19 april 2011 INHOUD:

Transcriptie

1 19 april 2011 INHOUD: WIA: Minder arbeidsongeschikten... 2 Plannen van het ministerie van SZW voor Vanaf juni 2011 latere betaling van uitkeringen... 3 Casus: Zelf ontslag nemen: WW of niet?... 4 Vraag uit de praktijk... 4 Printversie SZ-bulletin 19 april

2 WIA: Minder arbeidsongeschikten Sinds 1 januari j.l. heeft u voor bepaalde categorieën zieke werknemers meer tijd om hen ziek te melden bij UWV. Het gaat om werknemers die recht hebben op een Ziektewetuitkering omdat ze een orgaan hebben gedoneerd of omdat ze ziek zijn door de zwangerschap vóórdat de zwangerschapsuitkering ingaat. Het geldt ook voor werknemers die vallen onder de no-riskpolis, zoals werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. U moet deze werknemers binnen zes weken ziek melden bij UWV, gerekend vanaf de eerste ziektedag. Tot 2011 moest u binnen vier dagen de melding doorgeven. Voordeel van de langere termijn is dat u meerdere ziektegevallen tegelijk kunt melden. Beter melden moet binnen twee dagen, dit verandert niet. Eventueel geeft u de ziek- en betermelding tegelijk door. Zie voor meer info de site van UWV: Plannen van het ministerie van SZW voor 2011 Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 7 maart 2011 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met de planning van zijn ministerie voor Deze planning bevat per kwartaal In te dienen wetsvoorstellen, In te dienen evaluaties, In te dienen beleidsstukken en Uit te voeren moties. 1ste kwartaal 2011 Wetsvoorstel Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde een korting te kunnen toepassen op de toeslag voor de echtgenoot die jonger dan 65 jaar is. Toezegging dat het kabinet streeft naar een sociaal akkoord met sociale partners voor de komende 4 of 5 jaar. Daarbij naast pensioenen aandacht voor hogere arbeidsparticipatie, duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en gematigde loonontwikkeling. 2de kwartaal 2011 Wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet en andere wetten in verband met wijziging van de ingangsdatum. Wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de verhoging van de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat. Evaluatie levensloopregeling. Planning is de evaluatie van de levensloopregeling gelijktijdig met de verzending van het voorstel over de vitaliteitregeling aan de Kamer te verzenden. Toezegging aan de Tweede Kamer dat het kabinet een nadere uitwerking van de vitaliteitregeling zal toesturen. Toezegging dat in de vitaliteitregeling ook aandacht wordt besteed aan het onderwerp mantelzorg. Toezegging dat het kabinet zal nadenken over wat er verder gedaan kan en moet worden op het punt van de arbeidsdeelname van ouderen. Hierbij wordt het voorstel om de doorwerkbonus om te zetten in een mobiliteitsbonus meegenomen. Toezegging dat het kabinet gaat nadenken over het niet algemeen verbindend verklaren van cao s die indruisen tegen het regeerakkoord. Printversie SZ-bulletin 19 april

3 3de kwartaal 2011 Evaluatie Premiekorting oudere werknemers. Wetsvoorstel arbeidsrechtelijke aanpassingen voor doorwerken na de AOWgerechtigde leeftijd. Motie Van Hijum/Tichelaar over het effect van de premiekorting op het arbeidsmarktperspectief voor ouderen. Deze motie wordt meegenomen in de Evaluatie Premiekorting oudere werknemers. Motie Ortega-Martijn/Van Hijum over tegengaan van belemmeringen om na het 65ste jaar door te werken. Deze motie wordt meegenomen in de voorbereiding van het wetsvoorstel Arbeidsrechtelijke aanpassingen voor doorwerken na de AOWgerechtigde leeftijd. Toezegging dat de minister zal nadenken over de suggestie om de werkgeversbijdrage pensioen ook op loonstrookje te vermelden. Dit om het pensioenbewustzijn van de burgers te vergroten. Toezegging dat de minister komt met een wetsvoorstel dat de nadelige gevolgen van baanwisseling bij arbeidsongeschiktheidspensioen en nabestaandenpensioen aanpakt. Het streven is om in het voorjaar van 2011 een wetsvoorstel voor te leggen aan de Stichting van de Arbeid ter consultatie. Daarna wordt het wetsvoorstel aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. 4de kwartaal 2011 Wetsvoorstel wijziging van een aantal wetten in verband met aanpassing van de leeftijdsgrenzen aan de verhoging van de leeftijd waarop op grond van de AOW recht op ouderdomspensioen ontstaat. Toezegging toezending van informatie van de Stichting van de Arbeid over de dekking van het arbeidsongeschiktheidspensioen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. Meer informatie: De Kamerbrief kabinetsstandpunt evaluatie WIA: Vanaf juni 2011 latere betaling van uitkeringen Heeft uw werknemer een WAO-, WAZ-, WIA-, of Wajong-uitkering? En krijgt hij zijn uitkering altijd rond de 15e van de maand? Vanaf juni 2011 verandert het moment waarop het UWV de uitkeringen overmaakt. Het UWV gaat voortaan rond de 23e van elke maand de uitkeringen overmaken. De bank heeft daarna meestal nog twee werkdagen nodig om de uitkering bij te schrijven op de rekening van de betrokkene. Wat betekent dit voor uw werknemer? In de maand juni moet uw werknemer ongeveer acht dagen langer wachten op zijn uitkering. Dit betekent niet dat hij deze maand minder uitkering krijgt. De uitkering geldt namelijk altijd voor de periode van de eerste tot en met de laatste dag van de maand. Het UWV voert de verandering in de maand juni in, omdat de betrokkene rond de 15e van de maand mei nog wel gewoon het vakantiegeld krijgt. Meer informatie: ering.aspx Printversie SZ-bulletin 19 april

4 Casus: Zelf ontslag nemen: WW of niet? Een werknemer die op eigen verzoek met ontslag gaat, krijgt meestal geen WW. In de wet staat: Als de dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van de werknemer zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd, dan is de werknemer verwijtbaar werkloos. En verwijtbare werkloosheid wordt meestal bestraft met een blijvend gehele weigering van de uitkering. Meestal, maar niet altijd. Wanneer wel; wanneer niet? Wel: andere baan partner De wettekst opent dus wel een deur naar een WW-uitkering als aan de voortzetting van de dienstbetrekking dusdanige bezwaren zijn verbonden dat de voortzetting redelijkerwijs niet van de werknemer kon worden gevergd. In de praktijk komt dit het meest voor als een werknemer ontslag neemt om mee te verhuizen met zijn of haar partner die elders een nieuwe baan heeft aanvaard. In zulke gevallen is WW vaak wel mogelijk. Niet: na een meningsverschil over re-integratie De Centrale Raad van Beroep heeft onlangs uitspraak gedaan in een zaak waarin andere zwaarwegende redenen speelden om ontslag te nemen. Het ging om een werknemer in het onderwijs, die zelf een verzoek tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst had ingediend. De voorgeschiedenis was dat de werknemer herhaaldelijk was uitgevallen, naar eigen zeggen door burn-out. Hij had een verschil van mening gekregen met zijn werkgever over de richting van de re-integratie. Een en ander mondde uit in een conflict, waarbij uiteindelijk de werkgever de loonbetaling staakte en de werknemer een verzoek tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst indiende. De Centrale Raad van Beroep was in dit geval van mening dat de werknemer verwijtbaar werkloos was geworden en dus geen WW kreeg. Hierbij was van belang dat de werkgever voor zijn standpunt over de re-integratie steun had van een arbeidsdeskundige en de uitkomst van een assessment. Verder had de werknemer een re-integratietraject afgebroken en had hij afgezien van een mogelijke kans tot herplaatsing die de werkgever hem tijdens de ontbindingsprocedure nog had geboden. Uit de uitspraak blijkt dat in een dergelijk geval alle feiten en omstandigheden zorgvuldig worden gewogen. En ook dat de rechter niet snel aanneemt dat voortzetting van een dienstbetrekking redelijkerwijs niet van een werknemer kan worden gevergd. (CRvB 2/2/2011, LJN: BP2983). Vraag uit de praktijk Vraag: Eén van onze docenten is in januari 2011 door het UWV 70% arbeidsongeschikt verklaard. Het gaat hier om een medewerker met psychische problemen, welke zij redelijk kan onderdrukken met medicijnen, maar terugkeer in haar oorspronkelijke functie van docent is uitgesloten. In afwachting van een arbeidsdeskundig onderzoek naar de mogelijkheden om betrokkene - voor wat betreft de restverdiencapaciteit- te re-integreren hebben wij haar aanstelling ongewijzigd gelaten. Wij ontvangen de WGA-uitkering en betalen ondertussen de bezoldiging door. Nu uit het arbeidsdeskundig onderzoek blijkt dat wij geen herplaatsingsmogelijkheden hebben, willen wij overgaan tot ontslag. Tot op heden hebben wij het voornemen tot ontslag nog niet schriftelijk meegedeeld. Moeten wij deze stap eerst nemen (inclusief mogelijkheid tot indienen zienswijze e.d.) alvorens wij tot ontslag over gaan? Printversie SZ-bulletin 19 april

5 Medewerker weet dat het deze kant op gaat. Het is een duidelijke conclusie naar aanleiding van het arbeidsdeskundig rapport. Antwoord: Dat voornemen tot ontslag moet u inderdaad meedelen (in het bijzonder onderwijs spreken we van opzeggen). U kunt er ook voor kiezen om de formele rechtsgang te besparen door het dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen. Dit is niet van invloed op het eventuele WW-recht van betrokkene. Afzender: Het SZ-bulletin is samengesteld door de redactie van de Sociale Zekerheidswijzer van Loyalis, de VO-raad en Arbo-VO. Het SZ-bulletin verschijnt maandelijks. Arbo-VO Tel: servicecenter@arbo-vo.nl Printversie SZ-bulletin 19 april