Voorbereiding van een pilotproject W.M. Liefveld M.M. Visser

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorbereiding van een pilotproject W.M. Liefveld M.M. Visser"

Transcriptie

1 Dood hout in de Lek Voorbereiding van een pilotproject W.M. Liefveld M.M. Visser

2

3 Dood hout in de Lek Voorbereiding van een pilotproject W.M. Liefveld M.M. Visser opdrachtgever: Rijkswaterstaat Oost Nederland 29 november 2013 rapport nr

4 Status uitgave: definitief Rapport nr.: Datum uitgave: 24 januari 2014 Titel: Subtitel: Samenstellers: Dood hout in de Lek Voorbereiding van een pilotproject Drs. W.M. Visser Ir. M.M. Visser Foto's omslag: M. Schoor (Rijkswaterstaat) & Bureau Waardenburg bv Aantal pagina s inclusief bijlagen: 40 Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: Drs. W.M. Liefveld Dhr. H. van Rheeden, Rijkswaterstaat Oost Nederland pb. 9070, 6800 ED Arnhem Referentie opdrachtgever: kostenplaats nr: Akkoord voor uitgave: Teamleider Bureau Waardenburg bv drs. J. Spier Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv. Opdrachtgever hierboven aangegeven vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Rijkswaterstaat Oost Nederland Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001:

5 Voorwoord Op 7 november 2013 heeft Rijkswaterstaat een integrale werksessie gehouden over de mogelijkheden voor het aanbrengen van dood hout in de Lek als KRW-maatregel. In deze werksessie zijn onder meer risico s en kansen voor andere functies en beheer benoemd. Ook is verkend op welke plekken in de Lek, bij wijze van proef, op een veilige manier dode bomen in het water kunnen worden aangebracht en hoe. Dit verslag beschrijft de resultaten van de workshop en gaat in op de locatiekeuze en de randvoorwaarden en geeft de randvoorwaarden voor de uitvoering. Dit vormt het eerste stuk basisinformatie voor het vervolg van het pilotproject. Dit document gaat niet in detail in op de ecologische of rivierkundige achtergronden van het aanbrengen van dood hout in rivieren en beken. De literatuurlijst bevat enkele verwijzingen naar relevante literatuur, voor wie hier meer over wil weten. Wij bedanken de mensen die meegedaan hebben aan de werksessie op 7 november (zie bijlage 1). Dankzij hun enthousiaste en positieve inzet is er die dag veel informatie bij elkaar gebracht. Ook willen we Alexander Klink (Hydrobiologisch Adviesbureau Klink), Erik Mosselman en Miguel Dionissio (beiden Deltares) en Margriet Schoor (RWS Oost Nederland) bedanken voor het meedenken in de voorbereidende fase van de werksessie. En ten slotte bedanken we de motor achter deze pilot, Henk van Rheeden, voor de energieke samenwerking. 3

6 4

7 Inhoud Voorwoord Inleiding Doelstelling Onderzoeksvraag en onderzoekslocaties Wat willen we weten? Variabelen Locaties in de Lek Randvoorwaarden voor dood hout in de Lek Algemene randvoorwaarden en aandachtspunten Aandachtspunten Randvoorwaarden voor specifieke locaties Uitvoering in fases Aanwijzingen voor de aanleg in fase Conclusie Literatuur

8 6

9 1 Inleiding Waarom dood hout in de Lek? Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het in stand houden van de belangrijkste functies van de rijkswateren. De drie basisfuncties zijn veiligheid, voldoende water en schoon en gezond water. Daarnaast is de scheepvaartfunctie belangrijk. Het beheer van Rijkswaterstaat is afgestemd deze functies. De functie schoon en gezond water is grotendeels verankerd in de (Europese) Kaderrichtlijn Water (KRW). De juridische aspecten daarvan zijn in Nederland geïmplementeerd in de Waterwet. De KRW heeft ook een uitvoeringscomponent omdat allerlei maatregelen gedefinieerd zijn om de doelen voor waterkwaliteit te realiseren. Deze maatregelen zijn vastgelegd in het Beheerplan Rijkswateren (BPRW, Rijkswaterstaat 2009). De kwaliteit van de rijkswateren (in de KRW-terminologie waterlichamen genoemd) is nog niet voldoende. Dit wordt jaarlijks beoordeeld op chemische en ecologische aspecten, volgens een vastgesteld beoordelingskader (van der Molen et al. 2007). De maatregelen die in elk waterlichaam uitgevoerd worden moeten hier verandering in brengen. De eerste planperiode loopt van 2010 tot In deze periode geldt vooral een inspanningsverplichting: zijn de geplande maatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd? Voor de tweede planperiode ( ) geldt een resultaatsverplichting: de kwaliteitsdoelen moeten nu ook echt gehaald worden. Als dat nog niet overal is gelukt, is er nog een derde planperiode ( ) om de laatste puntjes op de i te zetten. Tabel 1.1 KRW-score van het waterlichaam Nederrijn-Lek. De kleur geel indiceert matig, oranje is ontoereikend. In de laatste kolom staat de doelstelling (GEP) voor De Lek maakt onderdeel uit van het waterlichaam Nederrijn-Lek. Dit waterlichaam scoort nog niet voldoende (tabel 1.1). Daarom is een aantal verbetermaatregelen ingepland. In de Nederrijn haken deze grotendeels aan op reeds geplande Ruimte voor de Rivier en NURG-projecten. In de Lek zelf staan nog geen maatregelen gepland. De maatregel verbetering oevers en kribvakken (ln05) zou hier mogelijk deels plaats kunnen vinden. Maar hoe doe je dat? In het verleden (2005) zijn in de buurt van Everdingen aan beide oevers van de Lek rijshouten vooroevers aangebracht. Doel is hiermee de golfwerking als gevolg van scheepvaart te mitigeren. De verwachting was dat hiermee de waterplanten beter tot ontwikkeling zouden kunnen komen en in hun kielzog ook vis en macrofauna zouden kunnen profiteren. Monitoringsresultaten laten echter zien de vooroevers geen 7

10 sleutelfactor zijn voor de waterplantenontwikkeling: er was geen duidelijk verschil tussen de onbeschermde kribvakken en de kribvakken met vooroevers. Om de kwaliteit van de Lek te verbeteren moeten dus andere maatregelen bedacht worden. Omdat de Lek gestuwd is, is de stromingsdynamiek zeer beperkt. Dit is een nadeel omdat de meeste kenmerkende riviersoorten hier juist behoefte aan hebben. Een ander nadeel is dat de waterstanden op zich stabiel zijn, maar toch geregeld sterk kunnen zakken wanneer de stuwen gestreken worden. Dit gebeurt vaak voorafgaand aan een verwachte afvoerpiek, of in geval van strenge vorst. In die gevallen kunnen de kribvakken helemaal droogvallen. Als dit langer dan enkele dagen duurt zal dit de groei van waterplanten beperken. Deze lastige randvoorwaarden vormen het kader voor herstelmaatregelen in de Lek. Uit studies in beken en rivieren blijkt dat het aanbrengen van dood hout in het water een flinke verbetering van de ecologische kwaliteit kan opleveren (Verdonschot et al. 2012, Klink 2010). Zowel vissen als ongewervelden profiteren van deze structuren, die vaak ook de morfologische diversiteit vergroten. De maatregel is relatief goedkoop en makkelijk uitvoerbaar: er zijn geen grootschalige graafwerkzaamheden of ingewikkelde constructies voor nodig. Het zou dus een kans kunnen zijn om met het aanbrengen van dood hout de ecologische kwaliteit van de Lekoevers een oppepper te geven. Vanuit het perspectief van dood hout in de rivier is de Lek niet de meest ideale plek voor een hoog ecologisch rendement, omdat het een laagdynamisch riviertraject is. Vanuit de Lek zelf beredeneerd is het toch een logische maatregel op deze plek omdat juist hier weinig andere mogelijkheden voor KRW-maatregelen zijn. In deze fase is het doel bovendien vooral om praktische ervaring op te doen en niet om het hoogst mogelijke ecologische rendement te scoren. In de Lek moeten we zoeken naar slimme manieren om de variatie te vergroten binnen de randvoorwaarden van andere functies. (foto: Bureau Waardenburg). 8

11 2 Doelstelling Doel van het aanbrengen van dood hout in de Lek is de ecologische waterkwaliteit lokaal te verbeteren voor de KRW. Hiervoor wil RWS op korte termijn een pilotproject starten om te verkennen of dit effect inderdaad ook in de Lek bereikt kan worden. Hiervoor zullen op enkele plekken waar dit veilig kan, dode bomen aangebracht worden. Doel is ook om hiermee ervaring op te doen met de praktische aspecten van het aanbrengen van dood hout in de rivier. Als de effecten positief zijn en de risico s voldoende beperkt kunnen worden, kan dit een aanleiding zijn om deze maatregel op meer plekken (ook in andere waterlichamen) toe te passen en daarmee uiteindelijk KRW-score te verbeteren. Doel van deze rapportage is om de informatie die in de werksessie op 7 november is gegenereerd vast te leggen en klaar te zetten voor het vervolg van het pilotproject. Impressie van de werksessie op 7 november 2013 in Wolfheze (foto s: Bureau Waardenburg). 9

12 10

13 3 Onderzoeksvraag en onderzoekslocaties 3.1 Wat willen we weten? Rijkswaterstaat wil op de korte termijn praktische ervaring op doen met het aanbrengen van dood hout in de Lek. Hierbij gaat het vooral om: - situering van het dode hout (locatie binnen de riviertak); - ligging van het dode hout (hoe diep, welke richting, locatie binnen het kribvak); - wijze van verankeren; - eigenschappen van het dode hout (welke boomsoort, welke delen). Om de verwachting te kunnen staven dat dood hout een bijdrage kan leveren aan het halen van de KRW-doelen, is het ook van belang om de ecologische effectiviteit van de ingreep te monitoren. Dit aspect komt niet in dit document aan de orde, maar wordt nog wel verder uitgewerkt. Ook wil Rijkswaterstaat op langere termijn meer inzicht krijgen in de meekoppelkansen van het aanbrengen van dood hout in de rivier. Hiermee wordt vooral gedoeld op het actief beïnvloeden van de morfologie van de rivier met behulp van dood hout. Wanneer dood hout naast een positieve invloed op de ecologische waterkwaliteit ook kan worden ingezet om gericht de morfologie van de rivier te beïnvloeden, bijvoorbeeld door er bepaalde constructies van te maken, kunnen verschillende functies met één maatregel bediend worden. Deltares onderzoekt deze aspecten en zal hier in de loop van 2014 voorstellen voor doen. Dit valt buiten de scope van het huidige document. 3.2 Variabelen Hoewel er nationaal en internationaal veel voorbeelden zijn waarbij dood hout in waterlopen is aangebracht, is een voorbeeld van een rivier als de Lek niet goed te vinden. Vaak zijn de maatregelen uitgevoerd in kleinere rivieren of in rivieren waar geen scheepvaart plaats vindt (in het deel waar de maatregel plaatsvindt). Wel is in de Maas ervaring opgedaan met het laten liggen en verankeren van omgevallen bakenbomen. Dit deel van de Maas is gestuwd en bevaren en in dat opzicht een goede referentie voor de Lek. Ook de ervaringen met de praktische en procedurele kanten van de maatregel kunnen van nut zijn voor toepassing langs de Lek. Gerard Wittenberg heeft hier in een presentatie uitgebreid toelichting op gegeven in de werksessie. Ervaringen in andere projecten laten zien dat de volgende aspecten belangrijk zijn voor het succes van de maatregel: - de mate van stroming (en de frequentie en richting daarvan); 11

14 - de aanwezigheid van zand (is gerelateerd aan de mate van stroming) - de mate waarin morfologische processen als sedimentatie en erosie geactiveerd kunnen/mogen worden (ook weer gerelateerd aan de voorgaande variabelen) - de mate van bezonning van het dode hout (in verband met de groei van algen, die ook weer voedselbron vormen voor macrofauna en vis) Daarnaast spelen nog andere factoren een rol bij (de snelheid van) het ecologische succes, zoals de aanwezigheid van brongebieden, de mate/frequentie waarin hoogwaters optreden en de aanwezigheid van exoten. Door de maatregel op verschillende plekken toe te passen kan Rijkswaterstaat ervaring opdoen met de effecten van dood hout onder verschillende omstandigheden. In de werksessie zijn de volgende aspecten die zich voordoen in de Lek benoemd als relevante variabelen om mee te nemen in het bepalen van de ecologische effectiviteit van het aanbrengen van dood hout: 1. zuiging (en golfslag) als gevolg van passerende grote schepen, 2. stroming, 3. licht inval, 4. morfologische dynamiek (processen als erosie en sedimentatie). Een aspect dat ook meegenomen wordt in de effectbepaling van dood hout in de Lek, is het combinatie-effect met de vooroevers bij Everdingen. De ecologische meerwaarde van de vooroevers leek tot nu toe minimaal, maar mogelijk kan het aanbrengen van dood hout in deze kribvakken de gewenste ontwikkeling op gang helpen. Dood hout in de rivier kan ook van invloed zijn op de morfologie van de rivier zelf. Dit geldt vooral voor specifieke constructies zoals langsdammen of bandals (zie paragraaf 4.3). Dit aspect wil Rijkswaterstaat op de langere termijn ook onderzoeken. Het idee hierbij is dat (rivierkundige) constructies van onbewerkt hout of bomen worden gemaakt, en niet van beton of voorbewerkt bouwhout. Dit soort constructies kunnen worden ingezet om de noodzaak tot baggeren in de rivier te verminderen. De constructies zijn tegelijk relevant voor de KRW omdat ze extra substraat voor macrofauna en leefomgeving voor vis kunnen bieden. Naast de hierboven genoemde vier variabelen die van invloed zijn op de ontwikkeling van macrofauna en vis, zijn er dus nog twee deelvragen die worden meegenomen bij de onderzoeksaanpak: 5. het effect van dood hout op de kribvakken achter vooroevers, 6. effectiviteit van dood hout-constructies bij het op zijn plaats en op diepte houden van een (neven)geul. Deze zes aspecten vormen de variabelen voor de onderzoeksaanpak en de locatiekeuze. 12

15 3.3 Locaties in de Lek In aansluiting op de hiervoor benoemde onderzoeksvraag en de belangrijkste variabelen, zijn in de werksessie de volgende locaties benoemd als relevant voor het aanbrengen van dood hout in de Lek: 1. een plek die ligt binnen een snel-vaar zone (dus waar geen kunstwerken en geen pontjes zijn en waar de zuiging die snel voorbij varende grote schepen veroorzaken het grootst is). Bij voorkeur een plek die al gemonitord is; 2. een locatie waar zuigende werking van schepen minimaal is (dus in de buurt van een pontje en / of kunstwerk omdat schepen daar verplicht zijn langzamer te varen); 3. in een ontgrondingskuil / neerwaartse stroom achter een kribkop. Vanwege logistieke aspecten (o.a. kostenreductie aanleg en monitoring) is het aan te bevelen om deze plek te kiezen in het kribvak naast 1 en naast 2 (dus 2 locaties van deze soort); 4. in een vistrap (voor vis een aanvullende rustplaats creëren); 5. in een kribvak met een vooroever (bij voorkeur een waar al gemonitord is); 6. in een nevengeul (er zijn in de Lek alleen éénzijdig aangetakte geulen). Binnen deze locaties wordt de meest logische, functionele en veilige plek gezocht. Om hier inzicht in te krijgen zijn in de werksessie vier locaties meer in detail bekeken, waarbij de deelnemers dode bomen ruimtelijk hebben ingepast. Hierbij zijn ook risico s, kansen en aandachtspunten benoemd (zie bijlage 3). Deze aspecten zijn verwerkt in de randvoorwaarden per locatietype (hoofdstuk vier). De rijshouten vooroevers in de Lek bij Everdingen zijn bedoeld om de golfwerking op de oevers te beperken (foto: Bureau Waardenburg). 13

16 Tabel 1 Overzicht locaties met de belangrijkste te onderzoeken variabelen. Op de grijs gearceerde locaties worden in fase 1 bomen aangebracht. Locatie type te onderzoeken variabelen extra wensen plek (naam) / plaatsaanduiding 1. open kribvak, snelvaren zone zuiging, omkeren stroomrichting, golven reeds gemonitord nader te bepalen 2. open kribvak, langzaam varen zone zuiging, omkeren stroomrichting, golven stijl aflopend kribvak in buitenbocht nader te bepalen 3a. kribkopontgrondingskuil stroming, licht, morfologie vlak bij 1 in buitenbocht (dieper kribvak) nader te bepalen 3b. kribkopontgrondingskuil stroming, licht, morfologie vlak bij 2 nader te bepalen 4. vistrap stroming hydraulische evaluatie bij stuw Amerongen 5. vooroever invloed op (kribvak achter) vooroever reeds gemonitord kribvak met vooroever drie kribvakken westelijk van Fort Everdingen (tegenover opgevuld kribvak), zuidoever 6. éénzijdig aangetakte geul (luwe plek) ontwikkeling macrofauna, waterplanten en vishabitat in de luwte bosje dat in het water staat ook meenemen bij monitoring Everdingerwaard 7. riviercorrigerende constructie invloed op morfologie en ecologie op een morfologisch actieve plek op meest zandige plek in de geul (nabij monding) nader te bepalen, mogelijk ook in nevengeul Everdingerwaard Figuur 3.1: Overzicht locaties fase 1. (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 14

17 4 Randvoorwaarden voor dood hout in de Lek 4.1 Algemene randvoorwaarden en aandachtspunten In de werksessie zijn risico s en kansen voor het aanbrengen van dood hout in de Lek in beeld gebracht. De risico s zijn door de deelnemers vertaald in randvoorwaarden voor de uitvoering. Als belangrijkste risico kwam naar voren dat het hout zou kunnen wegdrijven en in een scheepsschroef terecht kan komen of schade aan kunstwerken kan aanbrengen. Dit moet ten alle tijden voorkomen worden. Dit is vertaald in de randvoorwaarden dat het hout op voldoende afstand van de vaargeul aangebracht moet worden, dat het permanent onder water moet blijven (onder water rot het hout niet) en dat het altijd goed verankerd moet worden. Overigens lichtte de heer Wittenberg van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland toe wat hun ervaringen zijn met schade aan schepen. Het district krijgt gemiddeld ongeveer drie schademeldingen per jaar, waarbij Rijkswaterstaat zelden tot schadevergoeding hoeft over te gaan. Schippers op de Maas weten dat ze soms een stuk hout tegen kunnen komen. De heer Klink (hydrobiologisch adviesbureau Klink) gaf aan dat op de Donau schepen een korf om hun schroef hebben ter bescherming tegen ronddrijvend hout. Overigens mag verwacht worden dat de grootste kans dat dood hout meegevoerd wordt, zich voordoet bij zeer hoge afvoeren. Dit zijn situaties waarin scheepvaart vaak ook al beperkt is. De volgende randvoorwaarden en aandachtspunten gelden voor alle locaties waar dood hout in de Lek wordt ingebracht: - alleen op rijksgrond - beheerder moet erbij kunnen - niet buiten de bakenlijn (denkbeeldige lijn tussen twee bakens) ivm scheepvaart - dood hout stevig vastleggen omdat er geen vreemde elementen in de rivier mogen komen - verankering met stalen balken (bijvoorbeeld H-profiel) en /of kettingen Randvoorwaarden voor de uitvoering op alle locaties: - boom is beschikbaar in nabije omgeving of evt. elders (weinig tot geen kosten materiaal en transport) - stam inclusief broekstuk (wortelgestel) en (grootste deel) takken (netwerk van takken nodig voor optimale stromingsvariatie) - grove bast (hechten van organismen) - inheemse loofboom (ervaring uit andere projecten is dat hardhout soorten, zoals eik of beuk duurzaam resultaat opleveren en dat het beter is zachthout soorten als wilg of populier te mijden omdat deze laatste soorten gemakkelijk uitlopen). - geen grote takken boven water laten uitsteken (hout dat onder water ligt rot niet, boven water wel en zou dan kunnen wegdrijven). Houd hiervoor het gemiddelde 15

18 stuwpeil aan. Dunne takken kunnen zullen geen schade veroorzaken en mogen dus wel boven water uitsteken. (NB: bomen zakken nog na het aanbrengen). - bij voorkeur op zandig substraat (hoogste morfologisch en ecologisch rendement) - 2 of 3 dode bomen per locatie, indien waterdiepte voldoende is half over elkaar heen - in de richting van de hoofdstroom plaatsen (kroon stroomafwaarts) Niet alle randvoorwaarden zijn gunstig voor ecologie. Zo zijn takken die boven het water uitsteken juist gunstig voor ecologie in brede zin, omdat daar ook weer vogels op kunnen post vatten om te jagen op vis (bijvoorbeeld ijsvogel). Hier ligt een meekoppel kans met Natura 2000 die nu niet benut wordt. 4.2 Aandachtspunten Tijdens de werksessie zijn verschillende risico s benoemd: - verhoging waterstanden - vrijkomend vervuild sediment door veranderende erosiepatronen - wegdrijven hout - scheepvaart ondervindt overlast (uitstekende stukken, los drijvende stukken) - vernielen lichtopstand (bij wegdrijven) - schade aan krib (bij wegdrijven of ongewenste erosie) - erosie (waterkering of oever) - zwerfvuil in de dode boom Het optreden van deze risico s moet tot een minimum worden beperkt. Door de vereiste (extra) stevige verankering van het dode hout, het zoveel mogelijk onder water plaatsen van de bomen, in combinatie met een intensief monitoringsplan worden deze risico s geborgd. Omgevallen bakenboom in de Maas. Deze bomen worden met een ketting verankerd op de oever. (foto: Rijkswaterstaat Zuid-Nederland) 16

19 4.3 Randvoorwaarden voor specifieke locaties 1. open kribvak, snelvaren zone tweezijdig verankeren, boom in de richting van de hoofdstroom leggen zorgvuldige communicatie noodzakelijk voorafgaand aan plaatsing Figuur 4.1 Snelvaarzones in de Lek nabij Culemborg (rode vakken). Op de overige delen, nabij pontjes en bruggen, geldt een snelheidsbeperking voor de scheepvaart. Ook in scherpe bochten wordt niet snel gevaren. (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 2. open kribvak, langzaam varen zone tweezijdig verankeren, boom in de richting van de hoofdstroom leggen zorgvuldige communicatie noodzakelijk voorafgaand aan plaatsing 3a. kribkop-ontgrondingskuil in snelvaren zone / 3b. kribkop-ontgrondingskuil in langzaam varen zone Omdat er in de ontgrondingskuil, zowel in een zone waar veel zuiging optreedt als daar waar minder zuiging optreedt als gevolg van de scheepvaart, veel stroming en werveling is, is het goed vastzetten van het dode hout in de ontgrondingskuil extra van belang. De stalen H-profielen waarmee de dode bomen worden vastgezet moeten diep verankerd worden, tenminste 2/3 van de lengte van die H-profielen moeten in de (zandige) bodem worden gedrukt. Als de dikte van de dode boom dus vraagt om 1 meter staal boven de bodem, dan moet de totale lengte van de H-profielen tenminste 3 meter zijn. Ook hier tweezijdig verankeren. In een diepe kuil kan meer hout, denk aan drie bomen over elkaar heen / vervlochten, zolang er geen hout boven het water uitsteekt. Zorgvuldige communicatie noodzakelijk voorafgaand aan plaatsing. 17

20 4. vistrap In de vistrap volstaat eenzijdig verankeren op de oever, waarbij het dode hout met een ketting vastzit en enigszins vrij kan bewegen in de stroom van de vistrap. Zichtbare verankering dus zorgvuldig inpassen in omgeving. Constructie zal zichtbaar zijn in het open terrein en weerstand van de omgeving (omwonenden, scheepvaart) kunnen opwekken. Let dus op materiaalkeuze, vormgeving, kleur, evt. beplanting. Om te voorkomen dat zwerfvuil in het dode hout blijft hangen kan worden overwogen om een hek, drijfbalk of andere vangconstructie in de instroom te plaatsen, met dien verstande dat de doortrek van vis hierdoor niet gehinderd mag worden. In eerste instantie kan de proef zonder een dergelijke voorziening worden gestart; mocht uit monitoring blijken dat er zeer veel zwerfvuil in blijft hangen dan kan een vangconstructie eventueel later worden toegevoegd. Bomen mogen niet de gehele breedte afsluiten. Figuur 4.2 Gekozen locaties in vistrap bij stuw Amerongen (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 5. achter vooroever Drie kribvakken westelijk van Fort Everdingen (tegenover een opgevuld kribvak) ligt op de zuidoever van de Lek een reeds gemonitord kribvak dat is afgesloten middels een vooroever. In het rapport Natuurvriendelijke oevers langs de Lek, Evaluatie van 6 jaar monitoring (Liefveld et al. 2012) is dit kribvak aangeduid met de letter O. Hier heeft al monitoring van macrofauna, waterplanten en vis plaatsgevonden. Door het dode hout achter de vooroever te plaatsen, kan verkend worden of het op deze manier vergroten van de variatie in het kribvak wel tot de gewenste verbetering voor macrofauna en vis leidt. Het dode hout moet zo diep mogelijk in het water achter de vooroever worden geplaatst (maar niet in de kuil direct achter de kribkop). Hoe meer hout onder water ligt, hoe meer (kwantitatief) effect het heeft. Omdat het ook achter de vooroever theoretisch mogelijk is dat een boom losraakt en in de vaargeul terecht komt, is het nodig om deze veilig te verankeren, dus aan twee kanten. 18

21 Het hout kan eventueel aan de palen van de vooroever worden vastgemaakt, maar het is onwaarschijnlijk dat het hout op die plek eenvoudig kan worden aangebracht. Op termijn kan gedacht worden aan het vervangen van delen van de vooroever door boomstammen compleet met broekstuk en takken. Figuur 4.3 Gekozen locaties achter de vooroever (in reeds eerder gemonitord kribvak O, nabij Fort Everdingen) (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 6. éénzijdig aangetakte geul Eenzijdig verankeren op de oever, waarbij het dode hout met een ketting vastzit en enigszins vrij kan bewegen in de nevengeul. (zie vistrap) Zichtbare verankering dus goed inpassen in omgeving (materiaalkeuze, vormgeving, kleur, beplanting). (Lompe stalen profielen die kruislings in de bodem zijn gedrukt en soortgelijke functioneel-technische verankering in een gebied met natuurlijke uitstraling wekt waarschijnlijk weerstand bij het publiek op.) Twee sublocaties in de geul. 19

22 Figuur 4.4 Gekozen locaties in de geul bij Everdingen (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 7. riviercorrigerende constructie Randvoorwaarden en uitgangspunten voor dit locatie-type worden in een later stadium gedefinieerd op basis van het (nog op te stellen) ontwerp voor een passende constructie. Dit locatie-type wordt daarom in deze rapportage verder buiten beschouwing gelaten. Voorbeeld van een riviercorrigerende constructie van hout ( bandalls ) in de Elanjani in Bangladesh (foto: Deltares) 20

23 4.4 Uitvoering in fases Het streven is om nog voor het hoogwater van de winter 2013/2014 enkele bomen in de Lek te hebben liggen. Dan kan de monitoring starten en kunnen op afzienbare termijn conclusies worden getrokken over de effectiviteit van de maatregel en eventuele doorvertaling naar andere riviertrajecten binnen de tweede KRWplanperiode ( ). Niet alle gedefinieerde locaties zijn even eenvoudig en snel te realiseren. Verschillende redenen hiervoor zijn: - lastig bereikbare plekken voor het aanbrengen en verankeren van dood hout; - uitvoeriger communicatie extern noodzakelijk (vooral voor plekken waar de uitvoering in het oog zal springen). RWS moet het hoe en waarom van deze maatregel goed toelichten, aan onder meer de schippers, omdat tot nu toe het beheer erop gericht is geen vreemde elementen in het vaarwater toe te staan; - nader onderzoek nodig (door rivierkundigen en morfologen) dat leidt tot een innovatief ontwerp van een constructie of kunstwerk dat uit dode bomen of boomdelen (broekstuk, stam, kroon) is opgebouwd en noodzaak tot baggeren vermindert; - wijze van monitoren nog niet beproefd / doordacht (vooral in de diepe ontgrondingskuilen); Om snel een proef te kunnen starten is het pilotproject in verschillende fases verdeeld, waarbij gestart wordt met de locaties waar geen nader uitzoekwerk voor nodig is. Fase 1 Het plaatsen van dode bomen op de drie locaties die het minste risico s met zich meebrengen: - achter vooroever; - in vistrap Amerongen; - in de geul bij Everdingen. Deze fase kan in de winter van 2013/2014 ten uitvoer worden gebracht. Fase 2: Het plaatsen van dode bomen op de lastiger bereikbare locaties en waar meer communicatie en voorwerk voor nodig is: - in ontgrondingkuil van een open kribvak (met traag varende beroepsscheepvaart) - idem met snel varende beroepsscheepsvaart Er wordt naar gestreefd om fase 2 in de tweede helft van 2014 ten uitvoer te brengen. Afdeling communicatie van RWS wordt hierbij betrokken. Een idee voor het stroomlijnen van deze communicatie is het maken van een filmpje, waarin nut, noodzaak en verwacht effect uiteen worden gezet. Onderwaterbeelden en beelden van het plaatsen van dood hout (bijvoorbeeld op te nemen in fase 1) kunnen hierbij worden gecombineerd tot een professioneel promotiefilmpje. 21

24 Fase 3: Het onderdeel van de proef met dood hout in de Lek dat het meeste extra voorbereiding vergt wordt in fase 3 uitgevoerd. Momenteel is baggeren periodiek noodzakelijk. Baggeren kost echter geld en levert hinder op voor de beroepsscheepvaart. Ook kunnen aquatische organismen last hebben van de vertroebeling als gevolg van het baggeren, of zelfs beschadigd raken. Bovendien gebeurt dit baggeren met schepen met vervuilende motoren. Reden genoeg om het baggeren in de rivier te minimaliseren. Hiervoor moet eerst bepaald worden waar de grootste baggerinspanning is. Vervolgens moeten morfologen met rivierkundigen een innovatief ontwerp van een kunstwerk opstellen, dat na aanleg gaat zorgen voor een significante verlaging van de baggerinspanning. Dit kunstwerk zou opgebouwd kunnen worden uit halve of gehele bomen met broekstuk en kroon. Een dergelijke ontwikkeling kan ingrijpende gevolgen hebben en moet goed worden voorbereid. Zie bijlage 3 voor enkele voorbeelden. Ook moet er bestuurlijk draagvlak voor komen en moeten financiële middelen beschikbaar worden gesteld. Waarschijnlijk gaat deze fase pas lopen in de tweede helft van Vervolgtraject Indien uit de monitoring blijkt dat het effect van het aanbrengen van dood hout in de Lek voldoende positief resultaat oplevert, kan deze maatregel op grotere schaal worden toegepast, al dan niet in constructies die ook andere doelen dienen. Eerst in de Nederrijn-Lek en vervolgens wellicht ook in andere waterlichamen. Tijdens de werksessie kwam nog een potentiele locatie naar voren die vanuit vaarwegbeheer weinig bezwaren oproept wanneer er dood hout zou worden aangebracht. Het gaat om de luwe en ondiepe binnenbocht ter hoogte van de Redichemse waard. Met obstakeltonnen is hier een deel van het (vaar)water afgebakend. Omdat het toch al een voor scheepvaart gevaarlijke plek is en men er beter niet met boten kan komen, leent deze plek zich ook voor het eventueel toevoegen van dood hout. Aangezien de te onderzoeken variabelen op deze plek niet eenduidig kunnen worden gedefinieerd, wordt het op dit moment niet zinvol geacht de proef uit te breiden met deze locatie. Wanneer de resultaten van het onderzoek positief zijn en er een vervolg aan wordt gegeven, dan is de Redichemse waard wellicht wel een kansrijke plek voor het aanbrengen van dood hout in de Lek. 22

25 5. Aanwijzingen voor de aanleg in fase 1 In dit hoofdstuk worden de punten samengevat die in de werksessie benoemd zijn als randvoorwaarden of aandachtspunten voor de uitvoering. De principeschetsen geven een voorbeeld, maar zullen niet tot in detail met de uiteindelijke situatie in het veld corresponderen. Vistrap Amerongen In de vistrap naast de stuw bij Amerongen worden 3 bomen aangebracht. Twee bomen worden met elkaar vervlochten in het stroomafwaarts gelegen bredere deel en een boom komt boven de stenen drempel die daar juist stroomafwaarts van ligt (zie figuur 4.2). Verankering vindt plaats op de oever in de buitenbocht (dus niet in de zomerkade) omdat de bodem van de vistrap is bekleed met stortsteen. Omdat de verankering in het zicht ligt moet aandacht besteedt worden aan de maat en aanblik ervan (niet twee gekruiste H-profielen laten uitsteken boven maaiveld). Het dode hout ligt met een ketting vast aan de verankering op de oever, maar ligt geheel in het water. (Het hout heeft dus een beperkte bewegingsvrijheid in de stroom van de vistrap. De boom moet onder een hoek van 20 à 40 graden ten opzichte van de oever worden geplaatst (takken stroomafwaarts). Vanwege de geringe waterdiepte worden de naar onder stekende takken en wortels verwijderd, zodat de stam (bijna) op de bodem rust. Ook de naar boven stekende takken worden verwijderd, zodat ze niet boven het water uit steken. Het hout wordt indien nodig verzwaard, zodat het (m.n. de eerste paar jaren) niet gaat drijven. Figuur 5.1 Bovenaanzicht locatie waar dood hout wordt aangebracht in de vistrap bij stuw Amerongen (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011). 23

26 Figuur 5.2 Principeschets dood hout in de vistrap Geul Everdingen In de (benedenstrooms aangetakte niet-meestromende) nevengeul bij Everdingen worden in fase 1 vier bomen aangebracht (twee maal twee exemplaren). (Als er meer bomen beschikbaar zijn kan ook worden overwogen twee groepjes van 3 bomen aan te brengen. Groepsgrootte niet verschillend omwille van vergelijkbaarheid positie in stroming.) Op een smalle plek nabij de monding van de geul is meer stroming dan verderop in de nevengeul. Dit is gunstig voor het ecologisch effect. Twee bomen met elkaar vervlechten (maar wel ongeveer in gelijke richting liggend, namelijk ca. 20 tot 40 graden ten opzichte van de oever) vlak achter de ballenlijn, maar zover er vandaan dat de bomen de ballenlijn niet raken. Op het bredere deel van de nevengeul verder naar het oosten ook twee bomen aanbrengen, waar de stroming minder is. De richting van de bomen is ongeveer gelijk aan de stroomrichting van de hoofdstroom van de Lek op deze plaats. De bomen in de nevengeul worden eenzijdig verankerd in de oever en met een ketting vastgelegd. Twee gegroepeerde bomen hoeven niet aan elkaar vastgemaakt te zijn, maar bij voorkeur wel met takken in elkaar haken. Omdat de verankering in het zicht ligt moet aandacht besteedt worden aan de maat en aanblik ervan (niet twee gekruiste H-profielen laten uitsteken boven maaiveld) Figuur 5.3a Bovenaanzicht locatie waar dood hout wordt aangebracht in de éénzijdig aangetakte nevengeul bij Everdingen: locatie verder van monding (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) 24

27 Figuur 5.3b Bovenaanzicht locatie waar dood hout wordt aangebracht in de éénzijdig aangetakte geul bij Everdingen: locatie nabij monding (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) Figuur 5.4 principeschets dood hout in de nevengeul Achter vooroever Achter de vooroever van kribvak O (Liefveld & Bak 2011) worden drie bomen aangebracht. Ze worden met elkaar vervlochten en op het diepste deel gelegd (dat technisch haalbaar en betaalbaar mogelijk is). Overwogen kan worden om na plaatsing vanaf de kant of met een rupsvoertuig tot 1m waterdiepte met een lier vanuit de vaargeul de bomen nog iets verder te trekken naar een dieper deel. Nadeel van deze laatste methode is dat de bodemopbouw zwaar verstoord wordt, wat zowel voor de plantengroei (vanuit wortelstokken) als voor bodemdieren negatief zal uitpakken. 25

28 Plaatsing vanaf de krib is ook mogelijk, maar dan moet het broekstuk 2 à 3 m vanaf de krib liggen, terwijl de rest van de boom in het kribvak steekt. De H- profielen mogen tussen de stortstenen van de kribvoet worden gedrukt. Elke boom wordt aan twee kanten (nabij broekstuk en nabij splitsing takken) verankerd in de bodem van het kribvak. Ter weerszijden van de stam worden H-profielen in de bodem gebracht, waartussen een ketting wordt gespannen om de boom op de bodem te houden. De H-profielen moeten voor 2/3 deel in de bodem komen. Figuur 5.5 Bovenaanzicht locatie(s) waar dood hout wordt aangebracht in kribvak O achter de vooroever nabij Fort Everdingen (Bron ondergrond: Eurosense BV, DKLN2011) Figuur 5.6 Principeschets dood hout achter de vooroever nabij de krib. Voor de uitvoering zal de aannemer een gat boren in de stam en daar de ketting doorheen trekken. Zo kan de boom gegarandeerd geen kant meer op. De proef is mogelijk nog eenvoudig uit te breiden met de volgende onderdelen achter de vooroever, mits hierover aanvullende communicatie intern binnen RWS heeft plaatsgevonden (vanwege enige afwijking van de eerder besproken uitgangspunten): 26

29 Indien nog extra bomen beschikbaar zijn, kan worden overwogen om in het kribvak gelegen naast kribvak O achter de vooroever, op ongeveer dezelfde positie één, twee of drie nog levende bomen aan te brengen. Zo kan onderzocht worden of het uitmaakt in de ontwikkeling van macrofauna en vis of het aangebrachte hout leeft of al dood is. Een aanvullend idee om mogelijk mee te nemen in de proef met dood hout in de Lek is het aanbrengen van verticale houten stammetjes in een halve cirkel tegen de vooroever, waarbinnen een wirwar van nog levende bomen en takkenbossen worden aangebracht. Deze steken dan met hun bladeren ook boven water uit. Hiertoe moet een soort als wilg worden gekozen die goed tegen natte omstandigheden kan. Op den duur zullen ook oeverplanten zich op en rond deze takkenbossen vestigen. De gedachte is dat er een soort floatland ontstaat, waarbij vegetatie zich half in en op het water ontwikkelt. Ook onder water gaat hiervan een positief effect uit op de ecologische kwaliteit (zie bijlage 3). 27

30 28

31 6 Conclusie Het lijkt goed mogelijk om op korte termijn als proef op enkele plekken in de Lek op een veilige manier dood hout aan te brengen. De werkwijze en randvoorwaarden hiervoor zijn in de voorgaande hoofdstukken beschreven. Doel is hiermee te verkennen of deze maatregel ook in de Lek een meerwaarde kan hebben voor de KRW, met name voor macrofauna en vis. De praktische ervaring die hiermee opgedaan wordt en de ecologische resultaten kunnen een vertrekpunt zijn voor het al dan niet uitbreiden van deze maatregel naar andere riviertrajecten. Omdat het doel in deze fase vooral is om praktische ervaring op te doen met de maatregel, staan aspecten die te maken hebben met veiligheid voor andere functies centraal. Wel staan ecologische uitgangspunten aan de basis van de werkwijze en zijn ecologische afwegingen meegenomen in de randvoorwaarden. Toch is de uitwerking van de maatregel in deze fase relatief technisch van aard. Afhankelijk van de ervaringen met deze pilot, kan in de toekomst de uitvoeringswijze wellicht een wat natuurlijker karakter krijgen. Voorlopig kan de maatregel gezien worden als symptoombestrijding voor het ontbreken van (dode)bomen langs de Nederlandse rivieren. Maar gezien de ontwikkeling in het veiligheidsbeleid langs de rivieren, waarbij vegetatieontwikkeling in de uiterwaarden aan strakke banden wordt gelegd, kan het wel eens een belangrijke symptoombestrijding zijn. In elk geval kunnen de pilotprojecten een bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van het belang van deze structuren langs de Nederlandse rivieren. 29

32 30

33 7. Literatuur Brook, A (2006). Large wood re-introduction in South East Australia: synthesis of a decade of rehabilitation projects.( Halcrow Group Ltd. and GeoData Institute (2009). Strategic Framework for Restoration of the River Avon System Non Technical Summary. Haskoning UK Ltd. ( ). Physical and biological monitoring of STREAM restoration Projects Years 1-4 ( Kail J, Hering D, Muhar S, Gerhard M, Preis S (2007). The use of large wood in stream restoration: experiences from 50 projects in Germany and Austria. Journal of Applied Ecology 44(6): Klink A.G. (2010) Macrofauna op bakenbomen in de Bedijkte Maas. Een tussenstand na 4-5 jaar. Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr. 116 oktober 2011 (HAK Project 350). In opdracht van het Rijkswaterstaat Limburg. Späh, H. (2010) Fischbestandsuntersuchungen Monitoring Totholzeinbau Rur Bereich Pierer Wald. Wasserverband Eifel-Rur Verdonschot, P., A. Besse, A. de Brouwer, J. Eekhout, R. Fraaije, Beekdalbreed Hermeanderen. Bouwstenen voor de leidraad voor innovatief beek en beekdalherstel. STOWA rapport Viebahn Sell (2010) Einbringen von Totholz in der Rur im Bereich des Pierer Wald. Monitorbericht Erstaufnahme und Dokumentation des Einbaus. Wasserverband Eifel-Rur Till, B. & Davy, A. (2000) Riparian demonstration evaluation project. The Importance of Large Woody Debris in Sandy River Systems. Report reference: WRC4 Robinwood Evaluation of Large Woody Debris in Watercourses. European Interreg 111c Regional Framework Operation project Voor de gebruikte luchtfoto s in de gehele rapportage geldt: EUROSENSE BV DKLN

34 32

35 Bijlage 1: Deelnemers workshop Rijkswaterstaat Oost Nederland Annemarie Alewijn Ronald Roosjen Eric de Rooij Léon Mulder John Haubrich Herbert van Laar Karin Koppenschaar Maarten van Tilborg Theo Joosten Henk v. Rheede Stefanie Bakker Egbert IJmker Hendrik Havinga Margriet Schoor Frank Kok Frank Schepers Marike Broos Jos Stammen DLG Kees Budding WVL Arjan Sieben Deltares Miguel Dionisio Pires Erik Mosselman RWS ZN Gerard Wittenberg Hydrobiologisch adviesbureau Klink Alexander Klink Bureau Waardenburg Wendy Liefveld Mascha Visser 33

36 34

37 Bijlage 2: Panelen workshop 7 november

38 36

39 37

40 38 Bijlage 3: Voorbeelden constructies met hout in rivieren uit het STREAM -project (UK)

41 advice note RIVER RESTORATION 7 of 20 Flow Deflectors Deflectors function by concentrating flow vertically or horizontally, increasing the speed of flow locally and creating areas of differential scour and deposition. Knowing where you want areas of scour and deposition is the main consideration when planning where to install deflectors. When water strikes a deflector, it is deflected at approximately right angles. A simple deflector installed pointing downstream will tend to deflect flow into the bank, causing erosion, whilst an upstream facing deflector will tend to deflect water into the centre of the channel, eroding a small pool here. STREAM has used three methods for deflecting flow, as summarised below D deflectors Untreated wooden stakes are driven into the river bed, creating a D shape outline 1, which is slightly wider at its upstream end. Brushwood bundles are then tied or wired to the inside of the posts, giving the structure a defined edge. The centre of the D is then filled with brushwood and tied/wired in place 2 and gradually becomes vegetated

42 2. Islands Untreated wooden stakes are driven into the river bed, creating an egg shape outline for the island 1. A vertical coir/geotextile skirt is pinned to the outside of the posts, and local stone or flints used to weigh it down.this stops water scouring underneath the structure.the centre of the island is then densely packed with brushwood which is firmly tied or wired into place 2 and becomes vegetated 3. 1 advice note RIVER RESTORATION 8 of 20 Cleft chestnut posts. Geotextile membrane attached to stakes and skirted out with large local stone to hold down and reduce under-scouring. Direction of flow Wire crossing to tie down brushwood infill. Plan view of Island flow deflector Infill to the new island to be brushwood

43 3. Dragons teeth Place a large tree trunk in the river at degrees to the bank. With the machine bucket, hold the trunk down and push it backwards into the bank. Using a post rammer adapted for use on a long reach machine, drive untreated wooden posts into the river bed on either side of the tree trunk, then wire the trunk to the posts 1. Push any gravel into the centre of the channel so the structure does not cover it. 4 advice note RIVER RESTORATION 9 of 20 Next drive posts upstream of the tree trunk, forming a triangle between the tip of the trunk and the bank. Drive more posts inside this triangle, and pack it tightly with brushwood, which is then wired to the posts 2. Structures that will experience strong flows should be topped with pre-planted geotextile 3 anchored with wooden battens. Structures that are less vulnerable can be topped with silt and left to colonise naturally

44 advice note RIVER RESTORATION 10 of 20 Plan view of Dragon s Teeth flow deflector Cleft chestnut stakes driven into the river bed. Tree limb set at upstream facing to the bank. Direction of flow Tree limb held in place by wire fixings to cleft chestnut stakes on both sides. Brushwood bundles. Wooden battens holding down pre-planted geotextile. Pre-planted geotextile. Tree limb buried into the bank. Cross-section of Dragon s Teeth flow deflector Pre-planted geotextile. Wooden battens holding down pre-planted geotextile. Tree limb held in place by wire fixings to cleft chestnut stakes on both sides. Tree limb buried into the bank. Brushwood bundles. Cleft chestnut stakes driven into the river bed. 42

45

46 Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4100 AJ Culemborg Telefoon , Fax

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Evaluatie van 6 jaar monitoring SAMENVATTING W.M. Liefveld A. Bak In opdracht van Rijkswaterstaat Samenvatting Momenteel stellen de waterbeheerders hun maatregelenprogramma

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

Bomen in water, gemeente Heerde

Bomen in water, gemeente Heerde Behoort bij het ontwerpbesluit van burgemeester en wethouders van Heerde van 22-03-2017 Bomen in water, gemeente Heerde Ruimtelijke onderbouwing Concept, 30 januari 2017 Bomen in water, gemeente Heerde

Nadere informatie

HANDREIKING RIVIERHOUT. HOE, WAAR EN WAAROM?

HANDREIKING RIVIERHOUT. HOE, WAAR EN WAAROM? HANDREIKING RIVIERHOUT. HOE, WAAR EN WAAROM? Deze handreiking is bedoeld voor initiatiefnemers of uitvoerders die dood hout in de rivier willen aanbrengen. Hierin staat hoe je dit het beste kunt doen en

Nadere informatie

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Beekdalbreed hermeanderen Technieken om dood hout in te brengen Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Jan.debrouwer@wur.nl Piet.verdonschot@wur.nl nl Anna.besse@wur.nl team zoetwaterecologie Piet

Nadere informatie

Assetmanagement van nevengeulen

Assetmanagement van nevengeulen Assetmanagement van nevengeulen Kennisdag Platform Beek- en Rivierherstel 15 november 2016 Luc Jans Oost-Nederland Assets; wat zijn dat? Bezittingen, eigendommen, onderdelen, objecten In de wegeninfrastructuur

Nadere informatie

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397. Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek

Nadere informatie

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014

Nadere informatie

Afwegingen bij het plaatsen van Rivierhout

Afwegingen bij het plaatsen van Rivierhout Voor initiatiefnemers en uitvoerders Afwegingen bij het plaatsen van Rivierhout Dit is een uitgave van Rijkswaterstaat www.rijkswaterstaat.nl 0800-8002 mei 2015 cd0515nb001 Dood hout hoort van nature thuis

Nadere informatie

Waterbodemsanering Biesbosch

Waterbodemsanering Biesbosch Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Opbouw presentatie. Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 15 december 2011 Gerben van Geest Deltares. - Achtergrond;

Opbouw presentatie. Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 15 december 2011 Gerben van Geest Deltares. - Achtergrond; Opbouw presentatie - Achtergrond; Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken - Sturende factoren voor waterplanten; - Uitleg KRW-tool. 15 december 11 Gerben van Geest Deltares Achtergrond: Maatregelen

Nadere informatie

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER BIJLAGE I BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport UT615-24/14-002.688 d.d. 5 februari 2014 Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevr. T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15 november 2011 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: pm G771/11.0016099 G. Hoefsloot G. Hoefsloot STATUS: versie

Nadere informatie

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Evaluatie pilot rivierhout

Evaluatie pilot rivierhout Evaluatie pilot hout Effecten op vis, macrofauna en bodem (2014-2016) W. Liefveld M. Dorenbosch N. van Kessel A. Klink 2 Evaluatie pilot hout Effecten op vis, macrofauna en bodem (2014-2016) drs. W.M.

Nadere informatie

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie 1 Rapport Evaluatie waterkwaliteit Op 21 december beschikbaar (www.pbl.nl) Samenvatting opgenomen in KRW-rapport Belangrijke waterbeheerkwesties Bijdragen

Nadere informatie

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg REACTIENOTA Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg Juni 2015 INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2 1.

Nadere informatie

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00 Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee Waterschap Velt en Vecht wil graag een natuurlijker Schoonebeekerdiep dat meer water kan opvangen. Langs de beek blijft landbouw de belangrijkste bestemming.

Nadere informatie

Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares

Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares Opbouw presentatie - Achtergrond; - Vergelijking situatie jaren vijftig met recente jaren; - Verschillen in peildynamiek;

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren. Martin Kroes Vissennetwerk 27 september 2012

Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren. Martin Kroes Vissennetwerk 27 september 2012 Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren Martin Kroes (martin.kroes@tauw.nl) Vissennetwerk 27 september 2012 Inhoud Achtergrond herstel van habitatstructuren? Veldstudie kunstmatige

Nadere informatie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Groene randen Gezien de ligging van het zonneveld is gekozen voor een open uitstraling, de randen worden verzacht met een groen blauwe structuur. Royale watergangen

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

Case Noorder IJplas. Workshop Zon op Water 23 mei 2019

Case Noorder IJplas. Workshop Zon op Water 23 mei 2019 Case Noorder IJplas Workshop Zon op Water 23 mei 2019 Case Noorder IJplas Noorder IJplas - initiatief van bedrijfsleven - Noorder IJplas moet een ecopark worden - kansen - maatschappelijk belang - Vergunningverlening:

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Flybye. Ernst Koning, Montagehandleiding / Instruction manual

Flybye. Ernst Koning, Montagehandleiding / Instruction manual Flybye Ernst Koning, 2018 Montagehandleiding / Instruction manual GELEVERD MATERIAAL / MATERIALS SUPPLIED A. B. C. D. E. F. G. A. B. C. D. E. F. G. H. H. lichtbuis / lighting tube plafondkap / ceiling

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm

Nadere informatie

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4.

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Contactpersoon C. Veldman medewerker advisering christel.veldman@rws.nl Ons kenmerk RWSZ2017-00003697 Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Deze samenvatting hoort bij de rapportage Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) voor het project Dijkversterking Tiel Waardenburg en Rivierverruiming Varik - Heesselt. Werken

Nadere informatie

Per vaarweg komen deze partijen elkaar steeds tegen bij de afstemming van werkzaamheden aan oever of bodem.

Per vaarweg komen deze partijen elkaar steeds tegen bij de afstemming van werkzaamheden aan oever of bodem. Inleiding De afgelopen jaren is er door de overheden veel geld gestoken in het opwaarderen van de Friese vaarwegen. Ook de komende jaren wordt er nog veel geïnvesteerd. De uitdaging is om dit prachtige

Nadere informatie

Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 Februari 2015

Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 Februari 2015 Nieuwsbrief Pilot Houtribdijk Editie 1 In 2014 is Ecoshape, in opdracht van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) daadwerkelijk gestart met de uitvoering van een proef voor een zandige vooroever.

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLIJN MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum RWS-2016/4724 Onderwerp

Nadere informatie

Delta Talent themadag: Oude Maas

Delta Talent themadag: Oude Maas Delta Talent themadag: Oude Maas Marius Teeuw Projectmanager KRW 20-5-2015 Inhoud Inleiding KRW Aanpak KRW projecten KRW project Klein Profijt Belangrijke adviezen 2 20-5-2015 Missie droge voeten voldoende

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12. Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1.

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1. Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Gegevens aanvrager... 2 1.2 Gewenste toestemming... 2 1.3 Aard van de werkzaamheden... 2 1.4 Ligging van de loslocaties met zandaanvulling... 2 1.5 Relatie met andere

Nadere informatie

Modelleren bij Beekherstel

Modelleren bij Beekherstel Modelleren bij Beekherstel Overbodige luxe of noodzakelijk kwaad Eisse Wijma Juni 2008 Niet het doel maar het middel Beekherstel Kleine Beerze Zuid Bron: WS de Dommel 1 Onze Visie Modelleren draagt bij

Nadere informatie

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014 en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014 Resultaatgericht /gedragscode Doelgericht Werkwijze gericht Resultaatgericht d.m.v. maatlatten Abundantie

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer

Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Het aanleggen van een moeras in het Markermeer Wat hebben we geleerd Petra Dankers 04 april 2014/ update 6 augustus 2014 2 Aanleg - randen Kenmerken Randen opgebouwd uit Geocontainers (7 breed, 1,50 hoog)

Nadere informatie

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Waterkwaliteit

agendapunt 04.H.14 Aan Commissie Waterkwaliteit agendapunt 04.H.14 1146492 Aan Commissie Waterkwaliteit AANPASSING INVESTERINGSPLAN EN AANVRAAG UITVOERINGSKREDIET VERBREDING VAN EN AANLEG NATUURVRIENDELIJKE OEVERS SLINKSLOOT (GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND)

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR 2015

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR 2015 ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR 2015 Titel van het project: Onderzoek waterkwaliteit en ecologie met drones Onderzoek waterkwaliteit of toestand bouwwerken met (aquatic) drones Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht

Nadere informatie

Beheerrichtlijn voor vleermuizen van Fort Asperen E.A. Jansen & H.G.J.A. Limpens

Beheerrichtlijn voor vleermuizen van Fort Asperen E.A. Jansen & H.G.J.A. Limpens Beheerrichtlijn voor vleermuizen van Fort Asperen E.A. Jansen & H.G.J.A. Limpens 2014.007 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Stichting Fort Asperen & Staatbosbeheer regio

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Beheer van stuwen en waterkrachtcentrales vanuit het oogpunt van de Kaderrichtlijn Water. Tom Buijse Rijkswaterstaat RIZA

Beheer van stuwen en waterkrachtcentrales vanuit het oogpunt van de Kaderrichtlijn Water. Tom Buijse Rijkswaterstaat RIZA Beheer van stuwen en waterkrachtcentrales vanuit het oogpunt van de Kaderrichtlijn Water Tom Buijse Rijkswaterstaat RIZA Waterkracht en scheepvaart Milieuvriendelijke energiebron (geen CO2 uitstoot) en

Nadere informatie

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht Building with Nature: Ecologische effecten van kleinschalige Building with Nature maatregelen In vogelvlucht Bart Brugmans 20 september 2016 Opgenomen in nieuwe Waterbeheerplan Effectievere inzet middelen

Nadere informatie

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Notitie met aanvullingen op een eerder mitigatieplan 2011, Vilmar Dijkstra Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Groot Salland

Nadere informatie

Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015

Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015 Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221 HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Waterschap Vallei en Veluwe Van : Esther van den Akker Kopie : Dossier : BA7927-101-100 Project : KRW Bentinckswelle Betreft : Aanvulling op aanvraag watervergunning

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot

Nadere informatie

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen Bijlage 11- Uitvoeringsplan. Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen Voor u ligt een notitie om te komen tot een definitieve beslissing over de locatie van de losplaats en aanvoerweg (samen

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet zelden zeer ingrijpend. In de regel moet de complete bestaande vloer worden verwijderd

Nadere informatie

11 Beplanting bij oppervlaktewater

11 Beplanting bij oppervlaktewater 11 Beplanting bij oppervlaktewater 11.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het aanbrengen en het verwijderen van beplanting naast en in de watergang centraal. Het aanbrengen en/of het verwijderen van beplanting

Nadere informatie

Symposium Onderhoudsarme wegen in slappe ondergrond. Presentatie CROW-werkgroep

Symposium Onderhoudsarme wegen in slappe ondergrond. Presentatie CROW-werkgroep Symposium Onderhoudsarme wegen in slappe ondergrond Presentatie CROW-werkgroep Effectieve Overgangs Constructies (EOC) Inhoud - Doel van de werkgroep - Werkplan EOC - Resultaten literatuurstudie - Resultaten

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 3 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS-2017/8211 Onderwerp

Nadere informatie

Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel

Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel Frank Spikmans Zaltbommel, 7 september 2017 Kwabaal Gelderland Ecologie & verspreiding Oorzaken achteruitgang Actuele toestand leefgebieden Kansen herstel Leefgebied

Nadere informatie

Workshop Sturen op structuren Handvatten voor inrichting, onderhoud en beheerder. 27 juni 2014 Pim de Kwaadsteniet en Martin Kroes

Workshop Sturen op structuren Handvatten voor inrichting, onderhoud en beheerder. 27 juni 2014 Pim de Kwaadsteniet en Martin Kroes Workshop Sturen op structuren Handvatten voor inrichting, onderhoud en beheerder 27 juni 2014 Pim de Kwaadsteniet en Martin Kroes Programma werksessie 14:00-14:10 u Achtergronden NIOO 14:10-14:20 u Sturen

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Hoogwaterbeschermingsprogramma Derde toetsronde Verlengde derde

Nadere informatie

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Opzet workshop Aankondiging in programma: Afgelopen zomer is aan de Markermeer-zijde

Nadere informatie

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ralf Verdonschot 9 mei 2019 Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Klimaatverandering: toename weersextremen

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet

Nadere informatie

Gemeente Arnhem Datum ontvangst : 17 07 2012 Zaaknummer : 2012 07 01383 In deze notitie wordt de uitvoeringwijze en uitvoeringsvoorschriften van de aanpassing van de brugpijlers van de John Frostbrug beschreven.

Nadere informatie

Kostendragers voor Markermeer- IJmeer. Roelof Balk, mei 2012

Kostendragers voor Markermeer- IJmeer. Roelof Balk, mei 2012 Kostendragers voor Markermeer- IJmeer Roelof Balk, mei 2012 Uniek gebied met grote kwaliteiten Internationaal vogelgebied, Natura 2000 Problemen door wervelend opgesloten slib Driehoeksmossel bijna verdwenen

Nadere informatie

Informatie van de indiener Deze kolom wordt ingevuld door de indiener

Informatie van de indiener Deze kolom wordt ingevuld door de indiener Reactieformulier uitvraag aan de markt Nieuwe oplossingen voor piping Deel A: Informatie van de indiener en indruk van de werkgroep De indiener geeft in de kolom informatie van de indiener zoveel mogelijk

Nadere informatie

1148-CPR SAFETY-PRODUCT nv Beverlosesteenweg 100 B-3580 BERINGEN EN 40-5:2002

1148-CPR SAFETY-PRODUCT nv Beverlosesteenweg 100 B-3580 BERINGEN EN 40-5:2002 Ravensteinstraat 4 B-1000 BRUSSEL Certificaat van prestatiebestendigheid Overeenkomstig de Verordening 305/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 (de Bouwproductenverordening of

Nadere informatie

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007 Aan de Raad Made, 13 februari 2007 Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Raadsvergadering: 12 april 2007 Onderwerp: Diagnose Integrale Veiligheid gemeente

Nadere informatie

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard 9T5318.A0 Definitief 24 maart 2010 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon

Nadere informatie

Self-supporting Rivier Systemen (SSRS)

Self-supporting Rivier Systemen (SSRS) Self-supporting Rivier Systemen (SSRS) Kostenbesparend, duurzaam rivierbeheer Wat is een Self-supporting rivier systeem? Een Self Supporting Rivier Systeem is een riviersysteem waarin: De natuurlijke dynamiek

Nadere informatie

Informatie van de indiener Deze kolom wordt ingevuld door de indiener. Grontmij Nederland B.V. (per heten wij Sweco Nederland B.V.

Informatie van de indiener Deze kolom wordt ingevuld door de indiener. Grontmij Nederland B.V. (per heten wij Sweco Nederland B.V. Reactieformulier uitvraag aan de markt Nieuwe oplossingen voor piping Deel A: Informatie van de indiener en indruk van de werkgroep De indiener geeft in de kolom informatie van de indiener zoveel mogelijk

Nadere informatie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum

Nadere informatie

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

Mitigatieplan noodkap populieren ten behoeve van de bever in de Roer

Mitigatieplan noodkap populieren ten behoeve van de bever in de Roer Mitigatieplan noodkap populieren ten behoeve van de bever in de Roer Vilmar Dijkstra Rapportnummer 2012.20 21 september 2012 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Roer & Overmaas

Nadere informatie

Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk

Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk RWS BEDRIJFSVERTROUWELIJK Eusebiusbuitensingel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 2232 3500 GE Utrecht T 088 797 49 00 www.rijkswaterstaat.nl Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk Relevante

Nadere informatie

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta Waterkwaliteit en vergunningverlening en doe het zelf Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta Inhoud Waarom vergunningen verlenen? Wettelijk kader Hoe RWS ecologie

Nadere informatie

1 e Ontwerpatelier UWDH - Wamel & Dreumel

1 e Ontwerpatelier UWDH - Wamel & Dreumel 1 e Ontwerpatelier UWDH - Wamel & Dreumel 1 1 e Ontwerpatelier UWDH - Wamel & Dreumel Agenda 2 19.30 uur Inloop met koffie en thee 19.45 uur Kennismaking, doel, spelregels 19.55 uur - Opgave, ontwerpproces

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Rhythm of Light. Susanne de Graef, Montagehandleiding / Instruction manual

Rhythm of Light. Susanne de Graef, Montagehandleiding / Instruction manual Rhythm of Light Susanne de Graef, 2016 Montagehandleiding / Instruction manual GELEVERD MATERIAAL / SUPPLIED MATERIAL B. C. D. A. E. F. A. B. C. D. E. F. armatuur / fixture fitting lange staalkabels (3)

Nadere informatie