25 januari 2012 INHOUD:

Transcriptie

1 25 januari 2012 INHOUD: Sociale verzekeringen verhoogd... 2 Sneller aan het werk vanuit Ziektewet... 2 Wijziging premiepercentages... 2 Schade verhalen bij Arbodienst... 3 Beslissingen blijven in 2012 via de post... 3 Inzage bovenwettelijke uitkeringen... 3 Vraag uit de praktijk:passende arbeid voor langdurig werklozen... 4 Casus... 4 Printversie SZ-bulletin 25 januari

2 Sociale verzekeringen verhoogd Per 1 januari jl. zijn uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong omhoog gegaan. De verhogingen zijn doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van 1435,20 naar 1446,60 bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen. Meer informatie en alle nieuwe bedragen en percentages per 1 januari 2012 zijn te vinden op de site van rijksoverheid.nl. [ Sneller aan het werk vanuit Ziektewet Het kabinet wil mensen met een tijdelijk dienstverband en uitzendkrachten die ziek zijn, sneller aan het werk krijgen. Op voorstel van minister Kamp (SZW) heeft de ministerraad eind 2011 ingestemd met een aanscherping van de Ziektewet. Werknemers met tijdelijke contracten zijn gemiddeld langer ziek dan mensen die in vaste dienst werken en komen ook vaker in de WIA (wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) terecht. Werkgevers worden gestimuleerd om zieke werknemers, die in tijdelijke dienst zijn, te re-integreren en meer aan preventie en nazorg te doen. Ook de werknemers zelf worden geprikkeld om aan de slag te blijven. Per 1 januari 2013 wordt de hoogte en duur van de uitkering afhankelijk gemaakt van het arbeidsverleden. Verder is in het wetsvoorstel opgenomen dat UWV na 1 jaar ziekte beoordeelt of iemand die het eigen werk niet meer kan doen, misschien welander passend werk kan verrichten. Ook kan UWV tot een proefplaatsing van maximaal 6 maanden besluiten. Huidige situatie Ziektewet De Ziektewet wordt voor overheids- en onderwijswerkgevers bekostigd uit de Ufo-premie. Voor 2012 is deze premie vastgesteld op 0,78%. De Ziektewet-uitkering is een loongerelateerde uitkering en wordt gebaseerd op het (gemaximeerde) dagloon. Het wetsvoorstel is voor advies aan de Raad van State gezonden. Wijziging premiepercentages Per 1 januari 2012 zijn de premiepercentages en de minimumloonbedragen gewijzigd. In de publicatie van cfi vindt u een overzicht van de desbetreffende getallen verdeeld over de werkgevers- en werknemersbijdrage. >> Lees verder: [ online/images/premiepercentages%20minimumloon%20bedr% _tcm pdf] Printversie SZ-bulletin 25 januari

3 Schade verhalen bij Arbodienst Tijdens de verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts kan het voorkomen dat de bedrijfsarts of de arbodienst niet adequaat handelt, dat probleemanalyses niet (tijdig) worden verstrekt aan de werkgever en het UWV een ander oordeel geeft dan de bedrijfsarts. Onder bepaalde omstandigheden kan een werkgever de hierdoor geleden schade verhalen op de arbodienst. Voor meer informatie: verzuimbegeleiding- Beslissingen blijven in 2012 via de post Steeds meer dienstverlening van UWV gaat via het internet. Maar niet alles. UWV blijft beslissingen over uitkeringen in 2012 via de post versturen. Wat kan via internet? Een aantal zaken kan al via het internet, bijvoorbeeld: - U kunt vacatures digitaal melden via werk.nl of wajongwerkt.nl. - U kunt verzuimmeldingen digitaal doorgeven via de Verzuimmelder. - Werknemers en werkzoekenden kunnen vanaf volgend jaar alleen nog online afspraken maken met UWV WERKbedrijf via de Werkm@p. Bron: site UWV [ e_post.aspx] Inzage bovenwettelijke uitkeringen Steeds meer schoolbesturen maken gebruik van de KPMG-website om op te zoeken welke personeelsleden een bovenwettelijke uitkering ontvangen en welke kosten dit met zich meebrengt. Op de site staan actuele gegevens over het recht op en de duur en hoogte van de uitkeringen. Scholen kunnen deze gegevens bijvoorbeeld gebruiken voor re-integratiebeleid en financieel inzicht. De informatie is niet publiek toegankelijk en daarom moet u voordat u deze gegevens kunt bekijken, een autorisatie aanvragen. Schoolbesturen kunnen dit via een aanvraagformulier [ regelen. Zij bepalen binnen hun instelling welke persoon geautoriseerd gebruiker wordt. KPMG voert sinds 1 januari 2011 een aantal regelingen van de bovenwettelijke sociale zekerheid uit voor het voortgezet onderwijs: de Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel voortgezet onderwijs (Wovo) artikel 22 en 23 van de Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling voortgezet onderwijs (Zavo) Besluit Werkloosheid Onderwijs- en Onderzoekspersoneel (BWOO) >> Het UWV biedt eenzelfde soort raadpleegfunctie aan voor de wettelijke uitkeringen. Zie de site van het UWV [ Printversie SZ-bulletin 25 januari

4 Vraag uit de praktijk:passende arbeid voor langdurig werklozen Twee docenten van onze school zitten meer dan 1 jaar in de WW. Wij willen nu stappen ondernemen richting passend werk, maar hebben hier nog geen ervaring mee. Kunnen wij een medewerker na 1 jaar WW verplichten om passende arbeid te verrichten? En welke functies kunnen we deze ex-medewerkers (docenten) aanbieden? Antwoord Na 52 weken WW heeft de werknemer op grond van de wet de verplichting (passende!) arbeid te zoeken en - indien aangeboden - te aanvaarden. Als werkgever hoeft u de werknemer deze verplichting dus niet op te leggen. Uiteraard moet het wel werk zijn dat de werknemer met zijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid, opleiding en ervaring aankan. Bij het salarisniveau is het van belang of hij voldoet aan de voorwaarden voor inkomstenkorting (i.p.v. de gebruikelijke urenkorting) op de WW. Die voorwaarden zijn: 52 weken WW gehad, onafgebroken of met onderbrekingen van maximaal 4 weken (deze onderbrekingen tellen ook mee voor de 52 weken). Het nieuwe werk is in dienstbetrekking. De werknemer is bij aanvaarding van het nieuwe werk volledig werkloos. Voldoet de werknemer niet aan deze eisen, dan hoeft hij geen werk te aanvaarden met een salaris lager dan de WW-uitkering. Passend werk aanbieden Een andere kwestie is hoe u aan passend werk komt om het een werknemer aan te bieden. UWV kan aan langdurig werkloze WW ers een passend werkaanbod ( PAWA ) doen. Dat is nog geen concreet baanaanbod: de werknemer wordt geïntroduceerd bij een werkgever en krijgt een sollicitatiegesprek. Het is aan de werkgever of hij de werknemer wil aannemen. Lukt de sollicitatie niet, dan gaat UWV na of dat aan de werknemer ligt, zo nodig krijgt de werknemer een sanctie. In de praktijk doet UWV dit nog niet voor werknemers uit overheid en onderwijs. Wellicht dat er in de nabije toekomst een pilot wordt opgezet om dit uit te proberen. Bij succes zou dit dan structureel ingevoerd kunnen worden, op zijn vroegst per Wij houden u hiervan op de hoogte via het SZ-bulletin. Mensen die nu nog niet zo lang werkloos zijn, kunt u nu alvast voorbereiden op deze mogelijke gang van zaken. Dit kan stimulerend werken om zelf werk te vinden. Voor de mensen die nu één jaar of langer werkloos zijn, en die u een passend werkaanbod wilt doen, moet u werk binnen of buiten uw instelling zoeken. Op staan veel vacatures. U hoeft zich uiteraard niet tot een baan in het onderwijs te beperken. Casus Mevrouw Jansen, nu 61 jaar oud, trad in 1988 in dienst. Zij heeft zich per 13 maart 2007 ziek gemeld met knie- en psychische klachten. Mevrouw Jansen vraagt bij UWV een WIA-uitkering aan. Dit levert een loonsanctie op omdat er, volgens UWV, onvoldoende re-integratie-inspanningen zouden zijn geleverd in het kader van het tweede spoor. De werkgever gaat in beroep en stelt alles te hebben gedaan wat in haar macht lag om mevrouw Jansen te laten re-integreren bij een andere werkgever. Zij heeft vier bureaus ingeschakeld hetgeen helaas niet tot herplaatsing van Jansen heeft geleid. Hieronder de opdracht aan de vier bureaus en de uitkomst ervan. Printversie SZ-bulletin 25 januari

5 Elabo, burovoor arbeidsconsultancy Verrichtte onderzoek naar de re-integratiemogelijkheden en rapporteerde dat door fysieke beperkingen, de leeftijd, eenzijdige werkervaring en beperkte opleidingsniveau er nauwelijks of geen kansen waren op werk. Fourstar Stelde een trajectplan op met als conclusie dat begeleiding naar ander werk gezien de klachten, de leeftijd, de eenzijdige werkervaring en de onmogelijkheid tot omscholing, niet haalbaar is. Het is niet bekend wanneer zij genoeg hersteld zal zijn om succesvol mee te doen aan haar eventuele re-integratie traject. USG Restart, reintegratiebedrijf Onderzocht ook de re-integratiemogelijkheden in het tweede spoor. Er werd een transitietraject geadviseerd en uitgevoerd. In de eindrapportage is geconcludeerd dat mevrouw Jansen lichamelijk en psychisch nog niet zo ver lijkt te zijn dat zij zich open kan stellen voor nieuwe uitdagingen in een ander beroep. Verdere toeleiding naar werk wordt op het moment van de rapportage niet realistisch geacht. AobCompaz B.V buro voor loopbaanbegeleiding In haar rapportage heeft Aob geconcludeerd geen mogelijkheden te zien voor het inzetten van een spoor 2 traject. Naast haar ernstige lichamelijke en geestelijke klachten, maken de leeftijd, de eenzijdige werkervaring en opleiding dat de kansen op de arbeidsmarkt nihil zijn. De rechter stelt vast dat bij mevrouw Jansen geen sprake is van geen benutbare mogelijkheden dus zal de rechtbank moeten beoordelen of UWV voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen in het tweede spoor heeft verricht. De bezwaarverzekeringsarts van UWV heeft in zijn rapport overwogen dat er geen harde aanwijzingen zijn voor doemdenken bij mevrouw Jansen. Zij is tot werken gemotiveerd en heeft in samenwerking met de bedrijfsarts en werkgever de mogelijkheden afgetast. Wel komt volgens bezwaarverzekeringsarts uit de stukken naar voren dat mevrouw Jansen zich (te) veel liet leiden door pijn en angst. De bezwaararbeidsdeskundige van UWV geeft in zijn rapportage dat er gedurende de twee jaar wachttijd perioden zijn geweest waarin door medische behandeling geen feitelijke re-integratie mogelijk was. Vóór en ná de medische ingrepen zijn er perioden geweest waarin uitgeprobeerd had kunnen worden wat de mogelijkheden voor mevrouw Jansen op de arbeidsmarkt waren. Meerdere re-integratie-bureaus zijn ingeschakeld maar die kwamen niet tot concrete resultaten. Volgens de geldende regelgeving moet zolang er sprake is van restcapaciteit, tot aan de pensioengerechtigde leeftijd worden gewerkt. De bezwaararbeidsdeskundige is van mening dat in onvoldoende mate de mogelijkheden voor mevrouw Jansen in ander werk zijn geëxploiteerd. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van UWV aangegeven dat de kern van het verwijt aan werkgever is. De werkgever had mevrouw Jansen door het stopzetten van loonbetaling onder druk moeten zetten om meer mee te werken aan de reintegratieactiviteiten. De rechtbank stelt vast dat het verwijt - het onvoldoende onder druk zetten - zoals door UWV ter zitting is verwoord, niet in het bestreden besluit is vervat. Dit Printversie SZ-bulletin 25 januari

6 levert een motiveringsgebrek op. De concrete invulling van de re-integratie is een taak van de werkgever. Dat laat echter onverlet dat het bepaalde in artikel 25, negende lid, van de WIA meebrengt dat de door het UWV bij het besluit tot oplegging van de loonsanctie gegeven motivering zodanig concreet dient te zijn, dat het de werkgever op basis daarvan voldoende duidelijk kan zijn waaruit zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie-inspanningen bestaat. Immers, alleen dan zal de werkgever overeenkomstig artikel 25, negende lid, van de WIA in de gelegenheid zijn om die tekortkoming te herstellen, aldus de rechtbank. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van het bestreden besluit niet aan de door de CRvB geformuleerde eisen voldoet en daarom dient het bestreden besluit te worden vernietigd. De werkgever heeft aangevoerd dat zij al hetgeen heeft gedaan wat in haar macht lag om mevrouw Jansen te laten re-integreren bij een andere werkgever. Werkgever heeft in de periode voorafgaand aan het loonsanctiebesluit, naast de door haar ingeschakelde arbodienst ArboNed Amsterdam, diverse arbeidsdeskundigen en re-integratiebureaus geraadpleegd in verband met de re-integratie van mevrouw Jansen. De rechtbank oordeelt dat niet gezegd kan worden dat werkgever in onvoldoende mate haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de re-integratie heeft genomen. Zij heeft immers in de periode voor het loonsanctiebesluit drie gekwalificeerde bureaus ingeschakeld teneinde advies te verkrijgen over de re-integratie in het tweede spoor. Daarom vindt de rechtbank dat niet gezegd kan worden dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, zodat het bestreden besluit geen stand kan houden. Het beroep wordt gegrond verklaard en het bestreden besluit wordt vernietigd. LJN: BN3006 [ Afzender: Het SZ-bulletin is samengesteld door de redactie van de Sociale Zekerheidswijzer van Loyalis, de VO-raad en Arbo-VO. Het SZ-bulletin verschijnt maandelijks. Arbo-VO Tel: Printversie SZ-bulletin 25 januari