Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001"

Transcriptie

1 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 22-22

2 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 Brussel Tel : 2/ his@iph.fgov.be index4.htm Leuvenseweg 44 Brussel Onderzoeksteam : Jamila Buziarsist Stefaan Demarest Lydia Gisle Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Herman Van Oyen Met de medewerking van : Pieter-Jan Miermans Francis Sartor Logistieke steun : Monique Schoonenburg Véronique Verhocht Nationaal Instituut voor de Statistiek : IPH/EPI REPORTS Nr Depotnummer: D/22/2/4

3 Inhoudstafel Gezondheidsenquête, België, 21 DEEL 1 : Introductie... 8 Doel en opzet van de Gezondheidsenquête 21 I. Inhoud van de bevraging... 8 II. Samenstelling van de steekproef III. Actoren IV. Veldwerkorganisatie V. Netwerk enquêteurs VI. Kwaliteitsbewaking...2 VII. Participatiegraad...29 VIII. Wegingsfactoren...34 IX. Tabellen...3 X. Studiepopulatie...4 DEEL 2 : 1. Gezondheidstoestand Subjectieve gezondheid Lichamelijke gezondheid Chronische aandoeningen Acute aandoeningen Mentale gezondheid Beperkingen en Participatieproblemen DEEL 3 : 2. Leefstijl Lichamelijke activiteit Voeding Voedingsstatus Voedingsgewoonten Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit...79 Blz.

4 Gezondheidsenquête, België, 21 Inhoudstafel DEEL 4 : Blz. 3. Preventie Vaccinatie bij volwassenen Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker DEEL : 4. Medische consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts Contacten met de specialist Contacten met de spoedgevallendienst Contatcten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Patiëntentevredenheid Niet-conventionele geneeswijzen DEEL 6 :. Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van gezondheidszorgen Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Ongevallen, verkeersveiligheid en geweld Sociale gezondheid Sociale en preventieve diensten

5 Gezondheidsenquête, België, 21.. Sociale Gezondheid

6 Gezondheidsenquête, België, 21 Dit onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van : M. AELVOET Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu J. CHABERT Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest T. DETIENNE Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid van het Waals Gewest D. GOSUIN Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest N. MARECHAL Minister van Jeugdhulp en Gezondheid van de Franse Gemeenschap H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumenten en Landschappen, Gezondheid en Sociale Zaken van de Duitstalige Gemeenschap F. VANDENBROUCKE Minister van Sociale Zaken en Pensioenen M. VOGELS Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Vlaamse Gemeenschap.

7 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid.. Sociale gezondheid Gezondheidstoestand Leefstijl Toegankelijkheid van Gezondheidszorgen Socio-Economische Verschillen in Gezondheid Preventie Medische Consumptie Gezondheid en Samenleving Gezondheid en Omgeving Ongevallen, Verkeersveiligheid en Geweld Sociale Gezondheid Sociale en Preventieve Diensten I. Samenvatting In het kader van de Gezondheidsenquête, wordt sociale gezondheid vertaald in termen van sociale integratie van mensen in een netwerk van relaties (structurele dimensie) en van sociale ondersteuning van de omgeving (functionele dimensie). In het kader hiervan werden de volgende indicatoren weerhouden: tevredenheid over sociale contacten frequentie van sociale contacten omvang van het sociaal netwerk beschikbaarheid van instrumentele sociale ondersteuning (concrete hulp in geval van nood) kwaliteit van functionele sociale ondersteuning (aanwezigheid van verschillende soorten ondersteuning) De resultaten bekomen in het kader van de enquête zijn enkel van toepassing op personen van minstens 1 jaar. In België is 7 van de bevolking ontevreden over hun sociale contacten en 7 heeft nauwelijks contacten met familieleden, vrienden of kennissen (dit is: minder dan eenmaal per week). Daarnaast kan van 16 van de bevolking gesteld worden dat ze slechts beschikken over een beperkt sociaal netwerk ( tot 3 personen), terwijl de gemiddelde grootte van het sociaal netwerk 9 à personen is bij de mannen en 8 bij de vrouwen. De bevolking telt 13 individuen die nauwelijks op steun kunen rekenen van hun omgeving, een situatie die relatief meer voorkomt bij mannen in de leeftijdsgroep 4 64 jaar (18 à 2). Tenslotte kan 9 van de bevolking niet genieten van sociale ondersteuning voor het bevredigen van hun emotionele, affectieve, recreatieve, behoeften. 2349

8 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 Er kan een duidelijke samenhang vastgesteld worden tussen sociale gezondheid en leeftijd; voor de verschillende aspecten van sociale gezondheid liggen de cijfers gunstiger voor jongeren dan voor ouderen. Daarentegen kunnen er geen fundamentele verschillen vastgesteld worden tussen mannen en vrouwen, behoudens dan voor de omvang van het sociaal netwerk dat iets groter is bij mannen dan bij vrouwen. Algemeen gesteld, vertaalt een hoger opleidingsniveau zich in en betere sociale integratie, een kwalitatief meer hoogstaande ondersteuning en een grotere tevredenheid over de sociale contacten. De urbanisatiegraad van de leefomgeving hangt niet systematisch samen met de kenmerken van sociale gezondheid, evenmin kan er echt sprake zijn van een samenhang tussen gewest (woonplaats) en sociale gezondheid. Er kan enkel besloten worden dat in het Brussels Gewest het aantal personen met weinig sociale contacten (minder dan eenmaal per week) en weinig hulp ingeval van nood, iets hoger is. In het Waals Gewest, kunnen relatief veel personen teruggevonden worden met een eerder beperkt sociaal netwerk (-3 personen) en met een kwalitatief niet erg hoogstaande sociale ondersteuning. Een van de prioriteiten voor het gezondheidsbeleid is dan ook het helpen van ouderen bij het uitbouwen en onderhouden van hun sociaal netwerk met andere ouderen én met jongeren. II. Inleiding Sociale gezondheid maakt, zoals fysieke en mentale gezondheid, een fundamenteel deel uit van de definitie van gezondheid gehanteerd door de WGO. Bovendien is sociale gezondheid op zich een niet verwaarloosbare determinant van algemene gezondheid. Sommige specialisten stellen zelfs dat het effect van sociale relaties op gezondheid van even groot belang is als andere gekende risicofactoren zoals tabaksgebruik, fysieke activiteit, obesitas en bloeddruk. Het lijkt er alvast op dat het aantal en de kwaliteit van sociale relaties bijdragen tot het behoud van de fysieke en mentale gezondheid van individuen en tot een verbetering van de levensverwachting(1). Omgekeerd kan vastgesteld worden dat negatieve of stresserende sociale relaties een nadelig gevolg hebben voor de gezondheid, in die mate zelfs dat aangetoond werd dat sociale isolatie lijkt samen te hangen met een toenamen van prematuur overlijden(2). Alhoewel erkend wordt dat sociale gezondheid een onmiskenbare dimensie is van gezondheid, bestaat er tot op heden geen overeenstemming omtrent wat het concept concreet inhoudt, hoe het gedefinieerd en hoe het geëvalueerd kan worden (3). Er moet dan ook voorlopig uitgegaan worden van een zeer ruime omschrijving waarbij sociale gezondheid verwijst naar de wijze waarop iemand omgaat met anderen, de manier waarop anderen hierop reageren en hoe deze persoon omgaat met sociale instituties en maatschappelijke regels en normen" (4). Gebaseerd op de notie interactie tussen het individu en zijn omgeving, kan het begrip sociale gezondheid op verschillende wijzen ingevuld worden. In het kader van de Gezondheidsenquête 21, wordt sociale gezondheid vooral vertaald in termen van sociale ondersteuning en dit vanwege de reeds duidelijk aangegeven samenhang ervan met fysieke en mentale gezondheid (;6). Met de term sociale ondersteuning wordt dan verwezen naar de beschikbaarheid van ander personen waarin het individu vertrouwen heeft, waarop hij kan rekenen en die hem het gevoel geven als persoon te geapprecieerd en gewaardeerd te worden (7). Het meten van sociale ondersteuning kan vanuit twee invalshoeken de ene eerder kwantitatief, de ander eerder kwalitatief gebeuren: 23

9 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid - Structurele indicatoren van ondersteuning of sociale integratie beschrijven de structuur en de omvang de sociale interactie. Deze indicatoren zijn kwantitatief in die zin dat ze vooral peilen naar de aanwezigheid en de omvang van het sociaal netwerk en naar het aantal en de frequentie van sociale interactie. In epidemiologische studies wordt vooral aandacht aan dit soort indicatoren besteedt - Functionele indicatoren van ondersteuning belichten vooral de functie en de kwaliteit van sociale contacten. Deze indicatoren zijn eerder subjectief van aard en hebben betrekking op de tevredenheid over sociale relaties, de hulp gekregen van de omgeving, Er wordt hierbij vanuit gegaan dat een goede sociale ondersteuning de nood aan affectie bevredigt, een gevoel van veiligheid creëert, de stress reduceert, In de instrumenten geselecteerd in het kader van de Gezondheidsenquête komen beide dimensies structureel en functioneel van sociale ondersteuning aan bod. Sociale ondersteuning heeft op twee wijzen een impact op gezondheid: - Een directe manier gezien het bijdraagt tot een betere bescherming tegen ziekte. De integratie in een sociaal netwerk laat toe de fundamentele nood aan veiligheid, affectie en sociaal contact te bevredigen en/of beter bestand te zijn tegen stressbronnen. Epidemiologische studies waarin structurele indicatoren voor sociale ondersteuning opgenomen werden, hebben aangetoond dat er een directe samenhang bestaat tussen sociale gezondheid en fysieke en/of mentale gezondheid (6). - Een indirecte manier ("buffering effect"), omdat het beschermt tegen de mogelijke gevolgen van stress voor de gezondheid. In dit geval, kan het sociaal netwerk beschouwd worden als een externe mogelijkheid waarover individuen beschikken om zich beter te beschermen tegen de gebeurtenissen van het leven en om tegenslagen waarmee ze geconfronteerd worden en de stress waaronder ze gebukt gaan beter te overwinnen (1) (8). III. Vragen Sommige vragen zijn erop gericht de aanwezigheid en de kwantiteit van sociale relaties te meten, terwijl anderen meer de nadruk leggen op de inhoud en de kwaliteit van deze relaties. De eerste vragen met betrekking tot sociale ondersteuning werden hernomen van de Gezondheidsenquête Ze hebben betrekking op de tevredenheid omtrent sociale contacten (1 item) en de inhoud van de sociale ondersteuning (3 items). Twee nieuwe vragen met betrekking tot het lidmaatschap van een vereniging en de frequentie waarmee aan de activiteiten ervan wordt meegedaan, worden in dit rapport niet geanalyseerd. SO.1. Hoe vindt u uw sociale contacten? SO.2.Heeft u gewoonlijk contact met verwanten, kinderen, vrienden, kennissen,? SO.3.Zou u op buren, vrienden, familie kunnen rekenen, als u onverwachts hulp nodig zou hebben? SO.4. Is er in uw omgeving of in uw familie iemand die u in vertrouwen kan nemen, met wie u vrijuit over uw problemen kan praten? SO..Is er in uw omgeving of in uw familie iemand die u kan helpen, als u een probleem heeft? SO.6. Is u lid van een vrijetijdsvereniging zoals een jeugdbeweging, een sportclub, een recreatieve vereniging (zoals een kaartclub), een oudervereniging of een zelfhulpgroep? SO.7 Hoe vaak heeft u in de loop van de afgelopen 12 maanden deelgenomen aan bijeenkomsten of activiteiten georganiseerd door deze verenigingen? Indien u lid is van verschillende verenigingen, denk dan aan deze waarin u het meest actief is. 231

10 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 De 2 volgende vragen zijn afkomstig van de "Medical Outcome Study Social Support Survey" (MOS) (9), die vooral gericht is op het meten van de functionele dimensie van sociale ondersteuning. Een eerste item heeft betrekking op het aantal vrienden en kennissen van de respondent. De volgende 19 items brengen de gepercipieerde beschikbaarheid van 4 functionele categorieën van sociale ondersteuning in kaart: de emotionele ondersteuning, de instrumentele en de affectieve ondersteuning en de positieve interactie. Hierop gebaseerd kan een globale score berekend worden die een indicatie zou zijn voor de kwaliteit van de sociale ondersteuning. SO.8. Hoeveel goede vrienden of goede verwanten heeft u ongeveer (mensen waarbij u zich goed voelt en waarmee u kan praten over wat u bezig houdt)? SO.9. Mensen doen soms een beroep op anderen voor het gezelschap, voor hulp of voor andere vormen van steun. Hoe vaak kan u rekenen op de volgende vormen van steun als u er nood aan heeft? 1. Iemand die u helpt indien u het bed moet houden 2. Iemand op wie u kan rekenen wanneer u iemand 3. Iemand van wie u goede raad kan krijgen rond een probleem 4. Iemand die u naar de dokter kan brengen als u die nodig heeft. Iemand die u liefde en affectie geeft 6. Iemand met wie u een fijne tijd kan beleven 7. Iemand van wie u informatie kan krijgen om een situatie te begrijpen 8. Iemand die u kan vertrouwen of waarmee u over uzelf en uw problemen kan praten 9. Iemand die u knuffelt. Iemand met wie u zich kan ontspannen 11. Iemand die uw maaltijden klaar maakt, indien u dit zelf niet kan doen 12. Iemand wiens advies u echt wilt 13. Iemand die u kan helpen om uw zinnen te verzetten 14. Iemand die u helpt met het dagelijks werk, indien u ziek bent 1. Iemand met wie u uw meest intieme angsten en problemen kan delen 16. Iemand op wie u een beroep kan doen voor advies omtrent een persoonlijk probleem 17. Iemand met wie u iets aangenaam mee kan doen 18. Iemand die uw problemen begrijpt 19. Iemand die van u houdt en die op u gesteld is IV. Indicatoren Een eerste indicator (SO1_1) heeft betrekking op de tevredenheid over de sociale contacten. De indicator is gebaseerd op vraag SO.1, opgesplitst in twee groepen: zij die tevreden zijn (corresponderend met de antwoorden zeer tevreden en eerder tevreden ) en zij die ontevreden (corresponderend met de antwoorden eerder ontevreden en echt ontevreden ) zijn over hun sociale relaties. Indicator SO2_1 heeft betrekking op de frequentie van sociale contacten. Ze is gebaseerd vraag SO.2, die als volgt in twee groepen opgesplitst werd: ofwel heeft iemand eenmaal per week of meer sociale contacten (corresponderend met de antwoorden meer dan eens per week en eenmaal per week ) ofwel minder dan eenmaal per week (corresponderend met de antwoorden minstens eenmaal per maand, ongeveer eenmaal per jaar of nooit ). Indicator SO8_1 is gebaseerd op de structurele vraag van MOS (SO.8) en heeft betrekking op het gemiddeld aantal vrienden en relaties in de bevolking of in bepaalde subgroepen van de bevolking. Indicator SO8_2 is een opsplitsing in twee groepen (grenswaarde 4): er wordt gesteld dat het relatief netwerk eerder beperkt is indien het tot 3 personen omvat, en uitgebreid indien het 4 personen of meer omvat. 232

11 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Indicator SO_1 heeft betrekking op het mogelijk steun te krijgen van zijn omgeving ingeval van nood. Ze is gebaseerd op de vragen SO.3, SO.4 en SO.. Om de indicator op te bouwen, worden de antwoorden op de drie vragen gecodeerd (1="ja") et (="neen"), daarna opgeteld en opgesplitst in twee groepen met als grenswaarde 3]: een score van [, 1, 2] wordt beschouwd als een zwakke ondersteuning, een score van [3] als een sterke ondersteuning. Indicator SO9_1 is gebaseerd op de schaal rond ontvangen functionele steun (MOS) die 19 items omvat. Voor ieder item wordt een code toegekend die correspondeert met het gegeven antwoord; van 1= nooit tot = altijd. Voor iedere bevraagde persoon wordt het gemiddelde voor de 19 items berekend. Dit gemiddelde dat varieert tussen 1 en wordt daaropvolgend opgesplitst in twee groepen met [3] als grenswaarde, dat wil zeggen van [1 tot 2,49] versus [2, tot ]. Op deze wijze wordt een onderscheid gemaakt tussen mensen die weinig ondersteuning krijgen uit hun omgeving (score van [1 tot 2,49], wat afgerond (1 en 2) overeenkomt met de antwoorden 1= nooit en 2 = zelden ondersteuning) en zij die kunnen rekenen op een sociale ondersteuning van een goede kwaliteit (score van [2, tot ]: waarbij de afgeronde waarden (3, 4, ) overeenkomen met de antwoorden 3="soms", 4="vaak" of ="altijd". De indicatoren afkomstig van de MOS werden voor het eerst geïntroduceerd in de gezondheidsenquête 21 en werden niet opgenomen in Een vergelijking in de tijd kan hier dus niet gemaakt worden. De vragen rond sociale ondersteuning werden opgenomen in de schriftelijke vragenlijst van de Gezondheidsenquête die enkel gericht was aan personen van 1 jaar en ouder. 233

12 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 V. Resultaten V.1. België V.1.1. Tevredenheid over sociale contacten (SO1_1) In België geeft 7 van de personen van 1 jaar of ouder aan eerder of helemaal ontevreden te zijn over hun sociale contacten, een percentage dat zowel voor mannen als voor vrouwen van toepassing is. De proportie personen dat ontevreden is over hun sociale relaties varieert naargelang de leeftijdsgroep, ook na correctie voor geslacht (Tabel..1.1). Deze proportie stijgt licht met de leeftijd: waar het 4 bedraagt bij de jongeren (1-24 jaar) stijgt het tot bij die personen van 7 jaar of ouder. Figuur..1.1 : Aantal personen (in ) dat ontevreden is over hun sociale contacten, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator so1_1 BE 1 1 Mannen Vrouwen De proportie personen dat ontevreden is over hun sociale contacten is groter bij diegenen die slechts over een diploma lager onderwijs beschikken () in vergelijking met de andere groepen (maximum 7). Na correctie voor geslacht en leeftijd kan echter geen relatie vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en de mate waarin personen hun sociale contacten appreciëren. Het niveau van ontevredenheid over de eigen sociale relaties is het hoogst in het Brussels Gewest (9) in vergelijking met de andere steden, semi-stedelijke of landelijke gebieden (rond 7) of met de andere regio s (7 in het Vlaams Gewest, 8 in het Waals Gewest), maar deze verschillen zijn niet significant na correctie voor geslacht en leeftijd. Er kunnen geen verschillen vastgesteld worden tussen de resultaten van de enquête in 21 (7 ontevredenen) en deze van 1997 (6 ontevredenen) na correctie voor leeftijd en geslacht. 234

13 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid V.1.2. Frequentie van sociale contacten (SO2_1) Hier wordt op basis van de resultaten van de enquête gesteld dat sociale contacten frequent zijn indien deze meer dan eens per week of eenmaal per week (antwoorden 1 en 2) voorkomen. Ze worden beschouwd als weinig frequent, zelden of helemaal niet indien ze minder dan wekelijks voorkomen, dat wil zeggen minstens eenmaal per maand, ongeveer eenmaal per jaar of nooit) (antwoorden 3,4,). Globaal genomen heeft 93 van de inwoners van België frequente contacten met ouders, kinderen, vrienden of kennissen (d.i. één of meerdere malen per week), terwijl 7 rapporteert slechts weinig frequente sociale contacten te hebben (enkele malen per maand of per jaar of helemaal niet). Deze proporties zijn gelijk bij mannen en bij vrouwen (Tabel..1.2). De frequentie van sociale contacten vermindert met de leeftijd. Bij diegenen van 1-24 jaar, heeft slechts 2 weinig frequente sociale contacten. Dit percentage stijgt tot 6 bij personen van 2-24 jaar, en wordt 7 à 8 bij personen ouder dan 3 jaar. Na correctie voor geslacht, kan een significant verschil terug gevonden worden tussen de jongeren (1-24 jaar) enerzijds en alle andere leeftijdsgroepen anderzijds. De frequentie van sociale contacten in functie van de leeftijd varieert niet op een zelfde manier bij mannen als bij vrouwen (Figuur..1.2). Het verschil mannen vrouwen kan vooral voor de leeftijdsgroepen 4-4 jaar en 7 jaar of meer vastgesteld worden. Waar mannen in deze leeftijdsgroepen meer talrijk zijn om een geringe frequentie van sociale contacten aan te geven in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen, kan bij vrouwen net het tegengestelde vastgesteld worden; vrouwen in deze leeftijdsgroepen geven minder dan in de overige leeftijdsgroepen aan slechts weinig frequent sociale contacten te hebben. Figuur..1.2 : Aantal personen (in ) dat aangeeft weinig frequent sociale contacten te hebben, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator so2_1 BE 1 1 Mannen Vrouwen De proportie personen dat aangeeft weinig sociale contacten te hebben, vermindert met het opleidingsniveau; diegenen met een diploma hoger onderwijs geven minder () dan de andere opleidingscategorieën (8) aan weinig frequentie sociale contacten te hebben. Dit verschil is significant na correctie voor geslacht en leeftijd. In Brussel kan de relatief grootste proportie teruggevonden worden van personen die weinig frequente sociale contacten hebben (9) indien vergeleken wordt met andere steden, semi-stedelijke gebieden of landelijke gebieden (ongeveer 7) of met de andere Gewesten (7). De verschillen tussen Brussel en de andere gebieden opgesplitst naar urbanisatieniveau of verblijfplaats (regio), zijn significant na correctie voor geslacht en leeftijd. Het percentage personen dat aangeeft slechts weinig frequent sociale contacten te hebben (7) is licht verminderd indien vergeleken wordt met de resultaten van de enquête in 1997 (8), een verschil dat evenwel significant is na correctie voor geslacht en leeftijd. 23

14 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 V.1.3. Omvang van het sociaal netwerk (SO8_2) In België omvat het sociaal netwerk gemiddeld 9 personen. De omvang van dit netwerk is iets groter bij mannen ( personen) dan bij vrouwen (8 personen), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd. In termen van proporties, kan vastgesteld dat 16 van de populatie een eerder beperkt sociaal netwerk heeft ( tot 3 personen) en dat er geen significant verschil kan vastgesteld worden tussen mannen (1 heeft een beperkt sociaal netwerk) en vrouwen (16). De proportie personen dat een beperkt sociaal netwerk heeft, stijgt gevoelig met de leeftijd; van 8 bij de jongeren van 1-24 jaar tot 21 bij personen van 7 jaar of ouder. De samenhang tussen leeftijd en de omvang van het sociaal netwerk is significant na correctie voor geslacht (Tabel..1.3). Daarenboven stijgt de proportie van personen met een beperkt sociaal netwerk met de leeftijd op een identieke wijze bij mannen als bij vrouwen (Figuur..1.3). Figuur..1.3 : Aantal personen (in ) met een beperkt sociaal netwerk, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator so8_2 BE Mannen Vrouwen De proportie personen met een sociaal netwerk die als eerder beperkt kan worden omschreven varieert significant met het opleidingsniveau (na correctie voor geslacht en leeftijd). Terwijl 26 van diegenen zonder diploma en 21 van diegenen met een diploma lager onderwijs aangeeft slechts een beperkt sociaal netwerk te hebben, daalt dit percentage tot 11 bij diegenen met een diploma hoger onderwijs. De proportie personen met een beperkt sociaal netwerk is op een significante wijze gelieerd met het urbanisatieniveau na correctie voor geslacht en leeftijd: in vergelijking met de stedelijke en de landelijke gebieden is de proportie personen met een beperkt netwerk het kleinst in de semi-stedelijke gebieden (14 tegen 17 à 18 in de andere gebieden). Tenslotte kan vastgesteld worden dat de proportie personen met een beperkt sociaal netwerk het hoogst is in het Brussels Gewest (17) en zeker in het Waals Gewest (2) indien vergeleken wordt met het Vlaams Gewest (14). Het verschil tussen het Vlaamse Gewest enerzijds en de andere gewesten anderzijds, is significant na correctie voor geslacht en leeftijd. 236

15 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid V.1.4. Instrumentele sociale ondersteuning (SO_1) In België kan 13 van de populatie van 1 jaar of ouder niet rekenen op buren, familie of vrienden om hen te helpen in geval van onverwacht nood, om een probleem op te lossen of indien ze nood hebben aan een gesprek. Deze zwakke ondersteuning is iets meer courant bij mannen (14) dan bij vrouwen (12), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd (Tabel..1.4). Vooral vanaf de leeftijd van 4 jaar en dit tot de leeftijd van 7 jaar of ouder kan de grootste proportie personen gevonden die slechts kunnen rekenen op een beperkte sociale ondersteuning (16 à 18 naargelang de leeftijdsgroep). Jongeren (1-34 jaar) zijn minder talrijk om een zwakke sociale ondersteuning te rapporteren (8). De leeftijd hangt significant samen met instrumentele sociale ondersteuning na correctie voor geslacht. De hoogste proportie personen met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning kan teruggevonden worden bij de mannen in de leeftijdsgroepen 4 64 jaar (19 à 2 ; Figuur..1.4). Figuur..1.4 : Aantal personen (in ) met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator so_1 BE Mannen Vrouwen Het niveau van instrumentele sociale ondersteuning daalt in functie van het opleidingsniveau : 18 van de personen zonder diploma gaf aan een zwakke instrumentele sociale ondersteuning te genieten, tegen in de groep hoger secundair onderwijs en 4 in de groep hoger onderwijs. Globaal genomen blijven de verschillen tussen de onderscheiden onderwijsniveaus bestaan na correctie voor geslacht en leeftijd. Ook met de urbanisatiegraad kan een samenhang onderkend worden: in het Brussels Gewest geeft 16 van de personen aan slechts beperkt beroep te kunnen doen op anderen (tegen 11 en 14 in de andere gebieden). Het verschil tussen het Brussels Gewest enerzijds en de stedelijke gebieden anderzijds (11) blijft significant na controle voor geslacht, leeftijd en nationaliteit. Op regionaal niveau kent het Vlaams Gewest relatief de laagste proportie personen met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning (11 tegen 16 in het Brussels Gewest en 17 in het Waals Gewest). De verschillen tussen het Vlaams Gewest en de overige regio s anderzijds blijven significant na correctie voor geslacht en leeftijd. Het percentage personen die slechts kunnen rekenen op een zwakke instrumentele sociale ondersteuning is identiek gelijk in 1997 en 21 (12). 237

16 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 V.1.. Functionele sociale ondersteuning (SO9_1) Globaal genomen kan 9 van de populatie niet genieten van een kwalitatief hoogstaande functionele ondersteuning, dat wil zeggen een sociale omgeving die een geheel van rollen kan spelen: instrumentele (tastbare hulp), informele (raadgeving) emotionele (een luisterend oor, empathie), recreatieve (ontspannende, verstrooiende activiteiten) en/of affectieve rollen (liefde). Er kunnen geen significante verschillen teruggevonden worden tussen mannen en vrouwen met betrekking tot de functionele ondersteuning waarvan zij kunnen genieten (Tabel..1.). De kwaliteit van de sociale ondersteuning is niet gelijk verdeeld over de verschillenden leeftijdsgroepen heen: jongeren (< 34 jaar) melden slechts heel beperkt een kwalitatief povere sociale ondersteuning (3 à 4 ), terwijl deze proportie verdubbelt bij personen van 3 à 4 jaar (8 à ) en haar hoogste waarde kent bij personen tussen 6 en 74 jaar (1). Deze verschillen zijn significant na correctie voor geslacht. Figuur..1.. toont, zowel bij mannen als bij vrouwen, de verdeling van een povere sociale ondersteuning in functie van de leeftijd. Figuur..1. : Aantal personen (in ) dat een povere sociale ondersteuning rapporteert, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator so9_1 BE Mannen Vrouwen Personen behorend tot de lager opgeleide groepen zijn relatief meer talrijk om een povere sociale ondersteuning te melden (11 à 14) dan personen met een secundair diploma (9) of met een hoger diploma (4). Het verschil tussen diegenen met een diploma hoger onderwijs enerzijds en alle lagere opleidingsniveaus anderzijds, is significant na correctie voor geslacht en leeftijd. De kwaliteit van sociale ondersteuning vertoont na correctie voor geslacht en leeftijd -geen samenhang met de urbanisatiegraad. Daarentegen kunnen wel regionale verschillen vastgesteld worden. De proportie personen met een povere sociale ondersteuning is het hoogst in het Waals Gewest (12), gevolgd door het Brussels Gewest (9) en het Vlaams Gewest (7). De verschillen tussen elk van de regio s zijn significant na correctie voor geslacht en leeftijd. V.1.6. Bijkomende analyses De volgende analyses zijn erop gericht de hypothese van het bestaan van een verband tussen de indicatoren van sociale gezondheid en enkele andere gezondheidsindicatoren, meer specifiek op het domein van mentale gezondheid (psychisch welzijn, somatische klachten angst, depressie en slapeloosheid), subjectieve gezondheid en risicogedrag (gebruik van tabak). 238

17 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Logistische analyse werden toegepast om deze hypotheses te verifiëren. De resultaten rond sociale gezondheid figureren hierbij als afhankelijke variabelen. De gegevens rond mentale gezondheid, subjectieve gezondheid en het gebruik van tabak werden elk hun beurt in de vergelijking opgenomen, na controle voor geslacht, leeftijdsgroep en opleidingsniveau. De volgende resultaten, uitgedrukt in odds ratios (O.R.) en betrouwbaarheidsintervallen (9) werden bekomen: - Na controle voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, kunnen significante verbanden vastgesteld worden tussen subjectieve gezondheid en elke indicator voor sociale gezondheid. Bij die personen die hun eigen gezondheid als slecht evalueren kan tevens de grootste proportie personen teruggevonden worden die ontevreden zijn over hun sociale contacten (O.R.=3,8 ; [2,9,] ; p<.1), weinig contacten hebben met de omgeving (O.R.=1,6 ; [1,2 2,1] ; p<.1), beschikken over een beperkt sociaal netwerk (O.R.=2, ; [1,6 2,] ; p<.1), en een zwak niveau van instrumentele sociale (O.R.=2,6 ; [2,1 3,1] ; p<.1) of functionele (O.R.=1,6 ; [1,2 2,1] ; p<.1) ondersteuning genieten. - Op een zelfde wijze, kan worden aangetoond dat personen die aangaven met psychische problemen geconfronteerd te worden, meer kans hebben om ontevreden te zijn over hun sociale contacten (O.R.=,4 ; [4,2 6,9] ; p<.1) en dit is met name het geval voor zij die depressieve klachten (O.R.=, ; [7,6 13,2] ; p<.1) of angstproblemen hebben (O.R.=6, ; [4,9 8,7] ; p<.1)-, rapporteren minder frequent sociale contacten te hebben (O.R.=1,8 ; [1,4 2,4]; p<.1), beschikken over een beperkter sociaal netwerk (O.R.=2,1 ; [1,8 2,6] ; p<.1), kunnen slechts rekenen op een beperkte instrumentele ondersteuning (O.R.=2,7 ; [2,3 3,3] ; p<.1) en dit met name bij diegenen die depressieve klachten hebben (O.R.=4,1 ; [3,2,4] ; p<.1) of angstproblemen rapporteren (O.R.=3,4 ; [2, 4,] ; p<.1) en kennen slechts een beperkt niveau van functionele ondersteuning (O.R.=2,2 ; [1,7 2,9] ; p<.1). - Na controle voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau is ook het gebruik van tabak gelieerd aan sommige indicatoren voor sociale gezondheid. Tabaksgebruikers hebben meer de tendens om ontevreden te zijn over hun sociale contacten (O.R.=1,4 ; [1,1 1,7] ; p=.13), hebben een eerder beperkt sociaal netwerk (O.R.=1,3 ; [1,1 1,6] ; p=.12) en een eerder zwakke instrumentele (O.R.=1, ; [1,2 1,8] ; p<.1) en functionele ondersteuning (O.R.=1,3 ; [1, 1,7] ; p=.2). Het gebruik van tabak vertoont geen significante samenhang met de frequentie van sociale contacten Samenvattend kan worden gesteld dat een eerder negatieve sociale gezondheid in het algemeen samenhangt met een negatieve perceptie van de eigen gezondheid, met een minder positieve mentale gezondheid en met het feit roker te zijn. Deze resultaten bevestigen de hypothese van een mogelijke samenhang tussen de fysieke, mentale en sociale dimensie van gezondheid. Evenwel moeten deze resultaten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. De gemoedstoestand van de individuen op het moment van de bevraging, misschien in samenspel met depressieve symptomen of angst, kunnen deels de negatieve perceptie van hun gezondheid en van de sociale omgeving verklaren. Ook andere verklaringen kunnen naar voren geschoven worden. Volgens een eerste benadering kunnen psychische problemen aan de grondslag liggen van een vermindering van sociale contacten (of het zich volledig terugtrekken uit het sociale leven) of er de oorzaak van zijn dat kennissen of vrienden niet langer bekommerd zijn. Een twee benadering is deze zijn waarbij (somatische) gezondheidsproblemen de mogelijkheden voor een sociaal leven danig beperken wat dan weer uitmondt in tal van psychische problemen (angst, depressie, ). Tenslotte kan vanuit een eerder sociologische invalshoek naar voren gebracht worden dat een slechte sociale integratie en een zwakke sociale ondersteuning versterkende factoren zijn voor fysieke en mentale gezondheidsproblemen. 239

18 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 V.1.7. Samenvatting De resultaten voor België tonen aan dat: De ontevredenheid over de sociale contacten en het gebrek aan deze contacten homogeen verdeeld is in functie van geslacht, opleiding, urbanisatiegraad, regio en jaar van bevraging. Er kan evenwel een samenhang onderkend worden met de leeftijd: jongeren (1-24 jaar) zijn minder talrijk dan andere leeftijdsgroepen om ontevreden te zijn over hun sociale contacten of om een gebrek aan dergelijke contacten te melden een normaal fenomeen, gezien de meesten onder hen wellicht nog geïntegreerd zijn in de familie of de school. Een eerder zwakke instrumentele ondersteuning komt relatief meer voor bij mannen, bij personen tussen 2 en 34 jaar, bij diegenen met een eerder lagere opleiding en in Brussel (dit zowel in vergelijking met de andere steden semi-stedelijke gebieden of landelijk gebieden als in vergelijking met het Vlaams Gewest). De functionele ondersteuning varieert niet in functie van het geslacht of de urbanisatiegraad. Een zwakke functionele ondersteuning komt meer frequent voor bij personen tussen 2 en 34 jaar, bij lager opgeleide personen en in het Waals Gewest in vergelijking met de andere gewesten. Het lijkt er op dat leeftijd eerder negatief, het opleidingsniveau eerder positief samenhangt met de kwaliteit van sociale ondersteuning. Opgepast evenwel met de interpretatie van de resultaten: het kan zijn dat de nood aan sociale steun stijgt met de leeftijd en dat de sociale omgeving niet langer volstaat om aan deze groeiende nood te beantwoorden. 236

19 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Tabel..1.1 : Aantal personen (in ) dat ontevreden is over hun sociale contacten, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. so1_1 België Ruw Gecorrigeerd (9 BI) N Man 6,9 6,8 (,7-8,) 4489 Vrouw 7, 7,2 ( 6,3-8,3) ,8 3,8 ( 2,6-,6) , 6, (,- 8,3) ,1 7,1 (,- 9,2) ,6 8,6 ( 6,9-,8) ,4 7,4 (,6-9,8) ,4 8,4 (,7-12,2) ,9 9,8 ( 7,1-13,) 74 Geen diploma 6,7 6,6 ( 3,3-12,) 177 Lager onderwijs,6 9,6 ( 7,1-12,8) 1264 Lager secundair 7,2 6,9 (,4-8,8) 1733 Hoger secundair,9,8 ( 4,6-7,3) 2698 Hoger onderwijs 7, 7, (,7-8,) 3133 URBANISATIEGRAAD Brussel 8,9 8,6 ( 7,3-,) 2216 Stedelijk gebied 6,9 6,8 (,2-8,8) 16 Semi-stedelijk gebied 7,1 6,9 (,8-8,2) 38 Landelijk gebied 7, 6,8 (,4-8,6) 2469 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 6,7 6, (,- 7,7) 33 Brussels Gewest 8,9 8,6 ( 7,3-,) 2216 Waals Gewest 7,9 7,6 ( 6,4-9,2) 3778 JAAR ,1 6,1 (,4-6,9) ,2 7,1 ( 6,4-8,)

20 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 Tabel..1.2 : Aantal personen (in ) dat aangeeft weinig frequente sociale contacten te hebben, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. so2_1 België Ruw Gecorrigeerd (9 BI) N Man 7, 6,7 (,7-7,8) 42 Vrouw 6,6,9 (,- 6,9) ,6 1,6 (,9-2,7) ,9,9 ( 4,4-7,9) ,9 7,8 ( 6,-,2) ,7 8,6 ( 6,7-11,) ,9 8,8 ( 6,7-11,) ,1 8,1 ( 6,3-,4) ,7 8,8 ( 6,4-12,) 766 Geen diploma 8, 8, ( 4,6-1,4) 183 Lager onderwijs 7,8 6, ( 4,8-8,7) 1283 Lager secundair 8,3 7,4 (,7-9,4) 1743 Hoger secundair 7,7 7, (,7-8,6) 273 Hoger onderwijs,1 4,6 ( 3,6-,9) 313 URBANISATIEGRAAD Brussel 9,4 8, ( 7,2-,) 2226 Stedelijk gebied 6,9 6,2 ( 4,6-8,) 11 Semi-stedelijk gebied 6,9 6,2 (,1-7,4) 3116 Landelijk gebied 6,,8 ( 4,6-7,2) 2486 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 6,8 6,1 (,1-7,2) 3324 Brussels Gewest 9,4 8, ( 7,2-,) 2226 Waals Gewest 6,7,9 ( 4,8-7,3) 3793 JAAR ,3 7,9 ( 7,- 8,9) , 6, (,8-7,3)

21 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Tabel..1.3 : Aantal personen (in ) met een beperkt sociaal netwerk, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. so8_2 België Ruw Gecorrigeerd (9 BI) N Man 1,1 14,9 (13,4-16,) 414 Vrouw 16,3 1,8 (14,2-17,) , 8, ( 6,3-11,) ,9 11,9 ( 9,8-14,4) ,3 16,3 (13,9-19,) ,1 18,1 (1,2-21,4) , 19, (16,-22,4) ,1 19,1 (1,6-23,1) , 2,9 (16,3-26,4) 648 Geen diploma 26,4 26,6 (14,-44,6) 173 Lager onderwijs 21, 19,3 (1,9-23,3) 1147 Lager secundair 1, 14,3 (11,8-17,1) 189 Hoger secundair 17,7 17,6 (1,4-2,) 249 Hoger onderwijs 11,4 11, ( 9,8-13,4) 2977 URBANISATIEGRAAD Brussel 17,4 16,8 (1,-18,8) 26 Stedelijk gebied 17,6 17,3 (14,2-21,) 1417 Semi-stedelijk gebied 13,7 13,3 (11,6-1,2) 2847 Landelijk gebied 16,8 16,4 (14,3-18,9) 2273 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 13,8 13, (11,9-1,2) 348 Brussels Gewest 17,4 16,8 (1,-18,8) 26 Waals Gewest 19, 19,1 (16,9-21,6)

22 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 Tabel..1.4 : Aantal personen (in ) met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. so_1 België Ruw Gecorrigeerd (9 BI) N Man 14,3 13,9 (12,4-1,) 4468 Vrouw 12,2 11,7 (,-13,1) ,1 8, (,9-,9) , 7,9 ( 6,4-9,8) ,2 13,2 (11,1-1,6) ,3 16,2 (13,7-19,1) ,9 17,8 (14,8-21,2) , 1, (12,7-18,9) ,3 16, (12,1-22,1) 744 Geen diploma 18,4 18,2 ( 8,6-34,6) 182 Lager onderwijs 16,1 13,9 (11,3-17,1) 1262 Lager secundair 14, 13,4 (11,1-1,9) 1723 Hoger secundair 14,7 14, (12,-16,8) 2686 Hoger onderwijs 9,6 9,7 ( 8,2-11,4) 3111 URBANISATIEGRAAD Brussel 1,7 1,1 (13,3-17,) 22 Stedelijk gebied 11,2,9 ( 8,8-13,4) 13 Semi-stedelijk gebied 13,2 12,7 (11,1-14,) 389 Landelijk gebied 13,7 13,1 (11,2-1,3) 2464 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 11,1,7 ( 9,-12,1) 3289 Brussels Gewest 1,7 1,1 (13,3-17,) 22 Waals Gewest 17,2 16, (14,4-18,9) 3767 JAAR ,1 13,1 (12,-14,4) ,2 12,9 (11,8-14,)

23 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Tabel..1. : Aantal personen (in ) met een zwakke functionele sociale ondersteuning, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. so9_1 België Ruw Gecorrigeerd (9 BI) N Man 9,1 8,4 ( 7,1-9,8) 4334 Vrouw 8,2 7,3 ( 6,3-8,4) ,4 3,4 ( 1,9-6,1) ,8 3,7 ( 2,7-,2) ,9 7,8 ( 6,3-9,7) ,1, ( 8,1-12,3) , 13, (,7-16,9) , 1, (11,2-19,8) ,7 11,9 ( 8,9-1,7) 69 Geen diploma 11,8 11,1 ( 6,-18,3) 177 Lager onderwijs 14,,7 ( 8,1-14,) 1188 Lager secundair 11,3 9,6 ( 7,7-12,) 1673 Hoger secundair 9,2 8,8 ( 7,1-,8) 293 Hoger onderwijs 4,4 4,4 ( 3,-,6) 36 URBANISATIEGRAAD Brussel 9,3 8,2 ( 7,- 9,7) 2171 Stedelijk gebied 8,4 7,6 ( 6,- 9,7) 1469 Semi-stedelijk gebied 7,6 6,8 (,7-8,2) 2977 Landelijk gebied,1 9, ( 7,3-11,1) 238 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 7,2 6,4 (,4-7,6) 3161 Brussels Gewest 9,3 8,2 ( 6,9-9,7) 2171 Waals Gewest 11,9,8 ( 9,-12,9)

24 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 V.2. Vlaams Gewest V.2.1. Tevredenheid over sociale relaties (SO1_1) In het Vlaams Gewest 7 van de personen van 1jaar of ouder aan eerder of helemaal ontevreden te zijn over hun sociale contacten. Hierbij is de proportie mannen (6) na correctie voor leeftijd - niet significant verschillend van de proportie vrouwen (7). De proportie personen dat ontevreden is over hun sociale relaties varieert naargelang de leeftijdsgroep, ook na correctie voor geslacht (Tabel..2.1.). Deze proportie stijgt licht met de leeftijd: waar het 4 bedraagt bij de jongeren (1-24 jaar) stijgt het tot bij die personen van 7 jaar of ouder. Het verschil is het meest uitgesproken tussen de jongeren van 1-24 jaar in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen (Figuur..2.1.). Figuur..2.1 : Aantal personen (in ) dat ontevreden is over hun sociale contacten, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, Indicator so1_1 VL 1 1 Mannen Vrouwen De proportie personen dat ontevreden is over hun sociale contacten lijkt hoger te zijn bij diegenen die slechts over een diploma lager onderwijs beschikken (12) in vergelijking met de andere groepen (maximum 7). Na correctie voor geslacht en leeftijd kan echter geen relatie vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en de mate waarin personen hun sociale contacten appreciëren. De proportie personen dat ontevreden is over hun sociale contacten varieert, na correctie voor geslacht en leeftijd, niet significant in functie van de urbanisatiegraad (6 a 7). Voor het Vlaams Gewest kan vastgesteld worden dat de proportie personen dat ontevreden is over hun sociale contacten iets gestegen is in 21 (7) in vergelijking met 1997 (6), maar dit verschil is niet significant na correctie voor geslacht en leeftijd. 2366

25 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid V.2.2. Frequentie van sociale contacten (SO2_1) Hier wordt op basis van de resultaten van de enquête gesteld dat sociale contacten frequent zijn indien deze meer dan eens per week of eenmaal per week (antwoorden 1 en 2) voorkomen. Ze worden beschouwd als weinig frequent, zelden of helemaal niet indien ze minder dan wekelijks voorkomen, dat wil zeggen minstens eenmaal per maand, ongeveer eenmaal per jaar of nooit (antwoorden 3,4,). Globaal genomen heeft 93 van de inwoners van het Vlaams Gewest frequente contacten met ouders, kinderen, vrienden of kennissen (d.i.één of meerdere malen per week), terwijl 7 rapporteert slechts weinig frequent sociale contacten te hebben (enkele malen per maand of per jaar of helemaal niet). Deze proporties zijn niet verschillend bij mannen of bij vrouwen (Tabel..2.2). De frequentie van sociale contacten vermindert met de leeftijd. Onder diegenen van 1-24 jaar, heeft slechts 1 weinig frequente sociale contacten. Dit percentage stijgt tot 7 à 8 bij personen van 2-24 jaar, en wordt 7 à 8 bij personen ouder dan 3 jaar. Na correctie voor geslacht, kan een significant verschil terug gevonden worden tussen enerzijds de jongeren (1-24 jaar) en anderzijds alle andere leeftijdsgroepen. De frequentie van sociale contacten in functie van de leeftijd varieert niet op een zelfde manier bij mannen als bij vrouwen (Figuur..2.2). Het verschil mannen vrouwen kan vooral voor de leeftijdsgroepen 4-4 jaar en 7 jaar of meer vastgesteld worden. Waar mannen in deze leeftijdsgroepen meer talrijk zijn om een geringe frequentie van sociale contacten aan te geven in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen, kan bij vrouwen net het tegengestelde vastgesteld worden; vrouwen in deze leeftijdsgroepen geven minder dan in de overige leeftijdsgroepen aan slechts weinig frequent sociale contacten te hebben. Figuur..2.2 : Aantal personen (in ) dat aangeeft weinig frequent sociale contacten te hebben, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, Indicator so2_1 VL Mannen Vrouwen De proportie personen dat aangeeft weinig sociale contacten te hebben, vermindert met het opleidingsniveau; diegenen met een diploma hoger onderwijs geven minder () dan de andere opleidingscategorieën (7 à 9) aan weinig frequentie sociale contacten te hebben. Dit verschil is echter niet significant na correctie voor geslacht en leeftijd. In de stedelijke gebieden, geven in relatieve termen, iets meer mensen aan slechts weinig sociale contacten hebben (8) dan in landelijke gebieden, maar dit verschil is niet significant na correctie voor geslacht en leeftijd. 2367

26 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 Het percentage personen dat aan geeft weinig sociale contacten te hebben is gedaald sinds de vorige enquête: van in 1997 tot 7 in 21, een verschil dat significant is na correctie voor geslacht en leeftijd. In Figuur worden de verschillen tussen 1997 en 21 naar geslacht en leeftijd weergegeven. Er kan een meer uitgesproken vermindering vastgesteld worden van personen met weinig sociale contacten bij de mannen van 3-44 jaar (-9) en bij de vrouwen vanaf de leeftijd van 7 jaar (-9). Figuur..2.3 : Verschillen tussen 1997 en 21* van het aantal personen (in) dat aangaf weinig sociale contacten te hebben, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 21. Indicator so2_1 VL Mannen Vrouwen * Voor het berekenen van het verschil werd 21 als referentiejaar genomen. V.2.3. Omvang van het sociaal netwerk (SO8_2) In het Vlaams Gewest omvat het gemiddeld sociaal netwerk van een persoon 9 personen. De omvang van dit netwerk is iets groter bij mannen ( personen) dan bij vrouwen (9 personen), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd. In termen van proporties, kan vastgesteld dat 14 van de populatie een eerder beperkt sociaal netwerk heeft ( tot 3 personen) en dat er geen significant verschil kan vastgesteld worden tussen mannen (13 heeft een beperkt sociaal netwerk) en vrouwen (14). De proportie personen dat een beperkt sociaal netwerk heeft, stijgt gevoelig met de leeftijd; 7 bij de jongeren van 1-24 jaar toe 19 bij personen van 7 jaar of ouder. De samenhang tussen leeftijd en de omvang van het sociaal netwerk is significant na correctie voor geslacht (Tabel..2.3). 2368

27 Gezondheidsenquête, België, 21 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Figuur..2.4 : Aantal personen (in ) met een beperkt sociaal netwerk, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 21. Indicator so8_2 VL Mannen Vrouwen De proportie personen met een sociaal netwerk dat als eerder beperkt kan worden omschreven varieert significant met het opleidingsniveau (na correctie voor geslacht en leeftijd). Terwijl 23 van diegenen zonder diploma en 21 van diegenen met een diploma lager onderwijs aangeeft slechts een beperkt sociaal netwerk te hebben, daalt dit percentage tot à 1 in de hogere opleidingscategorieën De proportie personen met een beperkt sociaal netwerk is niet op een significante wijze gelieerd met het urbanisatieniveau na correctie voor geslacht en leeftijd: alhoewel het ruwe cijfermateriaal aangeeft dat de proportie mensen met een beperkt sociaal hoger is in de stedelijke gebieden (17) dan in de semi-stedelijke (12) of landelijke gebieden. V.2.4. Instrumentele sociale ondersteuning (SO_1) In het Vlaams Gewest kan 11 van de bevolking van 1 jaar of ouder niet rekenen op buren, familie of vrienden om hen te helpen in geval van onverwacht nood, om een probleem op te lossen of indien ze nood hebben aan een gesprek. Deze zwakke ondersteuning is iets meer courant bij mannen (12) dan bij vrouwen (), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd (Tabel..2.4). Het kunnen rekenen op instrumentele ondersteuning varieert met de leeftijd: tussen 1 en 34 jaar, geeft à 6 een zwakke ondersteuning aan. Dit percentage stijgt tot in de leeftijdsgroep 3-44 jaar en tot 14 à 16 vanaf de leeftijd van 4 jaar. Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd. De hoogste proportie personen met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning kan teruggevonden worden bij de mannen in de leeftijdsgroepen 4 4 jaar (19; Figuur..2.). 2369

28 Gezondheid en Samenleving : Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 21 Figuur..2. : Aantal personen (in ) met een zwakke instrumentele sociale ondersteuning, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, Indicator so_1 VL Mannen Vrouwen Het niveau van instrumentele sociale ondersteuning daalt in functie van het opleidingsniveau : 16 van de personen zonder diploma gaf aan een zwakke instrumentele sociale ondersteuning te genieten, tegen 12 in de groep hoger secundair onderwijs en 8 in de groep hoger onderwijs. Na correctie voor geslacht en leeftijd zijn deze verschillen evenwel niet significant. In het Vlaams Gewest, kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de urbanisatiegraad en het al dan niet kunnen rekenen op instrumentele ondersteuning. Het relatief aantal personen dat slechts in beperkte mate kan rekenen op instrumentele ondersteuning is quasi onderveranderd gebleven tussen 1997 (12) en 21 (11). Een overzicht van de resultaten volgens geslacht en leeftij toont aan dat bij vrouwen een grote stabiliteit tussen 1997 en 21 kan vastgesteld worden (Figuur..2.6.). Bij de mannen tonen de resultaten aan dat vooral bij jongeren het relatief aantal personen dat niet kan rekenen op instrumentele steun gestegen is vergelijking met Figuur..2.6 : Verschil tussen 1997 en 21* van het aantal personen (in ) dat aangeeft slechts op een beperkte sociale ondersteuning te kunnen rekenen, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 21. Indicator so_1 VL Mannen * Voor het berekenen van het verschil wordt 21 als referentiejaar genomen Vrouwen 237

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1 Brussel Tel : 2/642.7.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Sociale gezondheid. Stefaan Demarest

Sociale gezondheid. Stefaan Demarest Sociale gezondheid Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 94 E-mail : stefaan.demarest@wiv-isp.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Houdingen ten aanzien van het levenseinde Houdingen ten aanzien van het levenseinde Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie 6.7. Ongelijkheid in Gezondheid 6.7.1. 6.7.1.1. Samenvatting 6.7.1.1.1 Gezondheidsstatus De perceptie van de eigen gezondheid vertoont een negatieve samenhang met het opleidingsniveau: bij personen zonder

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance oktober 2010 Brussel, België Nr interne referentie : 2010/053 Depotnummer : D/2010/2505/49 ISSN : 2032-9172 Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Toegang tot Gezonheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Toegang tot Gezonheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Inleiding Om sociale ongelijkheden in gezondheid in kaart te brengen en om mogelijke trends in de

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheid en Samenleving

Gezondheid en Samenleving Gezondheid en Samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 231 Inleiding... 233 1. Toegankelijkheid van gezondheidszorgen... 235

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Bespreking 5.2.2.2. page 1

Bespreking 5.2.2.2. page 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie