Draaien en overige ,

Transcriptie

1

2 ,

3 1

4 C 80 C 55 D 75 E 86 M 35 V 85 A 82 B 55 K H L O P R S T W N A F B G C MAATWERK 11 N D O E P M m d m d s A C E F G H J K L M N U d± 0,025 0,025 0,025 0,013 0,025 0,013 m± s± 0,15 0,15 0,15 0,005 0,013 0,025 0,005 0,025 0,013 0,005 0,013 0,025 0,15 0,08 0,2 0,15 0,08 0,2 0,025 0,025 0,025 0,025 0,013 0,025 0,025 0,025 0,025 0,13 0,025 0,08 0,25 0,13 0,38 0,13 G A T C U F W G MAATWERK X H J M N Q R 16 R S T W C,D,V K aanduiding/ s (mm) 04 T S S S 01 / 1,59 T1 /1,98 02 / 2,38 03 /3,18 T3 /3,97 04 / 4,76 05 /5,56 06 /6,35 07 / 7,94 08 / 9,52 aanduiding/ r (mm) 08 r 02 / 0,2 04 /0,4 08 / 0,8 12 /1,2 16 /1,6 24 / 2,4 00 /0 OO: Ronde paat in inch MO: Ronde paat in mm E F = scherpe snijkant E = afgerond T = negatieve fase S = negatieve fase + afgerond R R L N

5

6 Aanvuende technische informatie kemhouders en wissepaten Aanduiding en verkaring van de wissepaatgeometrie De in de cataogus opgegeven waarden voor snedediepte, voeding en snijsneheid garanderen u een goede spaanbreuk. Natuurijk kunnen er beperkende voorwaarden zijn zoas de stabiiteit en het vermogen van de machine en de opspanning. Hierdoor kunnen dan de opgegeven waarden niet ingezet worden. In het agemeen echter zut u ondervinden dat het prima inzetbare startwaarden zijn van waaruit u a na geang het resutaat verder kunt werken. Wanneer u de waarden te hoog vindt kunt u met 20 tot 40% agere waarden aanvangen maar oopt u het risico uit het optimae spaanbreuk gebied te geraken. Wanneer u direct met voor uw toepassing optimae waarden wit beginnen, kunnen wij voor u op maat een advies uitbrengen. 1 e positie: NF2 N = Negatieve wissepaat (omkeerbaar) PF2 P = Positieve wissepaat 2 e positie: Triingen NF2 NM3 F = Fijn (icht draaiwerk, nadraaien) M = Middematig (universee gebruik) Met name bij het gebruik van boorbeites kunnen ongewenste triingen optreden. Hierna vogen enkee tips om deze triingen te voorkomen: veraag of verhoog de snijsneheid veraag of verhoog de voeding kies een positieve kemhouder en wissepaat (bij voorkeur gesepen) houd de kemhouder zo kort mogeijk ingespannen kies een geometrie voor fijn bewerking span het werkstuk zo stabie mogeijk in NR4 PA2 3epositie: PF2 R= Ruwen (ruwen of voordraaien, onderbroken snede) A = Auminium (geometrie voor auminium) 2 : Hoe ager het geta des te meer de geometrie afgestemd is op keine spaandoorsneden Tips voor het kiezen van boorbeites met bijbehorende wissepaten NR4 4 : Hoe hoger het aatste geta hoe sterker de geometrie Om bij de boorbewerking het beste resutaat te krijgen vogen hierbij de onderstaande tips: kies de grootst mogeijke boorbeitediameter kies een zo kort mogeijke uitsteekengte koe indien mogeijk door de baar heen, dit ook in verband met het wegspoeen van de spanen kies een zo kein mogeijke neusradius Secht oppervak De tips voor het voorkomen van een secht oppervak: veraag de aanzet verhoog de snijsneheid gebruik koevoeistof (of vetter) kies een makkeijk snijdende wissepaat (gesepen of positief) verbeter de stabiiteit van het gereedschap en het werkstuk Formues per geometrie voor het berekenen van voeding (f) en snedediepte (ap) zijn: NF2 ap min = neusradius (mm) ap max = 2,4 mm f min = 0,15 x neusradius f max = 0,26 x neusradius NM3 ap min = 1,2 x neusradius (mm) ap max = 0,35 x snijkantengte f min = 0,28 x neusradius f max = 0,55 x neusradius NR4 ap min = 2 x neusradius ap max = 0,4 x snijkantengte f min = 0,4 x neusradius f max = 0,65 x neusradius PM3 ap min = 1,25 x neusradius ap max = 0,33 x snijkantengte f min = 0,25 x neusradius f max = 0,52 x neusradius PM4 ap min = 1,25 x neusradius ap max = 0,33 x snijkantengte f min = 0,28 x neusradius f max = 0,52 x neusradius

7 Tips voor het kiezen van draadsnijkemhouders met bijbehorende wissepaten Tips voor het gebruik van voboren met bijbehorende wissepaten. Het PHANTOM wissepaat programma bevat twee soorten draadsnijpaten te weten draadsnijpaten in voprofie en deeprofie. Voprofie Veraag de voeding bij het aanboren met 1/3 wanneer het te boren oppervak meer dan 2 schuin is. Bij een draadsnijpaat met een voedig profie wordt ook de buitendiameter door de paat meegenomen zodat de schroefdraad in èèn keer zijn definitieve vorm krijgt (de scherpe kantjes zijn er a vanaf). Wanneer grotere series gedraaid worden verdient de snijpaat met een voprofie de voorkeur. Veraag de voeding bij het aanboren met 1/3 wanneer het te boren oppervak ho is. Deeprofie Wanneer het te boren oppervak niet gad is, dient de voeding bij het aanboren of doorkomen verminderd te worden. Met een draadsnijpaat met een deeprofie kunnen meerdere draadsoorten gesneden worden. We za per diameter op de exacte buitendiameter voorgedraaid moeten worden. De topradius van de snijpaat is afgestemd op het keinste profie binnen de range van mogeijk te snijden schroefdraden. De draadsnijpaat met deeprofie wordt gekozen wanneer men keinere series maakt en niet zovee verschiende paten op voorraad wi houden. Wanneer een dwarsgat gepasseerd wordt wat groter dan een kwart van de diameter van de voboor is, dient de voeding verminderd te worden. Onderegpaten Draadsnijhouders waarvan de code met een N begint hebben geen onderegpaat. De overige draadsnijbeites worden standaard met een onderegpaat van + 1,5 graad geeverd voor het werken naar de kauwpaat toe. Wanneer van de kauwpaat af gewerkt wordt moet voor een onderegpaat met een negatieve heingshoek gekozen worden. Dit kan bijvoorbeed het geva zijn bij het snijden van inkse schroefdraad waarbij de beite in de normae positie staat en de bank rechtsom bijft draaien.onderegpaten zijn ook everbaar met andere heingshoeken. Een grotere heingshoek wordt genomen voor keinere diameters of bij een grovere draad. Een keinere heingshoek wordt genomen wanneer de schroefdraad fijn is of op een grote diameter zit. Wanneer er in een werkstuk reeds gaten zijn geboord die toch nog opgeboord dienen te worden, dan gedt dat de bestaande gaten niet groter mogen zijn dan een kwart van de diameter van de voboor.

8 Oorzaken en opossingen voor vervroegde snijkantsijtage bij draaien Probeem Beed van de wissepaat Oorzaak: Opossing: Vrijoopvaksijtage Te hoge snijsneheid Veraag snijsneheid Kies hardere hardmetaasoort Koksijtage Te weinig koeing Te hoge snijsneheid Meer koeen en meer emusie toevoegen Voeding en snijsneheid veragen Kies een wissepaat met een positieve geometrie Snijkantopbouw Te age snijsneheid Negatievegeometrie De spaan wi niet breken Verhoog de snijsneheid Kies een wissepaat met een positieve geometrie Verander de voeding Kerfwerking Te hoge snijsneheid Hardmetaa te zacht Veraag de snijsneheid Kies een hardere metaasoort Kies een keinere instehoek bij zefhardende materiaen Uitbreken van wissepaat Hardmetaa te bros Geometrie te zwak Kies een taaiere hardmetaasoort Kies een wissepaat met een grotere fase of een positievere geometrie Warmtescheuren Temperatuurwisseing door geen constante koevoeistof toevoer Verbeter de koevoeistof toevoer Kies een taaiere hardmetaasoort Kies een coating die meer warmte kan hebben Wissepaatbreuk Hardmetaasoort te bros Kies een taaiere hardmetaasoort Wissepaatgeometrie te zwak Kies een sterkere geometrie bij voorkeur een enkezijdige wissepaat Te vee druk op wissepaat Verminder de voeding en/of snedediepte Snijkantvervorming Snijtemperatuur te hoog Te vee druk op wissepaat Veraag de snijsneheid Kies een sijtvastere hardmetaasoort

9 Oorzaken en opossingen voor vervroegde snijkantsijtage bij frezen Probeem Oorzaak Opossing Paatbreuk Hardmetaa te hard Onjuiste geometrie Beschadigde zitting van de Freesbody Voeding te groot Tevee spaanvoume Kies een taaiere hardmetaasoort Kies een sterkere geometrie Body of onderegpaat vernieuwen Veraag de voeding Verminder spaanvoume Uitbrokkeing van de snijkant Hardmetaa te hard Onjuiste geometrie Tegenopend frezen (gedeeteijk) Kies een taaiere hardmetaasoort Kies een sterkere geometrie Positie van frees veranderen Snijkantopbouw Te age snijsneheid Kevende spanen Snijsneheid verhogen Kies een gecoate freespaat Scheuren Temperatuurwisseingen Toevoer koewater verbeteren Triingen Werkstuk niet goed opgespannen Ongunstige geometrie Opspanning verbeteren Kies een freespaat met een positieve geometrie Freesbody met tevee tanden Kies een grofgetande freesbody Te ange uitsteekengte Verbeteren Toerenta te hoog Veraag het toerenta Voeding te aag Verhoog de voeding Oppervaktekwaiteit secht Freespaten stomp Voeding te hoog Axiae afwijking Frees snijdt na Freespaten vernieuwen Veraag de voeding Spi uitkokken Recht zetten

10 Bewerkingssneheden kartes frezen Materiaasoort Oppervaktesneheid m/min voor kartegrootte Insteeken traversesneheid(mm/omwenteing) voor kartesteek ø14,5 ø21,5 0,6 0,8 1,0 1,2 1,6 2, ,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070,12 0,090,14 0,090, ,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070,12 0,090,14 0,090, ,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070,12 0,090,14 0,090, ,10 0,10 0,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070, ,10 0,10 0,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070, ,10 0,10 0,10 0,060,11 0,060,11 0,060, ,10 0,10 0,10 0,060,11 0,060,11 0,060, ,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070,12 0,080,13 0,080, ,10 0,10 0,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070, ,100,18 0,100,18 0,110,19 0,110,19 0,120,20 0,120, ,100,18 0,100,18 0,110,19 0,110,19 0,120,20 0,120, ,070,12 0,070,12 0,080,13 0,080,13 0,090,14 0,090, ,060,11 0,060,11 0,070,12 0,070,12 0,080,13 0,080,13 Bewerkingssneheden kartes frezen Materiaasoort Oppervaktesneheid m/min voor kartegrootte Insteeken traversesneheid (mm/omwenteing) Traversesneheid (mm/omwenteing) voor kartesteek voor kartestreek ø20 ø25 0,6 0,8 1,0 1,2 1,6 2,0 0,6 0,8 1,0 1,2 1,6 2, ,06 0,06 0,1 0,12 0,15 0,2 0,22 0,24 0,27 0,31 0,35 0, ,06 0,06 0,1 0,12 0,15 0,2 0,22 0,24 0,27 0,31 0,35 0, ,06 0,06 0,1 0,12 0,15 0,2 0,22 0,24 0,27 0,31 0,35 0, ,07 0,09 0,1 0,12 0,15 0,2 0,22 0,24 0,27 0,3 0, ,07 0,09 0,1 0,12 0,15 0,2 0,22 0,24 0,27 0,3 0, ,08 0,1 0,13 0,15 0,18 0,21 0,23 0,28 0,31 0,35 0,4 0, ,08 0,1 0,13 0,15 0,18 0,21 0,23 0,28 0,31 0,35 0,4 0, ,06 0,08 0,1 0,12 0,15 0,18 0,22 0,24 0,27 0,31 0,35 0, ,04 0,06 0,07 0,09 0,1 0,12 0,18 0,2 0,22 0,24 0,26 0,28 Deze bewerkingssneheden zijn bedoed as richtijn. Vraag voor uitgebreide technische info onze kompete gebruikershandeiding.