen eindverantwoordelijk zijn voor het vinden van een bpv-plaats voor al haar deelnemers, hebben bbl-deelnemers op dit punt een inspanningsverplichting en mag hen gevraagd worden zelf voor een leer-/arbeidsovereenkomst te zorgen. Er hoeft bij een bbl-opleiding niet perse sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. De enige wettelijke eis is dat voor bpv een praktijkovereenkomst wordt afgesloten. 4. Aan welke eisen moet de beroepspraktijkvorming voldoen voor opleidingen binnen de derde leerweg? Gelden daarvoor de urennormen voor de beroepspraktijkvorming? De derde leerweg is geregeld in artikel 1.4.1, lid 1a, van de WEB. In dat lid is bepaald dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is op een beroepsopleiding in de derde leerweg, met dien verstande dat voor die opleiding: artikel 7.2.2, tweede lid, niet van toepassing is ten aanzien van het onderwijs artikel 7.2.7, eerste lid, niet in acht behoeft te worden genomen voor wat betreft de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming en artikel 7.2.7, tweede tot en met achtste lid, niet in acht behoeft te worden genomen. Het tweede tot en met zevende lid van artikel WEB zijn wel van overeenkomstige toepassing op de derde leerweg. De bepalingen over het onderwijs en examinering (waaronder dus ook artikel 7.2.8, eerste lid, WEB; van elke beroepsopleiding maakt onderricht in de praktijk van het beroep deel uit) zijn onverkort van toepassing, met uitzondering van de vastgestelde urennormen en de voorgeschreven studieduur. Men mag minder (of meer) uren bpv geven, maar de opleiding moet wel bpv bevatten. De overige bepalingen over bpv (art , etc.) zijn eveneens van kracht op de derde leerweg. Kortom, bij de derde leerweg geldt geen verplichting voor het aantal uren bpv c.q. de omvang van de bpv. Voor de inrichting van de bpv - waaronder de begeleiding van de studenten, de wijze van beoordelen ten aanzien van dat deel van de kwalificatie dat de student tijdens de beroepspraktijkvorming dient te behalen - gelden overigens wel de kwalitatieve eisen die voortvloeien uit de WEB zoals beschreven in artikel en valt daarmee bij de derde leerweg onder de wettelijke vereisten (gebied vijf van het Toezichtkader BVE 2012). Wij verwijzen u eveneens naar het servicedocument bpv zoals gepubliceerd op de website van de inspectie. 5. Aan welke eisen moet een erkend leerbedrijf voldoen? De erkenning als leerbedrijf is een kwaliteitskeurmerk voor studenten die een deel van hun opleiding in de beroepspraktijk willen doen. Zij moeten kunnen vertrouwen op de bereidheid van leerbedrijven Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 7 van 32

8 om daadwerkelijk te investeren in het opleiden, de aanwezigheid van de passende werkzaamheden en goede begeleiding. Een organisatie die erkend leerbedrijf wil worden moet voldoen aan een aantal criteria. De organisatie moet in de eigen bedrijfsvoering de werkzaamheden bieden die passen bij de kwalificatie waarvoor de student wordt opgeleid. Daarnaast moet deze organisatie zorgen voor voldoende en deskundige begeleiding. Tot slot moet het leerbedrijf een (sociaal) veilige leerplaats bieden aan de student en bereid zijn tot samenwerking met de school en het kenniscentrum. De samenwerkende kenniscentra hebben deze uitgangspunten, die gebaseerd zijn op de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), vastgelegd in de gemeenschappelijke erkenningsregeling leerbedrijven. 6. Is het mogelijk om de werkzaamheden deels buiten de locatie van het leerbedrijf uit te voeren? Dat de werkzaamheden ook op een andere locatie kunnen plaatsvinden dan in het erkende leerbedrijf is in bepaalde gevallen mogelijk. Denk aan de thuiszorgmedewerker in opleiding die op verschillende thuislocaties cliënten helpt. Of de storingsmonteur in opleiding die met zijn praktijkopleider van storing naar storing reist. In andere gevallen is het niet mogelijk (of zelfs niet toegestaan) om de werkzaamheden op een andere plaats dan het leerbedrijf uit te voeren, vanwege veiligheidsvoorschriften of de aanwezigheid van bepaalde productieprocessen. 7. Kan een uitzendbureau een erkend leerbedrijf zijn? Ja, dat kan. Althans in die gevallen waar een uitzendbureau de werkzaamheden in de eigen bedrijfsvoering biedt die passen bij de opleiding van de mbo-student, en het voldoet aan de andere kwaliteitscriteria, kan aan het uitzendbureau een erkenning als leerbedrijf worden verstrekt. Denk daarbij aan een uitzendbureau dat secretariële werkzaamheden biedt voor een secretaresse in opleiding. In de praktijk zijn al diverse uitzendbureaus erkend als leerbedrijf voor de opleidingen tot secretaresse, commercieel medewerker binnendienst, marketing medewerker of administratief medewerker. Het is dus een misvatting dat een uitzendbureau geen leerbedrijf kan zijn. 8. Kan een uitzendbureau dat optreedt als intermediair een erkend leerbedrijf zijn? Nee, niet als het uitzendbureau puur als intermediair optreedt. Niet de uitzendorganisatie, maar het achterliggende leerbedrijf is verantwoordelijk voor het aanbieden van de passende werkzaamheden en goede en voldoende dagelijkse begeleiding. Niet het uitzendbureau, maar het bedrijf dat daadwerkelijk de werkzaamheden biedt zal erkend moeten zijn als leerbedrijf. Het is wel mogelijk dat onder verantwoordelijkheid van het erkende leerbedrijf een deel van de begeleidingstaak zoals de administratie daaromtrent wordt uitbesteed aan derden, zoals een intermediaire organisatie. De eindverantwoordelijkheid voor het opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk blijft echter altijd bij het erkende leerbedrijf liggen. Het leerbedrijf dient dan ook de praktijkovereenkomst te ondertekenen. 9. Zijn er uitspraken door de Rechtbank gedaan over de begeleiding binnen de beroepspraktijkvorming? In elk geval is de volgende uitspraak relevant. Het betreft een uitspraak met Zaaknummer SHE 14/160; uitspraak van de meervoudige kamer van 23 oktober Kern van het oordeel van de rechtbank is dat uit art van de Web volgt dat de beroepspraktijkvorming dient plaats te vinden binnen het leerbedrijf; de arbeidsorganisatie waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt, hetgeen ook blijkt uit de Memorie van Toelichting bij die bepaling, waarin is vermeld dat de dagelijkse begeleiding een taak is van het leerbedrijf. De eis dat de beroepspraktijkvorming binnen het leerbedrijf moet plaatsvinden, ziet niet op een geografische locatie, maar op de arbeidsorganisatie. d. Begeleiding 1. Is begeleiding op afstand alleen toegestaan via de computer of mogen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet? Er kan slechts sprake zijn van begeleid onderwijs als dat ook zichtbaar is. Duidelijk moet zijn welke Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 8 van 32

9 docent op welk moment beschikbaar is en aangetoond worden dat er sprake is van interactie tussen de docent en de deelnemer op hetzelfde tijdstip. Er wordt vanuit gegaan dat de docent interventie kan plegen op het leerproces en niet alleen vragen van studenten afwacht. Dat komt er op neer dat docenten zijn ingeroosterd voor de begeleiding van de zelfstandige studie-uren en dat zij er ook daadwerkelijk bij betrokken zijn. Daarnaast dienen ook de studenten daadwerkelijk aanwezig te zijn tijdens deze uren en aan het werk te zijn met het onderwijsprogramma. Van directe begeleiding via de computer zijn in de praktijk geen voorbeelden waargenomen. Er zijn wel verschillende casussen beschreven. Zo is een casus aangeboden waarin begeleiding plaatsvond middels contact met een docent, waarbij een 48 uur later werd beantwoord. Dit wordt niet als begeleide onderwijstijd meegerekend. 2. In hoeverre kunnen en mogen social media ingezet worden voor de begeleiding? Begeleiding van het onderwijsleerproces kan deels via social media. Het gaat er vooral om dat het geheel van begeleiding voor de individuele student effectief is. Deze vorm van begeleiding valt overigens slechts onder strenge voorwaarden onder begeleide onderwijstijd. Ook op onderdelen van de begeleiding van de bpv kunnen social media worden ingezet. Tijdens de bpv moet de opleiding de voortgang van de leerresultaten van de student in voldoende mate bewaken en begeleiden, ook moeten knelpunten in de bpv tijdig gesignaleerd en opgelost worden. Tevens moet er regelmatig contact zijn met de bpv-plaats over de inhoud van de bpv en over de voortgang van de student. De opleiding moet bereikbaar zijn voor bedrijven bij vragen of problemen. e. Onderwijs in het buitenland 1 1. Mag een student (een deel van) een beroepsopleiding in het buitenland 1 volgen? Wanneer een student onderwijs volgt aan een instelling in het buitenland, kan dit geen onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Onderwijs in het buitenland moet namelijk voldoen aan de in dat land geldende regels en voldoet niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB mag dus alleen in Nederland worden aangeboden en verzorgd, met uitzondering van het deel van het onderwijsprogramma dat de beroepspraktijkvorming betreft. Zie hiervoor het antwoord op de vraag Mag een student beroepspraktijkvorming in het buitenland volgen?. Wel kan een student die onderwijs aan een instelling in het buitenland heeft gevolgd en dat bijvoorbeeld heeft afgesloten door middel van een examen, in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. De examencommissie dient dan te beoordelen of het in het buitenland gevolgde onderwijs en de eventueel afgelegde examens voldoen aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Het bevoegd gezag kan vervolgens ook vrijstelling van het onderwijs geven. Zie over onderwijs op de BES-eilanden het antwoord op de vraag Mag het onderwijs, de examinering en/of de BPV op de BES-eilanden worden uitgevoerd?. 2. Mag een student beroepspraktijkvorming in het buitenland 1 volgen? Ja, dat mag. Het moet dan wel gaan om een erkend leerbedrijf. De beroepspraktijkvorming (BPV) wordt verzorgd op basis van een praktijkovereenkomst. Van belang is dat in deze overeenkomst de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) aan de BPV stelt worden opgenomen (zoals beschreven in artikel en WEB). De instelling moet erop toezien dat de afspraken die in de overeenkomst zijn vastgelegd ook daadwerkelijk (door het leerbedrijf in het buitenland) worden nagekomen. Let wel: als een student BPV in het buitenland volgt, mogen bij het betreffende leerbedrijf geen 1 Onder buitenland wordt in dit document verstaan het gebied buiten het Europese deel van Nederland. Met Nederland wordt in dit document verstaan het Europese deel van Nederland; de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BES-eilanden) vallen hier dus niet onder. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 9 van 32

10 examens worden afgenomen die onderdeel zijn van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. De examinering van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB dient in Nederland te geschieden. Wel kan een student die examens in het buitenland heeft afgelegd in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. Zie hiervoor verder het antwoord op de vraag Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland worden uitgevoerd?. 3. Mag BPV gevolgd in het buitenland 2 meetellen voor de onderwijstijd? Ja, de BPV-uren die in het buitenland worden gemaakt kunnen meetellen voor de uren als bedoeld in artikel 7.2.7, tweede en derde lid, van de WEB. 4. Mag het onderwijs en/of de BPV op de BES-eilanden worden uitgevoerd? Onderwijs en examinering uitgevoerd op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BESeilanden) kunnen geen onderdeel uitmaken van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Onderwijs en examinering op de BES-eilanden moeten namelijk voldoen aan de daar geldende regels zoals de Wet educatie en beroepsonderwijs BES (WEB BES) en voldoen niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in het Europese deel van Nederland gelden. Om onderdeel uit te maken van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB, dienen het onderwijs en de examinering dus plaats te vinden in het Europese deel van Nederland. Wel kan een student die onderwijs heeft gevolgd en/of examens heeft afgelegd op de BES-eilanden in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. Zie hiervoor verder de antwoorden op de vragen Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland worden uitgevoerd? en Mag een student (een deel van) een beroepsopleiding in het buitenland volgen?. Een student mag in het kader van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB tot slot wel BPV volgen op de BES-eilanden. Zie hiervoor verder het antwoord op de vraag Mag een student beroepspraktijkvorming in het buitenland volgen?. Voor vragen over onderwijs en/of BPV in het buitenland verwijzen wij tevens naar de publicatie Onderwijs, beroepspraktijk en examinering in het buitenland van het Servicepunt Examinering mbo. 2 Onder buitenland wordt in dit document verstaan het gebied buiten het Europese deel van Nederland. Met Nederland wordt in dit document verstaan het Europese deel van Nederland; de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BES-eilanden) vallen hier dus niet onder. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 10 van 32

11 GEBIED 2. EXAMINERING EN DIPLOMERING Beroepsgerichte examinering a. Algemeen 1. Wat is de definiëring van ontwikkelingsgerichte toetsing? Bij ontwikkelingsgerichte toetsing gaat het om inzicht krijgen in de ontwikkeling of voortgang van de student. 2. Wat is de definiëring van kwalificerende beoordeling? De kwalificerende beoordeling heeft als doel om vast te kunnen stellen of de student de vereiste kennis, houding en vaardigheden beheerst, zoals vermeld in het kwalificatiedossier waarvoor wordt opgeleid. De resultaten zijn direct van invloed op het behalen van het diploma. De examens die bijdragen aan het behalen van het diploma zijn dus kwalificerend. De examencommissie bepaalt welke examens meetellen voor het diploma. 3. Hoe gaat de inspectie om met vormen van voorwaardelijke examinering? Als het behalen van een bepaalde toets een voorwaarde is om deel te mogen nemen aan het examen, dan is het feitelijk een onderdeel geworden van het besluitvormingsproces voor diplomering. Maar deze voorwaarde is daarmee nog geen onderdeel van de examinering. Het resultaat van deze toets moet ook betrokken worden bij de resultaatbepaling voor het diploma. Bij het oordeel over exameninstrumenten worden dus alleen die examens betrokken die zowel deel uitmaken van de examinering als van de resultaatbepaling voor het diploma. Indien bijvoorbeeld theorie-examens wel deel uitmaken van de examinering (dus toetsing op het niveau van de kerntaak) en van de resultaatbepaling voor het diploma betrekken wij deze wel bij het oordeel over exameninstrumenten. 4. Moet je als onderwijsinstelling de prestatie-indicatoren gebruiken bij het beoordelen van examens? In haar toezicht hanteert de inspectie het principe comply or explain. Als delen van deel C van het kwalificatie dossier niet gehanteerd kunnen worden bij de examinering (en bij de beoordeling van studenten in het bijzonder), dan verwachten wij dat de instelling verklaart waaruit de gekozen afwijking van deel C bestaat. Wij bepalen vervolgens of de gehele examinering inzichtelijk genoeg is om vast te stellen in hoeverre of op welke manier de examinering voldoet aan de eisen van deel C uit het kwalificatiedossier. Zo nodig maken wij daarbij gebruiken van de door de instelling gehanteerde (afwijkende) prestatie-indicatoren. 5. Wat verwacht de inspectie van de verantwoording op het niveau van de prestatie-indicatoren als een student een prestatie niet behaalt? Wij verwachten dat herleidbaar is op basis van welke argumenten een student een examen(onderdeel) niet behaalt. De beoordeling wordt gebaseerd op de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier (of vergelijkbare criteria). Als een examen(onderdeel) niet gehaald wordt, wordt op het niveau van de prestatie-indicator verantwoord wat de oorzaak daarvan is. 6. In hoeverre wordt het vastgestelde examenprofiel meegenomen in de audits c.q. toezicht? Als een instelling gebruikt heeft gemaakt van concrete richtinggevende examenprofielen dan kan het examentoezicht proportioneel worden ingericht. De profielen moeten dan uiteraard wel voldoen aan de examenstandaarden. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 11 van 32

12 b. Uitbesteding 1. Wat betekent uitbesteding van de examinering aan een onderwijs- of exameninstelling? Bij uitbesteding draagt de instelling de examinering over aan een andere onderwijs- of exameninstelling. Die andere (examen)instelling krijgt dan de volledige verantwoordelijkheid. Als de examinering is uitbesteed, beslist de examencommissie van de instelling waaraan is uitbesteed, over de uitslag van het examen. Ook moet zij zorgen voor een examenregeling en een commissie van beroep voor de examens en voert zij de interne kwaliteitsbewaking van de examenkwaliteit uit. Zie voor uitbesteding de volgende artikelen in de Wet educatie en beroepsonderwijs: artikelen 1.6.1; 6.3.1; 6.3.2; 7.4.4a en Wanneer kan een instelling de examinering uitbesteden? De instelling moet tot uitbesteding overgaan als de minister haar het recht op examinering voor een opleiding heeft ontnomen. De instelling kan tot uitbesteding overgaan als zij dat doelmatig acht of als zij op basis van de eigen bewaking van de kwaliteit van het examen van een opleiding constateert dat zij niet zelf kan waarborgen dat dit examen op alle examenonderdelen in voldoende mate aan de examenstandaarden voldoet. 3. Mag een exameninstelling de examinering uitvoeren en een diploma afgegeven als er géén uitbestedingsovereenkomst met een onderwijsinstelling is? Nee, dat mag niet. Er moet een uitbestedingsovereenkomst zijn met een instelling die over crebolicenties beschikt om diploma s af te geven. De student moet ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling die een crebo- erkenning heeft voor de betreffende beroepsopleiding. 4. Wie ondertekent het diploma bij uitbesteding? De examencommissie van de exameninstelling ondertekent bij uitbesteding het diploma, maar op het diploma wordt de naam van de onderwijsinstelling vermeld waarbij de student is ingeschreven. De examencommissie mag niet op eigen naam een diploma uitreiken. c. Inkoop 1. Wij kopen onze exameninstrumenten in bij een examenleverancier. Hoe beoordeelt de inspectie deze instrumenten? Per 1 januari 2015 is het Addendum op het Toezichtkader BVE 2012 van kracht. Hierin is onder andere opgenomen dat wij geen onderzoeken meer uitvoeren bij de afzonderlijke leveranciers. We onderzoeken bij de onderwijsinstellingen natuurlijk nog wel de kwaliteit van de exameninstrumenten. Daartoe vragen wij bij de instellingen de exameninstrumenten op, ook als deze ingekocht zijn. Wij beoordelen vervolgens deze instrumenten en het oordeel wordt opgenomen in het rapport van de instelling. 2. Leidt een onvoldoende oordeel over een ingekocht examenproduct bij een leverancier tot een onvoldoende bij de instelling? Ja, de instelling is immers verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examinering, ook als er wordt ingekocht. 3. Moeten wij de exameninstrumenten ook aanleveren als zij eerder positief beoordeeld zijn door bijvoorbeeld het Keurmerk of andere validerende organisaties? Ja, voorlopig beoordelen wij alle exameninstrumenten, ook als deze voorzien zijn van een keurmerk. 4. Wij kopen exameninstrumenten in en deze zijn door het Keurmerk als voldoende beoordeeld. Neemt de inspectie dit oordeel over? Nee, wij vragen bij elke te onderzoeken opleiding de exameninstrumenten op en beoordelen deze. Het oordeel van de inspectie is daarbij bindend. Bij afwijking van het oordeel nemen wij contact op Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 12 van 32

13 met de validerende instelling. Op termijn willen wij ons meer gaan baseren op de afgegeven Keurmerken. Om dat besluit te kunnen nemen zullen wij echter gedurende een bepaalde periode nagaan of exameninstrumenten terecht een keurmerk hebben gekregen. d. Beoordeling examens 1. Het leerbedrijf is geaccrediteerd door het kenniscentrum. Wij gaan er vanuit dat de deskundigheid van de beoordelaars daarmee is geborgd. Klopt dit? Nee. De accreditatie spitst zich meestal toe op het begeleiden van studenten en niet op het beoordelen. Daarnaast is de kwaliteit van de examinering in de BPV de verantwoordelijkheid van de instelling. De instelling moet aantonen dat het oordeel van de beoordelaar van het leerbedrijf deskundig en betrouwbaar is. 2. Hoe gaat de inspectie om met een certificaat als bewijs van de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering? De instelling moet waarborgen treffen voor de deskundigheid van de beoordelaars. Een certificaat kàn een onderdeel zijn van dat borgingssysteem. Het gaat erom dat de instelling garandeert of de betrokkenen bij examinering voldoende deskundig zijn. 3. Hoe onafhankelijk moet een beoordelaar zijn? Onafhankelijkheid is belangrijk, maar geen doel op zich. Het gaat erom dat sprake is van een betrouwbare en dus van een zo objectief mogelijke beoordeling. Dat is de essentie, en dat moet de instelling waarborgen. Het heeft de voorkeur dat een beoordelaar de kandidaat niet kent. Dat is in de praktijk echter niet altijd haalbaar. Een instelling moet dan aantonen dat ze op een andere manier geborgd heeft dat sprake is van een betrouwbare, objectieve beoordeling. Soms is één beoordelaar toereikend. In het geval van een complex(e) examen(situatie) is het wenselijk om meer beoordelaars in te zetten, waarvan één onafhankelijk. 4. Moet bij het afnemen van een examen in de praktijk naast de beoordelaar van het bedrijf, altijd een vertegenwoordiger van de onderwijsinstelling aanwezig zijn? Het is niet vereist dat een vertegenwoordiger van de onderwijsinstelling altijd aanwezig is bij de afname van een examen in de praktijk. De onderwijsinstelling is en blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examinering. De onderwijsinstelling kan die verantwoordelijkheid invullen door bijvoorbeeld met een gepaste frequentie een afname van een examen in de praktijk bij te wonen. 5. Moet de rol van de praktijkbegeleider en de beoordelaar altijd gescheiden zijn? In principe wel. Omdat de praktijkbegeleider de kandidaat heeft begeleid tijdens de leerperiode staat hij niet blanco tegenover de kandidaat. Het is daarom wenselijk een andere beoordelaar te kiezen. In bepaalde gevallen is dat echter moeilijk te realiseren. Als het leerbedrijf een eenmanszaak is of als er onvoldoende beoordelaars zijn met de vereiste expertise, is het soms onvermijdelijk dat de praktijkbegeleider tevens de rol van beoordelaar krijgt. De instelling moet daar dan wel een sluitende verklaring voor kunnen geven. 6. Wij hebben grote moeite om de kwaliteit van de examinering in de BPV op hetzelfde niveau te brengen als de binnenschoolse examinering. Dit vraagt nogal wat van de leerbedrijven. Wat moeten we hiermee doen? Om zorg te dragen voor een goede kwaliteit van de beoordeling in de praktijk kan de instelling de bpv-beoordelaars scholen en/of kan er voor kiezen om een beoordelaar vanuit de instelling aan de examinering in de praktijk toe te voegen. Als examinering in de reële beroepspraktijk echt niet mogelijk is, dan kan de instelling een alternatief zoeken. Zo valt te denken aan een praktijksimulatie, die een reële beroepssituatie nabootst en waarin beoordelaars uit de praktijk een rol hebben. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 13 van 32

14 e. Exameninstrumenten 1. Is een gesprek geschikt als exameninstrument? Ja, een gesprek kan een onderdeel zijn van examinering. Uitsluitend een gesprek voeren, als enige kwalificerende examineringsvorm kan echter niet omdat een beoordeling een uitspraak moet bevatten over zowel het handelen van de kandidaat als het resultaat van dat handelen. Als een gesprek deel uitmaakt van de examinering moet de instelling aangeven hoe het meeweegt binnen het geheel van de examinering. 2. Welke eisen hanteert de inspectie voor de beoordeling van het exameninstrument portfolio? Een portfolio is een verzameling van bewijzen. Voor de exameninstrumenten die ten grondslag liggen aan deze bewijzen geldt dat deze valide, betrouwbaar en transparant moeten zijn. Ieder exameninstrument moet voldoen aan gebied 2. Zie ook het Toezichtkader BVE 2012, pag Hoe hanteert de inspectie het principe van de zogenaamde examenmix? De onderwijsinstelling is zelf verantwoordelijk voor de inrichting van de examinering en kan daarbij gebruik maken van een examenmix (verschillende exameninstrumenten). Het is belangrijk dat het exameninstrumentarium bestaat uit een mix van verschillende beoordelingsvormen waarbij kennis, vaardigheden en houding worden beoordeeld, uitgaande van de eisen van het kwalificatiedossier. f. Diplomering 1. Moeten de resultaten vanaf 1 augustus 2013 volgens de modelresultatenlijst worden vermeld? Voor de resultatenlijst geldt het volgende. Bij studenten die gestart zijn met de opleiding voor 1 augustus 2013 en die na die datum diplomeren, is de onderwijsinstelling niet verplicht de resultaten volgens de modelresultatenlijst te vermelden. Bij studenten die starten met de opleidingen na 1 augustus 2013 is de onderwijsinstelling verplicht het diploma volgens de hierboven genoemde bijlage en de resultatenlijst volgens de modelresultatenlijst behorend bij eerder genoemde regeling uit te reiken. 2. Hoe moet loopbaan en burgerschap op het diploma staan? Op de resultatenlijst bij het diploma moet voor het onderdeel loopbaan en burgerschap aangegeven worden of de student hieraan heeft voldaan. Voorwaarde voor diplomering is dat voldaan is aan de eisen voor loopbaan en burgerschap. Dit is conform de wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (datum van inwerkingtreding 1 augustus 2012). Het wordt opgenomen in de Regeling model diploma mbo (datum van inwerkingtreding 1 augustus 2013). g. Examinering in het buitenland 3 1. Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland 3 worden uitgevoerd? De examinering van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) moet in Nederland plaatsvinden. Examens afgelegd in het buitenland moeten namelijk voldoen aan de in dat land geldende regels en voldoen niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Voorgaande komt overeen met de notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie 4, thema 8, geldend voor het bekostigd onderwijs. Wel kan een student die examens in het buitenland heeft afgelegd in aanmerking komen voor 3 Onder buitenland wordt in dit document verstaan het gebied buiten het Europese deel van Nederland. Met Nederland wordt in dit document verstaan het Europese deel van Nederland; de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BES-eilanden) vallen hier dus niet onder. 4 De notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie is te vinden op Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 14 van 32

15 vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. De examencommissie dient dan te beoordelen of het in het buitenland afgelegde examen voldoet aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Zie over examinering op de BES-eilanden het antwoord op de vraag Mag het onderwijs, de examinering en/of de BPV op de BES-eilanden worden uitgevoerd?. 2. Mag de examinering op de BES-eilanden worden uitgevoerd? Onderwijs en examinering uitgevoerd op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BESeilanden) kunnen geen onderdeel uitmaken van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Onderwijs en examinering op de BES-eilanden moeten namelijk voldoen aan de daar geldende regels zoals de Wet educatie en beroepsonderwijs BES (WEB BES) en voldoen niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in het Europese deel van Nederland gelden. Om onderdeel uit te maken van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB, dienen het onderwijs en de examinering dus plaats te vinden in het Europese deel van Nederland. Wel kan een student die onderwijs heeft gevolgd en/of examens heeft afgelegd op de BES-eilanden in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. Zie hiervoor verder de antwoorden op de vragen Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland worden uitgevoerd? en Mag een student (een deel van) een beroepsopleiding in het buitenland volgen?. Een student mag in het kader van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB tot slot wel BPV volgen op de BES-eilanden. Zie hiervoor verder het antwoord op de vraag Mag een student beroepspraktijkvorming in het buitenland volgen?. Voor vragen over examinering in het buitenland verwijzen wij tevens naar de publicatie Onderwijs, beroepspraktijk en examinering in het buitenland van het Servicepunt Examinering mbo. Eerder Verworven Competenties (evc) 1. Op welke wijze houdt de inspectie toezicht op het verstrekken van diploma s die gebaseerd zijn op evc? Bij het toezicht op het verstrekken van diploma s die gebaseerd zijn op evc gaan wij na of voldaan wordt aan examenstandaard 3: de diplomering is deugdelijk en geborgd. In het Toezichtkader bve 2012 is deze examenstandaard terug te vinden als aspect 2.3. Examenstandaard 3 kent twee indicatoren: besluitvorming diplomering (2.3.1) en verantwoordelijkheid examencommissie (2.3.2). De examencommissie is verantwoordelijk voor het op deugdelijke gronden verstrekken van diploma s, ook als deze (mede) gebaseerd zijn op evc. De inspectie gaat na of het proces goed is verlopen. 2. Wat behoort de examencommissie te doen als zij ervaringscertificaten krijgen aangeboden? Hoe ziet het toezicht van de inspectie eruit? De inspectie gaat na of de examencommissie op zorgvuldige wijze het besluit heeft genomen. Als het diploma gebaseerd wordt op evc zal de examencommissie zich over de volgende aspecten moeten verantwoorden: Is er een duidelijke scheiding tussen de evc-procedure en het opleidingstraject? Met andere woorden, is de evc-procedure gescheiden van opleiden, diplomeren en certificeren? Op grond waarvan heeft de betreffende kandidaat een diploma/certificaat gekregen? De examencommissie zal haar beoordeling voor zichzelf, de kandidaat en derden inzichtelijk moeten (kunnen) maken. Heeft de examencommissie geverifieerd 1) of de betreffende evc-aanbieder voorkomt in het evc-register, en 2) of de betreffende opleiding (crebo-standaard) waarvoor de kandidaat een ervaringscertificaat heeft gekregen, voorkomt in het aanbod van de aanbieder (verificatie is mogelijk via of voorkwam in het evc- Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 15 van 32

16 register op het moment dat de kandidaat startte met de evc-procedure (verificatie bij de evc-aanbieder). Komt de evc- aanbieder voor in het register bij de start van de evcprocedure dan gaat de inspectie vervolgens na op grond van welke documenten de examencommissie de beslissing heeft genomen om te verzilveren (ervaringscertificaat, eventueel portfolio of andere documenten). Wij bekijken dan deze documenten. Mogelijk heeft de examencommissie bij twijfel zelf aanvullende exameninstrumenten ingezet. Ook die instrumenten bekijken wij. Bij het toezicht op examenkwaliteit kijken wij naar de verstrekker van het diploma. Het onderzoek wordt niet uitgebreid naar de evc-aanbieder. 3. Wat betekent het voor het inspectieoordeel over de examenkwaliteit als diploma s worden gebaseerd op evc? Als de examencommissie het diploma, gebaseerd op evc, op goede gronden heeft afgegeven volgt het oordeel voldoende voor aspect 2.3: Diplomering, indicator 2.3.1: Besluitvorming diplomering. Als het diploma niet op goede gronden is afgegeven, dan volgt het oordeel onvoldoende op deze indicator. Het eindoordeel voor de opleiding is dan ook onvoldoende. Bij aspect (verantwoordelijkheid examencommissie) gaan we na of de examencommissie haar volledige verantwoordelijkheid neemt, ook als de diplomering plaatsvindt op basis van evc. Als het diploma uitsluitend is gebaseerd op evc, dan wordt geen oordeel gegeven over examenstandaard 1 en 2. In het Toezichtkader bve 2012 gaat het daarbij om aspect 2.1 en 2.2. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie 1 juli 2016 Pagina 16 van 32

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie 1 november 2015 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 3 c. Beoordeling en normering... 5 B. WAARDERINGSKADER... 6 GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES...

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Versie juli 2017 Inhoud TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 Veel gestelde vragen toezicht mbo

Nadere informatie

B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES. a. Algemeen. b. Onderwijsteam

B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES. a. Algemeen. b. Onderwijsteam B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES a. Algemeen 1. Wanneer is het onderwijsproces voldoende/onvoldoende? Dit wordt beoordeeld aan de hand van het waarderingskader, gebied 1, onderwijsproces.

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie januari 2017 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER... 10 1. KWALITEITSGEBIED

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie juli 2017 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER... 11 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering...

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering... Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Versie mei 2018 Inhoud TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering... 8 Veel gestelde vragen toezicht mbo

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie mei 2018 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER... 12 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Versie januari 2017 Inhoud WAARDERINGSKADER... 2 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP)... 2 a. Algemeen... 2 b. Onderwijsteam... 2 c. Bpv... 3 d.

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Versie juli 2017 Inhoud WAARDERINGSKADER... 2 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP)... 2 a. Algemeen... 2 b. Onderwijsteam... 2 c. Bpv... 3 d. Begeleiding...

Nadere informatie

Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden

Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden 31 januari 2011 Deel 1 Algemeen 1 Hoe lang moeten examengegevens van studenten bewaard worden? De inspectie gaat er vanuit dat instellingen alle

Nadere informatie

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 UTRECHT, juli 2013 1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het toezichtkader bve 2012 is medio september 2011 goedgekeurd door de minister.

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) KWALITEITSONDERZOEK MBO New School Routing Academy 90111 Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) December 2015 BRIN: 30KP Onderzoeksnummer: 286411 Onderzoek uitgevoerd: 07 december

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18409 4 april 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 maart 2017, nr. MBO/1087949, houdende

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Leidse Onderwijsinstellingen BV Plaats : Leiderdorp BRIN nummer : 24LK Onderzoeksnummer : 294249 Datum onderzoek : 24 oktober 2017 Datum vaststelling : 16 januari 2018 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Profit Opleidingen Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 280632 en 280634 Datum onderzoek : 5, 9 en 12 februari 2015 en 7 april 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU F. van Wetten Plaats : Beek en Donk BRIN nummer : 26CP Onderzoeksnummer : 292322 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam BV Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 30NZ Onderzoeksnummer : 294248 Datum onderzoek : 19 oktober 2017 Datum vaststelling : 14 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Kwaliteitsborging van examinering in de beroepspraktijk

Kwaliteitsborging van examinering in de beroepspraktijk Kwaliteitsborging van examinering in de beroepspraktijk Van: Een publicatie naar aanleiding van conferentie en leg-uit-bijeenkomsten van het Servicepunt examinering mbo in samenwerking met het Ministerie

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo STAAT VAN DE INSTELLING MBO Instituut Memo Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 30LG Onderzoeksnummer : 283873 Datum onderzoek : 22-25 september 2015 Datum vaststelling : 19 november 2015 Pagina 2 van 16

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16683 15 september 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 september 2011, nr. BVE/312893,

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok) KWALITEITSONDERZOEK MBO Landstede te Zwolle Kok (Zelfstandig werkend kok) definitief Mei 2015 BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 280134 Onderzoek uitgevoerd: 09-02-2015 t/m 10-02-2015 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice KWALITEITSONDERZOEK MBO Amice Plaats : Barneveld BRIN nummer : 24YG Onderzoeksnummer : 294261 Datum onderzoek : 12 december 2017 Datum vaststelling : 14 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Conclusie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort KWALITEITSONDERZOEK MBO Instituut Memo te Amersfoort Doktersassistent juni 2013 H3257863/3 BRIN: 30LG Onderzoeksnummer: 4055487 Onderzoek uitgevoerd in: 6 en 15 april 2013 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Savantis exameninstelling Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud (Uitvoerder) Plaats Waddinxveen BRIN nummer: 26EJ Onderzoeksnummer: 280112

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva KWALITEITSONDERZOEK MBO Studiecentrum Minerva Plaats : Almere BRIN nummer : 24KK Onderzoeksnummer : 294254 Datum onderzoek : 17 november 2017 Datum vaststelling : 18 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Ter AA te Helmond Juridisch medewerker juli 2014 BRIN: 25LJ Onderzoeksnummer: 275653 Onderzoek uitgevoerd in: April 2014 Conceptrapport verzonden op: 2 juni 2014 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Voorwaardelijke toetsing en examinering

Voorwaardelijke toetsing en examinering Voorwaardelijke toetsing en examinering Een publicatie naar aanleiding van de leg-uit-bijeenkomst op 28 januari 2014 van het Servicepunt examinering mbo in samenwerking met het ministerie van OCW en de

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Kosmos te Eindhoven

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Kosmos te Eindhoven KWALITEITSONDERZOEK MBO Instituut Kosmos te Eindhoven Schoonheidsspecialist definitief December 2015 BRIN: 25BD Onderzoeksnummer: 287297 Onderzoek uitgevoerd: 17 juni 2015 t/m 8 oktober 2015 Conceptrapport

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 294260 Datum onderzoek : 30 november 2017 Datum vaststelling : 6 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Landstede MBO. Medewerker marketing en communicatie Manager handel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Landstede MBO. Medewerker marketing en communicatie Manager handel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Landstede MBO Medewerker marketing en communicatie Manager handel Plaats : Zwolle BRIN nummer : 01AA Onderzoeksnummer : 293580 Datum onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij. Gwendoline van Putten School

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij. Gwendoline van Putten School RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij Gwendoline van Putten School Plaats : Sint Eustatius BRIN-nummer : 30GV Crebo-nummer : 90440 Datum

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Dit document is opgesteld door: Het Ministerie van OCW, het Ministerie van VWS en de MBO Raad in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs en JOB.

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. NCOI MBO College te Hilversum

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. NCOI MBO College te Hilversum ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU NCOI MBO College te Hilversum Logistiek medewerker (Logistiek medewerker) Logistiek teamleider (Logistiek teamleider) Logistiek supervisor (Logistiek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Sociaal cultureel werker BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 276997 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Graafschap College te Doetinchem

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Graafschap College te Doetinchem ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Graafschap College te Doetinchem Medewerker marketing en communicatie (Medewerker marketing en communicatie) Medewerker marketing en communicatie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Arcus College Plaats : Heerlen BRIN nummer : 25PU Onderzoeksnummer : 290623 Datum onderzoek : 31 oktober en 1 november 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Supplement BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Supplement BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Supplement BV Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30ZW Onderzoeksnummer : 292742 Datum onderzoek : 20 maart tot en met 17 mei 2017 Datum vaststelling : 26 juni 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Amice Opleidingscentrum. Pedicure (Medisch Pedicure) Schoonheidsspecialist

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Amice Opleidingscentrum. Pedicure (Medisch Pedicure) Schoonheidsspecialist ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Amice Opleidingscentrum Pedicure (Medisch Pedicure) Schoonheidsspecialist Plaats : Barneveld BRIN nummer : 24YG Onderzoeksnummer : 288275 Datum

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO Heering Consultancy Opleidingen B.V. Plaats : Achterveld BRIN nummer : 30HY Onderzoeksnummer : 196715 Datum onderzoek : 9 september - 14 oktober 2013 Datum vaststelling : 21

Nadere informatie

DE EINDHOVENSE SCHOOL ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING

DE EINDHOVENSE SCHOOL ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING DE EINDHOVENSE SCHOOL ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING 2010-2011 Utrecht, juni 2010 Rapportage kwaliteitsverbetering examinering de eindhovense school 2010 p. 2 van 20 VASTSTELLING RAPPORT Dit

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief STAAT VAN DE INSTELLING MBO Kappersschool van Wetten Definitief Juli 2012 Plaats: Beek en Donk BRIN: 26CP Onderzoeksnummer: Kenmerk: 126726 H3309496 Onderzoek uitgevoerd in: Maart 2012 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Groenhorst College Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam hovenier) Groen, grond, infra (Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf) Dierhouderij(Melkveehouder)

Nadere informatie

Examenreglement. Da Vinci College

Examenreglement. Da Vinci College Examenreglement van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit reglement is vastgesteld op 2013 door het College van Bestuur en treedt in werking op 1 augustus 2013 Da Vinci

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Verzorgende-IG (Verzorgende-IG)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Verzorgende-IG (Verzorgende-IG) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Scholings Trainings en Opleidings Centrum STOC B.V. te s-gravenhage Verzorgende-IG (Verzorgende-IG) BRIN: 27RF Onderzoeksnummer: 285524 Onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING ROC van Amsterdam ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost) Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 25PZ Onderzoeksnummer : 291146 Datum onderzoek

Nadere informatie

Examenreglement MBO Utrecht

Examenreglement MBO Utrecht Examenreglement MBO Utrecht 2014-2016 Colofon Examenreglement Vastgesteld door het Management Team op : 30 maart 2015 Definitief vastgesteld door het College van Bestuur op : 22 april 2015 Instemming Ondernemingsraad

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group) STAAT VAN DE INSTELLING MBO ARD International BV (Guard Group) Plaats : Deventer BRIN nummer : 30ER Onderzoeksnummer : 196659 Datum onderzoek : 6-7 november 2013 Datum vaststelling : 23 januari 2014 Pagina

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. Plaats : Someren BRIN nummer : 28CP Onderzoeksnummer : 276036 Datum onderzoek : 25 september 2014 Datum vaststelling : 8 december 2014 Pagina 2 van 25

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO M & M Opleidingen B.V. Plaats : Almere BRIN nummer : 30KC Onderzoeksnummer : 196498 Datum onderzoek : 10-12 september 2013 Datum vaststelling : 4 december 2013 Pagina 2 van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Mbo-Verpleegkundige Reizen (Verkoper reizen)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Mbo-Verpleegkundige Reizen (Verkoper reizen) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College Mbo-Verpleegkundige Reizen (Verkoper reizen) Plaats : Dordrecht BRIN nummer : 20MQ Onderzoeksnummer : 292861 Datum onderzoek

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Regio College te Zaandam. ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Regio College te Zaandam. ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder) KWALITEITSONDERZOEK MBO Regio College te Zaandam ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder) Maart, 2016 BRIN: 25RA Onderzoeksnummer: 287880 Onderzoek uitgevoerd: 10-11-2015 Conceptrapport verzonden op: 29 januari

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC West-Brabant te Etten-Leur Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A) Februari 2015 BRIN: 25LX Onderzoeksnummer: 280562 Onderzoek uitgevoerd in: November

Nadere informatie

Examenreglement competentiegerichte opleidingen. Da Vinci College

Examenreglement competentiegerichte opleidingen. Da Vinci College Examenreglement competentiegerichte opleidingen van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit examenreglement is een bijlage van de onderwijs- en examenregeling en is van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Leiden Autotechniek (Autotechnicus) Januari 2015 BRIN: 25MA Onderzoeksnummer: 278430 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Regeling van de examens Het examen Herkansen van examens

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Landstede te Zwolle. Middenkader engineering (Technicus)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Landstede te Zwolle. Middenkader engineering (Technicus) KWALITEITSONDERZOEK MBO Landstede te Zwolle Middenkader engineering (Technicus) juli 2014 BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 275708 Onderzoek uitgevoerd in: Juni 2014 Conceptrapport verzonden op: 21 juli 2014

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg Plaats : Tilburg BRIN nummer : 25LZ Onderzoeksnummer : 292405 Datum onderzoek : 10 april 2017 Datum vaststelling : 22 mei 2017 INHOUD

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. SBK Opleidingen te Eindhoven. Operator (Operator A)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. SBK Opleidingen te Eindhoven. Operator (Operator A) KWALITEITSONDERZOEK MBO SBK Opleidingen te Eindhoven Operator (Operator A) BRIN: 30XZ Onderzoeksnummer: 284978 Onderzoek uitgevoerd: 9 december 2015 t/m 14 december 2015 Conceptrapport verzonden op: 20

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Landstede te Zwolle Luchtvaartdienstverlening Secretariële beroepen (Secretaresse) Juridisch medewerker (Juridisch medewerker openbaar bestuur)

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? Inleiding Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) zijn er aan de beroepspraktijkvorming (bpv) vereisten

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : SHE Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Manager/ondernemer Horeca Crebonummer : 90303 Is er sprake van

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : KCH Examens Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Commercieel medewerker binnendienst Crebonummer : 90112

Nadere informatie

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan 1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Regeling van de examens Het examen Herkansen van examens

Nadere informatie

Grafisch Lyceum Rotterdam ONDERZOEK KWALITEIT EXAMINERING 2009

Grafisch Lyceum Rotterdam ONDERZOEK KWALITEIT EXAMINERING 2009 Grafisch Lyceum Rotterdam ONDERZOEK KWALITEIT EXAMINERING 2009 Utrecht, maart 2010 p. 2 van 27 VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek mbo Examinering en diplomering

Kwaliteitsonderzoek mbo Examinering en diplomering RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek mbo Examinering en diplomering Gwendoline van Puttenschool Sint Eustatius, afdeling mbo Plaats : Sint Eustatius BRIN-nummer : 30GV Crebo-nummer : 92640 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper Plaats : Dordrecht BRIN nummer : 20MQ Onderzoeksnummer : 291732 Datum onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Variva Opleidingen BV

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Variva Opleidingen BV ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Variva Opleidingen BV Plaats : Someren BRIN nummer : 28CP Onderzoeksnummer : 287260 Datum onderzoek : 7 maart 2016 Datum vaststelling : 20 april

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij

Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij Scholengemeenschap Bonaire Vestiging Forma voor mbo, niveau 1 Plaats : Bonaire, Kralendijk BRIN-nummer : 30LB Crebo-nummer

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Kappers Opleiding Doetinchem

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Kappers Opleiding Doetinchem ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Kappers Opleiding Doetinchem Plaats : Doetinchem BRIN nummer : 26TX Onderzoeksnummer : 291642 Datum onderzoek : 24 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Rijn IJssel Allround grimeur definitief december 2012 Plaats: Arnhem BRIN: 25LF Onderzoeksnummer: Kenmerk: 127766 H3478441/MB/25LF Onderzoek uitgevoerd in: september

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Beroepsopleidingen Procesindustrie (BEPRO) te s-gravenhage

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Beroepsopleidingen Procesindustrie (BEPRO) te s-gravenhage ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Beroepsopleidingen Procesindustrie (BEPRO) te s-gravenhage Assistent operator (Basisoperator) Allround operator (Operator B) KWALITEITSONDERZOEK

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Titel : Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Project/Werkgroep : Voor vragen kunt

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Stichting Gereformeerde Scholengroep ROC Menso Alting. Onderwijsassistent

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Stichting Gereformeerde Scholengroep ROC Menso Alting. Onderwijsassistent ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Stichting Gereformeerde Scholengroep ROC Menso Alting Onderwijsassistent Plaats : Groningen BRIN nummer : 14NZ Onderzoeksnummer : 292044 Datum

Nadere informatie

Examenreglement. Da Vinci College

Examenreglement. Da Vinci College Examenreglement van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit reglement is vastgesteld op 01-04-2015 door dhr. H. van Gorkom, directeur onderwijs namens het College van Bestuur

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : SHE Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Zelfstandig werkend Kok Crebonummer : 95420 Is er sprake van een

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Kappersopleiding Doetinchem te Doetinchem. Kapper (Junior kapper)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Kappersopleiding Doetinchem te Doetinchem. Kapper (Junior kapper) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Kappersopleiding Doetinchem te Doetinchem Kapper (Junior kapper) BRIN: 26TX Onderzoeksnummer: 283000 en 283011 Onderzoek uitgevoerd:

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC A12 te Ede Ondernemer detailhandel definitief januari 2015 3257863/5 BRIN: 25PM Onderzoeksnummer: 279415 Onderzoek uitgevoerd in: november 2014 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij. Saba Comprehensive School

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij. Saba Comprehensive School RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek examinering en diplomering middelbaar beroepsonderwijs bij Saba Comprehensive School Plaats : Saba BRIN-nummer : 30GU Crebo-nummers : 92180 en 90760 Datum schoolbezoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Menso Alting te Groningen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Menso Alting te Groningen ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Menso Alting te Groningen Opleidingen Pedagogisch Werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) Maatschappelijke Zorg (Medewerker

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Landstede te Zwolle. Recreatiedieren (Ondernemer/manager recreatiedieren), locatie Raalte

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Landstede te Zwolle. Recreatiedieren (Ondernemer/manager recreatiedieren), locatie Raalte KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Landstede te Zwolle Recreatiedieren (Ondernemer/manager recreatiedieren), locatie Raalte Februari 2014 BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 253986 Onderzoek uitgevoerd in: November

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. Kapper (Junior kapper)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. Kapper (Junior kapper) KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Zadkine te Rotterdam Kapper (Junior kapper) BRIN: 25LP Onderzoeksnummer: 280030 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 6 februari 2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO Alfa-college te Groningen Medewerker beheer ICT Definitief Januari, 2013 BRIN: 25LU Onderzoeksnummer: 128009 Onderzoek uitgevoerd in: November, 2012 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering Alfa-College Plaats : Groningen BRIN nummer : 25LU Onderzoeksnummer : 293626 Datum onderzoek : 20 juni, 4 en 7 juli 2017 Datum

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : VOC Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Autoschadehersteller, niveau 2 Crebonummer : 95030 Is er sprake

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC Aventus te Apeldoorn Leisure & hospitality (Leisure & hospitality assistant) definitief februari 2013 H3280511/1 Plaats: Apeldoorn BRIN: 27DV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO Binnen de mbo-scholen van de Lentiz onderwijsgroep ontstaan vaak vragen over de voorwaarden waaraan vrijstellingen voor AVO-vakken

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Gezel Stukadoor (Decoratie) Crebonummer : 91501 Is er sprake

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294233 Datum onderzoek : 21 en

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : KCH Examens Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Assistent Logistiek Medewerker Crebonummer : 93731 Is er

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Hout- en Meubileringscollege Werkvoorbereider houtbranche (Werkvoorbereider timmerindustrie) Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 02PG Onderzoeksnummer

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Rijn IJssel Autotechniek (Eerste autotechnicus) definitief december 2012 Plaats: Arnhem BRIN: 25LF Onderzoeksnummer: Kenmerk: 127768 H3478444/MB/25LF Onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Zorgcollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Zorgcollege ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Zorgcollege Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 29RH Onderzoeksnummer : 292914 en 292915 Datum onderzoek : 8 juni en 16 juni 2017

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam Kapper januari 2015 BRIN: 25ZH Onderzoeksnummer: 281679 Onderzoek uitgevoerd: 13 januari 2015 Rapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Kappersacademie Hair Point

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Kappersacademie Hair Point ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Kappersacademie Hair Point Plaats : Den Haag BRIN nummer : 26DP Onderzoeksnummer : 289129 Datum onderzoek : 7 april 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

Criterium: Borging deskundigheid Een opleiding scoort voldoende op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret.

Criterium: Borging deskundigheid Een opleiding scoort voldoende op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Bijlage (Behorend bij de `Regeling standaarden examenkwaliteit MBO, van 31 januari 2009, kenmerk BVE-STELSEL/2009-97923) Inleiding Onderstaand worden 7 standaarden voor de examenkwaliteit gegeven. Bij

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC De Leijgraaf Logistiek medewerker Chauffeur goederenvervoer/chauffeur wegvervoer Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)/verkoopspecialist

Nadere informatie