Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)"

Transcriptie

1 Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg Brussel 1000 Brussel Tel : 02/ his@iph.fgov.be Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Kristina Bayingana Stefaan Demarest Lydia Gisle Edith Hesse Pieter-Jan Miermans Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Logistieke steun : Monique Schoonenburg Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid: IPH/EPI REPORTS N Depotnummer : D/2006/2505/4

2 De opdrachtgevers van de Gezondheidsenquête 2004 B. Cerexhe Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. Demotte Minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Federale regering C. Fonck Ministre de la Santé, de l'enfance et de l'aide à la Jeunesse Franse Gemeenschap B. Gentges Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus Duitstalige Gemeenschap G. Vanhengel Minister van de Brussels Gewestse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Vervotte Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse Gemeenschap C. Vienne Ministre de la Santé, de l'action sociale et de l'egalité des chances Waals Gewest

3 Boek III Leefstijl Gezondheidsenquête België 2004 IPH/EPI REPORTS nr

4

5 Algemene Inhoud Boek I Inleiding Methodologish rapport...5 Boek II Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid...9 Chronische aandoeningen...47 Mentale gezondheid Langdurige lichamelijke beperkingen Tijdelijke beperkingen Boek III Leefstijl Lichaamsbeweging...5 Voedingsstatus Voedingsgewoontes Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit AIDS : kennis, attitudes en opsporing Boek IV Preventie Vaccinatie...5 Cardiovasculaire preventie Vroegtijdige opsporing van diabetes Vroegtijdige opsporing van borstkanker Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...297

6 Boek V Medische Consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts...5 Ambulante contacten met de specialist Contacten met de dienst spoedgevallen Contacten met de tandarts Contacten met paramedische zorgverstrekkers Opname in het ziekenhuis Gebruik van geneesmiddelen Niet-conventionele geneeswijzen Boek VI Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen... 5 Socio-economische verschillen in gezondheid Gezondheid en omgeving Traumata Sociale gezondheid Gebruik sociale en preventieve diensten Boek VII Ouderen... 5 Boek VIII Internationale vergelijking... 5

7 Boek III Hoofdstuk 2 (2) Voedingsgewoontes Stefaan Demarest Inleiding Gezondheidstoestand Leefstijl Preventie Medische consumptie Gezondheid en samenleving Ouderen Lichaamsbeweging Voeding Gebruik van alcohol Tabaksgebruik Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit Houding tegenover AIDS Voedingsstatus Voedingsgewoontes Internationale vergelijking Gezondheidsenquête, België 2004

8

9 Inhoudstafel SAMENVATTING DANKWOORD INLEIDING VRAGEN INDICATOREN RESULTATEN REGELMAAT IN HET EETPATROON (NH_1) België Regio s CONSUMPTIE VAN GROENTEN (NH04_1) België Regio s CONSUMPTIE VAN FRUIT (NH06_1) België Regio s CONSUMPTIE VAN BRUIN BROOD (NH08_1) België Regio s CONSUMPTIE VAN VIS (NH10_1) België Regio s VERMINDERING VAN VETCONSUMPTIE (NH14_1) België Regio s VERHOGING VAN VEZELCONSUMPTIE (NH16_1) België Regio s BESPREKING BIBLIOGRAFIE BASISTABELLEN GESTANDAARDISEERDE TABELLEN

10

11

12 Samenvatting Gezien in 2004 een uitvoerige Voedingsenquête werd georganiseerd, is de aandacht voor voedingsgewoontes in de Gezondheidsenquête eerder beperkt. De aandacht gaat in de enquête vooral uit naar de mate waarin de bevolking regelmatige maaltijden gebruikt, de frequentie in het gebruik van bereide of rauwe groenten, vers fruit, bruin brood en vis of schelp- of schaaldieren en mogelijke wijzigingen in de consumptie van vetten en vezels. De resultaten toen aan dat één vijfde van de bevolking geeft aan onregelmatig de maaltijden te gebruiken. Vooral het nemen van een ontbijt blijkt bij een substantieel aantal personen vooral bij het beroepsactieve deel van de bevolking - niet de regel te zijn. Voor 15 van de bevolking zijn er aanwijzingen voor een onvoldoend gebruik van groenten. Vooral jongeren (leeftijdscategorie jaar) staan eerder weigerachtig tegenover een regelmatig gebruik van groenten. Het regelmatig gebruik van groenten is nauw gerelateerd met het opleidingsniveau: personen met een eerder geringe opleiding geven significant meer aan (20) onvoldoende regelmatig groenten te eten dan diegenen met een hoger opleidingsniveau (12 bij personen met een diploma hoger onderwijs). De resultaten met betrekking tot het gebruik van fruit zijn, zo mogelijk, nog meer uitgesproken: 41 van de bevolking geeft aan onvoldoende frequent fruit te gebruiken. Zoals dit ook al het geval was voor de frequentie in het gebruik van groenten, kan een duidelijke samenhang vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en de frequentie van de consumptie van fruit. Waar bij diegenen met een lager opleidingsniveau 43 aangeeft onvoldoende frequent fruit te gebruiken, daalt dit percentage op een significante wijze tot 36 bij de hoger opgeleiden. Iets minder dan de helft van de populatie (47) geeft aan onvoldoende frequent bruin brood te consumeren. Jongeren prefereren eerder wit brood boven bruin brood. Pas vanaf de leeftijdsgroep jaar daalt dit percentage onder de 50. Ook met betrekking tot de frequentie van het gebruik van bruin brood kan een uitgesproken socio-economische gradiënt teruggevonden worden; bij hoger opgeleiden is het gebruik van bruin brood significant meer frequenter dan bij lager opgeleiden. Globaal genomen geeft 38 van de bevolking aan onvoldoende frequent vis te consumeren (d.i. minder dan eenmaal per week). De consumptie van vis is significant meer populair bij de hoger opgeleiden: bij diegenen die beschikken over een diploma hoger onderwijs geeft 32 niet wekelijks vis te consumeren, bij personen met een diploma lager secundair onderwijs is dit slechts al 43. Tweederden van de populatie (68) geeft aan in de afgelopen twee jaar niet gepoogd te hebben minder vet te consumeren. Mannen (70) geven significant meer dan vrouwen (64) hiertoe geen pogingen ondernomen te hebben. Het verhogen van de consumptie van vezels is zeker geen hoofdbekommernis van de bevolking: 78 van de bevolking geeft aan geen enkele wijziging hieromtrent in de afgelopen twee jaar doorgevoerd te hebben. Ook hier is de situatie iets positiever bij vrouwen (77) dan bij mannen (81)

13 Dankwoord Wij willen graag de volgende persoon bedanken voor het nalezen van dit onderdeel en haar nuttige opmerkingen. o Prof Ilse De Bourdeaudhuij, Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Vakgroep bewegings- en Sportwetenschappen

14 1. Inleiding Belangrijke chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, verschillende kankers, botontkalking en nog vele andere, worden geassocieerd met voedingsfactoren. Aangenomen wordt dat voedingsgewoonten een invloed hebben op tal van andere gezondheidsaspecten van een individu, zoals de gezondheidsperceptie, andere leefgewoonten (fysiek), de functionele gezondheidsstatus, maar eventueel ook op de consumptie van gezondheidszorgen. Kortom, voedingsgewoonten beïnvloeden de gezondheidsstatus van een individu, wat het belang van een voedingsmodule binnen de gezondheidsenquête verklaart. In de Gezondheidsenquête 1997 en 2001 werd uitvoerig aandacht besteed aan de voedingsgewoontes van de bevolking. Deze aandacht is in de Gezondheidsenquête 2004 eerder beperkt. De voornaamste reden hiervoor is dat in 2004 een specifieke Voedingsenquête in België werd georganiseerd, die op een zeer gedetailleerde wijze de voedingsgewoontes in kaart brengt. Niettemin werd geopteerd in het kader van de Gezondheidsenquête toch enkele vragen rond voedingsgewoonten te behouden. In de enquête wordt de regelmaat waarmee maaltijden geconsumeerd worden in kaart gebracht, de frequentie waarmee bepaalde aanbevolen of afgeraden producten gegeten worden en de ingesteldheid en bijhorende motivatie van de respondent tegenover zijn vet- en vezelverbruik gescreend. Regelmaat in de consumptie van maaltijden staat niet garant voor een gezonde voedingsgewoonte, alhoewel het belang van een dagelijks ontbijt als leverancier van energie nodig voor het meest drukke moment van de dag alom erkend is (1). Het tijdens de dag meer frequent eten van kleinere gezonde snacks als vervanger voor het traditioneel patroon van ontbijt, middagmaal en avondmaal kan immers geassocieerd worden met een lager cholesterolniveau en insulineniveau in het bloed (2). Niettemin betekent een onregelmatig maaltijdenpatroon in de realiteit veelal dat maaltijden gewoon overgeslagen worden en ingeruild worden voor de consumptie van ongezonde, want te vette of te gesuikerde, snacks. Analyse van de regelmaat in de consumptie van maaltijden laat dan ook toe (on-) gezonde voedingsgewoontes in kaart te brengen. Door middel van een beperkte voedselfrequentie vragenlijst wordt de frequentie in het gebruik van bereide of rauwe groenten, vers fruit, bruin brood, vis of schelp- of schaaldieren nagegaan. De gunstige gevolgen van een frequent consumeren van deze voedingsmiddelen is alom gekend. Een hoge consumptie van groenten en fruit hangt samen met een reductie van het risico van cardiovasculaire aandoeningen (3) en op sommige vormen van kanker (4). De consumptie van vezels, overvloedig aanwezig in groenten, fruit en bruin brood, verlaagd het risico van coronaire aandoeningen (5). Een regelmatige consumptie van vis en schelpdieren wordt o.a. aanbevolen vanwege de aanwezigheid van (poly-onverzadigde) omega-3 vetzuren. Deze vetzuren hebben een positief effect op het hartritme en zouden de kans op een hartaanval reduceren (6). Een significante daling van de consumptie van vetrijke voeding ten voordele van vezelrijke en vetarme voeding vormde in 1998 één van de vijf gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap voor de periode In 2002 werd deze doelstelling verlengd tot Vandaar dat in de Gezondheidsenquête gepeild werd naar mogelijke veranderingen in de consumptie van vezels en vet

15 Een verhoogde consumptie van zowel onoplosbare als oplosbare vezels gaat hand in hand met gezond eten. Onoplosbare vezels, zoals aanwezig in tarwe, gerst, maïs of rijst absorberen water en hebben een positieve invloed op de stoelgang. Oplosbare vezels, zoals aanwezig in haver, zemelen, pectine en gom worden verteerd en opgenomen door de bacteriën in dikke darm. Een voldoende inname van (oplosbare) vezels kan een positief gevolg hebben op het cholesterolgehalte in het bloed. Een vezelrijk dieet draagt bij tot verlaagde kans op darmklachten, diabetes en diverticulosis. Een grootschalig onderzoek bij meer dan mannen toonde aan dat een hoog gebruik van vezels aanleiding kan geven tot een substantiële daling van het risico van coronaire hartaandoeningen (7). Een verlaging van de consumptie van vetrijke voedingsmiddelen althans voedingsmiddelen rijk aan verzadigde vetzuren (zoals terug gevonden kan worden in kaas, boter of rood vlees) of transvetzuren (die ontstaan bij het stevig maken van oliën en die van natuur aanwezig zijn in melkvet en vlees) verlaagt het cholesterolgehalte in het bloed en daarmee het risico van hart- en vaatziekten

16 2. Vragen Het voedingsprofiel of de regelmaat der maaltijden wordt nagegaan door het gebruik van een ontbijt, middagmaal en avondmaal te bevragen: Hoe vaak eet u een ontbijt (NH01) / een middagmaal (NH02) / een avondmaal (NH03)? Door middel van een voedselfrequentie vragenlijst, wordt de frequentie in gebruik van verschillende voedingsmiddelen (bereide of rauwe groenten, vers fruit, bruin brood, vis of schelp- of schaaldieren) nagegaan. De ingesteldheid en bijhorende motivatie van de respondent tegenover zijn vet- en vezelgebruik wordt nagegaan d.m.v. retrospectieve vragen inzake vet- en vezelconsumptie (NH14 NH15 NH16 NH17). Met deze vragen wordt gepoogd te achterhalen in hoeverre de gezondheidsdoelstelling en de daaruit voortvloeiende propaganda, aanslaat bij de bevolking en tot attitude verandering leidt. Hiermede is deze vraagstelling naar verandering in vet- en vezelconsumptie, aanvullend voor de evaluatie van de gezondheidsdoelstelling inzake voeding

17 3. Indicatoren NH_1: deze indicator heeft betrekking op de regelmaat waarmee maaltijden geconsumeerd worden. De 'gouden standaard' hierbij vooropgesteld is de dagelijkse consumptie van een ontbijt, een middagmaal en een avondmaal. Er moet vermeld worden dat hierbij geen uitspraak gedaan wordt over hetgeen geconsumeerd wordt, maar enkel over de regelmaat van consumptie. Bovendien werd in de ontwikkeling van de indicator enige soepelheid toegelaten: indien aangegeven werd dat een ontbijt, resp. een middagmaal en/of avondmaal 5 à 6 maal per week wordt gebruikt, wordt dit toch beschouwd als (bijna) dagelijks. De basistabel moet met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden: de tweede kolom ('Onregelmatig eetpatroon') geeft de proportie weer van inwoners die niet (bijna) dagelijks zowel een ontbijt, een middagmaal als een avondmaal gebruiken. In de daaropvolgende kolommen wordt de proportie weergegeven van inwoners die respectievelijk onregelmatig ontbijten, onregelmatig een middagmaal gebruiken en/of onregelmatig een avondmaal gebruiken. Personen kunnen dus meerdere malen in een kolom worden opgenomen NH04_1, NH06_1, NH08_1, NH10_1: Aan de hand van deze indicatoren kan aangegeven worden welke proportie van de bevolking de aanbevolen frequentie in het gebruik van een selectie van voedingsmiddelen (bereide of rauwe groenten, vers fruit, bruin brood en vis of schelp- of schaaldieren) niet haalt. NH14_1: Deze indicator geeft aan in welke mate de bevolking in de afgelopen twee jaar het gebruik van vetstoffen heeft beperkt. Via indicator NH15_1 (en volgende) wordt, voor diegenen die aangaven minder vetstoffen dan voorheen te gebruiken, nagegaan welke de belangrijkste reden(-en) hiervoor waren. NH16_1: Deze indicator geeft aan in welke mate de bevolking in de afgelopen twee jaar het gebruik van vezelrijke voeding heeft verhoogd. Via indicator NH17_1 (en volgende) wordt, voor diegenen die aangaven meer vezelrijke voeding dan voorheen te gebruiken, welke de belangrijkste reden(-en) hiervoor waren

18 4. Resultaten 4.1. Regelmaat in het eetpatroon (NH_1) België Analyse volgens geslacht en leeftijd Eén vijfde van de bevolking (22) geeft aan onregelmatig de maaltijden te gebruiken, een percentage dat na correctie voor leeftijd niet significant verschillend is bij mannen dan bij vrouwen. Vooral het nemen van een ontbijt blijkt bij een substantieel aantal personen niet de regel te zijn. Het nuttigen van een regelmatig avondmaal blijkt de regel te zijn; slechts 2 van de bevolking geeft aan niet regelmatig een avondmaal te gebruiken. (On-)regelmaat in maaltijden vertoont een duidelijke samenhang met de leeftijd. Jongeren, respectievelijk de oudste leeftijdsgroepen geven meer dan personen in de (beroeps-)actieve leeftijdsgroepen aan een regelmatig maaltijdpatroon te hebben. Vooral in de leeftijdsgroep schort er danig wat aan het maaltijdpatroon; 31 van de personen behorend tot deze groep geeft aan onregelmatig te ontbijten, terwijl 10 - eventueel bijkomend onregelmatig een middagmaal gebruikt. Figuur 1 Percentage van de bevolking met een onregelmatig eetpatroon, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Van een rechtlijnige samenhang tussen het onderwijsniveau en de onregelmatigheid in het eetpatroon is geen sprake. Niettemin kan vastgesteld worden dat het percentage met een onregelmatig eetpatroon het laagst in bij de groep van personen met een diploma hoger onderwijs (19). Na correctie voor leeftijd en geslacht komt dit nog sterker naar voren: het percentage personen met een onregelmatig eetpatroon ligt significant lager bij diegenen met een diploma hoger onderwijs

19 Analyse volgens urbanisatiegraad In stedelijke en halfstedelijk gebieden is het erop nahouden van een regelmatig eetpatroon veel minder een evidentie dan in landelijke gebieden; 25 van diegenen die leven in een stedelijk gebied vertoont een onregelmatig eetpatroon, terwijl dit percentage voor landelijke gebieden slechts 17 is. Na correctie voor leeftijd en geslacht, ligt het percentage voor personen met een onregelmatig eetpatroon significant lager in landelijke gebieden. Evolutie doorheen de tijd Voor wat betreft de regelmaat in het eetpatroon zijn voorlopig slechts twee meetpunten aanwezig: 2001 en Noch voor wat de globale indicator onregelmatigheid in het eetpatroon, noch wat betreft de cijfers voor wat betreft de regelmaat in het nuttigen van ontbijt, middagmaal of avondmaal kunnen substantiële verschillen tussen beide meetpunten vastgesteld worden Regio s Het percentage personen met een onregelmatige eetpatroon ligt het laagst in het Vlaams Gewest (20) in vergelijking met de overige gewesten. Na correctie voor leeftijd en geslacht is het verschil tussen het Vlaams Gewest en het Waals Gewest significant. Figuur 2 Percentage van de bevolking met een onregelmatig eetpatroon, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Het profiel van de regelmaat van het eetpatroon zoals kon worden vastgesteld in België, is ook van toepassing voor het Vlaams Gewest: vooral personen in de beroepsactieve jaren geven minder aan een regelmatig eetpatroon te hebben. Vooral het ontbijt schiet er bij in. Personen met een diploma hoger onderwijs geven significant meer dan andere aan een regelmatig eetpatroon te hebben

20 Figuur 3 Percentage van de bevolking met een onregelmatig eetpatroon, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest Het percentage personen dat aangeeft een onregelmatig eetpatroon te hebben ligt het hoogst in het Brussels Gewest (26) in vergelijking met de overige gewesten. Na correctie voor leeftijd en geslacht blijkt enkel het verschil tussen het Brussels Gewest en het Vlaams Gewest statistisch significant te zijn. Het profiel van de regelmaat van het eetpatroon zoals kon worden vastgesteld in België, is ook van toepassing voor het Brussels Gewest. Het gaat vooral om personen in hun beroepsactieve jaren en vooral het ontbijt schiet erbij in. Figuur 4 Percentage van de bevolking met een onregelmatig eetpatroon, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest

21 Waals Gewest In het Waals Gewest geeft 23 van de bevolking aan een onregelmatig eetpatroon te hebben. Dit percentage situeert zich tussen deze voor het Vlaams Gewest (20) en het Brussels Gewest (26). Het profiel van de regelmaat van het eetpatroon zoals kon worden vastgesteld in België, is ook van toepassing voor het Waals Gewest. Het gaat vooral om personen in hun beroepsactieve jaren en vooral het ontbijt wordt overgeslagen. In landelijke gebieden is het percentage personen met een onregelmatig eetpatroon significant lager in vergelijking met de halfstedelijke en stedelijke gebieden. Figuur 5 Percentage van de bevolking met een onregelmatig eetpatroon, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest 4.2. Consumptie van groenten (NH04_1) België Analyse volgens geslacht en leeftijd Onder personen die onvoldoende groenten gebruiken worden diegenen bedoeld die aangeven niet dagelijks of toch 5 tot 6-maal per week bereide of rauwe groenten te gebruiken. Voor 15 van de bevolking zijn er aanwijzingen voor een onvoldoende gebruik van groenten. Dit percentage ligt hoger bij mannen (17) dan bij vrouwen (14), een verschil dat ook na correctie voor leeftijd significant blijft. Een onvoldoende gebruik van groenten kan vooral vastgesteld worden in de leeftijdscategorie jaar (20). Vanaf deze leeftijdsgroep daalt het percentage personen dat aangeeft onvoldoende groenten te gebruiken om uiteindelijk nog 10 te bedragen in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouderen

22 Figuur 6 Percentage van de bevolking dat onvoldoende groenten consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Een duidelijke samenhang kan worden vastgesteld tussen het opleidingsniveau en het regelmatig gebruik van groenten; personen met een eerder gering opleidingsniveau (vooral dan personen zonder opleiding of slechts een opleiding lager onderwijs) geven relatief meer aan (20) onvoldoende groenten te eten dan diegenen met een hoger opleidingsniveau (12 bij personen met een diploma hoger onderwijs). Na correctie voor leeftijd en geslacht blijft dit verschil significant. Analyse volgens urbanisatiegraad Een eerder beperkte consumptie van groenten is vooral tekenend voor personen die woonachtig zijn in stedelijke gebieden; 18 onder hen geeft aan onvoldoende groenten te gebruiken. Dit percentage ligt lager bij personen woonachtig in halfstedelijke gebieden (16) en in landelijke gebieden (12). Na correctie voor leeftijd en geslacht, kan vastgesteld worden dat het percentage personen dat aangeeft niet frequent genoeg groenten te eten significant hoger ligt in stedelijke gebieden in vergelijking met inwoners van landelijke gebieden. Evolutie doorheen de tijd Positief is te melden dat het percentage personen dat aangeeft onvoldoende groenten te eten in vergelijking met 2001 sterk gedaald is (2001: 21, 2004:15), een daling die ook na correctie voor leeftijd en geslacht, significant blijft

23 Regio s Figuur 7 Percentage van de bevolking dat onvoldoende groenten consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest In vergelijking met het Waals Gewest (16), maar vooral met het Brussels Gewest (21) is wat het frequent gebruik van groenten betreft, de situatie iets rooskleuriger in het Vlaams Gewest: 14 van de inwoners van het Vlaams Gewest geeft aan onvoldoende frequent groenten te consumeren. Zoals dit ook het geval was voor het ganse land, eten jongeren relatief minder frequent groenten (en dit vooral in de leeftijdsgroepen 25 tot 34 jaar). Lager opgeleiden geven duidelijk minder dan hoger opgeleiden aan voldoende frequent groenten te gebruiken. De verschillen tussen de diverse opleidingscategorieën worden nog meer in de verf gezet indien de resultaten gecorrigeerd worden voor leeftijd en geslacht. In vergelijking met de resultaten van de Gezondheidsenquête 2001 is het percentage personen in het Vlaams Gewest dat aangeeft onvoldoende frequent groenten te eten, significant gezakt (van 18 in 2001 tot 14 in 2004). Figuur 8 Percentage van de bevolking dat onvoldoende groenten consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest

24 Brussels Gewest Waar de resultaten voor België aangeven dat het percentage personen dat onvoldoende frequent groeten eet duidelijk te situeren is in één bepaalde leeftijdsgroep (15-24 jarigen) is dit plaatje voor de inwoners van het Brussels Gewest heel wat minder duidelijk: voor alle actieve leeftijdsgroepen (15 tot 54 jaar) liggen de percentages vergelijkbaar hoog. De samenhang tussen het opleidingsniveau en de frequentie in de consumptie van groenten kan zeer expliciet vastgesteld worden bij de inwoners van het Brussels Gewest: het gaat hier met name om een significant verschil tussen diegenen met een diploma hoger onderwijs (16 ervan geeft aan onvoldoende frequent groenten te gebruiken) met alle anderen (in het laagste opleidingsniveau gaat het om 30). Ook voor het Brussels Gewest kan worden vastgesteld dat het percentage personen dat onvoldoende frequent groenten gebruikt significant gedaald is in de periode (2001: 32, 2004: 21). Figuur 9 Percentage van de bevolking dat onvoldoende groenten consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest Waals Gewest Zoals ook de nationale als de resultaten van het Vlaams Gewest aangeven, is het percentage personen dat onvoldoende frequent groenten consumeert het hoogst in de leeftijdscategorie jaar (24), om daarop te dalen tot 10,7 bij die personen van 75 jaar of ouder. Naarmate het onderwijsniveau stijgt, daalt het percentage personen dat aangeeft onvoldoende frequent groenten te eten. Na correctie voor leeftijd en geslacht wordt duidelijk dat dit percentage significant hoger ligt bij diegenen zonder diploma of met slechts een diploma lager onderwijs. Vergeleken met het jaar 2001, is het percentage personen dat onvoldoende frequent groenten eet significant gedaald (van 23tot 16)

25 Figuur 10 Percentage van de bevolking dat onvoldoende groenten consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest 4.3. Consumptie van fruit (NH06_1) België Analyse volgens geslacht en leeftijd Onder personen die onvoldoende fruit gebruiken worden diegenen bedoeld die aangeven niet dagelijks of toch 5 tot 6-maal per week fruit te gebruiken. Van de totale bevolking geeft 41 aan onvoldoende frequent fruit te gebruiken. Mannen (46) significant meer dan vrouwen (37) aan onvoldoende fruit te consumeren. In de leeftijdsgroep 15 tot 34 jaar geeft ruim de helft van de bevolking aan onvoldoende fruit te consumeren. Dit percentage daalt in de oudere leeftijdsgroepen om nog 30 te bedragen voor de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder; Figuur 11 Percentage van de bevolking dat onvoldoende fruit consumeert, België, Gezondheidsenquête

26 Analyse volgens opleidingsniveau Er kan een duidelijke samenhang vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en de consumptie van fruit. Waar bij diegenen met geen of slechts een diploma lager onderwijs 43 aangeeft onvoldoende frequent fruit te gebruiken, daalt dit percentage tot 36 bij diegenen die beschikken over en diploma hoger onderwijs. Na correctie voor leeftijd en geslacht ligt het percentage personen dat onvoldoende frequent fruit eet significant lager bij diegenen met een diploma hoger onderwijs. Analyse volgens urbanisatiegraad Het al dan niet frequent consumeren van fruit vertoont geen samenhang met de urbanisatiegraad. Het ruwe cijfermateriaal toont aan dat het percentage personen die onvoldoende frequent fruit gebruikt het hoogst is in halfstedelijke gebieden (43 in vergelijking met 41 in landelijke gebieden en 40 in stedelijke gebieden), maar de verschillen blijken na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant te zijn. Evolutie doorheen de tijd Het percentage personen dat aangeeft onvoldoende frequent fruit te gebruiken is licht gestegen tussen 2001 (39) en 2004 (41), maar deze stijging is, na correctie voor leeftijd en geslacht, niet significant Regio s In het Vlaams Gewest geeft 40 van de bevolking aan onvoldoende frequent fruit te consumeren. Dit percentage ligt tussen de resultaten voor het Brussels Gewest (37) en het Waals Gewest (46). Na correctie voor leeftijd en geslacht ligt dit percentage personen dat aan geeft onvoldoende frequent fruit te eten significant lager in het Vlaams Gewest in vergelijking met de resultaten van het Waals Gewest. Figuur 12 Percentage van de bevolking dat onvoldoende fruit consumeert, België, Gezondheidsenquête

27 Vlaams Gewest Mannen (45) eten, in vergelijking met vrouwen (36) minder frequent fruit. Na correctie voor leeftijd blijft dit verschil significant. In de leeftijdsgroep 15 tot 34 jaar eet meer dan de helft van de populatie onvoldoende frequent fruit. Bij diegenen met een opleiding hoger onderwijs kan het laagste percentage teruggevonden worden van personen die onvoldoende frequent fruit eten. Het verschil met de andere opleidingsniveaus is, na correctie voor leeftijd en geslacht, significant. In vergelijking met 2001 is het percentage personen dat onvoldoende frequent fruit consumeert iets gestegen (van 37 tot 40), maar deze stijging is niet statistisch significant. Figuur 13 Percentage van de bevolking dat onvoldoende fruit consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest Mannen (42) eten, in vergelijking met vrouwen (33) minder frequent fruit. Na correctie voor leeftijd blijft dit verschil significant. Het percentage personen dat onvoldoende frequent fruit consumeert stijgt tot de leeftijdsgroep van jaar. In deze leeftijdsgroep consumeert meer dan 50 onvoldoende frequent fruit. In de daaropvolgende leeftijdsgroepen daalt dit percentage om uiteindelijk 29 te bedragen bij diegenen van 75 jaar en ouder. Het percentage personen dat aangeeft onvoldoende frequent fruit te consumeren is gedaald van 42 in 2001 tot 37 in 2004, een daling die statistisch significant is

28 Figuur 14 Percentage van de bevolking dat onvoldoende fruit consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest Waals Gewest De helft van de mannen eten onvoldoende frequent fruit. Bij vrouwen gaat het om 41. Na correctie voor leeftijd blijft het verschil tussen mannen en vrouwen significant. Bij jong volwassenen (15 44 jaar) eet meer dan de helft onvoldoende frequent fruit. In de leeftijdsgroep jaar gaat het zelfs om 57. In tegenstelling tot de resultaten voor de overige gewesten, zijn er indicaties dat het percentage personen dat aangeeft onvoldoende frequent fruit te consumeren in de periode nauwelijks veranderd is. Figuur 15 Percentage van de bevolking dat onvoldoende fruit consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest

29 4.4. Consumptie van bruin brood (NH08_1) Het gebruik van bruin brood moet beschouwd worden als een alternatief voor de consumptie van wit (eerder vezelarm) brood. Van personen die onvoldoende frequent bruin brood consumeren wordt dan ook verondersteld die zij overwegend wit brood gebruiken België Analyse volgens geslacht en leeftijd Iets minder dan de helft van de populatie (47) geeft aan onvoldoende frequent bruin brood te consumeren. Dit percentage is licht hoger bij mannen (49) dan bij vrouwen (47) en is dan ook niet significant na correctie voor leeftijd. Bij de eerder jonge leeftijdsgroepen geven relatief meer mensen aan onvoldoende frequent bruin brood te gebruiken. Pas vanaf de leeftijdsgroep jaar daalt dit percentage onder de 50 Figuur 16 Percentage van de bevolking dat onvoldoende bruin brood consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Bij personen die beschikken over een diploma hoger onderwijs, kan het laagste percentage personen teruggevonden worden dat onvoldoende frequent bruin brood consumeert (42), een percentage dat, na correctie voor leeftijd en geslacht, significant lager is dan bij de andere opleidingsniveaus. Analyse volgens urbanisatiegraad Alhoewel het ruwe cijfermateriaal aan geeft dat de in stedelijke gebieden het percentage personen dat onvoldoende frequent bruin brood consumeert (50), kan na correctie voor leeftijd en geslacht geen samenhang vastgesteld worden tussen de consumptie van bruin brood en de urbanisatiegraad. Evolutie doorheen de tijd Het percentage personen dat aangeeft onvoldoende frequent bruin brood te gebruiken is gelijk gebleven tussen 2001 en

30 Regio s In het Vlaams Gewest geeft 36 van de bevolking aan onvoldoende frequent bruin brood te consumeren. Dit percentage is veel lager dan in het Brussels Gewest (60) of het Waals Gewest (65). Ook na correctie voor leeftijd en geslacht blijven deze verschillen tussen de gewesten statistisch significant. Figuur 17 Percentage van de bevolking dat onvoldoende bruin brood consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Met uitzondering van de leeftijdgroep 75 jaar en ouder, daalt het percentage personen dat onvoldoende frequent bruin brood consumeert met de leeftijd (van 48 in de leeftijdsgroep 0 tot 14 jaar tot 28 in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar). Personen met een diploma hoger onderwijs geven relatief minder aan dan anderen onvoldoende frequent bruin brood te consumeren, een verschil dat ook na correctie voor leeftijd en geslacht blijft bestaan; Figuur 18 Percentage van de bevolking dat onvoldoende bruin brood consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest

31 Brussels Gewest Met uitzondering van de leeftijdgroep 75 jaar en ouder, daalt het percentage personen dat onvoldoende frequent bruin brood consumeert met de leeftijd (van 60 in de leeftijdsgroep 0 tot 14 jaar tot 37 in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar). Personen met een diploma hoger onderwijs geven relatief minder aan dan anderen onvoldoende frequent bruin brood te consumeren, een verschil dat ook na correctie voor leeftijd en geslacht blijft bestaan; Figuur 19 Percentage van de bevolking dat onvoldoende bruin brood consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest Waals Gewest Hoewel niet rechtlijnig kan toch een samenhang onderkend worden tussen de frequentie van het gebruik van bruin brood en de leeftijdsgroep waartoe men behoort: grosso modo daalt het percentage personen dat onvoldoende frequent bruin brood consumeert met de leeftijd (van 75 in de leeftijdsgroep 0 tot 14 jaar tot 52 in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar). Personen met een diploma hoger onderwijs geven relatief minder aan dan anderen onvoldoende frequent bruin brood te consumeren, een verschil dat ook na correctie voor leeftijd en geslacht blijft bestaan indien vergeleken wordt met die personen met een diploma lager secundair of lager

32 Figuur 20 Percentage van de bevolking dat onvoldoende bruin brood consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest 4.5. Consumptie van vis (NH10_1) Naast de consumptie van vis verwijst deze indicator tevens naar de consumptie van schelp- en schaaldieren. Met een onvoldoende frequentie in de frequentie van deze voedingsmiddelen wordt bedoeld een consumptie van minder dan één maal per week België Analyse volgens geslacht en leeftijd Globaal genomen geeft 38 van de bevolking aan onvoldoende frequent vis te consumeren (d.i. minder dan eenmaal per week). De resultaten voor mannen (38) liggen iets hoger dan voor vrouwen (36), maar dit verschil is niet significant na correctie voor leeftijd. Met uitzondering voor de jongste leeftijdsgroep, daalt de proportie personen dat onvoldoende frequent vis consumeert met de leeftijd: van 49 in de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar tot 26 bij diegenen van 75 jaar of ouder

33 Figuur 21 Percentage van de bevolking dat onvoldoende vis consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau De consumptie van vis is het meest populair bij de hoger opgeleiden: bij diegenen die beschikken over een diploma hoger onderwijs geeft 32 niet wekelijks vis te consumeren, bij personen met een diploma lager secundair onderwijs is dit bijvoorbeeld al 43. Na correctie voor leeftijd en geslacht wordt deze socio-economische gradiënt nog duidelijker: personen met een diploma hoger onderwijs geven significant minder aan onvoldoende frequent vis te consumeren. Analyse volgens urbanisatiegraad Het ruwe cijfermateriaal geeft aan dat in landelijke gebieden de consumptie van vis minder populair is: 40 van de bevolking geeft er aan niet minstens wekelijks vis te gebruiken. Dit percentage is relatief lager in halfstedelijke gebieden (37) en in stedelijke gebieden (36). Na correctie voor leeftijd en geslacht kan echter geen samenhang tussen de frequentie van visconsumptie en urbanisatiegraad worden vastgesteld Evolutie doorheen de tijd Het percentage van de bevolking dat onvoldoende frequent vis consumeert is danig gedaald in de afgelopen jaren: waar in 2001 nog 45 aangaf niet wekelijks minstens eenmaal vis te consumeren, is dit percentage gedaald tot 38 in Ook na correctie voor leeftijd en geslacht is er sprake van een significante daling tussen beide jaren Regio s In het Vlaams Gewest geeft 34 van de bevolking aan onvoldoende frequent vis te consumeren. Hiermee nestelt het Vlaams Gewest zich tussen het Brussels Gewest met 33 en het Waals Gewest met 45. Na correctie voor leeftijd en geslacht, ligt dit percentage significant lager in het Vlaamse Gewest in vergelijking met het Waals Gewest

34 Figuur 22 Percentage van de bevolking dat onvoldoende vis consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest De proportie personen die aangeven onvoldoende frequent vis te eten, ligt globaal genomen hoger bij de jongere leeftijdsgroepen vergeleken met de oudere leeftijdsgroepen. De consumptie van vis is beduidend meer populair bij personen met een diploma hoger onderwijs (27 geeft aan onvoldoende frequent vis te consumeren, in vergelijking met bijvoorbeeld 41 bij diegenen die beschikken over een diploma lager secundair onderwijs). Ook na correctie voor leeftijd en geslacht, ligt dit percentage significant lager bij personen die beschikken over een diploma hoger onderwijs. De bevolking dat onvoldoende frequent vis consumeert is significant gedaald in de periode 2001 (44) 2004 (34). Figuur 23 Percentage van de bevolking dat onvoldoende vis consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest

35 Brussels Gewest De proportie personen die aangeven onvoldoende frequent vis te eten, ligt globaal genomen hoger bij de jongere leeftijdsgroepen vergeleken met de oudere leeftijdsgroepen. Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en de frequentie van de consumptie van vis. Het percentage van de bevolking dat onvoldoende frequent vis consumeert is significant gedaald in de periode 2001 (42) 2004 (33). Figuur 24 Percentage van de bevolking dat onvoldoende vis consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest Waals Gewest De proportie personen die aangeven onvoldoende frequent vis te eten, ligt globaal genomen hoger bij de jongere leeftijdsgroepen vergeleken met de oudere leeftijdsgroepen. De consumptie van vis is beduidend meer populair bij personen met een diploma hoger onderwijs (41 geeft aan onvoldoende frequent vis te consumeren, in vergelijking met bijvoorbeeld 49 bij diegenen die beschikken over een diploma lager secundair onderwijs). Ook na correctie voor leeftijd en geslacht, ligt dit percentage significant lager bij personen die beschikken over een diploma hoger onderwijs. Het percentage van de bevolking dat onvoldoende frequent vis consumeert is significant gedaald in de periode 2001 (49) 2004 (45). Figuur 25 Percentage van de bevolking dat onvoldoende vis consumeert, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest

36 4.6. Vermindering van vetconsumptie (NH14_1) In deze paragraaf gaat de aandacht uit naar diegenen die aangaven in de afgelopen twee jaar niet bewust de consumptie van vetten verminderd heeft (door bijvoorbeeld vetrijke producten in te ruilen voor vetarme, minder vet te gebruiken voor het bakken en braden, de consumptie van gefrituurde voedingswaren te beperken, ) België Analyse volgens geslacht en leeftijd Tweederden van de populatie (68) geeft aan in de afgelopen twee jaar niet gepoogd te hebben minder vet te consumeren. Mannen (70) geven meer dan vrouwen (64) hiertoe geen pogingen ondernomen te hebben. Na correctie voor leeftijd ligt het percentage significant hoger bij mannen dan bij vrouwen. Met uitzondering voor de oudste leeftijdsgroep (75 jaar en ouder), kan met betrekking tot de vermindering van de consumptie van vet een duidelijke leeftijdsgradiënt worden vastgesteld: jongeren geven meer dan ouderen aan althans gepoogd te hebben het gebruik van vetten aan banden te leggen, ouderen zijn hier duidelijk veel minder mee bezig. Figuur 26 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Het ruwe cijfermateriaal toont aan dat met name diegenen met een lager of geen diploma minder dan de anderen aangeven het gebruik van vetten beperkt te hebben. Na correctie voor leeftijd en geslacht kan vastgesteld worden dat personen met een diploma hoger onderwijs significant minder aangeven geen pogingen ondernomen te hebben om de consumptie van vet te verminderen. Analyse volgens urbanisatiegraad Er kan geen samenhang onderkend worden tussen de urbanisatiegraad en het al dan niet verminderen van vet in de afgelopen twee jaar

37 Evolutie doorheen de tijd Het percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van twee jaar voorafgaand aan de enquête is, indien de resultaten van 2001 en 2004 vergeleken worden, onveranderd gebleven. Andere analyses Gevraagd naar de redenen waarom personen de consumptie van vette voedingsmiddelen beperkt hebben staat het verlangen om te vermageren voorop: voor 63 onder hen is dit (een van) de belangrijkste redenen. Vrouwen (67) geven iets meer dan mannen (58) dit op als reden op om minder vet te gebruiken evenals jongeren (74 in de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar). Vergeleken met de resultaten van 2001 is de wens om te vermageren in 2004 iets meer prominent aanwezig als motivatie om minder vet te gebruiken. Ook angst voor de gevolgen van een onveranderd eetpatroon voor de gezondheid wordt frequent (53) aangegeven als reden om de consumptie van vet te beperken. Deze reden wordt meer frequent aangekruist door de oudere populatie (67 bij de personen van 75 jaar of ouder) Regio s In het Vlaams Gewest geeft 68 van de bevolking aan geen wijzigingen te hebben doorgevoerd voor wat het gebruik van vetten betreft. Dit percentage is gelijklopen met deze van het Brussels Gewest (68) en het Waals Gewest (66). Figuur 27 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Vrouwen (64) geven minder dan mannen (72) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor wat de consumptie van vet betreft. Na correctie voor leeftijd blijft dit verschil tussen vrouwen en mannen significant. Jongeren zijn duidelijker minder bekommerd om het gebruik van vetten te beperken: in de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar geeft 76 aan geen wijzigingen aangaande vetgebruik doorgevoerd te hebben, in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar is dit percentage slechts

38 Figuur 28 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest Vrouwen (66) geven minder dan mannen (71) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor wat de consumptie van vet betreft. Na correctie voor leeftijd blijkt dit verschil echter niet statistisch significant te zijn. Jongeren zijn duidelijker minder bekommerd om het gebruik van vetten te beperken: in de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar geeft 76 aan geen wijzigingen aangaande vetgebruik doorgevoerd te hebben, in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar is dit percentage slechts 53. Personen met een diploma hoger onderwijs geven relatief het meest aan de consumptie van vetten te hebben verminderd. Figuur 29 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest

39 Waals Gewest Vrouwen (65) geven minder dan mannen (67) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor wat de consumptie van vet betreft. Na correctie voor leeftijd blijkt dit verschil echter niet statistisch significant te zijn. Jongeren zijn duidelijker minder bekommerd om het gebruik van vetten te beperken: in de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar geeft 68 aan geen wijzigingen aangaande vetgebruik doorgevoerd te hebben, in de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar is dit percentage slechts 56. Personen met een diploma hoger onderwijs geven relatief het meest aan de consumptie van vetten te hebben verminderd. Figuur 30 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vet niet heeft verminderd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest 4.7. Verhoging van vezelconsumptie (NH16_1) Een verhoging van de consumptie van vezels staat centraal in deze paragraaf. De aandacht gaat hierbij uit naar diegenen die aangeven in de loop van de afgelopen twee jaar de consumptie van vezelrijke voedingsmiddelen niet verhoogd heeft. Onder vezelrijke voedingsmiddelen wordt o.a. verstaan; fruit, groenten, bruin brood, volle rijst of pastasoorten, ontbijtgranen, havervlokken of zemelen België Analyse volgens geslacht en leeftijd Het verhogen van de consumptie van vezels is zeker geen hoofdbekommernis van de bevolking: 78 van de bevolking geeft aan geen enkele wijziging hieromtrent in de afgelopen twee jaar doorgevoerd te hebben. Bij vrouwen is de situatie iets rooskleuriger dan bij mannen: waar 81 van de mannen geeft aan niet meer vezelrijke voedingsmiddelen te gebruiken dan 2 jaar geleden daalt dit percentage tot 77 van de vrouwen. Dit verschil blijft ook na correctie voor leeftijd bestaan. Zowel in de jongste (0 tot 14 jaar) als in de oudste leeftijdsgroep (75 jaar of ouder) kunnen de hoogste percentages teruggevonden van personen die aangeven niets aan de voedingsgewoonte te hebben veranderd

40 Figuur 31 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vezels niet heeft verhoogd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Het ruwe cijfermateriaal toont aan dat een verhoging van de vezelconsumptie vooral een ver van mij bed show bij personen met geen of slechts een diploma lager onderwijs: 83 onder hen heeft hieromtrent niets veranderd in hun voedingsgewoonte. Na correctie voor leeftijd en geslacht blijkt dat het opleidingsniveau niet significant samenhangt met het feit al dan niet de consumptie van vezels te hebben gewijzigd. Analyse volgens urbanisatiegraad Er kan geen samenhang onderkend worden tussen de urbanisatiegraad en het al dan niet verhogen van de consumptie van vezels in de afgelopen twee jaar. Evolutie doorheen de tijd Het percentage van de bevolking dat de consumptie van vezelrijke voeding niet heeft verhoogd in de loop van twee jaar voorafgaand aan de enquête is, indien de resultaten van 2001 en 2004 vergeleken worden, quasi onveranderd gebleven. Andere analyses Gevraagd naar de redenen waarom personen de consumptie van vezelrijke voeding verhoogd heeft, worden vooral de positieve effecten van de inname van vezels voor de gezondheid vermeld (41 van diegenen die meer vezelrijke voeding dan vroeger gebruiken geven dat als een van de redenen ertoe op). Daarnaast plaatst 16 een verhoging van de vezelconsumptie in het kader van een dieet Regio s In het Vlaams Gewest geeft 79 van de bevolking aan geen wijzigingen te hebben doorgevoerd voor wat het gebruik van vezels betreft. Dit percentage is gelijklopend met deze voor het Brussels Gewest (77) en het Waals Gewest (78)

41 Figuur 32 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vezels niet heeft verhoogd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest Vrouwen (77) geven minder dan mannen (81) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor wat de consumptie van vezelrijke voeding betreft. Na correctie voor leeftijd blijkt dit verschil echter niet statistisch significant te zijn. Aan beide extremen van het leeftijdsspectrum kan de grootste proportie personen teruggevonden wordt niet geen wijzigingen hebben doorgevoerd voor wat de consumptie van vezels betreft. Figuur 33 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vezels niet heeft verhoogd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Vlaams Gewest

42 Brussels Gewest Vrouwen (75) geven minder dan mannen (79) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor at de consumptie van vezelrijke voeding betreft. Na correctie voor leeftijd blijkt dit verschil echter niet statistisch significant te zijn. Aan beide extremen van het leeftijdsspectrum kan de grootste proportie personen teruggevonden wordt niet geen wijzigingen hebben doorgevoerd voor wat de consumptie van vezels betreft. Figuur 34 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vezels niet heeft verhoogd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Brussels Gewest Waals Gewest Vrouwen (76) geven minder dan mannen (80) aan geen wijzigingen doorgevoerd te hebben voor wat de consumptie van vezelrijke voeding betreft. Na correctie voor leeftijd blijkt dit verschil echter niet statistisch significant te zijn. Aan beide extremen van het leeftijdsspectrum kan de grootste proportie personen teruggevonden wordt niet geen wijzigingen hebben doorgevoerd voor wat de consumptie van vezels betreft. Figuur 35 Percentage van de bevolking dat de consumptie van vezels niet heeft verhoogd in de loop van de afgelopen twee jaar, België, Gezondheidsenquête 2004 Waals Gewest

43 5. Bespreking Gezien in 2004 een zeer uitgebreide Voedselconsumptiepeiling wordt georganiseerd, is de aandacht voor voedingsgewoonten in de Gezondheidsenquête eerder beperkt gebleven. Uit de resultaten blijkt dat het traditioneel voedingspatroon waar op gezette tijden gegeten word langzaam aan belang verliest. Dit blijkt vooral uit het percentage personen dat aangeeft niet regelmatig een ontbijt te gebruiken. De steeds meer dominant wordende gezinsconstellatie van tweeverdieners met kinderen, maakt dat er steeds minder tijd kan vrijgemaakt worden voor gezamenlijke maaltijden. De opkomst van allerlei fast food restaurants is onlosmakelijk verbonden van een steeds verder schrijdende individualisering van het eetgebeuren. Alhoewel deze evolutie niet noodzakelijk gepaard gaat met een kwaliteitsverlies van hetgeen gegeten wordt, zijn bijvoorbeeld de controlemogelijkheden van ouders omtrent hetgeen hun kinderen eten uiteraard beperkt. De resultaten omtrent het gebruik van specifieke voedingsmiddelen (groenten, fruit, ) geven wellicht een te rooskleurig beeld. In de enquête wordt wél gepeild naar de frequentie van het gebruik, maar niet naar de hoeveelheid dat wordt gebruikt. Neem als voorbeeld fruit. De aanbeveling luidt minimaal 2 stuks per dag te eten. In de enquête kan wel uitgemaakt worden wie dagelijks fruit eet, maar niet of in dergelijk geval er effectief 2 stuks gegeten wordt. Tenslotte nog een woord over mogelijke veranderingen in eetgewoonten. Vele mensen zijn er onterecht - van overtuigt dat ze gezond eten en zijn dan ook niet plan deze gewoonten te veranderen. Veranderingen in eetgewoonten zijn echter in eerste instantie gebaseerd op het besef dat deze gewoonten op lange termijn niet goed voor de gezondheid zijn. Het is dan ook de boodschap om eerste mensen bewust te maken van hun ongezonde eetgewoonten

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Voedingsgewoonten. Sabine Drieskens

Voedingsgewoonten. Sabine Drieskens Voedingsgewoonten Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997 6.6.1. Inleiding De voedingsgewoonte is een van de aspecten van levensstijl met een belangrijke impact op de algemene gezondheid, hetzij via het probleem van obesitas of via de verhoging van de prevalentie

Nadere informatie

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Houdingen ten aanzien van het levenseinde Houdingen ten aanzien van het levenseinde Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Doelstelling 1

Doelstelling 1 6.2. De Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen 1998-2002 Om het preventief gezondheidsbeleid en acties hieromtrent in de Vlaamse Gemeenschap te oriënteren, werden door de Vlaamse overheid vijf gezondheidsdoelstellingen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997 6.6.1. Inleiding De voedingsgewoonte is een van de aspecten van levensstijl met een belangrijke impact op de algemene gezondheid, hetzij via het probleem van obesitas of via de verhoging van de prevalentie

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 2: Gezondheidsgedrag en leefstijl Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid

Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische Ongelijkheden in Gezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance oktober 2010 Brussel, België Nr interne referentie : 2010/053 Depotnummer : D/2010/2505/49 ISSN : 2032-9172 Belangrijkste resultaten Sociaal-Economische

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

6.7.1. Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie 6.7. Ongelijkheid in Gezondheid 6.7.1. 6.7.1.1. Samenvatting 6.7.1.1.1 Gezondheidsstatus De perceptie van de eigen gezondheid vertoont een negatieve samenhang met het opleidingsniveau: bij personen zonder

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Voedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon

Voedingsprofiel. Hoofdstuk IV. Inleiding en methoden. Studiepopulatie. Voedings- en gezondheidsstatus. Maaltijdpatroon Hoofdstuk IV Voedingsprofiel Inleiding en methoden Studiepopulatie Voedings- en gezondheidsstatus Voedingsprofiel Maaltijdpatroon Plaats waar maaltijd genomen wordt Specifieke diëten Voedingsmiddelen Voedingssupplementen

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 Brussel Tel : 2/642.7.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Leefstijl en Preventie

Leefstijl en Preventie Leefstijl en Preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 87 Inleiding... 89 1. Lichaamsbeweging... 91 Globale lichaamsbeweging...

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 5 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

6.6.1. Inleiding. Bespreking 5.3.6.2. pagina 1

6.6.1. Inleiding. Bespreking 5.3.6.2. pagina 1 6.6.1. Inleiding De voedingsgewoonte is een van de aspecten van levensstijl met een belangrijke impact op de algemene gezondheid, hetzij via het probleem van obesitas of via de verhoging van de prevalentie

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongelijkhenden in gezondheidstoestand, levensstij en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 21 Deel 3 Leefstijl IPH/EPI REPORTS nr 22-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 15 Brussel Tel : 2/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 8.1.1. Inleiding In 1977 aanvaardden de WGO en haar lidstaten de resolutie waarbij Gezondheid voor Allen voor de regeringen het belangrijkste doel werd op het vlak van sociale gezondheid. In het verlengde

Nadere informatie

LANGDURIGE BEPERKINGEN

LANGDURIGE BEPERKINGEN LEVENSSTIJL EN CHRONISCHE ZIEKTEN LANGDURIGE BEPERKINGEN Gezondheidsenquête 2018 _ STEFAAN DEMAREST LYDIA GISLE RANA CHARAFEDDINE JOHAN VAN DER HEYDEN 1 Sciensano Epidemiologie en volksgezondheid - Levensstijl

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie