STANDPUNT. Intra-arteriële radioembolisatie voor de behandeling van colorectale levermetastasen. 1 mei 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STANDPUNT. Intra-arteriële radioembolisatie voor de behandeling van colorectale levermetastasen. 1 mei 2013"

Transcriptie

1 STANDPUNT Intra-arteriële radioembolisatie voor de behandeling van colorectale levermetastasen 1 mei 2013 Nederlands Genootschap voor Interventie Radiologie (NGIR), werkgroep oncologische interventie radiologie Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG)

2 Inhoud 1. Inleiding De huidige behandeling van colorectale levermetastasen Curatieve behandeling Palliatieve behandeling Intra-arteriële radioembolisatie Behandeling en beschikbare producten Plaats van yttrium-90 radioembolisatie in het behandelalgoritme Selectie van patiënten voor intra-arteriële radioembolisatie Klinische studies intra-arteriële radioembolisatie Evaluatie van behandelresultaten Werkzaamheid en effectiviteit intra-arteriële radioembolisatie Resultaten vergelijkende studies Resultaten niet-vergelijkende studies Samenvatting resultaten Kwaliteit van leven Conclusie werkzaamheid, effectiviteit en kwaliteit van leven Bijwerkingen en complicaties Conclusies en aanbevelingen Referenties

3 1. Inleiding De incidentie van colorectaal carcinoom in Nederland is de afgelopen 10 jaar sterk toegenomen. In het jaar 2000 was de incidentie In 2011 werd bij mensen de diagnose colorectaal carcinoom gesteld. 1 Bij de diagnose colorectaal carcinoom is de mate van metastasering op afstand de belangrijkste determinant voor overleving. De metastasen van colorectaal carcinomen treffen voornamelijk de lever. 2 Ten tijde van diagnose heeft al 25% van de patiënten metastasen in de lever. Dit percentage kan in het verdere ziekteverloop toenemen tot 50-60%. Metastasen in de lever ontwikkelen zich sneller dan metastasen in andere organen. De aanwezigheid van levermetastasen is derhalve van groot belang voor de prognose en een voorname doodsoorzaak van patiënten met colorectaal carcinoom in een vergevorderd stadium. Onbehandeld is de prognose zeer ongunstig: de mediane overleving bedraagt dan 6-8 maanden. 3, 4 Traditioneel berust de behandeling van kanker op drie pijlers: chirurgie, systemische (chemo)therapie en radiotherapie. Oncologische radiologische interventies vormen een nieuwe, vierde vorm van behandeling. Oncologische interventie radiologie is een specialisme dat zich toelegt op beeldgestuurde minimaal invasieve behandeling van patiënten met kanker. 5 In eerste instantie zal men radiologische interventies, zoals de meeste nieuwe therapieën, toepassen bij patiënten bij wie de traditionele behandelingen niet of niet meer mogelijk zijn. Deze zogenaamde salvage patiënten hebben niet-resectabele laesies en zijn refractair of resistent voor systemische therapie of kunnen deze therapie niet meer verdragen. Er zijn 3 categorieën radiologische interventies bij kanker: intra-arteriële technieken, technieken voor tumorablatie en palliatieve ingrepen. Met intra-arteriële technieken behandelt men voornamelijk levertumoren omdat hiervan bekend is dat ze gevasculariseerd worden door de leverslagader terwijl het gezonde leverparenchym juist overwegend via de poortader wordt gevasculariseerd. Door injectie van chemotherapeutica of radioactieve microsferen in de leverslagader (via een katheter) kan heel specifiek het tumorweefsel behandeld worden terwijl het gezonde leverweefsel gespaard blijft. In dit document wordt specifiek ingegaan op de plaats van intra-arteriële radioembolisatie in de behandeling van colorectale levermetastasen. Na een overzicht van de huidige behandelmethoden voor colorectale levermetastasen, zullen de klinische studies die de toepassing van intra-arteriële radioembolisatie onderbouwen worden besproken, gevolgd door conclusies en aanbevelingen. Het standpunt is gebaseerd op de gegevens die in mei 2013 beschikbaar waren en kan in de loop van de tijd aangepast worden op basis van voortschrijdend inzicht. 3

4 2. De huidige behandeling van colorectale levermetastasen De tekst in dit hoofdstuk is met name gebaseerd op de vigerende Landelijke Richtlijn colorectale levermetastasen (1.0), Deze richtlijn is inmiddels echter wel verouderd en een nieuwe richtlijn is in ontwikkeling. Publicatie van de nieuwe richtlijn wordt in de loop van 2013 verwacht Curatieve behandeling Partiële leverresectie is de enige curatieve behandelingsmodaliteit voor patiënten met levermetastasen. Bij 70-80% van de patiënten is dit echter niet mogelijke vanwege bijvoorbeeld de anatomische ligging van de tumor, een te klein resterend levervolume of de aanwezigheid van bilobulaire tumoren. 8 Het percentage 5 jaars-overleving na resectie van de levermetastasen ligt tussen 25 en 50%, en is afhankelijk van het aantal en de uitbreiding van de metastasen Palliatieve behandeling Op het moment dat een curatieve resectie van colorectale levermetastasen niet (meer) mogelijk is bestaan er een aantal palliatieve behandelopties voor de behandeling van levermetastasen. Deze kunnen worden onderverdeeld in: Systemische therapie Chirurgie - radiologische interventies Radiotherapie Systemische therapie Gedurende bijna 40 jaar worden patiënten met niet-resectabele metastasen van een colorectaal carcinoom in de lever en/of andere organen behandeld met palliatieve systemische therapie. Er zijn thans een drietal chemotherapeutica (fluoropyrimidines, irinotecan, en oxaliplatin) en twee zgn. targeted therapieën (antilichamen tegen de vascular endothelial growth factor (VEGF) en tegen de epidermale groeifactor receptor (EGFR). Deze middelen kunnen in opeenvolgende lijnen van behandeling worden ingezet. De behandeling heeft een bewezen gunstig effect op de totale overleving en kan vaak eventuele klachten verminderen en de kwaliteit van leven verbeteren. Daarnaast kan er door systemische therapie een situatie ontstaan waarbij alsnog een curatieve operatie mogelijk is. Deze neoadjuvante systemische therapie wordt toegepast bij patiënten met niet-resectabele levermetastasen en kan resulteren in secundaire resectiepercentages van 15-40%. 9 Van alle patiënten die met systemische therapie worden behandeld zal de meerderheid uiteindelijk geen tumorreductie bereiken die een secundaire resectie mogelijk maakt en stoppen vanwege het ontbreken van respons, progressie van ziekte, of het optreden van ernstige bijwerkingen. Ook zal de meerderheid van de beperkte subgroep van patiënten die een secundaire resectie van levermetastasen ondergaat uiteindelijk recidiveren, meestal in 4

5 de lever. Met het beschikbaar komen van eerder genoemde geneesmiddelen als ook het toegenomen gebruik van chirurgische resecties van metastasen is de mediane overleving van ongeselecteerde patiënten (dus niet met alleen metastasen beperkt tot de lever) opgelopen tot meer dan 2 jaar. 10,11,12 De 5-jaars overleving is in de laatste jaar toegenomen van < 5% tot bijna 20%. 13 Chirurgie - radiologische interventies Tumorablatie technieken Tumorablatie is een techniek die gebruik maakt van lokale applicatie van warmte/koude. Cryochirurgie, elektrocoagulatie, en microwave coagulatie zijn experimentele locoregionale interventies ter behandeling van niet-resectabele levermetastasen. Met deze techniek wordt weefsel verhit/bevroren waardoor denaturatie van intracellulaire eiwitten en vernietiging van celmembranen (coagulatie necrose) optreedt. 14,15,16 De meest veelbelovende ablatie techniek die steeds meer opgang vindt betreft radiofrequente ablatie (RFA). Bij RFA wordt door middel van radiogolven hitte gegenereerd waarmee selectief pathologisch weefsel wordt vernietigd. RFA kan op een effectieve manier leiden tot lokale tumor destructie. Er is echter een gebrek aan goede data die een overlevingsvoordeel voor RFA aantonen. Lange termijn resultaten waarbij RFA wordt vergeleken met chirurgische resectie laten zien dat RFA veel slechter scoort dan chirurgische resectie. De 5-jaars overleving na resectie was 43% versus 23% na RFA. 17 Eénarmige retrospectieve of prospectieve studies geven een grote variatie aan uitkomsten voornamelijk ten gevolge van verschillen in selectie van 18, 19, 20, 21, 22 patiënten, overige behandelingen en eindpunten. De 5-jaars overlevingspercentages van sterk geselecteerde patiënten (minder dan 5 nietresectabele levermetastasen, < 5cm in diameter), na behandeling met RFA liggen tussen de 24 en 44% (Crocetti et al. 2010). 23 Recent zijn de resultaten van de eerste prospectieve, gerandomiseerde studie naar de effectiviteit van RFA in combinatie met chemotherapie (de CLOCC studie) gepubliceerd. In deze gerandomiseerde fase II studie bij patiënten met niet-resectabele colorectale levermetastasen, (< 10 levermetastasen met een maximum diameter van 4 cm voor de laesies die met RFA behandeld werden, geen extrahepatische ziekte), werd RFA plus chemotherapie (n=60) vergeleken met chemotherapie alleen (n=59). Het primaire eindpunt overall survival (OS) na 30 maanden > 38% werd gehaald, maar niet alleen in de RFA in combinatie met chemotherapie groep maar ook in de chemotherapie groep. 24 Tot op heden is derhalve niet aangetoond dat RFA van niet-resectabele levermetastasen een overlevingsvoordeel geeft ten opzichte van chemotherapie. Ook heeft toepassing van RFA beperkingen ten aanzien van de grootte van de laesie (langste diameter niet > 5 cm), het aantal laesies (niet meer dan 5 laesies) en de locatie (niet dichtbij centrale galwegen, centrale luchtwegen, het pyleum en afgaande zenuwen). Daardoor zal in het stadium van vergevorderde gemetastaseerde ziekte geen plaats zijn voor behandeling met RFA omdat de grens van 5 laesies, waarbij de laesies niet groter mogen zijn dan 5 cm in diameter dan meestal snel overschreden is. 5

6 3. Intra-arteriële radioembolisatie 3.1 Behandeling en beschikbare producten Voor patiënten met colorectale levermetastasen die niet meer in aanmerking komen voor chirurgie en refractair en/of resistent zijn voor systemische therapie, is er een nieuwe therapie beschikbaar met een ander werkingsmechanisme: intra-arteriële radioembolisatie met behulp van yttrium-90 microsferen. Het doel van de behandeling van deze salvage patiënten is lokale tumor controle, resulterend in levensverlenging met behoud van kwaliteit van leven. Intra-arteriële radioembolisatie is een vorm van inwendige bestraling waarvoor de patiënt verwezen wordt naar de interventie radioloog en/of de nucleair geneeskundige. Voor behandeling wordt de patiënt besproken in een multidisciplinair team bestaande uit een interventie radioloog, een nucleair geneeskundige en een oncoloog. De behandeling wordt uitgevoerd door de interventie radioloog in samenwerking met de nucleair geneeskundige. Tijdens de behandeling worden via een katheter in de leverslagader radioactieve bolletjes (yttrium-90 microsferen) richting de tumor gespoten. De radioactieve bolletjes lopen lokaal vast in het vaatbed rondom de tumor en geven daar hun radioactiviteit af met als doel de tumorcellen te vernietigen. De belangrijkste voorwaarde om in aanmerking te komen voor radioembolisatie met yttrium- 90 microsferen is dat de primaire tumor is verwijderd en dat de lever het primair belaste orgaan is ofwel een zogenaamde lever-dominante ziekte. De behandeling wordt in tegenstelling tot RFA niet gelimiteerd door het aantal metastasen en evenmin door de grootte van de metastasen, tenzij de tumorbelasting excessief is; dat wil zeggen dat meer dan 70% van de lever is ingenomen door tumoren. Iedere patiënt die voor behandeling in aanmerking wil komen krijgt daarom een CT-scan van thorax abdomen en een MRI-scan van de lever. Vervolgens vindt er een angiografisch diagnostisch onderzoek plaats. Tijdens de angiografie wordt onder lokale verdoving via een klein steekgat door de huid een katheter in de liesslagader ingebracht. Via de liesslagader is het mogelijk om in de buikslagader (aorta) te komen en van daaruit de leverslagader (arteria hepatica) te katheteriseren. Door het inspuiten van een contrastmiddel door de katheter en gebruik te maken van röntgendoorlichting is het mogelijk om de slagaders in de buik naar de lever af te beelden. Vervolgens wordt de circulatie van de lever geïsoleerd door kleine takjes uit de leverslagader die niet naar de lever gaan te emboliseren met coils (spiraaltjes). Via de katheter in de leverslagader worden licht radioactieve eiwitten toegediend (technetium-99m albuminemacroaggregaten, MAA). Aansluitend wordt een nucleaire SPECT-scan gedaan om te controleren of inderdaad al het toegediende materiaal naar de lever gaat. Op deze manier wordt ook de mate van doorstroom naar de long (lung-shunting) gecontroleerd. De patiënt wordt bij voorkeur één nacht in het ziekenhuis opgenomen voor monitoring. 6

7 Binnen twee weken na de diagnostische angiografie vindt de daadwerkelijke behandeling plaats door intra-arteriële toediening van de radioactieve yttrium-90 microsferen via een katheter in de leverslagader. Voor iedere patiënt wordt de juiste dosis yttrium-90 microsferen berekend door het tumor volume af te zetten tegen het totale levervolume. Ook deze tweede fase van de behandeling gaat bij voorkeur gepaard met één nacht ziekenhuisopname. Momenteel zijn er twee yttrium-90 gelabelde microsfeerpreparaten commercieel beschikbaar: Yttrium-90 hars microsferen (SIRspheres, SIRTeX Medical Ltd., Australië). Yttrium-90 glas microsferen (TheraSphere, MDS Nordion Inc., Canada). Beide fabrikanten hebben een formule ontwikkeld voor de berekening van de optimale dosis yttrium-90 microsferen, zodat een optimale therapeutische ratio wordt verkregen. 25,28 Daarnaast is er een derde product in ontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van een andere isotoop (Holmium-166 microsferen). Radioembolisatie met Holmium-166 kan op dit moment echter alleen nog in onderzoeksverband worden toegepast. Het design en de resultaten van de fase I studie voor de behandeling van patiënten met levermetastasen zijn 26, 27 in respectievelijk 2010 en 2012 gepubliceerd. Zowel de yttrium-90 glas- als de yttrium-90 harsmicrosferen hebben een Europese CE markering en mogen in Europa gebruikt worden voor de behandeling van zowel primaire als secundaire levertumoren. Het klinisch bewijs voor de glasmicrosferen beperkt zich echter vooral tot de behandeling van het primaire levercarcinoom (HCC) 28, terwijl er voor de harsmicrosferen juist veel klinische studies zijn uitgevoerd in patiënten met colorectale levermetastasen 29 (zie hoofdstuk 4). Tot op heden werd in klinische studies met yttrium-90 radioembolisatie, minder dan 10% van de patiënten met colorectale levermetastasen met glasmicrosferen behandeld Plaats van yttrium-90 radioembolisatie in het behandelalgoritme Yttrium-90 radioembolisatie is niet opgenomen als behandeloptie in de (verouderde) Nederlandse landelijke richtlijn behandeling colorectale levermetastasen (2006). 6 In internationale behandelrichtlijnen wordt de toepassing van de yttrium-90 radioembolisatie techniek als therapie voor de behandeling van salvage patiënten met colorectale levermetastasen aanbevolen. De richtlijnen van Fong et al en Kennedy et al beoordelen de bewijsvoering voor effectiviteit en veiligheid van yttrium-90 radioembolisatie als voldoende. De NICE richtlijn gepubliceerd in acht het bewijs voor de veiligheid van behandeling van niet-resectabele colorectale levermetastasen met radioembolisatie adequaat. Bewijsvoering voor de effectiviteit bij patiënten die voorafgaand reeds met systemische therapie behandeld zijn, acht de commissie voldoende voor het gunstige effect op tijd tot progressie (TTP). NICE acht het belangrijk dat er vergelijkende studies worden uitgevoerd in salvage setting waarbij radioembolisatie zal worden vergeleken met Best Supportive Care (BSC), voor het vaststellen van het effect op algehele overleving en het effect op kwaliteit van leven. De vergelijkende cohort studies van Seidensticker et al. 39 en 7

8 Bester et al. 40 werden pas gepubliceerd na afronding van de beoordeling door NICE. Daarnaast acht NICE het noodzakelijk dat de subgroep van patiënten, die duidelijk klinisch voordeel ondervinden van deze behandeling wordt geïdentificeerd. Daartoe dienen de toekomstige klinische studies de karakteristieken van de te behandelen patiënten duidelijk te beschrijven, waaronder histologische gegevens en uitgebreidheid van de metastasen. Ook de zogenaamde downstaging van metastasen waardoor resectie- of ablatiebehandelmogelijkheden zouden kunnen ontstaan dient nauwkeurig te worden gedocumenteerd. Figuur 1 laat zien dat er voor salvage patiënten met colorectale levermetastasen in het laatste stadium van de ziekte op dit moment geen behandelalternatieven meer bestaan. In dit stadium van de ziekte zijn er veelal meerdere en grotere laesies in zowel de rechter als de linker leverkwab (bilobulair) aanwezig waardoor RFA en vena porta embolisatie als salvage therapie niet meer in aanmerking komen en de patiënt aangewezen is op BSC. Intra-arteriële radioembolisatie kan bij deze patiënten worden ingezet waarbij de hele lever behandeld wordt en gestreefd wordt naar verlenging van progressie-vrije overleving met behoud van kwaliteit van leven op het moment dat chirurgische (radiologische) interventies en systemische behandelingen niet (meer) mogelijk zijn of hebben gefaald. * De richtlijn adviseert dat deze behandelingen bij voorkeur in onderzoeksverband uitgevoerd dienen te worden. Figuur 1: Behandelalgoritme colorectale levermetastasen, de plaats van intra-arteriële radioembolisatie. 8

9 3.3 Selectie van patiënten voor intra-arteriële radioembolisatie Intra-arteriële radioembolisatie dient uitsluitend te worden toegepast indien de primaire tumor is verwijderd, de lever de dominante lokalisatie van de metastasen is (lever-dominante ziekte die de prognose primair bepaalt), en chirurgische verwijdering van de levermetastasen niet mogelijk is. Het aantal laesies en de grootte van de tumoren zijn geen limiterende factoren, tenzij de tumorbelasting in de lever excessief is (>70%). Patiënten moeten een adequate lever- en nierfunctie hebben en een ECOG performance status variërend van 0 tot 2. Absolute contra-indicaties voor intra-arteriële radioembolisatie zijn: Zwangerschap. Verminderde leverfunctie (alanine aminotransferase, aspartaat aminotransferase of alkaline fosfatase > 5x de bovenlimiet van de normaalwaarde of serum bilirubine > 1,5 x de bovenlimiet van de normaalwaarde). Meer dan 30 Gy geabsorbeerde dosis op de longen. Shunting naar andere extrahepatische organen (maag, duodenum, pancreas). Ter voorbereiding op de uiteindelijk behandeling en ter uitsluiting van de laatste twee absolute contra-indicaties wordt een voorbereidende angiografische procedure uitgevoerd waarbij alle relevante routes voor extrahepatische shunting afgesloten worden middels coiling van deze vaten (in ieder geval de arteria gastroduodenalis en arteria gastrica dextra). Daarna wordt een dosis 99m Tc-MAA toegediend gevolgd door beeldvorming om daadwerkelijk te controleren en te kwantificeren of de voorbereiding voldoende is geweest (zie hoofdstuk 3.1). Relatieve contra-indicaties zijn: Eerdere behandeling van het levergebied met radiotherapie. Capecitabine gebruik 2 maanden vóór of twee maanden na behandeling met radioembolisatie. Laag leukocyten aantal (< 4,0*10 9 /l ) of laag trombocyten aantal (<150*10 9 /l). Verminderde nierfunctie (serum creatinine > 185 μmol/l). Verminderde hartfunctie (relevante morfologie op ECG of New York Heart Association classificatie van hartziekten 2). Trombose van de vena porta is een contra-indicatie voor harsmicrosferen, maar niet voor glasmicrosferen. Een contra-indicatie die alleen betrekking heeft op het gebruik van glasmicrosferen betreft patiënten met een ernstige pulmonale insufficiëntie. 28,32 9

10 4. Klinische studies intra-arteriële radioembolisatie 4.1 Evaluatie van behandelresultaten Werkzaamheid en effectiviteit De werkzaamheid (in termen van respons) van interventies bij de behandeling van solide tumoren wordt beoordeeld door de zogenaamde tumorlast te meten vóór aanvang van de behandeling (baseline) en ter evaluatie van de behandeling (objectieve respons). De (mediane) Tijd tot Tumor Progressie (TTP) en de (mediane) progressievrije overleving (Progression Free Survival, PFS) gelden als intermediaire parameters voor effectiviteit. De (mediane) algehele overleving (Overall Survival, OS) is hiervoor de definitieve maat. Indien respons als surrogaatparameter wordt gebruikt dient te worden aangetoond dat de respons correleert met PFS of OS. Objectieve respons In 2000 werden de RECIST criteria ontwikkeld voor het standaardiseren van de respons criteria. 34 Regelgevende instanties hebben deze RECIST criteria geaccepteerd als een geschikte richtlijn voor de beoordeling de respons. Inmiddels is er een recentere versie van de RECIST richtlijn verschenen. 35 Op basis van beeldvorming, door middel van crosssectionele methoden zoals CT en MRI kunnen de tumor laesies worden gemeten en nieuwe laesies in kaart worden gebracht. Voor het meten van de respons worden er zogenaamde target en non-target laesies onderscheiden. De target laesies worden geselecteerd op basis van de grootte van de tumor (laesie met de grootste diameter), ze moeten representatief zijn voor alle betrokken organen en moeten tevens geschikt zijn om herhaaldelijk te kunnen meten. De volgende response criteria zijn gedefinieerd in de richtlijn: Complete respons (CR); Partiële respons (PR); Stabiele ziekte (Stable disease, SD); Progressieve ziekte (Progressive disease, PD). Tabel 1 geeft een samenvatting van alle mogelijke evaluaties voor overall respons (OR). Momenteel is de CT (computertomografie) de meest gebruikte methode voor het meten van laesies geselecteerd voor de beoordeling van de respons. Voor tumoren in de lever wordt de 3-fase CT als standaard methode aangeraden voor het evalueren van de laesies. Door middel van de 3-fase CT scan kunnen duidelijk de lijnen van de laesies in de lever worden weergegeven. MRI (magnetic resonance imaging) is tevens een geaccepteerde geschikte beeldvormende techniek voor de beoordeling van de respons

11 Tabel 1: RECIST - Overall respons. Target laesies Non-Target laesies Nieuwe laesies Overall Respons CR CR Nee CR CR Non-CR/Non-PD Nee PR CR Niet geëvalueerd Nee PR PR Non-PD of niet alle laesies geëvalueerd Nee PR SD Non-PD of niet alle laesies geëvalueerd Nee SD Niet alle laesies geëvalueerd Non-PD Nee NE PD Ongeacht de respons Ja of Nee PD Ongeacht de respons PD Ja of Nee PD Ongeacht de respons Ongeacht de respons Ja PD CR=complete response, PR= partiële respons, SD= stabiele ziekte, PD= progressieve ziekte, NE= niet evalueerbaar. De definities van de respons criteria zijn terug te vinden in de Revised RECIST richtlijn. 35 Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven is een belangrijke, maar subjectieve parameter die meegenomen dient te worden in de evaluatie van een behandeling. Met name voor een palliatieve behandeling in de laatste fase van het leven is behoud van kwaliteit van leven een belangrijke parameter. Gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven wordt gemeten aan de hand van gestructureerde en gevalideerde vragenlijsten. Twee gevalideerde vragenlijsten voor gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven bij kanker patiënten zijn de QLQ-C30 en de RAND-36 vragenlijst. Belangrijke variabelen voor kankerpatiënten worden in deze lijsten geijkt: met name algemeen dagelijks functioneren, conditie, vermoeidheid en pijn wordt gescoord. De uitkomsten van de enquête op de tijdsintervallen na de behandeling kunnen worden vergeleken met de uitkomsten van de enquête voorafgaand aan de behandeling. 11

12 4.2 Werkzaamheid en effectiviteit intra-arteriële radioembolisatie De werkzaamheid en effectiviteit van intra-arteriële radioembolisatie is aangetoond in verschillende prospectieve en retrospectieve studies (vergelijkend en niet-vergelijkend). Er zijn twee gerandomiseerde, gecontroleerde studies gepubliceerd waarin de effectiviteit van intra-arteriële radioembolisatie met harsmicrosferen als eerstelijnsbehandeling bij CRC patiënten met levermetastasen werd bestudeerd. In de studie van Gray et al. 36 werden patiënten gerandomiseerd in de behandelgroep met hepatische arteriële chemotherapie (HAC met FUDR) of in de combinatiegroep, waarbij behandeling met HAC FUDR gecombineerd werd met intra-arteriële radioembolisatie. Zowel de objectieve respons als de TTP in de lever was significant hoger in de gecombineerde behandelgroep vergeleken met de HAC FUDR groep (respectievelijk 44% versus 18%, p=0,01 en 15,9 maanden versus 9,7 maanden, p=0,001). Tevens werd er een trend waargenomen richting een overlevingsvoordeel in de gecombineerde behandelgroep bij patiënten met een overleving van > 15 maanden. In de studie van Van Hazel et al. 37 werd behandeling met intra-arteriële radioembolisatie gecombineerd met 5-FU/LV vergeleken met behandeling met alleen 5- FU/LV. Ook in deze studie werd een significant verschil in mediane overleving (HR 0,33, 95% BI 0,12-0,91; p=0,025), mediane TTP (3,6 maanden versus 18,6 maanden, p<0,0005) en in de objectieve respons ( first integrated respons 90,1% versus 0%, p=0,001; best confirmed respons 72,7% versus 0%, p=0,001) waargenomen in het voordeel van de gecombineerde behandelgroep. Voor radioembolisatie als eerstelijnsbehandeling is gerandomiseerd klinisch onderzoek mogelijk, waarbij de effectiviteit wordt vergeleken met de effectiviteit van de huidige beste behandeloptie. Het hoogst haalbare niveau van bewijs in deze setting is dan ook niveau A (gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit en van voldoende omvang). Daarentegen gaat het in de salvage setting om vergelijking met alleen palliatieve zorg (Best Supportive Care, BSC). Randomisatie of direct vergelijkend onderzoek waarbij radioembolisatie wordt vergeleken met alleen BSC zonder dat de patiënten in de BSC-arm bij progressie de mogelijkheid krijgen om alsnog met radioembolisatie behandeld te worden (cross-over design) is echter niet ethisch. Indien in een gerandomiseerde studie een dergelijk cross-over design wordt toegepast (zoals in de studie van Hendlisz et al. 2010) 38 heeft dit gevolgen voor het kunnen aantonen van statistisch significante verschillen tussen radioembolisatie en de controlebehandeling. Daarom is het hoogst haalbare niveau van bewijs voor de salvage setting niveau B (vergelijkend onderzoek maar niet met alle kenmerken zoals voor niveau A, waaronder patiënt-controle onderzoek en cohort onderzoek). Tabel 2 geeft een overzicht van alle vergelijkende en niet-vergelijkende studies die tot op heden zijn gepubliceerd met intra-arteriële radioembolisatie bij salvage patiënten met colorectale levermetastasen. Studies met patiënten met levermetastasen ten gevolge van verschillende primaire tumoren zijn alleen meegenomen indien de resultaten voor patiënten 12

13 met colorectale levermetastasen apart gerapporteerd werden. Studies waarin de voorbehandeling met systemische therapie niet werd gerapporteerd of studies met zowel niet als uitgebreid voorbehandelde patiënten (gemixte populatie) zijn niet meegenomen. Tabel 2: overzicht studies behandeling van salvage patiënten met colorectale levermetastasen met intraarteriële radioembolisatie. 1 e Auteur Design N Behandeling Vergelijkende studies Type yttrium-90 microsferen Hendlisz et al Randomised Controlled Trial 23: 5-FU 21: yttrium FU harsmicrosferen Seidensticker et al Bester et al Niet-vergelijkende studies Vergelijkende cohort studie ( matched pair analysis ) Vergelijkende cohort studie 29: yttrium-90 29: BSC 339: yttrium-90, waarvan 224 mcrc 51: BSC, waarvan 29 mcrc harsmicrosferen harsmicrosferen Cosimelli et al Mulcahy et al Niet-vergelijkend Prospectief Niet-vergelijkend Prospectief 50 yttrium-90 harsmicrosferen 72 yttrium-90 glasmicrosferen Sato et al Niet-vergelijkend Prospectief 137 yttrium-90 totaal waarvan 51 mcrc glasmicrosferen Cianni et al Ŧ Niet-vergelijkend Retrospectief 110 yttrium-90 totaal waarvan 47 salvage mcrc harsmicrosferen Evans et al Niet-vergelijkend Retrospectief 208 totaal yttrium-90 waarvan 140 salvage mcrc harsmicrosferen Cianni et al Ŧ Jakobs et al Kennedy et al Lewandowski et al Niet-vergelijkend Retrospectief Niet-vergelijkend Retrospectief Niet-vergelijkend Retrospectief Niet-vergelijkend Retrospectief 41 yttrium-90 harsmicrosferen 41 yttrium-90 harsmicrosferen 208 yttrium-90 harsmicrosferen 27 yttrium-90 glasmicrosferen Ŧ de patiëntenpopulatie van Cianni et al 2009 werd tevens in Cianni et al 2010 meegenomen. 13

14 4.2.1 Resultaten vergelijkende studies De studie van Hendlisz et al is de enige gerandomiseerde, gecontroleerde studie naar yttrium-90 radioembolisatie met hars microsferen als salvage therapie in de behandeling van inoperabele mcrc patiënten met levermetastasen refractair of resistent voor systemische therapie. In deze studie werden patiënten geïncludeerd bij wie voorafgaand aan deelname aan de studie alle mogelijke palliatieve behandelingen niet succesvol waren gebleken. De patiënten werden gerandomiseerd tussen een 5-FU controlegroep en een combinatie behandelgroep waarbij yttrium-90 radioembolisatie met hars microsferen gecombineerd werd met 5-FU. De mediane follow-up periode was 24,8 maanden. Yttrium-90 radioembolisatie plus 5-FU werd goed verdragen en resulteerde in een significante verbetering van mediane tijd tot progressie in de lever (Time To Liver Progression, TTLP) en tijd tot progressie (Time To Progression, TTP) vergeleken met de 5- FU controlegroep. Mediane TTLP bedroeg 5,5 versus 2,1 maanden respectievelijk (HR = 0,38, 95% BI 0,20-0,72, p=0,003). Het risico op het ontwikkelen van progressieve ziekte in de lever was 62% lager in de combinatie behandelgroep in vergelijking met de 5-FU controle groep. De mediane TTP bedroeg 4,5 versus 2,1 maanden respectievelijk (HR=0,51, 95% BI 0,28-0,94, p=0,03). Er werd een significant hoger percentage stabiele ziekte bereikt in de combinatie behandelgroep in vergelijking met de 5-FU controlegroep (PR+SD 86% versus 35%, p=0,001). Uit ethische overwegingen kregen patiënten in de 5-FU controlegroep die progressieve ziekte ontwikkelden, de mogelijkheid om over te stappen op behandeling met yttrium-90 radioembolisatie (cross-over design). Tien patiënten (43,5%) uit de 5-FU controlegroep ontwikkelde progressieve ziekte, en werden alsnog behandeld met yttrium-90 radioembolisatie met harsmicrosferen. Zoals verwacht kon door dit cross-over design geen verschil op algehele overleving (OS) worden aangetoond. Wel was er een trend in het voordeel van de yttrium-90 radioembolisatie-arm (10,0 versus 7,3 maanden, HR 0,92, p=0,80). De studie van Seidensticker et al betreft een matched-pair analyse waarbij 29 patiënten met colorectale levermetastasen werden behandeld met yttrium-90 radioembolisatie met hars microsferen en werden vergeleken met patiënten met colorectale levermetastasen die alleen Best Supportive Care (BSC) ontvingen (controle groep). Er werden 29 matched pairs gevormd, waarbij voor de controle groep geput kon worden uit meer dan 500 patiënten verdeeld over 3 ziekenhuizen in Duitsland. De eerste 29 opeenvolgende passende patiënten werden in deze studie ingesloten als controle patiënt. Patiënten voor deze controle groep werden in twee fases geïdentificeerd. In de eerste fase werd gekeken naar een overeenkomstige voorafgaande behandeling en tumorlast en vervolgens werden 29 patiënten geselecteerd die op minimaal 2 van de volgende 4 criteria matchten met een ytttrium-90 patiënt: percentage aangedane lever (+20% absoluut verschil); synchrone versus metachrone metastasen; alkaline fosfatase toename versus geen toename; en carcino embryonaal antigen (CEA) > 200ng/ml versus < 200ng/ml. Zestien patiënt paren matchten voor alle 4 genoemde criteria, 11 voor 3 criteria en 2 voor 2 criteria. Patiënten waren allen refractair op systemische therapie of weigerden verdere behandeling met systemische therapie nadat ze progressief waren geworden op eerdere behandeling 14

15 hiermee. Een groot deel van de patiënten in beide groepen was reeds behandeld met de nieuwere generatie targeted therapieën die tot de huidige standaard behandelopties behoren: bevacizumab (51,7%; 48,3%) en/of cetuximab (51,7%; 65,5%). Het primaire eindpunt was algehele overleving gerekend vanaf de datum waarop progressie van de ziekte in de lever werd vastgesteld vóór behandeling met radioembolisatie of de aanvang met BSC. Secundaire eindpunten waren veiligheid, verdraagzaamheid van de behandeling met radioembolisatie, progressie-vrije overleving (PFS), en algehele tumorrespons (geëvalueerd aan de hand van RECIST). De algehele overleving van patiënten die behandeld werden met radioembolisatie plus BSC was statistisch significant en klinisch relevant langer dan de algehele overleving in de BSC groep (mediane OS 8,3 versus 3,5 maanden; hazard ratio (HR) 0.26, 95% BI ; p<0.001). Dit overlevingsvoordeel werd al duidelijk na 3 maanden follow-up (97% versus 59% overleving) en hield aan tot 12 maanden na behandeling (24% versus 0% overleving). Uit de univariabele Cox analyse voor algehele overleving bleek dat behandeling met yttrium- 90 radioembolisatie en een gunstige Karnofsky index het risico op overlijden significant reduceerden (respectievelijk HR 0.26; 95% BI , p<0.001 en HR 0.97; 95% BI , p=0.038). Door middel van een multivariabele Cox analyse werd aangetoond dat de behandeling met yttrium-90 radioembolisatie de enige voorspellende factor met grote significantie is voor overlevingswinst (HR 0.3; 95% BI , p<0.001). De mate van uitbreiding van metastasen in de lever werd geassocieerd met een verhoogd risico op overlijden (HR 1.03, 95% BI , p=0.028). In 41,1% van de patiënten behandeld met yttrium-90 radioembolisatie werd een PR aangetoond. In 17,2% van de patiënten werd SD bereikt na behandeling met radioembolisatie. Er werd een significante winst in mediane PFS gedemonstreerd na behandeling met radioembolisatie vergeleken met de patiënten in de BSC groep (5,5 versus 2,1 maanden, HR 0,38, 95% BI 0,22-0,65, p<0,001). De overlevingswinst die met yttrium-90 radioembolisatie werd behaald in de studie van Seidensticker et al. 39 is gunstig vergeleken met de resultaten behaald in studies waarin de nieuwste systemische behandelingen werden vergeleken met BSC bij patiënten met gemetastaseerd CRC die reeds behandeld waren met meerdere lijnen chemotherapie.. In de studie van Jonker et al. 2007werd een mediane algehele overleving van 6,1 maanden behaald door behandeling met cetuximab, versus 4,6 maanden in de BSC groep. 50 In de studie van van Cutsem et al werd een mediane algehele overleving van 6,4 maanden behaald met panitumumab. 51 De studie van Bester et al betreft een vergelijkende retrospectieve cohort studie waarin de veiligheid en overleving van patiënten in salvage setting behandeld met yttrium-90 radioembolisatie werd vergeleken met de overlevingsdata van een groep patiënten die behandeld werden met BSC. De patiëntenpopulatie die in aanmerking kwam voor behandeling met radioembolisatie was een zeer grote heterogene groep met verschillende onderliggende primaire tumoren (n=339), waarbij de groep met gemetastaseerd CRC de grootste groep was (n=224 patiënten). Het controle cohort (n=51, waarvan 29 mcrc) bestond uit patiënten die niet in aanmerking konden komen voor behandeling met radioembolisatie. Deze patiënten werden geëxcludeerd op basis van anatomie van de 15

16 arterieën in de lever, lung shunting, niet geven van toestemming voor deelname, of vanwege de keuze voor een andere behandeloptie (zoals behandeling met bevacizumab). Naar alle waarschijnlijkheid waren dit patiënten met niet al te ver gevorderde ziekte. Een groep bestaande uit 27 patiënten kon niet worden toegelaten in het controle cohort vanwege redenen die gezien worden als relatieve exclusie criteria voor behandeling met radioembolisatie en op individuele basis dienen te worden geëvalueerd om een mogelijk risico voor het ondergaan van de behandeling te kunnen uitsluiten. De exclusie criteria voor radioembolisatie zijn onder andere een ECOG >2, excessieve tumorlast in de lever en/of onvoldoende restlever functie. Aangezien deze 27 patiënten waarschijnlijk een groep patiënten betrof met meer gevorderde ziekte werden ze uitgesloten als zijnde potentiële kandidaten voor radioembolisatie en werden derhalve niet toegelaten in het controle cohort van deze studie. Voor de subgroep met gemetastaseerd CRC werden de overlevingsdata apart gerapporteerd. De mediane OS in het gemetastaseerd CRC cohort was 11,9 maanden. De mediane OS in het controle cohort mcrc patiënten was 6,6 maanden, en was statistisch significant lager vergeleken met het cohort dat behandeling met radioembolisatie had ondergaan (p=0,001). Ook deze vergelijkende studie, met een zeer groot cohort, toont aan dat er een significant overlevingsvoordeel kan worden behaald met de toepassing van radioembolisatie als behandeloptie in de salvage setting vergeleken met BSC Resultaten niet-vergelijkende studies De effectiviteit van de behandeling met yttrium-90 radioembolisatie wordt tevens ondersteund door de resultaten van niet-vergelijkende studies. In de studie van Cosimelli et al werden patiënten geïncludeerd die voorafgaand met meer dan drie verschillende systemische therapie regimes waren behandeld en waarbij alle behandelingen hadden gefaald. Op basis van een intention to treat analyse waarbij gebruik werd gemaakt van de RECIST criteria, resulteerde de behandeling met radioembolisatie in een significante ORR (PR 22% plus CR 2%) van 24% (p=0,05) ten opzichte van baseline. De mediane OS was 12,6 maanden (95% BI 7,0-18,3) waarbij er een significant verschil kon worden aangetoond tussen de responders (CR + PR + SD, n=24) en de non-responders (PD, n=22), (16 versus 8 maanden; p=0,0006). In de prospectieve, open label, singel centrum studie van Mulcahy et al werden 72 patiënten met niet-resectabele colorectale levermetastasen behandeld met yttrium-90 radioembolisatie met glasmicrosferen. Vier patiënten hadden geen voorafgaande behandeling met systemische therapie ondergaan, omdat ze deze behandeling weigerden en werden dus als systemische therapie naïeve patiënten met radioembolisatie behandeld. De overige patiënten waren wel voorafgaand aan de studie met systemische therapie behandeld. Een respons percentage (CR en PR) van 40,6% werd gerapporteerd, stabiele ziekte werd gerapporteerd in 44,5% van de patiënten en progressieve ziekte in 14,8% van de patiënten. De mediane tijd tot partiële respons was 4 maanden (95% BI ) en de mediane tijd tot progressie in de lever was 15,4 maanden (95% BI ). De mediane duur van de respons was 15 maanden (95% BI, ). 16

17 De mediane algehele overleving was 40,3 maanden (95% BI ), gerekend vanaf het moment van diagnose CRC, 34,6 maanden (95% BI ) gerekend vanaf het moment dat er levermetastasen werden gediagnosticeerd, en 14,5 maanden (95% BI ) gerekend vanaf het moment van behandeling met yttrium-90 radioembolisatie. De 5- jaarsoverleving was 30% vanaf het moment van de diagnose CRC en 17,7% vanaf het moment dat er levermetastasen werden gediagnosticeerd. Door middel van subset analyses werden de ECOG performance status, tumor last < 25%, en de afwezigheid van extra-hepatische ziekte geïdentificeerd als voorspellende factoren voor een positief effect op de overleving vanaf het moment van radioembolisatie. De mediane OS bij een ECOG performance status van 0,1 en 2 was respectievelijk 23,5 vs. 6,7 vs. 4 maanden (p<0,0001). De mediane OS bij een tumorlast < 25% was 18,7 versus 5,2 maanden bij een tumorlast van > 25% (p<0,0001). De mediane OS was 21 maanden bij afwezigheid van extra-hepatische ziekte en bij aanwezigheid van extra-hepatische ziekte was dit slechts 7,9 maanden (p=0,0004). Tevens werd er een significant verschil in mediane OS waargenomen bij vergelijking van responders en non-responders (23,5 vs 8,5 maanden; p<0,0001), waarbij patiënten geclassificeerd werden als responders als ze voldeden aan de criteria voor partiële response volgens de WHO criteria of als er in PET studies een verbetering kon worden aangetoond. In de prospectieve studie van Sato et al werden patiënten met colorectaal carcinoom, neuro-endocriene tumoren, en overige primaire tumoren met levermetastasen, refractair op systemische therapie geïncludeerd en behandeld met yttrium-90 radioembolisatie met glas microsferen. De respons percentages werden niet gespecificeerd voor mcrc patiënten. De mediane OS voor patiënten met mcrc was 15,2 maanden. De resultaten van de retrospectieve studies worden weergegeven in tabel Samenvatting resultaten Tabel 3 toont de overlevingsgegevens na behandeling met yttrium-90 radioembolisatie in salvage setting verkregen uit zowel vergelijkende als niet-vergelijkende studies. Gemiddeld wordt er met yttrium-90 radioembolisatie in een setting waarin de patiënt uitbehandeld is een mediane overleving van ongeveer 10 maanden bereikt. In vergelijking met de overlevingsresultaten behaald door behandeling met palliatieve systemische therapie en/of RFA zijn dit voor een behandeling in de salvage setting zeer fraaie resultaten. 17

18 Tabel 3: resultaten studies behandeling van salvage patiënten met met colorectale levermetastasen met intra-arteriële radioembolisatie. 1 e Auteur Behandeling Algehele overleving (OS) Overige eindpunten Vergelijkende studies Hendlisz et al FU vs yttrium FU Mediane OS 7,3 vs 10,0 maanden (HR 0,92; 95% BI 0,47-1,78; p=0,80) Mediane TTLP 2,1 vs. 5,5 mnd (HR 0,38; 95% BI 0,20-0,72; p=0,003) Mediane TTT; 2,1 vs. 4,5 mnd (HR 0,51; 95% BI 0,28-0,94; p=0,03) ORR: 0% vs. 9,5% (p=0,22) PR: 0% vs. 10% SD: 35% vs. 76% PD: 61% vs. 10% NE: 4% vs. 5% Seidensticker et al Bester et al yttrium-90 vs BSC mcrc yttrium-90 vs mcrc BSC Mediane OS 8,3 vs. 3,5 maanden (95% BI 0,15-0,48; p<0,001) 11,9 vs. 6,6 maanden p=0,001 Mediane PFS 5,5 vs. 2,1 mnd (95% BI 0,22-0,65; p<0,001) Na yttrium-90: CR: 0% PR: 41,1% SD:17,2% PD: 37,9% NE: 3,4% NR Niet-vergelijkende studies Cosimelli et al yttrium-90 Mediane OS: 12,6 mnd - non-responders: 8 mnd - responders: 16 mnd (p=0,0006) Mulcahy et al yttrium-90 Mediane OS: 40,3 mnd (95% BI 29,0-51,6) vanaf diagnose CRC Mediane OS: 34,6 mnd (95% BI 24,4-41,8) vanaf diagnose levermetastasen CR: 2% PR: 22% SD: 24% PD: 44% 2-jaarsoverleving 19,6% 5-jaarsoverleving 30% vanaf diagnose CRC 5-jaarsoverleving 17% vanaf diagnose levermetastasen CR: 3,1% PR: 37,5% SD: 44,5% PD: 14,8% Mediane TTLP: 15,4 mnd (95% BI 5,4-18) Sato et al yttrium-90 Mediane OS: 15,2 mnd NR Cianni et al Ŧ * yttrium-90 Mediane OS: 11,8 mnd Mediane PFS: 9,3 mnd CR: 4,8% PR:41,5% SD: 36,2% PD: 19,5% 18

19 Evans et al yttrium-90 Gemiddelde OS: 7,9 mnd NR Cianni et al Ŧ46 yttrium-90 Gemiddelde OS: 304 dagen CR:0% PR:46%** SD:34% Jakobs et al yttrium-90 Mediane OS: 10,5 mnd Gemiddelde OS: 10 mnd (range 1,3-38,3 mnd) Kennedy et al yttrium-90 Mediane OS -non-responders: 4,5 mnd -responders: 10,5 mnd Lewandowski et al yttrium-90 Mediane OS: 9,3 mnd (95% BI 7,2-13,3) Mediane TTLP: 5,9 mnd CR:0% PR:17% SD:61% PD:9,8% CR: 0% PR:35,5% SD:55% PD:10% CR: 0% PR: 35% SD: 52% PD 13% * Resultaten PET scan: 85% respons, 15% geen respons of progressie. Ŧ de patiëntenpopulatie van Cianni et al 2009 werd tevens in Cianni et al 2010 meegenomen. ** CR/PR NR: niet gerapporteerd, NE: niet evalueerbaar, PFS; progression Free survival, OS: Overall survival, TTLP: Time To Liver Progression Kwaliteit van leven In de gerandomiseerde, gecontroleerde studies met yttrium-90 radioembolisatie in eerste lijn (Gray et al en Van Hazel et al ) werd ook de impact van radioembolisatie op de kwaliteit van leven geëvalueerd. In beide studies werd geen verschil in kwaliteit van leven gemeten tussen de behandelarm waarin radioembolisatie werd toegevoegd aan systemische 36, 37 therapie en de behandelarm met alleen systemische therapie. In Cosimelli et al werd kwaliteit van leven bij salvage patiënten gemeten aan de hand van ziekte-specifieke vragenlijsten (EORTC QLQ C30 en EORTC QLQ CR38). Zes weken na behandeling werden de vragenlijsten door 14 patiënten ingevuld; de angst/bezorgdheid bij de patiënten was significant minder geworden, en er werd geen significant verschil in depressie gescoord. Geconcludeerd werd dat de behandeling met radioembolisatie geen negatieve invloed had op de kwaliteit van leven. 41 Behoud van kwaliteit van leven na behandeling met yttrium-90 radioembolisatie is een belangrijk resultaat aangezien behandeling met systemische therapie vaak een negatief effect op de kwaliteit van leven heeft. Dit wordt voor een groot deel bepaald door de ernstige bijwerkingen die gepaard gaan met de systemische behandeling. 19

20 4.4 Conclusie werkzaamheid, effectiviteit en kwaliteit van leven Gezien de zwaarte van de voorafgaande behandelingen die de patiënten in de salvage studies hadden ondergaan, en het gegeven dat de ontwikkeling van nieuwe systemische therapieën bij iedere nieuwe toevoeging hooguit enkele maanden winst op de mediane PFS en OS heeft opgeleverd, zijn de resultaten die bereikt worden met yttrium-90 radioembolisatie in de salvage setting indrukwekkend te noemen. Het gaat hierbij om patiënten voor wie geen afdoende systemische behandeloptie meer voorhanden is. Door dit grote behandeleffect is het niet nodig om zeer grote aantallen patiënten in studies te behandelen teneinde significantie te bereiken. Dit in tegenstelling tot studies naar systemische therapie waarin door de kleine verschillen tussen de behandelingen grote aantallen patiënten nodig zijn om een statistisch significant effect te bewerkstelligen. Yttrium-90 radioembolisatie is derhalve een bewezen effectieve behandeling voor salvage patiënten met niet-resectabele colorectale levermetastasen. De therapeutische waarde van yttrium-90 radioembolisatie in salvage setting in termen van respons percentages, progressie-vrije overleving, en een duidelijke en klinische relevante winst in algehele overleving is aangetoond in een RCT en twee vergelijkende cohort onderzoeken en wordt ondersteund door een groot aantal niet-vergelijkende studies. Radioembolisatie bleek de enige factor die significant geassocieerd was met een langere algehele overleving. Tevens is radioembolisatie een weinig invasieve behandeling waarbij de kwaliteit van leven van de patiënt niet nadelig wordt beïnvloed. Behandeling van salvage patiënten met niet-resectabele colorectale levermetastasen met yttrium-90 radioembolisatie moet worden beschouwd als zorg conform de stand van de wetenschap en praktijk. 20

21 5. Bijwerkingen en complicaties Radioembolisatie met yttrium-90 gelabelde microsferen is een relatief veilige therapie met een gunstig toxiciteitsprofiel op voorwaarde dat de juiste patiëntengroep wordt geselecteerd en dat het uitvoerende team van specialisten, in het bijzonder de interventie radioloog, een goede training krijgt. 52 Yttrium-90 radioembolisatie is een behandeloptie met een lokaal aangrijpingspunt, waardoor systemische bijwerkingen nagenoeg uitgesloten zijn. De complicaties die optreden na een behandeling met radioembolisatie kunnen onder andere worden geclassificeerd in de volgende categorieën: post-radioembolisatie syndroom (PRS), portale hypertensie, radiatie geïnduceerde pneumonitis, gastro-intestinale ulceratie, galweg problematiek, leverdysfunctie. 53 De meest voorkomende bijwerkingen bij radioembolisatie met yttrium-90 (vermoeidheid, misselijkheid, koorts, buikpijn en/of braken/overgeven) zijn meestal mild van aard en kunnen worden ingedeeld in de categorie PRS. De incidentie van PRS ligt tussen 20 en 55%. Deze verschijnselen zijn tijdelijk van aard en medicamenteus goed te onderdrukken. 54 Radiatie kan leiden tot fibrose, dat vervolgens contractie van het leverparenchym kan veroorzaken. Dit kan radiologisch worden gezien als portale hypertensie. De klinische manifestaties van portale hypertensie zoals een gereduceerd aantal bloedplaatjes of bloedingen door uitzetting van aderen worden maar zeer zelden waargenomen. Ook door radiatie geïnduceerde pneumonitis komt zeer zelden voor (<1%), en dient medicamenteus te worden behandeld met bijvoorbeeld steroïden. Lymfocyten zijn gevoelig voor radiatie. Na behandeling met radioembolisatie wordt bij de meeste patiënten een > 25% reductie in het aantal lymfocyten waargenomen. 53 Radioembolisatie met yttrium-90 microsferen heeft in een klein percentage van de patiënten geleid tot ernstige bijwerkingen. Het betreft door bestraling geïnduceerde gastritis, pancreatitis en cholecystitis en radiation induced liver disease (RILD). 54 Gastro-intestinale ulceratie komt in minder dan 5% voor mits de juiste percutane techniek wordt toegepast. De ectopische verspreiding van de microsferen in het gastro-intestinale stelsel lijkt de oorzaak te zijn van deze complicaties. Ernstige buikpijn na behandeling met radioembolisatie dient agressief te worden behandeld ter voorkoming van serieuze, ernstige complicaties. Een endoscopie zou uitkomst kunnen bieden ter bevestiging van de diagnose. De incidentie galweg complicaties is <10%. De meeste van deze complicaties manifesteren zich klinisch gezien niet. De door radiatie geïnduceerde cholecystitis waarbij een chirurgische ingreep noodzakelijk is komt slechts in <1% van alle behandelde patiënten voor. Deze complicatie kan worden voorkomen door de betreffende arterie te identificeren en de microsferen distaal ten opzichte van de oorsprong te injecteren. De incidentie RILD ligt tussen de 0 en 4% en wordt geassocieerd met patiënten met een hogere leeftijd, radioembolisatie waarbij de gehele lever wordt behandeld, en een verhoogd serum bilirubine voor de start van de behandeling. RILD kan leiden tot een significante morbiditeit en kan een levensbedreigende vormen aannemen

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie Dr. Sofie Rogge Enkele cijfers uit België Eén van de meest frequente kankers: +/- 15% van alle tumoren

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Lage tractus digestivus Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle

Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle Nurer Gergin Radiotherapeutisch Laborant, UMC Utrecht Cancer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)

Nadere informatie

TRENDY STUDIE Lekensamenvatting. 1-Titel:

TRENDY STUDIE Lekensamenvatting. 1-Titel: 1-Titel: Een gerandomiseerde fase studie naar de werkzaamheid van stereotactische radiotherapie (experimentele behandeling) versus chemo embolisatie met drug-eluting beads (standard behandeling) in patiënten

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 12- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017 Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Colorectaal carcinoom Vroeger

Nadere informatie

SIRT wat, waarom en hoe? Dr. J. Marrannes radiologie AZ Delta

SIRT wat, waarom en hoe? Dr. J. Marrannes radiologie AZ Delta SIRT wat, waarom en hoe? Dr. J. Marrannes radiologie AZ Delta SIRT wat, waarom en hoe? Dr. J. Marrannes - radiologie Inhoudstabel : Interventionele oncologie SIRT - concept, anatomie, techniek - nevenwerkingen

Nadere informatie

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO Opgesteld en Beoordeeld: EMBRAZE, NTG colorectaal carcinoom Datum vaststelling: 12 april 2017 Datum laatste wijziging: 12 april 2017 Categorieën

Nadere informatie

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook

Nadere informatie

proefschriftbespreking Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M.

proefschriftbespreking Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M. Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M. Borel Rinkes Nieuwe behandelstrategieën voor patiënten met colorectale levermetastasen: twee proefschriften

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

Gids voor de Patiënt. Selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) voor levertumoren met gebruik van SIR-Spheres microsferen

Gids voor de Patiënt. Selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) voor levertumoren met gebruik van SIR-Spheres microsferen Deze folder wordt door Sirtex Medical Limited (Sirtex) verstrekt als dienstverlening en heeft de bedoeling patiënten en hun familie een overzicht te geven van selectieve inwendige radiotherapie met gebruik

Nadere informatie

Wel of Niet starten?

Wel of Niet starten? Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland

Nadere informatie

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting 169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten

Nadere informatie

Oncologische lever interventies. Maarten Smits

Oncologische lever interventies. Maarten Smits Oncologische lever interventies Maarten Smits Inhoud Ablatie therapie Intra-arteriële therapie Interventie Oncologie Behandeling van kanker Chirurgie Medische oncologie Interventie Oncologie minimaal invasieve

Nadere informatie

COLOPEC trial. 9. Follow-up 2/3/4/5 jaar na primaire resectie. Anamnese. Lichamelijk onderzoek. Labwaarden. Patiënt Identificatie Nummer: Initialen:

COLOPEC trial. 9. Follow-up 2/3/4/5 jaar na primaire resectie. Anamnese. Lichamelijk onderzoek. Labwaarden. Patiënt Identificatie Nummer: Initialen: Aantal maanden? maanden Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 18- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister 6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting

Nadere informatie

Samenvatting. vatting

Samenvatting. vatting Samenvatting vatting Dit proefschrift gaat over de toepassing van ATP infusen in de palliatieve thuiszorg. De palliatieve fase begint op het moment dat genezing van kanker niet of niet langer mogelijk

Nadere informatie

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau. Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,

Nadere informatie

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Innovatieve DBC beoordeling van radioembolisatie bij levermaligniteiten

Innovatieve DBC beoordeling van radioembolisatie bij levermaligniteiten Rapport Innovatieve DBC beoordeling van radioembolisatie bij levermaligniteiten Op 29 september 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Stichting DBC Onderhoud en Nederlandse

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Maarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors

Maarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors Maarten Jansen CA cryoablatie CLOCC chemotherapy + local ablation vs. chemotherapy HCC hepatocellulair carcinoom LITT lasergeïnduceerde thermotherapie PEI percutane ethanolinjectie RFA radiofrequente ablatie

Nadere informatie

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom 49 Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom Introductie De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk verbeterd

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 147 148 Maligne lymfomen zijn kwaadaardige woekeringen van verschillende typen witte bloedcellen. Deze aandoeningen ontstaan meestal in lymfklieren, maar in ongeveer 40% van de

Nadere informatie

Prostaatkanker. - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis

Prostaatkanker. - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Prostaatkanker - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Botmetastasen Lymfeklier-en levermetastasen Gemetastaseerd prostaatkanker Hormoongevoelig Hoeksteen van

Nadere informatie

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in een van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Chapter 14

Nederlandse samenvatting. Chapter 14 Nederlandse samenvatting Chapter 14 188 Chapter 14 Nederlandse Samenvatting Ondanks vele verbeteringen bij niet-chirurgische behandelvormen van kanker (bijvoorbeeld chemotherapie, immunotherapie, bestraling),

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Chirurgie bij levermetastasen. Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas

Chirurgie bij levermetastasen. Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas Chirurgie bij levermetastasen Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas Heer C 67 jaar VG/ Angst-& paniekstoornis 2007 Tibiaplateaufractuur; weigerde opname 2013 gestoord glucosetolerantie bij 120kg 2014

Nadere informatie

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker Experimenteel onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met alvleesklierkanker waarbij de tumor vanwege de ligging niet door middel

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Krens, Lisanne Title: Refining EGFR-monoclonal antibody treatment in colorectal

Nadere informatie

Toelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²)

Toelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) Toelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) Resultaten behandeling borstkanker Recent werden de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gepubliceerd met betrekking

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21764 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Mos, Inge Christina Maria Title: A more granular view on pulmonary embolism Issue

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Yttrium-90 radioembolisatie bij colorectale levermetastasen. Datum 18 februari 2016 Status Definitief

Yttrium-90 radioembolisatie bij colorectale levermetastasen. Datum 18 februari 2016 Status Definitief Yttrium-90 radioembolisatie bij colorectale levermetastasen Datum 18 februari 2016 Status Definitief DEFINITIEF Yttrium-90 radioembolisatie bij colorectale levermetastasen 18 februari 2016 Colofon Volgnummer

Nadere informatie

Pancreascarcinoom

Pancreascarcinoom 7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben

a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben Indicatoren evaluatie project richtlijn Niercelcarcinoom Indicator 1 a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben ondergaan waarbij minstens 2 histologische

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Barzouhi, Abdelilah el Title: Paradigm shift in MRI for sciatica Issue Date: 2013-12-03

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.

Nadere informatie

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC)

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Coloncarcinoom Ann Van Mechelen ZNA Stuivenberg Inleiding Definitie: kwaadaardige wildgroei van weefsel van de dikke darm. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC) Belgie: 6.500 nieuwe gevallen/jaar

Nadere informatie

Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen

Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen 22 mei 2007 Jaarbeurs Utrecht Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen Erik van Muilekom MANP Verpleegkundig specialist Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2 PELICAN trial Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands Hoofdonderzoekers: IQ Molenaar 1, MG Besselink 2 en HC van Santvoort 3 Studie coördinatoren: Lilly Brada¹, Marieke

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands. Samenvatting

Samenvatting in het Nederlands. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift bevat de resultaten van enkele wetenschappelijke studies over magnetische resonantie (MR) enteroclyse en video capsule endoscopie (VCE). Deze twee minimaalinvasieve onderzoeksmethoden

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh

Nadere informatie

De rol van systeemtherapie bij de primaire behandeling van het colorectaal carcinoom en bij de behandeling van gemetastaseerde ziekte

De rol van systeemtherapie bij de primaire behandeling van het colorectaal carcinoom en bij de behandeling van gemetastaseerde ziekte Onderwerp Colorectaal carcinoom Omschrijving De rol van systeemtherapie bij de primaire behandeling van het colorectaal carcinoom en bij de behandeling van gemetastaseerde ziekte Doel: Standaardiseren

Nadere informatie