1. Aardbei/Fraise. 2. Bosaardbei/Fraise des bois. 3. Braam/Mûre. Zacht fruit

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Aardbei/Fraise. 2. Bosaardbei/Fraise des bois. 3. Braam/Mûre. Zacht fruit"

Johannes Verstraeten
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Zacht fruit 1. Aardbei/Fraise Kegelvormig tot rond. Glanzende buitenkant met talloze kleine pitjes en een kroon. Rozerood en zacht. Zoet aromatisch; de variant van de volle grond is zoeter dan de kasvariant. Het gehele jaar zowel van de volle grond als uit de kas. Nederland, Frankrijk, Italië, Israël, Spanje, Mexico en Nieuw-Zeeland. Diverse soorten die in grootte en zoetheid variëren. Gedurende hooguit twee tot vier dagen. Als nagerecht, garnering en saus, gepureerd, als siroop, geconserveerd, als jam en azijn. 2. Bosaardbei/Fraise des bois Rond of kegelvormige, kleine vrucht. Glanzend met kleine pitjes en kroon. Rozerood en zacht. Aromatisch en zoet. Het gehele jaar zowel van de vollegrond als uit de kas. Nederland, Frankrijk, Spanje en Chili. Gedurende hooguit twee tot vier dagen. Als nagerecht of garnering, als saus, gepureerd, als siroop, geconserveerd, in jams of als azijn. 3. Braam/Mûre Ronde tot kegelvormige vrucht opgebouwd uit diverse kegeltjes rondom een bloembodem. Glanzende buitenkant met kleine pitjes. Paarszwart. Zoet en aromatisch. Van juli tot november. Nederland, Duitsland en Frankrijk. Gedurende hooguit twee tot vier dagen. Als garnering, in fruitsalade, als nagerecht, in sauzen, siropen, jam of azijn. 1

Nederland, Frankrijk, Italië, Israël, Spanje, Mexico en Nieuw-Zeeland. Diverse soorten die in grootte en zoetheid variëren. Gedurende hooguit twee tot vier dagen.

2 4. Druif/Raisin de table Blauwe druiven: Witte druiven: Rond tot ovale aan trossen groeiende vruchten. Knappend en aan de buitenkant glanzend. Sappig en stevig, wit of blauw gekleurd. Fris zoetzuur tot zoet. Het gehele jaar door, uit de kas of van de volle grond. Nederland, België, Engeland, Frankrijk, Italië, Israël, Zuid-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Black Alicante, Frankenthaler en West Frisia. Golden Champion, Muskaat van Alexandrië en Regina. Onrijp geplukt zijn ze één tot twee maanden in de koelcel houdbaar. Als garnering, in nagerechten, in olie, als conserven en als druivesap. 5. Framboos/Framboise Rond tot kegelvormige vrucht opgebouwd uit verzameling deelvruchtjes rondom de bloembodem. Zacht en lichtharig met kleine pitjes en een kroon. Rozerood of geel. Sappig, aromatisch en friszuur tot zoet. Het gehele jaar door. Nederland, België, Griekenland, Duitsland, Frankrijk, Chili en de Verenigde Staten. Zomer- en herfstvarianten. Gedurende twee tot drie dagen. Als garnering, in fruitsalades, als nagerecht, siroop, jam of azijn. 6. Gewone of suikermeloen Ronde vrucht met een dunne schil. Geel of oranje. Geel. Sappig, aromatisch en zoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. Bij koude voorgerechten, in fruitsalades, als garnering, bij ijs en als conserven. 2

Black Alicante, Frankenthaler en West Frisia. Golden Champion, Muskaat van Alexandrië en Regina. Onrijp geplukt zijn ze één tot twee maanden in de koelcel houdbaar.

3 7. Charentais meloen Klein, rond en geribbeld. Geel-groen. Oranje. Saprijk, aromatisch en zeer zoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. Koude voorgerechten, fruitsalade, garnering, ijs, als conserven. 8. Galia meloen Hoogrond model. Geelgroene schil met een grijze netstructuur. Lichtgroen van kleur. Zacht, aromatisch en zeer zoet. Hele jaar. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. In koude voorgerechten, als fruitsalade en garnering, met ijs en als conserven. 9. Netmeloen Geribbeld, platrond model. Geel en zacht met een netstructuur. Lichtoranje. Sappig, aromatisch en zoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. In koude voorgerechten, als fruitsalade en garnering, met ijs en als conserven. 3

Zacht, aromatisch en zeer zoet. Hele jaar. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. In koude voorgerechten, als fruitsalade en garnering, met ijs en als conserven. 9.

4 10. Ogenmeloen Hoogrond model. Geel en zacht met verticale groene strepen. Lichtgroen. Sappig, geurig, aromatisch en zoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. In koude voorgerechten, als fruitsalade en garnering, met ijs en als conserven. 11. Watermeloen/Pastèque Grote, ronde vrucht. Egaal groen, of groen gestreepte vrucht met stevige schil. Vochtrijk, stevig en knappend. Waterig, lichtzoet en neutraal. Egypte, Brazilië en Israël. Drie tot vier weken. Als dorstlesser, bij ijsbereiding en als conserven. 12. Winter- of honingmeloen Ovale tot bolvormige vrucht. Geel, wit of groen en bobbelig. Stevig, groengeel vlees. Frisse zoete en licht aromatische smaak. April-december. Spanje. In koude voorgerechten, als fruitsalade en garnering, met ijs en als conserven. 4

Vochtrijk, stevig en knappend. Waterig, lichtzoet en neutraal. Egypte, Brazilië en Israël. Drie tot vier weken. Als dorstlesser, bij ijsbereiding en als conserven. 12.

5 13. Witte suikermeloen Hoog rond model. Gele, zachte schil met fijne netstructuur. Stevig en lichtgroen van kleur. Aromatisch en zeer zoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. In koude voorgerechten, bij fruitsalade, als garnering, in ijs en als conserven. 14. Oranje ananas Hoogronde uit parten opgebouwde vrucht. Crèmekleurige, halfharde schil met groene vlekken. Stevig en oranje van kleur. Lichtzoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. Bij koude voorgerechten, in fruitsalade, als garnering, bij ijs en als conserven. 15. Rozebottel/Cynorrhodon Ovale, rond of peervormige uitgegroeide bloembodem die in trosjes groeit. Glad, rood voorzien van een kroon. Oranje tot dieprood. Melig zoetzuur en licht wrang; rauw niet geschikt voor consumptie. Van augustus tot november. Nederland, Duitsland, Roemenië en Bulgarije. Diverse soorten. Twee tot drie maanden. In siroop, jam en in wildsaus. 5

Stevig en oranje van kleur. Lichtzoet. Nederland, Brazilië, Israël en Zuid-Europa. Bij koude voorgerechten, in fruitsalade, als garnering, bij ijs en als conserven. 15.

6 Bessen/Baies 16. Blauwe bes/airelle bleue Grote bolronde bessen. Dof blauw en bedauwd. Gelei-achtig, doorschijnend donkerpaars. Licht aromatisch en zoet. Van juni tot oktober. Nederland, België, Duitsland, Argentinië en Nieuw-Zeeland. Als garnering, in gebak, jam, siropen, azijn en fruitsalade. 17. Bosbes/Myrtille Kleine dof ogende bessen. Blauwzwart. Paarsachtig. Saprijk, aromatisch en zoetzuur. Van augustus tot oktober. Nederland, Frankrijk, Zuid-Afrika en Australië zowel teelt als wilde pluk. Twee tot vier dagen. Als garnering, in gebak, nagerechten, fruitsalades, siroop, jam, azijn en sap. 18. Cranberry, grote veenbes/airelle rouge, canneberge Vrij grote ronde bessen. Vaalrood tot helrood met soms een wit vlak rond de kroon. Stevig lichtrood met kleine pitjes. Friszuur; onbereide bessen smaken wrang. Van september tot april. Nederland, Italië en de Verenigde Staten. Vroege en late rassen. Drie tot vier weken. In compote, jam, conserven, siroop, wijn en sap. 6

Saprijk, aromatisch en zoetzuur. Van augustus tot oktober. Nederland, Frankrijk, Zuid-Afrika en Australië zowel teelt als wilde pluk. Twee tot vier dagen.

7 19. Kruisbes/Groseille à maquereau Bolronde tot langwerpig ronde grote bessen. Zachte behaarde schil die in kleur varieert van wit, lichtrood, groen tot groengeel. Gelei-achtig geel met kleine pitjes. Friszuur tot zoet. Van juni tot augustus. Nederland, België, Duitsland en Polen. Rassen met rode, gele en groene vruchten. Twee tot drie weken. Als garnering, in fruitsalade, gebak en jam. 1. Kruisbessen 2. Rode bessen 3. Witte bessen 4. Zwarte bessen 20. Rode bes/groseille rouge Ronde, heldere, doorschijnende en in trosjes groeiende bessen. Helrood doorschijnend zacht vlies met een kroontje. Weinig en lichtrood gekleurd met enkele pitjes. Fris zoetzuur. Van mei tot oktober. Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk, België, Polen en Hongarije. Diverse soorten die in grootte en zoetheid variëren. Twee tot drie weken. Als garnering, in fruitsalade, jam, siroop en azijn. 21. Vossebes/Airelle rouge Kleine ronde bessen. Hard, helderrood en wat kreukelig. Matig vlezig en lichtrood. Weinig vochtrijk, lichtwrang tot bitter. Van juli tot januari. Nederland, Duitsland, Zweden, Frankrijk, Polen en Oostenrijk. Diverse rassen Twee tot drie weken. In compote, bij gebak, ijs, jam en als conserven. Vossebes 7

Kruisbessen 2. Rode bessen 3. Witte bessen 4. Zwarte bessen 20. Rode bes/groseille rouge Ronde, heldere, doorschijnende en in trosjes groeiende bessen.

8 22. Witte bes/groseille blanche Ronde, heldere en doorschijnende, in trosjes groeiende bessen. Blank doorschijnend zacht vlies met een kroontje. Weinig en blank gekleurd met enkele pitjes. Fris en zoet. Van mei tot oktober. Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk, België, Polen en Hongarije. Diverse soorten die in grootte en zoetheid variëren. Twee tot drie weken. Als garnering, in fruitsalade, jam, siroop en azijn. 23. Zwarte bes/groseille noire, cassis Ronde, in trosjes groeiende bessen. Stevig en dof zwart. Donker, gelei-achtig. Sterk geurend, aromatisch zoet. Van juli tot september. Nederland, België, Polen, Duitsland, Engeland en Hongarije. Vroege en late soorten. Als frisdrank, in gedistilleerd, jam, siroop, azijn en sap. 8

Diverse soorten die in grootte en zoetheid variëren. Twee tot drie weken. Als garnering, in fruitsalade, jam, siroop en azijn. 23.

Vergelijkbare documenten

Productinformatie - Fruit (2) Waarover gaat deze kaart? Wat wordt er van jou verwacht? Over deze kaart

Productinformatie - Fruit (2) Waarover gaat deze kaart? Wat wordt er van jou verwacht? Over deze kaart Waarover gaat deze kaart? Deze kaart gaat over de eigenschappen verschillende soorten fruit. We vertellen je ook waar je de fruitsoorten voor kunt gebruiken. Wat wordt er van jou verwacht? Na het bestuderen