Nr. RMW-539. Agenda nr. Nr /51 Middelburg, 13 januari Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Transcriptie

1 Bestuursovereenkomst natuurcompensatieprogramma Westerschelde Nr. RMW-539 Vergadering 6 februari 1998 Agenda nr. Commissie: Ruimtelijke Ontwikkeling Gedeputeerde met de verdediging belast: drs. G.L.C.M. de Kok Nr /51 Middelburg, 13 januari 1998 Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting Ter uitvoering van het Verdrag inzake verruiming van de vaarweg Westerschelde en de Vergunningwet Westerschelde heeft de minister van Verkeer en Waterstaat een natuurcompensatieprogramma Westerschelde vastgesteld. Zij heeft hiervoor het advies van de Commissie Westerschelde integraal overgenomen. Aan de provincie wordt gevraagd in te stemmen met dit natuurcompensatieprogramma en daartoe een bestuursovereenkomst te ondertekenen. Voorgesteld wordt aan het verzoek van de minister te voldoen. Inleiding In het verdrag inzake verruiming van de Vaarweg Westerschelde is opgenomen dat het verlies aan natuurwaarden gecompenseerd zal worden. De regio is destijds uitgenodigd daaromtrent voorstellen te doen. Het Bestuurlijk Overleg Westerschelde heeft een en ander in de regio mede vorm gegeven. Op 19 april 1996 hebben uw Staten het volgende besluit genomen: "de provinciaal vertegenwoordiger in het Bestuurlijk Overleg Westerschelde op te dragen a. het standpunt van het Dagelijks Bestuur Westerschelde d.d. 26 maart 1996 inzake het Herstelplan Natuur Westerschelde te onderschrijven voor zover het de constatering betreft dat er thans geen maatschappelijk en regionaal politiek-bestuurlijk draagvlak bestaat voor herstelmaatregelen in de vorm van ontpolderen. b. te bepleiten dat in aanvulling op de hierboven onder a genoemde constatering een nadere studie en analyse zal worden uitgevoerd naar mogelijkheden om vanuit doelstellingen voor herstel van het estuariene watersysteem te zoeken naar meer alternatieven. De kaders waarbinnen een en ander dient te worden uitgevoerd zijn: 1. de bestaande en de in de afgelopen periode geopperde ideeën worden nader geanalyseerd, waarbij de onlangs in de effectennota vermelde gegevens en de in mei 1996 te verschijnen nota Oost-West worden betrokken. Het aspect komberging wordt hierbij betrokken. 2. Primair wordt gekeken naar mogelijkheden in het Westerscheldebekken. 3. De actie dient binnen één jaar nadat de minister van Verkeer en Waterstaat met dit advies heeft ingestemd te worden afgerond. 4. Dat ontpoldering uitsluitend ten behoeve van natuurherstel gelet op de huidige gegevens niet aanvaardbaar is." Uw standpunt is ingebracht in het Bestuurlijk Overleg Westerschelde. Na uitvoerige discussie heeft het Bestuurlijk Overleg Westerschelde op 8 mei 1996 geconcludeerd "dat er thans geen maatschappelijk en regionaal politiek-bestuurlijk draagvlak bestaat voor herstelmaatregelen in de vorm van ontpolderen." Daarom is gepleit voor "een nadere studie en analyse naar mogelijkheden voor herstel van natuurwaarden vanuit doelstellingen voor herstel van het estuariene watersysteem.

2 2 Bij deze studie en analyse dienen de bestaande en de tijdens de informatieen overlegronde geopperde ideeën te worden betrokken. Deze actie dient binnen een jaar nadat de Minister van Verkeer en Waterstaat met dit advies heeft ingestemd te worden afgerond." De minister heeft het advies vanuit de regio overgenomen en een Commissie Westerschelde ingesteld. Deze commissie heeft na overleg met de regio op 29 augustus 1997 haar eindrapport uitgebracht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft op 29 augustus 1997 aangegeven dat zij er naar zou streven omtrent het uit te voeren natuurcompensatieprogramma een bestuursovereenkomst met de overheden in de regio te sluiten. Bij brief van 17 december 1997 (bijgevoegd) biedt de Minister van Verkeer en Waterstaat de provincie een bestuursovereenkomst aan voor de voorbereiding en uitvoering van het Natuurcompensatieprogramma Westerschelde. De minister heeft het advies van de Commissie Westerschelde inzake de natuurherstelmaatregelen integraal overgenomen. Dat advies is reeds eerder aan de leden van uw Staten toegezonden. De minister is voornemens medio februari 1998 tot gezamenlijke ondertekening van de 'Bestuursovereenkomst inzake de uitvoering van het Natuurcompensatieprogramma Westerschelde' te komen. Hoofdpunten Natuurcompensatieprogramma Het natuurcompensatieprogramma bestaat uit een pakket van natuurherstelprojecten, in of in de nabijheid van de Westerschelde, waarbij deze projecten een duidelijke kwaliteitsversterking voor de direct en indirect aan de Westerschelde gebonden natuur moet leiden. Een onderscheid wordt gemaakt in de volgende categorieën natuurherstelprojecten: A. Buitendijkse natuurherstelprojecten Bescherming Zuidgors Mƒ 6 Broedgebied Hansweert Mƒ 1 Veerhaven Kruiningen Mƒ 4 Veerhaven Perkpolder Mƒ 4 B. Binnendijkse natuurherstelprojecten Inlaag Rammekenshoek Mƒ 5 Inlaag Oosterzwakepolder Mƒ 6 Inlaag Margarethapolder Mƒ 7 Inlaag Den Inkel Mƒ 1 C. Kwaliteitsimpuls NBP / krekenherstel nog niet concreet aangegeven; advies bevat opsomming van door waterschappen en provincie afzonderlijk voorgestelde projecten. In later stadium moeten projecten worden geconcretiseerd. Ook niet genoemde projecten kunnen in aanmerking komen. Broedgebied Terneuzen Mƒ 2 Mƒ 30 Totaal Mƒ 17 Totaal Mƒ 19 Totaal Mƒ 30 Voor realisering van deze natuurherstelprojecten is een bedrag geraamd van 66 Mƒ. De Commissie Westerschelde verwachtte dat de projecten binnen een termijn van ca. 5 jaar (korte termijn) uitgevoerd kunnen worden. De Minister van Verkeer en Waterstaat acht deze termijn van 5 jaar voor de categorie C niet realistisch, mede in verband met versnelling van de aankoop van N.B.P.- gronden die noodzakelijk is om de kwaliteitsimpuls te kunnen realiseren. Daarom is in de bestuursovereenkomst een termijn van 5 à 10 jaar opgenomen. De Minister van Verkeer en Waterstaat is met haar collega van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van mening dat met het dit

3 3 natuurcompensatieprogramma voldaan wordt aan de verdragsverplichtingen en aan de verplichtingen voor compensatie die zijn vastgelegd in de Vogel en Habitatrichtlijn en in het Structuurschema Groene Ruimte. De Commissie Westerschelde heeft ook geadviseerd een lange termijnvisie te ontwikkelen voor zowel het Nederlandse als het Vlaamse deel van het Schelde-estuarium. Het rijk heeft dit advies overgenomen en opgenomen in het regeringsvoornemen Vierde Nota waterhuishouding. Het rijk zal het initiatief nemen tot het opstellen van een dergelijke lange termijn visie. Conform het advies van de Commissie Westerschelde zal er nader onderzoek worden verricht naar de rol die de Hertogin Hedwigepolder kan spelen in de kansen voor versterking van de veiligheid tegen overstromen en verhoging van natuurwaarden. In dat onderzoek zullen de ontwikkelingsmogelijkheden en de problematiek duidelijk worden. Het deelonderzoek naar alle aspecten aangaande deze polder zal pas worden gestart nadat met alle betrokkenen nader overleg is gevoerd. Hoofdlijnen Bestuursovereenkomst Preambule Deelnemende overheden en overwegingen om tot overeenkomst over te gaan + instemming met natuurcompensatieprogramma Artikel 1 Inzet intrumentarium Artikel 2 Verantwoordelijkheden per categorie Artikel 3 Criteria Natuurcompensatieprogramma Westerschelde Artikel 4 Voortgangscommissie Artikel 5 Financien Artikel 6 Overschot financien Artikel 7 Grondverwerving Artikel 8 Kosten inrichting en beheer Artikel 9 Overlegstructuur buitendijkse projecten (categorie A) Artikel 10 Overlegstructuur binnendijkse natuurherstelprojecten (categorie B) en kwaliteitsimpuls NBP/krekenherstel (categorie C) Artikel 11 Lange termijnvisie Schema Overlegstructuur categorie B & C In het thans voorliggende concept wordt conform het advies van de Commissie Westerschelde (zie hiervoor) een onderscheid gemaakt in de volgende projecten: A. Buitendijkse natuurherstelprojecten (categorie A) B. Binnendijkse natuurherstelprojecten (categorie B) C. Kwaliteitsimpuls NBP/krekenherstel (categorie C) In aanvulling op het advies van de Commissie Westerschelde is in de bestuursovereenkomst opgenomen dat als alternatief voor het project Oosterzwakepolder eerst onderzocht zal worden of op de locatie Sloerand volwaardige estuariene natuurcompensatie te realiseren is tegen vergelijkbare kosten. Verantwoordelijkheden per categorie: Voor elke categorie is een verantwoordelijke overheid benoemd: "De hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat in de provincie Zeeland is verantwoordelijk voor het realiseren van de buitendijkse natuurherstelprojecten (categorie A).

4 4 De verantwoordelijkheid voor uitvoering en inrichting van de binnendijkse natuurcompensatieprojecten (categorie B en C) wordt per project bepaald in de stuurgroep (ad artikel 10 lid 2). De coördinatie berust bij de provincie Zeeland". Voortgangscommissie Om de voortgang van de projecten te bewaken is een voortgangscommissie gedacht onder voorzitterschap van de provincie. Deze voortgangscommissie moet de minister rapporteren over de voortgang. Bovendien heeft zij de mogelijkheid de gelden tussen categorieën alsmede binnen de categorieën te herverdelen bij een tussentijdse evaluatie na 3 jaar. Financiën Er wordt een totaalbedrag van M ƒ 66,-- beschikbaar gesteld voor het natuurcompensatieprogramma.voor de wijze van financiering van de gelden geraamd voor de binnendijkse natuurcompensatieprojecten (categorie B) en voor de kwaliteitsimpuls Natuurbeleidsplan/krekenherstel (categorie C) zal een nadere regeling voor de betalingen, het financieel beheer en verantwoording getroffen worden. De provincie is beheerder van de middelen voor de projecten uit categorie B en C (zie schema I). Overlegstructuur binnendijkse natuurherstelprojecten (categorie B) en kwaliteitsimpuls NBP/krekenherstel (categorie C) De provincie heeft een grote rol bij het uitvoeren van de projecten in het kader van de Kwaliteitsimpuls Natuurbeleidsplan/ krekenherstel. De provincie levert de voorzitter en secretaris van de Stuurgroep Binnendijkse natuurcompensatieprojecten (categorie B) en Kwaliteitsimpuls Natuurbeleidsplan/krekenherstel (categorie C). Lange Termijnvisie Opgenomen is dat partijen de noodzaak voor het opstellen van een lange termijnvisie voor het Schelde-estuarium onderschrijven. Rijkswaterstaat zal hiertoe het initiatief nemen en overleg voeren met het Bestuurlijk Overleg Westerschelde en met het Vlaams Gewest. Voorstel Wij zijn van mening dat uitvoering van het door de Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met haar collega van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde natuurcompensatieprogramma Westerschelde voldoende compensatie biedt voor het verlies aan natuurwaarden. Daarbij tekenen wij aan dat een lange termijnvisie voor het Schelde-estuarium ook door ons noodzakelijk wordt geacht. Wij kunnen dan ook instemmen met de voorliggende bestuursovereenkomst. Ter voldoening aan het verzoek van de Minister van Verkeer en waterstaat om medio februari 1998 over te gaan tot ondertekening van de 'Bestuursovereenkomst inzake de uitvoering van het Natuurcompensatieprogramma Westerschelde' stellen wij uw Staten voor in te stemmen met de voorgelegde bestuursovereenkomst. GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, DRS. W.T. VAN GELDER, voorzitter MR. J.A. LANDER, griffier

5 5

6 6 Ontwerp-besluit De Staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 13 januari 1998 nr /51; b e s l u i t e n : in te stemmen met de Bestuursovereenkomst inzake de uitvoering van het Natuurcompensatieprogramma Westerschelde zoals deze door de Minister van Verkeer en Waterstaat bij brief van 17 december 1997 (HKW/AW 97/12950) aan de provincie is toegezonden.

7 T_onderwerp: Bestuursovereenkomst natuurcompensatieprogramma Westerschelde/RMW 539 T_datum : T_doctype: Statenvoorstellen 7