Informatiebundel: Zorgwerking

Transcriptie

1 Informatiebundel: Zorgwerking Opvoeden is niet het vullen van een vat, maar het aanwakkeren van een vuur 1

2 Zorg? Het zorgbeleid omschrijft de zorgwerking op school en wordt gedragen door het zorgteam, in samenspraak met de leerkrachten. De visie van de school m.b.t. zorg, de doelstellingen en acties die men vooropstelt en de manier waarop men deze acties wil verwezenlijken, worden allen in een zorgbeleidsplan gegoten. Dit beleidsplan wordt, in samenspraak met directie en leerkrachten, frequent aangepast en opgefrist, en dit teneinde zo goed mogelijk in te spelen op maatschappelijke en pedagogisch didactische veranderingen. Twee grote aandachtspunten binnen het zorgbeleid zijn de pijlers preventie en remediëring. Naast deze twee pijlers werkt het zorgteam, samen met de leerkrachten, uiteraard ook aan allerhande andere thema s zoals sociale vaardigheden, leren leren, anderstaligheid, leerstoornissen enz. Hieronder belichten wij kort de eerste twee thema s: Preventie Door het lanceren van allerhande zorginitiatieven op school wordt getracht om problemen, op alle vlakken van de ontwikkeling, te voorkomen. Alle leerlingen genieten van de preventieve zorgmaatregelen die in de klas, maar ook buiten de klas, worden aangeboden zoals: peer tutoring, klasdoorbrekend werken, leerlingvolgsysteem, sociale vaardigheden met de axenroos enz. 2

3 Remediëring Zorgen m.b.t. kinderen dienen onmiddellijk aangepakt en opgelost te worden. Onze leerkrachten houden de kinderen nauwgezet in het oog en signaleren eventuele zorgen zo snel mogelijk aan de directie en het zorgteam. Deze partijen bekijken samen hoe men kan inspelen op de noden van het kind. Sommige kinderen zijn geholpen met wat extra instructie of extra zorg van de klasleerkracht, andere kinderen hebben net dat beetje extra zorg, hulp en aandacht nodig van het zorgteam, de taakleerkracht, enz. Deze extra ondersteuning kan heel wat verschillende zaken inhouden: de taakleerkracht die kinderen begeleidt; bijkomende maatregelen voor kinderen met een leerstoornis; kinderen die de leerstof op hun niveau niet aankunnen, kunnen die leerstof een leerjaar lager meevolgen; extra oefeningen voor kinderen die meer aankunnen;... Eerstelijnszorg De klasleerkrachten vormen de basis van de eerstelijnszorg op school. Zij observeren, begeleiden en bieden als eerste partij hulp aan in de klas. Zij hebben bovendien ook een signaalfunctie: zij informeren het zorgteam wanneer er moeilijkheden optreden die niet of moeilijk in de klas te behandelen zijn. Het zorgteam geeft dan advies of verleent bijkomende hulp. 3

4 Zorgteam: Wie is wie? Het zorgteam bestaat uit: Directie Zorgcoördinatoren GOK-leerkrachten Taakleerkracht Problemen of zorgen m.b.t. kinderen worden gemeld aan het zorgteam. De melding gebeurt meestal door de klasleerkracht maar kan evengoed door de ouders gebeuren! Zorgcoördinator vertrouwenspersoon De zorgcoördinatoren van de school zijn juf. Sandra De Vuyst en juf. Mieke Van den Driessche. Zij staan in voor het goede verloop van de zorgwerking in beide vestigingen. De zorgcoördinatoren vormen de draaischijf van het zorgteam, zij coördineren met andere woorden alle zorgactiviteiten. Juf. Sandra is sinds het schooljaar ook de vertrouwenspersoon op de school. De vertrouwenspersoon is een luisterend oor voor iedereen die zorgen en vragen heeft m.b.t. de school, de leerkrachten, de leerlingen, enz. Zowel leerkrachten, leerlingen alsook ouders kunnen hiervoor bij haar terecht. Ook als er financiële problemen zijn, staat zij voor u klaar. Samen met u wordt er gekeken naar mogelijke oplossingen. U kan steeds rekenen op haar discretie en vertrouwen. 4

5 Alle scholen van de gemeente Erpe-Mere ondertekenden samen met het Sociaal Huis van Erpe-Mere de schoolcode voor onze gemeente. Meer informatie hierover vindt u in ons afsprakenplan. Juf. Mieke is sinds het schooljaar ook de beleidsondersteuner van de school. Zij werkt in deze uren vooral aan het pedagogisch beleid van de school. Taakleerkracht De taakleerkracht is juf. Rita Moons, zij biedt kinderen extra ondersteuning en doet dit klasextern. Er kan zowel individueel als in kleine groepjes gewerkt worden. De taakleerkracht biedt vooral ondersteuning in het eerste tot en met het derde leerjaar. De beslissing, of een kind al dan niet extra begeleiding krijgt binnen de taakklas, ligt bij het zorgteam. GOK-leerkrachten (Gelijke Onderwijskansen) De GOK-leerkrachten zijn juf. Veerle De Keyzer en juf. Anne Van Impe. Zij bieden ondersteuning aan de leerkrachten en begeleiden leerlingen in eerste instantie binnen de klas. Zij nemen bovendien het GOK plan, dat wordt uitgewerkt in samenwerking met het voltallige schoolteam, voor hun rekening. In dit plan wordt de balans van de school opgemaakt. Men kijkt wat goed loopt in de school en waar de pijnpunten zitten. Vanuit deze analyse worden doelstellingen opgesteld waaraan gewerkt wordt met het volledige schoolteam. 5

6 Zorg voor leerlingen: Opvolging en inspraak Opvolging: AVI en LVS AVI Twee keer per jaar wordt het AVI-niveau van uw kind in kaart gebracht. Het AVI-niveau staat voor het leesniveau dat uw kind behaald heeft. Volgens standaardrichtlijnen wordt verwacht: AVI 1 = midden eerste leerjaar AVI 2 = einde eerste leerjaar AVI 3 = begin tweede leerjaar AVI 4 = midden tweede leerjaar AVI 5 = einde tweede leerjaar AVI 6 = begin derde leerjaar AVI 7 = midden derde leerjaar AVI 8 = einde derde leerjaar AVI 9 = begin vierde leerjaar Wenselijk minimumniveau opdat het kind geen of weinig hinder ondervindt bij andere vakken bij aanvang van: 1 ste leerjaar (nvt) 4 de leerjaar AVI 6 2 de leerjaar AVI 2 5 de leerjaar AVI 7 3 de leerjaar AVI 4 6 de leerjaar AVI 8 Maakt u zich vooral geen zorgen wanneer uw kind het gewenste AVI-niveau nog niet bereikt heeft. Bovenstaande gegevens zijn namelijk richtlijnen die gelden voor een brede leerlingenpopulatie. Onze school gaat ervan uit dat elk kind uniek is en een eigen ontwikkelingspad doorloopt. Voor ons staat het kind, met al zijn/haar mogelijkheden centraal! 6

7 Tutorlezen Vroeger werd er wekelijks aan niveaulezen gedaan. Gezien het feit dat deze methode de laatste jaren enorm ter discussie staat, hebben wij ervoor gekozen over te schakelen naar tutorlezen. Bij deze methode worden kinderen niet langer gegroepeerd volgens AVI-niveau, maar krijgen kinderen de kans om, al lezend in duo, van elkaar te leren. Als bijlage vindt u ook tips om het lezen thuis te bevorderen. LVS = leerlingvolgsysteem Al vanaf de kleuterschool worden de kinderen opgevolgd in alle aspecten van hun ontwikkeling. De spraak- en taalontwikkeling, motorische ontwikkeling en de socio-emotionele ontwikkeling worden opgevolgd. Vanaf de lagere school verschuift de focus naar lezen, spelling, rekenen, welbevinden en betrokkenheid. De opvolging van deze domeinen gebeurt aan de hand van gestandaardiseerde proeven die minimum twee keer en maximum 3 keer per jaar worden afgenomen. (Dit staat dus los van de methodegebonden toetsen.) De resultaten op deze proeven worden steeds vergeleken met de resultaten van de vorige afnames. Op deze manier krijgen wij een duidelijk beeld van de ontwikkeling en de vorderingen van uw kind. Deze opvolging maakt het voor ons mogelijk om snel in te grijpen bij eventuele zorgen en/of problemen. Inspraak: leerlingenparticipatie Op school wordt ook nadruk gelegd op participatie en inspraak van leerlingen wat betreft schoolse zaken. Om leerlingen hiertoe de kans te geven, wordt een praatlunch georganiseerd. 7

8 Hierin krijgen leerlingen van het eerste t.e.m. het zesde leerjaar inspraak in het reilen en zeilen binnen de school. Ook de noden en wensen van leerlingen worden hier besproken. Samen met de leerlingen wordt bekeken welke wensen, noden en vragen haalbaar zijn en welke niet. Dit overleg gebeurt driemaandelijks. Overleg = MDO en permanentie MDO Zorgen m.b.t. de kinderen worden steeds besproken op het MDO. MDO staat voor multidisciplinair overleg, dit wil zeggen dat verschillende disciplines binnen de school aan dit overleg deelnemen. Zorgen en/of problemen worden dus met andere woorden besproken met het zorgteam, de GOK leerkracht, de directie en soms ook het CLB. Samen tracht men het hoofd te bieden aan de gestelde problemen en naar oplossingen te zoeken. Ook de ontwikkeling en vorderingen van de leerlingen worden hier onder de loep genomen. Het MDO wordt steeds voorafgegaan door een permanentie. Permanentie Maandelijks zijn de maatschappelijk assistente en de psychologe, van het CLB aanwezig op onze school. Zij staan niet enkel paraat voor onze leerkrachten, maar staan ook klaar om ouders met raad en daad bij te staan. Ouders die een afspraak wensen met het CLB kunnen dit melden aan de klasleerkracht of de zorgcoördinator. Men kan natuurlijk ook altijd zelf contact opnemen met het CLB. 8

9 Samen op weg CLB CLB staat voor centrum voor leerlingenbegeleiding. Deze centra zijn er om leerkrachten, leerlingen, ouders enz. met raad en daad bij te staan. Zij werken gratis, vraaggestuurd en onafhankelijk van de school. Zij behandelen de problemen en zorgen die tijdens gesprekken naar boven komen op een vertrouwelijke manier. U mag dus rekenen op een discrete behandeling en verwerking van uw dossier. Het CLB is actief op vier domeinen. U kan de medewerkers met andere woorden aanspreken i.v.m. volgende onderwerpen: Leren en studeren (leermoeilijkheden, verwijzing naar het buitengewoon onderwijs, studiehouding, ). Schoolloopbaanbegeleiding (studie en beroepskeuze, ). Psychisch en sociaal functioneren (welbevinden, gedragsproblemen, ). Preventieve gezondheidszorg: vaccinatieprogramma s, gezondheidsvoorlichting, medische onderzoeken ). Ook de opvolging van de leerplicht en het regelen van medische onderzoeken zijn verplichte taken van het CLB. CLB: Ons schoolteam werkt samen met het begeleidend team van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding: CLB Dender - Zonnestraat 25 te 9300 Aalst Tel.: 053/ Fax: 053/ Directeur-mandaathouder: Mevr. Marianne De Wael Contact opnemen met het CLB kan via de school, maar ook rechtstreeks. Contactpersonen zijn: Dr. De Weert Patrick & Dr. Kristien Boelaert, schoolarts Mevr. Ann De Bock, psycholoog Mevr. Rebecca Gies, maatschappelijk werker Mevr. Erna De Decker, paramedisch werker Meer informatie vindt u tevens in het afsprakenplan van onze school. 9

10 Hoe en waar kan u ons contacteren? Gemeentelijke Basisschool Schatteneiland (hoofdafdeling) Molenveld Erpe-Mere (Burst) Tel. 053/ Fax 053/ directeur@gbs.erpe-mere.be Gemeentelijke Basisschool De Schatkist (wijkafdeling) Kouterstraat Erpe-Mere (Erondegem) Tel. 053/ directeur@gbs.erpe-mere.be Directie: Mevr. An Remory U kan haar dagelijks bereiken tijdens de schooluren. Zorgcoördinatoren: juf. Sandra De Vuyst U kan haar op school bereiken op maandag, dinsdagvoormiddag en woensdagvoormiddag. U kan steeds telefonisch een afspraak met haar maken op het nummer 053/ juf. Mieke Van den Driessche Werkt in een wekensysteem. U kan haar de ene week op school bereiken op maandag en woensdag. Andere weken is zij bereikbaar op woensdag, donderdag en vrijdag. U kan steeds telefonisch een afspraak met haar maken op het nummer 053/ GOK leerkrachten: juf. Veerle De Keyzer: kleuter- en lager onderwijs Dagelijks te bereiken tijdens de schooluren. U kan steeds telefonisch een afspraak met haar maken op het nummer 053/ juf. Anne Van Impe: lager onderwijs Dagelijks te bereiken tijdens de schooluren, behalve op maandag. U kan steeds telefonisch een afspraak met haar maken op het nummer 053/

11 Bijlage: leestips Waarom vinden wij lezen zo belangrijk? Problemen met lezen kunnen een kind op vele gebieden remmen in de ontwikkeling. Het lezen wordt immers bij vrijwel alle schoolvakken toegepast. Leesproblemen kunnen daardoor de hele schoolloopbaan nadelig beïnvloeden. 1. Spreek met je kind af wanneer je gaat lezen. Laat hem/haar zelf mee beslissen. Zo is er minder kans op discussie achteraf. 2. Spreek samen af hoelang er gelezen wordt. Beter elke dag 15 minuten dan één keer per week een uur! Dit is echt héél belangrijk!!! 3. Erger je niet teveel aan fouten die gelezen worden. Als je kind dit merkt zal hij/zij onrustig en onzeker worden en zo nog meer fouten lezen. Wees vooral geduldig: het levert op lange termijn meer op dan boosheid. 4. Kom de rest van de dag niet terug op de prestaties van je kind tijdens het leeskwartiertje. 5. Beloof geen snoep of speelgoedjes elke keer je kind het goed zal doen. Dit levert vaak onnodige spanningen op die met het lezen zelf weinig of niets te maken hebben. 6. Benader het lezen en de prestaties optimistisch en laat merken dat je vertrouwen hebt in de vorderingen die hij/zij maakt. 7. Neem niet elke keer een andere tekst. Door te herhalen gaat hij of zij beter begrijpen wat er staat. Het kind merkt dan zelf vooruitgang: het leest beter en sneller. Dit geeft leesvertrouwen. 8. Zorg tijdens het leeskwartiertje wel voor afwisseling. Neem naast een leeslesje van de klas ook eens een boekje uit de bib. Vraag gerust aan de juf welk boekje je het best neemt. Zij kent het AVI-niveau van je kind. 9. Probeer het lezen zo plezierig mogelijk te houden!!! Moedig je kind veel aan en blijf rustig. 10. Veel succes!!! 11