Eindrapportage Innovatieteam 7 Wmo-verstrekkingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapportage Innovatieteam 7 Wmo-verstrekkingen"

Transcriptie

1 Eindrapportage Innovatieteam 7 Wmo-verstrekkingen Van hangmat naar vangnet? Opsteller team 7 Datum 15 april 2012 Versie def2 1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Algemeen Proces/bouwstenen Aandachtspunten 4 Hoofdstuk 2 Samenvatting/leeswijzer 6 Hoofdstuk 3 Wettelijke context en beleidsvrijheden Samenvatting Wat is Wmo? Compensatiebeginsel 8 Hoofdstuk 4 Voorzieningen Wmo in Algemeen Financieel overzicht individuele verstrekkingen Raad 2011 inclusief begroting Overzicht formatie in Hoofdstuk 5 Vergelijking verstrekkingen Wmo met andere gemeentes Algemeen Uit het BMC rapport De uitvoering van de Wmo vergeleken, conceptrapport 15 maart Hoofdstuk 6 Besparingsmogelijkheden Hulp bij het Huishouden Woonvoorzieningen Vervoersvoorzieningen Rolstoelen Uitvoering team Wmo 27 Hoofdstuk 7 Scenario s Algemeen Stapelen Bouwstenen per scenario Voorbeelden van mogelijke scenario s 32 Hoofdstuk 8 Slotwoord Algemeen Relevante documenten 33 Bijlagen 34 2

3 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Algemeen De onderzoeksvraag van de projectgroep KTD aan innovatieteam 7 luidt als volgt: Opdrachtformulering: 1. Geef een beeld van het voorzieningenniveau in Soest op het gebied van WMO-verstrekkingen, mede gerelateerd aan het voorzieningenniveau in andere gemeenten. 2. Geef aan waar sprake is van gemeentelijke beleidsvrijheid. 3. Geef de mogelijkheden voor efficiencyverbetering aan. Betrek hierbij ook de mogelijkheden van samenwerking. 4. Geef de mogelijkheden van versobering en kostenbesparingen aan. Werk twee scenario s uit, te weten een (netto)kostenreductie van 10% resp. 25%. NB De opdracht rond WMO-beleid is bij het team Welzijn belegd. Leg zo mogelijk dwarsverbanden! Daarnaast heeft de gemeenteraad een zevental uitgangspunten benoemd voor de kerntakendiscussie: a. Het aantal inwoners in de kern Soest blijft op het huidige peil. Het aantal inwoners in Soesterberg zal door de uitbreiding stijgen naar ca Beleid bij het thema Bouwen en Wonen dient erop gericht te zijn dit te kunnen realiseren. b. Bij de afweging en discussie over kerntaken hechten wij groot belang aan de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en de samenleving. Op basis van de huidige invulling van taken door de gemeente is het denkbaar dat er een verschuiving plaatsvindt naar inwoners en samenleving c. De gemeente Soest blijft zorg verlenen aan het niet zelfredzame deel van de samenleving. De zwakkeren zullen zoveel mogelijk worden ontzien bij de uitkomsten van de kerntakendiscussie d. Inwoners of bedrijven die profijt hebben van een voorziening of dienst dienen naar redelijkheid bij te dragen in de kosten daarvan e. Het samen met andere gemeenten uitvoeren van taken kan belangrijk zijn uit het oogpunt van efficiëncy en continuïteit. Wel verwachten we van een samenwerking dat het een duidelijke toegevoegde waarde heeft voor Soest en dat onze rol van afnemer van diensten goed geborgd wordt. Voor innovatieteam 7 zijn met name de punten b t/m e relevant. Met de opdrachtformulering en de uitgangspunten in het achterhoofd zijn we als innovatieteam 7 aan de slag gegaan met het zoeken naar besparingsmogelijkheden. De ondertitel van deze eindrapportage luidt: Van hangmat naar vangnet? Dit is een gedachte die regelmatig naar boven kwam bij het uitwerken van de besparingsvoorstellen. Welke gemeente wil Soest zijn? Met welke gedachte in het achterhoofd worden keuzes gemaakt? En hoe verhouden die zich tot bovengenoemde uitgangspunten, met name tot punt c? 1.2 Proces/bouwstenen Om te komen tot de beantwoording van de hierboven genoemde onderzoeksvraag, hebben wij breed onderzoek verricht. Er zijn talloze interviews gehouden, er is bureau-onderzoek en internetstudie gedaan en er zijn stapels teksten doorgespit op zoek naar innovatieve èn bruikbare besparingsideeën. Enkele voorbeelden van interviews: met onderzoeksbureaus, consulenten Wmo, SCIO, de SWOS, BBS, andere gemeentes etc. Uit de stapel informatie die is verzameld, hebben we vervolgens de bruikbare ideeën gedestilleerd. Verschillende ideeën vielen na veel denk- en uitzoekwerk en uitgebreide gedachtewisselingen af. De overgebleven ideeën hebben we uiteindelijk uitgewerkt in concrete voorstellen. Deze voorstellen worden in dit rapport aangeboden als bouwstenen. Bouwstenen waarmee, al dan niet met een bepaald scenario in gedachten, een stapel 3

4 gebouwd kan worden die leidt tot een besparing van 10%, 25% of een ander percentage. Gedurende het proces heeft afstemming plaatsgevonden met de teams 5 (Wmo-beleid), 6 (Sociale zekerheid, Werk en Integratie) en 9 (Samenwerking). 1.3 Aandachtspunten Eigen bijdrage Een eigen bijdrage bestaat al bij Hulp bij het Huishouden en kan bovendien worden geheven bij vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen. Voor rolstoelen mag wettelijk gezien geen eigen bijdrage worden geheven. Bij de behandeling van de Verordening individuele voorzieningen Wmo is in december 2011 aangegeven dat een beleidsregel tot het heffen van eigen bijdragen per 1 april 2012 in werking zou kunnen treden. Besloten is dit uit te stellen lopende de kerntakendiscussie. Waarschijnlijk treedt de beleidsregel Eigen bijdragen Wmo per 1 juli 2012 in werking. Wethouder Coppes heeft aangegeven dat zij de gemeenteraad uiterlijk 15 mei een conceptbeleidsregel zal voorleggen zodat deze informatie ook nog kan worden betrokken bij de afwegingen in het kader van het vervolg van de Kerntakendiscussie Decentralisaties Met de naderende decentralisaties zal de Wmo een enorme ontwikkeling doormaken. Welke gevolgen de decentralisatie van de AWBZ op ons onderwerp, Wmo-verstrekkingen, heeft, valt op dit moment niet te overzien. Dit is in grote mate afhankelijk van de keuzes die bestuurlijk gemaakt zullen worden. Hierdoor richten wij ons in dit onderzoek slechts op de situatie voor wat betreft WMO-verstrekkingen zoals deze nu bestaat. Wij zullen echter aansluiting zoeken bij de projectleiders van de decentralisaties, om te borgen dat ons onderzoek goed aansluit bij deze ontwikkelingen en hierin geen beperkingen veroorzaakt Onderzoek SB G Op verzoek van de gemeenteraad wordt lopende deze opdracht door BMC onderzoek gedaan naar de kwaliteit en kosten van de dienstverlening door SB G voor Wmo-verstrekkingen in vergelijking met de dienstverlening door ons eigen Wmo-loket. Dit onderzoek is nog niet afgerond, wij zullen de voorlopige resultaten in deze eindrapportage meenemen en aansluiten bij de bevindingen van dit SB G-onderzoek Gehandicaptenparkeerplaats (GPP) en gehandicaptenparkeerkaart (GPK) Het team Wmo, dat belast is met de uitvoering van de Wmo voorzieningen, behandelt ook aanvragen voor een gehandicaptenparkeerplaats (GPK) en een gehandicaptenparkeerplaats (GPP). Deze voorzieningen zijn geen Wmo-voorzieningen, maar hebben wel raakvlakken met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als het gaat om mee te kunnen doen in de samenleving. GPK: een kaart waarmee als bestuurder dan wel passagier gebruik gemaakt kan worden van speciaal daarvoor ingerichte algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. GPP: het inrichten van een individuele parkeerplaats (op kenteken) bij de woning van belanghebbende. Aandachtpunten ten aanzien van deze voorzieningen zijn: - De hoogte van de legeskosten c.q. het niet heffen van legeskosten De legeskosten die de burger betaalt bij toekenning van een GPK bedragen momenteel 15,30. Voor de aanvraag, aanleg en verwijdering van een GPP worden geen kosten in rekening gebracht. Aanvraag, afhandeling en realisatie kost de gemeente dus geld. (N.B.: in maart 2011 is een adviesnota ingediend voor het vaststellen c.q. invoeren van (hogere) tarieven c.q. legeskosten. Deze adviesnota is niet akkoord bevonden.) - De interne processen rondom afhandeling van een aanvraag voor GPP In de huidige werkwijze zijn afdeling Ruimte en afdeling Dienstverlening betrokken bij de beoordeling van aanvragen. Hier liggen wellicht kansen voor efficiencyverbetering. 4

5 - Jurisprudentie De Wmo is een relatief nieuwe wet. Dit betekent in de praktijk dat duidelijke kaders veelal ontbreken. Er is een duidelijke trend in uitspraken van de Hoge Raad die steeds beter vormgeven aan de grens tussen de verantwoordelijkheid van de inwoners en van de gemeente. 5

6 Hoofdstuk 2: Samenvatting/leeswijzer In deze eindrapportage past meer een leeswijzer dan een samenvatting; het is een gebruiksdocument waarin het niet draait om theoretische bevindingen, maar om praktische handreikingen. Handreikingen om gefundeerd te kunnen nadenken over kerntaken en mogelijke besparingskeuzes. In hoofdstuk 1 schetsen wij een aantal kaders en aandachtspunten rond de Wmo-verstrekkingen, in het licht van de kerntakendiscussie. In hoofdstuk 3 leggen wij uit welke wettelijke context ten grondslag ligt aan de Wmoverstrekkingen. Hieruit afgeleid geven wij aan welke beleidsvrijheid je als gemeente hebt bij de uitvoering van de Wmo. Gemeentes hebben behoorlijk wat mogelijkheden om een lokale kleur aan te geven aan het verstrekken van Wmo-voorzieningen. In hoofdstuk 4 geven wij een beeld van de bedragen die omgaan in de uitvoering van de Wmo. We splitsen dit uit in de verstrekkingen zelf, en in de kosten voor het team Wmo-verstrekkingen. Hoofdstuk 5 gaat in op de vraag om vergelijking met andere gemeentes. In bijlage 3 staan nog veel meer cijfers uit het BMC-onderzoek dat in dit hoofdstuk in concept wordt gepresenteerd. Helaas blijkt het moeilijk om een heldere vergelijking te maken; omdat gemeentes verschillende lokale keuzes maken blijkt het appels met peren vergelijken. Hoofdstuk 6 vormt met bouwstenen, de daadwerkelijke besparingsvoorstellen, de kern van deze eindrapportage. 28 bouwstenen bieden een keuze aan mogelijkheden om het anders te doen. De genoemde mogelijke besparingsbedragen moeten gezien worden als een indicatie. De grondgedachte die achter het maken van eventuele besparingskeuzes ligt, kan van grote invloed zijn op de invulling van die keuzes. In hoofdstuk 7 bieden wij een zestal scenario s aan en geven wij aan welke bouwstenen bij deze grondgedachtes passen. Zo kan de lezer bouwstenen stapelen en een pakket aan maatregelen samenstellen met een variabel besparingspercentage. Hoofdstuk 8 geeft nog wat laatste informatie: hoe beleefde innovatieteam 7 het proces en welke documenten zijn relevant. In de bijlage tenslotte, vindt u achtereenvolgens achtergrondinformatie bij paragraaf 6.5: uitvoering Wmo, een memo over (landelijke) ontwikkelingen, en de extra cijfers uit het vergelijkingsonderzoek van BMC. 6

7 Hoofdstuk 3: Wettelijke context en beleidsvrijheden 3.1 Samenvatting Wij hebben een internetstudie gedaan over de mate van beleidsvrijheid binnen de Wmoverstrekkingen. Hieruit is een grote beleidsvrijheid vanuit de landelijke overheid gebleken. Elke gemeente mag op zijn manier beleidsregels en een verordening samenstellen. De enige duidelijke kaders die geschetst worden zijn de compensatieplicht en het niet toestaan van het hanteren van een inkomensgrens bij het toekennen van een voorziening. Ook dient bij ieder onderzoek aantoonbaar maatwerk geleverd te worden. En tenslotte is ook het op de juiste manier vormgeven aan de Kanteling een belangrijke factor bij lokale invulling. 3.2 Wat is de Wmo? Sinds 1 januari 2007 is de Wmo van kracht; de Wet maatschappelijke ondersteuning. In de Wmo zijn de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG), de Welzijnswet en onderdelen uit de AWBZ samengebracht. Steeds meer onderdelen van de AWBZ zullen worden ondergebracht bij de Wmo. Voor een overzicht van deze ontwikkelingen verwijzen wij naar de memo (landelijke) ontwikkelingen. Het maatschappelijke doel van de Wmo is meedoen. De wet moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en kunnen meedoen in de samenleving. De Wmo is ingevoerd met de volgende doelstellingen: 1. Het veilig stellen van de zware en langdurige zorg in de toekomst 2. De beheersing van de groei in de zorguitgaven 3. Het herstellen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers 4. Het bevorderen van samenhang in lokaal beleid en lokale uitvoering 5. Het realiseren van noodzakelijke en laagdrempelige ondersteuning dichtbij de belanghebbende Uitgangspunten van de Wmo De Wmo kent hierbij de volgende uitgangspunten: 1. Iedere burger draagt de individuele verantwoordelijkheid voor de eigen maatschappelijke participatie 2. Iedere burger is niet alleen belast met de verantwoordelijkheid voor zichzelf, maar ook voor zijn omgeving ( civil society ) 3. De gemeenten bieden algemene lokale voorzieningen aan, bijvoorbeeld sociaal-cultureel werk, algemeen maatschappelijk werk, sportmogelijkheden, ouderenbus 4. Vanuit de gemeenten moet aan de kwetsbare burger die niet op ondersteuning vanuit zijn omgeving kan rekenen, persoonsgerichte, individuele voorzieningen geboden worden. In artikel 4 Wmo ligt wettelijk vast dat het hier gaat om hulp bij het huishouden, vervoer, rolstoelen en woningaanpassingen 5. Het gemeentelijke Wmo-beleid wordt vastgesteld op basis van samenwerking met de eigen burgers en de lokale belangenorganisaties 6. Het motto dat het kabinet hanteert voor de Wmo is niet leunen maar steunen. Hiermee wordt gedoeld op de bevordering van de zelfredzaamheid en participatie van burgers, opdat zij niet automatisch een beroep op de overheid doen 7. Gemeenten hebben een grote mate van beleidsvrijheid. Zij zijn vrij om binnen de aangegeven kaders het beleid te bepalen en prioriteiten te stellen in de te bieden voorzieningen. Hierdoor ontstaan de lokale verschillen tussen gemeenten. De landelijke wetgeving is echter van hogere orde dan de gemeentelijke wetgeving; gemeenten moeten bij het stellen van hun eigen regels altijd binnen de grenzen van de landelijke wetgeving blijven. De Wmo is dus, net als de vroegere WVG, een kaderwet. 7

8 De Wmo bestaat uit 9 prestatievelden. Innovatieteam 7 richt zich op prestatieveld 6: Verlenen individuele voorzieningen Dit prestatieveld beschrijft het onderdeel van maatschappelijke ondersteuning dat zich richt op individuele mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het gaat hier om individueel te verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. Ondanks het individuele gebruikskarakter van de voorziening kan de gemeente die voorziening op collectieve wijze vorm geven. Denk hierbij aan het vervoer van gehandicapten door middel van taxibusjes waarop men een individueel beroep kan doen. Of men 'toegang' heeft tot een dergelijke voorziening hangt echter altijd af van de individuele kenmerken van de persoon met een beperking Wettelijke bepalingen van de Wmo De landelijke wettelijke kaders zijn vastgelegd in de volgende documenten: Wet maatschappelijke ondersteuning Memorie van Toelichting op de Wet maatschappelijke ondersteuning Besluit Maatschappelijke ondersteuning. Voor de documenten, zie 8.2. De belangrijkste punten die betrekking hebben op deze memo zijn hieronder beschreven. 3.3 Compensatiebeginsel Zoals beschreven in de nota van toelichting is voor de Wmo een compensatiebeginsel ingevoerd. Dit compensatiebeginsel geeft de opdracht om aan personen met bepaalde beperkingen voorzieningen te verstrekken die deze personen in staat stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning alsmede medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Volgens de verordening individuele voorzieningen Wmo Soest 2012 heeft de gemeente Soest de taak compenserende maatregelen en/of voorzieningen te treffen. Compenserende maatregelen en/ of voorzieningen zijn gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van een belanghebbende. Daartoe treft het college van burgemeester en wethouders compenserende maatregelen en/of voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die belanghebbende in staat stellen: a. een huishouden te voeren b. zich te verplaatsen in en om de woning c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De hierboven genoemde activiteiten worden geconcretiseerd tot acht resultaatgebieden: 1. een schoon en leefbaar huis 2. wonen in een geschikt huis 3. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 4. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 5. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren 6. zich verplaatsen in en om de woning 7. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 8. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. 8

9 3.3.1 Persoonskenmerken, behoefte en capaciteit Bij het bepalen van de voorzieningen dient rekening te worden gehouden met de persoonskenmerken, de behoefte en de capaciteit van de aanvrager om uit oogpunt van kosten zelf in oplossingen te voorzien. Gezegd moet worden dat iemand met voldoende financiële middelen niet bij voorbaat uitgesloten mag worden voor compensatie vanuit de Wmo. Het hanteren van een algemene inkomensgrens zonder individuele toetsing is dus niet toegestaan. In eerste instantie dient gekeken te worden naar mentale en fysieke mogelijkheden van belanghebbende om tot een oplossing te komen. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van een eigen netwerk of van voorliggende voorzieningen (zie memo landelijke ontwikkelingen). Indien iemand inderdaad recht heeft op compensatie vanuit de Wmo, komt het vraagstuk van inkomen en eigen bijdrage aan de orde. De eerste vraag is dus of de aanvrager in staat is zelf in de voorziening te voorzien. Is dat niet het geval en wordt de voorziening toegewezen, dan komt pas het vraagstuk van de eigen bijdrage aan de orde. Let op: Het kan dus zo zijn, dat belanghebbende vanwege zijn inkomen de volledige kostprijs uiteindelijk zelf betaalt. Diegene wordt dan wel gecompenseerd (compensatiebeginsel), omdat diegene niet zelf in staat is de voorziening te regelen, maar wel de financiële middelen heeft Landelijke vastgelegde verstrekkingvormen en lokale beleidsvrijheid De gemeenten hebben de beleidsvrijheid te bepalen in welke vorm de voorziening wordt aangeboden. De gemeente dient wel altijd te beoordelen wat de aanvrager als individu nodig heeft. Een voorziening kan verstrekt worden in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget, te besteden aan de geïndiceerde voorziening. De gemeenten zoeken de goedkoopst compenserende oplossing Eigen bijdrage Gemeenten zijn vrij te bepalen of de aanvrager voor de voorziening een eigen bijdrage moet betalen. Ook hebben zij de bevoegdheid van het Rijk gekregen de hoogte van de eigen bijdrage vast te stellen. Ze zijn daarbij vrij in de inrichting van een eigen bijdragesysteem. Aan deze vrijheid zijn door de wetgever echter twee beperkingen gesteld. In de eerste plaats is in het besluit geregeld welk inkomensafhankelijke maximum geldt en hoe dat berekend wordt. Gemeenten mogen wel een lagere bijdrage opleggen, maar geen hogere. Daardoor hebben gemeenten voldoende armslag om een eigen bijdragebeleid te voeren, zonder dat sprake is van het voeren van inkomensbeleid in die zin dat er meer opgelegd wordt dan het bij wettelijk voorschrift geregelde maximum. Dat is dus niet toegestaan. Bronnen DFC/$File/Scriptie%20SJD.pdf 9

10 Hoofdstuk 4: Voorzieningen Wmo in Algemeen Het schetsen van een beeld van het voorzieningenniveau op het gebeid van Wmo-verstrekkingen is een deel van de onderzoeksvraag. Vanzelfsprekend worden hierbij aantallen en euro s genoemd. Het stroomlijnen van de verschillende betaalmethodes en financiële geldstromen van de verstrekkingen is al geruime tijd punt van aandacht. Hier treedt een discrepantie op. In 2012 is een flinke slag gemaakt in deze stroomlijning. Zo zijn er afspraken gemaakt met de leveranciers over specifiekere facturering. Wij baseren ons in dit rapport echter op de gerealiseerde cijfers van 2011, die op bepaalde onderdelen niet eenduidig geïnterpreteerd kunnen worden. Concreet betekent dit onder andere dat de cijfers in paragraaf 4.2 van dit rapport niet geheel overeenkomen met de cijfers in hoofdstuk 6. De besparingsbedragen die we in dit hoofdstuk noemen, zijn soms dan ook discutabel. In dit licht moeten dan ook de besparingscijfers behorend bij de verschillende bouwstenen gezien worden. 4.2 Financieel overzicht individuele verstrekkingen Raad 2011 inclusief begroting 2012 Individuele verstrekkingen WMO budget incl.wijz werkelijk budget incl.wijz werkelijk budget incl.wijz rolstoelen lasten baten Vervoersvoorzieningen a. Vervoersmiddelen lasten baten b. CVV lasten baten woonvoorzieningen lasten baten hulp bij huishouden lasten baten totaal voorzieningen

11 4.3 Overzicht formatie in 2011 Totale kosten inclusief overheadteam Wmo-verstrekkingen is ca Hiervan is circa directe loonkosten en circa aan indirecte loonkosten. Deze bestaat uit personeelskosten (van een gedeelte van kader dienstverlening, bedrijfsvoering, financiën) en via een verdeelsleutel directe kosten van automatisering en huisvesting. Het team Wmo in de gemeente Soest bestaat uit de volgende formatie: FTE schaal loonsom teamleider 1 11A kwaliteitsmedewerker 1,35 8/ Indicatie-adviseur 1, Indicatie-adv/consulent consulent 3,95 7/8/ mantelzorgondersteuning 0, adm. ondersteuning WMO 3,1 6/7/ Totaal

12 Hoofdstuk 5: Vergelijking verstrekkingen Wmo met andere gemeentes 5.1 Algemeen Een deel van de opdracht aan innovatieteam 7 is het relateren van het voorzieningenniveau op het gebied van Wmo-verstrekkingen aan het voorzieningenniveau in andere gemeenten. Uit het rapport Feiten en cijfers gemeente Soest dat in het kader van de eerste fase van de kerntakendiscussie door BMC is opgesteld, blijkt dat de gemeente Soest per inwoner 9 meer aan Wmo-voorzieningen uitgeeft dan gemiddeld. In opdracht van de gemeente Soest heeft BMC onder de titel De uitvoering van de Wmo vergeleken in het voorjaar van 2012 vervolgens een onderzoek gedaan met een tweeledige opdracht: 1. kijken naar wat in het verleden is besloten (zelf doen) en wat de aanleiding daarvoor was 2. een vergelijking van de (uitvoering en kosten van de) Wmo-voorzieningen in Het voorlopige resultaat van het tweede deel van de opdracht (het eindrapport is nog niet vastgesteld door het college noch aangeboden aan de gemeenteraad) presenteren wij hieronder. Voor een vergelijking met regiogemeentes en SB G, verwijzen wij u graag naar het complete conceptrapport van BMC (zie paragraaf 8.2). In dit tweede BMC-rapport komt het hierboven genoemde verschil van 9 niet terug. Dit lijkt opmerkelijk, maar kan verklaard worden doordat verschillende bronnen gebruikt zijn. Feiten en cijfers gemeente Soest baseerde de berekening op IV3-gegevens, uitvoering van de Wmo vergeleken baseerde zich op een SBGO-vragenlijst die door team Wmo-verstrekkingen is ingevuld. 5.2 Uit het BMC rapport De uitvoering van de Wmo vergeleken, conceptrapport 15 maart 2012 Totaal beeld Gemiddeld zijn de totale netto Wmo-uitgaven 141 per inwoner (benchmark-gemiddelde 2010; 2011 nog niet bekend). In Soest is dit 132 in 2010 en 128 in Dit zijn de uitgaven aan hulp bij het huishouden, hulpmiddelen, (personele) uitvoeringskosten min de inkomsten (waaronder eigen bijdragen en terugvorderingen PGB). 12

13 Tabel 1 Kerncijfers uitvoering Wmo Soest 2010 Soest 2011 Benchmark-gemiddelde 2010 (2011 nog niet bekend) Achtergrondkenmerken % 65plussers 18% - 16% % 75plussers 8,4% - 7,2% % thuiswonende 75 plussers 93% - 91% % huishoudens met een laag inkomen 7,3% - 8,4% % inwoners met een wmo-hulpmiddel 5,1% - 4,9% % inwoners met hulp bij het huishouden 2,8% - 2,8% Uitgaven Uitgaven hulp bij het huishouden per inwoner 83,08 90,23 91,69 Uitgaven hulpmiddelen per inwoner 51,80 50,15 45,96 Uitvoeringskosten totaal 15,27 11,84 17,34 o directe personeelskosten per inwoner 7,29 7,45 13,78 o kosten externe indicatie totaal per inwoner 6,63 4,39 2,03 o kosten overig per inwoner 1,36-1,47 Inkomsten per inwoner (eigen bijdragen 17,83 24,14 14,35 Netto Wmo-uitgaven (uitgaven aan hulp bij het huishouden, hulpmiddelen en uitvoeringskosten min eigen bijdragen) Indicatie % aanvragen gemeente zelf indicatiestelling: hulp bij het huishouden 68% 42% 76% % aanvragen gemeente zelf indicatiestelling: Wmo hulpmiddel 62% 60% 73% Formatie 1 (FTE) Totale formatie 1,5 1,8 2,4 o uitvoerend (loket, consulent, beroep en bezwaar, contractbeheer) 1,0 1,2 1,5 o ondersteunend (administratief, applicatiebeheer, interne controle) 0,2 0,2 0,5 o overhead (beleidsmedewerker, leidinggevenden) 0,4 0,4 0,4 Kosten per aanvraag Kosten uitvoering per aanvraag Een fte (full time equivalent) is vergelijkbaar met een medewerker die een volledig dienstverband heeft gehad. Dit komt overeen met uur per jaar. Een medewerker die een gedeelte van het jaar in dienst is geweest wordt naar verhouding aan 1fte toegerekend. Dit is een bruto norm. 13

14 De (directe personele) uitvoeringskosten 2 bedragen gemiddeld voor alle benchmarkdeelnemers 17 per inwoner (Soest 15) voor zowel de gehele benchmark als de verschillende gemeentegrootteklassen. Deze uitvoeringskosten bedragen 12% van de netto Wmo-uitgaven (Soest 12%). Bij de uitvoeringskosten valt op dat Soest in 2010 lagere kosten heeft dan gemiddeld en dat dit met name komt door de kleine formatie. Het aantal Fte s in Soest voor uitvoering en ondersteuning is een stuk kleiner dan gemiddeld. De externe indicatiekosten in Soest zijn hoog in In 2010 werd gewerkt met consulenten en het CIZ. Vanaf 2011 wordt echter gewerkt met indicatieadviseurs en SCIO Consult. In 2011 zien wij dat de externe indicatiekosten per inwoner met 33% zijn gedaald ten opzichte van 2010 en dat de formatie met 0,2 Fte is uitgebreid. De totale uitvoeringskosten zijn in 2011 gedaald met ongeveer 20% ten opzichte van Hierdoor geeft de gemeente Soest aanzienlijk minder uit dan de deelnemende gemeenten aan de benchmark Wmo. Taken en verantwoordelijkheden en de vertaling daarvan in uitvoeringskosten en formatie blijven lastig vergelijkbaar. Het kan zijn dat er accentverschillen zijn tussen gemeenten. Bijvoorbeeld inkoop (aanbestedingen) en contactbeheer kan (deels) vanuit inkoop en kwaliteit uitgevoerd worden in plaats van Wmo. Waar ligt precies de grens tussen Wmo en andere beleidstaken en welke taken vallen onder welke programmabegroting? De gegevens die wij hier presenteren geven dus een globaal beeld van de situatie. In bijlage 3 treft u de uitgebreide benchmarkgegevens aan die zijn samengesteld ten behoeve van het conceptrapport De uitvoering van de Wmo vergeleken. 2 Tot de uitvoeringskosten behoren de kosten van medewerkers die direct zijn belast met de uitvoering van de individuele voorzieningen, inclusief het eerstelijnsmanagement en beleidsontwikkeling. Dit is inclusief uitgaven voor tijdelijk personeel en opleiding van medewerkers en inclusief eventuele bijdragen aan een gemeenschappelijk orgaan of een andere gemeente. Dit is dus exclusief de gemeentebrede overhead en kosten voor huisvesting. 14

15 Hoofdstuk 6: Besparingsmogelijkheden 6.1 Hulp bij het Huishouden Waar hebben we het over? Bij de huishoudelijke hulp kennen we 3 categorieën; HH1: dit is het echte schoonmaakwerk zonder verdere begeleiding van cliënten. HH2: deze vorm wordt geleverd als cliënten minder/geen regie meer kunnen voeren over het huishouden en HH3 is een extra intensieve begeleiding. HH3 wordt zelden ingezet. 80% van de cliënten die huishoudelijke hulp ontvangen, krijgt dit in natura, 20% ontvangt een PGB en regelt zelf zijn hulp. Indicatiestelling: In 2007 is de huishoudelijke hulp overgegaan van de AWBZ naar de WMO. De indicaties voor huishoudelijke hulp zijn destijds door de gemeente Soest voor het grootste deel overgenomen zonder toetsing, voor een periode van 5 jaar. Nu, in 2012, komen de verlengingen van deze aanvragen en zullen er herindicaties plaatsvinden. Nu er wel getoetst gaat worden volgens Wmo-normen zal dit leiden tot besparingen. Er zullen veel minder HH2- indicaties afgegeven worden. Gezien het feit dat van de indicaties HH 1/3 HH2 krijgt en 2/3 HH1, is te verwachten dat er minder HH2 indicaties worden afgegeven. Dit bespaart: De gemeente moet nu de keuze aanbieden tussen ZIN en PGB. Er wordt een landelijke discussie gevoerd om de verplichting om te zetten in kan. Daarna kan de gemeente zelf aangeven wanneer en aan wie een PGB wordt aangegeven. Het tarief van het PGB (nu 20) is nu 90% ten opzichte van het gemiddelde van de tarieven voor de drie soorten HH bij de zorg in natura. Binnen het tarief voor ZIN valt ook de signaleringsfunctie. 100% van het PGB wordt overgemaakt in tegenstelling tot ZIN waarbij er 51% wordt verzilverd. Er wordt nu jaarlijks steekproefsgewijs 10% van de PGB gecontroleerd. Dit kost de nodige tijd, omdat veel burgers hun uitgaven moeilijk kunnen verantwoorden (geen bonnen, zwart werk). Tot op heden is deze controle niet al te streng geweest. Uit onderzoek van Het WMO-kantoor blijkt dat een 100% controle veel besparingen op kan leveren ook al kost controle ook formatie-, doordat mensen hun uitgaven achteraf niet kunnen verantwoorden en er ook een preventieve werking van uitgaat. HH1 PGB 188x HH2 PGB 69x HH3 PGB 1x 8395 Terugbetalingen PGB s HH1 ZIN 871x HH2 ZIN 364x HH3 ZIN 3x Advieskosten 62x Eigen bijdrages CAK Inhuur derden

16 6.1.2 Voorstellen Huishoudelijke Hulp Bouwsteen 1: Creëren van een algemene voorziening* HH1 voor mensen met een beperking De gecontracteerde zorgleveranciers moeten een verantwoordingformulier invullen en krijgen dan een subsidie van bijvoorbeeld 7 per uur. Dit is gebaseerd op het verschil tussen de maximaal eigen bijdrage per uur en het maximale bedrag per uur welke aan de zorgleverancier wordt betaald voor HH1. Voor mensen die dan de HH1 nog niet kunnen betalen wordt gekeken naar de WMO draagkracht. De extra kosten worden dan door de gemeente vergoed. De WMO draaglast kan de gemeente zelf vaststellen (b.v 125% boven minimuminkomen). (Landelijk speelt een discussie of niet 110% moet worden aangehouden). *Algemene voorziening: een algemene voorziening houdt in dat er geen aanvraag voor gedaan hoeft te worden. Deze is dus voor iedereen bereikbaar. Financiële gevolgen: Ervan uitgaande dat, conform de gemeente Renkum, 40% van de geïndiceerde burgers een inkomen heeft binnen de draagkracht, wordt 40% bespaard van de uitgaven HH1 ZIN. Dit is in Soest (minus derving van eigen bijdragen, plus minder kosten aan CAK). Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Burgers met een inkomen boven de 125% van het minimuminkomen zullen ontevreden zijn. Er zal een overgangsperiode moeten worden aangehouden. De gemeente kan ook een ondersteunende functie hebben bij cliënten die niet zelf de hulp kunnen regelen. Mogelijke besparing bouwsteen 1: Scenario A B D F Bouwsteen 2: HH1 wordt voor huishoudens boven 1,5 keer bijstandsniveau als algemeen gebruikelijk beschouwd De burger dient zelf huishoudelijke hulp te regelen door rechtstreeks in te kopen bij een schoonmaakaanbieder of een particulier. Er wordt uitgegaan van tarieven die variëren van 12,50 per uur tot 17 per uur. De markt bepaalt de prijs. De gestelde grens van 1,5 keer boven bijstandsniveau geldt als richtlijn. Er is gekozen voor 150% i.p.v. 125% om de kwetsbare groep die hiertussen valt hierin mee te nemen. Het bepalen of iets als algemeen gebruikelijk wordt beschouwd vindt plaats op basis van individuele toetsing. Dit betekent dat afhankelijk van individuele kenmerken zoals bv. de draagkracht van een huishouden, bepaald wordt of een voorziening als algemeen gebruikelijk wordt beschouwd. In de gemeente Amersfoort en Renkum is deze maatregel al ingevoerd. Uit een juridische toets bleek dat het onverkort hanteren van een inkomensgrens voor aanvragers van een compenserende individuele voorziening niet mogelijk is. Maar de werkwijze zoals hierboven beschreven spreken we niet van een harde inkomensgrens, maar van een richtlijn waarvan kan worden afgeweken indien de individuele toets hier aanleiding toe geeft. Financiële gevolgen: Gemeente Renkum heeft deze maatregel ook ingevoerd. Ervan uitgaande dat, conform de gemeente Renkum, 35% van de geïndiceerde burgers in Soest een inkomen heeft boven 1,5 keer van het minimuminkomen, zal naar verwachting Soest 35% van de geïndiceerde burgers een inkomen hebben van 1,5 keer boven bijstandsniveau en wordt 35% van de uitgaven HH1 ZIN én PGB bespaard. Dit is plus een daling van de aanvragen met 35% (370 aanvragen x 3 uur= 1100, 1100 x 70= ), plus minder kosten CAK, minus derving van eigen bijdragen. Een besparing van zou hiermee moeten kunnen worden gerealiseerd. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): In Renkum hebben de burgers positief gereageerd op de wijziging. De markt van schoonmaakaanbieders wordt zeer in beweging gebracht. Gecontracteerde leveranciers zullen er alles aan doen om hun klanten te houden. Maar er zullen ook nieuwe aanbieders op de markt komen. Het vergt de nodige voorbereiding bij zorgleveranciers en een overgangsperiode. Er moet voor de burgers met een inkomen tot 1,5x bijstandsniveau een compenserende organisatie worden opgezet. Er wordt kwaliteit ingeleverd: er wordt alleen nog 16

17 schoonmaak geleverd. Er bestaat volgens het VNG nog geen jurisprudentie over deze maatregel dus dit zal goed in de gaten moeten worden gehouden. Mogelijke besparing bouwsteen 2: Scenario A B D E F Bouwsteen 3: Nieuwe aanvragers voor een PGB huishoudelijke hulp, die al hulp ontvingen van eerste en tweede lijn (familie) worden afgewezen omdat dit gezien wordt als gebruikelijke zorg. (Een inschatting is dat dit 35% van de PGB aanvragen betreft). Financiële gevolgen: Dit bespaart 35% van = (minus inkomsten uit eigen bijdragen, minus voor bezwaar en beroep = circa Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Dit zal per individu bekeken moeten worden en niet gelden in situaties waarbij de familie uit de eerste en tweede lijn door veranderde omstandigheden minder hulp kan bieden. In de overgangsfase kan dit leiden tot commotie en bezwaarschriften omdat vergeleken wordt met eerder gehonoreerde aanvragen. Mogelijke besparing bouwsteen 3: Scenario B D E Bouwsteen 4: Investeer in diensten als een raamwas-service, was-strijkservice en boodschappendienst gedurende het hele jaar (met SWOS of bijstandgerechtigden). Daarna zou hiernaar verwezen kunnen worden, waardoor alle indicaties HH met 0,5 uren verminderd kunnen worden. Deze hierboven genoemde voorzieningen bestaan nu nog niet in gemeente Soest. Financiële gevolgen: Besparingen van 0.5 uur per week per geïndiceerde burger= 1500x 0,5uur x 40 weken = uur x 20 per uur = Maar er zijn ook investeringen nodig om dergelijke diensten te realiseren (bijvoorbeeld uitbreiding relatie met SWOS). Naar schatting kost dat Totaal kostenbesparend zou dat = opleveren. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Meer versnippering voor de burgers leidt tot ontevredenheid. Er is bij de besparing rekening gehouden met het hanteren van deze maatregel voor alle HH indicaties. Dit betekent dat de huidige indicaties herzien zullen moeten worden. Indien er wordt gekozen om deze maatregel alleen in te voeren voor nieuwe indicaties en niet voor de huidige indicaties zal de besparing minder geld opleveren. Mogelijke besparing bouwsteen 4: Scenario A B C D E Bouwsteen 5: Het creëren van twee PGB tarieven: het huidige tarief voor de hulp vanuit de thuiszorg ( 20) en een lager tarief voor hulp van een kennis/buurvrouw/instantie als hulpstudent etc. (dat marktconform is ( 15). Een schatting geeft aan dat 25 % van de pgb-gebruikers gebruik maakt van een leverancier en 75% van een particulier). Financiële gevolgen: Totaal van HH PGB is Van een tarief van 20 naar 15 is 25%. 25% van is % van alle PGB s wordt besteed aan een particuliere hulp: x 75% = Dit houdt een besparing in van (minus derving van eigen bijdragen). Het PGB wordt door deze maatregel onaantrekkelijker gemaakt en dit zal naar verwachting leiden tot minder aanvragen. 17

18 Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Houdt de burger wel een reële keuze tussen ZIN en PGB? Er moet voldoende geld overblijven om adequate hulp in te kopen, dus een compenserende oplossing bieden. Voor de burger zal het gevolg zijn, dat de lasten toenemen. Om fraude te voorkomen is bij dit voorstel een 100% controle een vereiste. Dit zou gerealiseerd kunnen worden door cliënten de verplichting op te leggen een contract van de zorgaanbieder te laten zien. Mogelijke besparing bouwsteen 5: Scenario B D Bouwsteen 6: Het één tarief systeem bij PGB blijven hanteren, maar daarbij het tarief verlagen zodat het wel marktconform is. Het tarief voor de PGB is momenteel gebaseerd op 90% van het gemiddelde ZIN-tarief. Dit is een hoog percentage ten opzichte van dat van andere gemeentes. Voorstel 6a Een normbedrag invoeren van 15 per uur. Voorstel 6b 75% van het gemiddelde ZIN-tarief te vergoeden (conform andere gemeenten). Dit is ook 15. Financiële gevolgen: Besparing van 25% van = : Doordat het PGB onaantrekkelijk wordt gemaakt zal dit leiden tot minder aanvragen voor een PGB. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Houdt de burger wel een reële keuze tussen ZIN en PGB? Er moet voldoende geld overblijven om adequate hulp in t kopen, dus een compenserende oplossing bieden. Voor de burger zal het gevolg zijn, dat de lasten toenemen. Voorstel 6a is het eenvoudigst uitvoerbaar. Bij 6b moet bij iedere aanbesteding in ZIN, de PGB tarieven worden aangepast. Mogelijke besparing bouwsteen 6a en b: Scenario B D Bouwsteen 7: Een percentage (bijv. 85%) van het tarief PGB uitbetalen uitgaande van het feit dat hulpvrager en/of hulpgever op vakantie gaan/ ziek zijn. 85% is een schatting van hoeveel hulp er per jaar wordt afgenomen, rekening houdend met ziekte en vakantie. (berekend door ongeveer 40 van de 52 weken te nemen. Financiële gevolgen: Een besparing van 15% van = Mogelijke besparing bouwsteen 7: Scenario B D Bouwsteen 8: 100% controle invoeren op het verstrekte PGB. (Dit zou kunnen door middel van uitbesteding aan derden. Een alternatief is zelf controle uit te voeren, maar dit vergt extra personeel). Financiële gevolgen: Onterecht gebruik van PGB wordt voorkomen. In Haarlem is er 15% bespaard. In Soest zou 15% van de PGB HH uitgaven = bedragen. De huidige 10% toetsing kost 55 uur. De kosten van controle met extra inzet van eigen personeel: 9 x 55 uur x 70 = M.a.w. dit bespaart = Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Moet PGB HH wel gecontroleerd worden? (vergelijking met kinderbijslag). Mogelijke besparing bouwsteen 8: Scenario D E 18

19 6.2 Woonvoorzieningen Waar hebben we het over? Bij het onderdeel wonen wordt een onderscheid gemaakt tussen woonvoorzieningen, dat wil zeggen de losse, niet bouwkundige woonvoorzieningen en de woningaanpassingen, dus nagelvaste voorzieningen. Bij woonvoorzieningen kan gedacht worden aan een toiletstoel, een losse douchestoel, een tillift en een toiletverhoger. Bij woningaanpassingen kan gedacht worden aan een vaste douchezitje, het bad verwijderen en drempels nivelleren tot aan trapliften, rolstoel onderrijdbare keukens en een aanbouw om bv. slaapkamer en badkamer te realiseren. Door het levensloopbestendig maken van bestaande woningen en door bij nieuwbouw projecten aandacht te hebben voor toegankelijkheidseisen in het kader van de Wmo kunnen dure woningaanpassingen worden voorkomen. Hiervoor is een nauwere samenwerking tussen de verschillende teams afdelingsoverschrijdend noodzakelijk. Wonen Woningaanpassingen tot x Woningaanpassingen 6800 en meer 7 x Woonvoorzieningen 107 x Huurderving en verhuis/inrichtingskosten 14 x Onderhoud, keuring, reparatie & verwijderen woonvoorzieningen 130 x Huur/lease hulpmiddelen (bulkfacuur) Voorstellen woonvoorzieningen Bouwsteen 9: Strenger toepassen van verhuisprimaat bij koop- en huurwoningen Indien men een koopwoning heeft, wordt men volgens de huidige werkwijze niet gedwongen te verhuizen en wordt de woning aangepast, mits dit binnen de mogelijkheden ligt. Dit is een hoge kostenpost. Door te kiezen voor het toepassen van het verhuisprimaat bij huur- en koopwoningen worden aanpaskosten bespaard. Bouwsteen 10: Aan inwoners van 75 jaar en ouder in principe geen woningaanpassingen meer toekennen Zoals beschreven in de Verordening individuele voorzieningen Wmo Soest 2012, welke 1 februari jongstleden in werking is getreden, is het aannemelijk dat ouder worden gepaard gaat met beperkingen. Indien men in een woning met een trap woont, dient men hierop te anticiperen en kan men sparen voor aanpassingen in de woning, dan wel uitkijken naar een meer geschikte woning. Financiële gevolgen van bouwstenen 9 en 10: Op uitvoeringsniveau zullen minder aanvragen voor woningaanpassingen afgehandeld hoeven te worden en de totale kosten voor woningaanpassingen zullen afnemen. In 2011 is aan inwoners van 75 jaar en ouder ,00 aan woningaanpassingen, woonvoorzieningen, reparatie en vergoeding voor verwijdering toegekend. Dit is 39 % van het totale bedrag op het gebied van woonvoorzieningen. Dit bedrag is toegekend aan 163 cliënten. Het laagst toegekende bedrag is 74 het hoogst 7.385,00 (afgeronde bedragen). 19

20 Door de gemeente zullen soms kosten voor huurderving en verhuis- en inrichtingskosten worden gemaakt. Aanpassingen aan de woning van personen van wie men niet meer kan verwachten dat men verhuist, zijn duur. Met inachtneming van deze gegevens kan door het niet meer toekennen van woningaanpassingen aan inwoners van 75 jaar en ouder naar schatting uiteindelijk minimaal ,- worden bespaard op de uitgaven woonvoorzieningen in het kader van de Wmo. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Bouwsteen 10 levert alleen besparingen op in combinatie met invoering van bouwsteen 9. De voorstellen leveren meer ontevredenheid bij inwoners op, omdat vaker nee gezegd moet worden. De maatregel kan als discriminerend worden ervaren voor inwoners van 75 jaar en ouder. Om aanvragen af te wijzen op levensloop dient de gemeente alle inwoners te hebben geïnformeerd over de eigen verantwoordelijkheid. Hiertoe dient budget beschikbaar te worden gemaakt. Toepassing van het verhuisprimaat betekent niet per definitie geen kosten. Er moeten geschikte woningen beschikbaar zijn om het verhuisprimaat te kunnen toepassen. In de huidige huizenmarkt is verhuizing niet altijd een reële optie. Mogelijke besparing bouwstenen 9 en 10: Scenario B D E Bouwsteen 11: Woningaanpassingen tot 500 (bijvoorbeeld drempels verwijderen, douchestoel) algemeen gebruikelijk stellen. Eenvoudige woningaanpassingen tot 500 algemeen gebruikelijk stellen en niet meer vergoeden. De huidige Klusjesdienst van de SWOS kan worden uitgebreid van ouderen naar alle inwoners, zodat mensen die zelf geen woningaanpassingen kunnen uitvoeren hierop een beroep kunnen doen. Hiermee kunnen personen die in eigen financiële middelen kunnen voorzien, maar niet zelf de regie kunnen voeren voor het realiseren van een voorziening, worden gecompenseerd. Financiële gevolgen: De gemeente bespaart kosten op individuele voorzieningen, hoeft minder aanvragen in behandeling te nemen en kan volstaan met verwijzen. Uitgaande van de vergoede woningaanpassingen tot 500 in 2011, levert het algemeen gebruikelijk stellen van deze woningaanpassingen naar verwachting circa op. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Er wordt een grotere aanspraak gedaan op de zelfredzaamheid van inwoners en er moeten mogelijkheden voor vergoeding blijven voor mensen onder 1,5 maal bijstandsniveau. Bij uitbreiding van de Klusjesdienst is er risico op concurrentie met de reguliere markt. De woonvoorzieningen die onder deze maatregel vallen zoals een douchestoel moeten wel in de reguliere handel verkrijgbaar zijn. Eventueel moeten nieuwe afspraken gemaakt worden met de thuiszorgwinkel of lokale winkels. Mogelijke besparing bouwsteen 11: Scenario B C D E F Bouwsteen 12: Een betere controle op uitgaven Wmo woonvoorzieningen In de huidige situatie wordt alleen bij complexe woningaanpassingen de expertise ingezet van de afdeling Realisatie. Door altijd offertes van 500,- en hoger door een bouwkundige van de afdeling Realisatie te laten beoordelen, kan beter op uitgaven worden gereguleerd en worden onnodig geoffreerde kosten eerder opgemerkt. 20

21 Financiële gevolgen: Kosten worden gereguleerd en inzichtelijk gemaakt. Met aftrek van loonkosten van de afdeling Realisatie kan per jaar worden bespaard. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): Er wordt een groter beroep gedaan op de medewerkers van de Afdeling Realisatie. Mogelijke besparing bouwsteen 12: Scenario B C D E Bouwsteen 13: Het heffen van eigen bijdrage voor woonvoorzieningen Er wordt nu nog geen eigen bijdrage gevraagd indien mensen een scootmobiel verstrekt krijgen. Het blijkt dat 80% van alle gemeenten in Nederland een eigen bijdrage vragen voor o.a. de scootmobiel. De eigen bijdrage zal berekend worden naar hoogte van het inkomen door het CAK. Voor het heffen van eigen bijdrage voor woonvoorzieningen/ woningaanpassingen moet worden opgemerkt dat personen veelal gebruik zullen maken van andere voorzieningen binnen de AWBZ en de Wmo. Bij het opleggen van eigen bijdragen wordt stapeling tegengegaan (anticumulatie). Er is dus een kans dat met andere voorzieningen reeds de maximale periodebijdrage voor die persoon is bereikt. Er zullen dan geen inkomsten van de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen meer zijn. Financiële gevolgen: De drempel om een woonvoorziening aan te vragen wordt hoger en zal zeker mensen, die het ook met eigen oplossingen zouden kunnen oplossen, goed na doen denken of ze dit ervoor hebben. Het gevolg is dat er minder aanvragen komen voor een woonvoorziening. Er zijn in 2011 circa 250 aanvragen voor woningaanpassingen en woonvoorzieningen binnengekomen. Naar verwachting zullen er door de eigen bijdrage zo n 50 aanvragen (grove schatting) wegvallen. 50 x 3 uur werk = 150 uur x 70 = circa Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): In principe geldt de eigen bijdrage alleen voor nieuwe aanvragers. Er moet van te voren goed gecommuniceerd worden naar de inwoners dat er een eigen bijdrage gevraagd gaat worden zodat niet pas na afhandeling van de aanvraag een cliënt beslist geen voorziening te willen i.v.m. de eigen bijdrage. 6.3 Vervoersvoorzieningen Waar hebben we het over? Mogelijke besparing bouwsteen 13: Scenario B D F Onder vervoersvoorzieningen vallen o.a. voorzieningen als een kortingspasje voor de regiotaxi, autoaanpassingen, scootmobielen en aangepaste fietsen zoals fietsen met trapondersteuning en driewielfietsen. Vervoer Financiële vergoeding 140 x Scootmobielen 65 x Aangepaste fietsen (elektrisch, driewiel) 121 x Vervoersvoorziening diversen (handbike, tandem) 12 x Individuele vervoersvoorziening anders 8 x Bruikleenauto / aanpassing eigen auto / kosten taxi of eigen auto / gesloten buitenwagen Onderhoud, reparatie en verzekeringen vervoersvoorzieningen (deels bulkfactuur)

22 6.3.2 Voorstellen vervoersvoorzieningen Bouwsteen 14: Fiets met trapondersteuning als algemeen gebruikelijk* Momenteel wordt de fiets met trapondersteuning nog verstrekt door de gemeente Soest, wel met een eigen aandeel van 380 euro. Echter in het bijna het hele land wordt hij als algemeen gebruikelijk gezien en verwacht van de burger dat hij deze zelf aanschaft. Ons voorstel is om de fiets met trapondersteuning ook in gemeente Soest algemeen gebruikelijk te maken. Financiële gevolgen: In 2011 werd er uitgegeven aan een fiets met trapondersteuning. Dit zou dan een besparing opleveren van dit bedrag + de uitvoering (indicatiestelling etc) wat ongeveer 113 (fietsen) x 4 uur werk= circa 450 uur. Inclusief overhead is dat 450 x 70 = circa Daarbij komen nog de onderhoudskosten van de fietsen. Dit is een bedrag van: Totaal zou deze maatregel kunnen leiden tot een besparing van ongeveer: De maatregel zou per direct ingevoerd kunnen worden. Het is een relatief makkelijke maatregel om kosten te besparen. Kanttekeningen/gevolgen (voor de inwoners): De verwachting is dat deze doelgroep bij afwijzing van deze voorziening geen scootmobiel zal aanvragen. Het gaat om een specifieke doelgroep die vaak niet in aanmerking komt voor een scootmobiel en vaak nog andere eigen oplossingen heeft om zich te laten verplaatsen. *Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening is die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, leeftijd gerelateerd is, algemeen verkrijgbaar is en niet aanzienlijk duurder is dan vergelijkbare producten. Van deze voorziening moet gebruik worden gemaakt als deze voorhanden is en in redelijkheid een oplossing biedt voor de zorgvraag van de zorgvrager. De beleidsregels voegen hieraan toe dat de voorziening ook niet verstrekt wordt als er sprake is van een laag inkomen, in dat geval is de WWB voorliggend. (wettelijk voorliggende voorziening) Mogelijke besparing bouwsteen 14: Scenario B D E Bouwsteen 15: Het kortingspasje voor de regiotaxi voor 75+ een algemene voorziening** maken Nu wordt er voor mensen jonger dan 80 jaar een indicatie onderzoek ingesteld en indien zij in aanmerking komen een indicatie afgegeven. Voor personen ouder dan 80 jaar is een verkorte procedure ingesteld maar is er ook wel een aanvraag en moet er een beschikking volgen. Voorstel is dat mensen boven de 75 jaar d.m.v. hun identiteitsbewijs te laten zien bij de balie van de gemeente een kortingspasje krijgen voor de regiotaxi. De indicatie geldt permanent. Dit scheelt veel aanvragen en indicatiewerk. Naar schatting gaat het om aanvragen per week. Dit betekent dat alle mensen boven de 75 jaar voor het tarief, overeenkomend met actuele openbaar vervoerstarieven, gebruik kunnen maken van de regiotaxi i.p.v. het normale tarief wat ieder ander voor de regiotaxi moet betalen. Alle mensen onder de 75 jaar moeten gewoon een aanvraag doen bij de gemeente om een indicatie te krijgen voor de regiotaxi. Financiële gevolgen: In 2011 kregen 236 mensen van 75 jaar en ouder een indicatie voor een kortingspasje voor de regiotaxi. Daarvan waren 172 mensen 80 jaar of ouder. Je bespaart onderzoek en administratie voor de aanvragen van mensen tussen 75 en 80 jaar, dit waren in mensen x onderzoekstijd en administratie van 2,5 uur= 185 uur x 70 = Voor aanvragen van mensen boven de 80 jaar bespaar je vooral de administratieve lasten m.b.t. inboeken, screening 22

23 en beschikking. In 2011 waren dat 172 mensen x administratieve lasten is ongeveer 1 uur= 172 uur x 70 = In totaal kan dit dus een besparing opleveren van bijna Kanttekening/gevolgen (voor de inwoners): Een positief gevolg voor de burger zal zijn dat de wachttijden minder zijn. Nu moet iemand soms maanden wachten tot er een indicatie is gesteld en de beschikking is gemaakt. Verder is het klantvriendelijker naar de burger toe. Het krijgen van een kortingspasje van de regiotaxi is een stuk simpeler. Je zou in het begin van het invoeren van deze maatregel een grotere opkomst qua aanvragen kortingspasje kunnen verwachten. De verwachting is dat dit tijdelijk is en de aanvragen na deze periode niet hoger zullen zijn. Kanttekening is dat mensen een pasje aanvragen maar hem niet gebruiken. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van het pasje kost het de gemeente alleen de kosten van het pasje maken. Dit is niet noemenswaardig. ** Algemene voorziening: Een algemene voorziening houdt in dat er geen aanvraag voor de voorziening gedaan hoeft te worden. Hij is dus zonder Wmo indicatie beschikbaar. Mogelijke besparing bouwsteen 15: Scenario A Bouwsteen 16: Het controleren van het gebruik van verstrekte scootmobielen Er wordt nu niet gecontroleerd of verstrekte scootmobielen wel echt worden gebruikt, daarnaast worden er regelmatig signalen afgegeven dat er ergens een scootmobiel staat die nooit wordt gebruikt. Door bij voorbeeld stagiaires in te zetten op het nabellen van scootmobiel gebruikers kunnen scootmobielen die niet meer gebruikt worden weer worden ingenomen en in depot worden geplaatst om herverstrekt te worden. Financiële gevolgen: Er zullen nu circa 400 scootmobielen rondrijden in Soest. De verwachting is dat er na controle zo n 10% ingenomen zal kunnen worden, dat zijn ongeveer 40scootmobielen. Dit scheelt in onderhoud (40 scootmobielen minder x circa 300 onderhoud-reparatie per scootmobiel = ) en deze scootmobielen kunnen weer herverstrekt worden wat nieuwe scootmobielen aanschaffen voorkomt/vermindert. Dit zou al snel kunnen leiden tot een besparing van eenmalig circa (aantal ingenomen scootmobielen herverstrekken i.p.v. nieuwe scootmobielen aanschaffen + onderhouds-reparatiekosten). Rekening houdend met een restwaarde van de scootmobiel na aantal jaren gebruik van ongeveer 1000 per scootmobiel. Mogelijke besparing bouwsteen 16: Scenario A D E Bouwsteen 17: Een scootmobielpool opzetten Een scootmobielpool houdt in dat er op één algemene plek, zoals in een verzorgingshuis, een aantal scootmobielen staan die gebruikt kunnen worden door mensen met een scootmobiel indicatie. De scootmobiel wordt dus gedeeld met andere gebruikers. Het kan ook zo geregeld worden dat leveranciers op afroep de scootmobiel binnen beperkte tijd met een volle accu komen brengen en na gebruik weer ophalen. Dit kan goed werken door middel van een code wat de cliënt via de gemeente krijgt, na aanvraag belemmeringen vervoer. Na 3 maanden kan er bekeken worden hoe vaak de scootmobiel is gebruikt. Bij incidenteel gebruik van de scootmobiel kan iemand gebruik blijven maken van de pool. Bij intensief gebruik kan er alsnog een individuele scootmobiel verstrekt worden. 23

24 Financiële gevolgen: Naar verwachting een terugloop van het aantal te verstrekken scootmobielen. Stel dat er 1/4 van de scootmobielen van het totaal afgaat zouden er circa 15 scootmobielen minder verstrekt worden in de loop der tijd t.o.v. 2011, d.w.z. 15 x 3000 = Leveranciers zullen daarentegen hogere kosten rekenen voor het halen en brengen van de scootmobiel. Dus uiteindelijk zal dat een besparing kunnen opleveren van minus circa 5000 halen en brengen = Onderhoud en reparatiekosten zullen wegvallen van zo n 300 per scootmobiel: 15x 300= 4500) Er is door leveranciers wel aangegeven hieraan mee te willen werken. Voordeel is ook dat je stallingkosten bespaart en woningaanpassingen kan besparen omdat er geen adequate stalling gerealiseerd hoeft te worden, daar waar die nog niet aanwezig is. Kanttekening/gevolgen (voor de inwoners): Het is nog niet duidelijk hoe verzorgingshuizen en verpleeghuizen tegenover zo n pool staan. Voordeel voor deze huizen is dat er minder scootmobielen gestald worden als er een pool is. Het zou een optie kunnen zijn dat mensen die gebruik maken van de pool geen eigen bijdrage hoeven te betalen om zo de pool te stimuleren. De vraag is wie deze pool kan gaan beheren (receptie/ vrijwilliger?). Deze persoon kan de scootmobiel schoonmaken/ banden oppompen en accu s opladen. Er zijn verschillende gemeenten die een scootmobielpool hebben opgezet. Ervaringen zijn dat er inderdaad minder individuele scootmobielen worden verstrekt, maar er niet veel gebruik wordt gemaakt van de pool. Het is de vraag of dit inderdaad de doelgroep is die er toch al weinig gebruik van maakte of dat het risico is dat een kwetsbare groep zich belemmerd voelt door deze vorm van het verstrekken van een vervoersvoorziening. Bouwsteen 18: Eigen bijdrage voor scootmobiel Mogelijke besparing bouwsteen 17: Scenario A B C D E Er wordt nu nog geen eigen bijdrage gevraagd indien mensen een scootmobiel verstrekt krijgen. Het blijkt dat 80% van alle gemeenten in Nederland een eigen bijdrage vragen voor o.a. de scootmobiel. De eigen bijdrage zal berekend worden naar aanleiding van het inkomen en bepaald worden door het CAK. Deze maatregel zal per 1 juli al ingevoerd gaan worden. Financiële gevolgen: De drempel om een scootmobiel aan te vragen wordt hoger en zal zeker mensen die incidenteel gebruik willen maken van de scootmobiel goed na doen denken of ze dit ervoor over hebben. Het gevolg is dat er minder aanvragen komen voor een scootmobiel, dit is naar verwachting 10 per jaar = circa Ook in de uitvoering zal minder aanvragen zijn uitwerking hebben. Dit zal ongeveer 10x 4 uur werk= 40 uur x 70= 2800 besparen. Tot slot zullen de reparatie kosten ook afnemen, dit kan leiden tot een besparing van 10 x circa 1000 reparatie per scootmobiel circa Totale besparing van ongeveer Daarnaast zijn er hogere inkomsten door de eigen bijdrage. Hier is moeilijk een bedrag voor te noemen omdat deze bijdragen inkomensafhankelijk zijn en de eigen bijdrage afhangt van het aantal voorzieningen en/of AWBZ zorg iemand al heeft. Kanttekening/gevolgen (voor de inwoners): In principe geldt de eigen bijdrage alleen voor nieuwe aanvragers. Mensen die al een scootmobiel in bruikleen van de gemeente hebben hoeven geen eigen bijdrage te gaan betalen. Er moet van tevoren goed gecommuniceerd worden naar burgers dat er een eigen bijdrage gevraagd gaat worden zodat niet pas na afhandeling aanvraag een cliënt beslist de scootmobiel niet te willen ivm eigen bijdrage. NB: het verschil tussen een eigen bijdrage en eigen aandeel is dat een eigen bijdrage op basis van het inkomen wordt vastgesteld en een eigen aandeel een vast bedrag is en dus voor iedere aanvrager hetzelfde is. Mogelijke besparing bouwsteen 18: ruim Scenario B D F 24

25 Bouwsteen 19: Scootmobielen van maximaal 8-10 km per uur verstrekken Nu worden er scootmobielen tussen de 8 tot 15 km per uur verstrekt. Het blijkt dat de scootmobielen die sneller gaan, buiten dat ze duurder zijn, ook sneller schade hebben, vaker bij ongelukken betrokken zijn en sneller slijten. Het alleen nog maar verstrekken van scootmobielen die maximaal 8-10 km per uur gaan zal daardoor een besparing opleveren. Financiële gevolgen: Scootmobielen tussen 8-10 km per uur verstrekken: Het verschil in prijs tussen een scootmobiel van 8-10 en km per uur ligt tussen de 500 en 1000 extra per scootmobiel. De verwachting is dat je bij de helft van de verstrekte scootmobiel een scootmobiel met lagere snelheid kan verstrekken. Dit zou een besparing opleveren van zo n Daarbij bespaar je op kosten bijschade en hebben ze een langere levensduur. In totaal zou dit een besparing kunnen opleveren van ,-. Kanttekening/gevolgen (voor de inwoners): rekening moet worden gehouden met de participatiebehoefte van cliënt. Hoe reed degene voor de belemmering en wordt dat voldoende gecompenseerd met een scootmobiel met lagere snelheid. Eventueel kan er gedacht worden in combinaties met regiotaxi en scootmobiel. Niet alle aanvragers zullen tevreden zijn met een 8-10 km scootmobiel, een kleine groep heeft meer eisen en zal dit te langzaam vinden. De vraag is in hoeverre je in de Wmo hierin mee moet gaan. Mogelijke besparing bouwsteen 19: Scenario B 6.4 Rolstoelen Waar hebben we het over? Er zijn 5 categorieën rolstoelen. Rolstoelen voor incidenteel gebruik, (later eenvoudige rolstoelen genoemd) rolstoelen voor semipermanent gebruik, rolstoelen voor permanent gebruik (hierin heb je de onderverdeling actieve rolstoel waarbij een persoon zelf zijn rolstoel kan voortbewegen en een passieve rolstoel waarbij een persoon geduwd moet worden. Als laatste categorie is er de elektrische rolstoel. Deze kan onderverdeeld worden in een elektrische rolstoel voor binnengebruik, voor binnen- en buiten gebruik en alleen buiten gebruik. Rolstoelen Handmatige rolstoelen 117 x Elektrische rolstoelen 13 x Sportrolstoelen 1 x 2882 Accessoires en aanpassingen rolstoelen 17 x Rolstoeltraining 2 x 493 Onderhoud en reparatie rolstoelen (bulk)

26 6.4.2 Voorstellen Rolstoelen Bouwsteen 20: Een rolstoelpool opzetten Een rolstoelpool houdt in dat er op één algemene plek, zoals in een verzorgingshuis of thuiszorgwinkel, een aantal eenvoudige rolstoelen staan die gebruikt kunnen worden door mensen met een indicatie van de gemeente. De rolstoelen worden dus gedeeld met andere gebruikers. Een alternatief kan zijn dat leveranciers op afroep de rolstoel binnen beperkte tijd komt brengen en na gebruik weer ophalen. Er is door de leveranciers aangegeven dat zij hieraan willen meewerken. Dit kan goed werken door middel van een code die de cliënt via de gemeente krijgt, na aanvraag belemmeringen verplaatsen. Na 3 maanden kan er bekeken worden hoe vaak de rolstoel is gebruikt. Bij incidenteel gebruik van de rolstoel kan iemand gebruik blijven maken van de pool. Bij intensief gebruik kan er alsnog een individuele rolstoel verstrekt worden. Financiële gevolgen: Naar verwachting een terugloop van het aantal te verstrekken rolstoelen. Stel dat er 1/3 van de rolstoelen van het totaal afgaat, dan zouden er circa 35 rolstoelen minder verstrekt worden t.o.v x circa 600= Leveranciers zullen daarentegen hogere kosten rekenen voor het halen en brengen van de rolstoelen. Maar deze kosten zullen opwegen tegen de onderhoud en reparatiekosten. Kanttekening/gevolgen (voor de inwoners): Het is nog niet duidelijk hoe verzorgingshuizen of de thuiszorgwinkel tegenover zo n pool staan. De vraag is wie deze pool kan gaan beheren (receptie/ vrijwilliger?). Deze persoon kan de rolstoel schoonmaken en banden oppompen. Het kan zijn dat aanvragers de aangegeven optie niet prettig vinden. Mogelijke besparing bouwsteen 20: Scenario A B C D E Bouwsteen 21: Het individuele gebruik van toegekende rolstoelen onderzoeken en waar nodig innemen en in depot plaatsen voor her verstrekking Er wordt nu niet gecontroleerd of verstrekte eenvoudige rolstoelen wel echt worden gebruikt. Door bij voorbeeld stagiaires in te zetten op het nabellen van rolstoelgebruikers kunnen rolstoelen die niet meer gebruikt worden weer worden ingenomen en in depot neer worden gezet om herverstrekt te worden. Financiële gevolgen: Er zijn nu circa 500 rolstoelen verstrekt in de gemeente Soest. De verwachting is dat er na controle zo n 10-15% ingenomen zal kunnen worden, dat zijn ongeveer rolstoelen. Dit scheelt in onderhoud (50 rolstoelen minder x circa 60 onderhoud- reparatie per rolstoel = 3.000) en deze rolstoelen kunnen weer herverstrekt worden wat nieuwe rolstoelen aanschaffen voorkomt/vermindert. Dit zou al snel kunnen leiden tot een besparing van eenmalig circa (aantal ingenomen rolstoelen herverstrekken i.p.v. nieuwe rolstoelen aanschaffen + onderhoud- reparatiekosten). Rekening houdend met een restwaarde van de rolstoelen na aantal jaren gebruik van ongeveer 200 per rolstoel. Tevens zorg je voor het beter benutten van een voorziening. Mogelijke besparing bouwsteen 21: Scenario A D E 26

27 6.5 Uitvoering team Wmo Waar hebben we het over? Zie paragraaf 4.3. Het team Wmo-verstrekkingen bestaat uit 17 werknemers, verdeeld over 7 verschillende functieomschrijvingen. In deze paragraaf gaat het vooral om samenwerking en efficiencyvoordelen. Wij willen hier opmerken dat het in alle gevallen zeer moeilijk, zo niet onmogelijk is om een goede inschatting te maken van de werkelijke kostenbesparingen die hiermee gepaard gaan. Hiertoe is nader onderzoek noodzakelijk. Wij hebben er dan ook voor gekozen om ofwel een zeer grove schatting te doen, ofwel te kiezen voor PM. Daar waar we een maatregel kwantificeren in een besparing van formatie-uren, moet in het achterhoofd worden gehouden dat dit niet direct afgeboekt kan worden; we hebben te maken met arbeidsovereenkomsten. Beperking van externe inhuur kan hier wel direct beperkt worden. De uitvoering van de Wmo voorzieningen ligt bij team Wmo van de afdeling Dienstverlening. Het team bestaat uit indicatie adviseurs, kwaliteitsmedewerkers, een toetser, consulenten en administratieve ondersteuners. De consulenten bemensen het Zorgloket en verzorgen de afhandeling van aanvragen. Zij vervullen binnen hun functie dus meerdere rollen. Ook het Steunpunt Mantelzorg is onderdeel van team Wmo. Team Wmo is goed voor circa miljoen aan kosten en salarissen (zie paragraaf 4.3). Voor nadere informatie over de uitvoering door team Wmo-verstrekkingen verwijzen wij u naar Bijlage Voorstellen Uitvoering Bouwsteen 22: Uitbesteden van de uitvoering Wmo voorzieningen aan Servicebureau Gemeenten (SB G) Door de raad is eind 2011 de opdracht gegeven een onderzoek te doen of zelfstandige uitvoering van de Wmo een juiste keuze blijft of dat het mogelijk verstandig is om aansluiting te zoeken bij het SBG. Onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden. Financiële gevolgen: Bij Samenwerking met SB G zou door schaalvergroting winst te behalen zijn. Echter, de conclusie van het onderzoek van BMC is dat samenwerking niet per definitie winst zal geven.(bron: Rapport BMC; De uitvoering van de Wmo vergeleken) In de deelopdrachten is gekeken naar wat de bestaande samenwerkingsverbanden hebben opgeleverd. Daarbij is een voorzichtige conclusie te trekken, dat er mogelijkheden lijken te zijn voor efficiencyverbetering door samenwerking, minder mogelijkheden voor versobering en kostenbesparingen en dat het de moeite zou kunnen lonen om naar andere samenwerkingsverbanden, ook buiten het Gewest te kijken. Een juiste en volledige vergelijking vergt echter veel meer onderzoek. Kanttekeningen/gevolgen(voor de inwoners): In het onderzoek wordt kennis, ervaring en continuïteit van de uitvoeringsorganisatie als voordeel benoemd. Als kanttekening moet hierbij gezegd worden dat Soest gebruik maakt van een meer recente versie van het cliënt volgsysteem, regionaal voorloper is als het gaat om gedigitaliseerd werken en digitale verwerking van facturen via het cliëntvolgsysteem. In dit opzicht zou vooruitgang achteruitgang betekenen. Mogelijk leidt dit voorstel tot minder tevredenheid van de inwoners vanwege de afhandeling op afstand en tot minder contact tussen uitvoering en beleid en minder snel bij kunnen sturen. Mogelijke besparing bouwsteen 22: PM Scenario AC 27

28 Bouwsteen 23: Samenwerking met Baarn en Bunschoten op het gebied van de Wmo In navolging van de samenwerking tussen bij voorbeeld Baarn, Bunschoten en Soest op het gebied van de bijstand, kan eenzelfde constructie worden bedacht voor de Wmo. Financiële gevolgen: Samenwerking met Baarn en Bunschoten op het gebied van de Wmo levert naar waarschijnlijkheid diverse indirecte besparingen op: Schaalvergroting levert continuïteit, kennis, ervaring en mogelijk efficiency op; Mogelijke inkomsten door verhuur van ruimte aan Baarn en Bunschoten; Het softwarepakket voor het cliëntvolgsysteem, en dus de kosten, kunnen worden gedeeld; Volgens een zeer grove schatting levert deze bouwsteen 3% op totale loonkosten op. Uitgaven en inkomsten voor bijvoorbeeld materialen en een cliëntvolgsysteem zijn hier nog niet in meegenomen. Kanttekeningen/gevolgen (voor de inwoners): Voordelen die uit onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn dat de specifieke taakgroepen beter kunnen worden uitgerust met middelen, zoals een eigen intern controller, applicatiebeheerder en jurist. Bovendien levert het betere opvang en vervanging bij ziekte en dus minder kosten voor detacheringkrachten op. Mogelijke besparing bouwsteen 23: PM Scenario AC Bouwsteen 24: Team Wmo onderbrengen bij de BBS (samenwerkingsverband Baarn, Bunschoten, Soest voor de Bijstand) Team Wmo maakt gebruik van hetzelfde cliëntvolgsysteem (GWS) van de BBS. Voor 0,2% wordt reeds applicatiebeheer van BBS ingekocht. De BBS is gehuisvest in Soest. Financiële gevolgen: Samenwerking levert hoogstwaarschijnlijk besparing FTE, gebruik ruimte en overhead op. Kanttekeningen/gevolgen (voor de inwoners): In het verleden is een duidelijke politieke keuze gemaakt om voor bezoekers van de BBS een aparte ingang van het gemeentehuis te organiseren. Deze keuze zou moeten worden herzien. Verder zijn de doelgroepen erg verschillend en vragen deze doorgaans om een andere benadering. Bij de BBS hebben medewerkers hun eigen cliënten. Team Wmo heeft geen cliëntverdeling. De werkwijzen zullen op elkaar moeten worden afgestemd voor een efficiënte werkwijze. Bovendien hanteren de BBS en team een eigen structuur in bereikbaarheid. Voor een efficiënte werkwijze dient bereikbaarheid gelijkgesteld te worden. Mogelijke besparing bouwsteen 24: PM Scenario AC Bouwsteen 25: Het opzetten van een Wmo-brede informatiefunctie Het Zorgloket is in de huidige vorm toegespitst op het informeren over mogelijkheden binnen de Wmo voorzieningen op algemeen, voorliggend of individueel niveau. De Wmo is echter veel breder dan dat. Met het opzetten van een Wmo-brede informatiefunctie met partners die al een informatiefunctie hebben op het terrein van de Wmo (BBS, MEE, woningcoörporaties, SJI, CJG, SWOS, AMW etc.) wordt voldaan aan alle prestatievelden. Zo wordt door alle partners dezelfde informatie verstrekt aan alle inwoners van Soest met een diepgaandere dienstverlening voor haar eigen producten en diensten. 28

29 Financiële gevolgen: Zie bijlage 1. Kanttekeningen/gevolgen( voor de inwoners):er is één ingang voor de inwoners Wmo-breed. Inwoners hebben minder een van-het-kastje-naar-de-muur-ervaring voor de inwoners, er is meer warme overdracht. Een juiste overdracht van gegevens levert uiteindelijk efficiency, maar vergt ook tijd. Keuzes die hier worden gemaakt, hebben relaties met keuzes binnen de drie decentralisaties. Mogelijke besparing bouwsteen 25: PM Scenario AC Bouwsteen 26: Optimaliseren van het cliëntvolgsysteem en scheiding van melding en aanvraag Uit onderzoek blijkt dat een Wmo consulent van de gemeente Soest dagelijks minder aanvragen kan afhandelen dan in diverse andere gemeenten. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen, zoals combinatie van functies en rollen en gebruik van het cliëntvolgsysteem. Het huidige cliëntvolgsysteem (GWS) biedt meer mogelijkheden dan momenteel worden benut. Door het opschonen van het cliëntvolgsysteem en het in gebruik nemen van latent aanwezige digitale dossiers hoeven de medewerkers minder gegevens in te voeren en kunnen betere koppelingen worden gemaakt. Het in gebruik nemen van latent aanwezige (digitale) dossiers maakt het tevens mogelijk om betere invulling te geven aan de werkwijze volgens de Kanteling, namelijk het scheiden van melding en aanvraag en het op het juiste moment uitvoeren van het gesprek. Financiële gevolgen: Door een efficiënter gebruik van het cliëntvolgsysteem kan een consulent per dag één à twee aanvragen per dag meer afhandelen. Dit biedt op jaarbasis een financiële ruimte à Kanttekening/gevolgen (voor de inwoner): Kortere wachttijden voor belanghebbenden met als positief gevolg dat belanghebbenden minder of geen aanspraak kunnen doen op de Wet dwangsom. Voor het uitvoeren van dit voorstel dient een investering gedaan te worden van enkele duizenden euro s. Mogelijke besparing bouwsteen 26: Scenario A Bouwsteen 27: Verminderen bereikbaarheid Zorgloket Zoals hierboven beschreven is het Zorgloket momenteel op werkdagen bereikbaar van 9.30 tot uur. Door de bereikbaarheid van het Zorgloket gelijk te stellen met de openingstijden van BBS, s morgens van 9 tot 10 uur, kan de persoon die normaliter het Zorgloket bemenst, zich met afhandeling van aanvragen bezighouden. Financiële gevolgen: Het beperken van de bereikbaarheid betekent op jaarbasis 400 beschikbare uren, wat omgerekend neerkomt op op jaarbasis. Kanttekeningen/gevolgen (voor de inwoner): Inwoners zullen naar verwachting ontevreden zijn over de verminderde toegankelijkheid. Bovendien vergt toenadering zoeken tot het Zorgloket voor veel inwoners vaak moed. Er moet schroom worden overwonnen alvorens men deze stap maakt. De beperkte toegankelijkheid werpt een drempel op voor deze groep. In het Wmo-beleidsplan wordt een loketfunctie in Soesterberg genoemd. Mogelijke besparing bouwsteen 27: Scenario A B 29

30 Bouwsteen 28: Scheiden van functies Medewerkers hebben nu verschillende petten op. Scheiding van functies levert duidelijkheid en snellere afhandelingtermijnen op, hetgeen weer invloed heeft op aanspraken op de Wet dwangsom. Voor de eerste selectie van het telefoonverkeer voor de Wmo wordt een medewerker van het Telefonisch Informatie Punt (TIP) ingezet. Afhandeling van aanvragen is de primaire taak van de consulenten en het gesprek wordt uitgevoerd door derden. (Voor het optimaal voeren van het Gesprek is scheiding van functies een must. Een medewerker die verantwoordelijk is voor de afhandeling van aanvragen zal tijdens het gesprek ongewild vooruit gaan denken in termen van individuele voorzieningen. Dit werkt belemmerend voor het resultaat van het gesprek.) Op welke manier verder invulling wordt gegeven aan het gesprek (externe inhuur via bijvoorbeeld MEE of eigen medewerkers) is een politieke keuze. Financiële gevolgen: Eventuele inzet van bijvoorbeeld MEE geschiedt middels subsidie via de afdeling Samenleving en is conform landelijke ontwikkelingen op het gebied van cliëntondersteuning door MEE. Voor de inzet van telefonisten kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen van het Telefonisch Informatie Punt (TIP) volgens het concept geeft antwoord. Een grove schatting geeft aan dat 3% besparing aan loonkosten kan worden gerealiseerd door de juiste inzet van de juiste medewerkers. Kanttekeningen/gevolgen (voor de inwoner): Er is geen belangenverstrengeling bij het voeren van het gesprek met belanghebbende. Mogelijke besparing bouwsteen 28: PM Scenario A 30

31 Hoofdstuk 7: Scenario s 7.1 Algemeen In paragraaf 1.1 noemen wij al de uitgangspunten die de gemeenteraad formuleerde voor de kerntakendiscussie. Voor onze opdracht zijn vooral de volgende uitgangspunten relevant: b. Bij de afweging en discussie over kerntaken hechten wij groot belang aan de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners en de samenleving. Op basis van de huidige invulling van taken door de gemeente is het denkbaar dat er een verschuiving plaatsvindt naar inwoners en samenleving c. De gemeente Soest blijft zorg verlenen aan het niet zelfredzame deel van de samenleving. De zwakkeren zullen zoveel mogelijk worden ontzien bij de uitkomsten van de kerntakendiscussie d. Inwoners of bedrijven die profijt hebben van een voorziening of dienst dienen naar redelijkheid bij te dragen in de kosten daarvan. e. Het samen met andere gemeenten uitvoeren van taken kan belangrijk zijn uit het oogpunt van efficiëncy en continuïteit. Wel verwachten we van een samenwerking dat het een duidelijke toegevoegde waarde heeft voor Soest en dat onze rol van afnemer van diensten goed geborgd wordt. Daarnaast bestaat bij velen een beeld van Soest als gulle verstrekker in vergelijking met andere gemeentes. Waarschijnlijk is dit beeld hoofdzakelijk ontstaan doordat Soest nog steeds fietsen met trapondersteuning verstrekt en nog maar beperkt een eigen bijdrage heft. Bovendien bestaat het beeld dat Soest relatief makkelijk in vergelijking met andere gemeenten tot het verstrekken van een voorziening overgaat. Met al deze gegevens in het achterhoofd, en met de opdracht om na te denken over mogelijkheden van versobering, samenwerking en grotere efficiëntie kwamen wij tot de volgende scenario s: A. Soest verstrekt efficiënter B. Soest verstrekt soberder C. Soest verstrekt in samenwerking D. Soest verstrekt minder gul E. Soest verstrekt alleen als het moet F. Soest verstrekt en de gebruiker betaalt naar vermogen. 7.2 Stapelen Wij noemden al eerder de bouwstenen. Deze vindt u in hoofdstuk 6 terug. Hieronder geven wij aan welke bouwstenen onder welk scenario kunnen worden gebracht. Hiermee stellen wij u in de gelegenheid te kiezen voor een bepaald scenario of voor een combinatie van scenario s, waarbij u zelf de bouwstenen kunt stapelen tot het gewenste besparingsbedrag of percentage. Het spreekt voor zich dat niet altijd de besparingen van bouwstenen kunnen worden opgeteld. Wij veronderstellen dat de architect die straks met deze eindrapportage aan de slag gaat, voldoende inzicht heeft (gekregen) om te zien waar bouwstenen niet kunnen worden gestapeld. Dit gegeven treedt vaak op wanneer verschillende bouwstenen hetzelfde onderwerp betreffen. Ook geldt dat bij bepaalde combinaties van bouwstenen, de ene bouwsteen effect kan hebben op de hoogte van de besparing van de andere. Een voorbeeld: als je kiest voor een combinatie van bouwsteen 2 en bouwsteen 6a, zal het besparingsbedrag van 6a veel lager uitvallen dan : het percentage van 75% heeft nu namelijk betrekking op een veel lager startbedrag. Het totale bedrag dat aan verstrekkingen wordt uitgegeven, bedraagt ongeveer 5 miljoen. Een besparingsopgave van 25% betekent dus Dit bedrag kan met het stapelen van bouwstenen ruimschoots worden bereikt. 31

32 7.3 Bouwstenen per scenario A Soest verstrekt efficiënter Bouwstenen B Soest verstrekt soberder Bouwstenen C Soest verstrekt in samenwerking Bouwstenen D Soest verstrekt minder gul Bouwstenen E Soest verstrekt alleen als het moet Bouwstenen F Soest verstrekt en de gebruiker betaalt naar vermogen Bouwstenen Voorbeelden van mogelijke scenario s Er zijn legio combinaties te maken van gestapelde bouwstenen. Hieronder twee voorbeelden. Boven een voorbeeld voor scenario D; Soest verstrekt minder gul. En onder een voorbeeldstapel voor scenario B: Soest verstrekt soberder. 32

Eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf en voor de Wmo

Eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf en voor de Wmo Eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf en voor de Wmo De klant betaalt een eigen bijdrage voor de zorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) die deze thuis krijgt (zorg zonder verblijf),

Nadere informatie

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013 Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013 ALGEMEEN De individuele voorzieningen Wmo betreffen vervoersvoorzieningen, rolstoelen, woonvoorzieningen en hulp bij het huishouden. Onderstaand

Nadere informatie

M.F.L.A. van Oosterhout. Maatschappelijke Aangelegenheden. S.A.J. Terlouw

M.F.L.A. van Oosterhout. Maatschappelijke Aangelegenheden. S.A.J. Terlouw Raadsbrief Made, 10 januari 2012 Registratienr.: Onderwerp: Risico's gemeentelijk inkomensbeleid m.b.t. de Wmo Portefeuillehouder: Ambtelijke coördinatie: Steller: M.F.L.A. van Oosterhout Maatschappelijke

Nadere informatie

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Aan: Namens: Onderwerp: Wmo adviesraad het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Geachte Leden van de Wmo Adviesraad, De

Nadere informatie

Voor de overige voorzieningen (rolstoelvoorzieningen, het collectief vervoer en forfaitaire tegemoetkomingen 1 ) wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

Voor de overige voorzieningen (rolstoelvoorzieningen, het collectief vervoer en forfaitaire tegemoetkomingen 1 ) wordt geen eigen bijdrage gevraagd. Bijlage 1 bij raadsvoorstel. (RV 2012.015) Voorstel uitbreiding eigen bijdrage regeling De eigen bijdrage is wettelijk geregeld in artikel 15 van de Wmo en het hierop gebaseerde (landelijk geldende) Besluit

Nadere informatie

Meedoen, ook als u lichamelijke beperkingen heeft! Individuele voorzieningen in de Wmo

Meedoen, ook als u lichamelijke beperkingen heeft! Individuele voorzieningen in de Wmo Meedoen, ook als u lichamelijke beperkingen heeft! Individuele voorzieningen in de Wmo 2 3 WMO De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt dat iedere inwoner van de gemeente Beverwijk mee kan blijven

Nadere informatie

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4 De heer P.C. Schultink De heer A.J. de Leeuw Datum: Ons kenmerk: Afdeling: Contactpersoon: Uw brief van: Uw kenmerk: Onderwerp: WMO-- Samenleving A. Bok 21 november 2012 Beantwoording vragen Wmo Datum

Nadere informatie

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Waarover

Nadere informatie

16 november 2010/35607 Datum :

16 november 2010/35607 Datum : Agendapunt 16 Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer 16 november 2010/35607 Datum : : 2010 Programma : Welzijn Blad : 1 van 8 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder mw. M. van Beukering-Huijbregts

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Financieel Besluit Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording...

Nadere informatie

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende. Besluit voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2014 Vastgesteld in de collegevergadering van 28 december 2011 Gewijzigd: 11 december 2012, 10 december 2013 Publicatiedatum: 4 januari 2012, 19 december 2012,

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR130338_4 5 december 2017 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording a. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien een

Nadere informatie

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek A. Algemene toelichting 1.0 Omvang van de eigen bijdrage/eigen aandeel In de Verordening is bepaald dat een cliënt een eigen bijdrage betaalt bij een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget

Nadere informatie

MEMO van college aan de raad

MEMO van college aan de raad MEMO van college aan de raad datum : 19 oktober 2010 (binnen gekomen bij de griffie op 2 november 2010) aan : Gemeenteraad van : College onderwerp : Uitwerking motie voorziening Wmo (1 juli 2010) Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013,

Nadere informatie

Toelichting op het Financieel Besluit Wmo

Toelichting op het Financieel Besluit Wmo Toelichting op het Financieel Besluit Wmo Inleiding. Naast een Verordening maatschappelijke ondersteuning en het Verstrekkingenboek Wmo is er ook een gemeentelijke Financieel Besluit Wmo. In dit besluit

Nadere informatie

Commissienotitie Reg. nr : 1110223 Comm. : MZ Datum : 20-06-11

Commissienotitie Reg. nr : 1110223 Comm. : MZ Datum : 20-06-11 Onderwerp Wet maatschappelijke ondersteuning, de kanteling in de gemeente Boxtel. Status oordeelvormend Voorstel 1. Kennis te nemen van bijgaande notitie De kanteling in de gemeente Boxtel. 2. Voor de

Nadere informatie

De Wmo en inkomensgrenzen (2012)

De Wmo en inkomensgrenzen (2012) De Wmo en inkomensgrenzen (2012) 1. Aanleiding Recent zijn er door de Tweede Kamer en diverse gemeenten vragen gesteld over inkomensgrenzen in de Wmo, mede naar aanleiding van enkele rechterlijke uitspraken

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels

Nadere informatie

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Y.M.E. Boesten / februari 2017 Agendapunt commissie: 4.2 Steller Telefoonnummer Email Y.M.E. Boesten 3528 Yvonne.Boesten@valkenswaard.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 29273/54159 23 februari 2017 Portefeuillehouder Hetty

Nadere informatie

Kaart 5: Voorzieningen Wmo Achtergrondinformatie voor patiënten

Kaart 5: Voorzieningen Wmo Achtergrondinformatie voor patiënten Kaart 5: Voorzieningen Wmo Achtergrondinformatie voor patiënten Onderscheid gesprek en beoordeling De Nederlandse gemeenten ontwikkelen een nieuwe manier van werken binnen de Wmo. Deze bestaat uit twee

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. - 1 - HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1) college; het college van burgemeester en wethouders. HOOFDSTUK 2. HULP BIJ

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Y.M.E. Boesten / februari 2017 Agendapunt commissie: Steller Telefoonnummer Email Y.M.E. Boesten 3528 Yvonne.Boesten@valkenswaard.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 29273/54159 23 februari 2017 Portefeuillehouder Hetty Tindemans

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem Verordening Individuele Voorzieningen Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem Onderzoek en Statistiek Haarlem, november 2009 1 Colofon Opdrachtgever: Samensteller: Gemeente Haarlem Programmabureau

Nadere informatie

Aanpassing Hulp bij het Huishouden

Aanpassing Hulp bij het Huishouden Aanpassing Hulp bij het Huishouden november Nv N Zo Dalfsen, 31 oktober 2014 Aanpassing hulp bij het huishouden Pagina 0 Inhoud Aanpassing Hulp bij het Huishouden... 0 Inhoud... 1 Inleiding... 1 Visie

Nadere informatie

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Inleiding De wet bepaald dat de gemeente een verordening dient vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van het door de gemeenteraad

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Inleiding In de wet is vastgelegd dat de gemeente een verordening dient vast te stellen met daarin de kaders voor de

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. p.h.: Agendanummer:

RAADSVOORSTEL. p.h.: Agendanummer: RAADSVOORSTEL Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering de dato: Nota aanbevelingen voor aanpassing van het beleid individuele voorzieningen Wmo - 1-14 december 2010 Agendanummer: p.h.: 10.12.06 WIII de raad

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

NOTA INVOEREN VERORDENING WMO OSS 2016 EN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OSS 2016.

NOTA INVOEREN VERORDENING WMO OSS 2016 EN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OSS 2016. NOTA INVOEREN VERORDENING WMO OSS 2016 EN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OSS 2016. I. HOE ZIET GEMEENTELIJK REGELGEVING BIJ DE WMO ER UIT? De Wmo-verordening De Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Algemeen beeld. Beleid Memo bij de 3 e kwartaal rapportage Wmo Onderwerp: Toelichting op de cijfers 3e kwartaal 2013

Algemeen beeld. Beleid Memo bij de 3 e kwartaal rapportage Wmo Onderwerp: Toelichting op de cijfers 3e kwartaal 2013 Memo bij de 3 e kwartaal rapportage Wmo Onderwerp: Toelichting op de cijfers 3e kwartaal Algemeen beeld Ontvlechting samenwerkingsverband Wmo De ontvlechting van de samenwerking loopt op schema. De overdracht

Nadere informatie

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus Inleiding ROGplus heeft in 2010 samen met 98 andere organisaties deelgenomen aan de module Individuele voorzieningen van de benchmark

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

I n f o r m a t I e f o l d e r

I n f o r m a t I e f o l d e r I n f o r m a t I e f o l d e r INDIVIDUELE VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Algemeen Wanneer u in uw leven te maken krijgt met ziekte of handicap, kan dat betekenen dat u allerlei beperkingen

Nadere informatie

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek In deze bijlage wordt uitgelegd hoe de (maximale) eigen bijdrage per voorziening wordt vastgesteld. Deze

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst; gelet op: - de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 - de Verordening

Nadere informatie

VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4

VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4 VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4 VOORSTEL 1. tot vaststelling van de verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Gennep en intrekking van het raadsbesluit

Nadere informatie

Notitie bijdrage Wmo 2015

Notitie bijdrage Wmo 2015 Notitie bijdrage Wmo 2015 Inleiding. Deze notitie richt zich op het onderdeel eigen bijdrage binnen de Wmo 2015 (hierna te noemen bijdrage). In de ontwerp Wmo verordening zijn al de nodige zaken geregeld

Nadere informatie

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo.

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo. Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo. 1. Inleiding De gemeente Winsum is al enige tijd bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden om voor alle Wmo-voorzieningen

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden. www.reuseldemierden.

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden. www.reuseldemierden. Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden www.reuseldemierden.nl/bekendmakingen Nummer : 2016-005 Datum : 29 januari 2016 Besluit Maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking

Nadere informatie

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Huishoudelijke verzorging algemeen Huishoudelijke verzorging kan in natura of in de vorm van een persoonsgebonden

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 08.0080 Herzien bij B&W besluit 08.0959, d.d. 7 oktober 2008. Rv. nr. : 08.0080 B&W-besluit d.d.: 2-9-2008 B&W-besluit nr.: 08.

RAADSVOORSTEL 08.0080 Herzien bij B&W besluit 08.0959, d.d. 7 oktober 2008. Rv. nr. : 08.0080 B&W-besluit d.d.: 2-9-2008 B&W-besluit nr.: 08. RAADSVOORSTEL 08.0080 Herzien bij B&W besluit 08.0959, d.d. 7 oktober 2008 Rv. nr. : 08.0080 B&W-besluit d.d.: 2-9-2008 B&W-besluit nr.: 08.0822 Naam programma +onderdeel: Programma Welzijn en Zorg onderdeel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009 Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting bij Besluit maatschappelijke ondersteuning Putten 2016

Artikelsgewijze toelichting bij Besluit maatschappelijke ondersteuning Putten 2016 *548423* Bijlage BBV Artikelsgewijze toelichting bij Besluit maatschappelijke ondersteuning Putten 2016 Artikel 1 Begripsbepaling In de benoemde documenten staan alle begrippen reeds uitgewerkt. Voor de

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Opzet presentatie Wat zijn de veranderingen t.o.v. van huidige Wmo? Opdracht gemeente Maatwerkvoorzieningen specifiek begeleiding Vervolgstappen tot 1 januari

Nadere informatie

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude Toelichting Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2012 Zoeterwoude Inleiding De nieuwe beleidsregels vormen met de nieuwe verordening een trendbreuk met de oude regels (ooit verstrekkingenboek geheten),

Nadere informatie

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Het ministerie van VWS heeft wee websites in het leven geroepen die hierover uitgebreid informatie geven www.dezorgverandertmee.nl en www.hoeverandertmijnzorg.nl

Nadere informatie

raadsvoorstel Aan de raad,

raadsvoorstel Aan de raad, raadsvoorstel Agendapunt 2015, nr IX-5 Te behandelen door mevrouw drs. I.G. Saris onderwerp Blad 1/5 Aan de raad, Inleiding Sinds 2007 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Onderwerp: Aanpassing verordening individueel maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bergen

Onderwerp: Aanpassing verordening individueel maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bergen Agendapunt : 08 Voorstelnummer : 05-036 Raadsvergadering : 15 mei 2012 Naam opsteller : Beleidsmedewerker Welzijn Informatie op te vragen bij : 170 Portefeuillehouders : Onderwerp: Aanpassing verordening

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR608265_2 19 maart 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In dit besluit wordt verstaan

Nadere informatie

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT04226. Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT04226. Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp: Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT04226 II Onderwerp: II Datum vergadering^ Ö Nota openbaar: Ja Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER)

Nadere informatie

Toelichting. Artikel 2

Toelichting. Artikel 2 Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben.

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR297190_1 4 juli 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1. Begripsbepalingen 2 HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING 2 artikel 2. Vorm 2 HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING

Nadere informatie

Concept raadsbesluit

Concept raadsbesluit Voorstel aan : Gemeenteraad van 24 juni 2013 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 11 juni 2013 Nummer : Onderwerp : Vaststelling basistarieven Huishoudelijke hulp/wmo Bijlage(n) : Onderzoek basistarieven

Nadere informatie

Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013

Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013 Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013 Gemeente Waterland augustus 2014 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 3 2. CLIËNTTEVREDENHEID... 3 3. HET WMO-LOKET... 3 3.1 AANVRAGEN... 4 3.2 INDICATIES...

Nadere informatie

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van het college van B & W van 22 december 2015 Besluit maatschappelijke

Nadere informatie

Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013

Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013 Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013 Dienst Sociale Zaken en werkgelegenheid Noardwest Fryslân, oktober 2014 1 Dit is een publicatie van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Postadres

Nadere informatie

MEMO van college aan de raad

MEMO van college aan de raad MEMO van college aan de raad datum : 25 februari 2010 (binnengekomen bij de griffie 1 maart 2010) aan : Gemeenteraad van : College onderwerp : Besluit individuele maatschappelijke ondersteuning 2010 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Verschillenanalyse Beemster/Purmerend

Verschillenanalyse Beemster/Purmerend Verordening Beemster 2011 Gemeente Beemster Verschillen algemeen Verordening Purmerend 2011 na 1 e wijziging jan. 2012 art. 15, 29 (vervallen), 33 en 41 Gemeente Purmerend Kanteling nog niet geheel ingevoerd

Nadere informatie

WMO MONITOR KWARTAAL : Samenvatting belangrijkste bevindingen

WMO MONITOR KWARTAAL : Samenvatting belangrijkste bevindingen WMO MONITOR KWARTAAL 4 211: Samenvatting belangrijkste bevindingen Financieel De totale overschrijding van de budgetten is in de loop van 211 teruggelopen en komt uit op 272.756. Na het tweede kwartaal

Nadere informatie

Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer.

Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer. Nummer: 8a. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 6 maart 2012 Aanleiding De Wet maatschappelijke

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Derde en vierde kwartaal 2007

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Derde en vierde kwartaal 2007 Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2007 Derde en vierde kwartaal 2007 Versie : 1 Datum : 15 februari 2008 Samengesteld door : J. van den Hoogen-Stallen

Nadere informatie

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, beschikken

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008 juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;

Nadere informatie

Bijlage tabel wijzigingen verordening, nadere regels en beleidsregels

Bijlage tabel wijzigingen verordening, nadere regels en beleidsregels Bijlage tabel wijzigingen verordening, nadere regels en beleidsregels Wijzigingen verordening Huidige verordening Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening 2. Een cliënt komt in aanmerking voor

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lopik. Nr. 187414 29 december 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik,

Nadere informatie

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Tweede kwartaal 2007

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Tweede kwartaal 2007 Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2007 Tweede kwartaal 2007 Versie : 1 Datum : 3 september 2007 Samengesteld door : J. van den Hoogen-Stallen

Nadere informatie

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo.

Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo. Drie scenario s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo. 1. Inleiding De gemeente Winsum is al enige tijd bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden om voor alle Wmo-voorzieningen

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie

Mee kunnen doen in Hengelo

Mee kunnen doen in Hengelo Mee kunnen doen in Hengelo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Aanbesteding Uitwerkingsnotitie IV Concept ten behoeve van de inspraak Gemeente Hengelo, april 2006 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aanbesteding

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, januari 2013 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2010 Besluit WMO gemeente Nunspeet Januari 2010 afdeling Publiek en Sociaal gemeente Nunspeet - 2 - Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties In deze bijlage behandelen we kort vijf opties die de gemeente kan inzetten bij de

Nadere informatie

WMO Wet maatschappelijke ondersteuning

WMO Wet maatschappelijke ondersteuning WMO Wet maatschappelijke ondersteuning 6 maart 2007 1 Programma Kennismaking Uitleg door ABVAKABO FNV Uitleg door vertegenwoordiger gemeente Vragen en antwoorden 6 maart 2007 2 Inwerkingtreding 1 januari

Nadere informatie