Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001"

Transcriptie

1 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr

2 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat Brussel Tel : 02/ his@iph.fgov.be index4.htm Leuvenseweg Brussel Onderzoeksteam : Jamila Buziarsist Stefaan Demarest Lydia Gisle Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Herman Van Oyen Met de medewerking van : Pieter-Jan Miermans Francis Sartor Logistieke steun : Monique Schoonenburg Véronique Verhocht Nationaal Instituut voor de Statistiek : IPH/EPI REPORTS Nr Depotnummer: D/2002/2505/40

3 Inhoudstafel Gezondheidsenquête, België, 2001 DEEL 1 : Introductie... 8 Doel en opzet van de Gezondheidsenquête 2001 I. Inhoud van de bevraging... 8 II. Samenstelling van de steekproef III. Actoren IV. Veldwerkorganisatie V. Netwerk enquêteurs VI. Kwaliteitsbewaking VII. Participatiegraad VIII. Wegingsfactoren IX. Tabellen X. Studiepopulatie DEEL 2 : 1. Gezondheidstoestand Subjectieve gezondheid Lichamelijke gezondheid Chronische aandoeningen Acute aandoeningen Mentale gezondheid Beperkingen en Participatieproblemen DEEL 3 : 2. Leefstijl Lichamelijke activiteit Voeding Voedingsstatus Voedingsgewoonten Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit Blz.

4 Gezondheidsenquête, België, 2001 Inhoudstafel DEEL 4 : Blz. 3. Preventie Vaccinatie bij volwassenen Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker DEEL 5 : 4. Medische consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts Contacten met de specialist Contacten met de spoedgevallendienst Contatcten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Patiëntentevredenheid Niet-conventionele geneeswijzen DEEL 6 : 5. Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van gezondheidszorgen Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Ongevallen, verkeersveiligheid en geweld Sociale gezondheid Sociale en preventieve diensten

5 2.2. Voeding Gezondheidsenquête, België, 2001

6 Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001

7 Gezondheidsenquête, België, 2001 Dit onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van : M. AELVOET Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu J. CHABERT Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest T. DETIENNE Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid van het Waals Gewest D. GOSUIN Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest N. MARECHAL Minister van Jeugdhulp en Gezondheid van de Franse Gemeenschap H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumenten en Landschappen, Gezondheid en Sociale Zaken van de Duitstalige Gemeenschap F. VANDENBROUCKE Minister van Sociale Zaken en Pensioenen M. VOGELS Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Vlaamse Gemeenschap.

8 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus 2.2. Voeding Voedingsstatus Gezondheidstoestand Leefstijl Preventie Medische Consumptie Gezondheid en Samenleving Lichamelijke Activiteit Voeding Gebruik van Alcohol Tabaksgebruik Gebruik van Illegale Drugs Gezondheid en Seksualiteit Voedingsstatus Voedingsgewoonten I. Samenvatting De Body Mass Index is een gemakkelijke manier om het relatief lichaamsgewicht te berekenen, d.w.z. het gewicht volgens de lengte en wordt bekomen door het gewicht in kg te delen door de lengte in meters tot het kwadraat. De gemiddelde waarde voor de Body Mass Index voor volwassenen (personen van 18 jaar of ouder) is 24,9, een waarde die heel nauw aansluit bij de benedengrens voor overgewicht (die 25 is). 46,3 van de volwassen populatie behoort tot de BMI-klasse en kan beschouwd worden als de populatie met een normaal gewicht. Niet minder dan 44,2 valt in een hogere BMI-klasse en mag bestempeld worden als een populatie met een gewicht dat te hoog is in functie van de lichaamslengte. 32,7 valt in de categorie overgewicht, terwijl 11,7 van de populatie als zwaarlijvig omschreven kan worden. Aan de andere kant van het spectrum kan worden vastgesteld dat 7,5 van de volwassen populatie te mager is (BMI < 20) en 1,9 extreem mager (BMI < 18). Eén derde van de bevolking maakt zich geen zorgen over het eigen gewicht (los van het vraag of dit gewicht al dan niet problematisch is), 24 wenst te vermageren terwijl 40 aangeeft het huidige gewicht te willen behouden. De wens te willen vermageren of het huidige gewicht te behouden is sterker aanwezig bij vrouwen dan bij mannen. 697

9 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 Mensen die wensen hun gewicht te behouden of te vermageren, grijpen in eerste instantie naar een dieet (onafgezien of dit dieet uitgebalanceerd is), een kwart gebruikt (eventueel bijkomend) het sporten om dit te bereiken. Vasten vormt de derde meest populaire methode om te vermageren/het gewicht te behouden. Een kleine 10 van de volwassen populatie dat wenst te vermageren gebruikt vermageringsproducten, 6 denkt dit te kunnen verwezenlijken door te (blijven) roken. Een meerderheid heeft op eigen intiatief de beslissing genomen om iets te doen om te vermageren of het gewicht te behouden. II. Inleiding De Body Mass Index (BMI, of Index van Quetelet) is een gemakkelijke manier om het relatief lichaamsgewicht te berekenen, d.w.z. het gewicht volgens de lengte en wordt bekomen door het gewicht in kg te delen door de lengte in meters tot het kwadraat (Kg/M²). Vanaf de leeftijd van 18 jaar is de BMI vrij stabiel en is het mogelijk om absolute drempelwaarden te definiëren voor het geheel van de bevolking. Onder de leeftijd van 18 jaar zijn de verschillen van de BMI-waarde in functie van de leeftijd dusdanig dat men er de voorkeur aan geeft om deze voor te stellen in functie van een referentiepopulatie, en wel op basis van percentielen ten opzichte van deze populatie (1,2,3). Epidemiologische studies tonen aan dat vanaf een BMI-waarde van 25 de morbiditeit en mortaliteit toenemen. Op basis hiervan wordt deze drempel door experten aanvaard voor het definiëren van overgewicht (4). Wanneer de BMI 30 of meer bedraagt spreekt men van zwaarlijvigheid of obesiteit. Een BMI beneden de 20 wordt bestempeld als ondergewicht en onder de 18 extreem ondergewicht. Deze laatste situatie is vaak geassocieerd met één of andere pathologie (5). Sommige studies richten zich op de verdeling van de BMI die waargenomen wordt in de bevolking en nemen als drempel voor overgewicht een BMI van 27 (3). Op individueel niveau dient bij de interpretatie van de BMI rekening gehouden te worden met andere factoren zoals het soort overgewicht (gynoïd of androïd), de associatie met andere riscicofactoren (zoals bijvoorbeeld hypertensie of hypercholesterolemie) die door de zwaarlijvigheid toenemen en belangrijke variaties in functie van de tijd, leeftijd,... (toename of afname) (6,7). Op het niveau van de bevolking laat de studie van de BMI en de verdeling hiervan toe de prevalentie van overen ondergewicht in de bevolking in te schatten en vergelijkingen te maken tussen subgroepen en in de tijd. Los van factoren die te maken hebben met gezondheid wordt slankheid ook vanuit de cultuur van schoonheid die door de media gecreëerd wordt als een te bereiken norm gehanteerd. Zelfs personen zonder overgewicht willen vaak vermageren. De resultaten van vermageringspogingen zijn echter gewoonlijk slechts van korte duur. Anderzijds worden nochtans vaak ongewenste neveneffecten gezien, zowel als gevolg van de twijfelachtige methodes die vaak gehanteerd worden als van de wens om te vermageren op zich (gevoel van mislukking en waardeloosheid, stoornissen van het voedingsgedrag).(8-11. De vermageringsmethodes die doorgaans aanbevolen worden als doeltreffend en niet gevaarlijk zijn het volgen van een dieet, samen met een toename van de lichamelijke activiteit en gedragsmethodes. Het overslaan van maaltijden om te vermageren wordt niet aangeraden en een methode die enkel gebaseerd is op commerciële afslankingsprodukten is niet doeltreffend en, afhankelijk van het gebruikte product, zelfs gevaarlijk en bovendien vaak erg duur. 698

10 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus III. Vragen De vragen met betrekking tot de nutritionele status waren onderdeel van zowel de mondelinge als de schriftelijke bevraging. In de mondelinge bevraging werd gevraag naar de lichaamslengte (zonder schoenen) en het gewicht (voor zwangere vrouwen werd het gewicht voor de zwangerschap gevraagd) (NU04 en NU05). De houding ten aanzien van het eigen gewicht vormde onderdeel van de schriftelijke bevraging. De respondenten dienden te antwoorden op de vraag Probeert u op dit ogenblik af te slanken, te verdikken of uw gewicht stabiel te houden? Of zou u eerder stellen dat u zich daar geen zorgen over maakt? Als antwoordcategorieën konden aangekruist worden: Ik probeer te verdikken, Ik probeer mijn gewicht stabiel te houden, Ik probeer te verdikken of Ik maak me geen zorgen over mijn gewicht (NU01). Uitsluitend die respondenten de aangaven dat ze probeerden af te slanken of het gewicht stabiel te houden werd daaropvolgend gevraagd Wat doet u op dit ogenblik om af te slanken of uw gewicht stabiel te houden?. Respondenten konden hiervoor meerdere alternatieven aankruisen (NU02). Tevens werd gevraagd op wiens advies men initiatieven nam om af te slanken of het gewicht stabiel te houden: Wie heeft u aangeraden iets aan uw gewicht te doen? (NU03). IV. Indicatoren In dit rapport worden de volgende indicatoren voorgesteld: Gemiddelde BMI-score bij de volwassenen populatie BMI-categorieën bij de volwassen populatie Prevalentie van zwaarlijvigheid bij de volwassen populatie Prevalentie van ondergewicht bij de volwassen populatie Prevalentie van overgewicht bij jongeren Houding ten aanzien van het eigen gewicht Middelen aangewend om het eigen gewicht te behouden of te vermageren Initiatiefnemer om te vermageren 699

11 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 V. Resultaten V.1. België V.1.1. Gemiddelde BMI-score bij de volwassen populatie (NU04_2) De gemiddelde waarde voor de Body Mass Index voor personen van 18 jaar of ouder is 24,9, een waarde die heel nauw aansluit bij de benedengrens voor overgewicht (25). Dit gemiddelde is significant hoger bij mannen (25,4) dan bij vrouwen (24,4). Zowel bij mannen als bij vrouwen stijgt de gemiddelde waarde met de leeftijd, slechts in de hoogste leeftijdsgroep ( 75+ ) daalt de gemiddelde BMI-waarde. Figuur : Gemiddelde waarde voor de Body Mass Index naar leeftijd voor de populatie van 18 jaar en ouder, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Indicator nu04_2 BE Gemiddelde Mannen Gemiddelde Vrouwen De gemiddelde waarde voor BMI vertoont een duidelijke samenhang met het opleidingsniveau. Vanaf het niveau lager onderwijs neemt deze waarde systematisch af naarmate het opleidingsniveau stijgt, dit ook na correctie voor leeftijd en geslacht. Er kan geen samenhang worden vastgesteld tussen de gemiddelde waarde voor BMI en de urbanisatiegraad, noch de verblijfplaats (gewest). Vergeleken met de resultaten van de Gezondheidsenquête 1997, stijgt de gemiddelde waarde voor de BMI van 24,7 naar 24,9. Na correctie voor leeftijd en geslacht is de gemiddeld BMI exact gelijk: 24,8. V.1.2. BMI-categorieën bij de volwassen populatie (NU04_3) Epidemiologische studies tonen aan dat vanaf een BMI-waarde van 25 de morbiditeit en mortaliteit toenemen. Op basis hiervan wordt deze drempel door experten aanvaard voor het definiëren van overgewicht (4). Wanneer de BMI 30 of meer bedraagt spreekt men van zwaarlijvigheid of obesiteit. Een BMI beneden de 20 wordt bestempeld als ondergewicht en onder de 18 als extreem ondergewicht. Deze laatste situatie is vaak geassocieerd met één of andere pathologie (5). Sommige studies richten zich op de verdeling van de BMI die waargenomen wordt in de bevolking en nemen als drempel voor overgewicht een BMI van 27 (3). Voor de volledigheid worden beide ondergrenzen in de tabel opgenomen. Op individueel niveau dient bij de interpretatie van de BMI rekening gehouden te worden met andere factoren zoals het soort overgewicht (gynoïd of androïd), de samenhang met andere riscicofactoren (zoals bijvoorbeeld hypertensie of hypercholesterolemie) die door de zwaarlijvigheid toenemen en belangrijke variatie van het gewicht (toename of afname) in de loop van de aren, de leeftijdtijd van de persoon, (6,7). 700

12 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus 46 van de volwassen populatie behoort tot de BMI-klasse en kan beschouwd worden als de populatie met een normaal gewicht. Niet minder dan 44,2 valt in een hogere BMI-klasse en mag bestempeld worden als een populatie met een gewicht dat te hoog is in functie van de lichaamslengte. 33 valt in de categorie overgewicht, terwijl 12 van de populatie als zwaarlijvig omschreven kan worden. Aan de andere kant van het spectrum kan worden vastgesteld dat 8 van de volwassen populatie te mager is (en dit vooral bij de vrouwelijke populatie met 12) en 2 extreem mager (ook hier ligt de proportie hoger bij de vrouwelijke populatie relatief hoger: 3 in vergelijking met 1 bij de mannelijke populatie. In de hiernavolgende analyse gaat de aandacht uit naar twee risico-groepen: de zwaarlijvige populatie (BMI hoger dan 30) en de populatie dat (extreem) mager is (BMI lager dan 20). V.1.3. Prevalentie van obesitas bij de volwassen populatie (NU04_4) Zoals vermeld kan 12 van de volwassen populatie als zwaarlijvig beschouwd worden. Deze proportie is zowat gelijk bij mannen (11) als bij vrouwen (12). Bij de mannelijke populatie vertoont de verdeling van zwaarlijvigheid een normaal verloop over de verschillende leeftijdsgroepen heen: de proportie zwaarlijvige mannen stijgt tot de leeftijdsgroep jaar om daaropvolgend te dalen. Een dergelijk verloop kan bij de vrouwelijke zwaarlijvige populatie niet teruggevonden worden: de proportie zwaarlijvige vrouwen stijgt tot de leeftijdsgroep jaar en blijft nadien constant. Figuur : Prevalentie van zwaarlijvigheid naar geslacht en leeftijdsgroep, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Indicator nu04_4 BE Indicator nu04_4 BE Mannen Vrouwen De prevalentie van zwaarlijvigheid lijkt een samenhang te vertonen met het opleidingsniveau. Vanaf het opleidingsniveau lager onderwijs daalt te proportie van zwaarlijvige personen: van 19 in de categorie lager onderwijs tot 6 in de categorie hoger onderwijs. Na correctie voor leeftijd en geslacht, kan worden vastgesteld dat enkel voor de categorie hoger onderwijs de prevalentie van zwaarlijvigheid significant lager is dan voor de andere opleidingsniveaus. Een samenhang tussen de prevalentie van zwaarlijvigheid en de urbanisatiegraad kon niet worden vastgesteld, evenmin kan er sprake zijn van een samenhang met de verblijfplaats (regio). De proportie zwaarlijvige personen in het jaar 2001 is quasi identiek als deze teruggevonden in de Gezondheidsenquête

13 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 V.1.4. Prevalentie van ondergewicht bij de volwassen populatie (NU04_5) Globaal genomen heeft 9 van de populatie een gewicht dat in functie van de lengte, te gering is. In 7 gaat het hierbij om ondergewicht, in 2 om extreem ondergewicht. Na correctie voor leeftijd, kan worden vastgesteld dat vooral bij de vrouwelijke populatie personen met een (extreem) ondergewicht teruggevonden kan worden; 14 in vergelijking met de mannelijke populatie (4). Alhoewel veel sterker uitgesproken bij vrouwen, vertoont de leeftijdscurve voor (extreem) ondergewicht, een duidelijk beeld: vooral in de jongere leeftijdsgroepen zowel bij mannen als bij vrouwen is de proportie personen met een (extreem) ondergewicht het grootst (Figuur ). Figuur : Prevalentie van (extreem) ondergewicht naar geslacht en leeftijdsgroep, Gezondheidsenquête door middel van interview België, Indicator nu04_5 BE Indicator nu04_5 BE Mannen Vrouwen De ruwe resultaten suggereren dat aan beide extremen van de onderwijsschaal de grootste proporties personen met een (extreem) ondergewicht teruggevonden kunnen worden. Na correctie voor leeftijd en geslacht kan echter worden vastgesteld dat er geen samenhang is tussen het onderwijsniveau en de prevalentie van (extreem) ondergewicht. Noch de urbanisatiegraad, noch de verblijfplaats (regio) vertoont een samenhang met de prevalentie van (extreem) ondergewicht. De proportie personen met een (extreem) ondergewicht in 2001 is quasi onveranderd gebleven indien vergeleken wordt met de resultaten van de Gezondheidsenquête V.1.5. Prevalentie van overgewicht bij jongeren (NU04_2y) Tot dusver is de aandacht uitsluitend uitgegaan naar de volwassen populatie. De gehanteerde grenswaarden voor het onderscheiden van ondergewicht, normaal gewicht en overgewicht zijn immers enkel stabiel voor een volwassen populatie en kunnen niet zonder meer op jongeren worden toegepast. Voor deze jonge populatie (tussen 6 en 18 jaar) bestaan er (nog) geen stabiele grenswaarden, maar wordt het 85 percentiel gebruikt als grenswaarde voor overgewicht en het 95 percentiel als grenswaarde voor zwaarlijvigheid. Deze grenswaarden zijn dus gebaseerd op de spreiding in de populatie zelf (en zijn dus een relatief gegeven). Bovendien wordt er sowieso van uit gegaan dat 15 en 5 van de jongeren een overgewicht respectievelijk zwaarlijvig zijn. Voor kinderen jonger dan 6 jaar wordt de BMI als index voor het relatief gewicht niet gebruikt. De grenswaarde voor overgewicht voor de jongeren (85 percentiel) is 21.9, de grenswaarde voor zwaarlijvigheid is 25.4 (95 percentiel). Gezien het relatief klein aantal jongeren in de steekproef, werd ervoor geopteerd beide groepen samen te bespreken (jongeren met een overgewicht). 702

14 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus In ruwe cijfers is de proportie jongeren met een overgewicht groter bij meisjes (16) dan bij jongens (15), na correctie voor leeftijd zijn beide proporties evenwel niet significant verschillend. Het aantal jongeren met een overgewicht stijgt met de leeftijd, waar in ruwe cijfers 5 van de jongeren tussen 6 en 9 jaar een overgewicht hebben, stijgt dit percentage tot 29 in de leeftijdsgroep jaar. Het ruwe cijfermateriaal suggereert een samenhang tussen opleidingsniveau en het hebben van een overgewicht: de proportie jongeren met een overgewicht zou groter zijn in de lagere dan in de hogere opleidingsniveaus. Na correctie voor leeftijd en geslacht kan worden vastgesteld dat de proportie jongeren met een overgewicht in de hoogste opleidingscategorie significant lager is dan deze proportie in de opleidingscategorie lager en lager secundair onderwijs. Hoewel de proportie jongeren met een overgewicht het hoogst is in het Brussels Gewest (21), kunnen, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen significante verschillen met de andere gewesten worden vastgesteld. In vergelijking met de resultaten van de Gezondheidsenquête 1997, is de proportie jongeren met een overgewicht praktisch onveranderd gebleven (van 15 naar 16, geen significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht). V.1.6. Houding ten aanzien van het eigen gewicht (NU01_1) De houding ten aanzien van het eigen gewicht werd enkel bevraagd bij personen van minstens 15 jaar oud zonder enige referentie naar het eigen (relatief) gewicht, dus ook bij personen die een normaal gewicht (BMI tussen 20 en 25) hebben. In een eerste beweging worden de resultaten ook als dusdanig besproken. In deze bespreking ligt de nadruk op het onderscheid tussen personen die al dan niet terecht het eigen gewicht problematiseren en diegenen voor wie het eigen gewicht evengoed al dan niet terecht geen issue vormt. In een tweede beweging wordt de houding ten aanzien van het eigen gewicht gekoppeld aan de BMI-score: een objectieve maatstaf (BMI) wordt aldus gekoppeld aan een subjectieve perceptie van het eigen gewicht. Eén derde van de bevolking (34) maakt zich geen zorgen over het eigen gewicht (los van het vraag of dit gewicht al dan niet problematisch is), 24 wenst te vermageren terwijl 40 aangeeft het huidige gewicht te willen behouden. De wens te willen vermageren of het huidige gewicht te behouden is sterker aanwezig bij vrouwen (respectievelijk 29 en 42) in vergelijking met mannen (respectievelijk 18 en 38). Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de leeftijdscategorie waartoe men behoort en de houding ten aanzien van het eigen gewicht. Het ruwe cijfermateriaal geeft aan dat de wens te vermageren gerelateerd is aan het opleidingsniveau: waar slechts 15 van diegenen zonder diploma aangeeft te willen vermageren, loopt dit percentage op tot 27 bij personen met een diploma hoger onderwijs. De proportie personen dat aangeeft het gewicht te willen behouden blijft onveranderd over de verschillende opleidingscategorieën heen. De proportie personen die zich helemaal geen drukte maken over het eigen gewicht is het hoogst bij personen die behoren tot de lagere opleidingscategorieën en daalt systematisch over de hoger opleidingsniveaus heen. Inwoners van het Brussels Gewest (29) geven relatief meer dan inwoners van het Vlaams Gewest (21) of het Waals Gewest (28) aan te willen vermageren. De proporties personen die wensen te vermageren, hun gewicht te stabiliseren, die wensen te verdikken of die zich helemaal geen zorgen maken over het eigen gewicht is nauwelijks verandert indien vergeleken wordt met de resultaten van de Gezondheidsenquête De resultaten voor mannen tonen aan dat de relatie tussen het eigen gewicht en de houding ten aanzien van dit gewicht zeker niet eenduidig is; 28 van die mannen met een overgewicht en 26 van de zwaarlijvige mannen maakt zich geen zorgen omtrent het eigen gewicht. Bezorgd zijn over het eigen gewicht is eerder uitzonderlijk voor mannen met een (extreem) ondergewicht: iets meer dan 60 van de mannen in deze BMI-categorieën stelt zich geen zorgen te maken over het eigen gewicht. Positief is dat toch 33 van de mannen met een overgewicht en 51 van de zwaarlijvige mannen toch wensen te vermageren (hier wordt even buiten beschouwing gelaten of ze er desgevallend iets aan doen en, zo ja, welke initiatieven genomen worden om te vermageren. 703

15 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 Het patroon dat voor mannen teruggevonden kan worden, is deels ook van toepassing voor vrouwen; 20 van vrouwen met een overgewicht en 16 van de zwaarlijvige vrouwen maakt zich geen zorgen over het eigen gewicht. 46 van de vrouwen met een overgewicht en 55 van de zwaarlijvige vrouwen wenst te vermageren. Verontrustend is dat respectievelijk 1 van vrouwen met een extreem ondergewicht en 4 van de vrouwen met een ondergewicht toch aangeeft te willen vermageren. Tabel : Aantal personen (in ) volgens houding ten aanzien van het eigen gewicht volgens BMI-klasse en geslacht, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Vermageren Stabiliseren Verdikken Geen zorgen N Mannen < 18 0,0 10,8 26,1 63,1 34 [18-20[ 2,2 16,2 18,9 62,6 146 [20-25[ 5,8 40,9 2,8 50, [25-27[ 19,8 47,0 0,1 33,1 837 [27-30[ 32,7 39,5 0,0 27, ,0 22,2 0,4 26, ,6 38,9 2,1 40, Vrouwen < 18,7 27,8 23,6 47,8 147 [18-20[ 4,4 47,5 5,1 43,0 498 [20-25[ 22,7 48,7 0,8 27, [25-27[ 41,8 40,2 0,0 18,0 583 [27-30[ 46,2 33,6 0,0 20, ,2 28,3 0,4 16, ,3 42,4 1,8 26, Indicator NU01_1 Enkel voor personen van 18 jaar en ouder V.1.7. Middelen aangewend om het eigen gewicht te behouden of te vermageren ($NU03) Om na te gaan welke middelen gehanteerd worden om het eigen gewicht te behouden of te vermageren konden de respondenten meerdere alternatieven aanduiden (het gaat hier dus om een multiple respons vraag). Na hergroepering werden de volgende hoofdmethodes onderscheiden: het volgen van een dieet, het uitoefenen van een fysieke activiteit, aansluiten bij een zelfhulpgroep, het gebruik van vermageringsproducten, het vasten, roken (als middel gebruikt om te vermageren of het gewicht stabiel te houden), en andere methodes. Deze opsomming reflecteert tevens de efficiëntie (in termen van doelmatigheid en het minimaliseren van mogelijke bedreigingen voor de gezondheid) van de diverse methodes. De cijfergegevens moeten evenwel met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden: vooreerst kunnen personen opteren voor het toepassen van verschillende (gezonde en minder gezonde) methodes. Bovendien geeft de enquête nauwelijks informatie over wat concreet onder de verschillende methodes verstaan kan worden. Zo kan het volgen van een dieet in realiteit zowel een duidelijk uitgebalanceerd dieet omvatten als een zelf samengesteld, volledig onevenwichtig eetpatroon. Vooreerst moet erop gewezen worden dat 16 van de populatie dat aangeeft te willen vermageren/het gewicht te behouden aangeeft geen enkele methode toe te passen om dit te realiseren. Het gaat hierbij vooral om mensen die het eigen gewicht wensen te behouden. 704

16 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus Van diegenen die aangeven te willen vermageren/het huidige gewicht te willen behouden opteert 78 voor het volgen van (een of ander) dieet, eventueel samen gaand met een andere methode. Daarmee is het volgen van een dieet veruit de meest populaire methode om te vermageren/het gewicht te behouden. Vrouwen (82) opteren meer dan mannen (73) voor het dieet als methode. Een duidelijke samenhang van de keuze voor deze methode met de leeftijd kan niet worden vastgesteld, alhoewel de cijfers aantonen dat het volgen van een dieet minder populair is in oudere leeftijdscategorieën (wel te verstaan bij personen die aangaven te willen vermageren of die het eigen gewicht willen behouden). Met uitzondering van personen behorend tot de laagste opleidingscategorie waar het volgen van een dieet zeer populair is stijgt de proportie van personen die voor deze methode kiezen met het opleidingsniveau. In het Brussels Gewest is het volgen van een dieet meer populair in vergelijking met andere stedelijke of landelijke gebieden. Ook in vergelijking met de andere gewesten, ligt de proportie personen dat opteert voor het volgen van een dieet het hoogst (84). Het uitoefenen van een fysieke activiteit sporten is de tweede meest populaire methode toegepast voor het vermageren of voor het behoud van het eigen gewicht. 25 van de populatie die dit nastreeft, opteert (eventueel in combinatie met andere methode) voor deze methode. Sporten in deze context is eerder populair bij mannen (30) dan bij vrouwen (22). Er kan een duidelijke samenhang vastgesteld worden tussen de keuze voor sport en de leeftijdcategorie waartoe men behoort: 36 van de personen behorend tot de jongste leeftijdscategorie opteert ervoor. Dit percentage zakt stelselmatig in de andere leeftijdscategorie om uiteindelijk 10 te bedragen bij de oudste leeftijdscategorie. Er kan tevens een samenhang vastgesteld worden tussen de keuze voor sport als methode om te vermageren/het gewicht te behouden en het opleidingsniveau. Personen die behoren tot de laagste opleidingscategorie kiezen veel minder (15) voor sport dan personen behorend tot de hoogste opleidingscategorie (30). Sporten verdient meer de voorkeur in het Vlaams Gewest (28) dan in de overige gewesten ((Brussels en Waals Gewest: 20). Vasten het overslaan van een of meerdere maaltijden vormt de derde meest populaire methode om te vermageren/ het gewicht te behouden. Deze ver van gezonde methode om te vermageren wordt aangekruist door 10 van de betrokken populatie. Ongeveer eenzelfde proportie mannen (10) als vrouwen (9) geeft aan (soms) te vasten. Verontrustend is dat deze methode zeer populair is bij jongeren (18 in de leeftijdcategorie jaar. De proportie personen dat aangeeft (soms) te vasten, daalt met de leeftijd (met uitzondering voor de leeftijdscategorie jaar ) om uiteindelijk 3 te bedragen bij de oudste leeftijdscategorie. Een hechte samenhang voor de keuze om te vasten met het opleidingsniveau kan niet onderkend worden, evenmin met de urbanisatiegraad van de woonplaats of het gewest waartoe men behoort. Vermageringsproducten die veelal hun deugdelijk niet bewezen hebben en die soms ongewenste gevolgen voor de gezondheid kunnen hebben is voor 9 van de populatie een toegepaste methode om te vermageren of het gewicht te behouden. Het gebruik van vermageringsproducten is meer populair voor de betrokken vrouwen (12) als bij mannen (6). Vooral mensen behorend tot de eerdere oudere leeftijdscategorieën ( jaar en jaar ) grijpen naar vermageringsproducten als methode om te vermageren/het gewicht stabiel te houden. Roken als bewuste strategie om te vermageren/het gewicht te behouden wordt, ondanks de nefaste gevolgen ervan voor de gezondheid, aangekruist door 6 van de betrokken populatie. Een verschil tussen mannen en vrouwen hieromtrent kan niet worden teruggevonden. Roken als vermageringsmethode wordt het meest aangegeven door mensen behorend tot de leeftijdscategorieën jaar (9) en jaar (8). Een duidelijk verband met het opleidingsniveau van de betrokken populatie kan niet worden vastgesteld., evenmin als een verband met de woonplaats (in termen van urbanisatiegraad) of een verband met het gewest waartoe men behoort. Tenslotte kan er nog op gewezen worden dat een kleine 2 van de betrokken populatie aangesloten is bij een zelfhulpgroep met het oog op het vermageren/het gewicht te behouden. 705

17 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 V.1.8. Initiatief om het eigen gewicht te behouden of te vermageren Voor een ruime meerderheid van de populatie dat wenst te vermageren of het gewicht te behouden geldt dat het initiatief daartoe genomen werd door hen zelf: 61 van de betrokken populatie geeft aan zelf initiatieven daartoe genomen te hebben. Bij de vrouwelijke betrokken populatie stijgt deze proportie tot 64, bij de mannelijke populatie gaat dit slechts voor 58 van de gevallen op. Op eigen initiatief daartoe beslissen is eerder van toepassing voor een jongere populatie. In de leeftijdscategorie 75 jaar + daalt dit percentage tot 33. Op eigen initiatief maatregelen nemen om te vermageren/het gewicht te behouden hangt samen met de opleidingscategorie waartoe men behoort:: waar slechts 38 van de betrokken populatie behorend tot de laagste opleidingscategorie aangeeft zelf het initiatief genomen te hebben, stijgt dit percentage tot 70 in de hoogste hier onderscheiden opleidingscategorie. Ook de hulpverlener speelt een belangrijke rol in het de beslissing om initiatieven om te vermageren/het gewicht te behouden. 17 van de betrokken bevolking gaf aan dat het de hulpverlener (eventueel bijkomend) een rol heeft gespeeld in deze beslissing. Dit is slechts in beperkte mate het geval bij relatief jonge personen: slechts 4 kruiste de hulpverlener aan als actor. Dit percentage stijgt met de leeftijd; in de oudste hier onderscheiden leeftijdscategorie geeft 27 van de betrokken populatie aan dat het initiatief om te vermageren/het gewicht te behouden, werd genomen op advies van een hulpverlener. Tenslotte kan erop gewezen worden dat de media (geschreven pers, TV, ) slechts een geringe rol lijk te spelen in het nemen van een initiatief om de vermageren of het gewicht te behouden (1). 706

18 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus Tabel : Gemiddelde waarde voor de Body Mass Index naar leeftijd voor de populatie van 18 jaar en ouder, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, nu04_2 - België Gemiddelde Gecorrigeerd cijfer (95 BI) N Man 25,4 25,3 (25,2-25,5) 4250 Vrouw 24,4 24,3 (24,1-24,5) ,2 22,2 (21,8-22,5) ,8 23,8 (23,5-24,1) ,5 24,5 (24,2-24,8) ,7 25,7 (25,3-26,0) ,4 26,3 (26,0-26,7) ,4 26,4 (26,1-26,8) ,4 25,5 (24,9-26,1) 708 Geen diploma 25,9 26,1 (24,5-27,6) 160 Lager onderwijs 26,2 25,6 (25,2-26,0) 1198 Lager secundair 25,8 25,5 (25,1-25,8) 1621 Hoger secundair 24,9 24,8 (24,6-25,1) 2540 Hoger onderwijs 23,9 24,0 (23,8-24,2) 2976 URBANISATIEGRAAD Brussel 24,9 24,7 (24,5-25,0) 2124 Stedelijk gebied 24,7 24,7 (24,4-25,0) 1402 Semi-stedelijk gebied 24,9 24,8 (24,6-25,0) 2951 Landelijk gebied 25,0 24,8 (24,6-25,1) 2287 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 24,8 24,7 (24,5-24,9) 3125 Brussels Gewest 24,9 24,7 (24,5-25,0) 2124 Waals Gewest 25,2 25,0 (24,8-25,3) 3515 JAAR ,7 24,8 (24,6-24,9) ,9 24,8 (24,7-24,9)

19 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 Tabel : Aantal personen (in ) met een ernstig overgewicht, volgens leeftijd en geslacht, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, nu04_4 - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N Man 11,1 9,5 ( 8,3-10,9) 4195 Vrouw 12,2 10,4 ( 9,1-11,8) ,4 3,4 ( 1,9-5,9) ,3 6,3 ( 4,8-8,2) ,1 9,1 ( 7,5-11,1) ,9 13,9 (11,7-16,6) ,0 18,0 (15,2-21,1) ,1 17,0 (14,1-20,4) ,3 15,2 (11,3-20,1) 708 Geen diploma 17,4 15,6 ( 9,0-25,7) 155 Lager onderwijs 19,3 14,8 (12,2-17,9) 1191 Lager secundair 16,4 13,6 (11,2-16,3) 1602 Hoger secundair 11,5 10,3 ( 8,8-12,1) 2508 Hoger onderwijs 6,0 5,6 ( 4,5-6,9) 2934 URBANISATIEGRAAD Brussel 12,2 10,2 ( 8,7-12,0) 2107 Stedelijk gebied 10,4 8,9 ( 7,1-11,0) 1377 Semi-stedelijk gebied 11,7 10,0 ( 8,6-11,7) 2907 Landelijk gebied 12,2 10,4 ( 8,8-12,3) 2263 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 11,1 9,5 ( 8,2-10,9) 3076 Brussels Gewest 12,2 10,2 ( 8,7-12,0) 2107 Waals Gewest 13,0 11,0 ( 9,4-12,8) 3471 JAAR ,1 10,0 ( 8,9-11,1) ,7 9,8 ( 8,9-10,8)

20 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus Tabel : Aantal personen (in ) met een ondergewicht, volgens leeftijd en geslacht, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, nu04_5 - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N Man 4,0 3,5 ( 2,9-4,3) 4195 Vrouw 14,6 13,9 (12,4-15,6) ,7 20,9 (16,4-26,3) ,2 11,4 ( 9,4-13,7) ,8 9,2 ( 7,4-11,2) ,6 5,5 ( 4,2-7,1) ,2 3,4 ( 2,4-4,8) ,5 2,7 ( 1,8-4,1) ,2 5,3 ( 3,1-8,7) 708 Geen diploma 13,7 9,7 ( 3,2-25,7) 155 Lager onderwijs 6,7 7,0 ( 4,9-10,1) 1191 Lager secundair 6,2 5,3 ( 4,0-7,1) 1602 Hoger secundair 9,4 7,1 ( 5,9-8,5) 2508 Hoger onderwijs 11,6 8,3 ( 7,0-10,0) 2934 URBANISATIEGRAAD Brussel 10,2 8,1 ( 6,8-9,5) 2107 Stedelijk gebied 10,2 7,6 ( 5,9-9,7) 1377 Semi-stedelijk gebied 8,5 6,5 ( 5,4-7,7) 2907 Landelijk gebied 10,0 8,0 ( 6,5-9,8) 2263 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 9,3 7,1 ( 6,0-8,4) 3076 Brussels Gewest 10,2 8,1 ( 6,8-9,5) 2107 Waals Gewest 9,4 7,4 ( 6,1-8,8) 3471 JAAR ,7 7,2 ( 6,3-8,1) ,4 7,5 ( 6,7-8,4)

21 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 Tabel : Aantal jongeren (-18 jaar) (in ) met een overgewicht, volgens leeftijd en geslacht, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, nu04_2y - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N Man 16,2 11,7 ( 8,8-15,5) 733 Vrouw 15,0 11,1 ( 8,1-15,0) ,9 9,9 ( 7,6-12,8) ,9 29,8 (23,5-37,0) 400 Geen diploma 33,3 22,3 ( 6,4-54,8) 34 Lager onderwijs 24,9 19,1 (11,3-30,4) 90 Lager secundair 26,7 19,7 (13,2-28,3) 267 Hoger secundair 16,4 11,9 ( 8,6-16,2) 476 Hoger onderwijs 8,6 6,5 ( 4,1-10,1) 521 URBANISATIEGRAAD Brussel 21,4 15,8 (11,2-21,8) 351 Stedelijk gebied 15,3 10,1 ( 6,1-16,3) 218 Semi-stedelijk gebied 13,0 9,8 ( 6,8-13,8) 441 Landelijk gebied 17,1 12,6 ( 8,6-18,0) 429 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 15,4 11,4 ( 8,2-15,4) 469 Brussels Gewest 21,4 15,8 (11,2-21,8) 351 Waals Gewest 14,2 10,2 ( 7,1-14,4) 619 JAAR ,2 11,1 ( 8,6-14,1) ,6 11,6 ( 9,4-14,3)

22 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus V.2. Vlaams Gewest V.2.1. Gemiddelde BMI-score bij de volwassenen populatie (NU04_2) De gemiddelde waarde voor de Body Mass Index voor personen van 18 jaar of ouder is 24,8, een waarde die heel nauw aansluit bij de benedengrens voor overgewicht (25). Dit gemiddelde is significant hoger bij mannen (25,3) dan bij vrouwen (24,4). Zowel bij mannen als bij vrouwen stijgt de gemiddelde waarde met de leeftijd, slechts in de hoogste leeftijdsgroep ( 75+ ) daalt de gemiddelde BMI-waarde. Figuur : Gemiddelde waarde voor de Body Mass Index naar leeftijd voor de populatie van 18 jaar en ouder, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, Indicator nu04_2 VL Gemiddelde Mannen Gemiddelde Vrouwen Op basis van het ruwe cijfermateriaal lijkt de gemiddelde BMI waarde te dalen naarmate het opleidingsniveau stijgt. Na correctie voor leeftijd en geslacht kunnen echter geen significante verschillen vastgesteld worden tussen de diverse opleidingsniveaus. Er kan geen samenhang worden vastgesteld tussen de gemiddelde waarde voor BMI en de urbanisatiegraad. Vergeleken met de resultaten van de Gezondheidsenquête 1997, stijgt de gemiddelde waarde voor de BMI van 24,6 naar 24,8. Na correctie voor leeftijd en geslacht is de gemiddeld BMI exact gelijk: 24,7. V.2.2. BMI-categorieën bij de volwassen populatie (NU04_3) Epidemiologische studies tonen aan dat vanaf een BMI-waarde van 25 de morbiditeit en mortaliteit toenemen. Op basis hiervan wordt deze drempel door experten aanvaard voor het definiëren van overgewicht (4). Wanneer de BMI 30 of meer bedraagt spreekt men van zwaarlijvigheid of obesiteit. Een BMI beneden de 20 wordt bestempeld als ondergewicht en onder de 18 als extreem ondergewicht. Deze laatste situatie is vaak geassocieerd met één of andere pathologie (5). Sommige studies richten zich op de verdeling van de BMI die waargenomen wordt in de bevolking en nemen als drempel voor overgewicht een BMI van 27 (3). Voor de volledigheid worden beide ondergrenzen in de tabel opgenomen. Op individueel niveau dient bij de interpretatie van de BMI rekening gehouden te worden met andere factoren zoals het soort overgewicht (gynoïd of androïd), de associatie met andere riscicofactoren (zoals bijvoorbeeld hypertensie of hypercholesterolemie) die door de zwaarlijvigheid toenemen en belangrijke variaties in functie van de tijd, leeftijd,... (toename of afname) (6,7). 711

23 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, van de volwassen populatie in het Vlaams Gewest behoort tot de BMI-klasse en kan beschouwd worden als de populatie met een normaal gewicht. Niet minder dan 44 valt in een hogere BMI-klasse en mag bestempeld worden als een populatie met een gewicht dat te hoog is in functie van de lichaamslengte. 33 valt in de categorie overgewicht, terwijl 11 van de populatie als zwaarlijvig omschreven kan worden. Aan de andere kant van het spectrum kan worden vastgesteld dat 7 van de volwassen populatie te mager is (en dit vooral bij de vrouwelijke populatie met 11) en 2 extreem mager (ook hier ligt de proportie hoger bij de vrouwelijke populatie relatief hoger: 3 in vergelijking met 1 bij de mannelijke populatie. In de hiernavolgende analyse gaat de aandacht uit naar twee risico-groepen: de zwaarlijvige populatie (BMI hoger dan 30) en de populatie dat (extreem) mager is (BMI lager dan 20). V.2.3. Prevalentie van zwaarlijvigheid bij de volwassen populatie (NU04_4) Zoals vermeld kan 11 van de volwassen populatie als zwaarlijvig beschouwd worden. Deze proportie is licht groter bij vrouwen (12) dan bij mannen (10). Bij de mannelijke populatie vertoont de verdeling van zwaarlijvigheid een normaal verloop over de verschillende leeftijdsgroepen heen: de proportie zwaarlijvige mannen stijgt tot de leeftijdsgroep jaar om daaropvolgend te dalen. Een dergelijk verloop kan bij de vrouwelijke zwaarlijvige populatie niet teruggevonden worden: de proportie zwaarlijvige vrouwen stijgt tot de oudste leeftijdsgroep. Figuur : Prevalentie van zwaarlijvigheid naar geslacht en leeftijdsgroep, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Indicator nu04_4 VL Indicator nu04_4 VL Mannen Vrouwen De prevalentie van zwaarlijvigheid lijkt een samenhang te vertonen met het opleidingsniveau. Vanaf het opleidingsniveau lager onderwijs daalt te proportie van zwaarlijvige personen: van 18 in de categorie lager onderwijs tot 6 in de categorie hoger onderwijs. Na correctie voor leeftijd en geslacht, kan worden vastgesteld dat vanaf de categorie hoger secundair de prevalentie van zwaarlijvigheid significant lager is dan voor de lagere opleidingsniveaus. Een samenhang tussen de prevalentie van zwaarlijvigheid en de urbanisatiegraad kon niet worden vastgesteld, evenmin kan er sprake zijn van een samenhang met de verblijfplaats (regio). De proportie zwaarlijvige personen in het jaar 2001 is, in ruwe cijfers, groter dan deze teruggevonden in de Gezondheidsenquête Na correctie voor leeftijd en geslacht zijn beide proporties evenwel niet significant verschillend. 712

24 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus V.2.4. Prevalentie van ondergewicht bij de volwassen populatie (NU04_5) Globaal genomen heeft 9 van de populatie een gewicht dat in functie van de lengte, te gering is. In 7 gaat het hierbij om ondergewicht, in 2 om extreem ondergewicht. Na correctie voor leeftijd, kan worden vastgesteld dat vooral bij de vrouwelijke populatie personen met een (extreem) ondergewicht teruggevonden kan worden; 15 in vergelijking met de mannelijke populatie (4). Alhoewel veel sterker uitgesproken bij vrouwen, vertoont de leeftijdscurve voor (extreem) ondergewicht, een duidelijk beeld: vooral in de jongere leeftijdsgroepen zowel bij mannen als bij vrouwen is de proportie personen met een (extreem) ondergewicht het grootste. Figuur : Prevalentie van (extreem) ondergewicht naar geslacht en leeftijdsgroep, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Indicator nu04_5 VL Indicator nu04_5 VL Mannen Vrouwen De ruwe resultaten suggereren dat aan beide extremen van de onderwijsschaal de grootste proporties personen met een (extreem) ondergewicht teruggevonden kunnen worden. Na correctie voor leeftijd en geslacht kan echter worden vastgesteld dat er geen samenhang is tussen het onderwijsniveau en de prevalentie van (extreem) ondergewicht. De prevalentie van (extreem) ondergewicht vertoont geen met de urbanisatiegraad. De proportie personen met een (extreem) ondergewicht in 2001 is onveranderd gebleven indien vergeleken wordt met de resultaten van de Gezondheidsenquête V.2.5. Prevalentie van overgewicht bij jongeren (NU04_2y) Tot dusver is de aandacht uitsluitend uitgegaan naar de volwassen populatie. De gehanteerde grenswaarden voor het onderscheiden van ondergewicht, normaal gewicht en overgewicht zijn immers enkel stabiel voor een volwassen populatie en kunnen niet zonder meer op jongeren worden toegepast. Voor deze jonge populatie (tussen 6 en 18 jaar) bestaan er (nog) geen stabiele grenswaarden, maar wordt het 85 percentiel gebruikt als grenswaarde voor overgewicht en het 95 percentiel als grenswaarde voor zwaarlijvigheid. Deze grenswaarden zijn dus gebaseerd op de spreiding in de populatie zelf (en zijn dus een relatief gegeven). Bovendien wordt er sowieso van uit gegaan dat 15 en 5 van de jongeren een overgewicht respectievelijk zwaarlijvig zijn. Voor kinderen jonger dan 6 jaar wordt de BMI als index voor het relatief gewicht niet gebruikt. De grenswaarde voor overgewicht voor de jongeren (85 percentiel) is 21.9, de grenswaarde voor zwaarlijvigheid is 25.4 (95 percentiel). Gezien het relatief klein aantal jongeren in de steekproef, werd ervoor geopteerd beide groepen samen te bespreken (jongeren met een overgewicht). 713

25 Leefstijl : Voeding -Voedingsstatus Gezondheidsenquête, België, 2001 In ruwe cijfers is de proportie jongeren met een overgewicht groter bij jongens (17) dan bij meisjes (14), na correctie voor leeftijd zijn beide proporties evenwel niet significant verschillend. Het aantal jongeren met een overgewicht stijgt met de leeftijd, waar in ruwe cijfers 5 van de jongeren tussen 6 en 9 jaar een overgewicht hebben, stijgt dit percentage tot 27 in de leeftijdsgroep jaar. Het ruwe cijfermateriaal suggereert een samenhang tussen opleidingsniveau en het hebben van een overgewicht: de proportie jongeren met een overgewicht zou groter zijn in de lagere dan in de hogere opleidingsniveaus. Na correctie voor leeftijd en geslacht kunnen geen significante verschillen vastgesteld worden tussen de prevalentie van overgewicht bij jongeren in de verschillende opleidingsniveaus. In vergelijking met de resultaten van de Gezondheidsenquête 1997, is de proportie jongeren met een overgewicht licht gestegen (van 14 naar 15, geen significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht). V.2.6. Houding ten aanzien van het eigen gewicht (NU01_1) De houding ten aanzien van het eigen gewicht werd enkel bevraagd bij personen van minstens 15 jaar oud zonder enige referentie naar het eigen (relatief) gewicht, dus ook bij personen die een normaal gewicht (BMI tussen 20 en 25) hebben. In een eerste beweging worden de resultaten ook als dusdanig besproken. In deze bespreking ligt de nadruk op het onderscheid tussen personen die al dan niet terecht het eigen gewicht problematiseren en diegenen voor wie het eigen gewicht evengoed al dan niet terecht geen issue vormt. In een tweede beweging wordt de houding ten aanzien van het eigen gewicht gekoppeld aan de BMI-score: een objectieve maatstaf (BMI) wordt aldus gekoppeld aan een subjectieve perceptie van het eigen gewicht. Eén derde van de bevolking (33) maakt zich geen zorgen over het eigen gewicht (los van het vraag of dit gewicht al dan niet problematisch is), 21 wenst te vermageren terwijl 43 aangeeft het huidige gewicht te willen behouden. De wens te willen vermageren of het huidige gewicht te behouden is sterker aanwezig bij vrouwen (respectievelijk 27 en 45) in vergelijking met mannen (respectievelijk 16 en 42). Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de leeftijdscategorie waartoe men behoort en de houding ten aanzien van het eigen gewicht. Het ruwe cijfermateriaal geeft aan dat de wens te vermageren gerelateerd is aan het opleidingsniveau: waar slechts 10 van diegenen zonder diploma aangeeft te willen vermageren, loopt dit percentage op tot 24 bij personen met een diploma hoger onderwijs. De proportie personen dat aangeeft het gewicht te willen behouden blijft onveranderd over de verschillende opleidingscategorieën heen. De proportie personen die zich helemaal geen drukte maken over het eigen gewicht is het hoogst bij personen die behoren tot de lagere opleidingscategorieën en daalt systematisch over de hoger opleidingsniveaus heen. De proporties personen die wensen te vermageren, hun gewicht te stabiliseren, die wensen te verdikken of die zich helemaal geen zorgen maken over het eigen gewicht is nauwelijks verandert indien vergeleken wordt met de resultaten van de Gezondheidsenquête De resultaten voor mannen tonen aan dat de relatie tussen het eigen gewicht en de houding ten aanzien van dit gewicht zeker niet eenduidig is; 26 van de zwaarlijvige mannen maakt zich geen zorgen omtrent het eigen gewicht. Bezorgd zijn over het eigen gewicht is eerder uitzonderlijk voor mannen met een (extreem) ondergewicht: 74 van de mannen in deze BMI-categorieën stelt zich geen zorgen te maken over het eigen gewicht. Positief is dat toch 31 van de mannen met een overgewicht en 50 van de zwaarlijvige mannen toch wensen te vermageren (hier wordt even buiten beschouwing gelaten of ze er desgevallend iets aan doen en, zo ja, welke initiatieven genomen worden om te vermageren. Het patroon dat voor mannen teruggevonden kan worden, is deels ook van toepassing voor vrouwen; 18 van vrouwen met een overgewicht en 14 van de zwaarlijvige vrouwen maakt zich geen zorgen over het eigen gewicht. 45 van de vrouwen met een overgewicht en 49 van de zwaarlijvige vrouwen wenst te vermageren. Verontrustend is dat 2 van vrouwen met een ondergewicht toch aangeeft te willen vermageren. 714

26 Gezondheidsenquête, België, 2001 Leefstijl : Voeding - Voedingsstatus Tabel : Aantal personen (in ) volgens houding ten aanzien van het eigen gewicht volgens BMI-klasse en geslacht, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête door middel van interview, België, Vermageren Stabiliseren Verdikken Geen zorgen N Mannen < 18 0,0 6,0 20,2 73,7 12 [18-20[ 0,0 17,4 17,3 65,3 46 [20-25[ 4,6 44,9 2,4 48,1 688 [25-27[ 16,1 52,0 0,0 31,9 336 [27-30[ 31,0 42,6 0,0 26, ,0 25,9 0,0 24, ,3 43,0 1,8 38, Vrouwen < 18 0,0 29,8 22,7 47,5 47 [18-20[ 2,3 45,9 5,4 46,5 171 [20-25[ 20,6 50,8 0,4 28,2 728 [25-27[ 37,1 47,9 0,0 15,0 197 [27-30[ 44,6 37,4 0,0 18, ,0 36,7 0,0 14, ,4 45,8 1,5 26, Indicator NU01_1 Enkel voor personen van 18 jaar en ouder V.2.7. Middelen aangewend om het eigen gewicht te behouden of te vermageren ($NU03) Om na te gaan welke middelen gehanteerd worden om het eigen gewicht te behouden of te vermageren konden de respondenten meerdere alternatieven aanduiden (het gaat hier dus om een multiple respons vraag). Na hergroepering werden de volgende hoofdmethodes onderscheiden: het volgen van een dieet, het uitoefenen van een fysieke activiteit, aansluiten bij een zelfhulpgroep, het gebruik van vermageringsproducten, het vasten, roken (als middel gebruikt om te vermageren of het gewicht stabiel te houden), en andere methodes. Deze opsomming reflecteert tevens de efficiëntie (in termen van doelmatigheid en het minimaliseren van mogelijke bedreigingen voor de gezondheid) van de diverse methodes. De cijfergegevens moeten evenwel met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden: vooreerst kunnen personen opteren voor het toepassen van verschillende (gezonde en minder gezonde) methodes. Bovendien geeft de enquête nauwelijks informatie over wat concreet onder de verschillende methodes verstaan kan worden. Zo kan het volgen van een dieet in realiteit zowel een duidelijk uitgebalanceerd dieet omvatten als een zelf samengesteld, volledig onevenwichtig eetpatroon. Vooreerst moet erop gewezen worden dat 18 van populatie dat aangeeft te willen vermageren/het gewicht te behouden aangeeft geen enkele methode toe te passen om dit te realiseren. Het gaat hierbij vooral om mensen die het eigen gewicht wensen te behouden. Van diegenen die aangeven te willen vermageren/het huidige gewicht te willen behouden opteert 76 voor het volgen van (een of ander) dieet, eventueel samen gaand met een andere methode. Daarmee is het volgen van een dieet veruit de meest populaire methode om te vermageren/het gewicht te behouden. Vrouwen (81) opteren meer dan mannen (70) voor het dieet als methode. Een duidelijke samenhang van de keuze voor deze methode met de leeftijd kan niet worden vastgesteld, alhoewel de cijfers aantonen dat het volgen van een dieet minder populair is in oudere leeftijdscategorieën (wel te verstaan bij personen die aangaven te willen vermageren of die het eigen gewicht willen behouden). Met uitzondering van personen behorend tot de laagste opleidingscategorie waar het volgen van een dieet zeer populair is stijgt de proportie van personen die voor deze methode kiezen met het opleidingsniveau. 715

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 Brussel Tel : 2/642.7.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie 6.7. Ongelijkheid in Gezondheid 6.7.1. 6.7.1.1. Samenvatting 6.7.1.1.1 Gezondheidsstatus De perceptie van de eigen gezondheid vertoont een negatieve samenhang met het opleidingsniveau: bij personen zonder

Nadere informatie

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Houdingen ten aanzien van het levenseinde Houdingen ten aanzien van het levenseinde Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Voedingsstatus. Sabine Drieskens

Voedingsstatus. Sabine Drieskens Voedingsstatus Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Resultaten voor België Nutritionele status Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Nutritionele status Gezondheidsenquête, België, 1997 5.5.1. Inleiding De Body Mass Index (BMI, of Index van Quetelet) is een gemakkelijke manier om het relatief lichaamsgewicht te berekenen, d.w.z. het gewicht volgens de lengte en wordt bekomen door het

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1 Brussel Tel : 2/642.7.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Nutritionele status Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Nutritionele status Gezondheidsenquête, België, 1997 5.5.1. Inleiding De Body Mass Index (BMI, of Index van Quetelet) is een gemakkelijke manier om het relatief lichaamsgewicht te berekenen, d.w.z. het gewicht volgens de lengte en wordt bekomen door het

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance oktober 2010 Brussel, België Nr interne referentie : 2010/053 Depotnummer : D/2010/2505/49 ISSN : 2032-9172 Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Gezondheidstoestand

Gezondheidstoestand 6.3. Beknopte Samenvatting 6.3.1. Gezondheidstoestand Subjectieve gezondheid. In het Vlaams Gewest ervaart 82% van de bevolking zijn gezondheid als goed tot zeer goed. Het percentage personen dat zijn

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Inleiding Om sociale ongelijkheden in gezondheid in kaart te brengen en om mogelijke trends in de

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheid en Samenleving

Gezondheid en Samenleving Gezondheid en Samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 231 Inleiding... 233 1. Toegankelijkheid van gezondheidszorgen... 235

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidsstatus. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidsstatus. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidsstatus Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 15 Inleiding... 17 1. Subjectieve gezondheid... 19 2. Chronische aandoeningen...

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie