Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001"

Transcriptie

1 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22

2 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat Brussel Tel : 2/ his@iph.fgov.be index4.htm Leuvenseweg 44 1 Brussel Onderzoeksteam : Jamila Buziarsist Stefaan Demarest Lydia Gisle Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Herman Van Oyen Met de medewerking van : Pieter-Jan Miermans Francis Sartor Logistieke steun : Monique Schoonenburg Véronique Verhocht Nationaal Instituut voor de Statistiek : IPH/EPI REPORTS Nr Depotnummer: D/22/255/4

3 Inhoudstafel Gezondheidsenquête, België, 21 DEEL 1 : Introductie... 8 Doel en opzet van de Gezondheidsenquête 21 I. Inhoud van de bevraging... 8 II. Samenstelling van de steekproef III. Actoren IV. Veldwerkorganisatie V. Netwerk enquêteurs VI. Kwaliteitsbewaking VII. Participatiegraad VIII. Wegingsfactoren IX. Tabellen X. Studiepopulatie... 4 DEEL 2 : 1. Gezondheidstoestand Subjectieve gezondheid Lichamelijke gezondheid Chronische aandoeningen Acute aandoeningen Mentale gezondheid Beperkingen en Participatieproblemen DEEL 3 : 2. Leefstijl Lichamelijke activiteit Voeding Voedingsstatus Voedingsgewoonten Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit Blz.

4 Gezondheidsenquête, België, 21 Inhoudstafel DEEL 4 : Blz. 3. Preventie Vaccinatie bij volwassenen Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker DEEL 5 : 4. Medische consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts Contacten met de specialist Contacten met de spoedgevallendienst Contatcten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Patiëntentevredenheid Niet-conventionele geneeswijzen DEEL 6 : 5. Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van gezondheidszorgen Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Ongevallen, verkeersveiligheid en geweld Sociale gezondheid Sociale en preventieve diensten

5 Gezondheidsenquête, België, Lichamelijke Activiteit

6 Gezondheidsenquête, België, 21 Dit onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van : M. AELVOET Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu J. CHABERT Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest T. DETIENNE Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid van het Waals Gewest D. GOSUIN Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest N. MARECHAL Minister van Jeugdhulp en Gezondheid van de Franse Gemeenschap H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumenten en Landschappen, Gezondheid en Sociale Zaken van de Duitstalige Gemeenschap F. VANDENBROUCKE Minister van Sociale Zaken en Pensioenen M. VOGELS Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Vlaamse Gemeenschap.

7 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit 2. Leefstijl De leefgewoontes en de leefwijzes, m.a.w. het dagelijkse gedrag, zijn nauw verbonden aan de waarden en de voorkeuren van de individuen, aan de kansen die aan de individuen worden geboden, alsook aan de beperkingen die samengaan met hun cultuur en hun sociale en economische situatie (Targets for health for all, WHO, 1985). De leefstijl wordt ontwikkeld aan de hand van socialisering en interpersoonlijke interactie en hangen dus gedeeltelijk af van de ervaringen en de omgeving van individuen. Het zou fout zijn om er van uit te gaan dat een leefgewoonte ontstaat vanuit een eenvoudige individuele beslissing wat betreft het afwijzen of aannemen van een bepaald gedrag dat risico s of heilzame effecten voor de gezondheid met zich meebrengt. Leefgewoonten en leefwijzen hebben een verregaande invloed op de gezondheid. Men weet vandaag dat een reeks aspecten van het dagelijkse leven een rol spelen in het behoud van een goede gezondheidstoestand, in het voorkomen van bepaalde lichamelijke verwikkelingen en in het verbeteren van het psychologisch welzijn. Daarentegen kunnen bepaalde gedragingen ook de gezondheid schaden, wanneer ze werkelijk deel uitmaken van het de leefgewoontes, met name, consumptie overdreven of langdurig van tabak, alcohol of drugs, een onevenwichtige voeding, een gebrek aan lichamelijke activiteiten en ander risicogedrag, zoals onbeschermde seksuele betrekkingen, het rijden in beschonken toestand of het gevaarlijk rijden, enz. Het wordt algemeen erkend, en bevestigd door de wetenschappelijke litteratuur, dat het, naast de vooruitgang van de geneeskunde, de verbetering van de leefhygiëne is die een aanzienlijke toename van de levensverwachting heeft mogelijk gemaakt. Welnu, deze verbetering van de leefhygiëne werd grotendeels mogelijk gemaakt door de ontwikkeling, in talrijke landen, van een gezondheidsbeleid dat steunde op programma s gericht op informatieverspreiding, de preventie van risicogedrag en de promotie van gezonde leefstijlen. Het is precies omdat de leefgewoonten gedeeltelijk worden bepaald door de cultuur en de omgeving, dat men, door op deze aspecten in te werken, een wijziging kan bewerkstelligen in het waardesysteem van de individuen, en via deze weg ook in hun gedrag. De Wereldgezondheidsorganisatie stelt in Europa, met het oog op de promotie van «gezondheid voor allen», een bepaald aantal doelen (13 tot 16) en strategieën voor die erop gericht zijn de gezondheidsgedragingen te beïnvloeden, zowel op maatschappelijk niveau als op het niveau van de individuele keuzes. Het is dus essentieel voor het beleid, maar ook voor de organismes die opgericht werden in het kader van deze programma s, om de prevalentie te kunnen evalueren van de verschillende leefstijlen, hun verdeling over de verschillende subgroepen van de bevolking en hun evolutie in de tijd, om zo de potentiële impact te kunnen inschatten van de uitgezette beleidslijnen. Hiervoor is het vaak nodig om specifieke onderzoeken uit te werken, maar de gegevens die verzameld werden via de gezondheidsenquête maken het niettemin mogelijk een goede schatting te maken van de stand van zaken in België en in de verschillende regio s van het land. De volgende thema s werden weerhouden in het onderzoek van de leefstijlen, op basis van hun aanzienlijke impact op de gezondheid: het beoefenen van lichamelijke activiteiten, het voedingspatroon, de consumptie van alcoholische dranken, de consumptie van tabak, het gebruik van illegale drugs en het seksuele gedrag. Dit gedeelte begint met een vrij gedetailleerde studie van het niveau van lichamelijke activiteit van de bevolking gedurende de vrije tijd en in de loop van de zeven voorbije dagen. Een aantal studies op dit domein hebben effectief de impact aangetoond van lichamelijke beweging, zowel op de lichamelijke gezondheidstoestand van de individuen als op het gebied van de mentale gezondheid en het humeur. De lichamelijke activiteiten zijn eveneens zeer belangrijk bij oudere personen, met het oog op het in stand houden van hun functionele capaciteit en hun mobiliteit. 623

8 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Het volgende hoofdstuk richt zich op de studie van de voedingswijze van de personen, en is opgedeeld in twee afzonderlijke gedeeltes : de voedingsstatus en de voedingsgewoonten. De impact van voeding op de gezondheid is algemeen bekend : overgewicht, extreme magerte, cholesterol, diabetes, osteoporose, kankers, cardiovasculaire aandoeningen, tandproblemen. Deze module mikt ook op het inschatten van overgewicht et magerte in de bevolking, op basis van de berekening van de index voor lichaamsmassa (BMI : gewicht/lengte²). Hiernaast worden de kwesties met betrekking tot de bezorgdheid over het gewicht en de gehanteerde vermageringsmethodes (deze kunnen in bepaalde gevallen bedreigend blijken te zijn voor de gezondheid) onderzocht, evenals de consumptie van vetten en voedingsvezels. Deze gegevens worden in verband gebracht met de BMI om zo te ontdekken in welke mate de bezorgdheid om het gewicht gerelateerd is aan een modeverschijnsel of werkelijk een noodzaak vormt. De module over de voedingsgewoonten gaat bovendien een aantal parameters na van het voedingspatroon : de hoeveelheid en de kwaliteit van de voeding, de diversiteit van de voedingsproducten, de regelmaat van de maaltijden en de frequentie waarmee de mensen bepaalde types (aanbevolen of afgeraden) voedingsproducten consumeren De consumptie van alcohol, als belangrijk risicogedrag, heeft altijd al in de belangstelling gestaan bij de verantwoordelijken van de volksgezondheid. Alcohol kan sociale, lichamelijke en psychologische problemen veroorzaken. De waaier van probleem die in verband staan met alcohol omvat, op lichamelijk gebied levercirrose, verkeersongelukken en andere trauma s, verschillende soorten kankers, en op sociaal gebied afwezigheid op het werk, financiële moeilijkheden, huiselijk geweld, echtscheiding, sociaal isolement De vragen over de alcoholconsumptie maken het mogelijk om de kwantiteit en de frequentie van de consumptie van alcoholische dranken, de consumptiepatronen (weekend, week), en de eventuele bezorgdheid van de persoon of zijn omgeving ten opzichte van zijn consumptie te evalueren. Meer nog dan alcoholverbruik is de schadelijkheid van tabaksgebruik wereldwijd erkend. Zonder de ademnood en de lichamelijke beperkingen mee te rekenen die het met zich meebrengt, is tabak een risicofactor voor longkanker, ischemische hartziekten en chronisch respiratoire ziekten, de vertraging in de ontwikkeling van de fœtus bij zwangere vrouwen, enz. Net als voor alcoholgebruik heeft de Wereldgezondheidsorganisatie standaardindicatoren ontwikkeld die het mogelijk maken om preventiecampagnes voor tabaksgebruik te plannen en de resultaten ervan te evalueren. Deze werden opgenomen in de vragenlijst van de enquête. Er werden vragen toegevoegd over het beginpint van het roken, de pogingen om te stoppen en het vroegere rookgedrag. De thematiek van het illegale druggebruik maakt zijn intrede in deze laatste enquête, maar men beperkt zich tot een blik op het gebruik van psycho-actieve producten zoals marihuana, hasjiesj, ecstacy, speed of amfetamines. Een module over het seksuele gedrag sluit dit hoofdstuk af. Het seksuele gedrag kan soms ernstige gevolgen hebben op het lichamelijke en psychologische vlak. Denken we hierbij aan ongewenste zwangerschappen en seksueel overdraagbare ziektes. De enquête onderzoekt hierom de contraceptie en de gebruikte contraceptieve methodes, alsook de bescherming tegen seksueel overdraagbare ziektes en de gehanteerde beschermingsmethodes. 624

9 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Er worden nog andere aspecten van de leefgewoonten of de leefwijzen in de enquête bevraagd maar deze worden niet besproken in dit gedeelte. We verwijzen met name naar de houdingen op het terrein van de verkeersveiligheid het dragen van de veiligheidsgordel vooraan of achteraan in de wagen en de kennis over de voor autobestuurders wettelijk toegelaten alcoholwaarde in het bloed die het risico op ongelukken of het risico op zware letsels bij een ongeluk beperken. Deze vraag wordt bestudeerd in de module over ongelukken en geweld, in het hoofdstuk «Gezondheid en samenleving». De sociale omgeving van een individu, net zoals de levenswijze, bevat ook bepaalde elementen die ten goede komen aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid. De tevredenheid over de sociale contacten, over de frequentie van deze contacten, de omvang van het sociaal netwerk en de kwaliteit van de steun die geboden wordt door de omgeving zijn evenzeer elementen die bijdragen tot het individuele welzijn, maar spelen ook een rol in het gedrag en de leefgewoontes De module van de sociale gezondheid die deze aspecten bespreekt maakt eveneens deel uit van het hoofdstuk «Gezondheid en samenleving» van dit rapport. Referenties (1) WHO Regional Office for Europe. Targets for Health for all. Copenhague: WHO, (2) Bietlot M, Demarest S, Tafforeau J, Van Oyen H. Enquête de santé La santé en Belgique, ses communautés et ses régions. Bruxelles : F-Twee Uitgeverij, 2. (3) Marks DF, Murray M, Evans E, Willig C. Health Psychology: Theory, research and practice. London: Sage Publications Ltd,

10 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, Lichamelijke Activiteit Gezondheidstoestand Lichamelijke Activiteit Leefstijl Voeding Preventie Medische Consumptie Gezondheid en Samenleving Gebruik van Alcohol Tabaksgebruik Gebruik van Illegale Drugs Gezondheid en Seksualiteit I. Samenvatting Verschillende studies hebben aangetoond dat lichaamsbeweging een belangrijke impact heeft op de gezondheid. In 1997 werden in de Belgische gezondheidsenquête 2 door de WGO aanbevolen vragen i.v.m. lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd opgenomen. Dezelfde vragen werden hernomen in 21, maar zij werden aangevuld met een nieuwe module (IPAQ), die momenteel op internationale schaal ontwikkeld wordt. Dit nieuw instrument beperkt zich niet tot lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd, maar betreft ook andere vormen van lichaamsbeweging (tijdens het werk, dagelijkse bezigheden, ). Intensiteit van de lichaamsbeweging In België doet 17 van de bevolking (van 15 jaar en ouder) tijdens de vrije tijd minstens 4 uur per week aan intensieve lichaamsbeweging en beoefent 33 van de bevolking minstens eens per week een lichamelijke inspanning die voldoende zwaar is om ervan te transpireren.. Wanneer ook de lichaamsbeweging tijdens het werk en de gewone dagelijkse bezigheden in rekening gebracht wordt, bedraagt het verbruik aan energie gemiddeld 3,758 METS/min per week. In het Vlaams Gewest wordt tijdens de vrije tijd meer aan lichaamsbeweging gedaan dan in Wallonië. Dit verschil wordt niet geobserveerd voor de intensieve lichaamsbeweging. Wanneer we ook de lichaamsbeweging in rekening brengen in het kader van de beroepsuitoefening en de gewone dagelijkse bezigheden is het verbruik van energie gelijk in de beide gewesten. In het Brussels Gewest wordt minder aan lichaamsbeweging gedaan. Dit verschil is voor een groot stuk een fenomeen van verstedelijking. 626

11 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Mannen doen meer aan lichaamsbeweging dan vrouwen. Aan lichaamsbeweging doen tijdens de vrije tijd neemt af met de leeftijd. Bij vrouwen zijn het vooral de jongeren die aan intensieve lichaamsbeweging (tijdens de vrije tijd) doen; daarna zien we een snelle daling. Het gemiddeld energieverbruik, dat ook rekening houdt met de lichaamsbeweging in het kader van de beroepsuitoefening en de gewone dagelijkse bezigheden, stijgt met de leeftijd tot 5.89 METS/min in de leeftijdsgroep jaar, om vervolgens te dalen. Voor wat betreft de lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd, observeren we een duidelijke socio-economische gradiënt: het percentage personen dat een lichaamsbeweging doet, stijgt naargelang het opleidingsniveau. Als we ook rekening houden met de lichaamsbeweging die gedaan wordt in het kader van het beroep en de gewone dagelijkse bezigheden, toont de gradiënt de neiging om zich om te keren: het gemiddeld energieverbruik daalt met de opleiding. Dit blijkt zich vooral voor te doen in het Vlaams Gewest, heel wat minder in Waals gewest en helemaal niet in het Brussels Gewest. In Brussel (en in de grote steden van het Vlaams Gewest) wordt minder aan lichaamsbeweging gedaan dan in semi-stedelijke en landelijke zones. Het gemiddeld energieverbruik, waarbij ook rekening gehouden wordt met de lichaamsbeweging verricht tijdens de beroepsuitoefening en de gewone dagelijkse bezigheden, vermindert heel duidelijk in functie van de urbanisatiegraad: het hoogste gemiddeld energiegebruik wordt vastgesteld in de landelijke zones, het laagste in het Brussels Gewest. In 21 werd tijdens de vrije tijd ongeveer evenveel aan lichaamsbeweging gedaan als in Toch stellen we een lichte stijging vast bij oudere personen (mannen jaar en vrouwen jaar) in Wallonië. Tenslotte blijkt dat in het Brussels Gewest alle indicatoren i,v,m, lichamelijke indicatoren minder goed scoren bij personen met een niet-europese nationaliteit dan bij Belgen en niet-belgen met een Europese nationaliteit. Lichamelijke activiteit en gezondheid Het percentage personen (van 15 jaar en ouder) dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging wordt in België geschat tussen 32 (indien men enkel rekening houdt met de lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd) en 54 (indien men rekening houdt met het geheel van activiteiten). Vrouwen hebben een hoger risico dan mannen (doen minder vaak aan lichaamsbeweging). Het percentage personen dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging neemt toe met de leeftijd, meer specifiek vanaf de leeftijd van 44 jaar indien men rekening houdt met het geheel van activiteiten, en vanaf de leeftijd van 64 jaar indien men enkel rekening houdt met de lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd. Het percentage personen dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging is doorgaans hoger in de lagere sociale klassen. De verschillen zijn meer uitgesproken in het Vlaams Gewest, minder duidelijk in het Waals gewest en nagenoeg onbestaand in het Brussels Gewest. Het tekort aan lichaamsbeweging neemt in het algemeen toe naargelang de urbanisatiegraad stijgt en is hoger in het Brussels Gewest (38) in het Vlaams Gewest (29). Het Waals Gewest bevindt zicht tussen deze twee in. Het percentage personen dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging vertoont in 21 geen verschil t.o.v Toch blijkt dit percentage flink gedaald bij oudere personen (mannen in de leeftijdsgroep jaar en vrouwen in de leeftijdsgroep jaar) in Wallonië. In het Brussels Gewest lopen personen met een niet-europese nationaliteit meer risico door een tekort aan lichaamsbeweging dan Belgen en niet-belgen met een Europese nationaliteit. 627

12 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Conclusies We kunnen er dus van uitgaan dat minstens de helft van de bevolking niet voldoende lichamelijk actief is om er een gunstig effect van te hebben op de gezondheid. Deze personen lopen veel meer risico op chronische ziekten. Op het gebied van de volksgezondheid is het dus een prioriteit om mensen aan te sporen tot regelmatige lichaamsbeweging. Hoewel verschillende groepen in de afgelopen jaren inspanningen hebben geleverd om lichaamsbeweging meer te promoten, noteren we tussen 1997 en 21 geen vooruitgang. Een dergelijke gedragsaanpassing is zeker niet makkelijk te realiseren. Toch is het belangrijk om hieromtrent doelstellingen te formuleren, ook al zijn deze beperkt. In dit domein zijn minieme wijzigingen immers reeds belangrijk. Het zou trouwens nuttig zijn zich te concentreren op de matige, dagelijkse lichaamsbeweging in plaats van op de intensieve activiteiten gedurende de vrije tijd. II. Inleiding Het concept over de opvatting dat lichaamsbeweging goed is voor de gezondheid werd aangenomen in het begin van de jaren negentig. Het gaat hier over elke lichamelijke beweging voortgebracht door dwarsgestreepte spieren die een gevoelige verhoging van het energieverbruik met zich meebrengt in vergelijking met een toestand van rust. Dit concept beslaat op vrij omvattende wijze het geheel van activiteiten, met name de lichamelijke inspanningen gedurende de vrije tijd, fitness, sport, werk en dagelijkse taken. Dit concept van lichaamsbeweging verschilt van het physical fitness -concept dat gebaseerd is op het (indirect) meten van de maximale zuurstofopname door de longen. Onderzoek van de jaren 9 toonden aan dat lichaamsbeweging een substantiële impact heeft op de gezondheidstoestand en belangrijk is op het gebied van volksgezondheid. Een verhoging van de lichaamsbeweging staat in verband met een vermindering van de sterfte (alle oorzaken) en cardiovasculaire sterfte in het bijzonder (1;3). Lichamelijke activiteit kent een cardio-protectief effect en is in staat problemen van hoge bloeddruk te verminderen. Ze vermindert ook het risico van darmkanker en dit van het ontwikkelen van diabetes (4). Ze vermindert het risico van depressie en verbetert het algemeen welzijn (5). De lichaamsbeweging gedurende de kinderjaren en de adolescentie leidt bovendien tot het toenemen van de beendensiteit en het voorkomen van osteoporose (2;6). De algemene aanbeveling bestaat erin dat elk individu minstens een halfuur per dag een lichamelijk activiteit beoefent (US Surgeon General, 1997). Verschillende auteurs (7) menen trouwens dat de hoeveelheid totale lichaamsbeweging belangrijker is dan de specifieke kenmerken van (intensiteit, duur, enz ). Regelmatige lichaamsbeweging wordt in ieder geval erkend als een heilzaam element in de algemene gezondheid. De WGO heeft dit opgenomen temidden van de objectieven op het gebied van de gezondheid (doel Nr. 16). Er bestaat eveneens een consensusproject in België ((Symposium Belgium on the Move, November 2) dat als volgt valt samen te vatten: 628

13 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Een matige lichaamsbeweging gedurende 6 minuten per dag voor de jongeren tussen de 6 en de 2 jaar Een matige lichaamsbeweging gedurende 3 minuten per dag, 3-5 dagen per week voor de 2 tot 64- jarigen Het behouden van een lichte tot matige lichaamsbeweging voor de personen van 65 en ouder. De evaluatie van de mate waarin aan lichaamsbeweging gedaan wordt in een bevolking is dus een belangrijk domein, niet enkel vanuit wetenschappelijk oogpunt, maar ook wat betreft het ontwikkelen van een gezondheidsbeleid. Gegevens over lichaamsbeweging worden onder meer verzameld bij de schoolgaande jeugd. In het kader van het project HSBC (Health Behavior in School Children) van de WGO (8;9) voeren de ULB (Promes) en de universiteit van Gent (UG) periodieke enquêtes uit in scholen. De recentste enquête werd uitgevoerd in Er bestaan andere, meer punctuele studies, zoals de Leuven Growth Study (1), de interuniversitaire IOSstudies over het sportbeleid (11) en een gegevensverzameling over de lichaamsbeweging in het kader van de arbeidsgeneeskunde (12). Ook in het kader van Koning Boudewijn-stichting werd een rapport gepubliceerd over het beoefenen van een lichaamsbeweging (13). Tenslotte werden er verschillende studies uitgevoerd in de algemene bevolking: de enquêtes UG FA1 en 2 in de stad Gent in het begin van de jaren negentig (14;15) en natuurlijk, de Gezondheidsenquête van Het hoofddoel is hier het klasseren van de individuen volgens hun niveau van lichaamsbeweging met het oog op het volgen van de evolutie van deze activiteiten in de loop van de tijd, de correlatie te bestuderen tussen deze beoefening met andere leefstijlelementen en tenslotte de relatie na te gaan met de gezondheidssituatie van het individu. III. Vragen Er werden in gezondheidsenquêtes verschillende instrumenten uitgewerkt om het niveau van lichaamsbeweging te evalueren; meestal waren deze instrumenten er op gericht het totale energieverbruik (total energy expenditure) te meten. Deze instrumenten zijn echter moeilijk hanteerbaar in bevolkingsenquêtes die betrekking hebben op de gezondheid in het algemeen. Op basis van dit argument startte men de ontwikkeling van eenvoudigere vragenlijsten. Een groep experten, samengesteld door de WGO (16) heeft voorgesteld om twee vragen te gebruiken: zelfevaluatie van de niveaus van lichaamsbeweging en intensiteit van de lichaamsbeweging. Deze twee, door de WGO aanbevolen vragen werden gebruikt in de Belgische gezondheidsenquête van AP1. Hoe kan u best uw vrijetijdsbesteding in het voorbije jaar omschrijven? AP2. Is u gedurende uw vrije tijd tenminste één keer per week lang genoeg met een fysieke activiteit bezig (zoals joggen, fietsen, enz.) zodat u ervan transpireert? 629

14 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Ondertussen werd er een internationaal initiatief op touw gezet met het oog op het op punt stellen van een instrument dat niet alleen gedetailleerder dient te zijn dat het door de WHO voorgestelde instrument maar ook minder complex dan de volledige vragenlijsten voor het meten van energiegebruik veroorzaakt door lichaamsbeweging. Een Europees peilnetwerk van de lichaamsbeweging werd dus in het leven geroepen; dit netwerk besliste een studie op te zetten ter validering van een nieuw instrument, de IPAQ (International Physical Activity Questionnaire), ontwikkeld en uitgetest op internationaal niveau (Verenigde Staten, Australië, Canada en Zweden). België is het eerste land dat dit nieuwe instrument gebruikt in een gezondheidsenquête op grote schaal. De conceptuele benadering van dit nieuwe instrument is gebaseerd op het feit dat de som van de gespendeerde energie per dag en per week belangrijker is dan de intensiteit of de duur van elk van de afzonderlijke activiteiten. De IPAQ maakt het in principe mogelijk de METS (metabolic equivalent units) te berekenen: elke activiteit kan geklasseerd worden in functie van de benodigde hoeveelheid energie. Vervolgens kan het aantal verbruikte Kcal geschat worden op basis van de tijd die werd besteed aan een activiteit (gematigd of krachtig). De IPAQ is niet beperkt tot vrijetijdsactiviteiten maar beslaat alle types van lichaamsbeweging (werk, dagelijkse taken, ). De gestelde vragen betreffen de 7 laatste dagen. AP3. Op hoeveel dagen tijdens de afgelopen 7 dagen deed u dergelijke zware fysieke activiteiten? AP4. Hoeveel tijd in totaal besteedt u op zo een dag gewoonlijk aan zware fysieke activiteiten? AP5. Op hoeveel dagen tijdens de afgelopen 7 dagen deed u dergelijke matige fysieke activiteiten? AP6. Hoeveel tijd in totaal besteedt u op zo een dag gewoonlijk aan matige fysieke activiteiten? AP7. Op hoeveel dagen tijdens de afgelopen 7 dagen heeft u gedurende minstens 1 minuten aan één stuk gewandeld of gestapt? AP8. Hoeveel tijd in totaal wandelt of stapt u op zo een dag? AP9. In welk temp wandelt of stap u dan meestal? AP1. Hoeveel tijd heeft u gewoonlijk tijdens de afgelopen 7 dagen in totaal zittend doorgebracht op 1 weekdag? AP11. Hoeveel tijd heeft u gewoonlijk tijdens 1 dag van het afgelopen weekend, in totaal zittend doorgebracht? De IPAQ werd opgenomen in de vragenlijst van de gezondheidsenquête in België voor het jaar 21. Er werd echter beslist om eveneens de twee WGO-vragen uit 1997 te behouden, met het oog op een vergelijking en validatie van de resultaten. IV. Indicatoren Een groep experten van de WHO heeft aanbevolen om twee vragen te hanteren om een gestandaardiseerde opvolging van de lichaamsbeweging (categorieën van activiteit en intensiviteit) te verzekeren. De indicator AP1_2 komt overeen met het percentage van de bevolking dat een lichamelijke vrijetijdsactiviteit beoefent. De indicator AP1_3 komt overeen met de proportie van de bevolking die een risico loopt omwille van een tekort aan lichamelijke vrijetijdsactiviteit. Deze twee indicatoren zijn gebaseerd op de vraag AP1. De indicator AP2_3 komt overeen met de proportie van de bevolking die minstens een dag per week een belangrijke lichamelijke activiteit beoefent (lang genoeg om te transpireren). Hij is gebaseerd op vraag AP2. Deze twee vragen werden gesteld in 1997 en in

15 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Op dit moment (eind 21) zijn er nog geen officiële aanbevolen indicatoren op basis van het nieuwe IPAQinstrument. De analysemethodes die tot nu toe werden beschreven zijn diegene die werden gebruikt in het kader van de validatie-studies. Een eerste schatting op het gebied van het energieverbruik kan worden berekend door de weegfactor toe te passen op elke lichamelijke activiteit in functie van zijn duur (AP3 tot AP8). Men gebruikt met het oog hierop een weegcoëfficiënt, specifiek voor elke activiteit (estimated MET energy expenditure equivalent). Deze coëfficiënten werden berekend op basis van het compendium van lichamelijke activiteiten (17) De toepassing van deze coëfficiënten maakt het mogelijk een variabele te creëren die de gebruikte energie, uitgedrukt in METS.mins, weergeeft voor elk afzonderlijk activiteitsniveau en vervolgens, door het geheel te sommeren, voor alle niveaus samen (AP_4). Naast deze continue kwantitatieve schatting van het energieverbruik door lichamelijke activiteiten werd er een binaire variabele voorgesteld om na te gaan welke proportie van de bevolking in die mate actief is dat dit een effect heeft op de gezondheid. Om dit niveau te bereiken dient met ten minste 15 minuten een gematigde lichamelijke activiteit te verrichten in de loop van een week (AP_5). Deze nieuwe vragen werden enkel gesteld in 21. De module over lichaamsbeweging betreft enkel de personen van 15 of ouder. 631

16 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 V. Resultaten V.1. België V.1.1. Verdeling van de bevolking in functie van het niveau van lichaamsbeweging (AP1_2) In België doet 17 van de ondervraagde personen (van 15 jaar en ouder) ten minste 4 uur per week aan intensieve lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd. 51 doet minder dan 4 uur per week een intensieve lichaamsbeweging of doet aan gematigde lichaamsbeweging. 32 doet niet aan lichaamsbeweging. Mannen doen meer intensief aan lichaamsbeweging dan vrouwen (24 tegen 11). Het verschil is significant na correctie voor leeftijd (Tabel ). Het beoefenen van een intensieve lichaamsbeweging (minstens 4 uur per week) vermindert geleidelijk met de leeftijd: 32 bij de 15 tot 24-jarigen, 2 bij de 25 tot 34-jarigen, tot 12 bij de 65 tot 74-jarigen. Bij de vrouwen is intensieve lichaamsbeweging vooral aanwezig bij de jongeren (22 bij de 15 tot 24-jarigen) en vermindert vervolgens snel (9 bij de 25 tot 34-jarigen) (Figuur ). Figuur : Aantal personen (in ) dat verklaart ten minste 4 uur per week aan intensieve lichaamsbeweging te doen, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator ap1_2 BE Mannen Vrouwen Men observeert een verband tussen het opleidingsniveau en het beoefenen van een intensieve lichamelijke vrijetijdsactiviteit (ten minste 4 uur per week). Het percentage personen dat een intensieve activiteit beoefent vermindert samen met het opleidingsniveau: 9 bij de personen die slechts lager onderwijs volgden, 15 bij diegenen die lager secundair onderwijs volgden en 21 bij diegenen die hoger secundair onderwijs volgden. Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Er is dus effectief een socioeconomische gradiënt. Het intensief beoefenen van een lichamelijke vrijetijdsactiviteit lijkt frequenter te zijn in semi-stedelijk en landelijk gebied dan in de stedelijke gebieden (Brussel en de andere grote steden). Het verschil tussen de stedelijke gebieden (Brussel inbegrepen) en de semi-stedelijke gebieden is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het uitoefenen van een intensieve lichaamsbeweging varieert ook tussen de verschillende regio s: 19 in Wallonië, 17 in Vlaanderen en 13 in Brussel. Het verschil tussen Brussel en de twee andere regio s is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Deze variatie tussen Brussel en de twee andere regio s is echter niet specifiek ; ze valt grotendeels veeleer te verklaren door de verschillen op het niveau van de urbanisatie. 632

17 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit In 1997 verklaarde 18 van de personen van 15 jaar of ouder aan intensieve lichaamsbeweging te doen. Het percentage dat gemeten werd in 21 is haast identiek (17). Dit cijfer blijkt echter duidelijk te zijn gestegen bij de oudere personen (mannen van jaar en vrouwen van jaar) (Figuur ). Figuur : Verschil tussen 21 en 1997 ( en 95-betrouwbaarheidsinterval) wat betreft het percentage personen dat verklaart ten minste 4 uur per week aann intensieve lichaamsbeweging te doen, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator ap1_2 BE Mannen -15 Vrouwen V.1.2. Verdeling van de bevolking die een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging (AP1_3) Dezelfde vraag (AP1) werd gebruikt om de personen te identificeren die een strikt sedentair leven hebben; men meent dat deze bloot staan aan risico s omwille van hun tekort aan lichaamsbeweging. In België loopt 32 van de ondervraagde personen (van 15 jaar en ouder) een risico omwille van een tekort aan lichaamsbeweging. Vrouwen lopen meer risico (ze doen minder aan lichaamsbeweging) dan de mannen. Het verschil is significant na correctie voor leeftijd (Tabel ). Dit risico is relatief weinig aanwezig bij de jongeren van 15 tot 24 jaar (21). Het betreft ongeveer een derde van de volwassenen tussen 25 en 64 jaar. We observeren vervolgens een belangrijke stijging van het risico tot 62 bedraagt bij de 75-plussers (Figuur ). Figuur : Aantal personen (in ) dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator ap1_3 BE Mannen Vrouwen 633

18 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Het percentage personen dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging is hoger bij personen die slechts lager onderwijs volgden (45) en diegenen die lager secundair volgden (38) dan bij personen met een opleiding hoger secundair of hoger onderwijs (respectievelijk 28 en 33). Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het tekort aan lichaamsbeweging is minder frequent in de semi-stedelijke gebieden (27), dan in de andere zones. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage personen dat blootstaat aan een risico omwille van een tekort aan lichaamsbeweging is hoger in Brussel (38) en in Wallonië (35) dan in Vlaanderen (29). Het verschil tussen Vlaanderen en de twee ander regio s is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. In 1997 liep 33 van de personen van 15 jaar of ouder een risico omwille van een tekort aan lichaamsbeweging. Dit cijfer is in 21 ongeveer identiek (32). Dit percentage is duidelijk gedaald bij oudere personen (mannen en vrouwen jaar) : Figuur Figuur : Verschil tussen 21 en 1997 ( en 95-betrouwbaarheidsinterval) wat betreft het percentage personen dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. Indicator ap1_3 BE Mannen Vrouwen V.1.3. Verdeling van de bevolking voor wat betreft het tenminste 1 dag per week al of niet beoefenen van een lichamelijke activiteit (voldoende om te transpireren) (AP2_2) In België beoefent 33 van de ondervraagde personen (van 15 en ouder) minstens eenmaal per week een lichamelijke vrijetijdsactiviteit die intensief genoeg is om ervan te transpireren. Mannen zijn talrijker wat betreft het ten minste een keer per week beoefenen van een belangrijke lichamelijke activiteit : 41 tegenover 25 bij de vrouwen. Het verschil blijft significant na correctie voor leeftijd (Tabel ). Het beoefenen (ten minste 1 keer per week) van een lichamelijke activiteit die belangrijk genoeg is om ervan te transpireren vermindert geleidelijk met de leeftijd : 58 bij de 15 tot 24-jarigen, 29 bij de 45 tot 54- jarigen en uiteindelijk 4 bij de 75-plussers (Figuur ). 634

19 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Figuur : Verdeling van de bevolking wat betreft het ten minste 1 dag per week al of niet beoefenen van een lichamelijke activiteit (voldoende om te transpireren), volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator ap2_2 BE Mannen Vrouwen Men observeert een relatie tussen het opleidingsniveau en het beoefenen van een belangrijke lichamelijke vrijetijdsactiviteit (minstens 1 keer per week). Het percentage personen dat een belangrijke activiteit beoefent (voldoende om te transpireren) neemt toe met het opleidingsniveau: 14 bij de personen die slechts lager onderwijs volgden, 28 bij diegenen die lager secundair onderwijs volgden, 36 bij de personen met een diploma van het hoger secundair en 42 bij diegenen die hoger onderwijs volgden. Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Er bestaat dus een duidelijke socio-economische gradiënt. Het beoefenen van een belangrijke lichamelijke activiteit (minstens 1 keer per week) lijkt minder frequent in Brussel (26) dan in de andere urbanisatiezones. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het beoefenen van een lichamelijke vrijetijdsactiviteit (minstens 1 keer per week) varieert ook tussen de verschillende regio s: 36 in Vlaanderen, 28 in Wallonië en 26 in Brussel. Het verschil tussen Vlaanderen en de twee andere regio s is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. In 1997 verklaarde 32 van de personen van 15 en ouder minstens eenmaal per week een belangrijke (voldoende om te transpireren) lichamelijke activiteit te beoefenen. Dit percentage is in 21 nagenoeg hetzelfde (33). Van de personen van 15 jaar en ouder die verklaarden minstens eenmaal per week een belangrijke lichamelijke activiteit (voldoende om te transpireren) is 76 in goede mentale gezondheid (indicator GHQ12, cut-off 2+). Van de personen die geen belangrijke lichamelijke activiteit hebben beoefend bevindt 69 zich in goede mentale gezondheid. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht (OR = 1,33, IC = 1,18 1,5). V.1.4. Verdeling van het gemiddelde energieverbruik (METS/min) per week (AP_4) In tegenstelling tot de voorgaande indicatoren (gebaseerd op de WGO-aanbevelingen), houdt deze indicator (IPAQ) rekening met alle soorten lichaamsbeweging, of ze nu beoefend worden in het kader van vrije tijd, het werk of het uitvoeren van dagelijkse taken. In België bedraagt het energieverbruik van de ondervraagde personen (van 15 jaar en ouder) gemiddeld METS/min per week. De verdeling van de resultaten kent een asymmetrische vorm (zie lager), we moeten dus voorzichtig zijn bij de interpretatie van de gemiddelde waarde bij het vergelijken van de verschillende groepen in de bevolking. 635

20 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 4 AP_4 3 Frequency , 6, 55, 5, 45, 4, 35, 3, 25, 2, 15, 1, 5,, Std. Dev = 6392, Mean = 396, N = 877, AP_4 Het gemiddelde ligt hoger bij de mannen (5.35 METS/min) dan bij de vrouwen (3.346). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd (Tabel ). Het gemiddeld energieverbruik stijgt met de leeftijd tot 5.51 METS/min bij de 35 tot 44-jarigen ; deze toename is vooral duidelijk bij de mannen. Dit gemiddelde daalt vervolgens geleidelijk om een waarde te bereiken van METS/min bij de 65 tot 74-jarigen en sterk te dalen (1.33 METS/min) bij de 75-plussers (Figuur ). Figuur : Verdeling van het gemiddelde energieverbruik (METS/min) per week, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 21. Indicator ap_4 BE Gemiddelde Mannen Gemiddelde Vrouwen Het gemiddeld energieverbruik (in METS/min) is hoger bij de personen die lager secundair (4.38 METS/min) hebben gevolgd en diegenen die hoger secundair onderwijs hebben gevolgd (5.38) dan bij de groep die hoger onderwijs heeft gevolgd (3.767). Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 636

21 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Het verschil tussen personen die slechts lager onderwijs volgden en diegenen die lager of hoger secundair volgden is niet significant ; het lijkt er daarentegen op dat, na correctie voor leeftijd en geslacht, het gemiddeld energieverbruik hoger ligt bij personen die enkel lager onderwijs genoten dan bij de personen die hoger onderwijs volgden. Deze vaststelling is dus vrij verschillend van diegene die op basis van de eerste indicatoren (enkele lichamelijke vrijetijdsactiviteiten) gemaakt werd, namelijk dat lichamelijke activiteiten beduidend stijgen met het opleidingsniveau. We observeren een sterk afgelijnde gradiënt in functie van het urbanisatieniveau: het gemiddelde energieverbruik gerelateerd aan een lichamelijke activiteit is relatief laag in het Brussels Gewest (3.11 METS/min), het is hoger in de andere stedelijke gebieden (3.547 METS/min), het stijgt nogmaals in de semistedelijke gebieden (4.4 METS/mib) om een maximum te bereiken in de landelijke gebieden (4.878 METS/min). Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het gemiddelde energieverbruik verbonden aan een lichamelijke activiteit verschilt ook tussen de regio s: het bedraagt METS/min in Wallonië, METS/min in Vlaanderen en 3.11 METS/min in Brussel. Het verschil tussen Brussel en de twee andere regio s is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit verschil tussen Brussel en de twee andere regio s is zonder twijfel niet specifiek; het valt hoogstwaarschijnlijk grotendeels te verklaren door verschillen op het niveau van urbanisatie. V.1.5. Verdeling van de bevolking in functie van het beoefenen van een voldoende lichamelijke activiteit om een positieve impact te hebben op de gezondheid (AP_5) Dezelfde vragen (AP3 en AP8) werden gebruikt om de personen te identificeren die aan voldoende lichaamsbeweging doen om een positieve impact te hebben op de gezondheid; hiervoor dient men in de loop van een week gedurende tenminste 15 minuten een gematigde lichamelijke activiteit te hebben uitgeoefend. In België doet 46 van de ondervraagde personen (van 15 jaar of ouder) aan voldoende lichaamsbeweging om een positieve impact op de gezondheid te verkrijgen; hiertegenover staat dat 54 blootstaat aan een risico omwille van hun tekort aan lichaamsbeweging. Het percentage van de bevolking dat voldoende aan lichaamsbeweging doet om een positief effect te hebben op de gezondheid ligt hoger bij mannen (54) dan bij vrouwen (39). Het verschil is significant na correctie voor de leeftijd (Tabel ). Het percentage personen dat voldoende aan lichaamsbeweging doet om een positieve impact te hebben op de gezondheid op de gezondheid blijft relatief stabiel tussen de leeftijd van 15 jaar en 44 jaar (tussen 52 en 57). Het vermindert vervolgens geleidelijk om een niveau te bereiken van 19 bij de personen van 75 en ouder (Figuur ). Figuur : Aantal personen (in ) dat voldoende aan lichaamsbeweging doet om een positieve impact te hebben op de gezondheid, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, Indicator ap_5 BE Mannen Vrouwen 637

22 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Het percentage personen dat voldoende aan lichaamsbeweging doet om een positieve impact te hebben op de gezondheid lijkt lager te zijn bij de personen die slechts lager onderwijs (33) of lager secundair onderwijs (43) volgden dan bij diegenen die hoger secundair of hoger onderwijs volgden (respectievelijk 52 en 5). Enkel het verschil tussen de personen die lager onderwijs volgden en diegenen die hoger secundair volgden is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage personen dat voldoende aan lichaamsbeweging doet om een positieve impact te verkrijgen op de gezondheid is laagst in Brussel (31), hoger in de andere stedelijke gebieden (41), en het hoogst in de andere urbanisatiezones (49). Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage personen dat voldoende aan lichaamsbeweging doet een positieve impact op de gezondheid te verkrijgen is lager in Brussel (31) dan in de andere twee regio s (48 in Vlaanderen en 46 in Wallonië). Het verschil tussen Brussel en de twee andere regio s is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit verschil is echter is niet specifiek en valt hoogstwaarschijnlijk grotendeels te verklaren op basis van de verschillen op het niveau van de urbanisatiegraad. V.1.6. Discussie en conclusies De formulering van de antwoordcategorieën voor de vraag AP1 levert problemen op, omdat de verschillende activiteitsniveaus soms vermengd zijn in dezelfde categorie. Zo loopt ook de laatste categorie die geen lichamelijke vrijetijdsactiviteit beoefent niet noodzakelijk een risico, omdat het mogelijk is dat deze personen actief zijn op hun werk of op de weg naar hun werk. In België wordt de bevolking (15 jaar en ouder) die een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging geschat op 32 indien men enkel rekening houdt met vrijetijdsactiviteiten en 46 indien we het geheel van activiteiten (tijdens de vrije tijd maar ook op het werk of op weg naar het werk) beschouwen. Deze cijfers zijn zonder twijfel onderschattingen omdat mensen de neiging hebben vragen te beantwoorden op een manier die sociaal aanvaardbaar is. We kunnen er dus van uitgaan dat minstens de helft van de bevolking niet voldoende lichamelijk actief is om er een gunstig effect van te hebben op de gezondheid. Deze personen lopen veel meer risico op chronische ziekten. Op het gebied van de volksgezondheid is het dus een prioriteit om mensen aan te sporen tot regelmatige lichaamsbeweging. We merken trouwens op dat meer dan 2 van de jongeren een sedentair bestaan leiden. Hoewel verschillende groepen in de afgelopen jaren inspanningen hebben geleverd om lichaamsbeweging te promoten, noteren we tussen 1997 en 21 geen vooruitgang. Een dergelijke gedragsaanpassing is zeker niet makkelijk te realiseren. Toch is het belangrijk om hieromtrent doelstellingen te formuleren, ook al zijn deze beperkt. In dit domein zijn minieme wijzigingen immers reeds belangrijk. Het zou trouwens nuttig zijn zich te concentreren op de matige, dagelijkse lichaamsbeweging in plaats van op de intensieve activiteiten gedurende de vrije tijd. Verder zou het ook nuttig zijn om na te gaan of het tekort aan lichaamsbeweging dat geobserveerd wordt bij oudere personen gerelateerd is aan de aanwezigheid van functionele beperkingen. We stellen overigens vast dat de hoogst opgeleide personen duidelijk meer aan lichaamsbeweging doen in hun vrije tijd, terwijl de minst geschoolde personen beter scoren wat betreft de arbeidsgerelateerde activiteiten. De verschillen tussen de urbanisatieniveaus zijn indrukwekkend; misschien is het nuttig om na te gaan of hier een interactie bestaat met het opleidingsniveau is. Tenslotte kan het ook interessant zijn om de relatie na te gaan tussen lichaamsbeweging en de professionele status. 638

23 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Tabel : Percentage van de bevolking dat verklaart ten minste 4 uur per week een intensieve lichamelijke activiteit te beoefenen, Gezondheidsenquête, België, 21. AP1_2 - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N GESLACHT Man 24,2 22,5 (2,6-24,4) 4528 Vrouw 1,9 1,2 ( 9,-11,5) 4927 LEEFTIJDSGROEP ,5 3,2 (26,4-34,3) ,4 19,3 (16,5-22,4) ,3 17,1 (14,5-19,9) ,9 12,9 (1,8-15,4) ,1 13,1 (1,8-15,8) ,9 11,3 ( 8,7-14,6) ,1 5,2 ( 3,4-7,7) 819 OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma 5,7 4,7 ( 2,1-1,1) 29 Lager onderwijs 9,1 1,3 ( 7,9-13,2) 1332 Lager secundair 14,6 13,1 (1,9-15,6) 176 Hoger secundair 21,5 18,6 (16,4-21,) 2711 Hoger onderwijs 19, 15,8 (13,9-17,9) 3139 URBANISATIEGRAAD Brussel 13, 11,2 ( 9,8-12,8) 231 Stedelijk gebied 13,8 11,8 ( 9,5-14,5) 1567 Semi-stedelijk gebied 19,8 17,7 (15,7-19,8) 373 Landelijk gebied 17,2 14,9 (13,1-16,9) 2514 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 17, 14,9 (13,4-16,5) 3284 Brussels Gewest 13, 11,2 ( 9,8-12,8) 231 Waals Gewest 19,4 17,1 (15,1-19,3) 387 JAAR ,9 14, (12,9-15,2) ,3 14,5 (13,3-15,7)

24 Leeftstijl : Lichamelijke activite Gezondheidsenquête, België, 21 Tabel : Aantal personen (in ) dat een risico loopt omwille van een tekort aan lichaamsbeweging, Gezondheidsenquête, België, 21. AP1_3 - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N GESLACHT Man 27,4 27,6 (25,7-29,7) 4528 Vrouw 35,8 34,8 (32,9-36,8) 4927 LEEFTIJDSGROEP ,9 2,9 (17,7-24,5) ,1 29, (25,9-32,4) ,6 28,6 (25,6-31,8) ,1 3,1 (26,7-33,6) ,3 28,3 (24,9-31,9) ,7 36,4 (32,2-4,9) ,5 61,6 (56,2-66,8) 819 OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma 68,3 67,1 (55,4-76,9) 29 Lager onderwijs 45,1 39, (34,7-43,5) 1332 Lager secundair 37,9 37,7 (33,9-41,5) 176 Hoger secundair 27,9 28,7 (26,2-31,3) 2711 Hoger onderwijs 23,4 24,1 (21,8-26,5) 3139 URBANISATIEGRAAD Brussel 38,1 37,6 (35,1-4,2) 231 Stedelijk gebied 36,3 35,8 (32,-39,7) 1567 Semi-stedelijk gebied 27,1 26, (23,8-28,3) 373 Landelijk gebied 33,5 33,7 (3,8-36,6) 2514 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 29,5 28,7 (26,7-3,9) 3284 Brussels Gewest 38,1 37,6 (35,1-4,2) 231 Waals Gewest 34,8 34,7 (32,1-37,4) 387 JAAR ,9 34,4 (32,7-36,2) ,8 31,1 (29,6-32,7)

25 Gezondheidsenquête, België, 21 Leeftstijl : Lichamelijke activiteit Tabel : Verdeling van de bevolking wat betreft het ten minste 1 dag per week al of niet beoefenen van een lichamelijke activiteit (voldoende om te transpireren), Gezondheidsenquête, België, 21. AP2_2 - België Ruw Gecorrigeerd (95 BI) N GESLACHT Man 4,6 37,1 (34,7-39,5) 4517 Vrouw 25,4 23,2 (21,3-25,1) 494 LEEFTIJDSGROEP ,8 57,7 (53,3-62,) ,3 41,8 (38,1-45,6) ,4 34,7 (31,6-38,) ,2 28,6 (25,2-32,3) ,3 26,6 (23,1-3,5) ,7 17,6 (14,1-21,7) ,3 4,5 ( 2,9-6,9) 814 OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma 1,1 8,2 ( 3,8-16,8) 215 Lager onderwijs 13,8 17,4 (14,2-21,1) 134 Lager secundair 28,1 26,3 (23,-29,9) 1754 Hoger secundair 35,7 31, (28,-34,1) 27 Hoger onderwijs 42,3 36,6 (33,7-39,5) 3111 URBANISATIEGRAAD Brussel 26, 22,7 (2,6-24,9) 2298 Stedelijk gebied 31,8 28,4 (24,7-32,4) 1551 Semi-stedelijk gebied 34,6 31,6 (29,-34,3) 394 Landelijk gebied 32,8 29,2 (26,5-32,1) 2478 VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest 35,9 32,9 (3,7-35,2) 3259 Brussels Gewest 26, 22,7 (2,6-24,9) 2298 Waals Gewest 27,8 24, (21,5-26,8) 3864 JAAR ,1 26, (24,3-27,7) ,7 29, (27,4-3,7)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Inleiding. Lydia Gisle

Inleiding. Lydia Gisle Inleiding Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 Brussel Tel : 2/642.7.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie 6.7. Ongelijkheid in Gezondheid 6.7.1. 6.7.1.1. Samenvatting 6.7.1.1.1 Gezondheidsstatus De perceptie van de eigen gezondheid vertoont een negatieve samenhang met het opleidingsniveau: bij personen zonder

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie